INHOUD HOOFDSTUK 0 : ALGEMEEN... 4 0.01 : DE AANBIEDING... 4 0.02 : PRIJSVORMING... 4 0.03 : VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR (BELGIË)... 4 0.04 : ENERGIEPRESTATIEAANGIFTE... 5 0.05 : KEURING RIOLERING... 5 0.06 : DOCUMENTEN... 5 0.07 : ALGEMENE RICHTLIJNEN BETREFFENDE DE SPECIFICATIES... 5 0.08 : ISOLATIEWAARDE WONING... 6 0.09 : SPECIFIEKE RICHTLIJNEN BETREFFENDE DE TEKENINGEN... 6 HOOFDSTUK 1 : INRICHTING VAN DE WERF... 7 1.01 : INPLANTING EN GRONDSITUATIE... 7 1.02 : INRICHTING VAN DE BOUWPLAATS... 7 1.03 : STAAT VAN BEVINDING... 7 HOOFDSTUK 2 : FUNDERINGSWERKEN... 8 2.01 : DELFWERKEN FUNDERINGSSLEUVEN... 8 2.02 : AARDINGSELEKTRODE... 8 2.03 : STORTBETON FUNDERINGSSLEUVEN... 8 2.04 : FUNDERINGSMETSELWERK... 9 2.05 : PLASTIEKFOLIE... 9 2.06 : GEWAPENDE VLOERPLAAT... 9 HOOFDSTUK 3 : RIOLERING... 10 3.01 : SEPTISCHE PUT... 10 3.02 : TOEZICHTPUTTEN... 10 3.03 : SIFONPUT... 10 3.04 : RIOLERINGSBUIZEN... 10 3.05 : WACHTBUIZEN VOOR NUTSLEIDINGEN... 11 3.06 : REGENWATERPUT... 11 HOOFDSTUK 4 : METSELWERKEN... 12 4.01 : VOCHTISOLEERLAAG IN MUREN... 12 4.02 : GEVELPLINT... 12 4.03 : GEVELMETSELWERK... 12 4.04 : VOORDEUROMLIJSTING... 13 4.05 : STREKLAGEN BOVEN BUITENSCHRIJNWERK... 13 4.06 : BUITENMUURISOLATIE... 13 4.07 : ISOLATIE TUSSEN SCHEIMUREN... 13 4.08 : BINNENSPOUWBLAD VAN DE BUITENMUREN... 14 4.09 : BINNENMUREN... 14 4.10 : SCHEIDINGSMUREN IN SNELBOUW... 14 4.11 : LINTELEN IN GEWAPEND BETON... 14 4.12 : ANKERS MUURPLATEN... 14 4.13 : DORPELS... 15 4.14 : BETONNEN STRUCTUURELEMENTEN EN PROFIELEN... 15 4.15 : DRAAGVLOEREN... 15 HOOFDSTUK 5 : DAKTIMMER - DAKBEDEKKING... 17 5.01 : DAKTIMMERWERK HELLENDE DAKEN... 17 Lastenboek Pagina 1/39
5.02 : ONDERDAK IN MENUISERITE... 17 5.03 : DAKBEDEKKING PANNEN... 17 5.04 : HANGGOTEN... 18 5.05 : BAKGOTEN... 18 5.06 : AFVOERBUIZEN... 18 5.07 : DAKKAPEL... 18 5.08 : ERKER... 19 5.09 : DAKVLAKVENSTERS... 19 5.10 : PLATTE DAKEN... 19 5.11 : DEKSTENEN IN BETON... 19 5.12 : ALUMINIUM DAKRANDPROFIEL... 20 5.13 : GEVELBEKLEDING MET LEIEN... 20 HOOFDSTUK 6 : BUITENSCHRIJNWERK... 21 6.01 : PVC BUITENSCHRIJNWERK EN BEGLAZING... 21 6.02 : KLEINHOUTEN... 23 6.03 : BEGLAZING... 23 HOOFDSTUK 7 : VOEGWERKEN... 24 7.01 : VOEGWERK BUITENGEVELS... 24 7.02 : OPSPUITEN BUITENSCHRIJNWERK... 24 HOOFDSTUK 8 : PLEISTERWERKEN... 25 8.01 : PLEISTERWERK MUREN... 25 8.02 : PLEISTERWERK PLAFONDS... 25 8.03 : PLEISTERWERK OP STUCANET... 25 HOOFDSTUK 9 : VLOER- EN TEGELWERKEN... 26 9.01 : UITVULLAAG IN MAGERE CHAPE... 26 9.02 : VLOERISOLATIE IN POLYURETHAAN... 26 9.03 : CHAPEVLOER... 26 9.04 : GARAGEVLOER... 27 9.05 : TEGELVLOER... 27 9.06 : BINNENDEURDORPELS... 27 9.07 : MUURTEGELS... 28 9.08 : MUURPLINTEN... 28 9.09 : VENSTERTABLETTEN... 28 9.10 : HOUTEN DAKTERRAS... 29 HOOFDSTUK 10 : BINNENSCHRIJNWERK... 30 10.01 : BINNENDEUREN... 30 10.02 : BINNENTRAP IN HOUT... 30 10.03 : PLAFONDISOLATIE... 30 HOOFDSTUK 11 : ELEKTRICITEIT... 31 11.01 : DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE... 31 HOOFDSTUK 12 : SANITAIR... 34 12.01 : SANITAIRE INSTALLATIE... 34 12.02 : REGENWATERPOMP... 35 HOOFDSTUK 13 : VERWARMING... 36 13.01 : VERWARMING OP GAS... 36 HOOFDSTUK 14 : VENTILATIE... 38 14.01 : BALANSVENTILATIE... 38 Lastenboek Pagina 2/39
HOOFDSTUK 15 : MEUBILERING... 39 15.01 : KEUKENINRICHTING... 39 15.02 : BADKAMERMEUBELS... 39 15.03 : BRIEVENBUS... 39 Lastenboek Pagina 3/39
HOOFDSTUK 0 : ALGEMEEN 0.01 : DE AANBIEDING De aanbieding is gebaseerd op de offerte/lastenboek en het bijgevoegd voorontwerp van de architect. De aannemer voorziet alle werken, supervisie, leveren en plaatsen van alle materialen en afgewerkte materialen, handwerktuigen, diensten, inrichting van de bouwplaats, al de nodige testen en inspectie voor deze werken, tenzij anders vermeld. De tekst van de offerte/lastenboek heeft voorrang op het voorontwerp. Afwijkingen op het plan, die niet vermeld staan in de offerte, zijn niet voorzien. Alle opties dienen respectievelijk in min en meer verrekend te worden. 0.02 : PRIJSVORMING Alle prijzen gelden in Euro en zijn exclusief B.T.W. Zijn niet inbegrepen in deze offerte, tenzij uitdrukkelijk vermeld: - Het ereloon van de architect - De kosten voor een bodemonderzoek en/of sonderingen - Het verplaatsen van leidingen hinderlijk voor de werken - Mogelijke taksen op het innemen van het voetpad en/of de rijweg Voor de posten met vermelding voorziene waarde is er een bepaald bedrag voorzien dat, volgens keuze van de klant, nadien zal verrekend worden. 0.03 : VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR (BELGIË) Volgens het nieuwe koninklijke besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (Belgisch staatsblad van 7 februari 2001), is een veiligheidscoördinator vereist voor alle bouwwerken die na 1 mei 2001 aanvangen. De taak van de coördinator omvat onder meer het verplicht opstellen en bijhouden van een aan de bouwplaats aangepaste veiligheids- en gezondheidsplan, een coördinatiedagboek en een postinterventiedossier, dat de klant aan het einde van de werkzaamheden moet bewaren. De coördinator moet ook op verschillende ogenblikken tijdens de werken op de bouwplaats aanwezig zijn om de preventiemaatregelen te coördineren en op de toepassing ervan toe te zien. Overeenkomstig artikel 15, 2 van het besluit, is de aannemer belast met de uitvoering van de werken, verplicht de veiligheidscoördinator aan te stellen voor rekening van de opdrachtgever. Deze functie kan door ons toevertrouwd worden aan een deskundige die over de vereiste bekwaamheid beschikt om de coördinatieopdracht uit te voeren. In dat geval zal, overeenkomstig de reglementering, een aanhangsel bij de aannemingsovereenkomst opgesteld worden waarin de functie van coördinator nader gepreciseerd wordt. Lastenboek Pagina 4/39
