Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband



Vergelijkbare documenten
Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling

Soort uitspraak: IgA = indicatiegeschil AWBZ Datum: 20 maart 2012 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: Behandeling. Onderstaand de volledige uitspraak

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling

Datum: 15 april 2013 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: Behandeling. Onderstaand de volledige uitspraak

Datum: 20 augustus 2013 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Datum: 20 februari 2012 Uitgebracht aan: Begeleiding / behandeling in groepsverband. Onderstaand de volledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 25 mei 2010 Uitgebracht aan: Verblijf-tijdelijk en Begeleiding-groep. Onderstaand de volledige uitspraak.

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling

Nader door Bureau Jeugdzorg (BJz) uit te voeren onderzoek.

Soort uitspraak: IgA = Indicatiegeschil AWBZ Datum: 26 oktober 2011 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: Begeleiding. Onderstaand de volledige uitspraak.

Datum: 17 januari 2011 Uitgebracht aan: tijdelijk verblijf, kortdurend verblijf, respijtzorg. Onderstaand de volledige uitspraak.

Datum: 25 september 2012 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Datum: 25 september 2012 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Begeleiding binnen het (hoger) onderwijsdomein is voorliggend op AWBZ-zorg

Beschermende woonomgeving voor een 17-jarig kind

Datum: 20 juni 2011 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Problemen en oplossingen bij de indicatie van groepsgewijze behandeling in orthopedische kinderdagcentra (KDC s)

Soort uitspraak: IgA = indicatiegeschil AWBZ Datum: 21 juni 2010 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: PV, BG, VB/ZZP. Onderstaand de volledige uitspraak.

Datum: 21 februari 2011 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Indicatiegeschil over handelwijze CIZ kan er toe leiden dat niet passend cliëntprofiel en bijbehoren ZZP wordt geïndiceerd Het geschil

Datum: 30 augustus 2010 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Soort uitspraak: IgA = indicatiegeschil AWBZ Datum: 19 september 2011 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: Verblijf / zorgzwaartepakket

Datum: 30 augustus 2010 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Vaststellen van de juiste grondslag (somatische aandoening of lichamelijke handicap) bij de functie verblijf

Geschil over het niet indiceren van kortdurend verblijf

Geen aanspraak op verpleging voor subcutane injecties van antroposofische middelen in de thuissituatie

Datum: 15 april 2013 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: verpleging. Onderstaand de volledige uitspraak

Samenvatting: Onderstaand de volledige uitspraak.

Bevoegdheidsverdeling CIZ en Bureau jeugdzorg bij indicatiestelling van jeugdigen

Wet- en regelgeving In dit geschil zijn de volgende bepalingen van belang.

Relevante wet- en regelgeving 5. Algemeen 7. Indicatiecriteria 8. Behandelvormen 9. Omvang en geldigheidsduur van de indicatie 15.

Bij (toerekenbare) weigering van een Wsw-werkvoorziening geen inzet plaatsvervangende AWBZ-zorg

Bij de beslissing of een indicatie zonder verblijf mogelijk is, moet worden afgewogen of thuis een zorginhoudelijk verantwoorde oplossing mogelijk is.

Omvang van de functie begeleiding in beleidsregels is richtlijn en geen absoluut maximum

Datum: 20 augustus 2013 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak

Voor Early Intervention bij jonge kinderen met het Downsyndroom (begeleiding en instructie ouders) is een AWBZindicatie

Ondersteunende begeleiding bij vervoer naar dagopvang valt onder verantwoordelijkheid van intramurale instelling waar verzekerde verblijft

Datum: 19 april 2010 Uitgebracht aan: Verblijf/ zorgzwaartepakket. Onderstaand de volledige uitspraak.

Datum: 26 april 2011 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Vrouwenopvang (Wmo) en AWBZ

Chronische en ernstige leerproblemen. Indicatiegeschil. Datum: 24 oktober 2013

Datum: 23 maart 2009 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

De grondslag verstandelijke handicap is ook na het 18 e levensjaar vast te stellen Indicatiegeschil

Uitspraken ( ) Bevoegdheidsverdeling Bureau Jeugdzorg en CIZ. Indicatiegeschil. Datum: 17 februari 2014

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 9. Kortdurend Verblijf

Verpleging; AWBZ of Zorgverzekeringswet

Datum: 20 september 2010 Uitgebracht aan: Persoonlijke verzorging, begeleiding. Onderstaand de volledige uitspraak.

