Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken



Vergelijkbare documenten
Aanvullend onderzoek naar effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken

DE GRENS VOORBIJ. Gevolgen accijnsverhoging gedistilleerd

Verhoging bieraccijnzen schaadt schatkist en brouwers

Op-/aanmerkingen Evaluatie accijnsverhoging op diesel en LPG en Bijlage, d.d

Nog een rondje van de buren. Verdiepend onderzoek gevolgen accijnsverhoging bier

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

UIT elasticiteiten

Accijnsmonitor Resultaten januari t/m december 2013

UIT grafische elasticiteiten

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008

De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een product(qv) gevoelig is voor een verandering van de prijs van het product (p).

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Persbericht. Aardolie drukt prijsniveau industrie. Centraal Bureau voor de Statistiek

UIT accijns en btw

Persbericht. Afzetprijzen industrie gestegen. Centraal Bureau voor de Statistiek

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007

UIT deel 2 elasticiteiten. H2 elasticiteiten. H2.1 drie kenmerken van elasticiteiten (verbanden)

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

2011 STAATSBLAD No. 129 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

Werken in startende bedrijven

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

CPI Statistisch Bulletin augustus 2017

Demografische trends binnen de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt): Een analyse van de ontwikkelingen van de ledentallen van de GKv

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Nog een rondje van de buren. Verdiepend onderzoek gevolgen accijnsverhoging bier

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010

DE GRENS BEREIKT. De worsteling van pomphouders in de grensstreek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

CPI Statistisch Bulletin januari 2018

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

Samenvatting Economie Vervoer

Eindexamen economie 1-2 havo 2005-I

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2008

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

Examen HAVO. Economie 1

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER DERDE KWARTAAL 2017

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008

Artikelen. Huishoudensprognose : uitkomsten. Coen van Duin en Suzanne Loozen

De invoering van nieuwe waarnemingsmethoden in de Consumentenprijsindex (CPI) Nieuwe methoden voor vliegtickets en pakketreizen

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Bijlage HAVO. economie. tijdvak 2. Bronnenboekje. HA-1022-a-16-2-b

Deel 1: Landelijke ontwikkeling

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015

Eindexamen vwo economie I

ALTERNATIEVE GRENSEFFECTENRAPPORTAGE BIER

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

Extra opgaven hoofdstuk 15

Inkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% Stel de inkoopprijs bedraagt 800 en de winstmarge 10% van de

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Verkoop van sterk alcoholische dranken in grensgebieden. Het grensgebied met Duitsland onder de loep genomen

LANDEN ANALYSE ITALIË

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003

Vraag Antwoord Scores

2 Constante en variabele kosten

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2009

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Kaarten module 4 derde klas

LANDEN ANALYSE FRANKRIJK

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Maatschappelijke effecten van de accijnsverhoging op diesel en lpg

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

LANDEN ANALYSE SPANJE

LANDEN ANALYSE BELGIË

Namen van de auteurs: drs. Bram Berkhout drs. Joris Brekelmans drs. Marjolein Brink drs. Geerten Kruis dr. Walter de Wit

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015

Ontwikkelingen in de stadsdelen

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Vraag Antwoord Scores. indien drie juist 2 indien twee juist 1 indien één of geen juist 0

igg bouweconomie marktanalyse

Bijlage I Analyse Woningmarkt

9. Lineaire Regressie en Correlatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Marktontwikkelingen varkenssector

memorandum CRB Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie

bareqts rans Rechtbank Den Haag Team Administratie Civiel - Algemene Zaken

MARKETING / 09A. HBO Marketing / Marketing management. Raymond Reinhardt 3R Business Development.

LANDEN ANALYSE DENEMARKEN

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?

Economische impact Bèta College & Delta Academy

Transcriptie:

ir. Wim Scheltes, drs. Frans Pleijster, drs. Klaas Bangma Dit rapport is uitgebracht aan de Koninklijke Slijtersunie te Eindhoven. Kenmerk R20130063/C10374/WSC/MDU DEFINITIEVE VERSIE Zoetermeer, juni 2013 Het gebruik van cijfers en/of tekst uit dit rapport is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de Koninklijke Slijtersunie.

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 4 2 WAARGENOMEN ONTWIKKELINGEN 6 2.1 Consumptie 6 2.2 Verkoopprijs 8 2.3 Accijnzen: opbrengsten en tarief 9 3 BEREKENING PRIJSELASTICITEIT 10 3.1 Regressieanalyse 10 3.2 Prijselasticiteit 11 3.3 Samengevat 11 4 VERANDERINGEN 12 4.1 Prijsverandering voor de consument 12 4.2 Verandering in afzet en consumptie 13 4.3 Verandering bestedingen consumenten 14 4.4 Verandering accijnsopbrengsten 14 4.5 Verandering BTW-opbrengsten 16 4.6 Opbrengstverandering voor de overheid 17 5 VERANDERING VOOR SLIJTERIJEN 18 5.1 Verandering bedrijfsopbrengst 19 5.2 Verandering arbeidsproductie en werkgelegenheid 19 5.3 Algemeen 20 6 ALGEMEEN BEELD 22 BIJLAGE 1 TOELICHTING OP BEGRIPPEN 24 R20130063.doc 3

