De minimale lichtbehoefte van Zantedeschia. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

Vergelijkbare documenten
Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia

Bossigheid in Zantedeschia

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Optimale moment voor dompelen Zantedeschia in gibberellinezuur (GA) voor bloemaanleg. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

Monitoring vochtgehalte en wortelgroei van Zantedeschia op potgrond

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Warmwaterbehandeling Allium en Crocus

Vorstschade bij Zantedeschiaknollen

Kan het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans wortels van Zantedeschia aantasten?

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers)

Warmwaterbehandeling van Eremurus tegen aaltjes. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

Warmwaterbehandeling lelie

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr.

Onkruidbestrijding in Nerine

Teelt de grond uit Zomerbloemen

Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek Casper Slootweg en Hans van Aanholt

1 Hpkklk. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 268

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Houdbaarheid Hydrangea

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij

Heetstook van Zantedeschia

Watergift klein volume substraat lelie

Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek. Robert Dees, Joop van Doorn

Bruikbaarheid vacuümtoets bij hyacinten

Optimaliseren van de Nerineteelt

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold

Energiebesparing in de broei van lelies

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt

Begeleiding praktijkbedrijven bij het tegengaan van papierblad in lelie. Hans Kok

Erwinia chrysanthemi in Amaryllidaceae

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien

Waterbroei tulp: Afbroei zuurproeven uit teelt 2003

Burkholderia in gladiolen

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer:

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Energiemanagement Alstroemeria

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst. Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort

Energiezuinige gefaseerde belichting in lelie. Casper Slootweg en Hans van Aanholt

Vaste planten waardplant voor PlAMV?

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen

Bladvlekken bij belichte potplanten

Parameters ter bepaling van het optimale rooitijdstip bij tulp

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol?

Teelt van Ageratum op water

Teelt van Zaaiaster en Delphinium op water

Effect pottemperatuur op vroegtijdige lipverkleuring bij Cymbidium

Verbranding bladranden Hortensia

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Teelt van Matricaria op water

Overdracht van geelziek in Eucomis via zaad

Teelt van Celosia op water

Systeeminnovatie Leliebroei

Bloemknopsturing Snijhortensia. Uitgevoerd door: DLV Facet Teake Dijkstra Helma Verberkt. Wageningen, Februari 2006

Aanvullende bestrijding van stengelaaltjes door toevoeging van formaline aan het voorweekwater en kookbad

Duurzame energietechniek

1 Bloeisturing met LED-belichting in de teelt van ranonkel

Bemesting van tulp in de broeierij

Onderzoek naar bemesting als mogelijke oorzaak voor verfijning in Crocus

Teelt van Trachelium op water

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012

Mogelijkheden van belichting door teeltsturing in jaarrondteelten paprika

Bestrijding van koolvlieg in radijs

Smaakonderzoek komkommer aan Nederlands en Spaans product

Gerbera: maximale isolatie & lichtonderschepping

Demo waterteelt van Iris

LED belichting tijdens het voortrekken van lelie. Hans Kok en Jeroen Wildschut

Effecten van Disappyr op bruinverkleuring en beworteling van stek van sierheesters. M.P.M. Derkx

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium

LED-verlichting in de tulpenbroei

Invloed van zaadfractionering op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Bestrijding van trips in aubergine met roofmijten

Californische trips in lelie

Effect nabewaring op laat zuur en broei in tulp

Waterbroei tulp: Ontsmetting van de bollen?

Bladvlekken door gebrek of overmaat aan elementen

Interactie Moddus en Actirob

Stikstofbijmestsysteem voldoet aan N-behoefte lelie en gladiool. Casper Slootweg, Hans Kok, Paul Belder, Nikaj van Wees en Anne Marie van Dam

Papierblad in lelie. Teeltfase. Hans Kok, Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen juni 2004 PPO nr.

Vooronderzoek nabehandeling bij freesia (2011/2012)

Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika

Invloed van plantselectie op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus

Herinplantziekte bij pioenrozen

PROJECTVERSLAG 2005 NAAR EEN OPLOSSING VOOR ONBEKEND WORTELROT IN LELIE

Behoud meerjarig proefveld organische bemesting

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia

Verbetering vaasleven van snijhyacinten afkomstig van waterbroei

Pythiumbestrijding broeierij tulp

SNIJBOON ONDER GLAS 2015

Transcriptie:

De minimale lichtbehoefte van Zantedeschia P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit 085 PPO 32 360851 00 PT 13637 Juni 2011

2011 Wageningen, Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) onderzoeksinstituut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLO. Voor nadere informatie gelieve contact op te nemen met: DLO in het bijzonder onderzoeksinstituut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen, boomkwekerij & fruit. DLO is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave. PPO project nummer 32 360851 00 PT Projectnummer: 13637 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit Adres : Postbus 85, 2160 AB Lisse Tel. : +31 252 462121 Fax : +31 252 462100 E-mail : infobollen.ppo@wur.nl Internet : www.ppo.wur.nl Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 2

Inhoudsopgave pagina Inhoud 1 INLEIDING... 7 2 MATERIAAL EN METHODE... 9 2.1 1 e proef (2009-2010)... 9 2.2 2 e proef (2010-2011)... 10 2.3 Statistiek... 11 3 RESULTATEN... 13 3.1 Belichting... 13 3.2 1 e proef (2009-2010)... 13 3.2.1 Algemeen verloop van de proef... 13 3.2.2 Bloemproductie en kwaliteit... 14 3.2.3 Bloeiduur en oogstperiode... 17 3.3 2 e proef (2010-2011)... 17 3.3.1 Algemeen verloop van de proef... 17 3.3.2 Bloemproductie... 18 3.3.3 Bloemkwaliteit... 19 3.3.4 Bloeiduur en oogstperiode... 21 3.3.5 Bloemproductie per 1000 m 2 kas... 22 4 KOSTEN BELICHTING... 23 5 DISCUSSIE... 25 6 CONCLUSIE... 27 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 3

