Heffing & Invordering 10. H&I



Vergelijkbare documenten
Beleidsregels VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014

BELEIDSREGELS INZAKE HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014;

Mandaatgever. Gemandateerde. Heffingsambtenaar. (=afdhfd Fin) (=Afdhfd Fin) Afdhfd ROMB. (=Afdhfd Fin) Budgethouder. betreffende product Afdhfd OW

Inhoudsopgave. Voorwoord / 13. Lijst van gebruikte afkortingen / 17. Inleiding / 21. Algemene bepalingen / 23

Veelgestelde vragen. Veel gestelde vragen over de WOZ.

Gemeente Woerden. besluit: Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2014

GEMEENTEBELASTING 2016

Beleidsregel ambtshalve vermindering van belastingen 2015 Hefpunt

Mandaatgever. Gemandateerde. Heffingsambtenaar. (=afdhfd Fin) (=Afdhfd Fin) Afdhfd ROMB. (=Afdhfd Fin) Budgethouder. betreffende product Afdhfd OW

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn; hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet;

Verordening reclamebelasting Bedrijventerreinen 2017

Algemene wet inzake rijksbelastingen

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Prinsenbeek.

Regeling Automatische Incasso

(ON)ROERENDE ZAAKBELASTING

Beleidsregels kwijtschelding gemeentelijke belastingen. 1. Op het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid is artikel 26 (zijnde de artikelen 26.

VRAGEN EN ANTWOORDEN OVER DE GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN DE WOZ ALLE VRAGEN OP EEN RIJ

Het hoe en waarom van de belastingheffing

Alles over WOZ-beschikking- en aanslagbiljet gemeentelijke belastingen 2017

Jaarrapportage 2012 Borsele

WOZ-beschikking en gemeentelijke belastingen( 1 )* er geen rechten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

WAARDERINGSKAMER NOTITIE. Betreft: Stuf-TAX versie 4. Datum: 1 juli 2006 Bijlage(n): 3

Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, overeenkomstig het eenstemmige advies van de commissie voor Financiën, het volgende besluit te nemen:

Bent u het niet eens met een belastingaanslag?

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2016; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2017

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden.

Beleids- en nadere regels gemeentelijke belastingen Nijkerk 2007

VI. Beleidsregels voor het opleggen van een aanslag afvalstoffen- en rioolheffing bij objecten die feitelijk

Gemeente Delft 13 JA» Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad

Gemeentelijke belastingen Aanslagbiljet 2015 met WOZ-beschikking

BIJLAGE 1. adviesscenario. Inleiding

Het horen van de huiseigenaar in de bezwaarprocedure van de huurder Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam


De gemeente De Fryske Marren. Beleidsregels gemeentelijke belastingen Diverse regelingen

Beleidsregel ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen (met uitzondering van de onroerende zaakbelastingen)

Voor u liggen de WOZ-beschikking en/of de aanslagen gemeentelijke heffingen voor het belastingjaar 2015.

Belastingrecht MBA 2014

Gemeente Almere. Besluit. De raad van de gemeente Almere, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Deze brochure biedt een toelichting op het aanslagbiljet. gemeentelijke belastingen Hierin vindt u informatie

VERORDENING EENMALIG RIOOLAANSLUITRECHT 2016

Handboek heffingen. Lozing huishouding op riolering. Oorspronkelijke uitgave: Werkgroep Waterheffingen Bewerking: Ir. H.B. Pols

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besluit :

Raad V versie 4 december Onderwerp: Vaststellen verordening onroerende-zaakbelastingen 2008

Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluitrecht (2014)

Verordening. Toelichting. Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2013 / 004. Naam Verordening Hondenbelasting Publicatiedatum 20 december 2012

Reglement Automatische Incasso Gemeentelijke Belastingen Gemeente s-hertogenbosch

ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619

De WOZ-beschikking Hertaxatie Het taxatieverslag Let op: Onroerende-zaakbelastingen (OZB)

Incassoreglement Noordelijk Belastingkantoor

Belastingwijzer Samenwerking Belastingen Walcheren en Schouwen-Duivenland

BESCHIKKINGEN BEZWAAR & BEROEP INVORDERINGSKOSTEN. Toewijzing bezwaarschrift aanmaningskosten gemeente Utrecht

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Bezwaar WOZ-waarde Hoe wij voor uw sportvereniging duizenden euro s kunnen besparen!