Toepassing : inbegrepen in de totaalprijs 0.04 : ENERGIEPRESTATIEAANGIFTE Om te voldoen aan de nieuwe energieprestatieregelgeving dient een deskundige verslaggever aangesteld te worden. Bij de startfase van de werkzaamheden dient deze een ondertekende startverklaring in, met alle gegevens van de werkzaamheden en contactpersonen. Tijdens de uitvoering van de werken houdt de verslaggever nauwkeurig alle zaken bij die de thermische isolatie, de energieprestatie en het binnenklimaat van de woning beïnvloeden. Pas na de uitvoering van het werk, en uiterlijk zes maanden na de ingebruikname van de woning wordt door de verslaggever een doorrekening gemaakt, namelijk de EPB-aangifte. Samen met deze EPB-aangifte levert de verslaggever ook het verplichte energieprestatiecertificaat af. Dit certificaat dient als bewijs dat de woning voldoet aan de opgelegde niveaus en geeft de energetische kwaliteit van de nieuwe woning aan. In de toekomst zal de eigenaar bij de verkoop en de verhuur van een woning het energieprestatiecertificaat moeten voorleggen aan de potentiële kopers of huurders. Toepassing : inbegrepen in de totaalprijs 0.05 : KEURING RIOLERING Vanaf 1 juli 2011 is een keuring van de privé-riolering verplicht uit te voeren bij elke nieuwbouw of grote verbouwing. Vraagt men een rioolaansluiting aan op het openbaar rioleringstelsel na 1 juli, dan zal er verplicht een positief keuringsattest moeten voorgelegd worden aan de rioolbeheerder teneinde een nieuwe aansluiting van de privé-riolering te verkrijgen. De keuring wordt enkel door erkende keuringsinstanties uitgevoerd volgens een vast te volgen stappenplan opgelegd door de overheid. De keuring focust zich voornamelijk op de goede scheiding van hemelwater met afvalwater en de correcte aansluiting van de privé-riolering op het openbaar rioleringsstelsel. Toepassing : inbegrepen in de totaalprijs 0.06 : DOCUMENTEN De volgende documenten zijn van toepassing: - de offerte / lastenboek - de plannen met referentie: dd. 15/11/2012 van arch.archeos bvba 0.07 : ALGEMENE RICHTLIJNEN BETREFFENDE DE SPECIFICATIES Waar aangegeven is de aanbieding gebaseerd op de Regels der Kunst en Goed Vakmanschap. Lastenboek Pagina 5/39
- TV: Technische Voorlichtingen uitgegeven door het WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf) - STS: Technische Specificaties uitgegeven door de Directie Goedkeuring en Voorschriften van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur. - BENOR: Een gedeponeerd merk, dat instaat voor de certificatie van producten (deze voldoen aan een Belgische norm of een goedgekeurd normatief document) - ATG: Technische Goedkeuringen van producten - Butgb: Belgisch Instituut voor technische goedkeuringen in de bouw - Typebestekken uitgegeven door de Regie der Gebouwen 0.08 : ISOLATIEWAARDE WONING Bij het ontwerp en de keuze van de isolatiematerialen wordt rekening gehouden met de normering volgens NBN 62-301, aangaande de totale isolatiewaarde van de woning. Bij de prijsberekening van de woning werd rekening gehouden met de voorschriften van de nieuwe energieprestatieregelgeving. De specificatie van de isolatiematerialen dient echter nog geconfirmeerd te worden door de EPB-studie die zal worden opgemaakt op basis van het uitvoeringsplan. 0.09 : SPECIFIEKE RICHTLIJNEN BETREFFENDE DE TEKENINGEN In deze aanbieding werd rekening gehouden met volgende punten: - Geen afbraakwerken voorzien - Geen sonderingen in ons bezit. Fundering op sleuven voorzien Lastenboek Pagina 6/39
HOOFDSTUK 1 : INRICHTING VAN DE WERF 1.01 : INPLANTING EN GRONDSITUATIE De bouwheer duidt de landmeter aan die de afbakeningspiketten op het bouwterrein zal plaatsen. De bouwlijn wordt ter plaatse aangeduid door de bevoegde dienst van de gemeente. Vervolgens wordt de woning uitgezet door de aannemer. Voor de aanvang van de graafwerken vergewist de bouwheer zich van de juistheid van de bouwgrond en de inplanting van de woning. De aannemer vergewist zich van de bodemgesteldheid en de mogelijkheid om de voorziene funderingstechniek toe te passen. Toepassing : Er werd rekening gehouden met volgende grondsituatie : - de werf moet bereik- en berijdbaar zijn voor vrachtwagens van 25 ton - de pas van het terrein (= maaiveld) bevindt zich op dezelfde hoogte als de pas van het daarvoor liggend voetpad. - de draagkrachtige grond bevindt zich gemiddeld op 0,80 m onder het maaiveld en moet een gelijkmatig verdeelde belasting van 1,5 kg/cm² kunnen dragen. - het grondwaterpeil bevindt zich lager dan het laagste deel van het gebouw - Het effen maken van het terrein, het overwelven van grachten, het aan- en afvoeren van aarde of het wegnemen van hindernissen zoals bomen of oude gebouwen is niet in de prijs inbegrepen 1.02 : INRICHTING VAN DE BOUWPLAATS De aannemer zorgt voor de nodige accommodatie, welke geëist wordt door het Ministerie van Arbeid en het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming opdat de arbeiders de werken naar behoren zouden kunnen uitvoeren. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan de personeelsplaats en sanitaire voorzieningen. Toepassing : inbegrepen in de eenheidsprijzen 1.03 : STAAT VAN BEVINDING Ingeval de nieuwe uit te voeren werken aanpalen aan bestaande eigendommen van derden, zal er op kosten van de bouwheer, een plaatsbeschrijving opgesteld worden door een bevoegd persoon. Dit dient te gebeuren voor de start der werken. Toepassing : plaatsbeschrijving geburen en wegenis: niet voorzien Lastenboek Pagina 7/39
HOOFDSTUK 2 : FUNDERINGSWERKEN 2.01 : DELFWERKEN FUNDERINGSSLEUVEN De funderingssleuven worden uitgegraven tot op vorstvrije en harde grond. De gemiddelde diepte wordt gemeten t.o.v. onder het maaiveld. De breedte van de sleuven wordt gekozen volgens de dikte van de opgaande muren en de belasting. Indien er een kruipkelder of kelder gevraagd is, wordt deze uitgegraven tot de voorziene diepte. De uitgegraven grond blijft op de werf gestockeerd. Toepassing : alle funderingssleuven van binnen- en buitenmuren Diepte t.o.v. maaiveld : 0,80 m Breedte sleuven buitenmuren: 0,50 m Breedte sleuven binnenmuren: 0,50 m 2.02 : AARDINGSELEKTRODE Op de bodem van de funderingssleuven van de buitenmuren wordt een aardingselektrode geplaatst, conform het M.B. van 6 oktober 1981. Deze aardingselektrode is een koperen geleider uit één stuk bestaande en met een ronde doorsnede van 35 mm². Het begin en het einde ervan komen samen op de plaats waar later de elektriciteitsteller zal geplaatst worden. Toepassing : over de volledige buitenomtrek 2.03 : STORTBETON FUNDERINGSSLEUVEN De funderingssleuven worden met steenslagbeton volgestort. De breedte van de funderingszool is afhankelijk van de dikte van de buiten- en binnenmuren. De hoogte volgens de diepte van de draagkrachtige grond. Samenstelling van het beton per m³ : - Cement : 200 kg HL 30 - Grind : 800 liter 4/32 - Zand : 400 liter 0,5 Toepassing : alle funderingssleuven van binnen- en buitenmuren Hoogte van de zool : 0,80 m Breedte sleuven buitenmuren: 0,50 m Breedte sleuven binnenmuren: 0,50 m Lastenboek Pagina 8/39