1 Inleiding De Koninklijke Slijtersunie heeft Panteia gevraagd onderzoek te doen naar de effecten van de recente en voorgenomen verhogingen van accijns en BTW op gedistilleerde dranken. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar de prijs van gedistilleerde producten, de hoogte van besteding aan gedistilleerde producten, de hoogte van de accijns- en BTW-opbrengsten en naar de werkgelegenheid in de slijtersbranche. Dit rapport beschrijft de onderzoeksopzet en de resultaten. ACHTERGROND Afgelopen 1 januari 2013 is via de wet uitwerking fiscale maatregelen (UFM) een accijnsverhoging van 6% ingevoerd voor gedistilleerde dranken. Dat komt in de praktijk neer op een verhoging van 15,04 naar 15,94 gemeten per liter pure alcohol. In de huidige regeringsplannen is per 1 januari 2014 een verdere accijnsverhoging van 5% voorzien op gedistilleerde producten. De totale accijns op één liter pure alcohol komt daarmee uit op 16,74 voor gedistilleerde producten. Over accijns wordt echter ook 21% BTW geheven. De accijnsverhoging á 1,70 (namelijk van 15,04 naar 16,74) per liter pure alcohol, leidt aldus tot een verhoging van 2,06 in de verkoopprijs 1 per januari 2014. Als de verschillen gemeten worden ten opzichte van september 2012, toen het BTW-tarief nog 19% bedroeg, dan is vanuit consumentenoptiek sprake van 2,36 theoretische prijsverhoging per liter pure alcohol (namelijk: 16,74*121% - 15,04*119%). GEVOLGEN VAN ACCIJNSVERHOGING De regering verwacht dat de accijns- en BTW-verhoging zal leiden tot verminderde alcoholconsumptie, als gevolg van een hogere consumentenprijs, alsmede tot hogere accijnsopbrengsten. De Koninklijke Slijtersunie denkt daarentegen dat accijnsverhoging ingrijpende gevolgen zal hebben voor de slijtersbranche. Net zoals de regering verwacht de Slijtersunie een consumptievermindering (aankoop) van gedistilleerde dranken als gevolg van de accijnsverhoging, maar tevens voorziet de Slijtersunie een verandering van aankoopkanaal (zoals toenemende aankoop online en groeiende aankopen over de grens). Dit alles kan negatieve gevolgen hebben voor de werkgelegenheid bij slijterijen. De accijnsverhoging kan mogelijk zelfs tot verminderde accijnsopbrengsten leiden, zo denkt de Koninklijke Slijtersunie. Dat is niet geheel ondenkbaar, verwijzend naar de afgenomen opbrengsten na de accijnsverhoging in eind 2002. 1 ) Uitgangspunt: accijnsverhoging wordt volledig doorberekend aan de consument. R20130063.doc 4

ONDERZOEKSDOEL Nagegaan zal worden tot welke effecten de accijnsverhoging zal leiden, waarbij vooral gekeken zal worden naar: het prijsniveau van gedistilleerde producten; de consumptie van gedistilleerde producten in Nederland; de aankoop van gedistilleerde producten in Nederland; de omzet aan gedistilleerde producten bij Nederlandse slijterijen; de werkgelegenheid bij slijterijen in Nederland; de accijns- en BTW-opbrengsten voor 2013 en 2014 in Nederland. GEBRUIKTE DATA Bij de uitvoering van dit onderzoek is gebruik gemaakt van publieke data afkomstig van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en het Ministerie van Financiën, alsook van data zoals van het HBD (Hoofdbedrijfschap Detailhandel) en data die door het Productschap Dranken Commissie Gedistilleerd (PDCG) en de Slijtersunie beschikbaar zijn gesteld. Door een hoger accijns- en BTW-tarief in Nederland ten opzichte van Duitsland kunnen consumenten, in de grensstreek, aankoop in een buurland overwegen. Er is in 2011 onderzoek 2 gedaan naar de omvang van deze aankoop weglek die leidt tot lagere verkoop- en accijnsopbrengsten. Panteia zal deze informatie, en ervaringen in andere sectoren 3, gebruiken in de doorrekeningen. De resultaten uit dit onderzoek zullen eveneens voor zover mogelijk worden meegenomen in de bepaling van de effecten. Het onderzoek betreft alleen gedistilleerde dranken (dus dranken met een alcoholpercentage van 15% of hoger, en verkregen door distillatie uit landbouwproducten. Bekende voorbeelden zijn, in alfabetische volgorde: brandewijn, cognac, gin, jenever, rum, vieux, whisky en wodka. Dranken die via vergisting zijn bereid zoals (versterkt) bier of (versterkte) wijn, ook al voldoet hun alcoholpercentage, vallen niet onder de groep gedistilleerde dranken. LEESWIJZER In hoofdstuk 2 wordt een indruk gegeven van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren voor wat betreft consumptie, prijs en accijnsopbrengst. Hoofdstuk 3 richt zich op het bepalen van de prijselasticiteit van de vraag. Op basis van de gevonden elasticiteit worden in hoofdstuk 4 de effecten van een verkoopprijsverhoging doorgerekend, zoals verandering van de totale consumptie en verandering van de accijns- en BTW-opbrengsten. In hoofdstuk 5 komt de arbeidselasticiteit ter sprake. Gekeken wordt naar de verandering van bedrijfsopbrengsten door verkoopprijsverhoging van gedistilleerd en naar de gevolgen daarvan op de werkgelegenheid. Het laatste hoofdstuk geeft een samenvatting van de resultaten en schetst een algemeen beeld van indirecte effecten door verkoopprijsverhoging. 2 ) Grensoverschrijdende aankoop van drank (Regioplan, 2011). 3 ) Rondje van de buren (EY, 2011) en Grenseffectentoets (Panteia, 2013). R20130063.doc 5

2 Waargenomen ontwikkelingen Voor dit project wordt gebruik gemaakt van data (jaargegevens) die verkregen zijn via met name het CBS en het HBD. Centraal in de analyses staan de begrippen regressieanalyse en vraagelasticiteit. In de bijlage worden deze begrippen in het kort toegelicht. Alvorens met analyses te starten, is het van belang een indruk te krijgen van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren wat betreft consumptie, prijs en accijnsopbrengst. 2.1 Consumptie Eerst is gekeken naar de afzet van alcohol om een beeld te krijgen van de consumptietrend. Deze trend 4 is dalend (figuur 1). In 2012 bedroeg de totale afzet, gemeten in liters pure alcohol, ongeveer 65% van die in 1985. Figuur 1: Totale afzet in pure alcohol (in hectoliter*1000) Het gemiddelde alcoholpercentage van alle verkochte gedistilleerde dranken tezamen is in de afgelopen jaren weinig veranderd. Als daarom de afzet van gedistilleerd op consumptiesterkte wordt beschouwd, in plaats van pure alcohol, levert dat een vergelijkbaar trendbeeld. 4 ) In figuur 1, alsook in alle andere figuren met trends, is de periode 2003-2005 onderstreept. Vanaf 2003 is een scherpe afzetdaling waarneembaar, na invoering van een significante (+18%) accijnsverhoging. Hierdoor zijn de verkoopprijzen gestegen. Die accijnsverhoging is per 2006 ongedaan gemaakt. De afzet heeft zich echter niet hersteld tot het niveau van voor 2003. R20130063.doc 6

