EERSTE LES - EERSTE LESDEEL



Vergelijkbare documenten
VR DOC.1184/2BIS

20 juli OMZENDBRIEF BETREFFENDE DE HERVORMING VAN DE RIJOPLEIDING CATEGORIE B

Welkom 23/10/2014. Open WiFi netwerk: t Godshuis

Je rijbewijs. halen Verschillende wegen naar een rijbewijs voor auto en brommer

Je rijbewijs. halen Verschillende wegen naar een rijbewijs voor auto en brommer

5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG

Verkeerswetgeving fietsers

6.5. EVENWIJDIG TEN OPZICHTE VAN DE WEG RECHTS PARKEREN TUSSEN TWEE VOERTUIGEN

VOERTUIGEN GROEP 1 = CATEGORIEËN AM, A2, A1, A, B EN BE

rijbewijs Rijbewijs B

Wijzigingen vanaf

Vragen omtrent de nieuwe reglementering

OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN. Groep 1

Rijbewijs B Theorie-examen Praktijkopleiding

Je rijbewijs. halen Verschillende wegen naar een rijbewijs voor auto en brommer

RIJBEWIJS VOOR LANDBOUWVOERTUIGEN

7 Manoeuvres en bewegingen

1 JE RIJBEWIJS HALEN...11

PRAKTIJKBOEK. GRATIS RIJBEWIJS ONLINE 2013 (versie 7 december pagina s)

HOOFDSTUK 16 PRAKTISCH EXAMEN

Op weg met Rijbewijzer

1 Theorie examen categorie B

Kaartspel verkeerstekens voor fietsers en voetgangers

Maak je kinderen wegwijs in het verkeer


Actieplan: Voorrang 2 Oversteekplaats voor voetgangers / fietsers

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom

VERKEERSBORDEN.

W E G W I J S IN HE T B E H A L E N V A N J E R I J B E W I J S ... RIJBEWIJS. door de vervroegde rijopleiding te volgen op de FAB rijschool

HET bromfiets- en motorrijbewijs * (rijbewijs A)

HOOFDSTUK 09 CATEGORIE G: TREKKERS

Rijbewijs (categorieën) en rijgeschiktheid

De Grote Verkeerstoets /08/ Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken.

Programma cursussen verkeersreglementering voor het jaar 2019.

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan

CATEGORIE G: TREKKERS

RIJVAARDIGHEID CATEGORIE B

NIEUWE RIJBEWIJSREGLEMENTERING CAT. B VANAF 03/02/2014

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1

STILSTAAN EN PARKEREN

HOOFDSTUK 05 VRACHTWAGENS, AUTOBUSSEN, AUTOCARS GROEP 2 = CATEGORIEËN C1, C, C1E, CE, D1, D, D1E EN DE

9. Verschillende soorten wegen

2017 PRAKTIJKBOEK B Gratis Rijbewijs Online

INHOUD. Verkeersvademecum 2014 vii

Verklarende nota. Technisch Reglement (KB 15/03/1968)

Lokale Politie LAN. Foutparkeren. Je doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor!

VERO voor voetgangers basisschool Pulle

Bromfiets SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOET'en. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie. Leerlingen van de tweede en de derde graad

HOOFDSTUK 11 THEORETISCH EXAMEN

Artikel 4 In voetgangerszones is het parkeren verboden. Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve

CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B

HOOFDSTUK 06 Code 78 Automatische versnellingsbak

a. op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter "P" aangebracht is;

Kruispunten met de borden

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen.

RIJSCHOOL TOPPER A M. Motoropleidingen. Bromfiets A3 Motor A (theorie + praktijk) Gratis oefenen. Perfect uitgerust oefenterrein

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK

34% van alle doden en ernstig gewonden binnen bebouwde kom. BASISREGELS. ZWAKKE WEGGEBRUIKERS Voetgangers 5/03/2015 5/03/2015

Manoeuvres en bewegingen, struikelblok bij theoretisch proefexamen op

AUTORIJSCHOOL JOHN VAN DEN KIEBOOM VLAMINGVAART GR STEENBERGEN

Politiereglement betreffende stilstaan en parkeren. Gemeente De Panne

Wijzigingen verkeersreglement op 31 mei en 1 juli 2019

Fietsen en reglementering Info avond wegcode fietsersbond PZ HEKLA Dienst verkeer Hoofdinspecteur Steven Van Leeuwe

12 STILSTAAN EN PARKEREN

HOE BEHAAL IK EEN RIJBEWIJS?

GROTE VERKEERSTOETS 2017

GEEL. Examenregio. Geel Oevel Olen Herentals. Overzicht kruispunten en aandachtspunten. St. Corneliusstraat Larum. Uitgang examencentrum 6/03/2012

Moet je voorrang verlenen aan de fietser? Toelichting De fietser is een bestuurder en komt hier van rechts op een gelijkwaardig kruispunt.

VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

INHOUD. Verkeersvademecum 2013 v

5. PLAATS OP DE OPENBARE WEG RIJBEWIJS OP SCHOOL

Gordeldracht. 1. Context. 2. Wettelijk kader. Veiligheidsgordel

Wegkapitein bij fietsers in groep

Het wegrijden Hoe doe je dat?

Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek

5. De plaats van de fietser op de openbare weg 1 M. Is er een fietspad, dan moeten fietsers daar op rijden, tenminste indien het berijdbaar is.

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23)

college van burgemeester en schepenen

RIJVAARDIGHEID CATEGORIE A

Bijzondere bestuurlijke verordening VERKEER

Een kruispunt. is geen jungle

al. voertuigen: fietsen, bromfietsen, GEHANDICAPTENVOERTUIGen, motorvoertuigen, trams en wagens;

Overzicht Verkeersinbreuken 2018: 1e semester. Arrondissement Leuven

Examen doen voor de brommobiel

Examen doen voor de brommobiel

Wet + Regelgeving. Vraag 4 Hoeveel uur nachtdienst mag u volgens de overleg regeling verrichten per 2 weken? A..20 uur B. 22 uur C.