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 4

Samenvatting Bloemproductie van Zantedeschia in de winter in Nederland is zonder belichting niet mogelijk. Experimenten in de praktijk gaven aan dat er mogelijkheden zijn. Daarom is onderzocht welke hoeveelheid assimilatiebelichting minimaal nodig is voor een goede bloemproductie met een goede kwaliteit. Gedurende twee jaren zijn proeven uitgevoerd waarbij de cultivars Crystal Blush, Captain Prado en Captain Romance onder een lichtgradiënt van 0 tot 3.000 lux en 6.000 tot 16.500 lux in bloei zijn getrokken. De proeven zijn half september geplant en belicht van half oktober tot einde bloei, half januari gedurende 16 uur of 12 uur). Bij een hoeveelheid licht van 6.000 tot 16.500 lux gedurende 16 uur werd een goede bloei van een goede kwaliteit verkregen. Bij 0 tot 3.000 lux werd bijna geen bloei verkregen. De bloemknoppen waren wel aangelegd maar met te weinig licht groeien ze niet uit. Hoewel bij 12.000 lux meer bloemen zijn geoogst dan bij 6.000 lux lijken de extra kosten voor meer licht niet op te wegen tegen de extra bloemen. Hoewel de hoeveelheid licht wel van invloed was op de bloemkleur van Captain Romance, was het effect van een koele nacht (8 uur) veel groter. Bij een kastemperatuur van 15/13 C (dag/nachttemperatuur) werd een stevigere bloemsteel verkregen dan bij een kastemperatuur van 18/16 C (dag/nachttemperatuur), hoewel dit vaak niet tot uiting kwam in het steelgewicht of gewicht/cm steel. Op basis van dit onderzoek lijkt een belichting van 6.000 lux gedurende 16 uur (van 4.00 tot 20.00 uur) bij een dag/nachttemperatuur van 15/13 C voldoende voor een goede bloemproductie van een goede kwaliteit. Onder de proefomstandigheden moet indicatief rekening worden gehouden met belichtingskosten van minimaal 9 cent/steel voor Crystal Blush en 14 cent/steel voor Captain Romance. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 5

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 6

1 Inleiding De afgelopen jaren heeft een grote uitbreiding plaatsgevonden in de snijbloemen- en potplantenteelt van Zantedeschia. Onder Nederlandse omstandigheden bloeit Zantedeschia niet in de winter, zeer waarschijnlijk als gevolg van een tekort aan (assimilatie)licht. In de winter vindt vooral import plaats van snijbloemen uit Afrikaanse landen. Deze import is de laatste paar jaren afgenomen. De Nederlandse telers merken dat ze in het begin van het seizoen (voorjaar) weer opnieuw een markt moeten opbouwen voordat de bloemenprijs weer beter wordt. Daardoor ontstaat de wens om door middel van belichting jaarrond bloemen te gaan telen zodat men continu bloemen aanvoert op de veiling. In de praktijk wordt geëxperimenteerd met belichting waaruit blijkt dat met assimilatiebelichting bloemen te produceren zijn in de winter. In het volgende onderzoekverslag zijn de resultaten weergegeven van belichtingsproeven waarbij is onderzocht hoe de relatie is tussen verschillende hoeveelheden licht, kastemperatuur en de bloemproductie. Naast de hoeveelheid licht is ook de kastemperatuur onderzocht omdat die mogelijk van invloed is op de bloemproductie en/of de kwaliteit. Tegelijkertijd is onderzocht of de hoeveelheid licht en de dag/nachttemperatuur van invloed zijn op de bloemkleur. Door met een lichtgradiënt te werken is onderzocht wat de minimale hoeveelheid licht is waarbij Zantedeschia in de winter bloemen kan produceren. Met deze informatie moeten de belichtingskosten zoveel mogelijk beperkt kunnen worden. Indicatief wordt ook aangegeven wat de extra kosten voor belichting zijn waar rekening mee moet worden gehouden. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 7

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 8

2 Materiaal en methode Er zijn twee belichtingsproeven uitgevoerd, één in seizoen 2009-2010 en één in seizoen 2010-2011. De assimilatielampen zijn zodanig in de kas opgehangen dat een lichtgradiënt ontstond in de kas. Ook was er een lichte en een donkere kas. In de donkere kas (alleen in seizoen 2009-2010) varieerde de hoeveelheid licht van 100 lux (2 µmol/cm 2.s) vóór in de kas tot 3.000 lux (42 µmol/cm 2.s) achter in de kas. In de lichte kassen varieerde de hoeveelheid licht van 6.000 lux (85 µmol/cm 2.s) voor in de kas tot 16.500 lux ( 230 µmol/cm 2.s) achter in de kas. De knollen zijn geteeld in dichte witte bakken (35 bij 45 cm) met drainage gaten los van de ondergrond. Als substraat is gebruikt een mengsel van 50% kokos, 25% veenmosveen en 25% Iersveen. Er is water gegeven met inline-druppelslangen, 2 strengen per bak = 4 strengen per bed. Vanaf planten tot het open komen van het eerste blad is er water gegeven met bassinwater. Vanaf het openvouwen van het eerste blad is water gegeven met Kristalon witmerk (15+5+30+3, bevat ook extra Fe) met een EC van 1,9 2,0. De afdelingen zijn van voor tot achter volgezet met bakken. Op vijf plaatsen bij verschillende niveaus onder de lichtgradient zijn bakken gekozen waaraan de waarnemingen zijn verricht. Bij de resultaten is aangegeven onder welk lichtniveau deze planten zijn geteeld. De gemeten lichthoeveelheden (paragraaf 3.1) worden verder in het verslag bij de desbetreffende behandelingen genoemd. Dagelijks is de vochtigheid van de grond gemeten met een WET-sensor. Op basis van de vochtigheid van de grond en de verwachtte instraling van die dag is een hoeveelheid water gegeven. Er is gestreefd naar 30 volumeprocent vocht. De bloemen zijn wekelijks geoogst waarbij per bloemsteel de lengte en het gewicht zijn gemeten evenals de kwaliteit (dubbele, open of groene bloem). De bloemkleur van de Captain Prado is visueel beoordeeld zonder metingen. 2.1 1 e proef (2009-2010) In dit jaar is gebruik gemaakt van twee cultivars: Crystal Blush (zift 18/20) en Captain Prado (zift 20/+). Van beide cultivars zijn 4 knollen per bak geplant wat een plantdichtheid geeft van 16 knollen/netto meter bed. De knollen van beide partijen waren van oogst 2008 en lang bewaard tot het planten op 22 september 2009. Vier weken na het planten (15 oktober) kwamen de eerste bladeren open. Op dat moment is de belichting gestart evenals de bemesting. In tabel 1 zijn de drie behandeling aangegeven. Tabel 1. Behandelingsschema in 2009-2010. Behandeling Licht Temperatuur 1 Veel: 6.000-16.000 15/13 C (dag/nacht) 2 Veel: 6.000-16.000 18/16 C (dag/nacht) 3 Weinig: 100-3.000 18/16 C (dag/nacht) Er is een daglengte aangehouden van 16 uur: van 4.00 s morgens tot 20.00 uur s avonds. Er is continu belicht, ook al scheen de zon. Bij aanvang van de proef waren de knollen Captain Prado sterk geprepareerd, ze hadden een spruit van enkel cm, de knollen Crystal Blush hadden een kleine spruit van kleiner dan 1 cm. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 9