Een beter beeld van de alcoholconsumptietrend wordt verkregen door niet het totaal te beschouwen, maar de consumptie per hoofd van de bevolking. Op die wijze wordt ook rekening gehouden met de wijziging van de bevolkingsomvang (van 14,5 naar 16,7 miljoen) in dezelfde periode. Figuur 2 (zie volgende bladzijde) laat zien dat dit trendbeeld over de periode 1985-2012 eveneens dalend is. In 2012 lag de consumptie per hoofd op 56% van het 1985-niveau. Figuur 2: Consumptie per hoofd van bevolking (in liter pure alcohol) Over een lange periode vertoont het beeld een dalende consumptietrend. De dalende trend (zowel het totaal, als per hoofd) in de afgelopen jaren kan duiden op verminderde interesse in gedistilleerde dranken. Dit kan een gevolg zijn van substitutie, dat wil zeggen dat de voorkeur verschuift naar andere producten (bijvoorbeeld wijn wint aan populariteit), maar kan ook veroorzaakt zijn door toegenomen verkoopprijzen, een afname van de bestedingsruimte en/of de economische neergang sinds eind 2008. In de beide voorgaande figuren valt de scherpe afzetdaling en consumptiedaling op in de periode 2003-2005. In diezelfde periode was sprake van een significante accijnsverhoging: van 1.504 naar 1.775 per hectoliter pure alcohol. Ondanks dat in 2006 de accijnsverhoging van 2003 ongedaan is gemaakt, hebben de afzet en consumptie zich niet hersteld tot het niveau van voor 2003. De waargenomen daling 5 lijkt daarom van structurele aard. Er is geen onderzoek gedaan naar substitutie: bijvoorbeeld de mogelijke substitutie van consumptie van drank met een alcoholpercentage van 15% of meer door producten met een lager alcoholpercentage, zoals wijn en premix. In de periode tussen 1985 en 2012 is de hoofdelijke consumptie van wijn sterk gestegen. Verder is in die periode het aanbod van wijn en premixen op grotere schaal tot stand gekomen en is de consumptie van premixen toegenomen. 5 ) Grensoverschrijdende aankoop van drank (Regioplan, 2011). R20130063.doc 7

Er is geen onderzoek geweest dat gericht is op de samenhang tussen de toegenomen wijn/premixconsumptie en de prijsontwikkeling van gedistilleerde drank. Gewezen wordt wel op veranderende smaakvoorkeuren mede door de toenemende ervaring van steeds meer consumenten met wijn. Ook wordt gewezen op de prijsontwikkeling van wijn die dit product voor een steeds groter publiek bereikbaar maakt. Ook de invloed van achterliggende maatschappelijke trends (trends onder jongere consumenten) kan genoemd worden als het gaat om veranderende consumptiepatronen. Voor het onderhavige onderzoek hebben wij ons verder niet gericht op een verklaring van de substitutie en ons uitsluitend gericht op de vraag: Wat gebeurt er met de consumptie van gedistilleerd uitsluitend en alleen als gevolg van een toename van de prijs?. 2.2 Verkoopprijs De gemiddelde verkoopprijs 6 (inclusief BTW) van een fles gedistilleerd vertoont een trend die tegengesteld is aan de afzet. De verkoopprijs (uitgedrukt in indexcijfers waarbij jaar 1985=100) is over de periode 1985-2012 met ruim 50% toegenomen. Het effect van de significante accijnsverhoging in 2003 en de erop volgende accijnsvermindering vanaf 2006 op de prijs van een fles gedistilleerde drank zijn in figuur 3 duidelijk zichtbaar. Figuur 3: Index van gemiddelde verkoopprijs gedistilleerd (jaar 1985=100) 6 ) Hierbij is uitgegaan van gegevens van het CBS over de ontwikkeling van de gemiddelde prijs voor gedistilleerde dranken voor de periode 2005-2012. Daarnaast is voor de periode 1985 2005 tevens gekeken naar de feitelijke prijsontwikkeling van een viertal expliciet gemeten producten (whisky, jenever, vieux, likeur). De prijsontwikkelinginformatie voor deze producten is niet meer beschikbaar voor de periode na 2005. R20130063.doc 8

De tegengestelde trends van enerzijds consumptie en anderzijds verkoopprijs lijken verband met elkaar te houden. In het volgende hoofdstuk zal onderzocht worden of dat ook daadwerkelijk zo is. 2.3 Accijnzen: opbrengsten en tarief Die afzet- en consumptiedaling van gedistilleerd heeft geresulteerd in een daling van de totale accijnsopbrengst. Figuur 2.04 (op de volgende bladzijde) laat zien dat in 2012 de totale opbrengst 33% gedaald is ten opzichte van 1985: van 475 miljoen naar 319 miljoen. Op de achtergrond is de index (met jaar 1985=100) van het accijnstarief weergegeven. De eerder genoemde accijnsverhoging in de periode 2003-2005 (+18% verhoging, van 1.504 naar 1.775 per hectoliter pure alcohol) is terug te zien in het verloop van de accijnsopbrengsten. Figuur 4: Accijnsopbrengst gedistilleerd (Euro*miljoen) en index accijnstarief =accijnsopbrengsten =index accijnstarief R20130063.doc 9