HOOFDSTUK 14 HET VOORLOPIG RIJBEWIJS MODEL 3

Pas op borden. - Driehoekige borden met punt. naar boven met een rode rand. naar boven met een rode rand.

Oefenboek. rijbewijs B

FIETSEXAMEN WIJK STENE

Circulaire RIJBEWIJS

Theorieboek. rijbewijs A

Koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B Rijbewijs B

HOOFDSTUK 14 HET VOORLOPIG RIJBEWIJS MODEL 3

OVERTREDINGEN Van de 3de en 4de graad

Circulaire RIJBEWIJS

FOUTPARKEREN. U doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor! PZ HerKo. Lokale Politie Herent- Kortenberg

OEFENFICHE KRUISPUNT MET VERKEERSLICHTEN OVERSTEKEN FIETS EXAMEN HET GROTE 1. INTRO 2. VOORAF 3. VERKENNEN. Onderstaande vragen kunnen daarbij helpen:

27 INDELING VAN DE OVERTREDINGEN

Transcriptie:

EERSTE LES - EERSTE LESDEEL 1. Doelstellingen 2. Methodische wenken om die doelstellingen te bereiken 3. Suggesties 3.1. In verband met het verkeersreglement. De houding ten overstaan van een prioritair voertuig met blauwe zwaailichten in werking, al of niet met sirene. 3.2. In verband met de verkeersborden. Eerste groep: A21 - F49 (B1 - B15 - B17) A14 - F87 A25 - F50 Tweede groep: C1 - C3 D1 - F19 Derde groep: A41 - A43 A45 - A47 Vierde groep: D7 - C11 - C9 Vijfde groep: a) F17 b) B3 - B7 c) C35 4. Besluit 1a - 1

EERSTE LES - EERSTE LESDEEL 1. DOELSTELLINGEN De leerlingen, maar eveneens (en vooral) de begeleiders moeten ervan overtuigd zijn: Dat wij het verkeersreglement zeer goed kennen. Dat wij de wijzigingen in het verkeersreglement van zeer nabij volgen. Dat wij de begeleiders, ook zij die zeer veel op de baan zijn, heel wat kunnen meegeven in verband met het verkeersreglement. Dat wij de leerstof zó aanbieden, dat de leerling een zeer grote kans heeft op slagen, zowel in het theoretische als in het praktische examen. Dat wij de cursus doorweven met de essentiële principes van het defensief autorijden. 2. METHODISCHE WENKEN OM DIE DOELSTELLINGEN TE BEREIKEN Een verkeersreglement demonstreren. Bijvoorbeeld: Hoe moet ik me als weggebruiker (dus ook als voetganger!) gedragen wanneer een prioritair voertuig nadert? Verkeersborden tonen, en vragen naar de betekenis van die borden. Krantenknipsels die een verkeersreglement onvolledig of fout behandelen, voorlezen of tonen. 3. SUGGESTIES 3.1. In verband met het verkeersreglement Hoe moet een weggebruiker zich gedragen ten overstaan van een prioritair voertuig met de blauwe zwaailichten in werking (de sirene loeit niet!) We stellen de volgende situatie voor: Ik zie in mijn achteruitkijkspiegel een ziekenwagen naderen met de blauwe zwaailichten in werking. Wat moet ik in dat geval als weggebruiker doen? We laten de begeleiders en de leerlingen antwoorden. Waarschijnlijk blijft het correcte antwoord achterwege! Het correcte antwoord: De bestuurder van een prioritair voertuig (ziekenwagen, brandweer, politie- of rijkswachtvoertuig, ) die de blauwe zwaailichten in werking stelt, wil daarmee te kennen geven dat hij een dringende of eender welke andere opdracht uitvoert. De weggebruiker hoeft dus niet te vertragen, uit te wijken of te stoppen. Evenwel, wanneer de bestuurder van dat prioritair voertuig ook nog de sirene in werking stelt, moet elke weggebruiker (ook de voetganger!) de doorgang vrijmaken, en stoppen indien dat nodig is! 1a - 2

Art. 37.2. De blauwe knipperlichten moeten gebruikt worden wanneer het prioritaire voertuig een dringende opdracht uitvoert. Ze mogen gebruikt worden bij de uitvoering van elke andere opdracht. Art. 38. Gedrag tegenover prioritaire voertuigen die het speciaal geluidstoestel gebruiken. Zodra het speciaal geluidstoestel het naderen van een prioritair voertuig aankondigt, moet elke weggebruiker onmiddellijk de doorgang vrijmaken en voorrang verlenen: zo nodig moet hij stoppen. 3.2. In verband met de verkeersborden. 3.2.1. We tonen de borden A21 en F49 De probleemstelling: We vragen naar het onderscheid (of het verschil) tussen de twee borden A21 F49 We laten vooral begeleiders het antwoord formuleren. Omdat er waarschijnlijk geen gepaste formulering gegeven wordt, geven wijzelf de oplossing. De oplossing Een driehoekig verkeersbord, dat niet behoort tot de borden die de voorrang op een kruispunt regelen, duidt aan dat de gevaarlijke plaats die door het symbool voorgesteld wordt (in dit geval een oversteekplaats voor voetgangers), zich ongeveer 150 m verder bevindt. Het gelijkende blauwe bord staat in de onmiddellijke nabijheid van die gevaarlijke plaats (in dit geval een oversteekplaats voor voetgangers). Voor alle duidelijkheid, tevens als tegenstelling, laten we de driehoekige verkeersborden zien die de voorrang op een kruispunt regelen (B1-B15-B17). Deze drie verkeersborden worden niet geplaatst op ongeveer 150 m, maar in de onmiddellijke omgeving van het kruispunt! B1 B15 B17 1a - 3

