RICHTLIJNEN VOOR ONDERZOEK IN HET BUREAU VOOR HARMONISATIE BINNEN DE INTERNE MARKT (MERKEN, TEKENINGEN EN MODELLEN) BETREFFENDE GEMEENSCHAPSMERKEN DEEL B ONDERZOEK AFDELING 2 FORMALITEITEN Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 1
Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Indiening van de aanvragen... 5 2.1 Aanvragers... 5 2.2 Waar kan een aanvraag van een Gemeenschapsmerk worden ingediend... 5 3 De taksen... 5 3.1 Taksen in het algemeen... 5 3.2 Betalingsverzuim basistaks... 6 3.3 Betalingsverzuim klassetaks... 6 3.4 Terugbetaling van taksen na intrekking... 7 4 Datum van indiening... 7 4.1 Vereisten voor toekenning van een datum van indiening... 7 4.2 Elektronisch ingediende aanvragen... 8 4.3 Via nationale bureaus (dienst voor de intellectuele eigendom van een lidstaat of Benelux-Bureau) ingediende aanvragen... 8 4.4 Aanvragen die rechtstreeks bij het BHIM worden ontvangen... 9 4.5 Lijst van waren en diensten... 9 5 Ondertekening... 9 6 Talen / Vertalingen... 9 6.1 Eerste en tweede talen... 10 6.2 De correspondentietaal... 10 6.3 Referentietaal voor vertalingen... 10 6.4 Vertaling van meertalige elementen... 11 6.5 Beperking van waren en diensten... 12 7 Houder, gemachtigde en correspondentieadres... 13 7.1 Aanvrager... 13 7.2 Gemachtigde... 13 7.3 Naams-/adreswijziging... 14 7.4 Overdracht van houderschap... 14 8 Soort merk... 14 8.1 Individuele merken... 14 8.2 Collectieve merken... 14 Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 2
8.2.1 Karakter van collectieve merken... 15 8.2.2 Aanvragers van collectieve merken... 15 8.2.3 In te dienen documenten... 15 8.2.4 Formaliteitenonderzoek met betrekking tot collectieve merken... 16 8.2.4.1 Reglement niet ingediend... 16 8.2.4.2 Reglement ingediend, maar met gebreken... 16 8.2.5 Wijzigingen van het soort merk (van collectief naar individueel)... 16 9 Merksoort... 17 9.1 Woordmerken... 17 9.2 Beeldmerken... 18 9.3 Driedimensionale merken... 19 9.4 Geluidsmerken... 22 9.4.1 Elektronisch geluidsbestand... 22 9.4.2 Muzieknotaties... 22 9.4.3 Sonogrammen... 22 9.5 Kleur als zodanig... 23 9.6 Hologrammen... 24 9.7 Geur-/reukmerken... 25 9.8 Andere merken... 25 9.8.1 Bewegende merken... 25 9.8.2 Plaatsmerken... 26 9.8.3 Merkdraadmerken... 29 9.8.4 Patroonmerken... 30 9.9 Correctie van de merksoort... 31 9.9.1 Algemene voorschriften... 31 9.9.2 Voorbeelden van merksoortgebreken die zich herhaaldelijk voordoen... 31 9.9.2.1 Woordmerken... 31 9.9.2.2 Beeldmerken... 31 10 Seriemerken... 33 10.1 Meerdere weergaven met afbeeldingen... 34 11 Kleuraanduiding... 34 12 Merkbeschrijvingen... 37 13 Disclaimer... 42 14 Voorrang (volgens het verdrag)... 43 14.1 Beginsel van eerste aanvraag... 45 14.2 Drievoudige gelijkheid... 46 14.2.1 Gelijkheid van de merken... 46 14.2.2 Gelijkheid van de waren en diensten... 46 14.2.3 Gelijkheid van de houder... 47 Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 3
14.3 Niet voldaan aan voorrangsvereisten... 47 14.4 Voorrangsdocumenten niet ingediend... 47 14.5 Taal van eerdere aanvraag... 48 14.6 Controle van voorrangsdatum na wijziging van de indieningsdatum.. 48 14.7 Behandeling van gebreken die aan het licht komen in voorrangsonderzoeken... 48 14.8 Voorbeelden van beroepen op voorrang... 49 14.8.1 Eerste aanvraag... 49 14.8.2 Vergelijking van de merken... 49 14.8.3 Vergelijking van de waren en diensten... 51 14.8.4 Beroepen op voorrang op basis van seriemerken... 53 14.8.5 Een beroep op voorrang doen voor driedimensionale of andere merken.. 53 14.8.6 Beroepen op voorrang met betrekking tot collectieve merken... 53 15 Voorrang uit hoofde van tentoonstelling... 54 16 Anciënniteit... 55 16.1 Invoeren van anciënniteit... 55 16.2 Onderzoek van anciënniteit... 56 16.3 Gelijkheid van de tekens... 57 16.4 Waren en diensten... 58 16.5 Behandeling van gebreken die aan het licht komen in anciënniteitsonderzoeken... 58 16.6 Voorbeelden van beroepen op anciënniteit... 58 17 Omzetting... 59 18 Wijzigingen aan de aanvraag van het Gemeenschapsmerk... 60 18.1 Wijzigingen aan de afbeelding van het merk... 60 19 Conversie... 62 Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 4
1 Inleiding Elke aanvraag van een Gemeenschapsmerk (GM) moet aan bepaalde regels betreffende formaliteiten voldoen. Deze richtlijnen hebben ten doel de praktijken van het Bureau met betrekking tot die regels betreffende formaliteiten voor aanvragen om een Gemeenschapsmerk vast te leggen. 2 Indiening van de aanvragen 2.1 Aanvragers Artikel 5, VGM Alle natuurlijke of rechtspersonen, met inbegrip van publiekrechtelijke lichamen mogen een Gemeenschapsmerk aanvragen, ongeacht hun nationaliteit of woonplaats. 2.2 Waar kan een aanvraag van een Gemeenschapsmerk worden ingediend Artikel 25, lid 1, VGM Regel 82, UVGM Besluit EX-05-3, en besluit EX-11-3 van de President van het Bureau De aanvrager kan de aanvraag van het Gemeenschapsmerk rechtstreeks bij het BHIM, bij de centrale dienst voor de industriële eigendom van een lidstaat of bij het Benelux- Bureau indienen. Aanvragen van Gemeenschapsmerken kunnen bij het BHIM worden ingediend langs elektronische weg (via online-indiening), per fax, via gewone post of via een koeriersdienst, of persoonlijk worden ingeleverd bij de receptie van het Bureau. 3 De taksen Artikelen 2, 7 en 8, VTGM Artikel 27, VGM Regel 4 en regel 9, lid 5, UVGM Besluit EX-96-1, gewijzigd in 1996, 2003 en 2006, en besluit EX-11-3 van de President van het Bureau 3.1 Taksen in het algemeen De volgende taksen zijn van toepassing op de aanvraag van een Gemeenschapsmerk: Handelsmerk Basistaks voor maximaal drie Aanvullende klassetaks Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 5