3 Berekening prijselasticiteit De getoonde trends in het voorgaande hoofdstuk lijken erop te duiden dat er een verband bestaat tussen enerzijds de totale afzet van gedistilleerde drank, en anderzijds de gemiddelde verkoopprijs van een fles gedistilleerd: naarmate de verkoopprijs toeneemt, vertoont de afzet een dalende trend. Gezien de vraagstelling van de opdrachtgever is besloten de effecten van prijsinflatie en effecten door verschuiving van drankvoorkeur, niet mee te nemen bij het bepalen van de prijselasticiteit. Dit onderzoek richt zich niet op het vinden van verklaringen. Het richt zich op het doorrekenen van prijsverhogingeffecten op de afzet, waarbij geabstraheerd wordt van vraagverschuiving. Voor dit onderzoek werd niet beschikt over de algemeen gemiddelde verkoopprijs van alle gedistilleerde dranken tezamen 7. Voor het inschatten van de elasticiteit is een indruk van prijsverloop van belang. Wel was het prijsverloop bekend van enkele prominente producten: whisky, jenever, vieux en likeur. Deze maken samen bijna 60% uit van de totale gedistilleerde afzet 8. De gegevens van die vier dranken zijn gebruikt voor een indicatie van het prijsverloop in de afgelopen jaren. Dit is gecombineerd met hun jaarlijkse afzetgegevens om tot een gewogen gemiddelde verkoopprijs te komen. In het voorliggende onderzoek is de prijselasticiteit op de hierna volgende wijzen onderzocht: regressieanalyse: hiermee kan aangetoond worden dat er een statistisch significante relatie bestaat tussen variabelen zoals afzet en verkoopprijs; bepalen van de puntprijselasticiteit. 3.1 Regressieanalyse Via regressieanalyse is dataonderzoek verricht over de periode 1976-2012. Imagoverandering en trendgevoeligheid van een product kunnen in zo n geval, het betreft hier een periode van ruim 35 jaar, een grote rol spelen. Daarom is ervoor gekozen data zwaarder te wegen (dat wil zeggen meer belang aan te hechten), naarmate ze recenter zijn. De in het vorige hoofdstuk getoonde trends deden vermoeden dat er een verband bestaat tussen de totale afzet van gedistilleerd en de veranderingen in de gemiddelde flesverkoopprijs. Via regressieanalyse is dit vermoeden bevestigd. 7 ) Daarom is ervoor gekozen de werkwijze zoals toegepast in het onderzoek Prijselasticiteit en accijnsverandering gedistilleerd (Panteia/EIM, 2005) te volgen. De algemeen gemiddelde verkoopprijs van gedistilleerd is daarin geschat op basis van verkoopprijs en afzet van enkele prominente gedistilleerde producten. Voor het onderhavige onderzoek zijn de reeksgegevens daartoe aangevuld. 8 ) Overzicht Kerncijfers 2010, Productschap Dranken Commissie Gedistilleerd. R20130063.doc 10

Het verband blijkt sterk: adjr 2 =0,84, dat wil zeggen dat 84% van de variatie in de afzet door de verkoopprijs wordt verklaard. En het onderlinge verband blijkt verder, zoals verwacht, ook negatief. Dat betekent dat een toename van de verkoopprijs in een afname van de afzet resulteert. Van belang is dat er een duidelijk verband gevonden is, en dat sprake is van een negatieve elasticiteit. 3.2 Prijselasticiteit Uit de regressieanalyse blijkt dat de prijselasticiteit negatief dient te zijn. De prijselasticiteit per jaar, de puntprijselasticiteit, wordt berekend op basis van de verandering in de afzet en verandering in de gemiddelde verkoopprijs 9. Omdat zo n puntprijselasticiteit jaarschommelingen vertoont, wordt de prijselasticiteit berekend als het gemiddelde over de periode 1977-2012. Bij de berekening zijn de puntprijselasticiteiten gewogen, waarbij aan recente waarden een zwaarder gewicht is gegeven. De prijselasticiteit komt op deze wijze op -1,34 uit. In 2005 is onderzoek 10 gedaan naar de prijselasticiteit van gedistilleerd, en kwam toen voor de periode 1977-2004 op -1,5 uit. Het verschil wordt veroorzaakt door de accijnsverhoging (+18%) in de periode 2003-2005 op gedistilleerde drank en de ermee gepaard gaande afzetdaling. Het vlakkere verloop van de afzet na 2006 had toen nog niet plaatsgevonden. 3.3 Samengevat Regressieanalyse heeft aangetoond dat er een sterk verband bestaat, met een negatieve relatie, tussen afzet en verkoopprijs. Vervolgens is op basis van jaargegevens (puntelasticiteiten) de gemiddelde prijselasticiteit op een waarde van -1,34 bepaald. Deze negatieve waarde geeft aan dat hun beweging, afname versus toename, tegengesteld is. Dit impliceert dat bij een prijsstijging van 1% een terugval in het consumptievolume van 1,34% mag worden verwacht. 9 ) De prijsverandering van vier prominente producten (whisky, jenever, vieux, likeur) is gebruikt als schatter voor de prijsverandering van alle gedistilleerde producten tezamen, vanwege het ontbreken van voldoende prijsgegevens. 10 ) Prijselasticiteit en accijnsverandering gedistilleerd (Panteia/EIM, 2005). R20130063.doc 11