2.2 2 e proef (2010-2011) In dit jaar is gebruik gemaakt van twee cultivars: Crystal Blush (zift 18/20) en Captain Romance (zift 20/22). Van Crystal Blush zijn 4 knollen/bak geplant net als bij de eerste proef, van Captain Romance zijn 3 knollen/bak geplant. De plantdichtheid van Captain Prado in het eerste jaar bleek achteraf te hoog. Daarom is Captain Romance in het tweede jaar in een lagere plantdichtheid geplant. De knollen van beide partijen waren van oogst 2009 en zijn lang bewaard tot het planten op 15 september 2010. Vier weken na het planten (13 oktober) kwamen de eerste bladeren open. Op dat moment is de belichting gestart evenals de bemesting. In tabel 2 zijn de behandelingen weergegeven. Omdat in de afdeling met weinig licht bijna geen bloei werd gerealiseerd werd herhaling hiervan niet zinvol geacht. Daarvoor in de plaats is een afdeling met veel licht gebruikt waar 12 uur i.p.v. 16 uur is belicht. Hiermee kon worden vastgesteld of een kortere belichtingsduur ook voldoende is. Daarnaast is in deze afdeling belicht in de donkere periode (met goedkopere elektra) en is overdag het licht uitgegaan. Alle afdelingen hebben een lichtgradiënt gehad van 6.000 16.000 lux. Tabel 2. Behandelingsschema in 2010-2011. Alléén hoog lichtniveau (6.000 tot 16.000 lux) Behandeling Duur belichting Temperatuur 1 16 uur van 4.00 20.00 uur 15/13 C (dag/nacht) 2 12 uur van 0.00-10.00 en 18.00-20.00 15/13 C (dag/nacht) 3 16 uur van 4.00 20.00 uur 18/16 C (dag/nacht) Foto 1. Overzicht afdeling op 12 oktober 2010, 4 weken na planten. Links Crystal Blush, rechts Captain Romance. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 10

Foto 2. Afdeling 16 uur licht, 15/13 C dag/nachttemperatuur op 8 december 2010. Links Crystal Blush, rechts Captain Romance. 2.3 Statistiek De proeven zijn statistisch verwerkt met het programma GenStat (13 e editie). Er is gewerkt met een betrouwbaarheid van 95%. In tabellen is soms een LSD (least significant difference) aangegeven. Indien in een tabel het verschil tussen twee getallen groter is dan de LSD is het verschil betrouwbaar. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 11

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 12

3 Resultaten 3.1 Belichting In beide jaren is het lichtniveau op 75 cm boven de grond gemeten in µmol/cm2.s = PAR-licht. In tabel 3 is de platte grond van een kasafdeling aangegeven met de afgeronde gemeten hoeveelheden licht per behandeling. Er was tussen de beide jaren een verwaarloosbare afwijking in de hoeveelheid licht. In de rest van het verslag worden deze hoeveelheden licht genoemd bij de desbetreffende behandelingen. Tabel 3. Lichtverloop in de kas met veel licht en die met weinig licht, in lux en PAR-licht per behandeling. Rand Rand 16.500 lux = 230 µmol/cm 2.s 3.000 lux = 42 µmol/cm 2.s Rand Rand 14.000 lux = 196 µmol/cm 2.s 2.500 lux = 35 µmol/cm 2.s Rand Rand 12.000 lux = 168 µmol/cm 2.s 1.500 lux = 21 µmol/cm 2.s Rand Rand 9.000 lux = 126 µmol/cm 2.s 900 lux = 12,6 µmol/cm 2.s Rand Rand 6.000 lux = 84 µmol/cm 2.s 100 lux = 1,4 µmol/cm 2.s Rand Rand Veel licht Weinig licht 3.2 1 e proef (2009-2010) 3.2.1 Algemeen verloop van de proef De proef is goed verlopen. Bij Captain Prado was na twee dagen al wortelvorming zichtbaar. De eerste spruiten kwamen binnen 6 dagen op. De ontwikkeling van Crystal Blush was rustiger wat ook werd verwacht gezien de kortere spruiten bij planten. Dertien dagen na planten kwamen de eerste spruiten van Crystal Blush boven de grond. Er ontstonden bij aanvang van de teelt zweters bij Crystal Blush als gevolg van een te vochtige grond/te weinig verdamping. Daarom is besloten om het streefpercentage vocht in de grond te verlagen van 30 naar 25%. Dit had direct een afname van de zweters tot gevolg, al bleven de eerste bladeren door het zweten wel beschadigd. De plantdichtheid van Captain Prado bleek te hoog te zijn, 4 knollen/bak gaf een erg vol en zwaar gewas. De bloemen konden echter wel goed uit het gewas komen. In de afdeling met weinig licht was het gewas slap en ging het al vrij snel over het steungaas hangen. De bloemen die eruit kwamen waren daardoor veelal krom. De gemiddelde kastemperatuur was hoger dan ingesteld, als gevolg van het feit dat de lampen erg veel warmte afgaven en het in de kleine kasafdelingen moeilijk is om de warmte weg te luchten, zelfs in de winter (tabel 4). Op de plaats met de maximale lichtintensiteit was een kleine ventilator opgehangen ten behoeve van een betere temperatuurverdeling, de warmte van de lampen werd de afdeling in geblazen. Er was geen noemenswaardig verschil in RV in de drie afdelingen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 13

Tabel 4. Kasklimaat Ingestelde waarde Gemiddelde temperatuur Gemiddelde RV 15/13 C dag/nacht, veel licht 16.9 C 62 18/16 C dag/nacht, veel licht 18.8 C 64 18/16 C dag/nacht weinig licht 17.4 C 66 3.2.2 Bloemproductie en kwaliteit Door het toepassen van assimilatiebelichting kon een goede bloemproductie in de winter worden gerealiseerd (tabel 5). Er was geen betrouwbaar effect van de hoeveelheid licht op het aantal goede bloemen. Er is slechts een tendens dat het aantal bloemen tot een hoeveelheid van 12.000 lux toenam en daarna niet meer. Daarnaast gaf Crystal Blush bij 18 C meer bloemen dan bij 15 C. Bij Captain Prado was er geen invloed van de kastemperatuur op het aantal bloemen. Het aantal bloemen per hoeveelheid licht is ook grafisch weergegeven in figuur 1. Tabel 5. Aantal goede bloemen per knol gemiddeld per behandeling in de kasafdelingen met veel licht. 15/13 C dag/nacht 18/16 C dag/nacht Licht (lux) Crystal Blush Captain Prado Crystal Blush Captain Prado 6000 6.9 5.5 13.5 5.0 9000 10.0 5.1 13.1 5.4 12000 11.0 5.5 18.9 4.6 14000 12.3 4.6 15.9 6.1 16500 12.5 5.5 15.8 7.0 Naast de hiervoor genoemde goede bloemen zijn ook afwijkende bloemen geoogst. Deze zijn onderverdeeld in dubbele, groene en afwijkende bloemen. Over de afdelingen met veel licht zijn gemiddeld 1,05 dubbele bloemen per knol geoogst. Bij Crystal Blush (1,3) zijn meer dubbele bloemen/knol geoogst dan bij Captain Prado (0,8). Er was geen effect van de kastemperatuur op het aantal dubbele bloemen. Er was geen duidelijk effect van de hoeveelheid licht op het aantal dubbele bloemen. Bij Crystal Blush zijn ook groene bloemen waargenomen (tabel 6). Dit waren bloemen die niet goed wit werden hoewel ze wel rijp waren. Groene bloemen zijn vooral gevonden in de koele afdeling bij 12.000 lux en meer. In de warme afdeling zijn bij 14.000 lux meer groene bloemen geoogst dan bij 16.500 en 6.000 lux. Gemiddeld over de twee afdelingen met veel licht zijn 2,8 groene bloemen/knol geoogst. Maximaal zijn 5,8 groene bloemen/knol (16.500 lux bij 15 C) en minimaal 1,4 groene bloem (6000 lux bij 15 C en 16.500 lux bij 18 C) geoogst. Tenslotte zijn er nog afwijkende bloemen geoogst, dit waren vooral open bloemen. Gemiddeld over de hele proef zijn 1,4 afwijkende bloemen geoogst. Vooral bij Crystal Blush bij 15 C zijn veel afwijkende/open bloemen geoogst, gemiddeld 3,7 per knol. Bij Crystal Blush bij 18 C zijn 1,3 open bloemen per knol geoogst. Bij Captain Prado zijn minder afwijkende bloemen geoogst, gemiddeld 0,2 per knol. Er was geen effect van de hoeveelheid licht op het aantal afwijkende bloemen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 14