klassen Langs elektronische weg 900 EUR 150 EUR Via een papieren formulier 1 050 EUR 150 EUR Collectief 1 800 EUR 300 EUR De taks moet in euro worden betaald. Betalingen die in andere valuta worden gedaan, zijn nietig en leiden tot het verlies van rechten. Er geldt geen korting op de taks indien een aanvraag van een collectief merk elektronisch wordt ingediend. Voor meer informatie over taksen, zie de richtlijnen, deel A, Algemene voorschriften, afdeling 3, Betaling van taksen, kosten en tarieven. 3.2 Betalingsverzuim basistaks Indien de basistaks niet binnen één maand na de datum waarop het Bureau de aanvraag heeft ontvangen, is betaald, vervalt de voorlopige indieningsdatum (zie paragraaf 4, Datum van indiening). De indieningsdatum kan echter worden behouden indien de aanvrager bewijs overlegt dat betaling is verricht aan een bank of er een betalingsopdracht is gegeven in een lidstaat en binnen de termijn van één maand en de aanvrager een toeslag van tien procent betaalt. De toeslag hoeft echter niet te worden betaald indien de aanvrager bewijs overlegt van het feit dat de betaling meer dan tien dagen voor afloop van de termijn van één maand is geïnitieerd. 3.3 Betalingsverzuim klassetaks Indien de aanvraag meer dan drie klassen waren en/of diensten betreft, moet er een aanvullende klassetaks worden betaald voor elke aanvullende klasse. Indien de betaalde taks of het van de lopende rekening afgeschreven bedrag minder bedraagt dan het totale bedrag aan taksen dat verschuldigd is voor de op het aanvraagformulier geselecteerde klassen, doet het Bureau de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling toekomen, waarin de aanvrager de gelegenheid wordt geboden om binnen een termijn van twee maanden de betaling alsnog te voldoen. Indien er geen betaling wordt ontvangen binnen de aangegeven termijn, wordt de aanvraag geacht te zijn ingetrokken voor de klassen die niet worden gedekt door het betaalde bedrag. Bij ontbreken van andere criteria om vast te stellen voor welke klassen de betaling geldt, gaat het Bureau uit van de klassen in de volgorde van de classificatie (te beginnen met de laagste); de aanvraag wordt geacht te zijn ingetrokken ten aanzien van die klassen waarvoor de klassetaksen niet (volledig) zijn betaald. Indien aanvullende klassetaksen moeten worden betaald na het herstellen van een foutieve classificatie, doet het Bureau de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling toekomen, waarin de aanvrager de gelegenheid wordt geboden om binnen een termijn van twee maanden de betaling alsnog te voldoen. Als de betaling niet binnen de gestelde termijn wordt ontvangen, wordt de aanvraag Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 6
geacht te zijn ingetrokken voor die klassen die voortkomen uit de aanpassing van de classificatie en die niet worden gedekt door de daadwerkelijk betaalde taksen. Bij ontbreken van andere criteria om vast te stellen voor welke klassen de betaling geldt, gaat het Bureau uit van de klassen in de volgorde van de classificatie (te beginnen met de laagste); de aanvraag wordt geacht te zijn ingetrokken ten aanzien van die klassen waarvoor de klassetaksen niet (volledig) zijn betaald. 3.4 Terugbetaling van taksen na intrekking De basistaks wordt alleen teruggestort indien de intrekkingsverklaring het Bureau: in het geval van betaling met een creditcard, op dezelfde dag bereikt als de aanvraag met daarin de instructies/gegevens van de creditcard; in het geval van betaling via een bankoverschrijving, eerder bereikt dan de datum waarop het bedrag daadwerkelijk wordt bijgeschreven op de bankrekening van het Bureau; of, in het geval van betaling via een lopende rekening, binnen de termijn van één maand voor betaling van de basistaks bereikt; of, indien schriftelijke instructie is gegeven om het bedrag onmiddellijk van een lopende rekening af te schrijven, voor of uiterlijk op dezelfde dag waarop die instructie werd ontvangen, bereikt. Indien de basistaks moet worden teruggestort, worden eventueel betaalde aanvullende klassetaksen ook teruggestort. Een terugstorting van uitsluitend aanvullende klassetaksen vindt alleen plaats indien de betaalde taks hoger is dan de taks die betaald moet worden op basis van de door de aanvrager in de aanvraag van het Gemeenschapsmerk opgegeven klassen. 4 Datum van indiening Artikel 25, lid 3, en artikelen 26 en 27, VGM Regel 9, lid 1, UVGM 4.1 Vereisten voor toekenning van een datum van indiening Wanneer een aanvraag anders dan via elektronische indiening bij het Bureau wordt ontvangen, wordt er een voorlopige indieningsdatum toegekend en geeft het Bureau onmiddellijk een bewijs af met deze voorlopige indieningsdatum. Na één maand en na Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 7
betaling van de taks, wordt de indieningsdatum toegekend, mits de aanvraag voldoet aan de volgende vereisten: de aanvraag is een verzoek tot inschrijving van een Gemeenschapsmerk; de aanvraag bevat gegevens op grond waarvan de aanvrager kan worden geïdentificeerd; de aanvraag bevat een voorstelling van het handelsmerk; de aanvraag bevat een lijst van waren/diensten. Als aan een van de bovenstaande vereisten niet wordt voldaan, doet het Bureau de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling toekomen waarin de aanvrager de gelegenheid wordt geboden om binnen een termijn van twee maanden na betekening van de schriftelijke ingebrekestelling de ontbrekende informatie alsnog over te leggen. Deze termijn is niet verlengbaar. Indien het verzuim niet wordt hersteld, wordt de aanvraag van het Gemeenschapsmerk beschouwd als niet ingediend, worden alle al betaalde taksen terugbetaald en wordt de zaak gesloten. Indien de ontbrekende informatie binnen de in de schriftelijke ingebrekestelling gestelde termijn wordt overgelegd, wordt de indieningsdatum veranderd in de datum waarop alle verplichte informatie volledig is, inclusief de betaling. Soms dienen aanvragers meer dan één afbeelding van het merk in (zie paragraaf 9.1.3, Driedimensionale merken en paragraaf 10, Seriemerken). Aangezien de aanvraag een afbeelding van het merk bevat, wordt dit niet als een hindernis beschouwd voor het toekennen van een indieningsdatum. De aanvrager dient dan wel op te geven welke van de ingediende voorstellingen moet worden gebruikt als de voorstelling van de aanvraag van het Gemeenschapsmerk; hiertoe doet het Bureau de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling toekomen, waarin de aanvrager de gelegenheid wordt geboden om binnen een termijn van twee maanden de juiste voorstelling aan te geven. 4.2 Elektronisch ingediende aanvragen Voor elektronisch ingediende aanvragen van Gemeenschapsmerken geeft het systeem onmiddellijk een automatisch bewijs van indiening af, dat verschijnt op het scherm van de computer van waaruit de aanvraag is verzonden. In principe dient de aanvrager het automatische bewijs op te slaan of af te drukken; het Bureau verstuurt geen aanvullend bewijs. Bewijzen van elektronisch ingediende aanvragen bevatten de voorlopige indieningsdatum al. 4.3 Via nationale bureaus (dienst voor de intellectuele eigendom van een lidstaat of Benelux-Bureau) ingediende aanvragen Indien een aanvraag van een Gemeenschapsmerk wordt ingediend bij de centrale dienst voor de intellectuele eigendom van een lidstaat of bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom, heeft dit dezelfde gevolgen als wanneer de aanvraag diezelfde dag zou zijn ingediend bij het BHIM, mits de aanvraag binnen twee maanden na de datum van indiening bij het nationale bureau bij het BHIM wordt ontvangen. Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 8