4 Veranderingen In dit hoofdstuk wordt een doorrekening gemaakt van de verschillende effecten voor 2013 die een gevolg zijn van de recente accijnsverhoging 11 in januari 2013 en de BTW-verhoging (van 19% naar 21%) per oktober 2012. Voor de doorrekening van 2014 wordt ervan uitgegaan dat de verder voorgenomen accijnsverhoging 12 plaatsvindt. In de doorrekeningen wordt verondersteld dat de prijsverhogingen volledig gedragen worden door de consument, ook bij een aanhoudende economische crisis, en dat er geen wijzigingen in het consumptiegedrag (zoals productsubstitutie, smaakverandering) zullen optreden. Ook inflatie blijft buiten beschouwing. In het onderzoek gaat het om de effecten van de totale prijsverandering (ongeacht oorzaak) op de consumptie in hoeveelheden en de impact van een initiële prijsverhoging op die consumptie. 4.1 Prijsverandering voor de consument Aan de hand van de geldende accijns- en BTW-tarieven kan de prijsverandering ten opzichte van 2012 bepaald worden. Op die wijze is berekend is dat in 2013 een liter pure alcohol 1,39 duurder wordt ten opzichte van 2012. Voor 2014 komt het verschil op 2,36 uit (tabel 1). Tabel 1: Berekening prijsstijging per liter pure alcohol Vergelijking: Berekening: Prijsstijging/liter pure alcohol: 2012 2013 15,94*121% - 15,04*119% 1,39 2013 2014 16,74*121% - 15,94*121% 0,97 2012 2014 16,74*121% - 15,04*119% 2,36 Deze prijsstijging is berekend voor de prijs per liter pure alcohol. Dit wordt omgerekend naar een prijsstijging voor gedistilleerde drank op consumptiesterkte 13 en vervolgens gerelateerd aan de gemiddelde verkoopprijs in het eraan voorafgaande jaar. Dat resulteert in de volgende tabel. 11 ) Van 15,04 naar 15,94 per liter pure alcohol per januari 2013. 12 ) Van 15,94 naar 16,74 per pure liter alcohol per januari 2014. 13 ) De ratio tussen jaarafzet gemeten in liters pure alcohol en die gemeten in alcohol op consumptiesterkte levert de omrekeningsfactor. R20130063.doc 12

Tabel 2: Berekening prijsstijging per fles Vergelijking: Prijsstijging/liter pure alcohol: Prijsstijging/fles: 2012 2013 1,39 3,1% 2013 2014 0,97 2,1% 2012 2014 2,36 5,3% De prijsstijging die consumenten ondervinden komt op die wijze uit op 3,1% in 2013 en daarop aanvullend 2,1% in 2014. In totaliteit is er sprake van een gemiddelde prijsstijging in 2014 met 5,3% per fles gedistilleerde drank (consumptiesterkte). 4.2 Verandering in afzet en consumptie Nu de prijsstijging voor consumenten bekend is, kan op basis van de eerder berekende prijselasticiteit (-1,34, zie paragraaf 3.2) de afzetafname van gedistilleerd geschat worden voor 2013 en 2014 ten opzichte van een situatie waarin geen sprake zou zijn van prijsstijging. De afzetafname in 2014 wordt gerelateerd aan de afzet over 2013. De volgende tabel toont de afzet uitgedrukt in liters pure alcohol en in liters alcohol op consumentensterkte. Tabel 3: Afzetschatting (hectoliter pure alcohol) op basis van prijselasticiteit Afzetvolume (in hectoliter) gemeten in Vergelijking: Afname afzetvolume: Pure alcohol: Consumptiesterkte: 2012 -- 210.900 649.357 2012 2013-4,1% 202.250 622.733 2013 2014-2,8% 196.590 605.297 2012 2014-7,8% Gemeten in liters pure alcohol wordt over 2013 ruwweg 0,86 miljoen liter pure alcohol minder afgezet (namelijk 210.900-202.250 hectoliter). Dat komt overeen met 2,66 miljoen liter alcohol op consumptiesterkte. Voor 2013 en 2014 tezamen betreft de afzetafname 1,43 miljoen liter pure alcohol, overeenkomend met 4,41 miljoen liter alcohol op consumptiesterkte (tabel 4). R20130063.doc 13

Tabel 4: Afzet- en consumptiedaling ten opzichte van 2012 Daling afzetvolume (in hectoliter) gemeten in Vergelijking: Pure alcohol: Consumptiesterkte: 2012 2013 8.650 26.624 2013 2014 5.660 17.436 2012 2014 14.310 44.060 4.3 Verandering bestedingen consumenten Voor dit onderzoek was informatie voorhanden over de afzet en de verkoopprijs van enkele prominente producten: whisky, jenever, vieux en likeur. Die gegevens zijn gebruikt om het afgenomen afzetvolume, gemeten in liters alcohol op consumptiesterkte, om te rekenen naar een bestedingsafname door consumenten. Tabel 5: Afname bestedingen door consumenten Vergelijking: Afname alcoholvolume op consumptiesterkte: Afname bestedingen: 2012 2013 26.624 hectoliter 40,1 miljoen 2013 2014 17.437 hectoliter 26,8 miljoen 2012 2014 44.060 hectoliter 66,9 miljoen In 2013 zullen de bestedingen met rond 40 miljoen zijn teruggelopen. In 2014 komt daar bijna 27 miljoen bij. Over 2013 en 2014 tezamen wordt de bestedingsafname, ten opzichte van 2012, op bijna 67 miljoen geschat. 4.4 Verandering accijnsopbrengsten Op vergelijkbare wijze kan de accijnsafdracht bepaald worden. De volgende tabel geeft, gebaseerd op het verminderde afzetvolume door de prijsstijging van gedistilleerd, een overzicht van de niet-gerealiseerde accijnsopbrengsten: 13,7 miljoen in 2013 plus aanvullend 9,4 miljoen in 2014. Tezamen 23,1 miljoen over 2013 en 2014. R20130063.doc 14

