Instelling. Onderwerp. Datum



Vergelijkbare documenten
Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

BENT U VOORBEREID OP DE NIEUWE PANDWET?

Newsletter INTRO. Juli Beste lezer,

Auteur. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

De publicatie en inwerkingtreding van de verschillende boeken van het Wetboek Economisch Recht gaat door.

Auteur. Onderwerp. Datum

Instelling. GD & A Nieuwsbrief. Onderwerp. Datum. 31 januari 2017

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. Onderwerp

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. BDO News. Onderwerp. Transfer pricing documentatieverplichting nu definitief. Datum. 6 juli 2016

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding in volledig akkoord. Copyright and disclaimer

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Peeters Advocaten-Avocats. Onderwerp. Roadbook voor fusies en overnames in België (deel 1) Datum. 24 oktober 2016

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

ALGEMENE VOORWAARDEN. I. Algemeen. Art. 1 Toepassingsgebied. Art. 2 Definities. Art. 3 Website. Art. 4 Sluiten van de overeenkomst

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding in gemeen akkoord. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. De sociale verzekering voor zelfstandigen, in geval van faillissement. Copyright and disclaimer

Marktpraktijken en informatieverplichtingen

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. VP Accountants en Belastingsconsulenten. Onderwerp. Tweede taxshift in de maak: fiscale revolutie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp

Instantie. Onderwerp. Datum

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding voor gepensioneerden. Copyright and disclaimer

ARTIKEL 1 - DEFINITIES

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

PC Advocaten Nieuwsbrief DE NIEUWE RICHTLIJN BETALINGSACHTERSTAND. Contact ZZINLEIDING

Auteur. Bernard Waûters. Onderwerp. Dit is een uittreksel uit het boek:

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

UITVOERINGSVOORWAARDEN VAN ONZE PRESTATIES

Newsletter INTRO. Januari 2014

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Transcriptie:

Instelling Astrea Newsletter www.astrealaw.be Onderwerp De informatieplicht in de dienstensector Datum Maart 2012 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. M&D Seminars 2012 M&D SEMINARS Eikelstraat 38 9840 De Pinte T 09 224 31 46 F 09 225 32 17 info@mdseminars.be www.mdseminars.be

Newsletter maart 2012 nummer 2 PROCEDUREEL IN HOEVERRE BETAALT DE VERLIEZER? Op 1 maart 2011 werd de rechtsplegingsvergoeding geïndexeerd overeenkomstig artikel 8 van het KB van 26 oktober 2007. Dit is de eerste indexatieverhoging sinds het systeem van de rechtsplegingsvergoeding, waarbij de winnende partij een forfaitaire tegemoetkoming ontvangst van de verliezende partij ter (gedeeltelijke) compensatie van de gemaakte advocatenkosten, werd ingevoerd bij wet van 21 april 2007. Maar in hoeverre betaalt de verliezer ook effectief de advocatenkosten van de winnaar? In de meeste gevallen kent de rechter een basisbedrag toe. Bij uitzondering zal de rechter, indien de partijen hierom gemotiveerd verzoeken, een lager, dan wel een hoger bedrag aan rechtsplegingsvergoeding toekennen binnen de plafonds voorzien in het Koninklijk Besluit van 26 oktober 2007 waarin de basis-, maximum en minimumbedragen werden vastgelegd. Deze bedragen gaan van 82,50 EUR voor een vordering bij verstek in de laagste schijf (tot 250 EUR) tot 33.000 EUR maximumbedrag voor een vordering in de hoogste schijf (boven 1.000.000 EUR). Een advocaat kan een indicatie geven van het bedrag aan rechtsplegingsvergoeding waartoe een partij mogelijk gehouden zal zijn. De hoegrootheid van dit bedrag hangt van verschillende factoren af waaronder de financiële inzet, de aard en complexiteit van het geschil. COMMERCIAL LAW DEPARTMENT Sophie Van Camp Olivier Van Fraeyenhoven Marc Van Looveren Louis Verstraeten Filip Desmedt Barbara Terriere Charlot De Decker Laurence Jacqmain Sophie Van Camp Ruud De Houwer Joost Saveniers Nicolas Wesling Aurélie Wauters IN DEZE UITGAVE PROCEDUREEL In hoeverre betaalt de verliezer?...1 HANDELSRECHT Intrestvoet in handelszaken versus intrestvoet in burgerlijke zaken...2 HANDELSRECHT De informatieplicht in de dienstensector...2 PRIVACY: Europese harmonisatie op komst...3 (ZEE)TRANSPORT Hof bevestigt mogelijkheid tot beslag lastens een verbonden vennootschap...3 INSOLVENTIE: Zijn er nog zekerheden?... 3 (WEG)TRANSPORT: Reikwijdte van de borg gesteld door de vervoerder... 4 VERZEKERINGSRECHT Aangifte of erkenning van het schadegeval... 4 CONSUMENTENRECHT Europese richtlijn consumentenrechten... 4 E-mail: Voornaam.Achternaam@astrealaw.be Disclaimer. Hoewel deze nieuwsbrief met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaardt Astrea bv cvba en de personen die handelen onder de naam Astrea, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De nieuwsbrief is bedoeld ter algemene informatie en kan in geen opzicht worden beschouwd als advies.