We tonen de andere verkeersborden die analoog zijn met het onderscheid tussen de eerste twee getoonde borden. We vragen naar het onderscheid (of het verschil) tussen A14 en F87, A14 F87 en naar het onderscheid tussen A25 en F50. A25 F50 3.2.2. Er zijn nog andere borden die we met elkaar kunnen laten vergelijken. We vragen naar het onderscheid tussen C1 en C3. C1: verboden richting voor iedere bestuurder C3: verboden toegang in beide richtingen voor iedere bestuurder. C1 C3 Waarschijnlijk zal een leerling of een begeleider een min of meer correct antwoord kunnen formuleren! Wij hebben hier evenwel een unieke kans om aan te leren dat beide borden eenzelfde verbod opleggen. Onderstaande vraagjes zullen zeker helpen om de inhoud van de beide borden aan te brengen. Nota: Omdat op het theoretische examen de vragen veelal in de "ik-vorm" opgesteld zijn doen we er goed aan de leerlingen vertrouwd te maken met die vorm van vraagstelling en meerkeuze-antwoorden. Mag ik per fiets voorbij een van deze borden rijden? Neen. Mag ik met de fiets aan de hand voorbij een van deze borden gaan? Ja, want een afgestapte fietser is een voetganger. Mag ik per bromfiets voorbij een van deze borden rijden? Neen. Mag ik met de bromfiets aan de hand voorbij een van deze borden gaan? Ja, want een afgestampte bromfietser is een voetganger. Mag ik met de motorfiets voorbij een van deze borden rijden? Neen. Mag ik met de motorfiets aan de hand voorbij een van deze borden gaan? Neen, want wie een motorfiets voortduwt, blijft een bestuurder. Mag ik per auto voorbij een van deze borden rijden? Neen Mag ik mijn auto voorbij een van deze borden duwen? Neen, want wie een auto voortduwt, en het stuur bedient, blijft een bestuurder. 1a - 4

We kunnen aanvullend eveneens het onderscheid tussen D1 en F19 aanbrengen. Om goed te laten zien dat die twee borden een totaal verschillende betekenis hebben, tonen we D1 met de pijl naar boven gericht! D1 F19 Opdat leerlingen en begeleiders de betekenis van de borden C1, C3 en F19 goed zouden begrijpen, laten we duidelijk zien welke borden in relatie staan met elkaar. C1 F19 C3 C3 Als aan het begin van een openbare weg het bord C1 staat, bevindt zich vóór het volgende kruispunt het bord F19 met het front naar het kruispunt gericht. Als aan het begin van een openbare weg het bord C3 staat, bevind zich aan de andere kant eveneens het bord C3. 3.3. De verkeersborden die bij een overweg geplaatst worden. Nota: We spreken niet meer over een bewaakte of onbewaakte overweg, maar wel over een overweg met of zonder slagbomen. A41 A43 Evenzo is er heel wat misopvatting bij het bord A47. Dit dubbele Andrieskruis duidt niet op een dubbele overweg, noch op een overweg met dubbel spoor, noch op een overweg met twee sporen, maar wel op een overweg met twee of meer sporen (of op een overweg met meer dan één spoor). A45 A47 1a - 5

3.4. We tonen de borden D7, C11 en C9 Deze borden kunnen de vergelijking met elkaar goed aan! Immers D7 duidt een fietspad aan, verplicht voor fietsers en tweewielige bromfietsers A Art. 2.17.1. Bromfiets: 1 een "bromfiets klasse A", dit wil zeggen elk twe e- of driewielig voertuig uitgerust met een motor met inwendige verbranding waarvan de cilinderinhoud ten hoogste 50 cm³ bedraagt of met een elektrische motor en dat naar bouw en motorvermogen, op een horizontale weg, niet sneller kan rijden dan 25 km per uur. D7 C11 C9 C11 verbiedt de doorgang voor fietsers, maar niet voor bromfietsers, terwijl C9 de doorgang voor bromfietsers verbiedt, en niet voor fietsers. 3.5.a. Verkeersbord F17 Omdat er in de loop van de cursus zelf weinig aanknopingspunten zijn om het bord F17 aan te brengen, is het misschien nu het moment om het wel te doen. F17 Het bord betekent dat er één rijstrook voorbehouden wordt voor autobussen. Nochtans dienen de leerlingen te weten dat de rechterrijstrook enkel mag gebruikt worden door: 1. De bestuurders van lijn- en schoolbussen 2. De bestuurders van prioritaire voertuigen 3. De taxibestuurders 4. De bestuurders van de andere voertuigen, indien zij op het volgende kruispunt rechts afslaan. Art. 72.5. Op een rijbaan met het verkeersbord F17, is de rijstrook die afgebakend is met brede onderbroken strepen en waarin het woord "BUS" is aangebracht, voorbehouden aan voertuigen van geregelde openbare diensten voor gemeenschappelijk vervoer en aan voertuigen bestemd voor het ophalen van leerlingen. Het woord "BUS" en het verkeersbord F17 worden herhaald na ieder kruispunt. De prioritaire voertuigen mogen in deze rijstrook rijden wanneer hun dringende opdracht het rechtvaardigt. Taxi's mogen eveneens deze strook volgen. De voertuigen bestemd voor het woonwerkverkeer die gesignaleerd zijn door het bord hierna afgebeeld en behorend tot de categorieën M2 en M3, bedoeld in het technisch reglement van de auto's, mogen deze rijstrook volgen wanneer het verkeersbord F17 aangevuld is met een gelijksoortig symbool. In dat geval mag het symbool eveneens op de rijstrook aangebracht worden. 1a - 6

