Convenant onderwijshuisvesting Voortgezet Onderwijs Almere



Vergelijkbare documenten
Beleidsveld-productbegroting: Onderwijs Nummer: Onderwerp: Convenant Onderwijshuisvesting gemeente Almere en schoolbesturen primair onderwijs

Leerlingenprognose voortgezet onderwijs 2015

Leerlingenprognose voortgezet onderwijs 2017

Bijlage 3 Beoordelingscriteria capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

Technische informatiesessie onderwijshuisvesting

Leerlingenprognose voortgezet onderwijs 2018

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte voortgezet onderwijs 2017

Prognose Het Revius te Doorn school voor Voortgezet Onderwijs

Bijlage III Criteria vaststellen capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING VOORZIENINGEN HUISVESTING ONDERWIJS

OPENBAAR Adviseur: S. de Jong (WSO, tst. 848) Portefeuillehouder: E. van Oortmerssen - Schutte ADVIESNOTA. Politieke Ronde d.d.

Leerlingenprognose basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs Versie voor de schoolbesturen

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte voortgezet onderwijs 2013

Actualisatie leerlingenprognose basisonderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Bijlage III Criteria vaststellen capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

Leerlingenprognose basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs

Bijlage III. Criteria voor oppervlakte en indeling

Bijlage III Criteria vaststellen capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

Bijlage III behorende bij de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Oegstgeest 2015

Bijlage III Criteria voor oppervlakte en indeling

Criteria vaststellen capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

De capaciteit van de gebouwen voor het basisonderwijs wordt volgens onderstaande methodiek vastgesteld.

Leerlingenprognose basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs

Leerlingenprognose speciaal onderwijs

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte speciaal basisonderwijs 2016

Leerlingenprognose speciaal basisonderwijs 2015

RAADSVOORSTEL. Nr.: Onderwerp: Tijdelijke huisvesting Brede School Plantage de Sniep. Diemen, 21 juli 2009

Raadsvergadering: 27 juni 2017 Besluit: Unaniem Aangenomen Stemverklaring: BB

Beoogd effect Actuele en toepasbare gemeentelijke regelgeving op het vlak van de voorzieningen voor onderwijshuisvesting.

Bijlage III Criteria voor oppervlakte en indeling

PROGNOSE VOORTGEZET ONDERWIJS ZOETERMEER

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

gelezen het voorstel van het college van... [datum en eventueel nummer], inzake... [invullen];

BIJLAGE I. Criteria voor beoordeling van aangevraagde voorzieningen. DEEL A Lesgebouwen

Advies Stichting. Islamitische Basisschool. Zaanstad 2017

Bijlage 1: Toelichting wijzigingen Verordening onderwijsvoorzieningen

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte speciaal onderwijs 2014

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het Programma en Overzicht voorzieningen huisvesting onderwijs Nummer: 3d.

Leerlingenprognose speciaal onderwijs 2017

Aanvraag Stichting nieuwe en splitsing, school of scholengemeenschap. (Bijlage 2) Algemene gegevens. Blad 1/6. Zie ook bijgevoegde toelichting.

Leerlingenprognoses in vogelvlucht. Analist Planning & Prognose

BIJLAGE V CRITERIA VOOR DE URGENTIE VAN DE AANGEVRAAGDE VOORZIENINGEN

Onderwerp: Programma en overzicht Huisvesting Voorzieningen Onderwijs 2010 (HVO 2010)

PROGNOSE VOORTGEZET ONDERWIJS ZOETERMEER

Memo toelichting prognose Cals college Kenmerk: 2013/07310

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

Verschillen Oude t.o.v. Nieuwe verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Borne Uit: Adviesrapport / Saxion.

Doetinchem, 4 juli 2018

Gemeente Boxmeer. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 18 augustus 2009

Bijlage III Criteria vaststellen capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

Algemeen Per voorziening onderwijshuisvesting zijn de criteria voor het vaststellen van de noodzaak van de aangevraagde voorziening beschreven.

Convenant Veiligheid op scholen van het Voortgezet en Middelbaar Beroepsonderwijs in Almere

Biilaael Deel A (2015) Criteria voor beoordeling van aangevraagde voorzieningen

Criteria voor de urgentie van de aangevraagde voorzieningen

DEEL A: de bepaling van de capaciteit 1 Schoolgebouwen voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs

PROGNOSE VOORTGEZET ONDERWIJS ZOETERMEER

Toelichting bijlagen:

Bijlage III Criteria vaststellen capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

Leerlingenprognose basisonderwijs

Datum Agendapunt Nummer. 9 november 2010 R11S009. Aanpassingen in de verordeningen voorzieningen huisvesting basisonderwijs en voortgezet onderwijs

Raadsvoorstel agendapunt

Bijlage III Criteria vaststellen capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

De capaciteit van de gebouwen voor het basisonderwijs wordt volgens onderstaande methodiek vastgesteld.

