De Teeny Op een bepaald moment meer dan 1.000 leden nu: het Hooghuis De Swinging Sixties hingen in de lucht Het Hooghuis mag op een lange geschiedenis terugblikken De Actiegroep Niet-Georganiseerde Jongeren (ANGJ) was in Hasselt op het einde van de jaren 50 op zoek naar een lokaal voor een jeugdclub die tot Teeny zou uitgroeien. Robert Alers, die ook deel uitmaakte van ANGJ, kon bij het bisdom een klein huis op de Koningin Astridlaan losweken. In 1958 studeerde Jaak Bouveroux, de broer van Sylvain, af als advocaat en hij kwam meteen het Teenyteam vervoegen. Het eerste clublokaal was een multifunctionele ruimte, met vergaderruimte, café, ontspanning, clubs (postzegels verzamelen bijvoorbeeld), sport enzovoort. Waar vroeger het Hooghuis was De Teeny heeft maar een jaartje op de Koningin Astridlaan gezeten. Rond 1960 kwam het Hooghuis, het hotel dat in de eerste helft van de 20 ste eeuw in de plaats van het oude Hooghuys was gekomen, leeg te staan. Het Teeny-team waagde de gok en pakte de zaken groot aan. Meteen was de aftrap gegeven voor een succesverhaal, want de VZW Teeny zou op een bepaald moment meer dan 1.000 leden tellen. Centrale ligging
De centrale ligging van het Hooghuis speelde een belangrijke rol. Het gebouw lag namelijk midden in de stad, tegenover het stadhuis en, niet onbelangrijk, tegenover het toenmalige politiebureau. Een zaak als de Teeny had namelijk nog al eens af te rekenen met jongeren uit de omringende gemeenten die te diep in het glas hadden gekeken. De nabijheid van de politie was dus handig om ergere problemen te voorkomen. Clubhuisleider met bewoner-uitbater In het Hooghuis werden dezelfde activiteiten ontplooid als op de Koningin Astridlaan, alleen op een iets grotere schaal. Er werd gekozen voor een gecombineerd systeem van clubhuisleider met bewoner-uitbater. Clubhuisleiders waren achtereenvolgens Paul Leenders, Wim Vanstraelen, Marcel Vangeel, Erwin Maris, Walter Claus, Hugo Pluymers, Harry Boom en Roger Dessers. Bij de bewoners-uitbaters waren Jef Thijs, Albert Maris, moeder Bosmans, Ivan Bosmans (en Claudette), Willy Janseune (en Rosa), Charles Vervoort (en Tinneke), Frits Vandrongen (en Lieske) en Remi
Janssens (en Maria). Namen die elke oudere Hasselaar vertrouwd in de oren klinken. Casino van Oostende en Hotel Thermae Palace De figuur van Marcel Vangeel verdient een nadere toelichting. Deze Hasselaar was namelijk een geboren organisator die voor alles en nog wat meteen een oplossing bij de hand had. Die gave kwam hem goed van pas bij de uitbouw van een spectaculaire carrière. Vangeel kocht zich na een blitzcarrière in de distributiesector bij zowel het Casino van Oostende als in het Hotel Thermae Palace in dezelfde badstad. Hij verkocht uiteindelijk zijn participaties en nam Tenbel in Tenerife over. Het drukke leven eiste echter zijn tol, in die zin dat Marcel Vangeel op 62-jarige leeftijd in Spanje overleed.
Teeny-Tuur-Show Klinken op een toekomst die inmiddels verleden is geworden Ook Erwin Maris vond de weg richting Spanje, waar hij nog steeds woont. Maris had eerst een hospitaaldienst in zijn geboortestad uitgebouwd. Zijn naam zal altijd wel gelieerd worden aan de T-T- Show, de Teeny-Tuur-Show. Deze show was een merkwaardig samenwerkingsverband tussen een jeugdclub (Teeny) en het leger (Tuur was de naam van de geitenbok die de mascotte was van het 73 ste). Op dat moment was het 73 ste artilleriebataljon in Hasselt gelegerd en bevelhebber majoor Degroot zag een samenwerking met de Teeny wel zitten. Dus werd de club ingeschakeld in het Welfareprogramma van het Belgisch leger. Dit inschakelen kreeg concreet vorm door een aantal optredens van de muzikanten, toneelspelers, voordrachtkunstenaars enzovoort uit de Teeny bij de Belgische soldaten die toen in Duitsland waren gelegerd. De Teeny kon dat allemaal leveren, want buiten een café was het ook een minicultureel centrum.