Tabel 6: Niet-gerealiseerde accijnsopbrengsten door afzetvermindering Vergelijking: Afname alcoholvolume op consumptiesterkte: Niet-gerealiseerde accijnsopbrengsten: 2012 2013 26.624 hectoliter 13,7 miljoen 2013 2014 17.437 hectoliter 9,4 miljoen 2012 2014 44.060 hectoliter 23,1 miljoen Tegenover deze niet-gerealiseerde accijnsopbrengsten door een lagere alcoholafname, staan accijnsopbrengsten door verkoop van wel geconsumeerde gedistilleerde drank. Door toename van de accijnstarieven in 2013 en 2014 neemt de accijnsopbrengst toe voor de gerealiseerde afzet. De volgende tabel toont het verschil in accijnsopbrengsten ten opzichte van 2012. Tabel 7: Verwachte accijnsopbrengsten door toepassing hoger accijnstarief Vergelijking: Afzet alcoholvolume op consumptiesterkte: Verwachte accijnsopbrengsten: 2012 649.357 hectoliter referentiesituatie 2012 2013 622.733 hectoliter 5,4 miljoen 2012 2014 605.297 hectoliter 11,5 miljoen De overall opbrengsten staan in tabel 8 vermeld. Hieruit blijkt dat de totale accijnsopbrengsten over 2013 en 2014 tezamen 11,6 miljoen lager uitkomen. Dit is vooral een gevolg van de lagere afzet. Tabel 8: Overall overzicht accijnsopbrengsten ten opzichte van 2012 Vergelijking: Niet-gerealiseerd: Verwachte opbrengst: Overall verandering: 2012 2013 13,7 miljoen 5,4 miljoen - 8,3 miljoen 2012 2014 23,1 miljoen 11,5 miljoen - 11,6 miljoen R20130063.doc 15

4.5 Verandering BTW-opbrengsten De verandering aan BTW-opbrengsten kan op vergelijkbare wijze bepaald worden als bij accijnzen. Door een verminderde afzet is sprake van niet-gerealiseerde BTW-opbrengsten (tabel 9). Over 2013 en 2014 tezamen bedragen die 11,5 miljoen. Tabel 9: Niet-gerealiseerde BTW-opbrengsten door afzetvermindering Vergelijking: Afname alcoholvolume op consumptiesterkte: Niet-gerealiseerde BTW-opbrengsten: 2012 2013 26.624 hectoliter 6,9 miljoen 2013 2014 17.437 hectoliter 4,6 miljoen 2012 2014 44.060 hectoliter 11,5 miljoen Tegenover deze niet-gerealiseerde BTW-opbrengsten, als gevolg van lagere alcoholafzet, staan opbrengsten door verkoop van wel geconsumeerde drank. Het BTW-tarief is sinds najaar 2012 naar 21% gegaan. Ook de hogere accijnstarieven zijn daaraan onderhevig. Tabel 10 laat het verschil in BTW-opbrengsten zien ten opzichte van 2012. Voor 2013 en 2014 tezamen komen die op 9,5 miljoen uit. Tabel 10: Verwachte BTW-opbrengsten Vergelijking: Afzet alcoholvolume op consumptiesterkte: Te verwachten extra BTW-opbrengsten: 2012 649.357 hectoliter referentiesituatie 2012 2013 622.733 hectoliter 10,7 miljoen 2012 2014 605.297 hectoliter 9,5 miljoen De hierna volgende tabel toont de overall BTW-opbrengsten. Hieruit blijkt dat de totale BTW-opbrengsten in 2013 plus 2014 op 2,0 miljoen minder uitkomen. Tabel 11: Overall overzicht BTW-opbrengsten ten opzichte van 2012 Verwachte extra Vergelijking: Niet-gerealiseerd: opbrengst: Overall verandering: 2012 2013 6,9 miljoen 10,7 miljoen 3,8 miljoen 2012 2014 11,5 miljoen 9,5 miljoen - 2,0 miljoen R20130063.doc 16

4.6 Opbrengstverandering voor de overheid Als naar de totale opbrengstverandering gekeken wordt (tabel 8 en tabel 11), dan is de verwachting dat de accijns- en BTW-opbrengsten afnemen vanaf 2013. In 2013 met 4,5 miljoen. De afname over 2013 en 2014 tezamen komt uit op 13,6 miljoen. Tabel 12: Overall verandering van opbrengsten ten opzichte van 2012 Overal opbrengsten voor overheid: Vergelijking: Accijns: BTW: Overall verandering: 2012 2013-8,3 miljoen 3,8 miljoen - 4,5 miljoen 2012 2014-11,6 miljoen - 2,0 miljoen - 13,6 miljoen Hierbij is verondersteld is dat er, ondanks toegenomen verkoopprijzen, geen substitutie plaatsvindt naar niet gedistilleerde producten (bijvoorbeeld wijn). R20130063.doc 17

5 Verandering voor slijterijen Dit hoofdstuk behandelt de arbeidselasticiteit. Deze wordt gebruikt als indicator voor de vraagelasticiteit naar arbeid. De hierna volgende figuur toont over de periode 1977-2012 het aantal verkooppunten, inclusief verkooppunten die onderdeel zijn van een supermarkt. Figuur 5: Aantal verkooppunten Over de beschouwde periode is het aantal verkooppunten met 22% afgenomen (van 3.626 naar 2.820). De gemiddelde verkoopprijs van gedistilleerd drank is in dezelfde periode daarentegen gestegen. Figuur 6 toont, in de vorm van een index, de verkooppuntenafname (blauw) en verkoopprijstoename 14 (rood). Figuur 6: Index van verkooppuntenaantal en verkoopprijs (jaar 1977=100) =verkooppunten aantal =verkoopprijs 14 ) Vergelijk met figuur 3: die heeft betrekking op periode 1985-2012. R20130063.doc 18