Indien de aanvraag van het Gemeenschapsmerk niet binnen twee maanden bij het BHIM binnenkomt, wordt de aanvraag geacht te zijn ingediend op de datum dat de aanvraag door het BHIM is ontvangen. 4.4 Aanvragen die rechtstreeks bij het BHIM worden ontvangen Indien een aanvrager een aanvraag van een Gemeenschapsmerk bij het BHIM indient en de aanvraag volledig is, wordt de ontvangstdatum aangehouden als indieningsdatum. 4.5 Lijst van waren en diensten Artikel 26, en artikel 43, lid 2, VGM De aanwezigheid van een lijst van waren en diensten is één van de vereisten voor het toekennen van een indieningsdatum. Een verwijzing in het desbetreffende veld op het aanvraagformulier van een Gemeenschapsmerk naar een ouder Gemeenschapsmerk kan worden gebruikt om de lijst van waren en diensten aan te geven. Voor meer informatie over de classificatie van waren en diensten, zie de richtlijnen, deel B, Onderzoek, afdeling 3, Classificatie. De door de oorspronkelijke lijst van waren en diensten gedefinieerde omvang van de bescherming kan niet worden uitgebreid. Indien een aanvrager na indiening aanvullende waren of diensten wil beschermen, moet een nieuwe aanvraag worden ingediend. 5 Ondertekening Regel 80, lid 3, en regel 82, lid 3, UVGM Aanvraagformulieren die per fax, post of koeriersdienst worden verzonden of persoonlijk worden afgegeven, moeten op het formulier of op een begeleidend schrijven worden ondertekend. De handtekening mag die van de aanvrager of de gemachtigde zijn. Indien een aan het Bureau medegedeelde aanvraag niet is ondertekend, nodigt het Bureau de betrokken partij uit om het verzuim te herstellen binnen een termijn van twee maanden. Indien het verzuim niet is hersteld binnen deze termijn, wordt de aanvraag afgewezen. Indien een aanvraag elektronisch wordt ingediend, wordt de vermelding van de naam van de afzender geacht gelijkwaardig te zijn aan de handtekening. 6 Talen / Vertalingen Artikel 119, artikel 120, en artikel 43, lid 2, VGM Mededeling 4/04 van de President van het Bureau Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 9
Een aanvraag van een Gemeenschapsmerk mag worden ingediend in een van de officiële talen van de Europese Unie. Er moet een tweede taal worden opgegeven op het aanvraagformulier; dit moet een van de vijf talen van het Bureau zijn, te weten Engels, Frans, Duits, Italiaans of Spaans. Er mag een andere taalversie van het aanvraagformulier worden gebruikt dan de taal die als eerste taal is gekozen. Het aanvraagformulier moet echter in die eerste taal worden ingevuld, inclusief de lijst van waren en diensten, de kleuraanduiding, de merkbeschrijving en de disclaimer, indien van toepassing. 6.1 Eerste en tweede talen Als niet alle informatie op het aanvraagformulier in de eerste taal is gesteld, doet het Bureau de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling toekomen. Indien het verzuim niet is hersteld binnen twee maanden, wordt de aanvraag afgewezen. De tweede taal fungeert als mogelijke taal voor oppositie- en doorhalingsprocedures. De tweede taal mag niet dezelfde zijn als de als eerste taal geselecteerde taal. De gekozen eerste en tweede taal kunnen in geen geval worden gewijzigd na indiening. 6.2 De correspondentietaal De correspondentietaal is de taal die tot aan het moment van inschrijving van het merk in het kader van onderzoeksprocedures wordt gebruikt in correspondentie tussen het Bureau en de aanvrager. Indien de taal die de aanvrager als eerste taal heeft geselecteerd een van de vijf talen van het Bureau is, dan wordt deze taal als correspondentietaal gebruikt. Indien de aanvrager een van de vijf talen van het Bureau als eerste taal selecteert, maar vervolgens opgeeft dat de tweede taal de correspondentietaal moet worden, verandert het Bureau de correspondentietaal in de eerste taal en stelt het de aanvrager hiervan op de hoogte. Voorbeeld Eerste geselecteerde taal Tweede geselecteerde taal Geselecteerde correspondentietaal Frans Engels Engels De taal waarin wordt gecorrespondeerd, wordt veranderd in Frans. Voor meer informatie over talen, zie de richtlijnen, deel A, Algemene voorschriften, afdeling 4, Proceduretaal. 6.3 Referentietaal voor vertalingen De lijst van waren en diensten en alle meertalige elementen van de aanvraag worden vertaald in de officiële talen van de EU. De brontaal voor vertalingen wordt de referentietaal genoemd. Als de eerste taal van de aanvraag een van de vijf talen van het Bureau is, wordt dit altijd de referentietaal. Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 10
Indien de eerste taal van de aanvraag niet een van de vijf talen van het Bureau is en de aanvrager een vertaling van de waren en diensten in de tweede taal heeft overgelegd, wordt de referentietaal de tweede taal. Indien er geen vertaling wordt overgelegd, is de eerste taal de referentietaal. Indien een vertaling van waren en diensten in de tweede taal wordt aangeleverd, controleert het Bureau of alle meertalige elementen (merkbeschrijving, kleuraanduiding, disclaimer, zie voor meer informatie paragraaf 6.4) ook zijn vertaald en of de vertaling overeenkomt met de eerste taal. Indien dit niet het geval is, wordt er een schriftelijke ingebrekestelling naar de aanvrager gestuurd. Vertalingen van eenvoudige kleuren worden toegevoegd door het Bureau. 