2.04 : FUNDERINGSMETSELWERK Op de funderingszool worden funderingsmuren gemetseld met half-zware betonblokken. De buitenmuren hebben een breedte van 0,30 m. De binnenmuren zijn 0,15 m breed. De buitenzijde van dit metselwerk wordt afgewerkt met een rijnzand/cement bezetting die achteraf geteerd wordt. De grond afkomstig uit de funderingssleuven wordt opengespreid tussen de funderingsmuren. Mortelsamenstelling voor de metselwerk : - Cement : 50 kg HL 30 - Zand : 180 liter 0,2 Toepassing : Alle funderingsmetselwerk van de vloeren op volle grond Hoogte voor buitenmuren : 30 cm Hoogte voor binnenmuren : 20 cm 2.05 : PLASTIEKFOLIE Als scherm tegen vochtindringing wordt over de ganse oppervlakte van het gebouw, op de funderingsmuren een polyethyleenfolie geplaatst met een dikte van 0,2 mm. Toepassing : volledige oppervlakte van het gelijkvloers 2.06 : GEWAPENDE VLOERPLAAT Boven de plastiekfolie wordt een massieve betonplaat gegoten die op de funderingsmuren steunt. De wapening van deze betonplaat bestaat uit gekarteld staal van 8 mm diameter op ongeveer 15 cm van elkaar geplaatst in beide richtingen. Kwaliteit beton : C 25/30 Wapening : Benor-gekeurd staal, gekarteld, halfhard BE 40 - TP 4 of netten met mazen 15/15 ø 8 Toepassing : vloerplaat op volle grond met een dikte van 10 cm Lastenboek Pagina 9/39
HOOFDSTUK 3 : RIOLERING 3.01 : SEPTISCHE PUT De septische put wordt zodanig geplaatst dat de bovenkant op minimum 0,20 m onder de aanzet van het plintmetselwerk blijft. Er wordt een prefab beton septiektank voorzien, afgesloten met een betonnen afneembaar deksel. De overloop wordt rechtstreeks aangesloten op de laatste kamer van de eindtoezichtput. Toepassing : een septische tank met inhoud van 1.500 L 3.02 : TOEZICHTPUTTEN Toezichtputten worden geplaatst om controle over het functioneren van het rioleringsstelsel te verzekeren. Ze worden geplaatst daar waar de aannemer het noodzakelijk acht. Deze toezichtputten zijn in hoogwaardig PVC, diameter 250 mm. Ze hebben aansluitingen, voorzien met neopreenring van diameter 110 mm en een wegneembaar PVC deksel. Naargelang de plaatsing dient de eventuele verdere afwerking te gebeuren met ophoogringen en een metalen deksel, dit dient voorzien te worden bij de verdere buitenaanleg. Toepassing : alle enkele of dubbele toezichtputten 3.03 : SIFONPUT Hierin mondt het volledige rioleringsnet van de woning uit. Deze put van getrild beton is voorzien van een reukafsluiter en heeft aan sluitopeningen met neopreenring van diameter 110 mm en wordt afgesloten met een betonnen deksel. De binnenafmetingen zijn 0,30 m B x 0,55 m H x 0,50 m D. De aansluiting op de openbare riolering is niet inbegrepen, maar kan door ons uitgevoerd worden in regie. Toepassing : sifonput voor aansluiting op de straatriolering 3.04 : RIOLERINGSBUIZEN De afvoerleidingen van bad, wastafel, WC, handenwasser, spoeltafel, overdruk boiler en wasmachine worden geplaatst volgens de aanduidingen op het rioleringsplan. Ze worden in helling geplaatst naar de daartoe aangebrachte putten en er wordt op gelet dat alkaliën gescheiden blijven. Deze leidingen zijn Benor-gekeurde PVC-buizen in grijze kleur. Ze worden gekoppeld door middel van mof-spie verbindingen, voorzien van vaste neopreen dichtingsringen. Deze buizen hebben een diameter van 110 mm en een wanddikte van 3,2 mm. Lastenboek Pagina 10/39
Toepassing : alle rioleringsleidingen tot aan de sifonput 3.05 : WACHTBUIZEN VOOR NUTSLEIDINGEN Deze worden geplaatst om later de leidingen voor water, elektriciteit, gas, telefoon en TV-distributie te kunnen binnen brengen. Een voorgevormd gebogen element bestaande uit 5 doorvoerbochten in PVC wordt volgens de richtlijnen op een passende plaats in de fundering ingewerkt. In de meterplaats steken de doorvoerbuizen ongeveer 10 cm boven de vloerpas uit. Aan de buitenzijde steken deze buizen op een reglementaire diepte door de fundering en monden uit in een uitgegraven wachtput. Vanaf deze wachtput worden de doorvoerbuizen aangelegd tot aan de rooilijn om de aansluiting van de verschillende nutsvoorzieningen mogelijk te maken. De buizen zijn van hoogwaardig PVC en hebben een diameter van 110 mm. Bijkomende specifieke eisen, gesteld door de plaatselijke maatschappijen moeten voorgelegd worden aan de aannemer of architect. Toepassing : alle wachtbuizen tot aan de rooilijn 3.06 : REGENWATERPUT Er is een betonnen regenwaterput voorzien. Alle toevoer- en afvoerleidingen worden aangekoppeld aan het rioleringsstelsel. De put wordt opgemetst tot op gelijke hoogte met het nieuwe maaiveld en afgesloten met een betonnen deksel. De overloop wordt aangesloten op de riolering In aparte meerprijs kan er een aanzuigleiding naar een elektrische pomp voorzien worden. Toepassing : regenwaterput met inhoud 5.000 liter, inbegrepen voorfilterput Lastenboek Pagina 11/39
HOOFDSTUK 4 : METSELWERKEN 4.01 : VOCHTISOLEERLAAG IN MUREN Om opstijgend vocht tegen te gaan wordt in het baksteenmetselwerk een folie ingemetseld. Dit waterdicht membraan wordt bij samengestelde muren in een Z- plooi ingemetseld om eventuele zijdelingse vochtindringing tegen te gaan. In alle binnen- en buitenmuren bevindt deze folie zich op 15 cm boven de betonplaat. Deze vochtisolerende laag is een zwarte gewapende polyethyleenfolie van 0,2 mm dikte. Toepassing : alle vochtisolatie tegen opstijgend of afzakkend vocht 4.02 : GEVELPLINT De onderste lagen van het gevelmetselwerk worden uitgevoerd in plintsteen. De plinthoogte bedraagt ongeveer 0,30 m. Als plintsteen wordt een mangaankleurige handvormsteen voorzien. In het plintsteenmetselwerk, onmiddellijk boven het waterdichtingsmembraan, worden open stootvoegen voorzien, welke toelaten het opgenomen vocht in de spouw af te voeren. Toepassing : alle plintmetselwerk in Domus Granietgrijs, modul 50 4.03 : GEVELMETSELWERK Het buitenste deel van de samengestelde buitenmuur (= buitenspouwblad) wordt van op het plintmetselwerk opgetrokken in paramentsteen. Deze muur wordt loodrecht en pas gemetseld in halfsteens verband. De voegen welke ongeveer 1 cm breed zijn worden nadien tot op de vereiste diepte uitgekrabd. Als verankering van het buitenspouwblad met het binnenspouwblad (=binnenste deel van de samengestelde muur) worden ingemetselde gegalvaniseerde spouwhaken gebruikt. Gemiddeld 5 spouwhaken per m². Er worden openingen gelaten voor het buitenschrijnwerk overeenkomstig het uitvoeringsplan. De hoogte van de paramentmuren aan de langse gevels volgens plan. Ingeval van een zadeldak worden puntgevels gemetseld tot nokhoogte. Als paramentsteen wordt een handvormsteen voorzien in waalformaat of een moduul 65, stengperssteen. De gevelsteen voldoet aan de desbetreffende kwaliteitssproeven op het gebied van drukvastheid, vorstbestendigheid, uitbloeiing en wateropslorping, zoals de producent het voorschrijft in zijn speciale brochure. Er is een keuze uit een vijfenzestigtal schakeringen, gaande van zwartbruine sterk bezande tinten over rode gebrande tot zacht geelroze nuances. Toepassing : alle paramentmetselwerk in Domus Duifwit, modul 50, halfsteens verband Lastenboek Pagina 12/39