HANDELSRECHT: DE INFORMATIEPLICHT IN DE DIENSTENSECTOR Over weinig Europese richtlijnen is zoveel inkt gevloeid als over de totstandkoming van de dienstenrichtlijn, onder het brede publiek beter bekend als de Bolkesteinrichtlijn. Toch is de implementering in het Belgische recht d.m.v. de dienstenwet van 26 maart 2010 eerder geruisloos verlopen. HANDELSRECHT: INTRESTVOET IN HAN- DELSZAKEN VERSUS IN- TRESTVOET IN BURGER- LIJKE ZAKEN Per 1 januari 2012 werden de wettelijke intrestvoeten gewijzigd. De wettelijke intrestvoet van toepassing in burgerlijke zaken (en bepaalde handelszaken) bedraagt vanaf januari 2012: 4,25%. De intrestvoet van toepassing in handelszaken die onder het toepassingsgebied vallen van de Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, bedraagt vanaf januari 2012: 8%. U kan deze intrestvoeten verhogen door hiervan af te wijken in uw contract of via uw Algemene Voorwaarden, zij het binnen redelijke perken. De rechter behoudt een matigingsbevoegdheid. Bijkomend kan u in een schadebeding bepalen dat de in gebreke blijvende partij, naast de intresten, ook een schadevergoeding verschuldigd is van bv. 10%. Nochtans dienen de gevolgen van de inwerkingtreding niet te worden onderschat, met name wat de informatieverplichtingen van een professionele dienstverlener t.o.v. zijn cliënteel betreft. Hoewel de wetgeving reeds sinds jaar en dag in een algemene informatieverplichting voorziet, heeft de nieuwe dienstenwet deze precontractuele informatieverplichting gevoelig uitgebreid en geconcretiseerd. Hoewel de Wet dus al van 2010 dateert achten we het ingevolge een aantal concrete en recente gevallen toch relevant de aandacht er even op te vestigen. Eerst en vooral heeft de dienstenwet het moment van informatieverstrekking verschoven van ten laatste op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst naar tijdig voor het sluiten van het contract. Ook wat de inhoud van de informatieverplichting betreft bestaan er een aantal belangrijke verschillen. Zo werd onder de oude wetgeving de informatiehoeveelheid veelal afhankelijk gesteld van de door de consument uitgedrukte behoefte aan informatie en het door hem meegedeelde of voorzienbare gebruik. Dit in tegenstelling tot de nieuwe dienstenwet die de informatiehoeveelheid niet aan enig criterium bindt. De dienstverlener dient steeds alle nodige informatie spontaan mee te delen. Verder werd de reikwijdte van de informatieverplichting onder handen genomen. Waar de oude wetgeving de professionele verkoper enkel verplichtte informatie te verlenen omtrent de kenmerken van de dienstverlening en de gehanteerde verkoopsvoorwaarden, wordt hij nu verplicht de afnemer eveneens uitgebreid te informeren omtrent zijn persoon. Tenslotte is ook het toepassingsgebied van de informatieverplichting gevoelig uitgebreid. De informatieverplichting strekt nu ook tot voordeel van rechtspersonen die voor beroepsdoeleinden van een dienst gebruik maken of willen maken. Binnen het oude wettelijke kader was het veelal zo dat enkel afnemers die buiten hun beroepsdoeleinden van een dienst gebruik wensten te maken, uitvoerig dienden geïnformeerd te worden. De nieuwe wetgeving maakt dit onderscheid niet. De dienstenwet omvat nu dus de hele b-to-b sector. Elke dienstverlener zal m.a.w. deze nieuwe bepalingen goed in het achterhoofd moeten houden, telkens een potentiële klant, al dan niet professioneel, hem contacteert. Joost Saveniers Sophie Van Camp 2

