ONREGELMATIGE WERKWOORDEN OP ALFABET In TaalCompleet A2 thema 4 leer je hoe je over vroeger kunt praten. Je leert ook dat sommige werkwoorden op een andere manier gaan. Je kunt het woord SoFTKeTCHuP X dan niet gebruiken. Deze werkwoorden noemen we onregelmatige werkwoorden. Deze werkwoorden moet je leren. Of je zoekt ze op. Dan kun je zien hoe je de van het werkwoord maakt. En hoe je de voltooide tijd maakt. In TaalCompleet A2 thema 5 leer je dat je de voltooide tijd maakt met hebben of met zijn. Hier zie je of je hebben of zijn gebruikt in de voltooide tijd. A werkwoord voltooide tijd aanbieden bood aan boden aan hebben aangeboden teklif etmek aandoen deed aan deden aan hebben aangedaan Giymek,giyinmek aangeven gaf aan gaven aan hebben aangegeven VERMEK aanhouden hield aan hielden aan hebben aangehouden Tutmak,durdurmak aankomen kwam aan kwamen aan zijn aangekomen varmak,gelmek aannemen nam aan namen aan hebben aangenomen kabul etmek,almak aansluiten sloot aan sloten aan hebben aangesloten Bağlamak aanspreken sprak aan spraken aan hebben aangesproken biriyle konuşmak aantrekken trok aan trokken aan hebben aangetrokken çekmek,cezbetmek aanvallen viel aan vielen aan hebben aangevallen saldırmak.hucum etmek aanvragen vroeg aan vroegen aan hebben aangevraagd afbreken brak af braken af hebben afgebroken koparmak,koparıp ayırmak afkomen kwam af kwamen af zijn afgekomen Aşağı inmek aflopen liep af liepen af zijn afgelopen BİTMEK,SONA ERMEK afnemen nam af namen af hebben / zijn afgenomen afsluiten sloot af sloten af hebben afgesloten kapamak,kapatmak afspreken sprak af spraken af hebben afgesproken anlaşmak afvragen vroeg af vroegen af hebben afgevraagd autorijden reed auto reden auto hebben / zijn gereden Araba sürmek B bakken bakte bakten hebben gebakken barsten barstte barstten zijn gebarsten bedenken bedacht bedachten hebben bedacht bederven bedierf bedierven hebben / zijn bedorven beginnen begon begonnen zijn begonnen begrijpen begreep begrepen hebben begrepen bekijken bekeek bekeken hebben bekeken muracaat etmek,basvurmak KALDIRMAK,uzaklaştırmak Kendi kendine sormak,merak etme TaalCompleet 1
werkwoord enkelvoud beschrijven beschreef besluiten besloot bespreken besprak bestaan bestond betreffen betrof betrekken betrok bevallen beviel bevelen beval bevinden bevond bewegen bewoog bewijzen bewees bezighouden hield bezig bezoeken bezocht bidden bad bieden bood bijkomen kwam bij bijten beet binden bond binnenkomen kwam binnen blazen blies blijken bleek blijven bleef braden braadde breken brak brengen bracht buigen boog meervoud beschreven besloten bespraken bestonden betroffen betrokken bevielen bevalen bevonden bewogen bewezen hielden bezig bezochten baden boden kwamen bij beten bonden kwamen binnen bliezen bleken bleven braadden braken brachten bogen voltooide tijd D deelnemen denken doen doorgaan doorgeven DOORlopen doorlopen dragen drijven dringen drinken duiken namen deel dachten deden gingen door gaven door liepen door doorliepen droegen dreven drongen dronken doken hebben deelgenomen Ortaklık etmek hebben gedacht DÜŞÜNMEK hebben gedaan YAPMAK zijn doorgegaan DEVAM ETMEK,ilerlemek hebben doorgegeven iletmek,bildirmek zijn doorgelopen ilerlemek,yürümek hebben doorlopen kurs takip etmek hebben gedragen taşımak,götürmek hebben / zijn gedreven batmamak zijn gedrongen yarıp geçmek hebben gedronken İÇMEK hebben / zijn gedoken DALMAK TaalCompleet nam deel dacht deed ging door gaf door liep door doorliep droeg dreef drong dronk dook hebben beschreven Tanımlamak hebben besloten KARAR VERMEK hebben besproken Hakkında konuşmak hebben bestaan bulunmak hebben betroffen ilgilendirmek hebben / zijn betrokken yerleşmek,taşınmak zijn bevallen zevklenmek,doğurmak hebben bevolen emretmek hebben bevonden bir yerde bulunmak hebben bewogen hareket etmek hebben bewezen kanıtlamak,ispat etmek hebben beziggehouden meşgul etmek,oyalamak hebben bezocht ziyaret etmek hebben gebeden dua etmek hebben geboden sunmak zijn bijgekomen Toplanmak,bir araya gelmek hebben gebeten ISIRMAK hebben gebonden BAĞLAMAK zijn binnengekomen İçeri girmek hebben geblazen ÜFLEMEK zijn gebleken BELLİ ETMEK zijn gebleven KALMAK hebben gebraden KIZARTMAK hebben / zijn gebroken Kırmak,kırılmak hebben gebracht GETİRMEK hebben gebogen EĞMEK,EĞİLMEK 2