4.04 : VOORDEUROMLIJSTING Rond de voordeur wordt een portiek geplaatst welke naar keuze vervaardigd wordt uit siermetselwerk, natuur- of kunststeen. Steeds is er een aparte prijs voorzien volgens de tekening op het voorontwerp. Toepassing : portiek aan voordeur in gevelmetselwerk met arduinen sluitstenen (woning links) en portiek in blauwe steen (woning rechts) 4.05 : STREKLAGEN BOVEN BUITENSCHRIJNWERK De baksteenlagen boven iedere dagopening in het buitenste spouwblad worden gedragen door een rechte streklaag van paramentsteen. In de bovenliggende horizontale voeg wordt een waterkerende laag geplaatst. Deze is opgetrokken tot in het binnenspouwblad. Opvang parament aan de grote overspanningen met metalen gegalvaniseerde geveldragers, indien zichtbaar afgewerkt met een geharde polyester poedercoating. Toepassing : ramen en deuren volgens plan Inbegrepen onzichtbare geveldragers aan de grote overspanningen 4.06 : BUITENMUURISOLATIE Tijdens het metselen van de buitenmuren worden isolatieplaten in de spouwruimte geplaatst tegen het binnenspouwblad met een luchtspouw van 2 à 3 cm. Deze platen zijn voorzien van tand en groef, veerkrachtig en waterafstotend. De spouwankers worden door het isolatiemateriaal gebracht. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,023 W/mK. De voegen worden na plaatsing afgetaped. Toepassing : alle gevelisolatie met polyisocyanuraat (PIR), dikte 10 cm 4.07 : ISOLATIE TUSSEN SCHEIMUREN De isolatie tussen twee woningen bestaat uit stijve glaswolplaten, eenzijdig bekleed met een glasvlies. De plaat heeft een dikte van 2 cm. Deze plaat werd speciaal ontworpen voor een akoestische isolatie van scheidingsmuren en heeft als functie spouwresonanties te verminderen en een contact tussen beide spouwbladen te verhinderen. Bovendien reduceert het opvullen van de spouw met glaswol de effecten van akoestische infiltratie (bijvoorbeeld door onderbrekingen in de binnenafwerking voor stopcontacten). De platen zijn rotvrij, vormvast, vormen geen voedingsbodem voor ongedierte en zijn niet corrosief. Toepassing : isolatie tussen dubbele scheimuren Lastenboek Pagina 13/39
4.08 : BINNENSPOUWBLAD VAN DE BUITENMUREN Het binnenspouwblad, welke het dragend gedeelte van de buitenmuur vormt, wordt in halfsteens verband met snelbouwsteen gemetseld. Deze steen voldoet aan de NBN onder klasse B, type 1.4 en 1.1. Gemiddelde druksterkte : 48 N/mm². De muur heeft een dikte van 0,15 m. Bij puntgevels wordt het binnenspouwblad opgemetseld tot nokhoogte. De spouwen, rond de dagopeningen voor het buitenschrijnwerk, worden dichtgemaakt door het plaatsen van isolatieplaatjes in geëxtrudeerd polystyreen, zodat koudebruggen vermeden worden. Bezijden en bovenaan de dagopeningen wordt een slag gelaten van ongeveer 5 cm. Er worden aan de zijkanten houten blokjes ingemetseld om het plaatsen van ramen en buitendeuren te vergemakkelijken. Toepassing : uitvoering in snelbouw met dikte 14 cm 4.09 : BINNENMUREN Alle binnenmuren worden met snelbouwsteen in halfsteens verband gemetseld. De steen voldoet aan de NBN 476 onder klasse B, type 1.4 en 1.1. Gemiddelde druksterke : 48 N/mm². De binnenmuren hebben een dikte van 9 cm en 14 cm. Overeenkomstig het uitvoeringsplan worden binnendeuropeningen voorzien, waar bezijden houten blokjes worden ingemetseld om later de plaatsing van de binnendeuren te vergemakkelijken. Toepassing : uitvoering in snelbouw met dikte van 14 cm en 9 cm 4.10 : SCHEIDINGSMUREN IN SNELBOUW Indien er nieuw op te richten scheimuren zijn, worden deze voorzien in snelbouw met de aangegeven dikte. Het stortbeton voor de fundering is zoals beschreven in art. 2.03. Eventueel kan een isolatie aangebracht worden tussen de nieuwe en oude scheimuur. Toepassing : scheimuren woningen in snelbouw, dikte 14 cm 4.11 : LINTELEN IN GEWAPEND BETON Boven raam- en deuropeningen worden betonbalken geplaatst met zijdelingse opleg van minimum 1/10 van de overspanning. De hoogte en de wapeningen van deze lintelen zijn berekend volgens hun belasting en overspanning. Toepassing : alle lintelen boven ramen en deuren 4.12 : ANKERS MUURPLATEN Aan de bovenkant van het binnenspouwblad zorgen ingebetonneerde draadstangen voor een perfecte verankering van de later aan te brengen dakconstructie. Deze Lastenboek Pagina 14/39
ankers worden in voldoende aantal aangebracht en steken ongeveer 10 cm uit boven de muren. Toepassing: aan de aansluitingen tussen opgaande muren en hellend dak 4.13 : DORPELS De dorpels van ramen en deuren bestaan uit blauwe hardsteen (arduin van klasse B). De bovenzijde is geschuurd en de zichtbare zijkanten gefrijnd. De onderkant is voorzien van een druiplijst, dikte : 5 cm ; breedte : 18 cm. De beide uiteinden worden 5 cm in het paramentwerk ingemetseld. In de breedte steken zij ongeveer 5 cm uit het paramentvlak. Het bovenvlak helt af naar buiten toe en achteraan zijn ze voorzien van een opkant, waar later het raamkozijn overheen komt. Onder de garagepoort komt de dorpel 3 cm lager te liggen dan de garagevloer, om een aanslag te vormen onderaan de poort. Deze dorpel is eveneens vooraan afgeschuind, maar heeft achteraan geen opstand bij toepassing van een kantelpoort. Bij een sectionaalpoort wordt wel een opstand voorzien. Toepassing : aan alle ramen en deuren 4.14 : BETONNEN STRUCTUURELEMENTEN EN PROFIELEN Alle betonnen balken en/of kolommen worden ter plaatse gestort. Koude bruggen worden vermeden ofwel met een doorlopende spouwisolatie, ofwel met een isolerende verloren bekisting. Indien een ringbalk vereist is wordt deze ter plaatse gestort, voorzien van de nodige wapening. In de ringbalk worden wachtijzers voorzien om de muurplaat te verankeren. Voor dimensionering en profilering wordt verwezen naar de studie van de gewelven of