Status Quo, Adamo Binnen de club ontstonden bands die nu nog altijd een legendarische naam in Hasselt hebben, zoals de VIP's, de Blue Band Boys en het Paul Bess Combo. Sommige van deze muzikanten zijn nog altijd actief. In het Hooghuis kon de Hasseltse jeugd in de jaren 60 voor van alles en nog wat terecht, van spaghettiavonden over poëzie tot en met optredens.onder andere Will Tura, Will Ferdy, Adamo enzovoort zijn ooit in de Teeny te gast geweest. Miel Cools was er als Hasselaar uiteraard kind aan huis. Ook heel wat buitenlandse bands deden in die periode Hasselt aan, met Status Quo waarschijnlijk als meest bekende. Daarnaast was er ook het tijdschrift Filtraat, met als redacteuren een aantal kunstzinnige leden. Een bekende naam is die van Jan Cabooter, later de eigenaar van de Skalden (de voorloper van het Cabaret). Jaak Bouveroux in een doodskist Wie hielp destijds het vrijgezellenleven van Jaak Bouveroux ten grave dragen?
Eén van de bezielers van de Teeny was Jaak Bouveroux, die tot eind jaren 60 voorzitter bleef. Zijn vrijgezellenavond groeide in 1962 uit tot een onvergetelijke gebeurtenis. Bij zijn aankomst in de Teeny werd hij overrompeld, in een doodskist gestopt en zo in stoet door Hasselt gevoerd. De enkele honderden deelnemers aan de optocht werden vergezeld door fakkeldragers en voorafgegaan door twee landsknechttrommels. Met het vertrek van Jaak Bouveroux liepen ook de jaren 60 ten einde. Hasselt was een heel andere stad geworden en de jeugd beschikte over een brede waaier van ontspanningsmogelijkheden. Het vuur bij de Teeny doofde langzaam maar zeker uit en in 1973 sloot de legendarische jeugdclub haar deuren. De fakkel werd overgenomen door andere organisaties zoals Release, het JAC (Jongeren Adviescomité) en de Stedelijke Jeugdraad. Helemaal dood is de Teeny echter nog niet, alvast niet zolang er nog voormalige Teeny-bezoekers leven. In 1998 kende een eerste reünie een dusdanig succes dat de 400 aanwezigen de smaak naar meer te pakken hadden. Nu wordt er om de twee jaar een bijeenkomst in het Dennenhof gepland, waar onder andere de VIP s kunnen tonen dat ze het muziek maken nog altijd niet verleerd zijn.
Het Hooghuis Volop jeugd, maar ook de ouderen blijven komen Het Hooghuys was één van de mooiste huizen van Hasselt Het Hooghuis tegenover het Hasseltse stadhuis kan op een lange geschiedenis bogen. De eerste verwijzingen naar de naam "Hooghuys" duiken al op in de vroege jaren 1600, zo staat op de website van de zaak te lezen. De naam verwijst niet naar een "hoog huis" zoals velen denken, maar naar het feit dat het gebouwd werd op
het hoogste punt in de stad. Oorspronkelijk was het Hooghuis een plaats waar postbodes en hun paarden konden overnachten. 35 ste jaarlijkse nieuwjaarspunch Veel volk op de openingsreceptie van het Hoog Huis in 1992 Het oude Hooghuys was het vooral een deftige zaak voor een chique publiek. Later werd het een hotel-restaurant en nog later (in de jaren 50-60) vestigde men er de Teeny. Anno 21 ste eeuw is het opnieuw een café dat veel jeugd aantrekt, maar waar ook heel wat oudere Hasselaren regelmatig aan te treffen zijn. Legendarisch is het nieuwjaarsfeest dat elk jaar op 1 januari in de zaak wordt gegeven, met de speciale cocktails van het huis. Op 1 januari 2013 was het de 35 ste keer dat de jaarlijkse punch werd georganiseerd. Alles is mogelijk Wat heeft het Hooghuis anno 2012 te bieden? Een bezoek aan de website schetst een goed beeld van de zaak in zijn moderne vorm. Een imposant decor verdeeld over verschillende niveaus, aangekleed in een lichte hardrock café stijl, met buiten een mooi, verwarmd
terras, zo kunnen we Brasserie Hooghuis best beschrijven. Reeds drie decennia lang combineert het Hooghuis een uniek concept: tafelen, uitgaan en live muziek, dixit opnieuw de website. Een uitgebreid diner of een kleine snack, een stapje in de wereld (dj in het weekend, videowall met clips, live muziek, sportevents op groot scherm,...) of een feestje op maat (groepsdiners, verjaardagsdrinks, reünies,...), alles is er mogelijk. Het nieuwe en het oude Hooghuis Wie herkent zichzelf hier nog aan de toog van het Hoog Huis? Op het stadhuisplein beschikt de zaak over de mogelijkheid om privéfeestjes te organiseren in een klasse-interieur, met net dat tikkeltje meer in het hartje van Hasselt. DJ s, livemuziek, sfeerdecoratie, hapjes of zelfs complete menu s. Verjaardagsfeestjes, privé drinks, huwelijksrecepties, een babyborrel of een gezellig avondje onder de collega s, op de website wordt een breed aanbod beschikbaar gesteld. Zo is uiteraard het nieuw Hooghuis, maar hoe zag de zaak er vroeger uit?