Dit bord op het voertuig heeft een zijde van ten minste 0,40 m; de achtergrond ervan moet van retroreflecterende producten voorzien zijn.dit bord moet goed zichtbaar op het linkergedeelte vooraan en achteraan op het voertuig aangebracht zijn; het moet verwijderd of afgedekt worden wanneer het voertuig niet gebruikt wordt voor woon-werkverkeer. Wanneer de fietsers deze rijstrook mogen volgen, wordt het verkeersbord F17 aangevuld met het symbool van een fiets. In dit geval mag het symbool van de fiets aangebracht worden op de rijstrook. De andere voertuigen mogen hierin slechts rijden om van richting te veranderen. 3.5.b. Het is ook belangrijk het onderscheid aan te tonen tussen de borden B3 en B7 B3: Verkeersbord dat het verkeersbord B1 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand. B7: Verkeersbord dat het verkeersbord B5 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand. B3 B1 B7 B5 Analoog bespreken wij het bord B13. B13: Verkeersbord dat het verkeersbord B11 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand. B13 B11 3.5.c. Om het lesonderdeel met de verkeersborden af te sluiten, tonen wij het bord C35 dat het links inhalen verbiedt. C35 De tijd laat het ons niet toe om dat verkeersbord nog deze les te behandelen. Het is goed dat leerlingen en begeleiders weten dat zeer weinig bestuurders de betekenis van dit bord kennen. Het is een pedagogisch principe "de nieuwsgierigheid op te wekken" en daarom mogen we gerust zeggen dat dit bord zo moeilijk is dat de uitleg ervan uitgesteld wordt tot de volgende les. 1a - 7

4. BESLUIT Leerlingen en begeleiders hebben ondervonden dat ze nog heel veel kunnen leren over het verkeersreglement, en dat het goed is dat de begeleiders de cursus meevolgen. Immers, uit de antwoorden die de begeleiders fout hadden, of niet konden geven, blijkt dat "een KWBcursus volgen" belangrijk is om goed voorbereid te zijn op zowel het theoretische als het praktische examen, en dat zulke cursus ook een waardevol middel is om zich veilig in het verkeer te begeven. 1a - 8

EERSTE LES - TWEEDE LESDEEL 1. Doelstellingen 2. Didactisch materiaal om die doelstellingen te bereiken 3. Het lesverloop 3.1. De indeling van de lessenreeks KWB 3.2. Hoe een rijbewijs B behalen? 3.3. Het rijbewijs B 3.4. Het theoretische examen 3.5. De begeleider 3.6. Het voertuig 3.7. De kandidaat 3.8. Het praktische examen 4. Besluit 1b - 9

EERSTE LES - TWEEDE LESDEEL 1. DOELSTELLINGEN We geven duidelijke informatie over: De indeling van de lessenreeks KWB Het begin- en einduur van de les Pauze: 15 min. Het adres en het telefoonnummer van de lesgever. Het is belangrijk dat leerlingen en begeleiders ook privé een oplossing kunnen vinden bij de lesgever. Hoe je een rijbewijs B kan behalen. De soorten voertuigen waarmee men mag rijden met rijbewijs B De begrippen "max 8 + 1" en "MTM" De voorwaarden voor het afleggen van het theoretische examen Een duidelijke informatie over het examen "speciale zitting" Het verloop van het theoretische examen De gevolgen van het niet-slagen in het theoretische examen De noodzakelijke elementen voor het voorlopige rijbewijs De begeleider(s) De voorwaarden waaraan de begeleider(st)er(s) moet(en) voldoen Het voertuig Al of niet automatisch De eisen waaraan het voertuig moet voldoen De leerling: minimum leeftijd Het onderscheid tussen de geldige duur van Het theoretische examen Het praktische examen De voorwaarden voor het praktische examen en de gevolgen van het niet-slagen in het praktische examen 2. Didactisch materiaal om die doelstellingen te bereiken Een overhead en de slides 1 tot 8. Het werkboek. 1b - 10

3. HET LESVERLOOP 3.1. De indeling van de lessenreeks KWB (slide 1) DE VRIJE OPLEIDING Info De indeling van de verkeersovertredingen Het verkeersreglement Het defensief autorijden - Automechaniek en EHBO - Proefexamen Manoeuvres - Dia s openbare weg Praktische oefeningen manoeuvres 1 We geven leerlingen en begeleiders voldoende informatie over het aanvangsuur, de duur van de les, de pauze We lichten ze in over de voordelen van een KWB-cursus. De cursus loopt over 6 avonden (eventueel 6 voor- of namiddagen). Een summiere informatie over de inhoud van elke lesavond: Eerste les (dus vandaag) Informatie over het rijbewijs B Informatie over het voorlopige rijbewijs B. 2de, 3de, 4de en 5de les: Het verkeersreglement De verschillende overtredingen Het defensief autorijden Automechaniek en EHBO De 5de les wordt aangevuld met een proefexamen als voorbereiding op het theoretische examen. 6de les: De methode om de manoeuvres aan te leren De dia's in verband met kruispunten van het examencircuit 1b - 11

De praktische lessen voor de manoeuvres Indien er "praktische lessen voor manoeuvres" door KWB-lesgevers gegeven worden (dus op het terrein), maken we leerlingen en begeleiders wegwijs in de datumreeks die op de kaart afgedrukt is. Het is belangrijk dat we erop wijzen dat de leerlingen (samen met de begeleiders) deze praktische lessen meerdere keren kunnen volgen: Zowel als ze aan de opleiding beginnen, ten einde de juiste methode van in het begin goed te kennen. Zowel bij half-time: om eventuele fouten en misopvattingen tijdig te kunnen corrigeren. Zowel enkele dagen vóór het examen: om zo de zekerheid te hebben dat alles goed gaat, of om, indien nodig, nog enkele schoonheidsfoutjes weg te werken. 3.2. Hoe je rijbewijs behalen? Vanaf 01/09/2006 kan je het rijbewijs B nog op één enkel manier kan behalen, met een voorlopig rijbewijs. Het nieuwe systeem is eigenlijk een uitgebreide versie van de vrije opleiding. Je bereidt je voor op het theoretisch examen. Je wacht tot je 17 jaar bent. Je legt het theoretisch examen af. Ben je niet geslaagd dan mag een onbeperkt aantal keren herkansen; Als je geslaagd bent mag je het voorlopige rijbewijs afhalen op het gemeentehuis. Dit voorlopig rijbewijs is 36 maanden geldig. Als je minstens 18 jaar oud ben t en minimaal 3 maanden je voorlopig rijbewijs hebt mag je het praktische examen afleggen. Als je hiervoor slaagt mag je een rijbewijs afhalen op het gemeentehuis. 3.3. Het rijbewijs B (slide 2) Voertuig Auto (maximum 8 +1) M.T.M. : 3,5 T. HET RIJBEWIJS B 1 2 3 M.T.M.= 1,2 T 0,0 T 3,4 T Geen rijbewijs M.T.M.= 1,2 T 2,2T 3,4 T M.T.M.= Militair rijbewijs Landbouwtractor (theoretisch examen indien geboren na 01/09/1986) Personen met een handicap : stapvoets... 1,2 T 3 T 3,4 T 2 Het voertuig Om zich voor te bereiden op het rijbewijs B, om het examen af te leggen, maar eveneens na het behalen van het rijbewijs B, mag men rijden met een personenwagen en met een lichte vrachtwagen. 1b - 12