Onderwerp: Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs gemeente Heusden 2015

De concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling,

Bijlage III Criteria vaststellen capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Heerde. Tekst van de verordening. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Bijlage III Criteria voor oppervlakte en indeling

Bijlage III Criteria voor oppervlakte en indeling

Bijlage III Criteria vaststellen capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging beleidsregel regionale arrangementen in verband met het

Overzicht wijziging modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs

Bijlage 1. Beoordeling aanvraag Kindcentrum Meegroeischool

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Bijlage III Criteria vaststellen capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

:.nitiatiefvoorstel Wijziging van de verordening voorzieningen huisvesting

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Bijlage: 1 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: Z/14/ beleidsregel bewegingsonderwijs *Z0030E57BEC*

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte speciaal onderwijs 2017

Bijlage I Criteria voor beoordeling van aangevraagde voorzieningen

Criteria voor beoordeling van aangevraagde voorzieningen

gemeente Hilvarenbeek Huisvestingsprogramma & Huisvestingsoverzicht 2003

School voor basisonderwijs... 2 Capaciteit van de gebouwen... 2 Rangordebepaling... 3 Terrein... 3 Inventaris... 4 Gymnastiekruimten...

Onderzoek, Informatie en Statistiek. Leerlingenprognose SBO en SO. /' Onderzoek, Informatie en Statistiek

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Onderwijs, sport en cultuur Samenleving mw. M.J.T.G. van Beukering-Huijbregts M.J. van Zon

Plan van Scholen

CONCEPT. Huisvestingsprogramma en huisvestingsoverzicht Voorzieningen in de huisvesting voor primair-, speciaal- en voortgezet onderwijs

Bijlage III Criteria vaststellen capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

Huisvestingsprogramma s en -overzichten 2017 en Voorzieningen in de huisvesting voor primair-, speciaal- en voortgezet onderwijs

Aan. Onderwerp: Verzoek voor plaatsing op het plan van scholen van een basisschool voor Algemeen Bijzonder Onderwijs in de gemeente Hulst.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL. Aan de gemeenteraad,

Vergoedingsbedragen eerste inrichting, nieuwbouw en berekening capaciteit Aangepast door Len van Rijn, mei 2010

CONVENANT KLEURRIJKE BASISSCHOLEN. Convenant tussen schoolbesturen, stadsdelen en Centrale stad om segregatie in het primair onderwijs tegen te gaan

BIJLAGE NR l ^59 9 f

RAADSVOORSTEL. Nummer 2018/48

Transcriptie:

Convenant onderwijshuisvesting Voortgezet Onderwijs Almere Partijen: 1. de deelnemende schoolbesturen voortgezet onderwijs (VO), verder te noemen: "het bevoegd gezag"; 2. de wethouder Onderwijs van de gemeente Almere, handelend namens het college van burgemeester en wethouders, verder te noemen: "de gemeente". verklaren te zijn overeengekomen zich te houden aan de verplichtingen, voortvloeiende uit onderliggend convenant, inhoudende: Artikel 1. Regelingen 1.1 De gemeente: a. realiseert in de convenantperiode: - een op de Almeerse situatie toegesneden prognosemethodiek voor het VO, - een adequate intern-gemeentelijke afstemming tussen de diverse diensten in het onderwijshuisvestingsproces; b. levert jaarlijks in april een leerlingenprognose voor het VO, gebaseerd op de methodiek zoals bepaald in bijlage II van dit convenant; c. hanteert voor de onderwijshuisvesting in het VO de vaste voet, zoals bepaald in bijlage III van dit convenant; d. gaat voor de capaciteit van de per 1 januari 2005 bestaande permanente schoolgebouwen voor VO uit van de te huisvesten leerlingaantallen zoals weergegeven in bijlage V; e. gaat voor de capaciteit van de per 1 januari 2005 geplande nieuwbouw en beschikbare tijdelijke bouw uit van de te huisvesten leerlingaantallen, zoals weergegeven in bijlage VI; f. zorgt aan de hand van de leerlingprognose VO ervoor dat in Almere macro tijdig en voldoende huisvesting wordt gerealiseerd om alle VO leerlingen te huisvesten, waarbij voor de beschikbare capaciteit wordt uitgegaan van de te huisvesten leerlingaantallen zoals gespecificeerd in bijlagen V en VI. 1.2 Het bevoegd gezag: a. levert jaarlijks per 1 oktober aan de gemeente de 1 oktober tellingen per instelling voor het VO en alle buitenreguliere tellingen ten behoeve van scholen die zich bevinden in een groeisituatie; b. neemt bij herstel van constructiefouten aan de binnenzijde van een gebouw voor het VO het drempelbedrag per leerling voor eigen rekening zoals bepaald in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere. c. lost onevenwichtigheid in groei of verdeling van leerlingen zelf op binnen de bestaande schoolgebouwen of, in overleg met andere schoolbesturen, door medegebruik ('inhuizen'). d. streeft naar een evenwichtige verdeling van de LWOO leerlingen over de Almeerse scholen. Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 1