Heeft de Staatsraad gehoord, na goedkeuring door de Nationale Assemblée, bekrachtigd de onderstaande wet: ARTIKEL I

Voorgesteld besluit Wij stellen u voor akkoord te gaan met het wijzigen van de belastingverordeningen voor 2014.

Vraagbaak Waardevaststelling. in het kader van de Wet WOZ

Incassoreglement geautomatiseerde incasso GBLT

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober 2013, nummer , Team Ontwikkeling, Realisatie en Beheer;

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr.

REGLEMENT AUTOMATISCHE INCASSO GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. ALGEMEEN.

besluit: vast te stellen de volgende verordening:

NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2007

I. Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Incassoreglement Noordelijk Belastingkantoor

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

Hoofdstuk II NADERE REGELS MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN INVORDERING

Zaaknummer Teammanager Marijn Jansen B & W datum 5 november 2018 Afdeling/Team Wonen Werken en Leven/Belastingen WOZ

Belastingdienst stuurt aanmaning direct na vermindering aanslag

Alles over WOZ-beschikking- en aanslagbiljet gemeentelijke belastingen 2016

Memo. A.B. 18/54 Dagelijks Bestuur Hilbert Visscher. Automatisch ontheffen/verminderen. Datum: 24 mei 2018

Onderwerp : Voorstel tot vaststelling van de tarieven ozb 2005

Deze brochure biedt een toelichting op het aanslagbiljet. gemeentelijke belastingen Hierin vindt u informatie

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Binnenstad 2018

Gezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 );

GEMEENTEBLAD. Nr

Beleidsregels gemeentelijke belastingen Almelo

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

2. De door de gemeente Dongeradeel vanaf 2001 opgelegde aanslagen gemeentelijke belastingen heeft mevrouw W. steeds betaald.

BELEIDSREGELS 2009 VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. Artikel 1. Reikwijdte en definities.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr ; VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN

Inhoud. Lijst van afkortingen 15. Inleiding 17. Deel A Verhouding tot bestuursorganen Kernbegrippen Awb

ECLI:NL:GHARL:2017:9611

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.

Toelichting op uw aanslagbiljet gemeentelijke belastingen 2014

Belastinggids Informatieblad over gemeentelijke belastingen

NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2010

Provinciewet. Provinciewet

Regeling. pagina 1 van 8

Beantwoording vragen van de raad

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.21 november 2017 ; b e s l u i t :

GEMEENTE THOJĻEN I. lllllllìllllllllliļlllilll. B bijlage Afdeling/auteur Registratiedatum 09/08/2013

Raadsvoorstel. 24 oktober Geachte raad,

In verband hiermee kan het college nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 november 2014;

Transcriptie:

Heffing & Invordering 10. H&I Eindterm 10.01. Algemeen De examenkandidaat kan de plaats van de gemeentelijke heffingen omschrijven binnen de inkomstenbronnen van de gemeente en kent de bestedingen door de gemeente. 10.01.01. Kan de drie belangrijkste bronnen van inkomsten van de gemeente benoemen: uitkeringen uit het gemeentefonds, gemeentelijke heffingen en overige inkomstenbronnen. 10.01.02. Kan benoemen waarvoor de opbrengsten van de gemeentelijke heffingen worden gebruikt. Eindterm 10.02. Algemeen De examenkandidaat kan de wet- en regelgeving voor gemeentelijke heffingen omschrijven. 10.02.01. Kan omschrijven welke wetgeving van toepassing is op de gemeentelijke heffingen. 10.02.02. Kan het onderscheid tussen de begrippen algemene belasting en bestemmingsbelasting omschrijven. 10.02.03. Kan een omschrijving geven van de volgende belastingbegrippen: a. formele- en materiële belastingschuld; b. belastingplicht; c. belastbaar feit; d. aanslag; e. aanslagbiljet; f. ontheffing; g. vrijstelling; h. (ambtshalve) vermindering. Eindterm 10.03. Algemeen De examenkandidaat kan de positie van de diverse gemeentelijke organen plaatsen ten aanzien van de gemeentelijke heffingen. 10.03.01. Kan de bevoegdheden op het gebied van heffingen en invorderingen benoemen die zijn toegekend aan: a. de raad; b. het college; c. de heffingsambtenaar; d. de invorderingsambtenaar. Pagina 1/6

