Doorlopende tekst Subsidieregeling zorgopleidingen 2e tranche (na doorvoering van de wijziging die is opgenomen in Staatscourant 2011, nr. 14323 van 5 augustus 2011) De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies; Besluit: 1. Algemeen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. Minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; b. zorgopleiding: een opleiding zoals vermeld in bijlage 1 bij deze regeling; c. opleidingsinrichting: een inrichting die door één van de in bijlage 2 bij deze regeling vermelde organen is erkend voor het verzorgen van een (deel van een) zorgopleiding; d. bevoegd gezag: het bestuur van een opleidingsrichting; e. opleidingsplaats: de capaciteit bij de opleidingsinrichting om voor een zorgopleiding een assistent op te leiden, waarbij de arbeidsduur per kalenderjaar van een voltijds assistent in opleiding overeenkomstig de van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomst of sectorale rechtspositieregeling is; f. College: het College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg; g. instellingssubsidie: een per boekjaar verstrekte subsidie ten behoeve van opleidingsplaatsen van zorgopleidingen; h. gerealiseerde opleidingsplaats: de opleidingsplaats voor zover deze rekening houdend met de duur en de omvang van het dienstverband of de arbeidsovereenkomst vervuld is in het jaar waarvoor de instellingssubsidie wordt verstrekt, verminderd met; 1. het aantal uren waarin de assistent in opleiding de arbeid niet heeft verricht en waarvoor geen loondoorbetalingsverplichting op de werkgever rust en 2. de periode dat de assistent in opleiding met zwangerschaps- en bevallingsverlof is geweest; i. opleidingsschema: het schema, opgenomen in het opleidingsregister van de in de bijlage 2 genoemde registratiecommissies, dat vastlegt in welke opleidingsinrichtingen de assistent de opleiding zal volgen en gedurende welke tijdsperioden; j. instroom: de assistenten in opleiding die in het subsidiejaar waarvoor de subsidie verstrekt wordt met een zorgopleiding aanvangen en het met die assistenten corresponderende aantal opleidingsplaatsen; k. doorstroom bij zorgopleidingen, genoemd onder A in bijlage 1: de opleidingsplaatsen voor assistenten in opleiding die voor de aanvang van het jaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt met een zorgopleiding zijn aangevangen en waarvoor een instellingssubsidie is verleend, voor zo ver de op uiterlijk 31 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar juist en volledig ingediende opleidingsschema s van deze assistenten zijn opgenomen in een door de Minister geaccepteerd opleidingsregister van de in bijlage 2 genoemde registratiecommissies; l. doorstroom bij zorgopleidingen, genoemd onder B in bijlage 1: de opleidingsplaatsen voor assistenten in opleiding die voor aanvang van het subsidiejaar waarvoor de subsidie is verstrekt met een zorgopleiding zijn aangevangen en waarvoor een instellingssubsidie is verleend. 2. Procedure Artikel 2 1. De Minister stelt jaarlijks een plan vast waarin wordt vastgesteld: a. de maximale instroom, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar zorgopleiding en opleidingsinrichting; b. de maximale doorstroom bij de zorgopleidingen, genoemd onder B in bijlage 1, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar zorgopleiding en opleidingsinrichting.
Ten behoeve van het plan stelt de Minister het College in de gelegenheid om een toewijzingsvoorstel op te stellen. 2. De doorstroom bij zorgopleidingen, genoemd onder A in bijlage 1, wordt per zorgopleiding en opleidingsinrichting door de Minister bepaald conform het aantal opleidingsplaatsen dat op basis van de op uiterlijk 31 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar juist en volledig ingediende opleidingsschema s van de assistenten in opleiding is opgenomen in een door de Minister geaccepteerd opleidingsregister van de in bijlage 2 genoemde registratiecommissies. 3. Instellingssubsidies worden uitsluitend verstrekt aan gemeentelijke gezondheidsdiensten, jeugdgezondheidszorginstellingen, instellingen voor verpleeghuiszorg, instellingen voor, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, algemene ziekenhuizen, academische ziekenhuizen, epilepsieinrichtingen en instellingen voor revalidatie. 4. Ten aanzien van de geestelijke gezondheidszorg zijn uitgezonderd regionale instellingen beschermd wonen, instellingen voor extramurale prestaties waarbij geen behandeling plaatsvindt (dagbesteding) en eerstelijnspsychologische zorg. 5. De instellingssubsidie bedraagt per voltijdse opleidingsplaats het bedrag dat in bijlage 1 bij deze regeling vermeld is bij de desbetreffende zorgopleiding. 6. De Minister kan de subsidieverlening wijzigen in verband met de ontwikkeling van het prijspeil of de ontwikkeling in de kosten van arbeidsvoorwaarden. 3. Subsidieaanvraag Artikel 3 1. De Minister kan op aanvraag van het bevoegd gezag van de opleidingsinrichting een instellingssubsidie verstrekken voor de instroom en de doorstroom bij zorgopleidingen, genoemd onder A en B in bijlage 1. 2. Een aanvraag voor een instellingssubsidie wordt uiterlijk dertien weken vóór de aanvang van het desbetreffende jaar ingediend door het bevoegde gezag. 3. Voor de aanvraag wordt het formulier gebruikt dat als bijlage 3 bij deze regeling is gevoegd. 4. De Minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van de in het tweede lid gestelde termijn voor indiening van de aanvraag. 4. Subsidieverlening en bevoorschotting Artikel 4 1. De aanvraag, genoemd in artikel 3, het eerste lid, wordt voor de instroom en de doorstroom bij zorgopleidingen, genoemd onder B in bijlage 1, getoetst aan het plan, genoemd in artikel 2, het eerste lid. 2. De Minister geeft een beschikking op een aanvraag van de instellingssubsidie voor de opleidingsplaatsen ten behoeve van de instroom en de doorstroom bij zorgopleidingen, genoemd onder A en B in bijlage 1, binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag. Artikel 5 1. De Minister verstrekt de volgende voorschotten op een verleende instellingssubsidie: in januari 8%, februari 8%, maart 8%, april 7%, mei 16%, juni 7%, juli 8%, augustus 8%,september 7%, oktober 8% en november 8% van het voor het desbetreffende jaar verleende subsidiebedrag. 2. De Minister kan van het gestelde in het eerste lid op verzoek van de subsidieontvanger afwijken en in het geval dat een aanvraag om instellingssubsidie later wordt ingediend dan in artikel 3, tweede lid, is bepaald.