Artikel 2. Overlegstructuren Het bestuurlijk overleg over de uitvoering van de regelingen uit dit convenant vindt plaats in het Bestuurlijk Overleg Schoolbesturen Almere (BOSA). Artikel 3. Wijzigingen in de omstandigheden 3.1 Indien wettelijke regelingen of jurisprudentie daartoe aanleiding geven, moet onderliggend convenant met inachtneming van die nieuwe bepalingen worden gelezen; 3.2 Partijen kunnen ieder afzonderlijk voorstellen tot wijziging van onderliggend convenant doen. Wijzigingen in deze zin dienen te worden bekrachtigd door de ondertekenaars van dit convenant. De wijzigingen worden schriftelijk vastgelegd en maken vervolgens onderdeel uit van dit convenant. Artikel 4. Evaluatie Jaarlijks vindt op initiatief van de gemeente in samenspraak met partijen een evaluatie over het convenant plaats, mede ter bewaking van de voortgang. Deze evaluatie wordt aan partijen voorgelegd en op bestuurlijk niveau besproken in bovengenoemde overlegstructuren. Desgewenst kunnen partijen besluiten het convenant te wijzigen en / of aan te vullen. Artikel 5. Werkingsduur 5.1 Het convenant wordt, na ondertekening door alle partijen, van kracht voor een periode van een jaar ingaande 1 augustus 2005. Na een jaar wordt het convenant, na bijstelling, opnieuw vastgesteld voor een periode van twee jaar met stilzwijgende verlenging van opnieuw twee jaar. 5.2 Bestaande afspraken over onderwerpen uit in dit convenant, die tussen partijen vóór ondertekening van dit convenant gemaakt zijn, en waarin dit convenant voorziet, vervallen op de datum waarop de overeenkomst door alle partijen is ondertekend. De in het convenant gemaakte afspraken kunnen niet door schoolbesturen worden gebruikt om met terugwerkende kracht financiële claims neer te leggen bij de gemeente in relatie tot de voorzieningen voor onderwijshuisvesting 5.3 De in dit convenant gemaakte afspraken over capaciteit worden herzien bij relevante wijzigingen in het rijksbeleid, verbouwing en herinrichting van gebouwen, en/of het niet nakomen van de in het kader van het regionaal arrangement gemaakte afspraken. In bijlagen V en VI van dit convenant is de verdeling aangegeven van de aantallen en typen klaslokalen in de VO schoolgebouwen. De capaciteit wordt opnieuw berekend indien het gemiddelde percentage LWOO leerlingen buiten de bandbreedte treedt van 14% tot en met 18%. Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 2

Aldus opgemaakt en ondertekend te Almere op [DATUM], Burgemeester en wethouders van Almere namens hen de wethouder Onderwijs, Namens de betreffende schoolbesturen, J. Haanstra Bestuurscommissie openbaar onderwijs Almere (BCOO) St. Aeres St. Algemeen Bijzonder Voortgezet Onderwijs in Flevoland (SABVO) St. Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs Almere (SIVOA) Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 3

Bijlagen Bijlage I: Bijlage II: Bijlage III: Bijlage IV: Bijlage V: Bijlage VI: Toelichting op het Convenant onderwijshuisvesting VO Almere; Systematiek berekening leerlingprognoses VO Almere; Regeling vaste voet VO; Capaciteit per 1 januari 2005 van de permanente schoolgebouwen voor VO; Overzicht klaslokalen per 1 januari 2005 bestaande permanente VO gebouwen; Capaciteit per 1 januari 2005 van nieuwbouw en tijdelijke bouw voor VO. Afkortingen BOSA HAVO LWOO OCW RBM VMBO VNG VO VWO Bestuurlijk Overleg Schoolbesturen Almere Hoger Algemeen Vormend Onderwijs Leerwegondersteunend onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ruimte Behoefte Model Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Vereniging Nederlandse Gemeenten Voortgezet Onderwijs Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 4

