Waterbeheer en veiligheid. Leven in een badkuip. Lespakket waterkwantiteit Groep 7 en 8 primair onderwijs Programma Stroom



Vergelijkbare documenten
Waterbeheer en veiligheid. Leven in een badkuip. Lespakket waterkwantiteit Klas 1 en 2 voortgezet onderwijs Programma Stroom

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

introductie waterkwantiteit waterkwaliteit waterveiligheid virtuele tour Waar zorgen de waterschappen in mijn omgeving voor?

LESBLAD WATERKRINGLOOP GROEP 5-6

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s)

Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP

Het verharde oppervlak. Waar moet al die regen heen? Lespakket waterkwantiteit Klas 1 en 2 voortgezet onderwijs Programma Stroom

Het verharde oppervlak. Hoe houdt Zuid-Holland de voeten droog? Lespakket waterkwantiteit Groep 7 en 8 primair onderwijs Programma Stroom

Onderdeel 1, basale vragen

UTRECHT AAN ZEE: Hoe houd jij droge voeten? Docentenhandleiding

Toeristen in Nederland

Werkboekje bij de digibordles Noord-Holland werkt aan water

DOCENTENHANDLEIDING basisonderwijs

Nederland Waterland Basisonderwijs

Handleiding niveau AA

Leskist THEMA-handleiding Een weekend in de provincie Utrecht Groep 5 en 6

Naar veilige Markermeerdijken

Help, een overstroming!

o Heuvelachtig o Platteland o Boven zeeniveau o Plat o Stad o Onder zeeniveau

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1

Aardrijkskunde Toets. Leontine Helmer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

blad 1 Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP

Ontdekkersgroep dag maart 2014

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Les 3 - Het waterschap

Nieuws in de klas Postbus AA Amsterdam t: f: e: w:

3D-waterkaart van Nederland

Leven onder water Pompen of verzuipen Project voor MBO

Presentaties: presenteer jezelf met PowerPoint

Sectoren. Inhoud. 1. Het sectorwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Sectorwerkstuk

WERKBLAD mijn landschap

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP

Onderdeel invloed van de mens of sporen van mensen

Debietmeting maken. Aan de hand van metingen aan de sloten en werken met natuurkundige formules een debietmeting leren maken.

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

blad 1 Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP

JA: BETTER YN WETTER! VERKIEZINGSPROGRAMMA PVDA FRYSLÂN WETTERSKIP MAKKELIJK LEZEN

Ruimte voor water. in het rivierengebied

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen

Wat betekent het wanneer je drie talen spreekt? Hoe organiseer je dat? Zouden ze dit spreken en schrijven?

Speelkaarten.indd :14:06

TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - ruimte. Kerndoel 48. Toelichting en verantwoording

Hoe hoog is dat? groep Bron:

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

Anders voeren. Les b r i e f

WHAT S UP ZUIDERZEELAND? AARDRIJKSKUNDE, THEORETISCHE OPDRACHT

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V Alle rechten voorbehouden.

Primair Onderwijs. 6 lessen

Mijn koeien moeten zo vroeg mogelijk in het voorjaar de wei in

Een goede voorbereiding is natuurlijk het halve werk. Daarom moeten jullie voor je naar de Woudse polder gaat eerst wat opzoeken op internet.

junior dijkdenkers Dit werkboek is van:... Groep:... School:...

Anders voeren. lesbrief

WikiKids Atlas. Lerarenhandleiding Project WikiKids Atlas

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer,

Leerlijnen TULE SLO. Jory Tolkamp

Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat

aardrijkskunde PROVINCIES VAN NEDERLAND

Lesbrief ZAND BOVEN WATER OPDRACHT 1 - NEDERLAND EN WATERBOUW

Projectintroductie e. Projectintroductie les 1

Watersnoodramp 1953 hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Nederland waterland hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Opdrachten over de Hooge Boezem achter Haastrecht. Op de kaart hierboven zie je het hele gebied.

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Voordoen (modelen, hardop denken)

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 1 - WERKBLAD 1

Waterrijk. 1. Aanzetten. 1.a Waterrijk

Aardrijkskunde. Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis. Bedoeling

WERKBLAD - ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS DIJKEN

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 3 - WERKBLAD 1

want ruimte voor de Maas en veilige (regionale) dijken zijn een eerste zorg.

LESINSTRUCTIE GROEP 5/6

H.A.N.G. PLEKKEN. Heel Aardig? Niet Geweldig! > OP BEZOEK BIJ HET NAI

Verslag Aardrijkskunde Lesvoorbereiding les 1

Overstroming in samenwerking met Lucas Onderwijs en Jet-Net Junior

hoofdstuk 1 - werkschrift - handleiding - toetsboek hoofdstuk 1 - werkschrift - handleiding - toetsboek Aardrijkskunde voor het basisonderwijs

Van de regen in de drup

Films kijken op internet: verboden of niet?

Fossielen uit de Noordzee.

HANDLEIDING Leerkracht

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

Handleiding leerkracht

China Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? -

2. Afkoppelen en vasthouden van regenwater Van regenton naar tuinbeek naar vijver of poel 11

Docentenhandleiding CBS in de Klas

Hoe maak ik een werkstuk?

Thema: De watersnoodramp. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Waterschapsbelasting 2015

Aan welke kerndoelen heb je gewerkt?

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs

WERKBLAD - GROEP 7/8 DIJKEN DIJKEN IN FRYSLÂN

Workshop B Hoe kan ik stemmen?

Introduceren thema Broeikaseffect. Startopdracht. gekeken. Thema: Broeikaseffect. laten stoppen? centraal:

Transcriptie:

1 Waterbeheer en veiligheid Leven in een badkuip Lespakket waterkwantiteit Groep 7 en 8 primair onderwijs Programma Stroom

2 Colofon Initiatief De Zuid-Hollandse NME-centra en de Zuid-Hollandse waterschappen in het samenwerkingsverband STROOM Inhoud en tekst CED-Groep, Onderzoek en Ontwikkeling Vormgeving Ton Kuijpers Vormgeving, Rotterdam Met dank aan De samenwerkende NME- centra van Zuid-Holland Hoogheemraadschap van Del and Hoogheemraadschap van Rijnland Waterschap Hollandse Delta Provincie Zuid-Holland IVN STROOM is een samenwerkingsverband tussen de 23 NME diensten GDO van Zuid-Holland, de provincie Zuid-Holland, de Waterschappen, Stichting Veldwerk GDO en IVN. Deze organisaties zetten natuur- en milieueducatie in om het Pcb De Bongerd, Zuidland klimaatbeleid van de provincie te versterken. Max Havelaarschool, Delft