Tabel 6. Aantal groene, dubbele en afwijkende bloemen per knol gemiddeld per behandeling in de kasafdelingen met veel licht. 15/13 C dag/nacht 18/16 C dag/nacht Crystal Blush Captain Prado Crystal Blush Captain Prado Licht (lux) groen dubbel afwijk dubbel afwijk groen dubbel afwijk dubbel afwijk 6000 1.4 1.5 3.1 0.4 0.0 1.6 1.6 1.3 0.3 0.5 9000 2.3 1.4 4.4 1.0 0.6 2.0 1.8 1.6 0.8 0.0 12000 4.5 1.3 3.0 1.8 0.4 1.8 0.9 1.3 0.8 0.0 14000 4.4 0.9 4.4 0.8 0.0 2.8 0.4 1.4 0.9 0.3 16500 5.8 2.2 3.6 0.5 0.1 1.4 1.6 1.0 0.6 0.3 LSD groene bloemen = 4.39 LSD = least significant difference. Indien het verschil tussen het aantal groene bloemen groter is dan 4,39 is dit verschil betrouwbaar. In de afdeling met weinig licht werd bijna geen bloei verkregen (tabel 7). Een hoeveelheid licht van 2500 en 3000 lux gaf meer bloemen dan 100 en 900 lux. Daarnaast gaf Captain Prado onder deze omstandigheden meer goede bloemen dan Crystal Blush. Omdat in deze afdeling bijna geen bloemen zijn geoogst die bovendien van slechte kwaliteit waren valt er verder geen betrouwbare uitspraak te doen over aantal afwijkingen en lengte en gewicht. Verder zijn er nog twee opvallende waarnemingen gedaan. Ten eerste zijn er bloemknoppen waargenomen die gingen verdrogen op het moment dat de knop open zou moeten gaan. Ten tweede zijn er bloemen op de vaas gezet die heel snel gingen verdrogen, d.w.z de steel ging verwelken en de bloemen werden geel op dezelfde wijze als bloemknoppen die in de kas geel werden. Dit was niet het geval met bloemen geoogst uit de zwaar belichtte kassen die op hetzelfde moment zijn geoogst en in de vaas gezet. Tabel 7. Aantal goede bloemen per knol gemiddeld per behandeling in de kasafdeling met weinig licht. Licht (lux) Crystal Blush Captain Prado 100 0.25 0.38 900 0.0 0.25 1500 0.5 0.5 2500 1.25 1.75 3000 0.5 1.75 Figuur 1. Bloemproductie in aantal goede bloemen per knol gemiddeld per hoeveelheid licht (lux). Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 15

Na afloop van de proef is van alle behandelingen een aantal planten onderzocht op aanwezigheid van verdroogde bloemknoppen. Verdroogde knoppen zijn vooral aangetroffen bij Crystal Blush, in alle afdelingen. In de afdeling met weinig licht veel meer dan in de afdelingen met veel licht. Bij Captain Prado zijn bijna geen verdroogde knoppen gevonden in de afdelingen met veel licht maar wel enkele in de afdeling met weinig licht. Captain Prado is in het onderzoek opgenomen vanwege zijn kleur. Eén van de vragen in dit onderzoek was of de hoeveelheid licht van invloed is op de bloemkleur. Gedurende de gehele proef is de bloemkleur van Captain Prado beoordeeld, enerzijds in de kas, anderzijds door de geoogste bloemen naast elkaar te leggen. Er is geen effect van het licht gezien op de bloemkleur. Over het algemeen waren de bloemen goed donker paars, zoals Captain Prado hoort te zijn. Slechts een enkele bloem was bleker van kleur of echt licht paars. Dit was vooral het geval in de afdeling met weinig licht of bij bloemen die geheel onder het blad bleven steken en er nooit bovenuit kwamen. Dit was slechts bij enkele bloemen het geval, ongeacht de hoeveelheid licht die erboven hing. De hoeveelheid licht in de afdelingen met veel licht was niet van invloed op het gewicht van de bloemstelen. De takken Crystal Blush in de koele afdeling (15 C) waren zwaarder dan die in de warme (18 C) afdeling (tabel 8). De takken Captain Prado waren zwaarder dan Crystal Blush. Er was bij Captain Prado geen verschil tussen de kastemperaturen. Voor beide cultivars geldt dat de takken uit de koele afdeling (15 C) steviger waren dan uit de warme afdeling. Met name de Crystal Blush uit de warme afdeling werd door de bezoekende telers als te slap bestempeld. Tabel 8. Gewicht (g) per steel en lengte (cm) per steel gemiddeld per cultivar en kastemperatuur voor de afdelingen met veel licht. Gewicht per steel Lengte stelen Cultivar /temperatuur 15 C 18 C 15 C 18 C Crystal Blush 16.3 12.5 61.3 52.7 Captain Prado 37.5 40.2 70.5 73.6 LSD 3.73 2.57 De lengte van de stelen werd zowel door het licht als door de kastemperatuur beïnvloed. Crystal Blush gaf bij 15 C langere stelen dan bij 18 C (tabel 8). Bij Captain Prado was dit precies andersom. Het verschil bij Captain Prado was wel klein maar betrouwbaar. Daarnaast was er een effect van de hoeveelheid licht. Crystal Blush werd onder 6000 en 9000 lux langer dan onder meer licht (tabel 9). De stelen van Captain Prado onder 9000 en 12000 waren langer dan die onder minder of meer licht. Vermeld moet worden dat het iets warmer was onder de hoge belichting en dat de bakken daardoor daar ook vaak iets droger waren dan in de rest van de kas. Tabel 9. Gemiddelde steellengte (cm) per hoeveelheid licht en cultivar. Cultivar 6000 lux 9000 lux 12000 lux 14000 lux 16500 lux Crystal Blush 61.0 60.8 55.7 53.6 54.0 Captain Prado 69.2 75.9 74.6 70.4 70.2 LSD 4.08 Een andere manier om iets te zeggen over de kwaliteit van de bloemstelen is het gewicht per gram bloemsteel. Dit geeft aan hoe zwaar de stelen zijn bij gelijke lengte. Hierbij zijn geen verschillen waargenomen. De stelen van Captain Prado (0.53 g/cm) waren zwaarder dan die van Crystal Blush (0.25 g/cm). Er was geen effect van het hoeveelheid licht of de kastemperatuur op het gewicht per cm steel. Tijdens het onderzoek hebben diverse Zantedeschiabloementelers de proef bezichtigd. Zij waren unaniem van mening dat de kwaliteit van de bloemen uit de koele afdeling met veel licht goed was. De kwaliteit van de bloemen uit de warme afdeling met veel licht werd over het algemeen als te slap beoordeeld. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 16