Bijlage I Toelichting op het convenant onderwijshuisvesting VO Almere Medio 2002 heeft het Almeerse college van burgemeester en wethouders besloten een project te starten om de onderwijshuisvesting in Almere blijvend op orde te krijgen. Het project had voor de korte termijn als oogmerk om zorg te dragen voor voldoende accommodatie om alle leerlingen per 1 augustus 2003 goed te huisvesten. Daarnaast was het doel om voor de lange termijn zorg te dragen voor verbetering van de voorwaarden waaronder de gemeentelijke organisatie kan functioneren, om in de toekomst tijdig te kunnen voorzien in de benodigde onderwijsaccommodaties. Tot de aanpak lange termijn behoorde het verbeteren van de prognosemethodiek, het opstellen van een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP), het opstellen van een geactualiseerd Programma van Eisen, het aanscherpen van de budgetsystematiek, zorgdragen voor een betere intern-gemeentelijke afstemming tussen de diverse diensten en het organiseren van een afdeling Onderwijshuisvesting 'nieuwe stijl' (per 1 januari 2005 genoemd de afdeling Vastgoedontwikkeling & beheer). In dit convenant zijn afspraken neergelegd tussen gemeente en schoolbesturen over onderwerpen die in het kader van de lange termijn aanpak zijn uitgewerkt. Het gaat hierbij om zaken die nadere interpretatie vragen en onderwerpen die zonder een convenant mogelijk tot discussie leiden, met als risico dat de discussie leidt tot vertraging in de oplevering van het benodigde vastgoed. Voor de toekomst is een convenant een instrument om zaken ook anders dan huisvesting met elkaar overeen te komen. Daarom zal conform artikel 3, 4 en 5 van het convenant periodiek worden besproken of er behoefte is aan het vastleggen van nieuwe afspraken in het convenant. Zowel het onderwijsveld als de gemeente kunnen daartoe in het BOSA voorstellen aandragen. De gemeente Almere neemt het initiatief om nieuwe afspraken te vertalen naar concrete amendementen met betrekking tot het convenant. In het navolgende wordt een aantal artikelen nader toegelicht. Toelichting artikel 1.1, onder b, leerlingenprognose VO De schoolbesturen en de gemeente zijn een prognosemodel overeengekomen voor het primair onderwijs en het VO, die aansluit op de Almeerse groei van het onderwijs. Het model houdt rekening met specifieke factoren die van invloed zijn op behoefte aan onderwijshuisvesting in Almere, zoals sterke groei in korte tijd, sterke binnengemeentelijke migratie na oplevering van nieuwe wijken en onderwijs volgen op het 'vaste land'. De prognosemethodiek is uitgewerkt door werkgroepen, samengesteld uit vertegenwoordigers van het onderwijsveld en gemeente, aangevuld met een externe deskundige. Deze werkgroepen hebben tevens een procedure uitgewerkt voor het samenstellen van de prognoses voor het VO en het primair onderwijs. De methodiek wordt nader omschreven in bijlage II. Toelichting artikel 1.1, onder c, vaste voet VO De vaste voet wordt volgens de verordening alleen toegepast voor nieuwbouw van hoofdvestigingen. Gelet op het beleid van schoolbesturen om geen nieuwe instituten meer te stichten, maar de leerlingengroei op te vangen in zelfstandig functionerende nevenvestigingen van bestaande scholen, wordt in het convenant een regeling overeengekomen met betrekking tot het toekennen van een vaste voet. Deze regeling is als bijlage III van het convenant opgenomen. Toekenning van de vaste voetregeling leidt niet tot een claim van schoolbesturen bij de gemeente vanwege hogere exploitatielasten, maar wel tot hogere huisvestingskosten voor de gemeente. Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 5

Toelichting artikel 1.1, onder d en e en artikel 5.3, capaciteit gebouwen Voorheen was er vaak discussie over de capaciteit van de gebouwen ten aanzien van het te huisvesten aantal leerlingen. Voor de bestaande gebouwen is overeengekomen om de capaciteit te bepalen volgens een door de schoolbesturen voorgestelde berekening, die als bijlage IV is opgenomen. Voor de nieuw op te leveren gebouwen is uitgegaan van de bestaande afspraken over de capaciteit van deze gebouwen. Voor tijdelijke gebouwen zijn separaat afspraken gemaakt over de capaciteit. In bijlage V en VI van het convenant wordt de capaciteit van elk gebouw genoemd. Voor de nog op te leveren schoolgebouwen geldt dat bij de oplevering de capaciteit wordt aangehouden zoals aangegeven in het overzicht van bijlage VI. Artikel 5.3 beschrijft de condities waarbij in het BOSA aan de orde wordt gesteld in hoeverre een bijstelling van de vastgestelde capaciteit is vereist. Toelichting artikel 1.1, onder f en g en artikel 1.2 onder c, opvang van groei Indien er in Almere macro voldoende huisvestingscapaciteit beschikbaar is, dan maken de schoolbesturen onderling afspraken over de verdeling van leerlingen over gebouwen en het opvangen van groei. In lijn met deze afspraak zal de gemeente geen gebruik maken van de mogelijkheid die de verordening biedt, om ervan uit te gaan dat de capaciteit op tijdelijke basis 10% hoger kan zijn. Toelichting 1.2, onder a, 1 oktober telling Voor de berekening van de prognose VO is de tijdige aanlevering van de 1 oktober tellingen bij de gemeente van belang om te kunnen garanderen dat de prognose uiterlijk in april van het navolgend jaar aan de schoolbesturen kan worden gepresenteerd. Toelichting 1.2, onder b, herstel van constructiefouten Per 1 januari 2005 is de voorziening "aanpassing" overgeheveld van de gemeente naar de schoolbesturen. De gemeente heeft nog wel de zorgplicht voor de voorziening "herstel van constructiefouten". In het uitvoeringsbesluit voorzieningen in de huisvesting PO/VO is aangegeven hoe het drempelbedrag dient te worden bepaald, waarboven een schoolbestuur bij de gemeente aanspraak kan maken op de voorziening "herstel van constructiefouten". Het drempelbedrag wordt berekend door voor de betreffende school het aantal ingeschreven leerlingen per 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar te vermenigvuldigen met ƒ 600,- (zeshonderd gulden). Deling van de uitkomst met 2,20371 levert het drempelbedrag in euro's op. Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 6