Een personenwagen wordt omschreven als een voertuig voor vervoer van personen met maximum 8 + 1. 8 staat voor 8 uitgeruste zitplaatsen voor passagiers 1 staat voor 1 uitgeruste zitplaats voor de bestuurder Een lichte vrachtwagen wordt omschreven als een voertuig voor het vervoer van goederen met een MTM van 3,5 T. MTM staat voor "maximaal toegelaten massa". Het voorbeeld op een slide en in het cursusboekje zal alles wel duidelijk maken. Voorbeeld: De lichte vrachtwagen weegt leeg 1,2 T en mag 2,2 T goederen vervoeren. We geven een illustratieve uitleg: De eerste wagen weegt leeg 1,2 T Men mag met die wagen 2,2 T goederen vervoeren, maar de wagen is niet geladen. De MTM van die wagen is 3,4 T. Het is dus een voertuig categorie B. De tweede wagen weegt leeg 1,2T. Men mag met die wagen 2,2 T goederen vervoeren, en die wagen is geladen met 2,2 T goederen. De MTM van die wagen is "3,4 T. Het is dus een voertuig categorie B. De derde wagen weegt leeg 1,2 T Men mag met die wagen 2,2 T goederen vervoeren, maar de wagen is zwaarder geladen. De MTM van die wagen is - ondanks zijn overgewicht - 3,4 T. Het is dus een voertuig categorie B. Met de eerste en de tweede wagen mag gereden worden met een rijbewijs B. Met de derde wagen mag niet gereden worden - met geen enkel rijbewijs - omdat die wagen te zwaar geladen is. Er zijn nog veel meer soorten voertuigen waarmee men mag rijden met een rijbewijs B, maar dat hoeven de leerlingen in functie van het theoretische examen niet te weten. Daarom is in het cursusboek en op de slide " " aangebracht. Geen rijbewijs Voor sommige groepen bestuurders is het niet nodig een rijbewijs te behalen: Zij die reeds een militair rijbewijs hebben. De bestuurders van landbouwtractoren. De gehandicapten die met hun voertuig maar stapvoets (= 8 km/u) kunnen rijden. 3.4. Het theoretische examen (slide 3) De leerlingen kunnen de aangebrachte leerstof volgen in hun cursusboekje. Zij kunnen eventueel aantekeningen maken. 1b - 13

Als de slide geprojecteerd wordt, zal het voor de begeleiders een grote hulp zijn om onze uitleg te volgen en te onthouden. HET THEORETISCH EXAMEN Minstens 17 jaar oud Geen aanvraag noodzakelijk Identiteitskaart Geldigheidsduur : 3 jaar Aantal kansen : onbeperkt Speciale zitting na de 5 poging of indien de kandidaat Examenstof Het verkeersreglement De indeling van de overtredingen Gedrag bij een verkeersongeval Autotechniek Defensief autorijden Maximum 15 sec per vraag Geslaagd: 41/50 Ogentest 3 Om het theoretische examen af te leggen moet je minstens 17 jaar oud zijn. Je kan zonder afspraak naar om het even welk examencentrum gaan en je theoretische examen afleggen. Je zorgt dat je zeker je identiteitskaart bij hebt. Het theoretische examen is drie jaren geldig. Dat wil zeggen: als je op. (bijvoorbeeld 4 september 2005) in het theoretische examen geslaagd bent, moet je een rijbewijs behaald hebben vóór. (4 september 2008). Je kunt een onbeperkt aantal keren het theoretische examen afleggen. Je mag wel maar éénmaal per dag een examen afleggen. Het volgen van een cursus theorie in de rijschool is niet meer verplicht, ook niet als je 2 maal niet geslaagd bent. Je moet wel telkens het examengeld (15 euro) betalen. Indien je na de 5de keer nog niet geslaagd bent in het theoretische examen, mag je de volgende ke(e)r(en) je aanvraag doen voor een "traag examen". Men noemt dat examen ook "mondeling examen". Officieel heet het "examen speciale zitting". Dit soort examen gaat ongeveer om de 4 weken door in elk examencentrum. Een "traag" examen is daarom niet gemakkelijker dan een "gewoon" examen. Het verschil is wel dat er voor een "traag" examen minder kandidaten per keer opgeroepen worden (ongeveer de helft van een gewone bezetting). Ook krijg je meer tijd om de dia's te bekijken, eventueel mag je zelfs vragen of de examinator de tekst wil herlezen. De leerlingen kunnen, wat nu volgt, terugvinden in het "Werkboek voor doe-het-zelvers, p. 12. 1b - 14