3.2.3 Bloeiduur en oogstperiode Het licht was niet van invloed op de bloeiduur, die gemiddeld 9 weken bedroeg. In tabel 10 is de oogstperiode aangegeven evenals de gemiddelde oogstdatum. Gemiddeld viel de oogst van Captain Prado eerder dan die van Crystal Blush. Daarnaast viel de oogst bij 18 C eerder dan bij 15 C. Tabel 10. Oogstperiode en gemiddelde oogstdatum gemiddeld over de hoeveelheid licht. Cultivar kastemperatuur Gemiddelde oogstperiode oogstdatum Crystal Blush 15 C 25 dec 3 dec 27 jan Crystal Blush 18 C 17 dec 29 nov 27 jan Captain Prado 15 C 11 dec 19 nov 27 jan Captain Prado 18 C 2 dec 29 okt 24 dec LSD 1,1dag 3.3 2 e proef (2010-2011) 3.3.1 Algemeen verloop van de proef Er was sprake van een geslaagde proef, het gewas groeide goed. Tijdens de teelt zijn enkele planten Captain Romance weggevallen (circa 5%). Hiervoor is gecorrigeerd in de berekeningen voor het aantal bloemen per knol. Bij Crystal Blush is in eerste instantie een streefwaarde van 25 volumeprocent vocht in de grond aangehouden om zweters als in de 1 e proef te voorkomen. Dit is goed gelukt. Vanaf het moment dat circa twee bladeren per plant open waren is het vochtgehalte verhoogd naar 30%, de waarde die steeds voor Captain Romance is aangehouden. De knollen van Captain Romance hadden een grote spruit bij planten en ontwikkelden zich erg snel. De ontwikkeling bij Crystal Blush verliep rustiger. Omdat de kastemperatuur in de 1 e proef vaak hoger was dan de ingestelde waarde zijn de instellingen van de klimaatcomputer iets verlaagd om de streefwaarde beter te kunnen halen. In tabel 11 zijn de streefwaardes en de gemiddelde gemeten waardes weergegeven. In de proefperiode was er geen verschil in de gemiddelde temperatuur en RV tussen beide koele afdelingen. Het verschil in kasklimaat was over een dag echter groot. In de afdeling waar 16 uur werd belicht was de kastemperatuur tijdens de belichtingsperiode hoog (vaak tot 21 C) maar werd gedurende de nacht gedurende 8 uur de minimumtemperatuur van 13 C wel gerealiseerd. In de afdeling waar 12 uur werd belicht schommelde de temperatuur sterker. Het was warm (tot 21 C) in de periode dat de lampen aan waren terwijl overdag, als de lampen uit waren, de temperatuur daalde tot 15-16 C. De nacht waarin de minimum temperatuur werd verkregen was echter maar erg kort, van 20.00 tot 0.00 uur. Daardoor was in de afdeling met 12 uur licht de nacht minder koud en de dag minder warm dan in de afdeling met 16 uur belichtinghet verloop van de temperatuur is schematisch weergegeven in figuur 2. Tabel 11. Kastemperatuur en RV gemiddeld over de proefperiode. Ingestelde waarde Gemiddelde temperatuur Gemiddelde RV 15/13 C dag/nacht, 16 uur belichten van 4.00 tot 20.00 16.7 C 64 15/13 C dag/nacht, 12 uur van 0.00-10.00 en 18.00-20.00 16.7 C 65 18/16 C dag/nacht, 16 uur belichten van 4.00 tot 20.00 18.3 C 65 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 17

Figuur 2. Schematische weergave van het verloop van de kastemperatuur op een dag. 3.3.2 Bloemproductie Evenals in de 1 e proef had belichten in de winter een goede bloemproductie tot gevolg. Er was een betrouwbaar effect van de hoeveelheid licht op het aantal goede bloemen per knol (tabel 12). 12.000 lux of meer gaf meer goede bloemen dan 6000 lux. Daarnaast had 12 uur belichten een kleiner aantal goede bloemen tot gevolg dan 16 uur belichten. Dezelfde gegevens zijn ook in figuur 3 weergegeven. Daarin is goed te zien dat vooral bij Crystal Blush het aantal bloemen bij een belichtingsduur van 12 uur veel kleiner is, vooral bij een kleinere hoeveelheid licht. Er was geen effect van de kastemperatuur op het aantal goede bloemen. Tabel 12. Aantal goede bloemen per knol gemiddeld per behandeling. cultivar Kas 6000 lux 9000 lux 12000 lux 14000 lux 16500 lux Crystal Blush 15 C, 16 uur 9.0 9.3 10.5 11.0 11.5 Crystal Blush 15 C, 12 uur 3.8 5.0 8.0 9.5 10.3 Crystal Blush 18 C, 16 uur 7.8 8.5 10.0 9.6 9.8 Captain Romance 15 C, 16 uur 7.8 8.1 12.3 11.8 11.0 Captain Romance 15 C, 12 uur 9.0 9.0 8.3 10.5 8.4 Captain Romance 18 C, 16 uur 9.1 10.6 9.9 10.9 10.6 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 18