Bijlage II Systematiek berekening leerlingprognoses VO Almere In maart 2003 zijn de gemeente Almere en de schoolbesturen in het primair onderwijs een systematiek overeengekomen voor het berekenen van leerlingenprognoses van het VO in Almere. Deze systematiek zal in het schooljaar 2003-2004 voor het eerst worden toegepast en wijkt af van de "Lange termijn methode" zoals die in 1999 in de modelverordening van de VNG is vastgelegd. Net als voor de prognoses voor het primair onderwijs is de reden om af te wijken van de landelijk gehanteerde methode gelegen in het feit dat de landelijke systematiek de groeisituatie van de gemeente Almere structureel onderschat. Procedure De leerlingprognoses voor het reguliere VO 1 wordt als volgt berekend. 1) Als basis voor de prognose wordt de volgende informatie verzameld: a) De volledige leerlingentellingen per schoolvestiging naar de stand per 1 oktober van de laatste zes jaren van de betrokken instellingen worden verzameld en in twee delen gesplitst: de leerjaren 1 t/m 4 en de leerjaren 5 en 6. b) De gemeentelijke gegevens worden verzameld over de aantallen kinderen van 12 t/m 15 jaar en van 16 en 17 jaar voor heel Almere per 1 januari volgend op de 1 oktobertelling. 2) Eerst wordt een prognose gemaakt van leerlingen op stads- en stadsdeelniveau en vervolgens een verdeling toegepast van geprognosticeerde leerlingen over bestaande en geplande nieuwe scholen. Als gebiedsindeling wordt de standaard wijkindeling van Almere gehanteerd, zoals die is vastgesteld door het college van B en W. Leerlingen van buitengebieden en van nieuwe wijken worden waar mogelijk ingedeeld bij een stadsdeel. Leerlingen van buiten Almere en van onbekende herkomst worden afzonderlijk geteld. Hiermee wordt de opslagfactor bepaald voor kinderen van buiten Almere. 3) Om tot een leerlingenprognose te komen worden tellingen opgebouwd naar leerjarengroep en stadsdeel over de afgelopen 5 jaar en worden de historische deelnamepercentages vastgesteld. Op stadsniveau wordt vervolgens bepaald hoe de deelnamepercentages zich verder de komende jaren zullen ontwikkelen. Hierbij wordt rekening gehouden met nieuwe ontwikkelingen zoals uitbreiding van het onderwijsaanbod. Na vaststelling hiervan kunnen prognoses worden berekend per jaar van leerlingen naar stadsdeel en naar leerjarengroep op basis van de bevolkingsprognoses van de betrokken basisgeneraties. Dit gebeurt tot maximaal 25 jaar vooruit. 4) Hierna vindt de verdeling plaats van geprognosticeerde aantallen leerlingen over de bestaande scholen en de geplande nieuwe scholen. Allereerst wordt op basis van het historische materiaal per school het belangstellingspercentage per leerjarengroep en stadsdeel bepaald. Hiermee ontstaat een beeld van de historische ontwikkeling van de belangstelling per school. Vervolgens worden aannames gedaan van de ontwikkeling hiervan de komende jaren per school en per leerjarengroep en stadsdeel, rekening houdend met trends uit het verleden en de komst van nieuwe scholen in nieuwe gebieden. 5) Voor nieuwe stadsdelen waar nog geen school(vestiging) is gepland wordt aangenomen dat een deel naar bestaande scholen zullen trekken, maar dat het grootste deel in een categorie "groei" 1 Voor het speciaal voortgezet onderwijs wordt een andere berekeningswijze gevolgd, gebaseerd op een zgn. regressievergelijking van deelnamepercentages. Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 7