werkwoord voltooide tijd dwingen dwong dwongen hebben gedwongen E eruitzien zag eruit zagen eruit hebben eruitgezien GÖRÜNMEK ervaren ervoer ervoeren hebben ervaren TECRÜBE ETMEK eten at aten hebben gegeten YEMEK YEMEK F fluiten floot floten hebben gefloten G gaan ging gingen zijn gegaan gelden gold golden hebben gegolden GİTMEK genezen genas genazen hebben / zijn genezen genieten genoot genoten hebben genoten geven gaf gaven hebben gegeven gieten goot goten hebben gegoten glijden gleed gleden hebben / zijn gegleden glimlachen glimlachte glimlachten hebben geglimlacht glimmen glom glommen hebben geglommen graven groef groeven hebben gegraven grijpen greep grepen hebben gegrepen H hangen hing hingen hebben gehangen hebben had hadden hebben gehad heffen hief hieven hebben geheven helpen hielp hielpen hebben geholpen heten heette heetten hebben geheten hoeven hoefde hoefden hebben gehoeven houden hield hielden hebben gehouden I ingaan ging in gingen in zijn ingegaan GİRİŞ inschrijven schreef in schreven in hebben ingeschreven K kiezen koos kozen hebben gekozen SEÇMEK kijken keek keken hebben gekeken klimmen klom klommen hebben / zijn geklommen Zorlamak,mecbur etmek ISLIK ÇALMAK Geçerli olmak İYİLEŞMEK ZEVK ALMAK VERMEK AKITMAK,DÖKMEK KAYMAK Gülümsemek,tebessüm Parlamak,parıldamak Kazmak,oymak kapmak,tutmak,kavramak asmak,takmak sahib olmak yükseltmek yardım etmek adlandırmak gerek olmamak bir şeyi elinde tutmak KAYDETMEK BAKMAK TIRMANMAK TaalCompleet 3
werkwoord voltooide tijd klinken klonk klonken hebben geklonken knijpen kneep knepen hebben geknepen komen kwam kwamen zijn gekomen GELMEK kopen kocht kochten hebben gekocht krijgen kreeg kregen hebben gekregen kruipen kroop kropen hebben / zijn gekropen kunnen kon konden hebben gekund L lachen lachte lachten hebben gelachen laden laadde laadden hebben geladen laten liet lieten hebben gelaten lesgeven gaf les gaven les hebben lesgegeven lezen las lazen hebben gelezen liegen loog logen hebben gelogen liggen lag lagen hebben gelegen lijden leed leden hebben geleden lijken leek leken hebben geleken lopen liep liepen hebben / zijn gelopen M meebrengen bracht mee brachten mee hebben meegebracht meedoen deed mee deden mee hebben meegedaan meegaan ging mee gingen mee zijn meegegaan meenemen nam mee namen mee hebben meegenomen meevallen viel mee vielen mee zijn meegevallen meten mat maten hebben gemeten moeten moest moesten hebben gemoeten mogen mocht mochten hebben gemogen N nadenken dacht na dachten na hebben nagedacht nazeggen zei na zeiden na hebben nagezegd nemen nam namen hebben genomen O omgaan ging om gingen om zijn omgegaan onderbreken onderbrak onderbraken hebben onderbroken onderzoeken onderzocht onderzochten hebben onderzocht ontbreken ontbrak ontbraken hebben ontbroken TINLAMAK ÇİMDİKLEMEK,SIKMAK SATIN ALMAK ALMAK EMEKLEMEK A BİLMEK E BİLMEK GÜLMEK YÜKLEMEK,DOLDURMAK BIRAKMAK DERS VERMEK OKUMAK UZANMAK KOYMAK ÇEKMEK,MARUZ KALMAK BENZEMEK,andırmak YÜRÜMEK Yanında getirmek Beraber yapmak beraber gitmek getirmek,götürmek iyi olmak(beklenenden) ÖLÇMEK ZORUNDA OLMAK OLABİLMEK Düşünmek(bir şey hak. söyleneni tekrarlamak ALMAK TaalCompleet 4