Onderzocht is of het afnemende aantal verkooppunten, en daarmee de werkgelegenheid in deze branche, samenhang vertoont met de prijsstijging. Via regressieanalyse is de sterkte van de relatie bepaald: adjr 2 =0,60 dat wil zeggen dat 60% van de variatie in aantal verkooppunten door de verkoopprijs wordt verklaard. Dat leidt tot de verwachting dat een stijging van de verkoopprijs, tot afname van het aantal verkooppunten en werkgelegenheid kan leiden. 5.1 Verandering bedrijfsopbrengst Gebaseerd op het verminderde afzetvolume kan een inschatting gemaakt worden van de te verwachten bedrijfsopbrengstvermindering in Nederland. De in tabel 13 vermelde niet-gerealiseerde bedrijfsopbrengsten zijn inclusief accijns maar exclusief BTW. Tabel 13: Niet-gerealiseerde bedrijfsopbrengst Vergelijking: Afname alcoholvolume op consumptiesterkte: Niet-gerealiseerde Nederlandse bedrijfsopbrengst: 2012 2013 26.624 hectoliter 33,1 miljoen 2013 2014 17.437 hectoliter 22,1 miljoen 2012 2014 44.060 hectoliter 55,2 miljoen NB: bedragen inclusief accijns maar exclusief BTW Nederland heeft 2.820 verkooppunten (figuur 5) van gedistilleerde drank. Dit is inclusief verkooppunten die onderdeel zijn van een supermarkt. De gemiddelde afname van bedrijfsopbrengst komt daarmee uit op 11.740 per vestiging in 2013. Daar bovenop komt de afname van 7.835 in 2014. 5.2 Verandering arbeidsproductie en werkgelegenheid Slijterijen hebben gemiddeld genomen 1,6 medewerker in voltijd loondienst 15. De gemiddelde bedrijfsopbrengst, inclusief accijns maar exclusief BTW, bedraagt 214.000 per betaalde voltijd medewerker. De in de vorige paragraaf geschatte vermindering van bedrijfsopbrengsten betekent derhalve een verlies van om en nabij 258 voltijd banen (namelijk 55,2M/ 214K) over 2013 en 2014 tezamen. 15 ) CBS-StatLine Benchmarkgegevens. R20130063.doc 19

Tabel 14: Verwachting banenverlies Vergelijking: Niet-gerealiseerde bedrijfsopbrengst: Verwachting verlies in voltijd banen: 2012 2013 33,1 miljoen 155 2013 2014 22,1 miljoen 103 2012 2014 55,2 miljoen 258 Als ervan uitgegaan wordt dat naast de loondienstmedewerkers (1,6 gemiddeld), de ondernemer en zijn/haar partner in voltijd werken dan bestaat een gemiddelde slijterijvestiging uit zo n 3,5 werkzame personen. Het banenverlies kan dus ook vertaald worden in het sluiten van ongeveer 75 slijterijen. 5.3 Algemeen De dalende afzettrend van gedistilleerde drank (figuur 1, hoofdstuk 2) zet de sector onder druk. Weliswaar vertoont de afzet vanaf 2006 tot 2012 een redelijk stabiel verloop, maar de afzetdaling in de periode 2003-2005 is altijd gebleven. In de hierna volgende figuur is de afzet over de periode 2000-2012 uitgesplitst naar binnenlands gedistilleerd en buitenlands, met weglating van premix. Het afzetvolume aan buitenlands gedistilleerde dranken (rood) is redelijk constant gebleven. De daling van het afzetvolume zit vooral in Nederlands gedistilleerd (blauw). Figuur 7: Afzet gedistilleerd (hectoliter*1000 pure alcohol), exclusief premix =binnenlands =buitenlands R20130063.doc 20

De forse accijnsverhoging in de periode 2003-2005 is duidelijk te zien. Dat heeft vooral binnenlands gedistilleerd getroffen. Er is geen onderzoek gedaan naar de mogelijk andere oorzaken en neveneffecten van de accijnsverhoging op de bestedingen. Maar een mogelijkheid is dat het aankopen van gedistilleerde drank over de grens vanwege prijsverschillen, dit speelt vooral in de grensgebieden, hier een rol speelt. Immers, de buitenlandse dranken zijn vooral van lokale merken. R20130063.doc 21

6 Algemeen beeld Als naar de totale overheidsopbrengsten gekeken wordt, dan is de verwachting dat de accijns- en BTW-opbrengsten afnemen vanaf 2013. In 2013 met 4,5 miljoen en over 2013 en 2014 tezamen met 13,6 miljoen. Figuur 8: Afname van accijns- en BTW-opbrengsten (in Euro*miljoen) 5 in 2013 in 2013 & 2014 samen opbrengstafname 0-5 -10-15 -4.5-13.6 Hierbij is verondersteld dat er, ondanks toegenomen verkoopprijzen, geen substitutie plaatsvindt naar niet gedistilleerde producten (bijvoorbeeld wijn). Omdat de accijnstarieven per liter consumptiesterkte het hoogst zijn voor gedistilleerde dranken, betekent substitutie automatisch een verdere afname van accijns- en BTW-opbrengsten. AFZET- EN CONSUMPTIEDALING In paragraaf 2.1 is getoond dat de afzet en de consumptie van gedistilleerde drank vanaf 2006, na het terugdraaien van een forse accijnsverhoging, gestabiliseerd lijkt. Het afzetniveau van vóór 2003 is in de afgelopen zes jaar echter nooit meer gehaald. Het lijkt er daarom op dat de daling structureel van aard is geweest. Naar de achterliggende oorzaak hiervan is geen onderzoek gedaan. ONLINE AANKOOP De laatste jaren lijkt aankoop van gedistilleerd via internet in opkomst. Voor de accijns- en BTW-opbrengsten maakt dat weinig uit. Wel zal online aankoop ten koste gaan van de slijter om de hoek. Dat kan uiteindelijk tot verminderde bedrijfsopbrengst leiden of verminderd personeelsinzet. Maar ook ontslag en/of winkelsluiting kan een gevolg zijn. BANENVERLIES In hoofdstuk 5 is becijferd dat de totale vermindering van bedrijfsopbrengsten over 2013 en 2014 tezamen, zich vertaalt in een verlies van ongeveer 258 voltijd banen. De werkeloosheidskosten als gevolg daarvan komen uiteindelijk ten laste van de overheid. R20130063.doc 22