terecht komt. Dit voorkomt dat leerlingen in nieuwe stadsdelen volledig aan bestaande scholen worden toegewezen en maakt de potentie zichtbaar voor een nieuwe vestiging op termijn in een groeigebied. 6) Na controle en vaststelling van de aangenomen ontwikkeling in belangstellingspercentages kan de prognose per school worden bepaald uit de geprognosticeerde leerlingenaantallen en belangstelling per stadsdeel en rekening houdend met de eerder genoemde opslag voor leerlingen van buiten Almere. 7) In dit verdeelmodel is dus géén onderscheid gemaakt in bestaande en nieuwe gebieden. Na berekening van de prognose per gebied kan op basis van de aannames over ieders belangstellingspercentage direct een prognose per school worden afgeleid. Hierbij worden de leerlingen uit nieuwe stadsdelen waar nog geen school is gepland geteld in een categorie "groei". Het deelnamepercentage is de verhouding tussen de schooltotalen en de omvang van de basisgeneratie van elke instelling. Met het deelnamepercentage wordt zichtbaar gemaakt welk aandeel de scholen in het voedingsgebied Almere hebben. Dit aandeel kan in de loop van de tijd fluctueren en vooral in en rond groeigebieden soms heftig fluctueren. Vooral de beperktheid in het aanbod, de schoolkeuze, heeft hier invloed op. In de berekening wordt hiermee rekening gehouden. Op basis van de ontwikkeling in het recente verleden en de verwachtingen in schoolaanbod in de toekomst worden veranderingen in deelnamepercentages doorgezet naar de toekomst. Het belangstellingspercentage is het aandeel dat elke school(richting) heeft in het totale aanbod van onderwijsdeelnemers in het voedingsgebied Almere. Als er onvoldoende historie op schoolniveau beschikbaar is wordt verondersteld dat de verdeling van het laatste jaar ongewijzigd zal blijven. Maar de praktijk is dat dit cijfer sterk wordt beïnvloed door de populariteit van een school en door veranderingen in het aanbod in de omgeving. Daarom moeten de uitkomsten op instellingsniveau worden gezien als een ontwikkeling in de tijd. Prognose-uitkomsten op wijkniveau en zeker op stadsdeelniveau hebben minder last van dit effect en bieden daardoor een betrouwbaarder beeld van de ontwikkeling in de tijd. Onzekere factoren die hier een rol spelen zijn een afwijkende bevolkingsontwikkeling door bijvoorbeeld vertraging in de woningbouw of een omslag in de economische ontwikkeling en in een verbreding van het onderwijsaanbod. Voor nieuwe gebieden wordt met het vanuit de stad bekende deelnamepercentage en de ontwikkeling daarin een afzonderlijke doorrekening bepaald, omdat hier een verdelingsmodel naar scholen nog niet aan de orde is. Wel is het zo dat er nieuwe wijken kunnen worden geïdentificeerd die zo dicht tegen bestaande wijken aanliggen dat het zinvol is om het effect daarvan op vlakbij gelegen bestaande scholen zichtbaar te maken. Dit kan door een toerekenmodel te maken op basis van belangstellingspercentages van de betrokken scholen. Hiermee kunnen beleidskeuzes inzake nieuwbouw of uitbreiding beter worden onderbouwd. De komende jaren zal deze systematiek worden toegepast. Op basis van de leerlingentellingen per 1 oktober zullen de prognoses door afdeling Onderzoek & Statistiek jaarlijks worden bijgesteld. Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 8

Jaarlijkse procedure Wie Wat Wanneer Betrokkenen scholen afd. Leerlingzaken afd. Leerlingzaken Jeugdvoorzieningen afd. Onderzoek & Statistiek Jeugdvoorzieningen Jeugdvoorzieningen Jeugdvoorzieningen Aanleveren 1/10 telling Cfi aan afdeling Leerplichtzaken, inclusief gewichten, geboortedata, NAWgegevens en postcode*. Verwerking van de 1/10 tellingen. Aanlevering 1/10 tellingen, voorzien van: - NAW-gegevens; - Geboortedata; - Opleiding (óók OPDC); - Leerjaar; - Zonodig locatiecode. Opdracht geven tot het opstellen van prognoses aan afd. Onderzoek & Statistiek. Aanleveren van 1/10 tellingen aan afd. Onderzoek & Statistiek voor de opstelling van de prognoses. Opstellen van leerlingenprognoses voor basisonderwijs, speciaal onderwijs en VO. Aanleveren prognosedata aan de afd. Vastgoedontwikkeling & beheer.. Vertaling van prognosedata naar ruimtebehoefte Interpretatie van de gegevens en verwerking daarvan in het integraal huisvestingsplan 2 Presentatie en bestuurlijke bevestiging van de gegevens Jeugdvoorzieningen Zonodig bijstelling van de Schoolbesturen gehanteerde aannames afd. Onderzoek & Statistiek oktober / november oktober / november afd. Leerlingzaken schoolbesturen 15 november Jeugdvoorzieningen december januari / februari februari februari / maart april april afd. Onderzoek & Statistiek Jeugdvoorzieningen afd. Vastgoedontwikkeling & beheer afd. Vastgoedontwikkeling & beheer schoolbesturen 2 Voor een goede interpretatie en verwerking van de gegevens is het noodzakelijk dat de kwantitatieve gebouwgegevens voor onderwijs actueel gehouden worden. Aan de zijlijn van de procedure loopt voortdurend het actualiseren van het Masterplan waarin deze gegevens verwerkt zijn. Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 9

Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 10

Bijlage III Regeling vaste voet VO - Gelet op het beleid van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap om voor het VO geen nieuwe instituten meer te stichten in Almere, maar de leerlingengroei op te vangen in (zelfstandig functionerende) nevenvestigingen wordt de regeling gehanteerd dat indien sprake is van een nevenvestiging, een vaste voet wordt toegekend van 550 m 2. - Voor (tijdelijke) dislocaties wordt geen vaste voet toegekend. Toekenning van de vaste voet regeling zal niet leiden tot een claim door de schoolbesturen bij de gemeente betreffende hogere exploitatielasten bij de scholen. Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 11

Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 12

Bijlage IV Capaciteit per 1 januari 2005 van de permanente schoolgebouwen voor VO Het gemeentebestuur en de schoolbesturen van scholen voor VO in Almere hebben een gemeenschappelijk belang: het vaststellen van de capaciteit van de huidige schoolgebouwen zodat de planning van onderwijshuisvesting op verantwoorde wijze kan geschieden. Voor nieuwbouw wordt de capaciteit bepaald aan de hand van de RBM systematiek (Ruimte Behoefte Model), die leidt tot een benodigd aantal m². De uitkomst van deze berekening doet echter geen recht aan bestaande gebouwen, die immers sterk zijn aangepast op de invoering van de tweede fase HAVO / VWO en de leerwegen in het VMBO. De gemeente en de schoolbesturen zijn daarom overeengekomen om de capaciteit van de bestaande gebouwen te bepalen aan de hand van een berekening gericht op het aantal leerlingen en het aantal klassen, uitgaande van de bestaande ruimte in de bestaande schoolgebouwen. Deze berekening heeft uitsluitend betrekking op de in deze bijlage genoemde schoolgebouwen voor VO, die destijds onder de verantwoordelijkheid van het rijk zijn gebouwd. Uitgangspunten Om te komen tot een berekening van het ideale aantal leerlingen per gebouw moet worden uitgegaan van de gebouwen zoals ze er op dit moment staan. In deze berekeningssystematiek speelt een aantal factoren een rol: - Het aantal lokalen waar les kan worden gegeven: In dit getal zijn alle lokalen, dus ook alle vaklokalen meegenomen, met uitzondering van de gymzalen. - Het aantal lesuren per dag: Bij deze berekening wordt er van uitgegaan dat er maximaal 8 lesuren per dag worden gegeven. - Lesuren per week: Dit getal wordt berekend door het aantal lesuren per dag met 5 (aantal dagen per week) te vermenigvuldigen. - Bezettingsgraad: Aangezien 100% bezetting van de lesruimte per week niet mogelijk is in verband met de beschikbaarheid van specifieke ruimtes voor beroepsopleidingen, beschikbaarheid van docenten en roostertechnische zaken (bijvoorbeeld op het midden van de dag zijn alle leerlingen aanwezig), wordt uitgegaan van een bezetting van 87,5% (= 7 lesuren per dag). - Aantal klassen: Door het aantal lesuren per week te delen door 32 (het gemiddelde aantal lesuren per klas) wordt berekend aan hoeveel groepen (klassen) kan worden les gegeven. - Klassengrootte: Bij de bepaling van de klassengrootte worden de aantallen gebruikt die het ministerie gebruikt bij de berekening van de bekostiging. Ofwel 21,28 leerlingen per klas en 11 leerlingen voor een LWOO-klas. - LWOO: Om het aantal LWOO-leerlingen uit de onderbouw te bepalen wordt gebruik gemaakt van het percentage van 16% zoals dat in het rapport "Portret van het VO in Almere" 2003/2004 van Babeliowsky is vermeld. Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 13