Figuur 3. Aantal goede bloemen per knol gemiddeld per behandeling. Naast de goede bloemen waren er ook dubbele, groene en afwijkende (o.a. open) bloemen. Het aantal dubbele bloemen werd alleen beïnvloed door kastemperatuur/belichtingsduur en niet door de lichthoeveelheid. Er zijn minder dubbele bloemen geoogst in de 15 C afdeling met 12 uur belichting dan in de 15 C afdeling met 16 uur belichting. Het aantal dubbele bloemen van de 18 C-afdeling zat daar tussenin en verschilde niet van de twee andere afdelingen (tabel 13). Tabel 13. Aantal dubbele bloemen per knol gemiddeld per kasafdeling. Afdeling Crystal Blush Captain Romance 15 C, 16 uur 1.4 1.9 15 C, 12 uur 0.7 1.3 18 C, 16 uur 0.9 1.6 Bij het aantal groene bloemen was er alleen een cultivareffect zichtbaar. De kastemperatuur/daglengte of lichthoeveelheid was niet van invloed op het aantal groene bloemen. Gemiddeld heeft Crystal Blush 1,5 groene bloem per knol gegeven en Captain Romance 0,1. Bij het aantal afwijkende bloemen was er een effect van de kasafdeling en cultivar. Crystal Blush (0,33 afwijkende bloem/knol) gaf meer afwijkende bloemen dan Captain Romance (0,25 bloem/knol). Daarnaast gaf een kastemperatuur van 18 C met 16 uur belichting minder afwijkende bloemen (0,16) dan een kastemperatuur van 15 C met 16 of 12 uur licht (0,39). Na afloop van de proef is van alle behandelingen een aantal planten onderzocht op aanwezigheid van verdroogde bloemknoppen. Bij Crystal Blush geteeld bij 15 C en een daglengte van 12 uur zijn 1 of meer verdroogde bloemknoppen per knol gevonden. In de andere afdelingen en bij de andere cultivar zijn nauwelijks of geen verdroogde knoppen aangetroffen. 3.3.3 Bloemkwaliteit Captain Romance is in het onderzoek opgenomen vanwege zijn kleur. Van deze cultivar is het bekend dat de bloem bleker wordt naarmate er minder licht is. De bloemen zijn visueel beoordeeld in de kas en na de oogst door de bloemen naast elkaar te leggen. Er is een verloop van de kleur waargenomen afhankelijk van de hoeveelheid licht in de kas (foto 3). Gemiddeld genomen waren de bloemen donkerder roze naarmate de belichting sterker was. Hoewel het effect zichtbaar was, was het niet absoluut. Onder 16.500 lux kwamen ook lichter gekleurde bloemen voor en onder 6000 lux zijn ook zeer goede donkere roze bloemen geoogst. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 19

De kastemperatuur/daglengte had een veel groter effect op de bloemkleur. In de twee afdelingen met 16 uur daglengte waren de bloemen aanmerkelijk donkerder van kleur dan in de afdeling met 12 uur daglengte. In de warme afdeling met 16 uur belichting waren de bloemen iets lichter van kleur dan in de koele afdeling met 16 uur belichting, maar veel donkerder dan in de koele afdeling met 12 uur licht. Foto 3. Verschil in bloemkleur afdeling 15 C, 16 uur licht. Links 6000 lux, rechts 16.500 lux. Foto 4. Bloemen uit afdeling 15 C, 12 uur licht op 8 december 2010. Alle bloemen bleek tot zeer bleek. Bij het gewicht van de bloemstelen was er een effect van de kasafdeling en hoeveelheid licht op het stengelgewicht. De hoeveelheid licht was niet van invloed op het steelgewicht in de twee afdelingen met 15 C dagtemperatuur. In de afdeling met 18 C dagtemperatuur gaf een hoeveelheid van 12.000 lux of meer een zwaardere steel dan minder licht (tabel 14). Daarnaast waren de stelen van Captain Romance (52.8) zwaarder dan die van Crystal Blush (19.8). Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 20

Tabel 14. Gewicht per steel (g) gemiddeld per afdeling en hoeveelheid licht. Afdeling 6000 9000 12000 14000 16500 15 C, 16 uur 41.0 37.5 36.8 34.5 36.1 15 C, 12 uur 35.1 36.8 34.8 33.2 37.3 18 C, 16 uur 30.6 30.6 44.3 36.7 39.1 LSD = 7.40 Daarnaast was de hoeveelheid licht ook van invloed op de steellengte. Over het algemeen waren de stelen onder de twee grootste hoeveelheden licht iets korter (tabel 15). Uitzondering daarop vormt Captain Romance uit de warme afdeling waarbij de takken met het meeste licht het langst waren. Tabel 15. Lengte stelen (cm) gemiddeld per behandeling. Afdeling Cultivar 6000 9000 12000 14000 16500 15 C, 16 uur Crystal Blush 67.6 69.5 69.0 63.7 59.3 15 C, 12 uur Crystal Blush 73.7 74.3 71.8 66.5 70.3 18 C, 16 uur Crystal Blush 72.1 74.1 68.9 69.0 66.6 15 C, 16 uur Captain Romance 92.5 87.5 87.5 80.0 83.4 15 C, 12 uur Captain Romance 94.8 94.4 90.2 86.5 88.6 18 C, 16 uur Captain Romance 84.1 84.2 93.1 87.0 89.2 LSD = 60.02 Een maat voor de steelstevigheid is het gewicht per cm steel. De hoeveelheid licht was niet van invloed op het gewicht per cm steel in de afdelingen met 15 C dagtemperatuur. Bij 18 C waren de stelen onder minder licht (6000 en 9000 lux) lichter dan de zwaarder belichte stelen (tabel 16). Met minder licht en een hogere kastemperatuur werden de stelen iets lichter/slapper. Verder was de kastemperatuur/afdeling niet van invloed op het steelgewicht. Tabel 16. Gewicht (g) per cm steel gemiddeld per kasafdeling en hoeveelheid licht. Afdeling 6000 9000 12000 14000 16500 15 C, 16 uur 0.48 0.46 0.45 0.46 0.48 15 C, 12 uur 0.40 0.42 0.41 0.42 0.45 18 C, 16 uur 0.38 0.20 0.51 0.45 0.47 LSD = 0.129 3.3.4 Bloeiduur en oogstperiode De hoeveelheid licht was net als in de eerste proef niet van invloed op de bloeiduur, die gemiddeld 9 weken bedroeg. De bloei viel in deze proef wel circa 14 dagen eerder. Vanaf aanvang belichting (13 oktober) tot de laatste bloemenoogst (12 januari) hebben de lampen 91 dagen gebrand. Tabel 17. Oogstperiode en gemiddelde oogstdatum gemiddeld over de hoeveelheid licht. Cultivar kastemperatuur Gemiddelde oogstperiode oogstdatum Crystal Blush 15 C, 16 uur 8 dec 5 nov 10 jan Crystal Blush 15 C, 12 uur 9 dec 12 nov 9 jan Crystal Blush 18 C, 16 uur 2 dec 6 nov 6 jan Captain Romance 15 C, 16 uur 3 dec 23 okt 6 jan Captain Romance 15 C, 12 uur 3 dec 24 okt 4 jan Captain Romance 18 C, 16 uur 25 nov 20 okt 31 dec Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 21