WEGLEK NAAR BUITENLAND Diverse studies hebben aangetoond dat bewoners van onze grensstreken regelmatig aankopen doen in het buurland vanwege prijsverschillen 16. Aankopen over de grens door consumenten leveren de Nederlandse overheid geen accijns- en BTW-opbrengsten. Uit onderzoek blijkt dat de overheid door deze aankopen van gedistilleerde drank ongeveer 31 miljoen (aan accijns en BTW) jaarlijks misloopt 17. Slijters in de grensstreek ondervinden vanzelfsprekend hinder van deze grensoverschrijdende aankopen. Dat geldt ook voor producenten. Zij verliezen omzet doordat consumenten bij hun aankopen aan de andere kant van de grens vooral lokale merken aanschaffen. Voor verkopen van gedistilleerde drank in de grensstreek is het daarom van belang dat de accijnstarieven tussen Nederland en haar buurlanden weinig verschillen. In Duitsland en België zijn gedistilleerde producten, anders dan in Nederland, in de supermarkt verkrijgbaar. Dit leidt ertoe dat grensoverschrijdende aankoop vaak gecombineerd zal worden met boodschappen doen of winkelen. Ook die opbrengsten gaan voor Nederland verloren. Zo gaat bijvoorbeeld in de grensstreken door bieraankopen in Duitsland of België ongeveer 19 miljoen 18 aan accijns- en BTW-opbrengsten verloren. Of de weglek naar het buitenland toeneemt, kan niet bepaald worden omdat historische gegevens niet voorhanden zijn. Wel blijft de druk om over de grens aankopen te doen bestaan zolang er prijsverschil bestaat. Zo is per januari 2013 het accijnstarief op gedistilleerde drank in Duitsland, bijna een vijfde deel lager dan in Nederland ( 1.303 versus 1.594 per liter pure alcohol). Ook de BTW-heffing is daar lager (19% versus 21%). 16 ) Grenseffectentoets (Panteia, 2013). 17 ) Grensoverschrijdende aankoop van drank (Regioplan, 2011). 18 ) Rondje van de buren (EY, 2011). R20130063.doc 23

BIJLAGE 1 Toelichting op begrippen In dit onderzoek staan enkele begrippen centraal. In deze bijlage geven wij daarvan een korte beschrijving. Het betreft: prijselasticiteit; segmentelasticiteit en puntelasticiteit; inelastische en elastisch prijselasticiteit van de vraag; regressieanalyse. PRIJSELASTICITEIT Elasticiteiten worden gebruikt om de sterkte van procentuele veranderingen aan te geven. Het gaat om de mate waarin de vraag naar een product reageert op een prijsverandering daarvan. Het betreft hier normaal gesproken een negatief verband: als de verkoopprijs daalt dan zal de vraag ernaar toenemen, en andersom. Een fictief voorbeeld: als de prijs van een gedistilleerd drankje met 2% verhoogd wordt en daardoor de verkoop ervan met 3% daalt, dan is de reactie in dit voorbeeld -1,5X groter als eraan ten grondslag liggende oorzaak (prijsstijging). Het cijfer -1,5 wordt de prijselasticiteit van de vraag genoemd. Deze elasticiteit is dus het quotiënt van de procentuele veranderingen in het gevolg (hier -3% vraag naar het product) en de oorzaak (hier +2% prijsverandering). SEGMENTELASTICITEIT en PUNTELASTICITEIT In dit voornoemde voorbeeld veranderen beide aspecten, waardoor de reactie berekend kan worden. In zo n geval wordt gesproken over segmentelasticiteit. Als een van beide aspecten (of beide) niet verandert, dan wordt gesproken over puntelasticiteit. NB: Rekenen met elasticiteiten is technisch gezien alleen correct indien het kleine procentuele veranderingen betreft van hoeveelheid en prijsverandering. INELASTISCH en ELASTISCH Deze begrippen lichten we toe aan de hand een voorbeeld. Stel dat een verkoper van een gedistilleerde drank (bijvoorbeeld whisky) meer wil verdienen, en dit wil bereiken door de verkoopprijs van dit product met 10% te verhogen. Na verloop van tijd bemerkt de verkoper dat de winkelverkoop van deze drank met minder dan 10% is gedaald. De omzet is in dit geval door de prijsverhoging gestegen. Dit wordt een inelastische vraag genoemd. Denkbaar is in deze situatie echter dat door de prijsverhoging de winkelverkoop met meer dan 10% zal afnemen. De extra omzet die is verdiend door de prijsverhoging weegt nu niet op tegen het verlies door afgenomen verkoop. Dit wordt een elastische vraag genoemd. R20130063.doc 24

REGRESSIEANALYSE Regressieanalyse is een methode om te toetsen of een (of meer) onafhankelijke variabele invloed heeft op een afhankelijke variabele en of dit een positief of een negatief effect is. Onafhankelijke en afhankelijke variabelen worden vaak ook aangeduid als verklarende respectievelijk te verklaren variabele. Regressie kan opgevat worden als het bepalen van de best passende lijn door alle meetpunten. Als criterium daarvoor wordt de kleinste kwadratensom gebruikt: de som van de kwadraten van alle afwijkingen tussen meetpunt en de best passende lijn moet minimaal zijn. Bij gebruik van statistische programmatuur (bijvoorbeeld SPSS) wordt de sterkte van het verband aangegeven via adjr 2, de zogenoemde adjusted R 2 waarde: een hoge waarde duidt op een sterk verband. Voorbeeld: adjr 2 =0,71 geeft aan dat 71% van de variatie in de afhankelijke variabele wordt verklaard door de onafhankelijke variabele(n) die gekozen is (zijn). Indien meerdere onafhankelijke variabelen zijn beschouwd, dan moet ook gekeken worden naar de significantie van elke onafhankelijke variabele. Statistische programmatuur geeft aan of een onafhankelijke variabele significant is, en daarmee bijdraagt aan het versterken van het verband, of niet. R20130063.doc 25