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ. Bijlage 8. Verblijf

Datum: 12 juni 2013 Uitgebracht aan: Geriatrische revalidatiezorg/awbz-behandeling. Onderstaand de volledige uitspraak

Licht verstandelijk gehandicapten en toegang tot de Wlz

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ. Bijlage 8. Verblijf

Soort uitspraak: IgA = indicatiegeschil AWBZ Datum: 13 februari 2013 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: Verblijf, persoonlijke verzorging en begeleiding

Inhoudelijke veranderingen per 1 januari 2014 in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS en de CIZ Indicatiewijzer

Datum: 15 april 2013 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak

Grondslag verstandelijke handicap bij uitzondering vaststellen zonder IQ-test. Advies in een AWBZ-geschil

Vanuit de Wlz afmaken van behandeltraject met verblijf (vanwege combinatie licht verstandelijke handicap en gedragsproblemen)

Inhoudelijke veranderingen per 1 januari 2013 in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Overzicht bekostiging van behandeling bij Wlz-cliënten in 2016

MEMO Wetgeving en Jurisprudentie (onderwerp)

Datum: 27 augustus 2007 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

uitspraak van de meervoudige kamer van 7 februari 2012 in de zaak tussen

Inhoudelijke veranderingen per 1 januari 2011 in de Beleidsregels Indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS en de CIZ Indicatiewijzer

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 3. Gebruikelijke zorg

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

CIZ. Wet langdurige zorg door CIZ

Beleidsregels indicatiestelling

ECLI:NL:RBSGR:2009:BK0981

Inhoudelijke veranderingen per 28 juli 2014 in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS en de CIZ Indicatiewijzer

Verstandelijke handicap en gedragsproblemen: (tijdelijk) behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid: Wlz of Wmo?

In verband met psychiatrische en lichamelijke problematiek heeft verzekerde op 16 juli 2012 een indicatie aangevraagd voor AWBZ-zorg.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Beleidsregels indicatiestelling

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Intensieve kindzorg vanuit de Zorgverzekeringswet is voorliggend op de Wlz

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 2. Grondslagen

Wegwijzer naar de AWBZ

Het Nederlandse Zorgstelsel

Inhoudelijke veranderingen per 1 januari 2013 in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS en de CIZ Indicatiewijzer

Datum 25 april Advies als bedoeld in artikel 58 AWBZ

(Besluit zorgaanspraken AWBZ [Versie geldig vanaf: ])

Zintuiglijk gehandicapten en ouderen van 80 jaar en ouder geen indicatie meer nodig van CIZ

Inhoudelijke veranderingen per 1 januari 2012 in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 3. Gebruikelijke zorg

Ik woon in een zorginstelling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 3. Gebruikelijke zorg

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0413

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

H300 Begeleiding n.v.t. n.v.t. Per uur H150 Begeleiding inclusief

CIZ. Wet langdurige zorg Bijeenkomst BTN 11 februari

Tussenuitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 10 november 2011, 11/512 (aangevallen uitspraak)

ECLI:NL:RBZWB:2014:7998

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Wlz-toegangscriteria voor cliënten met een psychische stoornis

1.3 CIZ Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel 1 onder b van het Zorgindicatiebesluit.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Gevolgen extramuraliseren ZZP 3 VV. Indicatiegeschil. Datum: 5 september 2014

Voortgezet verblijf, artikel 13, eerste lid, Bza. Advies in een AWBZ-geschil

Transcriptie:

Onderwerp: Samenvatting: Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband Het onderwerp van dit geschil is of en zo ja, in welke situaties, een verzekerde aangewezen kan zijn op individuele behandeling naast behandeling in groepsverband. Behandeling in groepsverband is een integraal pakket. De zorgaanbieder moet ervoor zorgdragen dat het behandelplan voorziet in alle AWBZ-zorg die voor een verzekerde noodzakelijk is tijdens de behandeling in groepsverband, inclusief de noodzakelijke individuele behandeling. Een indicatie voor individuele behandeling naast behandeling in groepsverband is alleen in twee omstandigheden mogelijk: 1. voor noodzakelijke individuele aanvullende functionele diagnostiek vanuit de AWBZ als het aangrijpingspunt hiervoor anders is dan waarvoor verzekerde de behandeling in groepsverband krijgt; 2. als behandeling op andere momenten noodzakelijk is dan dat een verzekerde behandeling in groepsverband krijgt. Dit is vaak behandeling gericht op de mantelzorger/gebruikelijke zorger die ten goede komt aan verzekerde (bijvoorbeeld Early intervention). In dit geschil is geen van deze omstandigheden aan de orde. Soort uitspraak: IgA = indicatiegeschil AWBZ Datum: 21 november 2011 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: Behandeling Onderstaand de volledige uitspraak Het geschil Verzekerde is een 2-jarig meisje met een ontwikkelingsachterstand op motorisch en cognitief gebied en met epilepsie. Zij kan nog niet lopen. Mogelijk is sprake van een verstandelijke beperking. Ze woont bij haar ouders. Namens verzekerde is in juli 2011 een aanvraag gedaan voor begeleiding en behandeling. Op 9 augustus 2011 hebt u een indicatie afgegeven voor behandeling in groepsverband voor zes dagdelen per week met vervoer. Sinds september 2011 gaat verzekerde naar een Kinderdagcentrum (KDC) dat kinderen met een beperking dagbehandeling en/of dagbesteding biedt. Met een brief van 25 augustus 2011 maken de ouders van verzekerde bezwaar tegen het indicatiebesluit omdat hun dochter met de gestelde indicatie geen individuele sensomotorische therapie op het KDC zou kunnen krijgen. Een indicatie voor individuele behandeling naast de indicatie voor behandeling in groepsverband is gewenst. U bent van plan het bezwaar ongegrond te verklaren. U geeft geen indicatie voor individuele behandeling omdat behandeling vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) voorliggend is op behandeling vanuit de AWBZ en omdat de (sensomotorische) therapie reeds onderdeel uitmaakt van de behandeling in groepsverband. Daarnaast is er geen sprake van (individuele) aanvullende diagnostiek. Wet- en regelgeving In dit geschil zijn de volgende bepalingen van belang.

AWBZ Op grond van artikel 9b, eerste lid AWBZ bestaat slechts aanspraak op zorg, aangewezen ingevolge artikel 9a, eerste lid, als en gedurende de periode waarvoor het bevoegde indicatieorgaan op een door de verzekerde ingediende aanvraag heeft besloten dat deze naar aard, inhoud en omvang op die zorg is aangewezen. Besluit zorgaanspraken AWBZ (Bza) Artikel 2, eerste en derde lid Bza Ingevolge artikel 2, eerste en derde lid Bza bestaat slechts aanspraak op AWBZ-zorg, als deze zorg niet kan worden bekostigd op grond van een andere wettelijke regeling ( ) en voor zover de verzekerde, gelet op zijn behoefte en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening, redelijkerwijs daarop is aangewezen. Artikel 8 Bza Behandeling omvat door een instelling te verlenen behandeling van specifiek medische, specifiek gedragswetenschappelijke of specifiek paramedische aard gericht op herstel of voorkoming van verergering van een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of van een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, waaronder voorkoming van verergering van gedragsproblemen in verband met een zodanige aandoening, beperking of handicap. Beleidsregels U hanteert de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011, zoals vastgesteld door de Staatssecretaris van VWS, die gelden met ingang van 1 januari 2011. Bijlage 7 bevat de beleidsregels over de functie Behandeling. Daarin staat het volgende vermeld: Het gaat bij AWBZ-behandeling om: continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM-zorg) behandeling gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden of gedrag aanvullende functionele diagnostiek [ ] AWBZ-Behandeling kan worden geïndiceerd in de vorm van individuele Behandeling of in de vorm van Behandeling in groepsverband. 1 Behandeling in groepsverband is een integraal pakket. Hiermee wordt bedoeld dat alle AWBZ-zorg die tijdens de dagdelen behandeling in groepsverband moet worden gegeven tot het pakket behoort. Behandeling in groepsverband omvat alle Persoonlijke Verzorging, Verpleging, Begeleiding en individuele Behandeling die tijdens de dagdelen Behandeling in groepsverband moet worden gegeven. Hierbij geldt het volgende: - [ ] - Als de verzekerde is aangewezen op (individuele) aanvullende functionele diagnostiek kan, wanneer het aangrijpingspunt voor dit type behandeling anders is dan waarvoor de verzekerde de behandeling groep bezoekt, hiervoor naast behandeling in groepsverband ook individuele behandeling geïndiceerd worden. Dit alleen voor zover deze behandeling al geen onderdeel uitmaakt van de behandeling groep. 2 Behandeling kan zich ook richten op mantelzorg in de directe omgeving van verzekerde, als dit ten goede komt aan de verzekerde. De Behandeling is dan gericht op het aanleren van vaardigheden of gedrag aan de mantelzorger/gebruikelijke zorger hoe om te gaan met de gevolgen van de aandoening, stoornis of beperking van de verzekerde. Desalniettemin is de indicatie gesteld op naam van verzekerde en niet op naam van degene op wie de vaardigheids- of gedragstraining zich direct richt. 3 1 Vermeld onder 2.1. 2 Vermeld onder 4.1. 3 Vermeld onder 2.3.