3.3.5 Bloemproductie per 1000 m 2 kas Voor een goede vergelijking van de bloemproductie in de proef met de praktijk is het aantal geoogste goede bloemen omgerekend naar het aantal bloemen per 1000 m 2 kas (tabel 18). Er is gerekend met een verhouding van 2/3 beteeld oppervlak en 1/3 oppervlak van pad/hoofdpad enz. Tabel 18. Aantal goede bloemen per 1000 m 2 kas gemiddeld per behandeling. cultivar Kas 6000 lux 9000 lux 12000 lux 14000 lux 16500 lux Crystal Blush 15 C, 16 uur 96300 99510 112350 117700 123050 Crystal Blush 15 C, 12 uur 40660 53500 85600 101650 110210 Crystal Blush 18 C, 16 uur 83460 90950 107000 102720 104860 Captain Romance 15 C, 16 uur 62400 64800 98400 94400 88000 Captain Romance 15 C, 12 uur 72000 72000 66400 84000 67200 Captain Romance 18 C, 16 uur 72800 84800 79200 87200 84800 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 22

4 Kosten belichting In dit hoofdstuk wordt een indicatie gegeven van de meerkosten die belichten met zich meebrengt. De berekening is slechts indicatief omdat de situatie in de praktijk van bedrijf tot bedrijf sterk varieert. Met deze indicatie moet de ondernemer voor zichzelf al wel vrij snel een inschatting kunnen maken of belichten financieel interessant is of niet. Voor de berekening is uitgegaan van de verschillende hoeveelheden licht zoals die in dit onderzoek zijn gebruikt. Er is vanuit gegaan dat deze hoeveelheid licht is bereikt door het gebruik van lampen van 600 W. Daarnaast is gerekend met: 1. twee trekduren (= belichtingsduren): 75 (tabel 19) en 90 dagen (tabel 20) 2. twee belichtingsduren: 12 en 16 uur/dag 3. twee elektraprijzen: 10 en 12 cent/kwh Tabel 19. Kosten elektra in, bij een elektraprijs van 10 en 12 cent, een belichtingsduur van 12 of 16 uur per dag bij een teeltduur (trek) van 75 dagen (= 75 dagen belichten). elektraprijs 10 cent 12 cent 12 uur licht 16 uur licht 12 uur licht 16 uur licht Licht Licht Aantal /trekm2 /trekm2 /trekm2 /trekm2 (lux) (µmol/cm 2.s) lampen/m 2 6000 42 0.05 5.26 7.02 6.32 8.42 9000 84 0.10 7.90 10.53 9.48 12.63 12000 126 0.15 10.53 14.04 12.64 16.85 14000 168 0.19 12.29 16.38 14.74 19.66 165000 196 0.23 14.48 19.31 17.38 23.17 Tabel 20. Kosten elektra in, bij een elektraprijs van 10 en 12 cent, een belichtingsduur van 12 of 16 uur per dag bij een teeltduur (trek) van 90 dagen (= 90 dagen belichten). elektraprijs 10 cent 12 cent 12 uur licht 16 uur licht 12 uur licht 16 uur licht Licht Licht Aantal /trekm2 /trekm2 /trekm 2 /trekm2 (lux) (µmol/cm 2.s) lampen/m 2 6000 42 0.05 6.32 8.42 7.58 10.10 9000 84 0.10 9.48 12.63 11.37 15.16 12000 126 0.15 12.64 16.85 15.16 20.22 14000 168 0.19 14.74 19.66 17.69 23.59 165000 196 0.23 17.38 23.17 20.85 27.80 In tabel 20 is een indicatie gegeven voor de kosten van de lampen + armatuur bij een prijs van 140,--/lamp. In de tabel is uitgegaan van een levensduur van 7 jaren. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 23

Tabel 21. Kosten aanschaf lampen per m 2 per jaar, afhankelijk van de gewenste hoeveelheid licht. Licht (lux) Licht (µmol/cm 2.s) Aantal lampen/ha Kosten/m 2 /jaar ( ) 6000 42 487 1.95 9000 84 975 2.92 12000 126 1462 3.90 14000 168 1950 4.55 165000 196 2275 5.36 In tabel 22 zijn de kosten voor aanschaf van de lampen en de elektra gezet naast het aantal te oogsten bloemen voor de groeiomstandigheden in het onderzoek. Op basis van deze cijfers lijkt belichten bij meer dan 6.000 lux niet rendabel. Tabel 22. Indicatie van de kosten voor aanschaf lampen en elektra en het aantal geoogste bloemen per bruto m 2 voor een belichtingsduur van 16 uur gedurende 75 dagen belichting. Aantal bloemen Kosten/bloem ( ) Hoeveelheid licht (lux) Aanschaf Elektra à 10 cent Crystal Blush Captain Romance Crystal Blush Captain Romance 6.000 1.95 7.02 96.3 62.4 0.093 0.144 9.000 2.92 10.53 99.5 64.8 0.135 0.207 12.000 3.90 14.04 112.4 98.4 0.160 0.182 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 24