6.4 Vertaling van meertalige elementen Meertalige elementen bevatten informatie over de aanvraag die in beginsel vertaald moet worden. Deze elementen zijn merkbeschrijvingen, kleuraanduidingen en verklaringen van afstand. Alvorens de aanvraag voor vertaling te verzenden, controleert het Bureau of de in de meertalige elementen vervatte informatie juist en aanvaardbaar is. De details zijn hieronder te vinden in de desbetreffende paragrafen over kleuraanduidingen, merkbeschrijvingen en disclaimers (respectievelijk de paragrafen 11, 12 en 13). Bovendien worden niet te vertalen elementen als zodanig aangeduid, alvorens een verzoek tot vertaling van een aanvraag in te dienen, door deze elementen tussen aanhalingstekens ( ) te plaatsen zoals is overeengekomen met het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT). De volgende elementen mogen niet worden vertaald en worden tussen aanhalingstekens geplaatst: 1. merkbeschrijvingen: indien de aanvaardbare merkbeschrijving naar een woordelement van het merk verwijst, mag dit element niet worden vertaald: Merkbeschrijving Merk CTM 10 003 317 Het woord "Rishta" in een gestileerd schrift in een ruitvormige achtergrond met een schaduweffect en de woorden "Premium Quality" in een kleiner lettertype in een rechthoekig blok geplaatst boven het woord "Rishta" en onder de bovenste punt van de ruit. (Voor informatie over het onderzoek van merkbeschrijvingen, zie paragraaf 12.) 2. kleuraanduidingen: indien de kleuraanduiding een verwijzing naar een internationaal coderingssysteem (bijv. Pantone ) bevat, moet dit met aanhalingstekens worden aangegeven, aangezien het niet mag worden vertaald: Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 11
Kleuraanduiding Merk CTM 10 171 452 Blå ( Pantone 3115 ), Grå ( Cool Grey 9 ). (Voor informatie over het onderzoek van kleuraanduidingen, zie paragraaf 11.) 3. verklaringen van afstand: indien de aanvrager verklaart geen aanspraak te zullen maken op een woordelement van dit merk, dient dit woordelement te worden geïdentificeerd met aanhalingstekens, aangezien het niet mag worden vertaald: Disclaimer socks Merk DOODAH SOCKS (Voor informatie over het onderzoek van disclaimers, zie paragraaf 13.) 6.5 Beperking van waren en diensten Regel 95, onder a), UVGM Indien de eerste taal van de aanvraag van het Gemeenschapsmerk een van de talen van het Bureau is, kan een beperking alleen worden aanvaard in de eerste taal. Indien de eerste taal van de aanvraag niet een van de talen van het Bureau is, kan een beperking alleen worden aanvaard in de tweede taal indien de tweede taal is opgegeven als correspondentietaal. Voorbeeld van een aanvaardbaar verzoek tot beperking Eerste taal NL Tweede taal EN Een in het Engels naar het Bureau verzonden beperking wordt aanvaard, op voorwaarde dat Engels is aangegeven als correspondentietaal van de aanvraag. Voorbeeld van een niet-aanvaardbaar verzoek tot beperking Eerste taal IT Tweede taal EN Een in het Engels naar het Bureau verzonden beperking wordt niet aanvaard, aangezien in dit geval Italiaans een van de vijf talen van het Bureau is en derhalve de enige taal is waarin een beperking aanvaard zal worden. Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 12
7 Houder, gemachtigde en correspondentieadres 7.1 Aanvrager Artikel 3, artikel 5, en artikel 92, VGM Regel 1, lid 1, onder b), regel 26, en regel 76, UVGM Alle natuurlijke of rechtspersonen, met inbegrip van publiekrechtelijke lichamen (bijv. een universiteit), kunnen houder van een Gemeenschapsmerk zijn. Aanvragen uit naam van een juridische eenheid in oprichting worden aanvaard. In een aanvraag van een Gemeenschapsmerk moet de aanvrager zijn naam, adres, nationaliteit en de Staat van zijn woonplaats, zetel of vestiging opgeven. Namen van natuurlijke personen moeten worden vermeld met familienaam en voornaam of -namen. De namen van juridische eenheden worden voluit aangegeven en alleen de rechtsvorm mag op een gebruikelijke wijze worden afgekort, bijv. PLC, S.A. Indien de rechtsvorm niet of foutief wordt opgegeven, doet het Bureau de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling toekomen, waarin om deze informatie wordt verzocht. Indien de ontbrekende of juiste rechtsvorm niet wordt opgegeven, wordt de aanvraag afgewezen. Het adres dient, indien van toepassing, straatnaam, huisnummer, postcode, plaats en land te omvatten. De aanvrager dient slechts één adres op te geven, maar indien er meer adressen worden vermeld, wordt het eerste adres geregistreerd als domicilieadres, tenzij de aanvrager specifiek een ander adres vermeldt. Indien de aanvrager al eerder een identificatienummer heeft gekregen van het Bureau, is het voldoende als de aanvrager dit identificatienummer opgeeft. Voor meer informatie over communicatie met het Bureau, zie de richtlijnen, deel A, Algemene voorschriften, afdeling 1, Communicatiemiddelen, termijnen. 7.2 Gemachtigde Indien de aanvrager zijn woonplaats, zetel of werkelijke en feitelijke vestiging voor bedrijf of handel in de EU heeft, is de aanvrager niet verplicht zich te laten vertegenwoordigen. Indien de aanvrager zijn woonplaats, zetel of werkelijke en feitelijke vestiging voor bedrijf of handel niet in de EU heeft, moet de aanvrager, ongeacht zijn nationaliteit, een gemachtigde zoeken die namens hem optreedt in alle procedures, met uitzondering van het indienen van de aanvraag van het Gemeenschapsmerk en het betalen van de taks voor de aanvraag. Voor meer informatie over vertegenwoordiging, zie de richtlijnen, deel A, Algemene voorschriften, afdeling 5, Beroepsmatige vertegenwoordiging. Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 13