Afgebroken en weer opgebouwd Deze foto hangt op de 1 ste verdieping van het Hooghuis Het oude Hooghuis was volgens Victor Dewit (geboren Hasselaar die onder de schuilnaam De Witte van Hasselt over zijn geboortestad schreef) afgebroken en weer opgebouwd. Het nieuwe huis was ongeveer een halve meter lager dan het oude. De gevel was in hout met dwarskepers in de vorm van een kruis (x), er was een houten ingangsportaal, deuren met venstertjes en houten trappen. Het huis was in slechte staat en bovendien slecht onderhouden. Het Hooghuis was vooral met kalk gebouwd, er was maar weinig steen gebruikt. Die kalk brokkelde stelselmatig af. Alle dagen lag er een hoop kalk op de vloer. Uiteindelijk had de eigenaar weinig andere keuze dan af te breken. Later werd deze beslissing beklaagd omdat het huis uiteindelijk toch één van de mooiste huizen van Hasselt was. Het boek van Dewit was mogelijk een soort afscheid van zijn
geboortestad, want tijdens de Tweede Wereldoorlog had hij voor het verkeerde kamp gekozen. Schaakkampioen op bezoek Van het nieuwe Hooghuis zijn uit de periode tussen de Twee Wereldoorlogen nog een paar spraakmakende zaken bekend. Zo vond er op 30 mei 1926 in de grote zaal een schaakmeeting plaats, waar onder andere meester Witfeld een staaltje van simultaanschaken gaf. Helma en Selma met de appeltjes van oranje Hotel restaurant In t Hoog Huis (de schrijfwijze wisselde nogal eens) werd tussen de twee oorlogen uitgebaat door Jozef Willems- Hox. De reclame vermeldde een kamer met badkamer en centrale verwarming, feestzaal en drie biljarts (club De Toekomst speelde er). Het Hooghuis ook was de plaats waar Helma en Selma optraden, twee Hollandse dames die onder andere zongen van Daar zijn de appeltjes van oranje weer, wat toen bij de Hasselaren immens populair was. Crisisjaren vlak voor de Tweede Wereldoorlog In het Hooghuis werd in februari 1936 de Bond van de Eigenaars opgericht. Dat gebeurde in een bedrukte sfeer, want het was op dat moment volop crisis en in Hasselt stonden tal van huizen te huur. Bovendien werd er nog altijd volop bijgebouwd, zodat de prijzen nog zouden zakken. Dat het dat jaar nog altijd crisis was, bleek ook uit de nieuwjaarsviering. Het bleef betrekkelijk kalm in Hasselt, het verteer was nog minder dan het jaar voordien. De meeste cafébazen sloten al voor het gewone sluitingsuur, wat genoeg zegt over de ernst van de crisis. Er werden maar twee dronkenlappen opgepakt die de nacht in
de amigo moesten doorbrengen. Ook de Hasseltse bakkersvereniging Dit glasraam is één van de overblijfselen van het oude Hooghuis en tal van andere verenigingen vergaderden elk jaar in het Hooghuis. Kermisplaatsen werden in het Hooghuis toegewezen Ook de kermisplaatsen werden in het Hooghuis toegewezen. Die prijzen lagen - ondanks de crisis - in 1936 erg hoog. Autoscooter Lefebvre betaalde 18.000 frank op om de Grote Markt te mogen slaan. Twee jaar voordien had dezelfde uitbater maar 10.000 frank betaald. Het jaar nadien had autoscooter Benner hem echter met ruim 13.000 frank de loef afgestoken. Ook de paardenmolen aan de Nieuwpoort was gewild. In totaal bracht de verhuur van standplaatsen de stad Hasselt meer dan 100.000 frank op. Autoscooters Cleymans was bereid om 6.000 frank te betalen voor een plaatsje aan de Nieuwpoort. Grote carrousels aan de Guffenslaan en de Maastrichterpoort brachten tussen 3.500 en 6.900 frank op, voor kleine carrousels bedroegen de tarieven 1.400 tot 2.300 frank.