werkwoord meervoud onthielden ontstonden ontvingen gaven op hingen op hielden op kwamen op namen op schoten op schreven op stonden op traden op trokken op vielen op zochten op bleven over overdachten overdreven gingen over gaven over overkwamen kwamen over overleden namen over staken over overwogen voltooide tijd onthouden ontstaan ontvangen opgeven ophangen ophouden opkomen opnemen opschieten opschrijven opstaan optreden optrekken opvallen opzoeken overblijven overdenken overdrijven overgaan overgeven overkomen OVERkomen overlijden overnemen oversteken overwegen enkelvoud onthield ontstond ontving gaf op hing op hield op kwam op nam op schoot op schreef op stond op trad op trok op viel op zocht op bleef over overdacht overdreef ging over gaf over overkwam kwam over overleed nam over stak over overwoog P plaatsvinden vond plaats vonden plaats hebben plaatsgevonden olmak,meydana gelmek R raden rijden rijgen roepen rondlopen ruiken raadde reed reeg riep liep rond rook raadden reden regen riepen liepen rond roken hebben geraden öğüt vermek hebben / zijn gereden seyahat etmek hebben geregen dizmek,ipliğe geçirmek hebben geroepen çağırmak hebben rondgelopen dolaşmak,gezinmek hebben geroken kokmak,koku yaymak S scheiden scheidde scheidden hebben / zijn gescheiden ayırmak TaalCompleet hebben onthouden EZBERLEMEK zijn ontstaan Olmak,oluşmak,meydana gelmek hebben ontvangen Teslim almak hebben opgegeven vazgeçmek,bırakmak hebben opgehangen ASMAK hebben / zijn opgehouden ALIKOYMAK,engelleme zijn opgekomen yukarı çıkmak,yukarı gelmek hebben opgenomen bakmak,almak,cevap vermek zijn opgeschoten acele etmek,çabuk olmak hebben opgeschreven tanımlamak,betimlemek zijn opgestaan ayağa kalkmak hebben / zijn opgetreden sahnede görünmek hebben / zijn opgetrokken yükseltmek zijn opgevallen göze çarpmak hebben opgezocht aramak zijn overgebleven kalmak hebben overdacht üzerinde düşünmek hebben overdreven geçmek,uzaklaşmak zijn overgegaan sınıf geçmek hebben overgegeven devretmek zijn overkomen olmak,başına gelmek zijn overgekomen geçmek zijn overleden ölmek hebben overgenomen üstlenmek hebben / zijn overgestoken karşıya geçmek hebben overwogen üzerinde düşünmek 5
werkwoord voltooide tijd schelden schold scholden hebben gescholden schenken schonk schonken hebben geschonken scheren schoor schoren hebben geschoren schieten schoot schoten hebben geschoten schijnen scheen schenen hebben geschenen schrijven schreef schreven hebben geschreven schrikken schrok schrokken zijn geschrokken schuiven schoof schoven hebben geschoven slaan sloeg sloegen hebben geslagen slapen sliep sliepen hebben geslapen slijten sleet sleten hebben / zijn gesleten sluipen sloop slopen zijn geslopen sluiten sloot sloten hebben / zijn gesloten snijden sneed sneden hebben gesneden snuiten snoot snoten hebben gesnoten spijten speet speten - spreken sprak spraken hebben gesproken springen sprong sprongen hebben / zijn gesprongen spuiten spoot spoten hebben gespoten staan stond stonden hebben gestaan steken stak staken hebben gestoken stelen stal stalen hebben gestolen ÇALMAK sterven stierf stierven zijn gestorven ÖLMEK stijgen steeg stegen zijn gestegen YÜKSELMEK stilstaan stond stil stonden stil hebben stilgestaan stinken stonk stonken hebben gestonken stoten stootte stootten hebben gestoten strijden streed streden hebben gestreden strijken streek streken hebben gestreken T tegenkomen kwam tegen kwamen tegen zijn tegengekomen terechtkomen kwam terecht kwamen terecht zijn terechtgekomen terugkomen kwam terug kwamen terug zijn teruggekomen thuiskomen kwam thuis kwamen thuis zijn thuzijngekomen toekomen kwam toe kwamen toe zijn toegekomen toenemen nam toe namen toe zijn toegenomen treden trad traden zijn getreden treffen trof troffen hebben getroffen trekken trok trokken hebben getrokken Kımıldamadan durmak KOKMAK ÇARPMAK SAVASMAK ÜTÜLEMEK Rastlamak,karşılaşmak yerine varmak,ulaşmak geri gelmek,geri dönmek eve dönmek bir şeye vakti zamanı olmak artmak,çoğalmak adım atmak.adımlamak isabet ettirmek,vurmak çekmek,çıkarmak TaalCompleet 6