3 Inhoud Inleiding... 5 Algemene informatie... 7 Doelgroep... 7 Doelen... 7 Aansluiting op lesmethodes... 8 Voorkennis... 8 Tijdsduur van de lessen... 8 Locatie van de lessen... 8 Voorbereiding... 8 Les 1. Leven in een badkuip... 9 Doel... 9 Benodigdheden... 9 Locatie... 9 Tijdsduur... 9 van het onderwerp... 9 Verwerking, opdracht 1... 12 Les 2. Ontwerp een waterberging... 14 Doel... 14 Benodigdheden... 14 Locatie... 14 Tijdsduur... 14 Inleiding en introductie opdracht... 14 Opdracht 2 Ontwerp een waterberging... 16 Evaluatie en reflectie... 17 Tips voor het betrekken van een waterexpert... 17 Les 3. Verdieping middels een excursie naar een gemaal... 18 Doel... 18 Inleiding en introductie opdracht... 18 Les 4. Informatiemiddag...19 Doel... 19 Benodigdheden... 19 Locatie...19 Tijdsduur... 19

4 Terugblik en inleiding opdracht 3... 19 Opdracht 3 Een informatiemiddag over de waterberging... 19 Evaluatie en reflectie... 20 Tips voor het betrekken van een waterexpert... 20 Bronnenlijst... 21 Bijlage Aansluiting op de lesmethode... 22 Leerlingmateriaal Begrippenlijst... 2 Polder boezem systeem... 5 Opdracht 1 Zoek de gemalen... 6 Opdracht 2 Ontwerp een waterberging... 7 Opdracht 3 Informatiemiddag over piekberging... 10

5 Inleiding Voor u ligt de handleiding van het lespakket Droge voeten - Waterbeheer en veiligheid - Leven in een badkuip. Dit lespakket is bedoeld om leerlingen uit groep 7 en 8 van het primair onderwijs in Zuid-Holland bewust te maken van het feit dat Nederland voor een groot gedeelte onder de zeespiegel ligt. Als gevolg van klimaatveranderingen, een stijgende zeespiegel en een dalende bodem is de kans steeds groter dat we in dit laaggelegen stuk Nederland meer te maken krijgen met grote hoeveelheden water. Daarnaast hebben we soms ook te weinig water door langere periodes van droogte. De leerlingen leren dat er binnen Zuid-Holland met de waterschappen verschillende oplossingen zijn bedacht om deze mogelijke wateroverlast te lijf te gaan. Ook weten zij welke belangen een rol spelen bij deze oplossingen en kunnen zij hun eigen mening verwoorden rondom dit thema. Het lespakket is opgebouwd naar het didactisch model van Margadant in een iets aangepaste vorm. De volgende stappen zijn door de lessen heen verwerkt., confrontatie; Spontane verkenning; Onderzoek en vastleggen van resultaten (vraag het de expert); Rapportage/communicatie over gevonden resultaten; Verbreding of verdieping; Evaluatie en/of reflectie. Deze handleiding is als volgt opgebouwd. In de Algemene informatie wordt beschreven voor welke doelgroep het lespakket is bestemd, wat het doel is van het lespakket en welke voorbereidingen u tijdig moet treffen. Vervolgens leest u in Les 1, Les 2, Les 3 en Les 4 hoe u aan de slag gaat met de lessen. Aan de icoontjes ziet u wat er van u of de leerlingen wordt verwacht. Instructie door de docent Dit icoontje verwijst naar de pdf. Hierin zijn beeld-, filmmateriaal, en websitelinks opgenomen die u via het digibord aan de leerlingen kunt tonen. U bespreekt een aantal vragen met de leerlingen. De leerlingen gaan aan de slag met een opdracht.

6 In het Leerlingmateriaal vindt u de opdrachten, begrippenlijst en andere materialen die de leerlingen nodig hebben bij het volgen van de les en het maken van de opdrachten. Bij deze handleiding hoort de pdf met de naam Leven in een badkuip.

7 Algemene informatie Doelgroep Dit lespakket is bedoeld voor leerlingen uit de groepen 7 en 8 van het primair onderwijs. Doelen Dit lespakket past bij het thema Waterveiligheid, aandachtsgebied Droge voeten (Leerlijn Water Zuid-Holland). En bij het curriculumvoorstel Watereducatie van de SLO, domein C Waterveiligheid en bescherming. Algemene doelen De leerlingen kunnen verschillende mogelijke oplossingen benoemen voor het waterbeheer in periodes van overlast door te veel water en te weinig water als gevolg van de klimaatverandering, bodemdaling, zeespiegelstijging, te nat en te droog weer. De leerlingen weten wat de gevolgen zijn van deze oplossingen. De leerlingen kunnen aangeven welke belangen er spelen bij de oplossingen ter voorkoming van wateroverlast en droogte. De leerlingen realiseren zich dat zij zelf inspraak hebben bij het bedenken van oplossingen voor problemen rondom waterbeheer. De leerlingen kunnen hun eigen mening verwoorden over de oplossingen voor de waterbeheervraagstukken. Specifieke leerdoelen Per les worden de specifieke leerdoelen genoemd. Kerndoelen Dit lespakket sluit aan bij het kerndoel: 48. Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken. Daarnaast raakt het pakket aan de volgende kerndoelen: 1. De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. 2. De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. 4. De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema s, tabellen en digitale bronnen. 6. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen. 26. De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen.