Medische beoordeling Voor een medische beoordeling van het geschil heeft de medisch adviseur van het College kennisgenomen van de stukken. Op basis van dat dossier deelt de medisch adviseur het volgende mee. De conceptbeslissing is op basis van voldoende recente medische informatie en op het juiste deskundigheidsniveau tot stand gekomen. Uit de conceptbeslissing blijkt dat de CIZ-arts betrokken is geweest in de bezwaarfase. Helaas is geen verslag van de CIZ-arts in het dossier aanwezig. Bij verzekerde is sprake van een algehele ontwikkelingsachterstand van onbekende origine. Er bestaat een stoornis in de 'relatie en communicatie', er zijn opvoedingsproblemen en de GAF-score is 30 (DSM IV-classificatie 24-04-2011). Afgaande op de gegevens in het dossier stelt het CIZ terecht dat sprake is van een (voorlopige) grondslag verstandelijke handicap. Vanwege de leeftijd van verzekerde is het begrijpelijk en aannemelijk dat er nog geen definitieve diagnose gesteld kan worden. De klinische basisdiagnostiek door het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) vanuit de Zvw is dan ook nog niet afgerond. Vanwege de cognitieve ontwikkelingsstoornis, voor zover al gediagnosticeerd door het UMCG, en de motorische ontwikkelingsachterstand, voor zover die ook al zichtbaar is, bestaat er een noodzaak tot behandeling in groepsverband vanuit de AWBZ. De omvang kan in overleg met de behandelaar worden bepaald. Bij zes dagdelen dagbehandeling is sprake van intensieve behandeling, zeker gezien de leeftijd en ontwikkeling van verzekerde in verhouding tot de ontwikkeling van een kind zonder beperkingen. Het geschil gaat om het al dan niet naast elkaar indiceren van individuele behandeling en behandeling in groepsverband. Een indicatie voor individuele behandeling naast een indicatie voor behandeling in groepsverband is alleen mogelijk als aanvullende functionele diagnostiek vanuit de AWBZ noodzakelijk is of als individuele AWBZ-behandeling is aangewezen op andere momenten dan dat een verzekerde groepsbehandeling krijgt, bijvoorbeeld om ouders om te leren gaan met de gevolgen van de beperking(en) van hun kind. In het geval van verzekerde is van geen van beide situaties sprake. Voor verzekerde wordt, naast de behandeling in groepsverband, individuele behandeling aangevraagd om tijdens het bezoek aan het KDC (extra) sensomotorische therapie te kunnen bieden. Deze vorm van therapie wordt veelal door fysiotherapeuten of oefentherapeuten Mensendieck geboden. Gezien de doelgroep die een KDC bezoekt, mag echter van de daaraan verbonden behandelaars (o.a. de (kinder)fysiotherapeut) verwacht worden dat zij een integraal behandelaanbod kunnen bieden, inclusief sensomotorische therapie, als daarvoor een noodzaak bestaat. Er is immers geen reden om aan te nemen dat er bij verzekerde sprake is van een bijzondere (geobjectiveerde) zorgvraag die het normale therapeutische arsenaal van een KDC-behandelteam te boven gaat. Problemen met de sensomotorische ontwikkeling (oog-handcoördinatie enz.) zijn voor kinderen met een algehele ontwikkelingsachterstand zeker niet ongebruikelijk. Voor eventuele (fysio)therapeutische behandelingen op andere momenten dan dat verzekerde het KDC bezoekt, geldt dat deze tot het domein van de Zvw behoren. De sensomotorische therapie die het KDC biedt of vergelijkbare zorg kan ook door andere fysiotherapeuten of oefentherapeuten Mensendieck worden geboden. Overigens is het de vraag of (sensomotorische) therapie buiten de dagdelen dat verzekerde op het KDC is, wel gewenst is en meerwaarde heeft, nu verzekerde al zes dagdelen behandeling krijgt en een 2-jarige nu eenmaal beperkt belastbaar is. De medisch adviseur concludeert dan ook dat u terecht geen individuele behandeling indiceert naast behandeling in groepsverband. Juridische beoordeling De vraag die beantwoord moet worden is of uw conceptbeslissing op grond van de geldende regelgeving juist is en zorgvuldig tot stand is gekomen.