U werkwoord meervoud braken uit gingen uit gaven uit kwamen uit sloten uit spraken uit zochten uit voltooide tijd uitbreken uitgaan uitgeven uitkomen uitsluiten uitspreken uitzoeken enkelvoud brak uit ging uit gaf uit kwam uit sloot uit sprak uit zocht uit V vallen vangen varen vasthouden vechten verbergen verbieden verbinden verblijven verbreken verdwijnen vergelijken vergeten verkopen verlaten verliezen verlopen vermijden verschijnen verstaan vertrekken vervangen verwijten verwijzen verzenden verzinnen vinden vlechten vliegen voldoen viel ving voer hield vast vocht verborg verbood verbond verbleef verbrak verdween vergeleek vergat verkocht verliet verloor verliep vermeed verscheen verstond vertrok verving verweet verwees verzond verzon vond vlocht vloog voldeed vielen vingen voeren hielden vast vochten verborgen verboden verbonden verbleven verbraken verdwenen vergeleken vergaten verkochten verlieten verloren verliepen vermeden verschenen verstonden vertrokken vervingen verweten verwezen verzonden verzonnen vonden vlochten vlogen voldeden zijn gevallen DÜŞMEK hebben gevangen YAKALAMAK hebben / zijn gevaren DENİZE AÇILMAK hebben vastgehouden TUTMAK,bırakmamak hebben gevochten döğüşmek,kavga etmek hebben verborgen saklamak,gizlemek hebben verboden yasaklamak hebben verbonden bağlamak,birleştirmek hebben / zijn verbleven kalmak,ikamet etmek hebben verbroken kırmak,parçalamak zijn verdwenen kaybolmak,görünmez olmak hebben vergeleken karşılaştırmak hebben / zijn vergeten unutmak hebben verkocht satmak hebben verlaten ayrılmak hebben verloren kaybetmek,yitirmek zijn verlopen geçip gitmek hebben vermeden sakınmak,kaçınmak zijn verschenen görünmek hebben verstaan anlamak hebben / zijn vertrokken hareket etmek,ayrılmak hebben vervangen yerini almak,yerini doldurmak hebben verweten suçlamak,başına kakmak hebben verwezen göndermek,havale etmek hebben verzonden göndermek,yollamak hebben verzonnen icat etmek,bulmak hebben gevonden bulmak hebben gevlochten örmek hebben / zijn gevlogen uçmak hebben voldaan ödemek,kapatmak TaalCompleet zijn uitgebroken genişletmek zijn uitgegaan dışarı çıkmak hebben uitgegeven yayınlamak zijn uitgekomen çıkmak hebben uitgesloten engel olmak,müsade etmemek hebben uitgesproken söylemek,teleffuz etmek hebben uitgezocht seçmek,seçip almak 7
werkwoord voltooide tijd volhouden hield vol hielden vol hebben volgehouden voorkomen voorkwam voorkwamen hebben voorkomen VOORkomen kwam voor kwamen voor zijn voorgekomen voorlezen las voor lazen voor hebben voorgelezen voorschrijven schreef voor schreven voor hebben voorgeschreven voorzien voorzag voorzagen hebben voorzien vouwen vouwde vouwden hebben gevouwen vragen vroeg vroegen hebben gevraagd vriezen vroor vroren hebben gevroren W wassen waste wasten hebben gewassen wegen woog wogen hebben gewogen weggaan ging weg gingen weg zijn weggegaan werpen wierp wierpen hebben geworpen weten wist wisten hebben geweten wijzen wees wezen hebben gewezen winnen won wonnen hebben gewonnen worden werd werden zijn geworden wrijven wreef wreven hebben gewreven wringen wrong wrongen hebben gewrongen Z zeggen zei zeiden hebben gezegd söylemek zenden zond zonden hebben gezonden zien zag zagen hebben gezien görmek zijn was waren zijn geweest olamk zingen zong zongen hebben gezongen zinken zonk zonken zijn gezonken zitten zat zaten hebben gezeten oturmak zoeken zocht zochten hebben gezocht aramak zuigen zoog zogen hebben gezogen zullen zou zouden - ecek,acak zwemmen zwom zwommen hebben / zijn gezwommen zwerven zwierf zwierven hebben gezworven zwijgen zweeg zwegen hebben gezwegen susmak dayanmak,bırakmamak önüne geçmekönlemek getirmek,gelmesini sağlamak sesli okumak yazıp göstermek önceden kestirmek,tahmin bükmek,katlamak sormak donmak yıkamak tartmak gitmek,ayrılmak fırlatmak bilmek olmak işaret etmek kazanmak sürtmek ovuşturmak,burup sıkmak göndermek,yollamak şarkı söylemek batmak,gömülmek emmek,soğurmak yüzmek sürtmek,başıbos gezmek TaalCompleet 8