PRIVACY: EUROPESE HARMONISATIE OP KOMST Op 25 januari 2012 heeft de Europese Commissie de Europese Privacy verordening voorgesteld. Deze beoogt de Europese Privacyrichtlijn 95/46/EC te vervangen. I.t.t. een richtlijn heeft een verordening directe werking binnen alle lidstaten en kan ze zo een einde maken aan de thans versnipperde regels inzake privacy binnen Europa. De verordening versterkt de positie van betrokkenen. Nieuw is bijvoorbeeld het recht voor betrokkenen om vergeten te worden. Ook wordt er aan de verantwoordelijken (bedrijven) een reeks verplichtingen opgelegd, zoals het documenteren van alle gegevensverwerkingen, de voorwaarde om van betrokkenen uitdrukkelijke toestemming te krijgen voor het verwerken van persoonsgegevens, de verplichting om datalekken binnen 24 uur te melden en het aanstellen van een privacyfunctionaris voor bedrijven met meer dan 250 werknemers, Tevens worden de sancties bij overtreding verhoogd tot maximaal 2% van de wereldwijde omzet. Gunstig voor multinationals is dat de verordening de export van persoonsgegevens naar landen buiten de EU beoogt te vereenvoudigen en dat wellicht de tot nu toe verplichte aangifte bij de Belgische Privacycommissie zal worden afgeschaft. Het voorstel ligt nu ter goedkeuring voor bij het Europees Parlement, waarna het moet worden goedgekeurd door de Europese Raad. Twee jaar later kan de verordening in werking treden, hetgeen wellicht op zijn vroegst in 2015 zou zijn. (ZEE)TRANSPORT: Laurence Jacqmain HOF BEVESTIGT MOGELIJKHEID TOT BESLAG LASTENS EEN VERBONDEN VENNOOTSCHAP Bewarend beslag kan in principe slechts gelegd worden lastens degene die schuldenaar is van de verbintenis waarvoor men beslag wenst te leggen. Ook voor beslag op zeeschip is dit het geval, ofschoon, zeker in deze sector, rederijen de verhaalsmogelijkheden van hun schuldeisers vaak zoveel mogelijk proberen te beperken door onder meer hun schepen onder te brengen in zogenaamde one ship companies. Het Hof van beroep van Antwerpen heeft, in een recent arrest van 27 juni 2011, bevestigd dat een schuldeiser beslag mocht leggen lastens een andere vennootschap dan zijn contractuele schuldenaar. In de zaak waarin het Hof uitspraak moest doen waren de eigenlijke schuldenaar en de vennootschap lastens wie de schuldeiser beslag had gelegd, dermate met elkaar verweven dat derden geen enkel zicht konden hebben op de onderlinge vermogenstoestand en verschuivingen tussen de twee verbonden vennootschappen. Volgens het Hof was bijgevolg sprake van simulatie of veinzing, aangezien de beide vennootschappen de afgescheiden rechtspersoonlijkheid niet respecteerden. INSOLVENTIE: ZIJN ER NOG ZE- KERHEDEN? (1) Het bedingen van een contractuele zekerheid tussen partijen is op zich geldig. Vaak draagt een schuldenaar aan een schuldeiser een schuldvordering over tot zekerheid van betaling. Door de overdracht zou de schuldvordering het vermogen van de schuldenaar verlaten, zodat deze bij samenloop of insolventie niet in de boedel valt. De schuldeiser hoopt via het contract aan de samenloop te ontsnappen. Het Hof van Cassatie besliste op 3 december 2010 dat de contractvrijheid ondergeschikt is aan het beginsel van de gelijkheid der schuldeisers (art. 7, 8 en 9 van de Hypotheekwet). In dit concrete geval werd de overdracht van schuldvordering tot zekerheid herleid tot een gewone inpandgeving van deze schuldvordering. De schuldvordering valt dan wel in de boedel maar de schuldeiser is erop bevoorrecht via het wettelijk pand. Dit arrest zal gevolgen hebben voor alle overdrachten van eigendom tot fiduciaire zekerheid. Ook de wetgever bemoeit zich met het onderwerp: een voorontwerp van Wet over het Zekerhedenrecht ligt sinds 14 oktober 2011 bij de Minister van Justitie om na beslissing in de ministerraad bij het Parlement in te dienen. Louis Verstraeten In dergelijke gevallen kunnen de beslagmogelijkheden van een schuldeiser dus worden uitgebreid buiten het patrimonium van zijn contractuele schuldenaar. Ruud De Houwer 3