van de ingenieur. De profielen binnen de woning worden voor het plaatsen behandeld met roestwerende verf. De oplegging van stalen liggers gebeurt op betonnen sloffen om een betere verdeling van de lasten te verkrijgen. De stalen kolommen worden voorzien van opgelaste voet- en kopplaat. Toepassing : alle nodige structuurelementen in beton en/of staal 4.15 : DRAAGVLOEREN Predallen : De vloerplaten worden uitgevoerd met prefab betonnen vloerplaten, voorzien van tralieliggers. De betondikte bedraagt 5 cm. Na plaatsing worden deze opgegoten zodat het geheel één stabiele vloeroppervlakte wordt. Daar waar nodig zullen metalen liggers worden gebruikt. De opstortbeton wordt ter plaatse gegoten. De samenstelling van het beton is in overeenstemming met sterkteklasse C25/30. De dikte van de plaat en de hoeveelheid wapening wordt geplaatst volgens opgave van een ingenieursbureau, rekening houdende met de belasting en overspanning van de vloer. De wapening bestaat uit betonstaal, staaf- of netwapening, volgens keuze van de aannemer. Lastenboek Pagina 15/39
Toepassing : Vloerplaat boven gelijkvloers Vloerplaat boven verdieping Lastenboek Pagina 16/39
HOOFDSTUK 5 : DAKTIMMER - DAKBEDEKKING 5.01 : DAKTIMMERWERK HELLENDE DAKEN De dakconstructie bestaat uit houten spanten, geplaatst om de 50 cm. Als houtsoort komen alle naaldhoutsoorten in aanmerking, opgenomen in de STS 04 Hout en Plaatmateriaal op basis van hout. Het gebruikte hout wordt aan een preventieve behandeling tegen schimmels en insecten onderworpen, afdoende voor toepassingen in omstandigheden van risicoklasse 2. De verduurzaming wordt uitgevoerd in een erkend station. Op het binnenspouwblad worden muurplaten, bestaande uit houten balken van ongeveer 6,5 x 15 cm, horizontaal opgesteld welke de draagbasis vormt van dak- en plafondconstructie. Het geheel wordt met het metselwerk verbonden door middel van moer en draadstang, verankerd in het binnenspouwblad of de welfsels. Er worden wind- en stabiliteitsverbanden geplaatst om een onvervormbaar geheel te bekomen. De houtsectie, vorm en verbindingen van het spant worden berekend volgens hun overspanning en belasting. De berekeningswijze gebeurt volgens de STS 31. Toepassing : Hoofddak 5.02 : ONDERDAK IN MENUISERITE Dit is een dichtingsscherm van houtvezelcementplaten die over de gehele oppervlakte van het dakvlak geplaatst wordt. Het onderdak zorgt er voor dat eventueel door het dak gedrongen stof en jachtsneeuw wordt afgevoerd naar de goot. De platen zijn asbestvrij van het type Eternit en hebben een dikte van ongeveer 3,2 mm. De platen worden met voldoende overlapping op de spanten of kepers geplaatst. Bevestiging met tengellatten in Oregon of gelijkwaardig, evenwijdig en op gelijke afstand van elkaar vernageld. Toepassing : Hoofddak 5.03 : DAKBEDEKKING PANNEN Als dakbedekkingsmateriaal worden pannen geplaatst. Dwars op de spanten boven het onderdak worden latten genageld, evenwijdig en op gelijke afstand van elkaar, dit zijn Oregon panlatten of gelijkwaardig. Het leggen van de pannen gebeurt volgens voorschrift van de fabrikant. De pannen worden met de neus achter de panlat geplaatst en zijdelings met tand- en groefprofilering in mekaar gelegd. Aan de dakranden zijn zijgevelpannen voorzien die aansluiten tegen het metselwerk. Op de nok worden vorstpannen op geventileerde ondernokken geplaatst. Eventuele kilgoten worden gesloten met ingewerkt bladlood. Toepassing : dakpannen, type Koramic Stormpan 44, kleur: antraciet Lastenboek Pagina 17/39
5.04 : HANGGOTEN Om de 60 cm worden gootbeugels bevestigd tegen de spondeplanken op alle horizontale dakranden. Hierin worden gootstukken geplaatst die samen een goot vormen en waarvan de uiteinden met speciale eindstukken gesloten worden. Op bepaalde plaatsen worden tapgaten voorzien om te kunnen aansluiten met de afvoerbuizen. Het geheel wordt gemonteerd volgens de voorschriften van de fabrikant. Toepassing : rechthoekige hanggoten in zink aan de achtergevel 5.05 : BAKGOTEN De bakgoot wordt uitgetimmerd in Oregon, gedrenkt. Op bepaalde plaatsen worden tapgaten voorzien om te kunnen aansluiten met de afvoerbuizen. De buitenzijde van de bakgoot (onder- en voorzijde) worden bekleed met een beplating in geperste stoomverharde vezelcementplaat, met zichtbare schroeven te bevestigen op de onderliggende structuur. De kleur wordt gekozen uit het standaard kleurengamma. De binnenzijde van de bakgoot wordt bekleed met zink, aan te brengen met een voldoende afwatering naar de tapgaten. Toepassing : bakgoot voorgevel, incl. zinkbekleding 5.06 : AFVOERBUIZEN Het regenwater wordt van de dakgoot via afvoerbuizen naar de riolering geleid. De buizen worden vertikaal tegen het gevelmetselwerk bevestigd met beugels voorzien van bout en moer. De beugels worden met inslagpennen op 2 plaatsen in het metselwerk verankerd. Er worden buizen gebruikt van lichtgrijze of bruine kleur met een ronde diameter van 80 mm en een wanddikte van 1,3 mm. De bochtstukken zijn van hetzelfde materiaal. Deze buizen voldoen aan de NBNT 42-107. Toepassing : afvoerbuizen in zink, diameter 80 mm 5.07 : DAKKAPEL Volgens de aanduidingen op het plan wordt de voorzijde van de dakkapel uitgevoerd in metselwerk of timmerwerk. Bij metselwerk wordt dezelfde gevelsteen gebruikt als de woning ; de zijkanten van de dakkapel worden afgewerkt met meranti planchetten of schaliën. Bij houten dakkapellen wordt ook de voorzijde bekleed met meranti. Toepassing : dakkapel voorgevel Voorzijde: raamkader in meranti, geschilderd in RAL 7006 Zijkanten: afwerking met leien Lastenboek Pagina 18/39