Circus De Muynck betaalde 15.000 frank voor zijn gewone standplaats. Nog een paar andere tarieven uit die tijd: bootjes op het water 2.000 tot 5.300 frank, schietbarakken, frieten, snoep- en speelgoedkramen 650 tot 1.150 frank enzovoort. Het totaal bedroeg uiteindelijk 120.000 frank. Nieuw Limburg vroeg zich af hoe het kwam dat na een aantal crisisjaren de mensen nog over zoveel geld beschikten. Het blijft in de familie Vanaf 1977 kwam de uitbating van de zaak in handen van Hugo Defreine uit Tienen. Die had horeca-ervaring opgedaan in het Hugo Defreine maakt er geen geheim van dat hij een Stones-fan is Kelderke en de Vatel. Defreine heeft uit familieverhalen nog voeling met het oud Hooghuis dat in 1927 werd afgebroken, want via zijn ex-vrouw is hij familie van de vroegere uitbaters Willems-Hox. Defreine weet ook nog te vertellen dat van de oude zaak twee dingen
zijn overgebleven: de schouw en het glasraam op de eerste verdieping (met de naam Hooghuis daarin verwerkt). Bovendien blijkt het huis daarnaast (waar café Exciteria gevestigd is) ook deel uit te maken van het eigenlijke huis. De gewelven van het huidige Hooghuis zijn overigens nog steeds dezelfde als die van de voorganger, de gevel is echter wel totaal vernieuwd. Blijven potkerren Hugo belandde al op jonge leeftijd, hij was een peuter van 5 of 6 jaar, met zijn pa en ma in Hasselt. Hij stapte op 17-jarige leeftijd in de horecawereld en werd eind 1977 de uitbater van het Hooghuis. Hij heeft de zaak zodoende 35 jaar gerund, maar vindt het stilletjes tijd om de fakkel door te geven aan zijn zoon Denis. Het blijft dus in de familie. Hugo kan echter niet stilzitten, hij is van plan om zo lang als mogelijk te blijven verder werken. Blijven potkerren, zo noemt hij dat zelf. Betalen met dezelfde 5 frank Met zoveel ervaring is Hugo Defreine de eminence grise van de Hasseltse horecawereld die de anekdotes aan de lopende band uit de mouw schudt. Zo herinnert hij zich dat toen Lommeke Vanstraelen de Vogelsanck open deed hij en zijn vriend Ludo Vandenborne uit de De Rolling Stones zijn in het Hooghuis alomtegenwoordig
Scherpensteen dagelijks een borrel in elkaars zaak kwamen drinken. Een borrel kostte toen 5 frank en de ene keer betaalde Lommeke met de 5 frank die hij de dag voordien van Ludo had ontvangen om s avonds datzelfde stuk van 5 frank weer terug te krijgen wanneer Ludo bij hem een borrel kwam drinken. Dergelijk gedrag komt bij cafébazen wel meer voor, want we lazen het ook in Tavi van de volksschrijver Valère De Pauw. De broer van Mick Jagger in de keuken Wie ooit in het Hooghuis is geweest, kan er niet omheen kijken: Hugo Defreine is een fan van de Rolling Stones. In zijn prille jeugd waren er eerst Elvis Presley en Cliff Richard, gevolgd door de stormachtige opkomst van de Beatles. In 1962 werden een paar maanden nadien de Rolling Stones enorm populair. Hugo was meteen verloren, hij heeft de band inmiddels 30 tot 40 keer gezien en is ze nog altijd niet beu. De Stones waren ruiger dan de Beatles. Mick Jagger & Co waren meer rockers en dat beviel Hugo wel. Op moment van schrijven was hij van plan om indien mogelijk een ticket te kopen van de afscheidsshow (als de Stones inderdaad stoppen met optreden) van de groep. In de loop van de jaren hebben heel wat groepen in het Hooghuis opgetreden. Onder andere Walter Grootaers, Eddy Wally, Paul Michiels, Kid Coco, Sabine Tiels enzovoort waren er te gast, evenals buitenlandse gasten als Chris Farlowe. Speciale gast is de broer van Mick Jagger, Chris Jagger, die 2 of 3 keer is opgetreden. Hij heeft met de mensen van de zaak meegegeten in de keuken. Zeg maar Nol Hugo Defreine is nog altijd enthousiast over de horecasector, hij zou als hij moest kiezen onmiddellijk opnieuw beginnen. Zijn bijnaam, die overigens nog dateert uit de tijd van het Kelderke, was Nol. Wanneer het te druk was en de bestellingen niet bij te benen waren,
riep hij denkt ge dat ik Nol heet?. De klanten zijn hem inderdaad Nol gaan noemen. Overgrootvader Willems aan de deur van het Hooghuis, de foto is ongeveer een eeuw oud