8 28. De leerlingen leren schattend tellen en rekenen. 50. De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld. Aansluiting op lesmethodes Dit lespakket sluit aan op verschillende lesmethodes voor Wereldoriëntatie. Voor de meest gebruikte lesmethodes in het primair onderwijs (Meander, De blauwe planeet en Wijzer door de wereld) hebben we op een rijtje gezet bij welke onderdelen dit lespakket aansluit. In enkele gevallen is het een vervanging van lessen uit de methode, maar voor het grootste deel is het een verdieping van de onderwerpen rondom Droge voeten. In de bijlage vindt u een tabel. Hierin wordt per doel van de lesmethode aangegeven of dit lespakket vervangend, verdiepend, of aanvullend is. Voorkennis Voor het volgen van de lessen hebben de leerlingen geen aanvullende voorkennis nodig. Als zij in eerdere jaren al veel kennis hebben opgedaan over gemalen, dan kunt u dit onderwerp wat inkorten. Tijdsduur van de lessen Dit lespakket bestaat uit vier lessen. Iedere les neemt ongeveer 45 minuten in beslag. Les 3 is een excursie naar een gemaal, deze les zal meer tijd in beslag nemen. Locatie van de lessen Les 1 wordt in de klas gegeven (en een gedeelte eventueel buiten het klaslokaal om met een meetlat aan te geven hoe ver de school onder NAP ligt). Les 2 en les 4 worden in de klas gegeven. Les 3 is een excursie naar een gemaal in de buurt. Voorbereiding Het is belangrijk dat u de volgende voorbereidingen treft: Enkele weken van te voren Leg via uw lokale NME-centrum contact met het waterschap of de waterbeheerder bij de gemeente, om mogelijkheden voor een excursie, een gastles of andere wijze van contact met een waterexpert (bijvoorbeeld via mail of skype) af te stemmen. Doe een oproep voor hulpouders om te rijden en begeleiden tijdens de excursie. Interessante excursies kunnen zijn: een bezoek aan een gemaal, aan een dijk of aan een weiland, natuurgebied of sportveld dat is ingericht als piekberging. Zie ook de informatie bij les 3. Andere mogelijkheden zijn: Een gastles door een waterexpert waarbij de ontwerpen van de waterbergingen worden getoond en besproken. Een klassengesprek over bijvoorbeeld de ontwerpen, met een waterexpert door middel van een Skype verbinding.

9 Les 1. Leven in een badkuip Doel Leerlingen weten dat een deel van Nederland onder NAP ligt en wat de gevolgen daarvan zijn. Leerlingen weten dat het waterschap het water in hun buurt beheert. Onder meer door de inzet van gemalen in de polders en de boezem. Benodigdheden Pdf Leven in een badkuip po. Meetlat of rolmaat (voor de instructie). Voor de leerlingen: Kopie polder-boezemsysteem Opdracht 1 Per tweetal een pc Locatie Klaslokaal, en/of ruimte met pc's om de opdrachten te kunnen maken. Tijdsduur 45 minuten van het onderwerp [dia 2] Toon de video van het liedje Diep in de Zee uit De Kleine Zeemeermin. http://www.youtube.com/watch?v=lw64lojfxp0&feature=related Als alternatief kunt u kiezen voor een stukje uit Star Wars waarin gezwommen wordt naar een stad onder de zee. Zoek een filmfragment via Youtube. Zoek op: Starwars Episode 1 The phantom menace part 2. Stel de volgende vraag: Wat is de overeenkomst tussen de woonplaats van de vissen in het liedje, en ons? Tip: Het heeft te maken met het zeeniveau. Hoever ligt de school onder of boven het NAP? Vertel dat we in Nederland op veel plaatsen onder de zeespiegel wonen. Eigenlijk leven we in een grote badkuip. Op de ene plek in Nederland zitten we lager dan de andere, maar veel plaatsen liggen onder het zeeniveau. In Nederland wonen veel mensen dus lager dan de zee. Hoe kan het dan dat we niet hoeven te zwemmen? Dat kan doordat Nederland beschermd wordt door dijken, die de zee tegenhouden. Zo houden we droge voeten. Er kan natuurlijk nog wel water in de kuil komen door regen, maar daar hebben we ook oplossingen voor bedacht. Daar horen we later meer over. Eerste kijken we of en hoe ver onze school onder water zou staan als we geen dijken zouden hebben.

10 Er is een manier om te meten hoe hoog of laag een gebied ligt. Deze hoogte van het water en land in Nederland wordt gemeten ten opzichte van hetzelfde niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Het NAP wordt voor het gemak gelijk gesteld aan het gemiddelde zeeniveau, al klopt dit niet helemaal precies. Als een plek 1 meter onder zeeniveau ligt, zeggen we: het ligt 1 meter onder NAP. Dus -1 NAP. Als een plek 1 meter boven zeeniveau ligt, zeggen we: het ligt 1 meter boven NAP. Dus +1 NAP. [dia 3] Zoek met de link naar de digitale hoogtekaart op dia 3 op hoeveel meter de school onder of boven NAP staat. Kijk onderaan voor de meterstand. U kunt zoeken op de hoogtekaart, of via de postcodetool. De leerlingen kunnen ook de straat van hun huis opzoeken om te kijken of het op dezelfde hoogte ligt als de school. Als uw school onder NAP ligt, dan kunt u eventueel met de leerlingen met een meetlat langs de muur laten zien tot waar het water zou komen, als er geen dijken zouden zijn. Bespreek kort met elkaar wat de bevindingen zijn. Waren de leerlingen zich hiervan bewust? Bewustwording creëren over waterbeheer [dia 4] Indien de leerlingen in voorgaande jaren al veel kennis hebben opgedaan over de werking van gemalen kunt u dit onderdeel wat inkorten. Veel gebieden in Nederland liggen dus lager dan de zee. Deze gebieden noemen we polders. Om de polders liggen dijken heen. Zo houden we de mensen die in de polders wonen veilig. Dat zie je op de afbeelding.

11 En als het een tijdje heel hard regent? Dan loopt de polder onder water. Eerst loopt het in de slootjes, maar als het echt lang regent stromen die ook over. Gelukkig is er een oplossing bedacht om het water uit de polder weg te halen. Meer hierover zien we in de volgende film: [dia 5] http://www.hetklokhuis.nl/onderwerp/polder Ook de aflevering Rondje Nederland: Onder de zeespiegel is een aanrader [dia 6] Herhaal met behulp van de afbeeldingen van dia 6 en 7 de werking van een gemaal en de polder. Een gemaal is een grote pomp die het water uit het lage gebied naar een kanaal, in een hoger gebied kan pompen. Die hoger gelegen kanalen samen noemen wij de boezem: ze staan allemaal met elkaar in verbinding en in de boezem staat het water dus overal even hoog.