EXAMEN SPECIALE ZITTING Een kandidaat waarvan het mentale of intellectuele vermogen of de graad van alfabetisme ontoereikend is, kan, op zijn verzoek, een theoretisch examen "speciale zitting" aanvragen bij het afspreken van de examendatum. De dag van het examen moet hij voorzien zijn van een attest van een PMS-centrum, van een OCMW, van een instituut voor buitengewoon onderwijs, van een Centrum voor Observatie of Begeleiding of een Centrum voor Beroepsoriëntering. Tijdens het examen "speciale zitting" geeft de examinator een aangepaste uitleg bij elke dia en, indien nodig, tikt hij het antwoordt in, overeenkomstig de aanwijzingen van de kandidaat. De kandidaat die minstens vijfmaal niet geslaagd is, kan op zijn verzoek eveneens een examen "speciale zitting" afleggen. De examenstof voor het theoretische examen bevat: Het verkeersreglement De indeling van de overtredingen Je gedrag bij een ongeval Defensief autorijden Autotechniek. Je wordt ondervraagd door middel van 50 schermen op de monitor. Het zijn foto's van verkeerssituaties of een tekstvraag. Onder elke foto staat een vraag met 2 of 3 mogelijke antwoorden. Je moet de passende toets indrukken. Hoe het theoretische examen verloopt, kan je lezen in het "Werkboek voor doe-het-zelvers" p. 13. VERLOOP VAN HET THEORETISCHE EXAMEN Het theoretische examen leg je af in een examencentrum naar keuze. Het examen verloopt volgens de "audiovisuele methode". Je ziet op een individueel computerscherm een verkeerssituatie, gefotografeerd van achter het stuur van een voertuig, of een tekstvraag. Je duidt met behulp van een toetsenbord het juiste antwoord aan. Het scherm toont dan de volgende vraag. De eerste vier situaties zijn proefvragen om je vertrouwd te maken met de ondervragingsmethode. Van de 50 vragen, de proefvragen niet meegerekend, moet je er minstens 41 correct beantwoorden. Het aantal vragen betreffende de zware overtredingen die je fout beantwoordt is niet langer van belang. Als je geslaagd bent, moet je een "leestest" afleggen. Als je niet voldoet aan deze test moet je een oogonderzoek ondergaan bij een vrij te kiezen oogarts, die dan oordeelt of je aan de vooropgestelde criteria voldoet en die een attest opmaakt voor het examencentrum. Voor je het theoretische examen begint, moet je een formulier "model B" (wit) invullen. Als je geslaagd bent, krijg je het mee om op de Dienst Rijbewijzen in je gemeente een voorlopig rijbewijs 36 maanden aan te vragen. 1b - 15

3.5. De begeleiding (slide 4) DE BEGELEIDER Minstens 8 jaar rijbewijs B (C,D) Niet vervallen zijn van het recht tot sturen en de laatste 3 jaar niet vervallen geweest zijn Mag geen vergoeding ontvangen voor het begeleiden van de kandidaat. 4 Wij projecteren de slide, de leerlingen kunnen de opsomming volgen in het cursusboekje. De inhoud van dit lesdeel staat duidelijk weergegeven in het Werkboek voor doe-hetzelvers" op p. 11. De begeleider M/V: - moet minstens 8 jaar houder zijn van rijbewijs B, BE, C, CE, D of DE (EU) - mag niet vervallen zijn van het recht tot sturen en mag de laatste 3 jaar geen verval van het recht tot sturen hebben opgelopen - mag geen vergoeding ontvangen voor het begeleiden van de kandidaat, uitgezonderd de rijschoolinstructeur. Omdat er volgens het rijbewijsreglement meerder begeleiders toegelaten zijn, is het maar heel normaal dat de tweede begeleider eveneens de KWB-cursus mag volgen. Hij of zij mag gratis deelnemen. 1b - 16

3.6. Het voertuig (slide 5) HET VOERTUIG Elk voertuig van categorie B Examenvoertuig moet minstens 3 zitplaatsen hebben en voor- en achteraan veiligheidsgordels Een tweede achteruitkijkspiegel L Geen commercieel vervoer Geen aanhangwagen De begeleider + één passagier (Dus MAXIMUM 3 personen) De begeleider moet vooraan in het voertuig Handrem in het bereik van de begeleider 5 Wij volgen dezelfde methode als bij de uitleg van "de begeleider". Wij sommen de voorwaarden voor het voertuig op (zie Werkboek voor de doe-het-zelvers, p. 11). Wij benadrukken de volgende uitdrukkingen: Vrije keuze van het voertuig B: Je hoeft niet steeds met hetzelfde voertuig te rijden. Je mag dus van voertuig wisselen. Tweede achteruitkijkspiegel: Het is belangrijk de begeleiders erop te wijzen dat het niet goed is de spiegel telkens na een oefenrit er weer af te halen. Het is veel beter de spiegel te laten hangen. We leggen uit waar de spiegel mag aangebracht worden, en waar dat zeker niet mag. Je legt uit dat bij een normaal voertuig met een achterruit een tweede binnenspiegel moet worden aangebracht. Als je rijdt met een voertuig met een gesloten koetswerk moet een bijkomende rechter buitenspiegel worden aangebracht. De begeleider moet in de "tweede achteruitkijkspiegel" een zo groot mogelijk zicht hebben op het achterliggende verkeer. Indien je een tweede binnenspiegel hebt moet de rechterbuitenspiegel zo afgesteld zijn dat de leerling, en niet de begeleider het verkeer rechts kan waarnemen! De zonneklep aan de kant van de begeleider mag dan niet zo geplaatst worden dat de begeleider het achterliggende verkeer niet meer kan zien. De "L": We tonen een reglementaire "L" en leggen goed uit waar de "L" wel/niet mag hangen. We benadrukken: de "L" mag WEL blijven hangen als de leerling NIET rijdt. Commercieel vervoer: Als de leerling rijdt, mogen er geen goederen of personen in commercieel verband vervoerd worden. Geen aanhangwagen Wij maken het de leerlingen en de begeleiders duidelijk dat het verboden is dat de leerling een voertuig bestuurt waaraan een aanhangwagen (of caravan) gekoppeld is. 1b - 17