7.3 Naams-/adreswijziging De naam en het adres van de aanvrager of gemachtigde mogen naar believen worden gewijzigd. Een wijziging in de naam van de aanvrager is een wijziging die geen gevolgen heeft voor de identiteit van de aanvrager, terwijl een overdracht wel een wijziging is die gevolgen heeft voor de identiteit van de aanvrager. Een naamswijziging van de gemachtigde is een beperkte wijziging, die geen gevolgen heeft voor de identiteit van de aangewezen gemachtigde. 7.4 Overdracht van houderschap Artikel 17, lid 5, artikel 24, en artikel 87, VGM Regel 31, lid 8, en regel 84, lid 3, onder g), UVGM Inschrijvingen en aanvragen van Gemeenschapsmerken mogen, voornamelijk door middel van een toewijzing of erfopvolging, worden overgedragen van de eerdere houder/aanvrager op een nieuwe houder/aanvrager. De overdracht kan worden beperkt tot bepaalde waren en/of diensten waarvoor het merk wordt ingeschreven of aangevraagd (gedeeltelijke overdracht). Overdracht wordt op verzoek in het register of, wat aanvragen van Gemeenschapsmerken betreft, in de dossiers opgenomen. Voor meer informatie over het registreren van de overdracht van houderschap, zie de richtlijnen, deel E, Registerbewerkingen, afdeling 3, Gemeenschapsmerken als vermogensbestanddeel, hoofdstuk 1, Overdracht. 8 Soort merk De merkenverordening maakt onderscheid tussen twee soorten merken: individuele en collectieve. 8.1 Individuele merken Artikel 5, VGM Alle natuurlijke of rechtspersonen, of met die personen gelieerde personen krachtens het nationale recht dat op hen van toepassing is, met inbegrip van publiekrechtelijke lichamen, kunnen de houder zijn van een individueel Gemeenschapsmerk, ongeacht hun nationaliteit. 8.2 Collectieve merken Artikelen 66 tot en met 68, VGM Regels 3 en 43, UVGM Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 14
8.2.1 Karakter van collectieve merken Een collectief merk is een specifiek soort handelsmerk dat aangeeft dat de waren of diensten die van dat merk voorzien zijn, niet afkomstig zijn van slechts één handelaar, maar van leden van een vereniging. Collectieve merken kunnen worden gebruikt voor het voeren van publiciteit voor producten die kenmerkend zijn voor een bepaalde regio en kunnen samen met het individuele merk van de producent van specifieke waren worden gebruikt. Dit stelt leden van een vereniging in staat hun eigen producten te onderscheiden van die van concurrenten. Voor meer informatie over de materiële eisen ten aanzien van collectieve Gemeenschapsmerken, zie de richtlijnen, deel B, Onderzoek, afdeling 4, Absolute weigeringsgronden en Collectieve Gemeenschapsmerken. Collectief betekent niet dat meer personen (medeaanvragers/medehouders) houder zijn van het merk, noch dat het meer dan één land aangeeft/dekt. Krachtens de merkenverordening zijn er specifieke bepalingen ten aanzien van de bescherming van collectieve merken. 8.2.2 Aanvragers van collectieve merken Verenigingen van fabrikanten, producenten, dienstverrichters of handelaars, die overeenkomstig het daarvoor geldende recht bevoegd zijn om in eigen naam drager te zijn van ongeacht welke rechten en verplichtingen, overeenkomsten aan te gaan of andere rechtshandelingen te verrichten en in rechte op te treden, alsmede publiekrechtelijke rechtspersonen, kunnen een collectief merk aanvragen. In principe dient er aan twee criteria te worden voldaan. Ten eerste moet de aanvrager een vereniging of een publiekrechtelijk lichaam zijn en ten tweede moet hij als entiteit op zich bestaan. Voor meer informatie over de materiële eisen ten aanzien van collectieve Gemeenschapsmerken, zie de richtlijnen, deel B, Onderzoek, afdeling 4, Absolute weigeringsgronden en Collectieve Gemeenschapsmerken. 8.2.3 In te dienen documenten In aanvulling op de bij het aanvragen van een individueel handelsmerk in te dienen documenten is bij het aanvragen van een collectief Gemeenschapsmerk een reglement van het merk vereist. Het reglement behelst: 1. de naam en het kantooradres van de aanvrager; 2. het doel van de vereniging of het doel waarvoor de publiekrechtelijke rechtspersoon is opgericht; 3. de instanties die de vereniging of die rechtspersoon mogen vertegenwoordigen; 4. de voorwaarden voor lidmaatschap; 5. de personen die het merk mogen gebruiken; 6. onder welke voorwaarden, voor zover deze bestaan, met inbegrip van sancties, het merk kan worden gebruikt; Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 15
7. indien het merk verwijst naar de plaats van herkomst van de waren of diensten, de verklaring het lidmaatschap van de vereniging open te stellen aan een ieder wiens waren en diensten uit het betrokken geografische gebied afkomstig zijn. 8.2.4 Formaliteitenonderzoek met betrekking tot collectieve merken 8.2.4.1 Reglement niet ingediend Indien het reglement niet bij de aanvraag wordt ingediend, doet het Bureau de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling toekomen, waarin de aanvrager de gelegenheid wordt geboden om binnen een termijn van twee maanden het reglement alsnog in te dienen. Indien het reglement niet binnen deze termijn van twee maanden wordt ingediend, wordt de aanvraag afgewezen. 8.2.4.2 Reglement ingediend, maar met gebreken Indien het reglement is ingediend maar de vereiste informatie zoals bedoeld in paragraaf 8.2.3 hierboven er niet in wordt vermeld, doet het Bureau de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling toekomen, waarin de aanvrager de gelegenheid wordt geboden om binnen een termijn van twee maanden de ontbrekende informatie alsnog in te dienen. Indien het verzuim niet is hersteld binnen deze periode van twee maanden, wordt de aanvraag afgewezen. 8.2.5 Wijzigingen van het soort merk (van collectief naar individueel) Indien een natuurlijk persoon per ongeluk een aanvraag voor een collectief merk heeft ingediend, d.w.z. dat hij foutief als merksoort collectief heeft ingevuld/geselecteerd op het aanvraagformulier, kan hij het merk van collectief in individueel veranderen, aangezien collectieve merken alleen kunnen worden toegekend aan verenigingen. De te veel betaalde taks moet dan ook worden teruggestort. Indien een rechtspersoon stelt per ongeluk een aanvraag voor een collectief merk te hebben ingediend, moet wijziging worden toegestaan en de te veel betaalde taks worden teruggestort. Het indienen van een aanvraag voor een collectief merk wordt echter niet aangemerkt als een kennelijke fout, en het verzoek tot wijziging wordt afgewezen, indien er bewijs is dat de aanvrager dit soort merk wel degelijk beoogde aan te vragen, bijvoorbeeld: de afbeelding van het merk omvat de woorden collectief merk ; uit de naam van de aanvrager blijkt dat dit een vereniging is; er worden reglementen voor het gebruik van het collectieve merk ingediend. Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 16