12 [dia7] Laat vervolgens de afbeelding polder-boezemsysteem zien. Vertel dat het water vanuit de boezem (de kanalen bij elkaar) naar de zee gaat. De boezems hebben ook gemalen die het water uit de boezem pompen en afvoeren naar de zee of naar een grote rivier. Polder-boezemsysteem Verwerking, opdracht 1 Nu de leerlingen weten dat gemalen belangrijk zijn om overtollig water weg te pompen om droge voeten te houden, gaan zij zoeken of en hoeveel gemalen er in de buurt zijn. Ook verdiepen de leerlingen zich in wie die gemalen bouwt en bedient. Maak tweetallen en zorg dat elk tweetal de beschikking heeft over een computer. Geef de leerlingen opdracht 1 en spreek de opdracht door met de leerlingen. Start gezamenlijk met vraag 1. Help de leerlingen navigeren naar één van hierna genoemde websites (zie ook dia 8 voor de links). Kies de website met gemalen in de regio van de school. [dia 8] Gemalen van Hoogheemraadschap van Rijnland: http://rijnland.webgispublisher.nl/?map=rijnlandkaart (Waterschap Rijnland). Vink in het linkermenu de optie gemalen aan. Met + en kun je in- en uitzoomen en met de pijltjes bovenin kun je de kaart verschuiven. Klik op de gemaalicoontjes om de naam en het adres van het desbetreffende gemaal te zien. Door in het linkermenu de optie Google satelliet te selecteren, kun je zien hoe het gemaal er écht uitziet. Gemalen van Hoogheemraadschap van Delfland: http://www.hhdelfland.nl/doet-delfland/leren-water/gemalen-delfland/ http://delfland.middendelfland.net/gemalen.htm (Waterschap Delfland). Klik op de detailkaart van Waterschap Delfland. Hierop kun je aangeven dat je de gemalen wilt zien. http://www.schielandendekrimpenerwaard.nl/wat_doet_hhsk/waterpeil/gemalenboek_0

13 Gemalen waterschap Hollandse Delta Het Waterschap Hollandse Delta heeft (nog) geen eigen digitale kaart, maar via deze link http://www.gemalen.nl/deelnemers.asp zijn wel gemalen te vinden in dit gebied. Laat de leerlingen eerst experimenteren met de kaart. Nabespreking Bespreek met de leerlingen de les na. Bespreek na afloop de antwoorden. Ga bij de laatste vraag in op de functie van de waterschappen bij het regelen van het juiste waterpeil. Vat deze les samen. De leerlingen weten nu dat een groot gedeelte van Nederland onder NAP ligt en dat waterbeheer in Nederland erg belangrijk is om droge voeten te houden. Ze kennen ook de belangrijke rol van de waterschappen hierbij en weten wat een gemaal doet.

14 Les 2. Ontwerp een waterberging Doel De leerlingen weten dat een waterschap zich bezighoudt met waterbeheer en beslissingen neemt in het kader van piekbergingen. De leerlingen weten dat er ten aanzien van dit beleid verschillende belanghebbenden zijn en dat er prioriteiten worden gesteld. De leerlingen kunnen zich inleven in deze belangen en kunnen oplossingen aandragen voor de problemen die ontstaan door tegengestelde belangen. Benodigdheden Pdf Leven in een badkuip Voor de leerlingen: Opdracht 2 Afhankelijk van het maken van een maquette of een plattegrond: restmateriaal, scharen, lijm, vel karton, linialen, stevig a-3 papier, kleurpotloden Locatie Klaslokaal Tijdsduur 45 minuten Inleiding en introductie opdracht Vorige les hebben we geleerd hoe de waterschappen er via gemalen voor zorgen dat we met elkaar droge voeten houden. [dia 9] Maar er is meer aan de hand, waardoor we er met alleen de gemalen niet zijn! Ons klimaat verandert. Daardoor regent het vaker een langere periode. Alle regen moet worden afgevoerd. Dat gebeurt via slootjes. Het water van de slootjes gaat naar de rivieren. Als het veel regent, komen de rivieren steeds hoger te staan. Het water uit de slootjes kan er dan niet meer bij. Ook hebben we steeds vaker te maken met lange periodes van droogte. Dat kan moeilijkheden geven, kijk maar naar het volgende filmpje. Toon het filmpje Dijken sproeien via de link in dia 9. http://nederlandvanboven.vpro.nl/afleveringen/water-video.html Vertel dat er oplossingen zijn gevonden voor het probleem van te veel water in tijden van extreme regenval en te weinig water in tijden van droogte: Als het heel lang regent, zo lang dat de boezems ook overstromen, wordt het water opgeborgen in een waterberging. Dat is een stuk land (weiland of natuurgebied) dat tijdelijk onder water gezet kan worden als het nodig is. Dat water kan later gebruikt worden als het een lange tijd droog is.

15 [dia 10 en 11] Er zijn twee manieren om het water op te bergen: door middel van seizoens- en piekbergingen. Seizoensberging is het vasthouden van water in het natte seizoen, zodat het gebruikt kan worden in het droge seizoen. Piekberging is het inlaten van extra water van buiten de polder, van kanalen uit de omgeving. Dit gebeurt in geval van dreigende wateroverlast. De werking van de piekberging wordt duidelijk gemaakt in de afbeeldingen dia 10 en 11. Dit is een piekberging, hier zie je dat de piekberging vol is gelopen met water. [dia 10] Hier zie je dat de piekberging na een tijdje weer leeg wordt gemaakt. [dia 11] Vraag de leerlingen wat zij vinden van dit systeem. Vinden ze het goed bedacht? Of komen er al vragen bij ze op? Wat zou er gebeuren als er geen piekbergingen zijn? (Kans op overstroming in tijden van veel regen, kans op te kort aan water in tijden van droogte. Water is nodig om het scheuren van de dijken te voorkomen en voor het laten groeien van de gewassen.) Vertel dat de mensen van een waterschap op zoek gaan naar plekken voor waterbergingen, zoals een weiland of een natuurgebied. Een weiland van een boer wordt dan bijvoorbeeld omgebouwd tot waterberging. Daar kun je van alles van maken. Hebben de leerlingen ideeën?