Aantal personen aan boord: Als de leerling rijdt: MAXIMUM 3 personen. Bijvoorbeeld: De leerling en begeleiding A vooraan, begeleider B op de achterbank De leerling en begeleider B vooraan, begeleider A op de achterbank De leerling en begeleider A of B vooraan, op de achterbank eender wie (met of zonder rijbewijs). Nota: 1. De begeleider die vooraan plaatsgenomen heeft om de leerling te begeleiden moet zijn rijbewijs bijhebben. 2. De kandidaat die houder is van het voorlopige rijbewijs 18 maanden mag slechts vergezeld zijn van 1 persoon, deze moet minstens 24 jaar oud zijn en houder van een geldig rijbewijs B. Hij (zij) mag geen andere passageirs vervoeren. 3.7. De kandidaat (slide 6+7) De kandidaat * - 18 jaar oud zijn - binnen 3 jaar na datum van slagen theoretische examen - binnen 3 jaar na datum voorlopig rijbewijs - eerste examen pas 3 maanden na afhaling voorlopig rijbewijs * na 2 x niet geslaagd voor het praktische examen minimum 6 u rijschool MAAR - het voorlopig rijbewijs BLIJFT GELDIG - het examen opnieuw afleggen met eigen wagen * verklaring: - geen ziekte * Het is de kandidaat VERBODEN TE RIJDEN van 22 u tot 6 u - op vrijdag, zaterdag en zondag - op de dag vóór een wettelijke feestdag - op een wettelijke feestdag Met de twee onderstaande bordschema's brengen we heel wat meer duidelijkheid: Belangrijke opmerking: We benadrukken zeer duidelijk dat de leerling verplicht is telkens 6 uren scholing te volgen in de rijschool nadat hij tweemaal na elkaar niet geslaagd is voor het praktische examen. Dit wordt telkens genoteerd op je voorlopig rijbewijs. OP DE SLIDE IN HET DOE HET ZELF BOEK STAAT VERMELD DAT HET ENKEL DE KANDIDAAT VAN MINDER DAN 24 JAAR VERBODEN IS OM TE RIJDEN IN DE WEEKENDNACHTEN. DIT IS ECHTER VANAF 01/09/2006 VERBODEN VOOR ALLE KANDIDATEN, OOK DIE OUDER ZIJN DAN 24 JAAR!!!!!!!! 1b - 18

3.8. Het praktische examen (slide 8) HET PRAKTISCH EXAMEN De bediening van het voertuig De voorafgaande controles De proef op de openbare weg Rij- en remtechniek De manoeuvres Keren in een straat Rechts parkeren achter een voertuig De bediening van het voertuig (PEDALEN!) Het verkeersreglement Het defensief autorijden 8 OP DE SLIDE IN HET WERKBOEK STAAT HET MANOEUVRE HET VOERTUIG IN RECHTE LIJN ACHTERUIT RIJDEN NOG VERMELD. DIT IS EVENWEL AFGESCHAFT. Wat nu volgt kunnen de leerlingen en begeleiders volgen in het werkboek blz. 12 en volgende VERLOOP VAN HET PRAKTISCHE EXAMEN Het praktische examen leg je af in het examencentrum dat bevoegd is voor de gemeente waar je gewone verblijfplaats is, of waar de zetel van je rijschool gevestigd is. (Zie achteraan in dit boek). Om deel te nemen aan het praktische examen reserveer je een afspraak bij het examencentrum door je daar aan te bieden met je voorlopig rijbewijs. Als je ten minste zes weken voor het verstrijken van de geldigheid van je voorlopig rijbewijs bent ingeschreven voor het afleggen van het praktische examen, dan wordt je minstens éénmaal uitgenodigd voor het praktische examen tijdens de geldigheidstermijn van het document. Als je niet binnen de zes weken kan opgeroepen worden dan kan je aan het examencentrum vragen om naar een ander examencentrum van je keuze verwezen te worden. Op de dag van het examen moet je tijdig ter plaatse zijn en volgende documenten voorleggen: - je identiteitskaart en voorlopig rijbewijs - het bewijs van betaling van het examengeld - de identiteitskaart en het rijbewijs van je begeleider - het inschrijvingsbewijs van de auto - het geldige verzekeringsbewijs - eventueel het laatste schouwingdocument. Het voertuig moet volledig in orde zijn en uitgerust zijn met veiligheidsgordels op alle zitplaatsen, met doeltreffende achteruitkijkspiegels en met een "L". Vóór je het examen aanvat, trek je een kaartje waarop: - de afmetingen van je parkeerplaats (van -0,20 tot +0,50) (tot 1/12/2006) - de voorafgaandelijke controle die je moet uitvoeren (oliepeil, banden,.) 1b - 19

- de doorgangspunten van de examenroute op de openbare weg. Het examen bestaat tot 1/12/2006 uit 2 delen, een Proef op het terrein buiten het verkeer en een Proef op de openbare weg.vanaf 1 december 2006 zullen de manoeuvres vervat zijn in de proef op de openbare weg. a. Proef op het terrein buiten het verkeer - Manoeuvres 1. Voorafgaande controles Een aantal voorafgaande controles zullen worden uitgevoerd. Deze betreffen: - het verstellen van de zitplaats van de bestuurder voor een juiste zithouding - het afstellen van de achteruitkijkspiegels, veiligheidsgordel en hoofdsteun - nakijken of de portieren goed gesloten zijn - banden, remmen, stuurinrichting, vloeistoffen, lichten, verluchting, richtingsaanwijzers en geluidstoestel worden steekproefsgewijze gecontroleerd - de nodige voorzorgsmaatregelen nemen bij het verlaten van het voertuig, zoals op de openbare weg 2. Keren in een straat 3. Rechts parkeren tussen twee voertuigen (niet noodzakelijk in deze volgorde) De begeleider heeft geen toegang tot het terrein, hij mag je evenmin helpen door tekens te geven. Je mag geen examen afleggen als het voertuig of de documenten niet in orde zijn. Je moet dan een nieuwe afspraak maken. Het aantal examenkansen blijft behouden. Je mag het examen niet verder afleggen als de examinator oordeelt dat je onvoldoende vertrouwd bent met de bedieningsorganen van je voertuig. Je hoeft de veiligheidsgordel en de richtingsaanwijzers hier niet te gebruiken. De examinator beoordeelt elke proef met "goed", "voorbehoud", "onvoldoende" of "slecht". Niet geslaagd: - ofwel een manoeuvre "slecht" - ofwel twee manoeuvres "onvoldoende" - ofwel een manoeuvre "onvoldoende" en twee "voorbehoud" - ofwel drie manoeuvres "voorbehoud". Je mag in dit geval de andere delen van het examen niet afleggen, en bij een volgend examen moet je alles overdoen. b. Rijden op de openbare weg Het gebruik van veiligheidsgordel en richtingsaanwijzers is verplicht. Je begeleider zit vooraan, hij mag geen aanwijzingen geven of tekens doen. De examinator zit achteraan. Indien de veiligheid het vereist, heeft de begeleider tijdens de rit op de openbare weg de plicht in te grijpen. Dit doet hij om een ongeval te vermijden of om een zware overtreding te verhinderen die een gevaarlijke situatie tot gevolg zou hebben Let op, elke tussenkomst van de begeleider heeft als gevolg dat het examen gestopt wordt en dat de kandidaat niet geslaagd is. 1b - 20