9 Merksoort Artikel 4, artikel 26, en artikel 7, lid 1, onder a), VGM Regel 3, UVGM De indeling van merken dient een aantal functies. Ten eerste worden hiermee de wettelijke vereisten vastgelegd voor het af te beelden merk; ten tweede kan het Bureau hierdoor een beter inzicht krijgen van wat de aanvrager wil inschrijven; en ten slotte wordt onderzoek in de BHIM-database erdoor vergemakkelijkt. Een handelsmerk kan worden gevormd door alle tekens die vatbaar zijn voor grafische voorstelling. Een vereiste voor indiening is dat er een afbeelding van het merk op het aanvraagformulier staat. Het merk moet grafisch worden afgebeeld en deze afbeelding kan niet worden vervangen door een beschrijving van het merk. Indien de aanvrager geen grafische weergave van zijn merk opgeeft, doet het Bureau de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling toekomen en wordt de indieningsdatum niet ingeschreven (zie hierboven onder paragraaf 3, Datum van indiening). Soms kan de aanvraag een afbeelding van het merk bevatten zonder dat de gewenste merksoort wordt opgegeven. In dat geval zal het Bureau, op basis van de gegeven afbeelding en de eventuele merkbeschrijving, de passende merksoort toekennen, de aanvrager schriftelijk op de hoogte stellen en een termijn van twee maanden stellen voor opmerkingen. Indien er geen opmerkingen worden ontvangen, wordt de wijziging van de merksoort geacht te zijn aanvaard. In andere gevallen, indien de afbeelding van het merk duidelijk in tegenspraak is met de aanvullende informatie over het merk die is opgenomen in de aanvraag, behoort de merksoort te worden gecorrigeerd aan de hand van de hieronder in paragraaf 9.9, Correctie van de merksoort, gegeven aanwijzingen. De voorbeelden van merksoorten in deze richtlijnen worden alleen gegeven in de context van formaliteitenkwesties en zeggen niets over de uitkomst van de onderzoeksprocedure. 9.1 Woordmerken Een woordmerk is een merk in schrijfmachineschrift met over één regel geschreven elementen waaronder letters (hoofdletters of kleine letters), woorden (in hoofdletters of kleine letters), cijfers, toetsenbordtekens of leestekens. Het Bureau aanvaardt het alfabet van elke officiële EU-taal als woordmerk. Een merk dat bestaat uit tekst die over meer dan één regel is geschreven, wordt ingedeeld als een beeldmerk. Voorbeelden van aanvaardbare woordmerken CTM 6 892 351 europadruck24 CTM 6 892 806 TS 840 CTM 6 907 539 4 you CTM 2 221 497 ESSENTIALFLOSS CTM 0 631 457 DON T DREAM IT, DRIVE IT CTM 1 587 450?WHAT IF! CTM 8 355 521 ΕΙΔ ΕΛΛΗΝΙΚΟ ΙΝΣΤΙΤΟΥΤΟ ΔΙΑΤΡΟΦΗΣ (Grieks) CTM 8 296 832 Долината на тракийските царе (cyrillisch) Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 17
9.2 Beeldmerken Een beeldmerk is een merk dat bestaat uit: uitsluitend beeldelementen; een combinatie van woord-, beeld- of anderszins grafische elementen; woordelementen in een niet-standaard lettertype; woordelementen in kleur; woordelementen op meer dan één regel; letters uit een alfabet van buiten de EU; tekens die niet met een toetsenbord kunnen worden gereproduceerd; combinaties van de bovenstaande opties. Voorbeelden van beeldmerken CTM 1 414 366 Zuiver grafisch element zonder kleur CTM 9 685 256 Zuiver grafisch element in kleur CTM 4 705 414 Combinatie van een grafisch element en tekst in een standaardlettertype, geen kleur CTM 9 687 336 Combinatie van gestileerd lettertype en beeldelementen, geen kleur CTM 4 731 725 Combinatie van gestileerd lettertype en beeldelementen in kleur CTM 9 696 543 Woordelement in een gestileerd lettertype zonder kleur Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 18
Voorbeelden van beeldmerken CTM 2 992 105 Woordelementen in een gestileerd lettertype zonder kleur CTM 9 679 358 Woordelementen in verschillende lettertypen in kleur CTM 9 368 457 Alleen woordelementen, over meer dan één regel CTM 9 355 918 Slogan in twee verschillende lettertypen, letters van verschillende grootte, op meer dan één regel, en in kleur CTM 9 681 917 Woordelement in een alfabet van buiten de EU (Chinees) 9.3 Driedimensionale merken Artikel 43, lid 2, VGM Regel 3, lid 4, UVGM Mededeling 2/98 van de President van het Bureau Een driedimensionaal merk is een merk met een driedimensionale vorm (waaronder recipiënten, verpakkingen en het product zelf). De fotografische of grafische voorstelling kan bestaan uit maximaal zes perspectieven van dezelfde vorm die bij een elektronisch ingediende aanvraag in één JPEG-bestand en bij een aanvraag op papier op één A4-vel moeten worden aangeleverd. Terwijl er maximaal zes perspectieven mogen worden ingediend, is één aanzicht van de vorm voldoende indien de te beschermen vorm op basis van dat ene aanzicht kan worden vastgesteld. Soms dienen aanvragers verschillende perspectieven van een driedimensionaal object op meer vellen papier (bijv. één pagina per afbeelding/perspectief) in. In dat geval moet het Bureau de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling doen toekomen, waarin de aanvrager de gelegenheid wordt geboden om binnen een termijn van twee maanden aan te geven welke van de ingediende afbeeldingen moet worden gebruikt als de afbeelding voor de aanvraag van het Gemeenschapsmerk. Aanvragers die een verzoek indienen tot inschrijving van een driedimensionaal merk moeten daarvan melding maken in de aanvraag. Indien er geen merksoort wordt Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 19
opgegeven en er slechts één aanzicht van het object is verstrekt en in de eventuele merkbeschrijving niet wordt vermeld dat het ingediende merk driedimensionaal is, behandelt het Bureau het als een beeldmerk. Voorbeeld Er werd geen merksoort geselecteerd voor dit teken en er werd geen merkbeschrijving verstrekt. Het Bureau behandelt dit als een beeldmerk. Voorbeelden van aanvaardbare afbeeldingen van driedimensionale merken CTM 4 883 096 Vier verschillende tekeningen van hetzelfde object CTM 4 787 693 Zes foto's van hetzelfde object vanuit verschillende perspectieven, met tekst CTM 30 957 Twee foto's in kleur die verschillende perspectieven van hetzelfde object laten zien CTM 8 532 475 Zes aanzichten in kleur die zes verschillende perspectieven van hetzelfde object laten zien Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 20