16 Opdracht 2 Ontwerp een waterberging Vertel de leerlingen het volgende: Stel je voor: je werkt bij een waterschap. Jij moet er voor zorgen dat jouw gebied droog blijft. Dat de mensen droge voeten houden, dat kelders niet onderlopen, dat de koeien en schapen in de wei kunnen lopen en grazen en dat de gewassen op het land goed kunnen groeien. Maar, bij jou in de omgeving is er regelmatig veel wateroverlast. Vorig jaar nog konden de gemalen het water niet meer wegpompen, want het water in de boezem stond te hoog. En het bleef maar regenen! Er moet dus iets gebeuren bij jullie in de omgeving. Jij hebt bedacht om van een weiland een piekberging te maken. De krant heeft er al over geschreven en de mensen zijn in rep en roer. Wat betekent dat voor ons? De boeren vragen zich af wat het betekent voor hun koeien? Natuurliefhebbers zijn bang dat mooie vogels en andere dieren zullen verdwijnen. Denkt het waterschap daar wel aan? Jullie gaan straks zelf een waterberging ontwerpen. Bedenk goed wat verschillende mensen graag willen. We gaan eerst eens kijken hoe die waterbergingen er uit kunnen zien. [dia 12] Laat op het digibord voorbeelden zien van waterbergingen bij jullie in de buurt. Zie dia 12 voor verschillende voorbeelden. Het is belangrijk om de leerlingen een goed beeld te geven bij wat een waterberging is en hoe dat eruit ziet. [dia 13] Bekijk samen dia 13 om te zien hoe een plattegrond van een waterberging eruit kan zien. [dia 14] Laat dia 14 zien. Hierop staan de vijf personen die allemaal hun wensen hebben voor de inrichting van de waterberging. Voordat jullie een eigen waterberging gaan ontwerpen, bedenken jullie eerst wat er allemaal in het gebied van de waterberging moet komen, zodat het een veilige plek wordt, waar ruimte is om water vast te houden. Maar het moet ook een plek zijn waar verschillende mensen van kunnen genieten. We gaan in groepjes aan de slag. Deel opdracht 2 uit en neem de opdracht door met de leerlingen. Maak groepjes van vier.

17 Begeleiding van de groepjes Begeleid de groepjes bij het maken van opdracht 2. Bij de inrichting van de waterberging kunnen zij denken aan onderdelen als: Ruimte voor het water: een plek waar het water kan binnen stromen. Met een dijk er omheen, zodat het wel veilig blijft. Mogelijkheden voor recreatie: fietsen, kanoën, wandelen, skaten, zwemmen, schaatsen, paardrijden, relaxen. Natuur: observatiehutten om vogels en andere dieren te kijken, ruimte voor vogels om te nestelen, bossen, Kinderen: (natuur)speeltuin, zwemvijver, voetbalveld, Stimuleer de leerlingen om voor alle personen een aantal onderdelen te bedenken. Maquette of plattegrond Het ontwerp van de waterberging wordt gemaakt door middel van een maquette met restmateriaal, of door het maken van een plattegrond. Wijs de leerlingen eventueel op het belang van het werken op schaal. Evaluatie en reflectie Welke onderdelen hebben de verschillende groepjes bedacht? Zou het waterschap blij zijn met het ontwerp? Is er ruimte voor het water? Wat vinden de andere personen van de waterberging? Waarom? Hoe ver zijn de leerlingen gekomen met het maken van het ontwerp? Geef aan wanneer er mogelijkheden zijn om verder te gaan. (door de week heen, of tijdens de volgende les). Tips voor het betrekken van een waterexpert Zie het onderdeel Algemene informatie voor de mogelijkheden om een waterexpert te betrekken bij de uitvoering van opdracht 2 en/of 3.

18 Les 3. Verdieping middels een excursie naar een gemaal Optioneel kunnen de leerlingen op excursie gaan, begeleid door een medewerker van het waterschap. Legt u via het lokale NME-centrum contact met het waterschap of de waterbeheerder bij de gemeente, om te kijken wat de mogelijkheden zijn van het waterschap. Doel De leerlingen breiden hun kennis uit over de werking en functie van een gemaal. Inleiding en introductie opdracht Vragen om mee te nemen naar het gemaal Geef de leerlingen de opdracht om vooraf vragen op papier te zetten waar zij antwoord op willen hebben. Welke informatie hebben ze niet op internet kunnen vinden? Voorbeeldvragen: Wat zijn de grootste verschillen tussen een oud en een nieuw gemaal? Hoe weten mensen bij een gemaal wanneer een gemaal aan of uit moet? Wat gebeurt er met een gemaal als het lang vriest? Wie betaalt de gemalen en de mensen die er werken? Wat gebeurt er als een gemaal kapot is? Wie hebben daar dan last van? Wat doet een gemaal als een gebied tijdelijk onder water wordt gezet voor een piekberging? Met welke partijen (mensen) werken de waterschappen samen? Alternatieve excursies: Andere excursies die bij dit lespakket interessant zijn: Een inspectie van een kade of dijk meemaken. Hierbij kunt u gebruik maken van het lesmateriaal Droppie als Dijkwacht, waarbij de leerlingen zelf de dijk gaan inspecteren. Naar de molen- en gemalenstichting. Op excursie naar een sluis.

19 Les 4. Informatiemiddag Doel De leerlingen weten dat er bij het gebruiken van een gebied als waterberging verschillende belanghebbenden zijn. De leerlingen kunnen zich inleven in deze belanghebbenden. De leerlingen kunnen de belangen verwoorden en oplossingen aandragen. Benodigdheden Opstelling van de klas (setting voor een informatiemiddag). Een tafel vooraan voor de waterschapsmensen en de zaal met toehoorders en vragenstellers. Eventueel accessoires om de vijf personen op te laten vallen (hoed, sjaal, etc.) Locatie Klaslokaal Tijdsduur 45 minuten Terugblik en inleiding opdracht 3 Blik terug op de vorige les(en): Vorige les hebben we het gehad over dat je een bestaand gebied kunt gebruiken als waterberging. Als dat gebeurt zijn er meestal verschillende partijen bij betrokken, die elk andere dingen belangrijk vinden. Jullie hebben een ontwerp gemaakt voor een waterberging. Daarbij hebben jullie gedacht aan de wensen van verschillende personen. Deze les gaan we de ontwerpen aan elkaar laten zien en toelichten. Dat doen we door een informatiemiddag te houden, waarin iedereen vragen kan stellen aan jullie, het waterschap. Opdracht 3 Een informatiemiddag over de waterberging Veel mensen maken zich zorgen over de piekberging die wordt aangelegd. In opdracht 2 hebben jullie nagedacht hoe je aan de wensen van verschillende mensen tegemoet kunt komen. Zo heb je iets bedacht voor Boer Herman, voor Mevrouw Kuintjes, Bollenkweekster Berdien, meneer den Uil. Ook hebben jullie natuurlijk aan jezelf gedacht, want ook de kinderen willen iets leuks kunnen doen. Nu jullie waterberging klaar is gaan jullie aan de verschillende mensen uitleggen hoe jullie het weiland hebben ingericht als waterberging. Hierbij leggen jullie uit dat je gedacht hebt aan de wensen van deze mensen. Voorbereiding Laat de leerlingen de informatiemiddag voorbereiden aan de hand van opdracht 3.