5 Discussie Er is een goede bloemproductie van Zantedeschia in de winter verkregen door het gewas te belichten met assimilatiebelichting. Er zijn drie verschillende cultivars onderzocht en die reageerden gelijkwaardig op belichting. Een hoeveelheid licht van 0 tot 3.000 lux (0 tot 42 µmol/cm 2.s) was onvoldoende. Met een hoeveelheid van licht 3.000 lux werd minimale bloei verkregen. Deze hoeveelheid licht is te vergelijken met de hoeveelheid assimilatiebelichting die vroeger bij lelie werd toegepast. Bij deze hoeveelheid licht kwamen weinig bloemknoppen tot ontwikkeling, verdroogden bloemknoppen in de scheut, verdroogden bloemknoppen voordat de bloem open kwam en gingen zelfs vers geoogste bloemen op de vaas alsnog verdrogen. De bloemknoppen waren wel aangelegd maar kwamen er niet of ten dele uit. Het verschil in bloemproductie tussen 3.000 lux en 6.000 lux was enorm. Bij 6.000 lux (42 µmol/cm2.s) werd een bloemproductie gerealiseerd die in de praktijk goed wordt genoemd. Bij een toename van de hoeveelheid licht van 6.000 tot 16.500 lux was te zien dat een hoeveelheid van 12.000 lux tot meer bloemen leidde dan 6.000 lux maar meer licht gaf niet nog meer bloemen. Bij 12.000 lux (168 µmol/cm 2.s) werd de maximale productie bereikt. Het lijkt niet waarschijnlijk dat de meerkosten voor het extra licht van 6.000 naar 12.000 lux opwegen tegen de grotere bloemproductie die bij 12.000 lux werd bereikt ten opzichte van 6.000 lux. Minder dan 6.000 lux lijkt niet raadzaam omdat in één van de twee jaren bij Crystal Blush een duidelijke afname te zien was in bloemproductie bij het verlagen van het lichtniveau van 12.000 naar 6.000 lux. Belichten gedurende 12 uur, op afwijkende tijden dan de belichting gedurende 16 uur, had minder bloemen tot gevolg dan belichten gedurende 16 uur. Het is niet duidelijk of belichting gedurende minder dan 16 uren ook goede bloei kan geven. In dit onderzoek is in samenspraak met telers ervoor gekozen om bij 12 uur belichting, s nachts te belichten omdat dan de elektra goedkoper is. Door deze keuze is niet te concluderen of de lagere bloemproductie is veroorzaakt door de kortere belichtingsduur of de daarmee gepaard gaande andere temperatuurverdeling over de dag. Er was een minimaal effect van de kastemperatuur op de bloemproductie. De kastemperatuur was alleen in het eerste jaar van invloed op de bloemproductie van Crystal Blush: bij 18 C kwamen meer bloemen tot bloei dan bij 15 C. Bij Captain Prado en beide cultivars (Crystal Blush en Captain Romance) in het tweede jaar is geen effect van de temperatuur op het aantal goede bloemen waargenomen. De hoeveelheid licht was niet van invloed op het aantal dubbele en afwijkende (open) bloemen. Het effect van de kastemperatuur op het aantal afwijkende bloemen was afwezig of onduidelijk. Vooral in de eerste proef zijn veel groene bloemen bij Crystal Blush waargenomen, wat ook in de praktijk voorkwam. In de koele afdeling waren meer groene bloemen aanwezig bij de hoogste lichtniveaus ten opzichte van de lagere lichtniveaus. In het tweede jaar was er geen effect van de hoeveelheid licht op het aantal groene bloemen. In de praktijk leken groene bloemen meer voor te komen met minder belichting, iets wat niet wordt ondersteund door de onderzoekresultaten. De hoeveelheid licht had over het algemeen geen invloed op het gewicht van de bloemstelen. Alleen in het tweede jaar was de steel van Captain Romance uit de warme afdeling wat zwaarder indien er meer licht boven hing. De hoeveelheid licht was van invloed op de steellengte. Bij veel licht was de steel iets korter. Hiervoor zijn een paar mogelijke verklaringen. Het kan zijn dat de stelen iets korter zijn gebleven door de hoeveelheid licht. Daarnaast was het zo dat de planten door de grote hoeveelheid licht iets warmer waren en iets meer verdampten. De bakken droogden iets sneller uit waardoor ze gemiddeld iets droger waren. Ook dit kan tot kortere bloemstelen leiden. In beide jaren had de kastemperatuur een zichtbaar effect op de steelstevigheid. De stelen van de koelere afdeling waren in beide jaren steviger dan die uit de warmere afdeling, hetgeen door de bezoekende bloementelers werd bevestigd. Dit was echter moeilijk in getallen uit de drukken. In het eerste jaar waren de Crystal Blush uit de 15 C zwaarder dan uit de 18 C, maar bij Captain Prado was er geen verschil. Ook in het tweede jaar was er geen effect van de kastemperatuur op het steelgewicht. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 25

De hoeveelheid licht was van invloed op de kleur van Captain Romance. Gemiddeld werd de bloem meer donker roze naarmate er meer licht werd gegeven. Dat neemt niet weg dat ook bij de maximale hoeveelheid licht van 16.500 lux er nog lichtere roze bloemen voorkwamen terwijl bij 6.000 lux er ook volop donker roze bloemen zijn geoogst. Voor een goede bloemkleur bleek een lage nachttemperatuur veel sterker van belang te zijn. In twee afdelingen met veel licht (6.000 tot 16.500 lux) waar werd belicht van 4.00 tot 20.00 uur zijn goede donker roze bloemen verkregen. De gemiddelde temperaturen van deze afdelingen waren 16,7 en 18,3 C. In beide afdelingen werd vanaf 20.00 tot 4.00 uur een nachttemperatuur van respectievelijk 13 en 16 C aangehouden. In de koele afdeling met 12 uur licht waren de bloemen veel lichter van kleur dan in de andere afdelingen. In de afdeling met 12 uur licht werd maar gedurende een korte tijd (20.00 tot 24.00 uur) de lage nachttemperatuur gerealiseerd waarna de temperatuur opliep doordat de lampen aan gingen. Ook van uit andere bolgewassen en vanuit de praktijk bij Zantedeschiatelers is bekend dat een lage nachttemperatuur nodig is om een diepe kleur in de bloem te krijgen. Een hoeveelheid van 6.000 lux met een voldoende lage nachttemperatuur (13 C in dit onderzoek) was voldoende om een kwalitatief zeer goede bloemkleur te krijgen. De teeltduur was in beide proeven gemiddeld 9 weken. Er was tussen de twee proeven wel een verschil in oogstperiode. In het eerste seizoen begon en eindigde de bloei twee weken later dan in het tweede seizoen. De lampen hebben daardoor 105 en 91 dagen gebrand. Vanuit de praktijk is aangegeven dat men de lampen eerder uitdoet en niet wacht totdat de laatste bloem is geoogst waardoor de belichtingsduur korter is dan in het onderzoek. Ten aanzien van de kosten voor belichting kan een indicatie worden gegeven. Omdat de omstandigheden in de praktijk sterk variëren is dit niet meer dan een indicatie. Met de behaalde bloei resultaten uit dit onderzoek moet bij Crystal Blush rekening worden gehouden met 9 cent kosten/steel en bij Captain Romance met 14 cent (bij 6.000 lux). Wanneer meer licht wordt gegeven nemen de kosten per geoogste steel toe. De hogere kosten wogen niet op tegen de grotere aantallen bloemen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 26

6 Conclusie Met assimilatiebelichting kan een goede bloemproductie van Zantedeschia in de winter worden bereikt. Daarvoor is een belichting van minimaal 6.000 lux (84 µmol/cm 2.s) nodig gedurende 16 uur per etmaal. Het aantal bloemen per knol neemt licht, maar betrouwbaar toe tot 12.000 lux. De extra kosten voor belichting lijken niet op te wegen tegen de meer productie. Het is niet duidelijk wat de minimaal benodigde belichtingsduur is. Met 12 uur belichting op andere tijdstippen (vooral s nachts) werd minder bloei verkregen dan bij 16 uur belichting. Aangelegde bloemknoppen komen onder voldoende belichting tot ontwikkeling terwijl ze onder te weinig licht verdrogen, soms pas enkele dagen voor de bloei. Met 6.000 lux en een lage nachttemperatuur (13 C) van 20.00 tot 4.00 uur werden mooie donker roze Captain Romancebloemen verkregen. Vooral de lage nachttemperatuur was van invloed voor het verkrijgen van een goede bloemkleur. Een lagere kastemperatuur gaf een iets langere teeltduur (7 tot 10 dagen) maar een stevigere bloemsteel. Ten aanzien van de kosten van belichting moet indicatief rekening worden gehouden met minimaal 9 tot 14 cent per steel. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 27