Voorbeelden van merken die niet aanvaardbaar zijn als driedimensionale merken CTM 6 910 021 Vijf aanzichten die echter niet hetzelfde object laten zien CTM 7 469 661 Er is geen tekst in aanvulling op de afbeelding van het merk toegestaan (tekst onder de foto van de fles) CTM 9 739 731 De eerste en de derde fles laten twee verschillende perspectieven zien van dezelfde fles, allebei met een grijze dop. De tweede fles heeft een blauwe dop en is daarom een ander object dan hetgeen getoond is in de eerste en derde fles. De vierde afbeelding is totaal anders en laat twee bovenkanten van flessen en een etiket zien. Van de vier perspectieven zijn alleen het eerste en derde aanzichten van hetzelfde object. Indien aanzichten van verschillende objecten op één A4-vel of in één JPEG-bestand worden ingediend voor de aanvraag van het driedimensionaal Gemeenschapsmerk, kan het verzuim niet worden hersteld aangezien het schrappen van een of meer van deze verschillende objecten een aanzienlijke wijziging van de afbeelding van het merk zou inhouden (zie paragraaf 17, Wijzigingen aan de aanvraag van het Gemeenschapsmerk). In dit geval moet de aanvraag worden afgewezen aangezien de afbeelding niet slechts één driedimensionale vorm laat zien. Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 21
9.4 Geluidsmerken Artikel 4, VGM, en besluit EX-05-3 van de President van het Bureau Een geluidsmerk moet grafisch worden afgebeeld met de standaardmethoden voor het grafisch weergeven van geluid, met name muzieknotatie. Een beschrijving van het geluid in woorden is niet voldoende (zie het besluit van 27/09/2007, R 708/2006-4, TARZAN YELL ). De tekst van een liedje in combinatie met de muzieknotatie en het tempo is aanvaardbaar. Een sonogram alleen is geen aanvaardbare grafische afbeelding van een geluidsmerk indien dit niet vergezeld gaat van een elektronisch geluidsbestand. Indien het geluid waarvoor een aanvraag wordt ingediend niet kan worden afgebeeld met de conventionele muzieknotatie, bijvoorbeeld het brullen van een leeuw, dan is een sonogram samen met een geluidsbestand de enige manier waarop het merk kan worden weergegeven. 9.4.1 Elektronisch geluidsbestand Het bijsluiten van een MP3-geluidsbestand is facultatief indien een muzieknotatie is verstrekt en is alleen mogelijk bij elektronisch ingediende aanvragen. Het Bureau aanvaardt de indiening van alleen maar een elektronisch geluidsbestand niet, aangezien een grafische afbeelding in de vorm van de muzieknotatie of een sonogram is vereist. Het geluidsbestand moet in MP3-formaat worden aangeleverd en mag niet groter zijn dan twee megabytes. Volgens de vereisten van het Bureau mag het geluid geen stream of loop zijn. Alle overige bijlagen of bijlagen die niet aan de bovenstaande beschrijving voldoen, worden geacht niet te zijn ingediend. 9.4.2 Muzieknotaties De aanvrager mag alleen een muzieknotatie op zich indienen. Dit voldoet aan de vereiste van het grafisch afbeelden van het merk. In deze gevallen kan er een elektronisch geluidsbestand worden bijgevoegd, maar dit is niet verplicht. 9.4.3 Sonogrammen De aanvrager mag niet alleen maar een sonogram indienen (zie het besluit van 27/09/2007, R 708/2006-4, TARZAN YELL ). In deze gevallen is een elektronisch geluidsbestand verplicht, aangezien het Bureau het geluid niet alleen maar uit het sonogram kan afleiden. Kleuren die worden gebruikt in een sonogram maken geen deel uit van het merk, aangezien de aanvrager een aanvraag indient voor een geluidsmerk. Derhalve dient er geen kleuraanduiding te worden geregistreerd en indien die aanduiding wordt verstrekt wordt zij door het Bureau verwijderd. Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 22
Voorbeelden van aanvaardbare geluidsmerken CTM 8 116 337 Sonogram dat vergezeld ging van een geluidsbestand CTM 9 199 134 Sonogram dat vergezeld ging van een geluidsbestand CTM 1 637 859 Muzieknotatie CTM 6 596 258 Muzieknotatie met daarin muziekaanwijzingen 9.5 Kleur als zodanig Kleur als zodanig betekent dat men handelsmerkbescherming wil verkrijgen voor één of meer kleuren, ongeacht een specifieke vorm of configuratie. Wat wordt beschermd is een kleurschakering (of kleurschakeringen) en in het geval van meer dan één kleur de verhouding waarin de kleuren voorkomen. De kleur(en) moet(en) in woorden worden aangegeven in het veld Kleuraanduiding(en). De afbeelding van een kleur als zodanig moet bestaan uit een afbeelding van de kleur(en) zonder contour. Indien er meer dan één kleur is, moet de verhouding van elke kleur worden opgegeven in het veld voor de merkbeschrijving. Als dit niet is gedaan in de aanvraag, geeft het Bureau kennis van dit verzuim. Indien de afbeelding andere zaken bevat, zoals woorden of afbeeldingen, is het geen merk van de soort kleur als zodanig maar een beeldmerk. Als er voor een merk foutief een aanvraag voor een merk van de soort kleur als zodanig wordt ingediend, terwijl het een beeldmerk betreft, verandert het Bureau de merksoort, stelt het de aanvrager daarvan op de hoogte en biedt het de aanvrager twee maanden de tijd om opmerkingen in te dienen. Indien er geen opmerkingen worden ontvangen, wordt de wijziging van de merksoort geacht te zijn aanvaard. Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 23
Internationale kleurencodes worden aanvaard als aanvullende informatie in de kleuraanduiding, maar deze mogen nooit in plaats van een beschrijving van de kleur in woorden worden gebruikt. Voorbeelden van aanvaardbare merken van de soort kleur als zodanig Opgegeven kleur: Bruin CTM 962 076 CTM 31 336 Opgegeven kleur: Lila/violet Beschrijving: Lila/violet, enkele kleur zoals getoond in de afbeelding. De waarden (specifieke coördinaten in de kleurenruimte) voor het merk in kwestie zijn: L => 53,58 /- 08; A => 15,78 /- 05; B => 31,04 /- 05. Het merk kan in het Process Book van Pantone worden aangeduid tussen de schakeringen met nummer E 176-4 en E 176-3. CTM 8 298 499 Opgegeven kleuren: Groen, Pantone 368 C, antraciet, Pantone 425 C, oranje, Pantone 021 C Beschrijving: Het handelsmerk bestaat uit de kleuren groen: Pantone 368 C, antraciet: Pantone 425 C, oranje: Pantone 021 C, zoals getoond in de illustratie; de kleuren worden toegepast op een basiscomponent van de buitenkant van tankstations in de verhouding groen 60%, antraciet 30% en oranje 10%, waardoor de indruk ontstaat van een groen met antraciet gekleurd tankstation (groen heeft de overhand) met kleine oranje accenten. CTM 4 381 471 Opgegeven kleuren: Blauw (Pantone 2747 C) en zilver (Pantone 877 C) Beschrijving: De aanvrager maakt aanspraak op bescherming voor de tegenover elkaar gestelde kleuren blauw (Pantone 2747 C) en zilver (Pantone 877 C), zoals getoond in de afbeelding van het kleurenmerk waarvoor een aanvraag wordt ingediend. De verhouding van de kleuren is ongeveer 50%-50%. 9.6 Hologrammen Hologrammen zijn bijzonder moeilijk grafisch af te beelden aangezien een afbeelding op papier niet verandert zoals zij van nature op hologrampapier wel zou doen. Met een Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 24