Berekening De berekening vindt als volgt plaats. Het aantal lokalen wordt vermenigvuldigd met het aantal lesuren per dag en vervolgens met 5 dagen. Dit getal (maximale lesuren per week) wordt vermenigvuldigd met het 0,875 (bezettingsgraad). Door het nu verkregen getal te delen door 32 (lesuren per klas) wordt berekend het aantal klassen (groepen) waaraan les kan worden gegeven. Van het totale aantal klassen wordt 16% vermenigvuldigd met 11 leerlingen (LWOO) en 84% met 21,28 leerlingen (regulier). De uitkomst van deze berekening is het aantal in een ideale bezetting te huisvesten leerlingen - de capaciteit - van een gebouw. Met uitzondering van de variabele "aantal lokalen" hebben de andere parameters een constante waarde. Daarmee wordt de capaciteit van een gebouw in feite bepaald door het aantal lokalen. Resultaat De navolgende tabel geeft de uitkomst van de berekening weer. De totale capaciteit van de bestaande permanente schoolgebouwen is conform deze uitkomst vastgesteld op 8.675 leerlingen. pand lokalen lesuren reguliere klassen LWOOklassen LWOOleerlingen reguliere leerlingen capaciteit panden totalen Oostvaarderscollege OVChoofdgebouw 92 3680 16 85 176 1.809 1.985 1.985 Echnaton en Helen Parkhurst Het Baken Echnaton 67 2680 12 62 132 1.319 1.451 Helen Parkhurst Baken Park Lyceum Baken Stad College 68 2720 12 62 132 1.319 1.451 2.902 52 2080 9 48 99 1.021 1.120 51 2040 9 47 99 1.000 1.099 2.219 Meergronden 73 2920 13 67 143 1.426 1.569 1.569 403 8.675 Voorwaarden 1) De capaciteit per gebouw is afhankelijk van het aantal lokalen ten opzichte van het totale aantal lokalen van alle permanente schoolgebouwen voor VO. In de capaciteitsbepaling wordt geen rekening gehouden met het aandeel LWOO leerlingen per school. Over het onderbrengen van LWOO leerlingen per school zijn door de schoolbesturen gezamenlijk afspraken gemaakt. 2) De onderhavige afspraak over de capaciteit van de in bovenstaande tabel genoemde scholen wordt herzien bij: a) relevante wijzigingen in rijksbeleid, b) substantiële herinrichting en verbouwingen, waardoor het aantal lokalen of de verhouding aan theorie- en vaklokalen met tenminste 10% wordt gewijzigd, c) het niet nakomen van de in het kader van het regionaal arrangement gemaakte afspraken. Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 14

Bijlage V Overzicht klaslokalen per 1 januari 2005 bestaande permanente VO gebouwen bestuur locatie adres bouwjaar postcode lokalentotaal capaciteit vak-lokalen (leerlingen) BCOO Scholengemeenschap Echnaton 1983 Zwolleweg 1, Almere Stad 1324 EL 67 26 1.451 BCOO Scholengemeenschap Helen Parkhurst 1998 Bongerdstraat 1, Almere Stad 1326 AA 68 25 1.451 BCOO Scholengemeenschap De Meergronden 1978 Marktgracht 65, Almere Haven 1353 AL 73 33 1.569 SABVO Oostvaarders college 1995 SIVOA Baken Park Lyceum 1997 SIVOA Baken Stad College 1983 A. Boekenweg 3, Almere Buiten Buñuellaan 4, Almere Stad Rooseveltweg 5, Almere Stad 1333 VD 92 31 1.985 1325 PL 52 19 1.120 1314 SJ 51 20 1.099 403 8.675 Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 15

Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 16

Bijlage VI Capaciteit per 1 januari 2005 van nieuwbouw en tijdelijke bouw voor VO. bestuur locatie type bouw jaar adres postcode lokalentotaal vaklokalen capaciteit (leerlingen) Aeres groep Aeres groep BCOO Groenhorst College *) Tijd. huisvesting Groenhorst College Meergronden Poort tijdelijk 2006 2007 BCOO Villa Parkhurst tijdelijk 2003 gebied 4C3, Almere Poort Kerkgracht 98, Almere Haven gebied 4E2 (Europakwartier), Almere Poort Odeonstraat 2002, Almere Stad BCOO Sfinx, Echnaton tijdelijk 1980 Harderwijkoever 3, Almere Stad BCOO BCOO BCOO SABVO Noodlokalen Echnaton Noodlokalen Meergronden (9+1) Dependance Meergronden Buitenhoutcollege tijdelijk 2003 tijdelijk 2003 tijdelijk 2003 2005 SABVO Paalschool OVC tijdelijk 2003 SABVO Noodlokalen tijdelijk 2003 SIVOA n.v.t. International School Baken Annapark tijdelijk 1987 permanent onbekend permanent permanent permanent 2006 n.v.t. Odysseus tijdelijk 2000 Zwolleweg 1, Almere Stad Marktgracht 65a, Almere Haven Haak 58-60, Almere Haven 3KN (Indische buurt), Buiten Boekenweg 3, Almere Buiten Boekenweg 3, Almere Buiten Schelvisstraat 3, Almere Stad gebied 2Q3, Almere Stad AZC, Almere Stad n.v.t. 37 20 600 1354 AC 6 2 140 n.v.t. 35 850 1325 AL 24 6 473 1324 HA 10 2 120 1324 EL 14 2 200 1353 AL 8 1 154 1353 AE 12 0 264 n.v.t. 55 25 1.239 1333 VD 11 5 250 1333 VD 7 0 97 1317 SG 8 0 100 n.v.t. 40 20 800 1318 ED 4 2 50 5.337 *) Het Groenhorst college in Poort wordt een gebouw voor 900 leerlingen, waarvan 600 VMBO. Convenant onderwijshuisvesting VO Almere 17