20 Uitvoering informatiemiddag In de klas spelen we een informatiemiddag na. Om beurten presenteren de verschillende groepjes hun ontwerp. Zij zijn op dat moment de mensen van het waterschap. Geef steeds een van de andere leerlingen de rol van een van de vijf personen. Zij kunnen vragen stellen over wat zij aan de waterberging hebben. Begin zelf met de opening van de informatiemiddag: Buurtbewoners, hartelijk welkom op deze informatiemiddag over het gebruiken van het weiland voor een waterberging. U mag straks natuurlijk al uw vragen stellen, wij zullen ons best doen deze te beantwoorden en mee te denken aan een oplossing. Maar eerst geef ik graag het woord aan mijn collega s van het waterschap die u meer gaan vertellen over de waterberging. Evaluatie en reflectie Wat hebben de leerlingen geleerd van het presenteren van hun waterberging? Zijn de leerlingen misschien op nieuwe ideeën gekomen, nu ze de verschillende ontwerpen hebben gezien? Tips voor het betrekken van een waterexpert Zie het onderdeel Algemene informatie voor de mogelijkheden om een waterexpert te betrekken bij de uitvoering van opdracht 2 en/of 3.

21 Bronnenlijst Voor het maken van dit lesmateriaal is gebruik gemaakt van informatie afkomstig van de volgende bronnen: Nieuwe koers in Provinciaal waterplan 2010-2015, Ruimte voor Water, Provincie Zuid-Holland Brochures en website Waterschap Hollandse Delta Brochures en website Hoogheemraadschap van Delfland Brochures en website Hoogheemraadschap van Rijnland Curriculumvoorstel Watereducatie SLO Leerlijn Water Zuid-Holland De Bosatlas van Nederland waterland, Noordhoff Uitgevers Groningen, 2010 Helpdesk water www.zuid-hollandwaterland.nl www.youtube.nl

22 Bijlage Aansluiting op de lesmethode Primair Onderwijs Waterbeheer Voor de methode MEANDER worden de volgende doelen behandeld in dit lespakket. Hierbij staat aangegeven of dit lespakket de informatie vervangt, of het verdiepend is of aanvullend. Doel Vervangend Verdiepend Aanvullend Groep 5: Leerlingen leren dat een groot deel van Nederland onder de zeespiegel ligt en kunnen dit op een kaart van Nederland aanwijzen Groep 5: Leerlingen leren hoe Nederland zich beschermt en hoe men dat vroeger deed Overige doelen groep 5: n.v.t. Les 2: Ontwerp een waterberging Les 3: Excursie Les 2: Ontwerp een waterberging Les 3: Excursie Overige groepen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Voor de methode DE BLAUWE PLANEET worden de volgende doelen behandeld in dit lespakket. Hierbij staat aangegeven of dit lespakket de informatie vervangt, of het verdiepend is of aanvullend. Doel Vervangend Verdiepend Aanvullend Doelen groep 5: n.v.t. Groep 6: Leerlingen weten welke delen van Nederland op welke manieren kunnen overstromen Groep 6: Leerlingen weten hoe Nederland beschermd wordt tegen het water Groep 6: Leerlingen weten of hun eigen omgeving het gevaar loopt overstroomd te worden Groep 6: Leerlingen weten dat een deel van Nederland onder de zeespiegel / NAP ligt en daardoor kan overstromen Groep 6: Leerlingen weten hoe Nederland wordt beschermd tegen overstromingen Groep 6: Leerlingen kunnen op een vereenvoudigde tekening over het waterbeheer in Nederland de volgende begrippen herkennen: dijk, duin, NAP, polder, zeespiegel, hoog- Nederland, laag-nederland Groep 6: Leerlingen realiseren zich dat Nederland goed beschermd is tegen overstromingen en dat de kans op een overstroming klein is Les 2: Ontwerp een waterberging Les 3: Excursie Les 2: Ontwerp een waterberging Les 3: Excursie Les 2: Ontwerp een waterberging Les 3: Excursie

23 Doel Vervangend Verdiepend Aanvullend Groep 6: Leerlingen realiseren zich dat de plaats waar hun school staat belangrijk is bij de vraag: kan jouw school overstromen? Groep 6: Leerlingen weten in welk deel van Nederland hun school staat, hoog-nederland of laag-nederland Groep 6: Leerlingen kunnen van kenmerkende foto s in het boek aangeven of het in hoog-nederland of laag-nederland is Groep 6: Leerlingen weten welke verschillen er zijn tussen het landschap in Zuid-Limburg en dat in zuidelijke Flevoland (m.b.t. reliëf en waterafvoer) Groep 6: Leerlingen weten dat beide gebieden een kans lopen om te overstromen en dat beide gebieden maatregelen hebben getroffen om dat te voorkomen Groep 6: Leerlingen kunnen verschillen en overeenkomsten in het landschap van Zuid-Limburg en zuidelijke Flevoland verklaren Groep 6: Leerlingen realiseren zich dat je aan kenmerken van het landschap kan zien of je in hoog-nederland of laag- Nederland bent Groep 6: Leerlingen realiseren zich dat waterlopen nodig zijn om de rest van de leerlingen en Nederland droog te houden Groep 6: Leerlingen weten dat de zeespiegel sinds de laatste ijstijd stijgt Groep 6: Leerlingen weten welke gevolgen dat heeft voor Nederland Groep 6: Leerlingen weten welke maatregelen er genomen zijn en worden genomen om ons land tegen water te beschermen Groep 6: Leerlingen weten dat de Noordzee heel lang geleden droog lag Groep 6: Leerlingen weten dat na de ijstijd de Noordzee volliep Groep 6: Leerlingen weten welke nadelige gevolgen het stijgen van de zeespiegel voor de toekomst heeft Groep 6: Leerlingen kunnen een aantal dingen noemen die de mensen hebben gedaan om zich te beschermen tegen het water, zoals het bouwen van dijken en het ontwerpen van terpen

24 Bijlage Aansluiting op de lesmethode Doel Vervangend Verdiepend Aanvullend Groep 6: Leerlingen realiseren zich dat de mensen in Nederland zich altijd moeten beschermen tegen het water Groep 6: Leerlingen realiseren zich dat er ook in de toekomst maatregelen tegen het water genomen moeten worden Groep 6: Leerlingen weten dat langs de kust duinen en dijken voorkomen Groep 6: Leerlingen weten dat na de watersnoodramp het deltaplan werd uitgevoerd Groep 6: Leerlingen weten dat de Zeeuwse eilanden nu met elkaar verbonden zijn door dijken en duinen Groep 6: Leerlingen weten dat de dijken langs de rivieren steeds hoger moeten worden Groep 6: Leerlingen kunnen enkele nadelen van het deltaplan opnoemen Groep 6: Leerlingen kunnen het verschil tussen een zomerdijk en een winterdijk opnoemen Groep 6: Leerlingen realiseren zich dat de zeespiegel stijgt en dat het stijgen hiervan gevolgen heeft voor Nederland Overige groepen n.v.t. n.v.t. n.v.t.