duidelijke merkbeschrijving en genoeg aanzichten van het merk, kan een hologram toch worden ingeschreven. Daarom kan er bij het inschrijven van een hologram als Gemeenschapsmerk, meer dan één afbeelding van het merk worden ingediend op voorwaarde dat in het geval van indiening op papier alle verschillende aanzichten op één A4-blad staan of in het geval van elektronische indiening alle verschillende aanzichten in één JPEG-bestand zijn opgenomen. 9.7 Geur-/reukmerken Geur- of reukmerken zijn momenteel niet aanvaardbaar. De reden hiervoor is dat een grafische afbeelding duidelijk, nauwkeurig, als zodanig volledig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk, duurzaam en objectief moet zijn (zie het arrest van 12/12/2002, C-273/00, Sieckmann ). Zoals ook het geval is bij alle andere soorten merken, kan een merkbeschrijving niet in de plaats treden van de grafische afbeelding. Hoewel een beschrijving van een geur beeldend kan zijn, is deze niet duidelijk, nauwkeurig of objectief en kan er derhalve geen indieningsdatum worden toegewezen, aangezien het merk niet grafisch kan worden afgebeeld. Zulke gevallen (zie het besluit van 04/08/2003, R 120/2001-2 The taste of artificial strawberry flavour ) worden niet afgewezen, maar worden geacht niet te zijn ingediend. 9.8 Andere merken Andere merken moeten een vermelding in de merkbeschrijving omvatten van wat er wordt bedoeld met andere. Andere merken kunnen bijvoorbeeld bewegende merken, plaatsmerken of merkdraadmerken (gekleurde strepen of draden die zijn toegepast in bepaalde producten) zijn. 9.8.1 Bewegende merken Het aantal afbeeldingen van het merk is vrijwel onbeperkt zolang ze bij indiening op papier maar allemaal op één A4-vel staan en bij elektronische indiening allemaal in één JPEG-document zijn opgenomen. De afbeelding van het merk moet vergezeld gaan van een merkbeschrijving die de animatie uitlegt. De combinatie van de afbeeldingen en de merkbeschrijving moet duidelijk de te beschermen beweging uitleggen. Indien de beweging niet kan worden waargenomen (bijv. de volgorde van de afbeeldingen klopt niet), of de merkbeschrijving komt niet overeen met de volgorde van de afbeeldingen, doet het Bureau de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling toekomen, waarin de aanvrager de gelegenheid wordt geboden om binnen een termijn van twee maanden de afbeelding en/of beschrijving te verduidelijken. Indien het verzuim niet is hersteld binnen deze termijn, wordt de aanvraag afgewezen. Indien de afbeeldingen kleur omvatten, moet(en) de kleur(en) in woorden worden aangegeven. Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 25
CTM 5 338 629 Beschrijving: Het merk is een bewegende reeks beelden met twee verbrede segmenten die rechtsboven in het merk bijeen komen. Tijdens de animatie beweegt een geometrisch object naast het eerste segment omhoog en vervolgens naast het tweede segment omlaag, terwijl individuele koorden binnen elk segment van donker naar licht veranderen. Puntering in het merk dient alleen als arcering. De volledige reeks bewegende beelden heeft een duur van één tot twee seconden. Voorbeelden van aanvaardbare bewegende merken Afbeeldingen: Afbeelding van het merk alleen maar in zwart-wit en grijsschakeringen; geen kleuraanduiding. CTM 9 742 974 Beschrijving: Het merk omvat een bewegend beeld dat bestaat uit een tandenborstel die omlaag beweegt richting een tomaat en daarbij op de tomaat drukt zonder de schil van de tomaat kapot te maken en zich weer verwijdert van de tomaat. Afbeeldingen Voorbeeld van een niet-aanvaardbaar bewegend merk CTM 7 227 218 Beschrijving: Het merk bestaat uit een bewegend beeldmerk, dat bestaat uit een bewegende reeks beelden die een reeks rechthoekige videoschermen van verschillende grootte laat zien, met of zonder herkenbare beelden daarin, die als een soort wervelwind naar binnen vliegen, als het ware vanaf het punt waar de kijker zich bevindt, richting het midden van het scherm van de kijker, waar ze samenkomen en een woord vormen. Merk waarbij de beweging niet te begrijpen is op basis van de beelden en de beschrijving hier niets aan verandert. 9.8.2 Plaatsmerken Een plaatsmerk is een teken dat op een bepaald deel van een product wordt geplaatst en een constante grootte of een bepaalde verhouding ten opzichte van het product heeft. Het teken moet grafisch worden afgebeeld. Aangezien de aanvrager de plaatsing of plaats van het merk wil beschermen, is een merkbeschrijving met daarin de plaatsing ervan een formaliteitenvereiste. De merkbeschrijving moet ook een Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 26
vermelding bevatten dat het een plaatsmerk is en, indien er een afbeelding in kleur wordt ingediend, moet(en) de gebruikte kleur(en) in woorden worden opgegeven. Indien een plaatsmerk bepaalde waren betreft waarvoor de plaatsing duidelijk is en andere waren waarvoor de plaatsing niet duidelijk is, moet het Bureau de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling doen toekomen vanwege het niet voldoen aan de formaliteiten met betrekking tot die waren waarop het merk niet (duidelijk) zou kunnen worden geplaatst volgens de wijze die wordt opgegeven in de merkbeschrijving. De aanvrager krijgt dan twee maanden de tijd om de aanvraag aan te passen. Indien de aanvraag niet wordt beperkt tot die waren waarvoor de plaatsing duidelijk is, moet de aanvraag worden afgewezen voor die waren en/of diensten waarvoor de plaatsing twijfelachtig/onmogelijk is. Voorbeelden van aanvaardbare plaatsmerken Kleuraanduiding: Rood CTM 4 717 914 Beschrijving: Rode bies van 2 mm breed, die rond de rand van de enkelopening en het vetergedeelte loopt. CTM 3 799 574 Kleuraanduiding: Groen (Pantone 347 C) Beschrijving: Groene ring tussen de elektrische connectoren van de fitting. Richtlijnen voor onderzoek in het Bureau, deel B, Onderzoek Blz. 27