5.08 : ERKER Aan de woning kan een erker voorzien zijn, als uitspringend geveldeel. Deze erker wordt voorzien met gekoppelde raamgehelen, inbegrepen in Hoofdstuk 6 : Buitenschrijnwerk, uitgevoerd volgens het plan. Het dak wordt uitgevoerd met dezelfde houtsoort als het hoofddak, ter plaatse getimmerd. Toepassing : erker aan raam fietsenberging met houten kader en sierlijst, geschilderd in RAL 7006. Erker aan raam achtergevel met houten geprofileerde kroonlijst en houten hoekafwerking, geschilderd in RAL 7006 5.09 : DAKVLAKVENSTERS Wanneer er rechtstreeks licht & verluchting moet verkregen worden in lokalen die onder het dak gelegen zijn, is het plaatsen van dakvlakvensters de meest aangewezen oplossing. Deze dakvlakvensters zijn vervaardigd uit Noors hout, behandeld als natuurlijk aspect en beschermd door een buitenbekleding in gelakte aluminium. Het beweegbaar gedeelte is een tuimelraam dat 180 wentelt, en in gesloten toestand een permanente bovenverluchting toelaat. Dit raam heeft een dubbel isolerende beglazing en wordt in het dak gemonteerd met de bijhorende alu-gootstukken. Toepassing : veluxraam, type GGU 114/118 cm op de doucheruimte 5.10 : PLATTE DAKEN Alle platte daken worden afgewerkt als volgt : eerst wordt een hellingsbeton geplaatst met voldoende afwatering naar de tapgaten. Over de gehele oppervlakte wordt een bitumen hechtvernis aangebracht. Hierop wordt een dampscherm in geperforeerd bitumen glasvlies geplaatst met een overlapping van min. 7 cm. De dakisolatie is 2 x 6 cm polyurethaan, gecacheerd. De dakdichting bestaat uit een laag bitumenglasvlies, gekleefd in een warm gegoten bitumenlaag en als toplaag een plastomeerbitumen bestaande uit een niet-geweven polyestermat met 180 gr/m² geïmpregneerd en bedekt met APP gemodificeerd bitumen, dikte 4 mm. De toplaag is voorzien van een mechanisch ingewalste leislag. Aan de afvoeren worden loden tapbuizen voorzien. In de hoeken aan opstaande wanden worden isolatiedriehoekjes geplaatst. Toepassing : plat dak achterbouw 5.11 : DEKSTENEN IN BETON Op de dakranden van de platte daken en aan dakopstanden worden dekstenen aangebracht in prefab beton. Deze dekstenen in een grijze kleur worden aansluitend in de volle mortel geplaatst, na het plaatsen van een vochtisolatie. Ze kunnen voorzien worden met een enkelzijdige afwatering of een dubbele afwatering. Lastenboek Pagina 19/39
Toepassing : plat dak tegen scheimuur 5.12 : ALUMINIUM DAKRANDPROFIEL Als randafwerking van de platte daken wordt een aluminium dakrandprofiel geplaatst. Dit profiel wordt waterdicht ingewerkt tussen de asfaltlagen, na bevestiging op de dakopstand. Kleur in te kiezen Ral-kleur. Toepassing : aan alle platte daken 5.13 : GEVELBEKLEDING MET LEIEN Op het gevelvlak wordt een latwerk aangebracht, volledig uitgelijnd. Alle hout is gedrenkt en volkomen rotvrij. Tussen het regelwerk wordt een isolatie aangebracht, bestaande uit PIT platen, dikte 10 cm. Hierop worden asbestvrije kunstleien vernageld, afmetingen 40/40. Kleur te kiezen uit het standaardgamma van de fabrikant. Toepassing: bekleding vrijstaand scheimuurdeel woning rechts, kleur leien: zwartgrijs Lastenboek Pagina 20/39
HOOFDSTUK 6 : BUITENSCHRIJNWERK 6.01 : PVC BUITENSCHRIJNWERK EN BEGLAZING Is voorzien met PVC profielen van het merk VEKA Topline 70 mm met thermische onderbreking. Het betreft hier profielen met een meerkamersysteem en een inbouwdiepte van 70 mm. Een versterking uit gegalvaniseerd staal met een minimale dikte van 1,5 mm zorgt voor een verhoogde stabiliteit en een geringe doorbuiging bij extreme windbelasting. Een dubbele aanslagdichting garandeert een perfecte winden waterdichtheid. De gebruikte APTK-rubbers voldoen aan de strengste eisen en kunnen temperaturen van 40 C tot +120 C weerstaan. Het MACO-hang- en sluitwerk van de ramen zorgt voor een perfecte afdichting en blijft in alle richtingen regelbaar. Het is steeds gelakt in de RAL-kleur passend bij de ramen. Profielen: Alle kader- en vleugelprofielen bestaan uit minstens drie, hoogstens 5 kamers. De kamers aan de buitenkant dienen voor de ontwatering. De middelste dienen voor het aanbrengen van verzinkt staal, daar waar versterkingen nodig zijn. De kamers aan de binnenkant dienen voor de bevestiging van de scharnieren met schroefsteun door minstens 2 wanden. De wanddikte van de buitenwanden bedraagt minimum 3 mm. Het zeer stootvaste profiel is weersbestendig, kleurvast, ongevoelig voor niet agressieve reinigingsproducten, vuil- en verouderingsvast. Het profielassortiment laat toe elk type raam en deur te maken, alsook technisch verantwoorde koppelingen en aansluitingen te verwezenlijken. Versterkingen: De in de hoofdkamer voorziene versterkingen zijn noodzakelijk als ondersteuning voor zware beglazing, ter vergroting van de buigweerstand ter hoogte van rolluikkasten en ter versteviging van stijl- en/of regelverbindingen. Het is soms noodzakelijk dat extra versterkingen aangebracht worden om de doorbuiging van 1/300 niet te overschrijden. Dit is ook noodzakelijk voor deuraanslagen om een degelijke sluiting te bekomen. Er wordt rekening gehouden met de maximum afmetingen en dit vooral bij de beperkingen voor niet-witte profielen. Als grondregel kan gesteld worden dat bij witte ramen kaderprofielen versterkt worden vanaf 150 cm lengte, vleugelprofielen vanaf 70 cm breedte en 130 cm hoogte, en dat stijlen of regels steeds versterkt worden. Bij gekleurde raamprofielen dienen alle hoofdprofielen steeds versterkt te worden. Hoekverbindingen: De profielen worden op 45 gezaagd en aan elkaar gelast met een automatische lasmachine, zonder toevoeging van materiaal. De verwerking moet gebeuren bij een minimumtemperatuur van 16 C. De lasmachine is voorzien van naadbegrenzers om de naad die ontstaat tijdens het lassen zo fijn mogelijk te houden. De lasrups zal na afkoeling machinaal verwijderd worden. Lastenboek Pagina 21/39
Dichtingen: Een dichting in synthetisch rubber (E.P.D.M) chore 65, zorgt voor een volledige afscherming tegen slagregen en wind tussen kader en vleugel. Deze dichting is in de hoeken op 45 gesneden en gekleefd en zal aan de buitenzijde van het kaderprofiel in een daarvoor bestemde gleuf aangebracht worden. Als winddichting wordt aan de binnenzijde van het vleugelprofiel een tweede dichting aangebracht. Plaatsen van de beglazing: De glaslat bestaat uit een gesloten profiel met een wanddikte van 2 mm en is langs de onderkant voorzien van een dubbele haak die in een gleuf van vleugel- of kaderprofiel geklemd wordt. De sponningshoogte moet minstens 21 mm bedragen. Glaslatten mogen enkel aan kamerzijde geplaatst worden. De beglazing wordt geplaatst tussen buisvormige dichtingen in E.P.D.M. die niet boven het profiel uitsteken. Aangepaste ontwateringen en beluchtingen zijn noodzakelijk en in voldoende mate aanwezig in de voorste kamer van de profielen. De stel- en afstandsblokjes zijn in harde kunststof. Hang- en sluitwerk: Vervaardigd uit roestvrij behandeld materiaal, de sluitspanning van de sluitpunten is regelbaar. Alle beslagonderdelen zijn door 2 profielwanden geschroefd. Kleuren in PVC: Gekleurde profielen langs beide zijden: deze ramen worden vervaardigd uit PVCprofielen bruin in de massa gekleurd. De zichtzijden van de profielen worden bijkomend