Eindterm 10.04. Algemeen De examenkandidaat kan het onderscheid maken tussen de heffingsfase en de invorderingsfase en kan hierover informatie verstrekken. (RV) 10.04.01. Kan benoemen wanneer de heffingsfase begint en eindigt. 10.04.02. Kan benoemen wie voor de heffingsfase verantwoordelijk is. 10.04.03. Kan benoemen wanneer de invorderingsfase begint en eindigt. 10.04.04. Kan benoemen wie voor de invorderingsfase verantwoordelijk is. 10.04.05. Kan op basis van verkregen informatie vaststellen of het gaat om zaken die de heffingsfase betreffen of om zaken die de invordering betreffen. (RV) Eindterm 10.05. Belastingheffing De examenkandidaat kan de belangrijkste voorwaarden benoemen op basis waarvan een belasting kan worden geheven. 10.05.01. Kan de relevante wet- en regelgeving (belastingverordening) opsommen 10.05.02. Kan de totstandkoming en doel van belastingverordeningen omschrijven. 10.05.03. Kan benoemen wie bevoegd is tot het invoeren, wijzigen en afschaffen van gemeentelijke belastingen. 10.05.04. Kan benoemen op welk moment een belastingverordening rechtswerking heeft. Eindterm 10.06. Belastingheffing De examenkandidaat kan aangeven op basis van welke wettelijke bepalingen de gemeentelijke heffingen kunnen worden geheven alsmede de wijze waarop die heffingen kunnen worden geheven. 10.06.01. Kan een omschrijving geven van de volgende hoofditems van de belastingsoorten: a. belastingplicht; b. belastbaar feit; c. heffingsmaatstaf; d. tariefstructuur; e. vrijstellingen. f. Ontheffing 10.06.02. Kan het verschil omschrijven tussen: a. heffing door middel van aanslag; b. heffing door voldoening op aangifte; c. heffing op andere wijze. 10.06.03. Kan benoemen welke heffingswijze bij de diverse belastingsoorten wordt toegepast. 10.06.04. Kan een omschrijving geven van de verschillende soorten aanslagen: a. voorlopige aanslag; b. definitieve aanslag; c. primitieve aanslag; d. ambtshalve aanslag; e. navorderingsaanslag; f. naheffingsaanslag. 10.06.05. Kan omschrijven op welke wijze het belastingbedrag wordt berekend. Pagina 2/6

Eindterm 10.07. Belastingheffing De examenkandidaat kan aan de hand van de gegevens op een aanslagbiljet bepalen of, wanneer en onder welke voorwaarden restitutie van belastingen wordt toegekend. (I) 10.07.01. Kan omschrijven wanneer sprake is van een tijdstipbelasting en een tijdvakbelasting. 10.07.02. Kan het verschil omschrijven tussen een aanslag en een aanslagbiljet. 10.07.03 Kan het verschil omschrijven tussen een vrijstelling en een ontheffing. 10.07.04. Kan omschrijven wat wordt verstaan onder: a. een aanslagbiljetnummer; b. een BSN; c. een vorderingsnummer; d. de dagtekening op een aanslagbiljet; e. de diverse afkortingen die op een aanslagbiljet kunnen voorkomen. 10.07.05. Kan omschrijven wat een gecombineerde aanslag is en kan benoemen welke gegevens op die aanslag moeten zijn vermeld. 10.07.06. Kan uitleggen wanneer en waarom wordt overgegaan tot een kopieaanslag (I) met nieuwe dagtekening en een kopieaanslag met de oude dagtekening. 10.07.07 Kan omschrijven welke belastingsoorten tot de woonlasten worden gerekend Eindterm 10.08. Invordering De examenkandidaat kan de belangrijkste onderwerpen opsommen die behoren tot de invorderingsfase. 10.08.01. Kan benoemen wat de eerste handeling van invordering is. 10.08.02. Kan benoemen welke wetgeving van belang is voor de invordering. 10.08.03. Kan de functie benoemen van de vervaldata die op het aanslagbiljet staan. 10.08.04. Kan omschrijven wat wordt verstaan onder automatische incasso. 10.08.05. Kan omschrijven wat wordt verstaan onder storneren en wat de gevolgen zijn voor de belastingschuldige. 10.08.06. Kan omschrijven wat de gevolgen zijn voor de belastingschuldige van onvoldoende saldo bij betaling. 10.08.07. Kan omschrijven wat de gevolgen voor de belastingschuldige zijn van het opleggen van meerdere aanslagen in één jaar voor de toepassing van automatische incasso. 10.08.08. Kan omschrijven op welke manier gedeeltelijke restitutie van belastingen wordt verwerkt. 10.08.09. Kan het onderscheid beschrijven tussen betalingsregeling, uitstel van betaling, automatische kwijtscheldingsverlening en verlenen van kwijtschelding op aanvraag. 10.08.10. Kan omschrijven wat wordt verstaan onder wettelijke rente. 10.08.11. Kan benoemen in welke situatie rente moet worden betaald of rente wordt ontvangen. 10.08.12. Kan omschrijven wat wordt bedoeld met termijnvervolging. 10.08.13 Kan benoemen bij wie een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke heffingen moet worden ingediend. 10.08.14. Kan opsommen welke bewijsstukken bij een aanvraag om kwijtschelding van gemeentelijke heffingen moeten worden gevoegd. 10.08.15. Kan benoemen wat het gevolg is van het aanvragen van kwijtschelding voor het invorderingstraject. Pagina 3/6