De examinator beoordeelt ELK van de onderstaande rubrieken met "slecht", "onvoldoende", "voorbehoud" of "goed". - bediening van het voertuig - gebruik van de achteruitkijkspiegels - gebruik van de veiligheidsgordel - starten op de helling - de plaats van het voertuig op de openbare weg - bocht nemen - kruisen en inhalen - van richting veranderen - voorrang - wegmarkeringen, verkeerslichten, verkeerstekens, bevelen van bevoegde personen - snelheid en verkeersinzicht - je gedrag t.o.v. andere weggebruikers - voldoende afstand tussen de voertuigen - de verkeerssignalisatie i.v.m. bovenstaande rubrieken. Niet geslaagd: - ofwel een rubriek "slecht" - ofwel twee rubrieken "onvoldoende" - ofwel een rubriek "onvoldoende en twee "voorbehoud" - ofwel vier rubrieken "voorbehoud". De examinator beoordeelt elke zware verkeersovertreding met "slecht". Indien je niet slaagt in de proef op de openbare weg, moet je bij het volgend examen de proef op het terrein buiten het verkeer niet overdoen, (maar wél het vertrek op de helling), behalve als het slagen voor die proef meer dan 1 jaar geleden is, of als je de proef aflegt met een ander type (automatisch of handgeschakeld) voertuig. (tot 01/12/2006) Indien je wel geslaagd bent, kan je met het formulier van het examencentrum je rijbewijs gaan afhalen op de Dienst Rijbewijzen van je gemeente. Tijdens de rit op de openbare weg zal de examinator toezien hoe je je in het verkeer gedraagt, hoe je de wagen bestuurt, en of je de verkeersregels toepast. De begeleider is verplicht tijdens "de rit op de openbare weg" mee te rijden. Hij moet vooraan plaats nemen, dus naast de leerling. Hij staat in voor de veiligheid van de leerling, van de examinator en van zichzelf. Hij mag de leerling in geen enkel geval helpen, noch met woorden, noch met gebaren of tekens! 1b - 21

Een korte "verkenning" De belangrijkste elementen in verband met reglement op het voorlopig rijbewijs, het rijbewijs zelf, de eisen waaraan begeleider, leerling en voertuig moeten voldoen, alsook een oppervlakkig overzicht van het theoretische en het praktische examen hebben wij aan de leerlingen en hun begeleiders aangebracht. Gedurende enkele minuten doorbladeren we samen met leerlingen en begeleiders het "Werkboek voor doe-het-zelvers". Binnenzijde voorkant kaft (onderaan): Elk jaar wordt het boek aangepast, zodat je op de hoogte blijft van de meest recente reglementen in verband met het behalen van je rijbewijs. Blz. 2 tot blz. 9: Hier kan je alles terugvinden over de verschillende soorten rijbewijzen en categorieën voertuigen. Deze pagina's bevatten geen examenstof, maar wel informatie die je kan naslaan om exact te weten welke de kenmerken zijn van een bepaalde categorie, of waaraan je moet voldoen om aan een examen deel te nemen, hoelang de stageperiode duurt, of op hoeveel maanden je recht hebt om je praktische examen af te leggen. Blz. 17: Op deze bladzijde vindt je de indeling van de overtredingen. Blz. 19 tot blz. 39: Je kan hier terugvinden hoe je je best voorbereidt op het praktische examen. De omkaderde teksten, met een blanco rechthoek ernaast, zijn vooral bedoeld voor de begeleiders. We nemen ter illustratie blz. 24, 25 en als tegenstelling blz. 39. Blz. 40 tot blz. 45: De uitleg over de manoeuvres. Hoe die manoeuvres best uitgevoerd worden, wordt aangebracht tijdens de zesde les. Blz. 46 tot blz. 53: De uitleg over "het rijden op de openbare weg" met een massa tips voor het veilig en defensief autorijden. Blz.54 tot blz. 56: Een oefening op het invullen van een aanrijdingformulier Blz. 57 tot blz. 62: Hier vindt je een reeks van 50 bijkomende vragen, vooral bedoeld om de moeilijkere stof voor het theoretische examen in te oefenen. Blz. 63 en 64: Een test over de verkeersborden en een test inhalen. Blz. 65 tot blz.68: Hier is het examenblad voor het praktische examen afgedrukt. Meer daarover tijdens de laatste les. Omslag: Over het kader op de achteromslag geven we de toelichting tijdens de zesde les. 4. BESLUIT Leerlingen en begeleiders zijn ervan overtuigd dat de KWB-cursus "Actie Rijbewijs" een duidelijke en goed uitgewerkte methode is om te slagen in het theoretische en het praktische examen. De opsplitsing van de leerstof in zes lesavonden, het jaarlijks bijwerken van de inhoud van het "Werkboek voor doe-het-zelvers", het gebruik van slides en het oefenboekje, de vele tips zowel voor de leerlingen als voor de begeleiders, de methodische en de inhoudelijke kennis van de lesgever zijn er de garanties voor. 1b - 22