VERZEKERINGSRECHT: AANGIFTE OF ERKENNING VAN HET SCHADEGEVAL? Een schadegeval is snel gebeurd. U heeft een verzekeringspolis afgesloten en u betaalde stipt uw premies aan uw verzekeraar. (WEG)TRANSPORT: REIKWIJDTE VAN DE BORG GESTELD DOOR DE VERVOER- DER Sinds 2002 is elke onderneming die vervoer van zaken over de weg bewerkstelligt, verplicht een hoofdelijke borgtocht te stellen als bewijs van zijn financiële draagkracht. De juiste bestemming van deze borgtocht heeft in het verleden herhaaldelijk aanleiding gegeven tot discussie. Overeenkomstig de wet dient de schuldvordering die ten grondslag ligt aan de aanspraak op de borgtocht betrekking te hebben op een vervoer over de weg. Hoewel wettelijk geregeld is dat een ondervervoerder aanspraak kan maken op de borg voor zijn vordering op de hoofdvervoerder, bleef de vraag of ook het omgekeerde waar was. Het Hof van Cassatie bevestigde in haar arrest van 16 september 2011 dat de vervoerder ten aanzien van de vervoerder in onderaanneming, op wie hij een beroep heeft gedaan, aanspraak kan maken op de borg. Toch gebeurt het al te vaak dat uw verzekeraar weigert om dekking te verlenen, bijvoorbeeld onder verwijzing naar ene of andere uitsluitingsgrond in de polisvoorwaarden. Vóóraleer u een verzekering afsluit, is het van groot belang dat u de algemene en bijzondere voorwaarden kritisch onderzoekt. De vraag «Dekt deze verzekering de schadegevallen waarmee ik geconfronteerd kan worden?» is een cruciale vraag. Uw bijzondere aandacht dient daarbij uit te gaan naar de «uitsluitingen» die veelal ruim geformuleerd worden. Ook bij de redactie van de aangifte van het schadegeval aan uw verzekeraar, moet u alert blijven. De bewoording die u daarbij hanteert, kan achteraf in uw nadeel worden gebruikt. Zo oordeelde de rechtbank in Turnhout recent dat de eigen aangifte aan de verzekeraar een buitengerechtelijke bekentenis opleverde m.b.t. de aanduiding van de feiten. De rechtbank beoordeelde de aansprakelijkheid op basis van de verklaringen gedaan in deze aangifte. Indien u in de aangifte bijvoorbeeld aangeeft dat een schadegeval plaatsvond door daden van uw aangestelde, dan kan u hierop naderhand niet meer terugkomen en beweren dat het schadegeval een andere oorzaak had. De boodschap is: wik en weeg uw woorden, ook ten aanzien van uw verzekeraar. CONSUMENTENRECHT: Charlot De Decker EUROPESE RICHTLIJN CONSUMENTEN- RECHTEN Op 21 november 2011 werd de nieuwe Europese Richtlijn Consumentenrechten gepubliceerd. Deze moet door de lidstaten worden omgezet in nationaal recht tegen 12 december 2013 en wordt op 12 juni 2014 van toepassing. De finale versie van de Richtlijn is slechts een schim van de initiële ambitieuze opzet om het Europees consumentrecht grondig te harmoniseren en om een impuls te geven aan de interne handel (voornamelijk via internet). Deze opzet bleek niet haalbaar omdat de beoogde regels in praktijk in vele landen zouden leiden tot een verlaging van de consumentenbescherming. De meeste landen beschikken reeds over een vrij ruime consumentenbescherming. Het op elkaar afstemmen van deze bestaande nationale systemen bleek minder evident dan initieel gedacht. 4 Ruud De Houwer De nieuwe Richtlijn vormt uiteindelijk meer een aanpassing van de bestaande consumentbescherming aan de nieuwe technieken zoals internet, dan een baanbrekende vernieuwing. Hieronder enkele nieuwigheden:

- Wat betreft Verkoop op afstand (vb. internet- of telefonische verkopen) en Verkoop buiten de onderneming ( vb. huis-aan-huis verkoop, inclusief verkopen in het huis van de consument op uitgenodiging van deze laatste vb. Tupperware -avonden): De bestaande regelgeving wordt vervangen door een uitgebreidere modernere reglementering. De verkopers moeten een lange lijst van informatie- en vormverplichtingen respecteren. Zo moet steeds de totale prijs vermeld worden (inclusief belasting, leveringskosten,...) alsook de eventueel verzendingskost wanneer de consument zijn herroepingsrecht wil inroepen. Om op een commerciële website misleiding omtrent het betaalbare karakter van een produkt te vermijden, moet de consument expliciet bevestigen dat hij weet dat hij moet betalen (vb. via een duidelijke betaalknop). Bovendien mag geen gebruik gemaakt worden van op voorhand aangevinkte vakjes m.b.t. eventuele aanvullende betalingen. Een belangrijke nieuwigheid is de regeling m.b.t. het herroepsingrecht: Consumenten kunnen gedurende 14 dagen na ontvangst de koop van een produkt/dienst herroepen, zonder opgave van reden (behoudens bepaalde uitzonderingen zoals op maat gemaakte producten, bloemen, voeding,...). Indien de verkoper de consument hier niet over inlicht, wordt dit recht verlengd tot één jaar. Er wordt een Europees modelformulier voor de uitoefening van dit herroepingsrecht ingevoerd. Ingeval van herroeping, moet de verkoper alle betaalde kosten (inclusief leveringskosten) terugbetalen aan de consument. De verkoper mag voortaan geen hogere kosten aanrekenen voor het gebruik van betaalmiddelen zoals kredietkaarten, dan de werkelijke kost. OVER ASTREA Astrea is een advocatenkantoor met sterke competenties in alle rechtsgebieden waar een onderneming of entrepreneur mee wordt geconfronteerd. Astrea bestaat uit één team van meer dan 40 gespecialiseerde en ervaren advocaten die volgens de noden van de cliënt worden ingezet en met een pragmatisch gerichte aanpak de meest efficiënte oplossing nastreven. Astrea werkt vanuit Antwerpen en Brussel voor een nationaal en internationaal cliënteel en is actief op het vlak van vennootschapsrecht, lokale en internationale samenwerkingsen overnamecontracten (M&A), milieurecht, ruimtelijke ordening en vastgoedrecht, administratief recht, sociaal recht, internationale tewerkstelling, distributierecht, algemeen handelsrecht, transport en logistiek, fiscaal recht en intellectuele eigendomsrechten. - Algemene informatieplicht: Bij eender welke soort van verkoop (dus niet enkel bij de hierboven vermelde categoriën), dient de verkoper melding te maken van: de voornaamste kenmerken van het produkt, zijn identiteit en adres, de totale prijs, garanties, duur. Bij de verkoop van software moet melding gemaakt worden van de functionaliteit en compatibiliteit. Hier kunnen de lidstaten wel nog een strengere regeling opleggen. - Levering en overgang van risico: Als er geen specifieke leveringstermijn is overeengekomen, dan geldt de regel dat de produkten moeten geleverd worden ten laatste 30 dagen na het aangaan van de overeenkomst. Zoniet, dan kan de consument de overeenkomst beëindigen (indien de levering niet gebeurt na één extra kans op levering). Het risico op schade of verlies gaat over op de consument op het moment dat hij daadwerkelijk de goederen in bezit heeft gekregen. In België zal deze Richtlijn concreet leiden tot de aanpassing van de Wet op de Marktpraktijken van 6 april 2010, alsook van enkele bepalingen van het Burgelijk Wetboek. Wij houden u hiervan op de hoogte! ASTREA bv cvba Roderveldlaan 3 B-2600 Antwerpen BRV BE 0885.184.584 RPR Antwerpen Bank ING 363-0075508-82 Tel +32 3 287 11 11 Fax +32 3 287 11 12 Www.astrealaw.be Barbara Terriere 5