Eindterm 10.09. Invordering De examenkandidaat kan uitleggen welke mogelijkheden de gemeente heeft als er niet of niet tijdig wordt betaald. (I) 10.09.01. Kan de begrippen aanmaning en dwangbevel omschrijven. 10.09.02. Kan uitleggen waarom een aanmaning of dwangbevel is verzonden en wat de (I) belastingschuldige kan doen om verdere nadelige gevolgen te voorkomen. 10.09.03. Kan benoemen welke mogelijkheden er zijn als men het niet eens is met een aanmaning of dwangbevel. 10.09.04. Kan omschrijven in welke situatie een aanmaning kan worden opgelegd. 10.09.05. Kan benoemen welke kosten aan een aanmaning verbonden zijn. 10.09.06. Kan omschrijven in welke situatie een dwangbevel kan worden opgelegd. 10.09.07. Kan omschrijven wat het begrip betekenen inhoudt in het kader van een dwangbevel. 10.09.08. Kan benoemen wie een dwangbevel betekent en op welke manier. 10.09.09. Kan omschrijven wat betekenen per post en herhaald bevel inhoudt. 10.09.10. Kan benoemen welke kosten aan een dwangbevel zijn verbonden. Eindterm 10.10. De examenkandidaat kan de doelstellingen van de Wet woz omschrijven en uitleggen. (I) 10.10.01. Kan omschrijven wat een roerende zaak is en wat een onroerende zaak is. 10.10.02. Kan uitleggen waarom de Wet woz tot stand is gekomen. (I) 10.10.03. Kan het verschil tussen de Wet woz en belastingwetten beschrijven. (I) 10.10.04. Kan benoemen op welke belastingen de Wet woz van toepassing is. 10.10.05. Kan omschrijven wat wordt verstaan onder jaarlijkse herwaardering. 10.10.06. Kan het begrip"gemengd object" beschrijven. 10.10.07. Kan uitleggen waarom bij een gemengd object de heffingsmaatstaf voor de (I) gebruikersaanslag OZB hoger is dan de woz waarde. 10.10.08. Kan benoemen in welke situatie een nieuwe eigenaar recht heeft op een woz beschikking. 10.10.09. Kan benoemen in welke situatie een mede belanghebbende recht heeft op een woz beschikking. Eindterm 10.11. De examenkandidaat kan omschrijven wat het verschil is tussen de waardebepaling en de waardevaststelling en kan de belangrijkste feiten over waardebepaling en de waardevaststelling benoemen. 10.11.01. Kan benoemen wie bevoegd is tot het bepalen van de waarde. 10.11.02. Kan de taak van de taxateur omschrijven. 10.11.03. Kan omschrijven hoe de waarde van woningen tot stand komt. 10.11.04. Kan een omschrijving geven van de begrippen waardepeildatum en woz tijdvak. 10.11.05. Kan uitleggen wat de gevolgen zijn van tussentijdse wijzigen aan onroerende zaken. 10.11.06. Kan benoemen wie bevoegd is tot het vaststellen van de woz waarde. 10.11.07. Kan benoemen op welke manier de woz waarde bekend wordt gemaakt. 10.11.08. Kan benoemen aan welke eisen een woz beschikking moet voldoen. 10.11.09. Kan benoemen wie als belanghebbende en wie als afnemer moet worden aangemerkt. Pagina 4/6