25 Voor de methode WIJZER DOOR DE WERELD worden de volgende doelen behandeld in dit lespakket. Hierbij staat aangegeven of dit lespakket de informatie vervangt, of het verdiepend is of aanvullend. Lesonderdeel Vervangend Verdiepend Aanvullend Groep 5: De leerlingen leren opslagplaatsen van water: rivier, kanaal, meer, plas, sloot, zee, grondwater Groep 5: De leerlingen kunnen uitleggen waarvoor rivieren worden gebruikt Groep 6: De leerlingen weten dat Nederland een van de laagst gelegen gebieden op aarde is Groep 6: De leerlingen weten dat Nederland veel werk en geld besteedt aan het droog houden van het land Groep 6: De leerlingen weten wat NAP betekent en kunnen peilschalen herkennen en lezen Groep 6: De leerlingen kunnen maatregelen noemen die de overheid neemt om het wonen in en door water bedreigde gebieden mogelijk te maken Les 2: Ontwerp een waterberging Les 3: Excursie Groep 7: De leerlingen weten wat er aan het klimaat verandert

26

Waterbeheer en veiligheid Leerlingmateriaal

2 Begrippenlijst Afwatering Het afvoeren van een teveel aan water door middel van een stelsel van watergangen (sloten, vaarten). De afwatering gebeurt via sluizen of op kunstmatige manier (molens, gemalen). Dijkring Gebieden waar duinen, zee- en rivierdijken, dammen en stormvloedkeringen omheen liggen heten dijkringgebieden. Elke dijkring heeft een eigen beschermingsniveau, uitgedrukt in de kans dat zich een extreme waterstand of golfslag voordoet waartegen de waterkering nog bestand moet zijn. Gemaal Het op peil houden van de waterstand gebeurt met gemalen. Bij te veel water wordt het overtollige water vanuit de polders (de lager gelegen delen van ons land) uitgemalen naar de boezem (grote meren, plassen en kanalen). Dit gebeurt met de vele poldergemalen. Naast de poldergemalen die er voor zorgen dat het water in de polders op het juiste peil staat, zijn er ook boezemgemalen. Deze voeren het te veel aan water af naar de Noordzee. NAP In de omgeving van Amsterdam werd in de 19e eeuw een meetsysteem bedacht om de waterstand op verschillende plaatsen met elkaar te kunnen vergelijken, het Amsterdams Peil. Dit is later ook voor de rest van het land ingevoerd. Het heet nu het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Voor het gemak wordt het NAP gelijkgesteld aan het gemiddeld zeeniveau, maar in werkelijkheid is het hoger. Het NAP-niveau geeft de hoogte van land en water aan. Als het NAP-niveau van een plek 0 is, ligt de plek ongeveer net zo hoog als de zeespiegel. Als een plek 1 meter onder zeeniveua ligt, zeggen we: het ligt 1 meter onder NAP. Als een plek 1 meter boven zeeniveua ligt, zeggen we: het ligt 1 meter boven NAP. Weet je het NAP-niveau van de plek waar jouw huis of school staat, dan weet je of het gebouw onder water zou staan bij een dijkdoorbraak.

3 Of wanneer er helemaal geen dijken zouden zijn! De waterhoogte en de hoogte van het land worden regelmatig gemeten door Rijkswaterstaat. Zo weten waterschappen of de duinen en de dijken nog hoog genoeg zijn. Met het NAP kunnen we beter berekenen hoe hoog de dijken moeten worden die het land beschermen. Vaak zie je deze peilmerken bij bruggen. Vernatting en verdroging Vernatting en verdroging zijn gevolgen van de klimaatverandering. De gemiddelde neerslag in Nederland is in de afgelopen honderd jaar toegenomen. Eerst langzaam, maar vanaf 1990 is de stijging sterker geworden. Tussen 1990 en 2007 ging de gemiddelde neerslag van 760 millimeter per jaar omhoog naar ruim 1.030 millimeter per jaar. Het wordt dus echt steeds natter. Maar ook zien we in Nederland steeds vaker langere periodes van droogte. Polder Strikt genomen zijn polders gebieden die lager liggen dan het omringende water en waarvan de waterstand kunstmatig wordt geregeld. Nemen we de definitie ruimer, dan zijn polders gebieden die de mens op het water heeft veroverd. Verzilting Verzilting is een gevolg van de klimaatverandering. Verzilting is het geleidelijk toenemen van het zoutgehalte van bodem, water of lucht. Dat kan komen door overstromingen vanuit zee, door zoute kwel waarbij zeewater via de ondergrond het land binnendringt of door onzorgvuldige irrigatiemethoden. In Nederland vormt verzilting voornamelijk in het westen een probleem. De laag gelegen polders en droogmakerijen hebben hier het meest mee te maken. Door de ontwatering van deze gebieden neemt de kweldruk vanuit de diepere bodemlagen toe. Deze diepe lagen bevatten brak water. Behalve door zoute kwel vindt er ook verzilting plaats doordat zout zeewater ver het land binnenstroomt via de rivieren. Dat gebeurt vooral via de Nieuwe Waterweg en vooral in de zomer, als de rivieren laag staan.