voorzien van een Renolit folie. Gekleurde profielen langs de buitenzijde: in bruine kleur of houtimitatie: de coëxtrusielaag bestaat uit hetzelfde materiaal als het hoofdprofiel. Deze coëxtrusielaag is minstens 1,5 mm dik, zodanig dat bij het zuiver maken van de lasnaden geen wit materiaal naar buiten treedt. Op deze laag wordt een Renolit folie aangebracht. Andere kleuren: de witte profielen worden bijkomend voorzien van een Renolit folie. Kleur te kiezen uit kleurenlijst. Renolit folie: Renolit folie bestaat uit meerdere lagen gedoubleerde folie bestaande uit een halfzachte onderlaag, licht- en weersbestendig ingekleurd, en een acrylfolie. Dikte 200 micron, tolerantie 15 micron. Deze folie wordt onder druk en temperatuur op het voorbehandelde PVC raamprofiel aangebracht. Het oppervlak van deze folie is generfd wat een houtimitatie sterk benadert. Standaardkleuren: Opgelet: de vernoemde kleuren zijn geen RAL-kleuren. De vernoemde Ral-nummers geven slechts een benaderende indicatie van de kleur (zie kleurenlijst). Om deze reden kan er een kleurafwijking zijn met andere gevelmaterialen in dezelfde RALkleur. Andere kleuren zijn mogelijk op aanvraag. Standaardkleuren zijn: Lastenboek Pagina 22/39
Houtimitatie: Bruin generfd Mahonie Donkere eik Gouden eik Kleuren: Gebroken-wit (RAL 9001) Dennengroen (RAL 6009) Antracietgrijs (RAL 7016) Achatgrijs (RAL 7038) Zilvergrijs (RAL 7001) Toepassing : alle buitenramen in PVC. Kleur: binnen wit, buiten RAL 9001 foliekleur. De inkomdeuren worden uitgevoerd in hout en geschilderd in atelier in RAL 7006 Bedrag voorzien voor deurtrekker inkomdeur: 2 x 160,00 6.02 : KLEINHOUTEN Inbegrepen houten balustrade aan raam nachthal, geschilderd in RAL 7006 (woning links) en handgreep tussen de dagkanten in geanodiseerd aluminium aan raam nachthal (woning rechts). Inbegrepen houten balustrade op dakterras en houten scherm op dakterras en tuinterras, geschilderd in RAL 7006. Kleinhouten worden voorzien volgens de aanduidingen op de plannen. Deze kunnen ofwel met siliconen op de binnen- en buitenzijde van het glas gekleefd worden, of tussen de beglazing geplaatst. De standaard breedte is 26 mm. Wanneer de kleinhoutjes tussen het glas voorzien zijn bedraagt de K-waarde van het glas 1,4 W/m²K. Er wordt een keuze gemaakt uit de standaardkleuren of dezelfde kleur van de ramen. Toepassing: kleinhouten voorzien op het glas gekleefd, standaardbreedte 26 mm Kleur: binnen wit, buiten kleur ramen 6.03 : BEGLAZING De beglazing is voorzien met een dubbele beglazing (4-15-4 mm) type Thermoplus Starlite. Dit is een dubbele beglazing waarop een super-isolerende laag is aangebracht die kou buiten houdt, maar zonlicht en zonne-energie maximaal doorlaat, waardoor de warmte binnenskamers blijft. De k-coëfficiënt voor deze beglazing bedraagt 1,1 W/m²K. Alle ramen met een borstweringshoogte kleiner dan 90cm worden voorzien met veiligheidsbeglazing, volgens de nieuwe norm NBN S23-002 voor de veiligheid van personen tegen verwondingen en doorval. Toepassing : Alle beglazingen Lastenboek Pagina 23/39
HOOFDSTUK 7 : VOEGWERKEN 7.01 : VOEGWERK BUITENGEVELS Er wordt een homogene voegmortel samengesteld met zand en cement. De voegen van het gevelmetselwerk worden zorgvuldig en vakkundig gedicht, waarna het paramentvlak wordt afgeborsteld. De tint is volgens de keuze van de bouwheer. Keuze uit 3 kleurstalen, volgens aanduiding klant. Toepassing : alle paramentmetselwerk 7.02 : OPSPUITEN BUITENSCHRIJNWERK Dit gebeurt met een elastische voegmassa. Kleur is wit of transparant. Andere kleuren mogelijk mits meerprijs. Aan de binnenzijde wordt de ruimte tussen kader en binnenmuur met PUR-schuim opgespoten. Toepassing : alle buitenramen en buitendeuren Lastenboek Pagina 24/39
HOOFDSTUK 8 : PLEISTERWERKEN 8.01 : PLEISTERWERK MUREN Alle onzuiverheden die buiten het ruwbouwmetselwerk steken worden verwijderd. Er wordt een mengsel aangemaakt, meestal van synthetische pleister, gehydrateerde kalk, bindingsvertragers, waterophoudende producten, perliet en aanmaakwater. Deze massa wordt krachtig op het draagvlak geworpen en met behulp van een regel door opwaartse bewegingen uitgestreken en daarna glad afgewerkt. Aan alle buitenhoeken worden metalen beschermingsprofielen ingepleisterd. Het pleisterwerk wordt aan de openingen van ramen en buitendeuren om de hoek doorlopend, aangebracht tot tegen het raam- en deurkozijn. Deze afwerking is ook voorzien bij dakvlakvensters. Daar waar muurtegels geplaatst worden zal het bezetwerk niet gepolierd worden. Toepassing : alle binnenmuren op gelijkvloers, eerste- en tweede verdieping 8.02 : PLEISTERWERK PLAFONDS Op welfsels of betonvloeren De bepleistering is identiek zoals beschreven in punt 8.1. Toepassing : alle plafonds van het gelijkvloers en eerste verdieping 8.03 : PLEISTERWERK OP STUCANET De horizontale en schuine plafonds van de verdieping worden gevormd door de binnenregels van de dakspanten. Op de onderzijde van de dakspanten wordt verzinkte staaldraadbewapening, type Bekaert Stucanet vastgespijkerd, waarbij tussen de langs- en dwarsdraden geperforeerd karton is verwerkt. Een eerste laag pleisterwerk wordt met behulp van een stuckam opgeruwd. Na verharding wordt de tweede laag aangebracht. Het pleisteroppervlak wordt loodrecht en verticaal uitgevoerd Toepassing : Schuine dakgedeelten en plafonds op tweede verdieping Lastenboek Pagina 25/39
HOOFDSTUK 9 : VLOER- EN TEGELWERKEN 9.01 : UITVULLAAG IN MAGERE CHAPE Op de betonnen vloerplaat van het gelijkvloers wordt in elk lokaal een vloerisolatie geplaatst. Deze vloerisolatie bestaat uit een mengsel van zand, cement en aanmaakwater. Deze magere chape fungeert als uitvullingslaag voor leidingen die bovenop de vloerplaat zijn aangebracht en is gemiddeld 7 cm dik. Toepassing : volledige oppervlakte van het gelijkvloers 9.02 : VLOERISOLATIE IN POLYURETHAAN Op de buisuitvulling van de vloerplaat van het gelijkvloers wordt in elk lokaal een vloerisolatie geplaatst. Deze vloerisolatie bestaat uit een laag isolatieplaten in polyurethaan. De dikte bedraagt 2 x 4 cm. Toepassing : vloerisolatie gelijkvloers in polyurethaan, dikte 2 x 4 cm 9.03 : CHAPEVLOER op het gelijkvloers : Op de vloerisolatie wordt een gewapende chapevloer geplaatst van ongeveer 8 cm dikte. De wapening bestaat uit lichte netten 38 x 38 x 2 x 2. Deze chape wordt gestort in alle lokalen, behalve in de garage en ligt ongeveer 1 cm lager dan de pas van de inkomdorpels. De plaatsing is vlak, effen en regelmatig. Samenstelling chape beton per m³ : - zuiver zand 0,2 en 0,5-200 kg cement - aanmaakwater Toepassing : alle lokalen van het gelijkvloers op de verdiepingsvloer met welfsels : Hier wordt rechtstreeks op de welfsels een chapevloer aangebracht van 11 cm dikte met afwerking zoals hierboven beschreven. Toepassing : alle lokalen van de eerste- en tweede verdieping Lastenboek Pagina 26/39