Het onderwerp van dit geschil is of en zo ja, in welke situaties, een verzekerde aangewezen kan zijn op individuele behandeling naast behandeling in groepsverband. Individuele behandeling naast behandeling in groepsverband Bij de functie Behandeling gaat het om behandeling die gericht is op de specifieke doelgroep waartoe een verzekerde behoort in relatie tot de grondslag(en) op grond waarvan een verzekerde AWBZ-zorg ontvangt. Er kan sprake zijn van multidisciplinaire of monodisciplinaire behandeling. Zoals u terecht aangeeft, is de functie Behandeling in groepsverband een integraal pakket, dat alle persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en individuele behandeling omvat, die tijdens de dagdelen behandeling in groepsverband moet worden gegeven. Met andere woorden, de indicatie voor behandeling in groepsverband omvat naar zijn inhoud de aanspraak op alle AWBZ-zorg waarop een verzekerde is aangewezen (met uitzondering van (kortdurend) verblijf). Dit betekent dat de zorgaanbieder ervoor moet zorgdragen dat het behandelplan voorziet in alle AWBZ-zorg, die voor een verzekerde noodzakelijk is tijdens de behandeling in groepsverband, inclusief de noodzakelijke individuele behandeling. Deze maakt immers integraal onderdeel uit van de behandeling in groepsverband. Een indicatie voor individuele behandeling van een verzekerde tijdens de behandeling in groepsverband zou dan ook tot dubbele verstrekking leiden, tenzij sprake is van een van de volgende twee omstandigheden. Een indicatie voor individuele behandeling naast een indicatie voor behandeling in groepsverband is slechts mogelijk: 1. als er een noodzaak bestaat voor individuele aanvullende functionele diagnostiek vanuit de AWBZ en het aangrijpingspunt voor deze vorm van behandeling anders is dan waarvoor verzekerde de behandeling in groepsverband krijgt. Deze behandeling kan op hetzelfde moment of dezelfde momenten plaatsvinden als de behandeling in groepsverband of; 2. als behandeling op andere momenten dan dat een verzekerde behandeling in groepsverband krijgt noodzakelijk is. Dit is vaak behandeling gericht op de mantelzorger/ gebruikelijke zorger die ten goede komt aan verzekerde. De indicatie voor individuele behandeling wordt dan afgegeven op naam van de verzekerde. Een dergelijke situatie is bijvoorbeeld aan de orde wanneer ouders van een gehandicapt kind behandeling (bijvoorbeeld Early Intervention) krijgen om te leren omgaan met de gevolgen van de beperkingen van hun opgroeiende kind. Casus Niet in geschil is dat verzekerde behoort tot de doelgroep waarvoor AWBZ-behandeling in groepsverband is aangewezen. Gehoord zijn medisch adviseur deelt het College uw mening dat er in de situatie van verzekerde geen aanleiding is om naast begeleiding in groepsverband individuele behandeling te indiceren. De individuele behandeling die verzekerde nodig heeft, dient het KDC te bieden als onderdeel van de behandeling in groepsverband. Op grond van de inhoud van het dossier zijn er ook geen andere redenen die tot een indicatie voor individuele behandeling kunnen leiden. Er is immers geen sprake van een situatie zoals hierboven vermeld onder 1. of 2. Verder is het College het met u eens dat verzekerde wellicht gebruik zou kunnen maken van (fysio)therapie uit de Zvw. De ouders van verzekerde kunnen eventueel navraag doen bij de zorgverzekeraar tot welke (kinder)fysiotherapeut of oefentherapeut Mensendieck zij zich voor (sensomotorische) therapie voor verzekerde kunnen wenden. Met zijn medisch adviseur vraagt het College zich echter af of fysiotherapie of oefentherapie uit de Zvw doelmatig is naast de behandeling die verzekerde al krijgt op het KDC. Ten slotte geeft het College u in overweging om het gebruik van zowel het begrip 1 e lijn als de begrippen eerste en tweede compartiment die u noemt in uw conceptbeslissing te vermijden of nader uit te leggen om onduidelijkheid of begripsverwarring te voorkomen.

Advies van het College Op grond van het vorenstaande is het College van oordeel dat uw beslissing juist is en zorgvuldig tot stand is gekomen. Het College raadt u nog wel aan om bij de motivering van uw definitieve beslissing rekening te houden met het bovenstaande.