4 Begrippenlijst Waterberging Voor iedere sloot is bepaald hoeveel water er in mag en moet staan. Dit is het waterpeil en dat wordt vastgelegd in een peilbesluit. Het is de meetlat waarmee het waterschap bepaalt of er water ingelaten moet worden of water uitgepompt. Daarnaast neemt het waterschap samen met de gemeenten maatregelen om ervoor te zorgen dat regenwater uit extreme buien opgevangen kan worden in zogeheten waterbergingen. Er zijn piekbergingen en seizoensbergingen. Piekberging Een piekberging is een stuk polder met een dijk er om heen dat bij hevige en langdurige regenval onder water gezet kan worden. Enkele weken lang staat er dan water in. Voor de rest van de tijd staat de piekberging leeg. Seizoensberging Het woord seizoensberging zegt het in feite al: het is een waterberging die gebruikt wordt in bepaalde seizoenen. In de natte perioden wordt er water in het gebied vastgehouden, zodat in perioden van droogte minder water het gebied hoeft te worden binnengelaten. Zo ontstaat een zelfvoorzienend watersysteem. Het flexibele waterpeil van het gebied levert een interessant schouwspel in de natuur. Elk seizoen zal het gebied er namelijk anders uitzien. In de zomer zal een veel groter deel van het gebied voor de wandelaar toegankelijk zijn dan in de winter. Alleen de zogeheten plas-drasgebieden blijven ook in de zomer voorbehouden aan de natuur alleen. Waterschap of Hoogheemraadschap Een waterschap of hoogheemraadschap is een overheidsinstantie die in een bepaald gebied in Nederland de waterhuishouding regelt. Ze hebben de zorg voor het water. Een van de taken die hierbij horen is het regelen van het waterpeil. Dit betekent dat het waterschap moet zorgen voor voldoende water binnen de polder. Ook met het huidige klimaat van zeer droge en zeer natte perioden. Als het water te laag staat verdorren de gewassen op het land, maar als het te hoog staat, verrotten de wortels en lopen de kelders onder. Er mag dus geen watertekort in de sloten zijn, maar ook niet te veel water. Er zijn in Nederland 25 waterschappen.

Polder boezem systeem 5

6 Opdracht 1 Zoek de gemalen Gemalen zorgen ervoor dat we de gebieden die onder NAP liggen, droog houden. Er zijn in Zuid-Holland veel poldergemalen en een aantal boezemgemalen. Jullie gaan via internet op onderzoek uit om meer te weten te komen over de gemalen bij jullie in de buurt. ➊ Hoeveel gemalen zijn er (ongeveer) in jullie regio te vinden? ➋ Is er een gemaal bij jullie in de buurt? Ga naar de website die jullie leerkracht heeft genoemd en zoek op wat het dichtstbijzijnde gemaal is. Schrijf de naam en het adres op. Naam gemaal:.. Adres:...... ➌ Is het een polder- of een boezemgemaal? ➍ Wat is het verschil tussen een polder- en een boezemgemaal? Je kunt informatie hierover vinden in de begrippenlijst. ➎ Wie zorgt ervoor dat het gemaal werkt?

7 Opdracht 2 Ontwerp een waterberging Jullie werken voor een waterschap. Jullie moeten er voor zorgen dat jullie gebied droog blijft. Maar er is soms veel wateroverlast. Vorig jaar konden de gemalen het water niet meer wegpompen. Er stonden zelf plassen op de weilanden en de akkers. En het bleef maar regenen! Er moet dus iets gebeuren bij jullie in de omgeving. Het waterschap gaat een waterberging aanleggen. Jullie mogen het ontwerp maken.

8 Opdracht 2 Ontwerp een waterberging 1. Voorbereiding Voordat jullie een eigen waterberging gaan ontwerpen, bedenken jullie wat er allemaal in het gebied van de waterberging moet komen. Het moet natuurlijk een veilige plek worden, waar ruimte is voor water. Maar het moet ook een plek zijn waar verschillende mensen van kunnen genieten. Denk aan de volgende personen met hun eigen wensen en vragen: Mevrouw Kuintjes, woont aan de rand van het weiland waar de waterberging komt. Woon ik nog wel veilig als er een waterberging bij mij in de buurt komt? Kan ik er ook plezier aan beleven? Ik houd wel van een mooie wandeling in de natuur. Vogels kijken, mooie planten en bomen zien. Komt dat ook bij de nieuwe waterberging? Boer Herman, heeft vee lopen in het weiland. De waterberging komt gedeeltelijk op het weiland waar mijn dieren lopen. Wat gebeurt er met de koeien en schapen als het weiland onder water wordt gezet? Bollenkweekster Berdien, heeft een tulpenkwekerij buiten het weiland. Berdien heeft soms last van de droogte bij haar tulpenkwekerij. Ze wil graag gebruik maken van het water dat wordt opgeslagen in de waterberging. Meneer den Uil, is van de natuurbescherming. Meneer den Uil is bezorgd is over wat er gebeurt met de planten en dieren in de polder. Zijn er mogelijkheden voor de dieren om weg te komen in tijden van veel water? Is er plek voor vogels? Kunnen zij nesten bouwen? Joeri, een jongen van 11 die in de buurt van het weiland woont. Joeri houdt van spelen en sporten. Hij vraagt zich af of de waterberging ook voor hem leuk gemaakt kan worden. Kan hij er spelen, of sportieve dingen doen? Is er ook een plek om te relaxen? Kan hij er ook varen?

9 Opdracht 2 Ontwerp een waterberging Schrijf op welke onderdelen er in jullie waterberging komen. Geef aan welke personen hier blij mee zullen zijn. De volgende onderdelen komen in het gebied van onze waterberging. Omcirkel welke personen blij zijn met het onderdeel van de waterberging en het gebied er omheen. Wandelpaden Een ligweide bij het water 2. Aan de slag Hebben jullie goed nagedacht over de onderdelen die in de waterberging komen? Dan kunnen jullie aan de slag met het ontwerp! Je leerkracht vertelt wat jullie moeten doen.

10 Opdracht 3 Informatiemiddag over waterberging Jullie hebben een ontwerp gemaakt voor een waterberging. Niet iedereen lijkt blij. De krant heeft er al over geschreven en de mensen zijn in rep en roer. Wat betekent dat voor ons? Is het nog wel veilig? De boeren vragen zich af wat het betekent voor hun koeien. Natuurliefhebbers zijn bang dat mooie vogels en andere dieren zullen verdwijnen. Denkt het waterschap daar wel aan? En valt er voor de kinderen nog wat te beleven? Het is de hoogste tijd om de mensen meer te vertellen over de piekberging. Jullie organiseren een informatiemiddag voor de inwoners. 1. Wat gaan jullie vertellen? Schrijf in steekwoorden op wat jullie gaan vertellen over jullie waterberging. Denk daarbij aan de volgende dingen: Stel jezelf voor; hoe heet jullie waterschap?... Waarom gaan jullie een waterberging aanleggen?...... Welke onderdelen zitten er in jullie waterberging? Waarom hebben jullie gekozen voor deze onderdelen?...... Als laatste geven jullie de inwoners de gelegenheid om vragen te stellen. Welke vragen zouden de inwoners stellen?......

11 Opdracht 3 Informatiemiddag over waterberging 2. Wat gaan jullie vertellen? Schrijf op wie van jullie welk stukje vertelt.................................................