10.11.10. Kan omschrijven wie belanghebbende is bij deelgebruik en volgtijdelijk gebruik. 10.11.11. Kan omschrijven op welke manier en onder welke voorwaarden het afgeven van een te lage waarde kan worden hersteld. Eindterm 10.12. De examenkandidaat kan een taxatieverslag vervaardigen en kan benoemen welke informatie over taxatie mag worden verstrekt en aan wie. (RV) 10.12.01. Kan uitleggen wat onder een taxatieverslag wordt verstaan: a. welke gegevens een taxatieverslag bevat; b. welke waardegegevens maximaal mogen worden verstrekt en op basis waarvan. 10.12.02. Kan de voorwaarden benoemen waaronder een taxatieverslag mag worden afgegeven. 10.12.03. Kan zelfstandig een taxatierapport printen. (RV) Eindterm 10.13 De examenkandidaat kan beschrijven wat de woz als basisregistratie inhoudt. 10.13.01. Kan omschrijven wat onder een basisregistratie wordt verstaan. 10.13.02. Kan omschrijven: a. wat de taak van het college is binnen de basisregistratie; b. wat onder een authentiek gegeven wordt verstaan; c. welk onderdeel van de Woz administratie als authentiek is aangemerkt. 10.13.03. Kan omschrijven: a. waarom de aantekening in onderzoek" bij een waarde wordt geplaatst; b. wat het gevolg voor de afnemers is als de aantekening "in onderzoek" bij een waarde wordt geplaatst; c. binnen welke termijn een aantekening "in onderzoek" na een melding in het bestand moet worden aangebracht. Eindterm 10.14. Bezwaar De examenkandidaat kan de bezwaarprocedure voor heffing en invordering in hoofdlijnen omschrijven. 10.14.01. Kan de termijn waarbinnen een bezwaar tegen een heffing of invordering moet worden ingediend benoemen. 10.14.02. Kan benoemen wie bezwaar kan indienen. 10.14.03. Kan de manier waarop bezwaar kan worden gemaakt omschrijven. 10.14.04. Kan benoemen waaraan een bezwaarschrift moet voldoen. 10.14.05. Kan benoemen dat een bezwaarschrift dat niet voldoet aan de eisen een keer aangepast kan worden. 10.14.06. Kan benoemen in welke situatie een bezwaarmaker moet worden gehoord. 10.14.07. Kan benoemen binnen welke termijn een bezwaar moet worden afgewerkt. 10.14.08. Kan omschrijven wat het begrip niet ontvankelijk betekent. 10.14.09. Kan omschrijven op welke manier een uitspraak wordt gedaan. 10.14.10. Kan benoemen op welk moment de bezwaartermijn in belastingzaken begint te lopen. Pagina 5/6

10.14.11. Kan benoemen op welk moment de bezwaartermijn feitelijk eindigt als deze formeel eindigt in een weekend of een feestdag. 10.14.12. Kan omschrijven wat wordt verstaan onder de "verzendtheorie" en de "ontvangsttheorie. 10.14.13. Kan opsommen onder welke voorwaarden een vergoeding van de kosten voor het indienen van een bezwaar mogelijk is. Eindterm 10.15. Beroep De examenkandidaat kan de beroepsmogelijkheden omschrijven. 10.15.01. Kan omschrijven wat de bestuurskamer van de rechtbank is en wat haar functie is en wat de belastingkamer van het Gerechtshof is en wat haar functie is. 10.15.02. Kan omschrijven wat de Hoge Raad is en wat haar functie is. 10.15.03 Kan omschrijven wat onder "mediation" wordt verstaan. Pagina 6/6