9.04 : GARAGEVLOER In deze plaats is een vet- en oliebestendige tegelvloer voorzien, met formaat 30/30, kleur te kiezen uit een aantal basiskleuren. Zij worden geplaatst met doorlopende rechte voegen. Als muurafwerking worden zwarte plinten geplaatst. Keuze : tegelvloer met een handelswaarde van: 17,00/m² Toepassing : fietsenberging 9.05 : TEGELVLOER De tegelzetter kiest voor het plaatsingssysteem in functie van het materiaal en de gegeven situatie. De bevloering wordt in alle richtingen horizontaal en volkomen vlak gelegd. Rechthoekige tegels worden geplaatst met dwarse voegen, die halfsteens verspringen, vierkante tegels met doorlopende loodrechts voegen. Onze plaatsingsprijs geldt voor tegels rechthoekig van vorm met minimale afmetingen 15 x 15 cm en met maximale afmetingen 50 x 50 cm. Voor kleinere of grotere afmetingen kan een supplement aangerekend worden. Verbanden, speciale motieven, diagonaal plaatsen en/of plaatsen van gerectificeerde tegels of natuursteen houden een wijziging van de plaatsingsprijs in. Voor zwart- of B-Fix voegsel zal eveneens een supplement aangerekend worden. Keuze : tegelvloeren met een handelswaarde van: 40,00/m² Toepassing : - Inkom - Living - WC - Keuken - Badkamer - Doucheruimte 9.06 : BINNENDEURDORPELS Onder iedere binnendeur wordt een marmeren dorpel geplaatst. Deze wordt gelegd in een vol mortelbed, volkomen horizontaal en enkele mm hoger dan de vloerplaat. De dikte is 2 cm. Er is keuze uit de volgende marmersoorten : - Mocca - Moleanos - Jura - Blauwe hardsteen Toepassing : aan alle binnendeuren Lastenboek Pagina 27/39
9.07 : MUURTEGELS Bepaalde wanden van badkamer en keuken worden bekleed met muurtegels. Ze worden vlak en vertikaal op het bezetwerk aangebracht, door middel van cementlijm. De voegen zullen loodrecht zijn en onderling aan elkaar gelijk. Gebruik van vloertegels als muurtegels houdt een wijziging van de plaatsingsprijs in. Toepassing : - badkamer : Muurtegels worden tegen alle wanden van de badkamer aangebracht tot plafondhoogte. Onze plaatsingsprijs geldt voor afmetingen van de tegels van 10 x 20 cm indien rechthoekige tegels of voor 15 x 15 cm indien vierkante tegels. Voor kleinere of grotere afmetingen kan een supplement aangerekend worden. De voegen tussen het bad en het muurvlak worden door middel van siliconenmastiek gedicht. Keuze : tegels, vierkant of rechthoekig van vorm met een handelswaarde van 30,00/m². - doucheruimte : Idem als in de badkamer 9.08 : MUURPLINTEN Deze worden voorzien in alle ruimtes waar stenen bevloering is voorzien. Er worden muurplinten met afgeronde bovenkant gebruikt. Kleur is te kiezen (afmetingen : ongeveer 30 x 8 cm). Keuze : Voorziene handelswaarde : 6,00/lm Toepassing : fietsenberging Keuze : Voorziene handelswaarde : 8,00/lm Toepassing : alle lokalen met tegelvloeren 9.09 : VENSTERTABLETTEN Onderaan de ramen aansluitend met het kozijn worden tabletten geplaatst. Deze worden met beide zijden enkele centimeters ingewerkt in de muur. De venstertabletten zijn uit massief marmer vervaardigd. De bovenzijde en de zichtbare zijden zijn gepolijst. - Dikte : 2 cm - Breedte volgens de muurdikte. De marmersoorten zijn dezelfde zoals vermeld bij de binnendeurdorpels. De tabletten in badkamer en keuken kunnen eventueel vervangen worden door dezelfde muurtegels. In de garage wordt het tablet gevormd door het naast elkaar plaatsen van tegels. Toepassing : alle ramen, met uitzondering van deze die tot de vloerpas reiken Lastenboek Pagina 28/39
9.10 : HOUTEN DAKTERRAS Op de waterdichting van het plat dak wordt een houten vloer geplaatst in Bankirai anti-slip profielplanken 28x145 mm, vastgevezen op bankirai kepers 40 x 58 mm, asas 50 cm. Bevestiging met 2 inox vijzen per plank per keper en uitvulling met volkern- of rubberen plaatjes. Toepassing : vloer dakterras in bankirai, oppervlakte volgens plan Lastenboek Pagina 29/39
HOOFDSTUK 10 : BINNENSCHRIJNWERK 10.01 : BINNENDEUREN Als binnendeuren voorzien wij stijlverfdeuren, kader met panelen in MDF, met multiplex kassementen en chambranten in schilderkwaliteit. Het hang- en sluitwerk is inbegrepen in de eenheidsprijs per deur. De binnendeuren worden loodrecht geplaatst in de muuropeningen, waar ze bevestigd worden aan de ingemetselde muurblokken. Rondom de binnenkasten worden gemoduleerde chambranten geplaatst in verstek. - deurblad : 0,83 m breedte en 2,015 m hoogte - slot : type boekslot met sleutel - scharnieren : 3 stuks koper kruk en slotplaat : aluminium-achtige kleur. Toepassing : alle binnendeuren Voorziene waarde per deur (incl. plaatsing): 440,00/deur Deels beglaasde deuren (3 stuks): voorziene waarde (incl. plaatsing): 680,00/deur 10.02 : BINNENTRAP IN HOUT Ingeval van een woning met bewoonbare verdieping is de trap voorzien in beuk als volgt : rechte treden in 6/4 ingewerkt in de binnenzijde van de wangen. Vierkante begin- en eindkolom met tussengewerkte platte balusters en handgreep. De opening rondom het trapgat wordt afgewerkt met een grondlat. Hierop steunt de traptuin met balusters en rondlopende handgreep. Ingeval van een gesloten trap zijn de stootborden in 5/8 en wordt de onderzijde afgewerkt met stucanet + bezetting Toepassing : trap van gelijkvloers naar eerste verdieping : gesloten trap Trap van eerste naar tweede verdieping: gesloten trap 10.03 : PLAFONDISOLATIE Er wordt een dakisolatie geplaatst rondom en tegen het bewoonbare gedeelte van het dak. Tussen de horizontale, verticale en schuine regels van de spanten evenals op het onbewoonbare gedeelte op de betonplaat of welfsels wordt een isolatiemat geplaatst. De isolatiemat wordt met een dampscherm naar onder geplaatst om condensatie te voorkomen. Zij eindigt boven de volle dikte van het binnenspouwblad. Voorzien is een veerkrachtig glaswoldeken, langs één zijde bekleed met een kraft-aluminium dampscherm, met versterkte spijkerflenzen. Dikte : 20 cm. λ-waarde : 0,040 W/mK. Toepassing : alle schuine daken van de woning Lastenboek Pagina 30/39