5. Verplichtingen van de subsidieontvanger Artikel 6 Het bevoegd gezag doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de Minister van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd. Artikel 7 1. Het bevoegd gezag beschikt per zorgopleiding voor de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd over een opleidingserkenning afgegeven door een van de in bijlage 2 vermelde organen. 2. Het bevoegd gezag houdt een controleerbare registratie bij ten behoeve van de vaststelling van de subsidie. Artikel 8 1. Het bevoegd gezag verstrekt aan de door de Minister aangewezen personen op hun verzoek alle bescheiden en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor een juiste vervulling van hun taak. 2. Het bevoegd gezag werkt mee aan de door of namens de Minister ingestelde onderzoekingen die erop zijn gericht de Minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid. 6. Subsidievaststelling Artikel 9 1. De instellingssubsidie wordt vastgesteld op grond van: a. het aantal gerealiseerde opleidingsplaatsen, voor zo ver het aantal opleidingsplaatsen waarvoor de instellingssubsidie is verleend niet is overschreden, tenzij de overschrijding een gevolg is van de vervanging van een assistent in opleiding met wie in het subsidiejaar of het daaraan voorafgaande jaar een dienstverband of arbeidsovereenkomst wegens ongeschiktheid is beëindigd; b. het aantal assistenten in opleiding dat in het jaar waarvoor subsidie wordt verstrekt met de zorgopleiding is aangevangen, voor zover het aantal waarvoor de subsidie is verleend niet is overschreden, tenzij de overschrijding een gevolg is van de vervanging van een assistent in opleiding met wie in het subsidiejaar of het daaraan voorafgaande jaar een dienstverband of arbeidsovereenkomst wegens ongeschiktheid is beëindigd. 2. Voor de zorgopleidingen, genoemd onder A in bijlage 1, is het de opleidingsinrichting waarmee de assistent in opleiding een dienstverband of arbeidsovereenkomst heeft, toegestaan de subsidie aan te wenden voor het deel van de opleiding dat een assistent in opleiding in het buitenland volgt, mits de opleiding in het buitenland overeenkomstig artikel 2, tweede lid, is vastgelegd in het opleidingsschema en voor zo ver de opleiding in het buitenland niet leidt tot verlenging van de totale opleidingsduur. 3. Binnen vier maanden na afloop van het jaar waarvoor een instellingssubsidie is verleend, dient het bevoegd gezag een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie. 4. Voor indiening van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt het formulier gebruikt dat als bijlage 4 bij deze regeling is gevoegd. 5. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van een assurancerapport van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, overeenkomstig het door de Minister vastgestelde model assurancerapport. Uit het rapport blijkt of de in de aanvraag tot vaststelling opgenomen verantwoording juist is. Ten behoeve van het assurancerapport stelt de Minister een controleprotocol vast. 6. De Minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van de in het tweede lid gestelde termijn voor indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling. Artikel 10 Binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 9, derde lid, geeft de Minister een beschikking tot vaststelling van de subsidie.
7. Overgangsbepalingen Artikel 11 1. Voor de subsidieverlening in 2009 geldt dat de doorstroom bij zorgopleidingen, genoemd onder A in bijlage 1, per zorgopleiding en opleidingsinrichting door de Minister wordt bepaald conform het aantal opleidingsplaatsen dat op basis van de op uiterlijk 31 oktober 2008 juist en volledig ingediende opleidingsschema s van de assistenten in opleiding aangevuld met de op uiterlijk 31 december 2008 juist en volledig ingediende opleidingsschema s voor de instroom in november en december 2008 is opgenomen in een door de Minister geaccepteerd opleidingsregister van de in bijlage 2 genoemde registratiecommissies, tenzij het totaal van deze opleidingsplaatsen het door de Minister voorafgaand aan het plan als bedoeld in artikel 2, eerste lid, vastgestelde maximum aantal opleidingsplaatsen doorstroom voor deze zorgopleiding te boven gaat. 2. Indien het aantal opleidingsplaatsen doorstroom bij zorgopleidingen, genoemd onder A in bijlage 1, dat op basis van de op uiterlijk 31 oktober 2008 juist en volledig ingediende opleidingsschema s van de assistenten in opleiding aangevuld met de op uiterlijk 31 december 2008 juist en volledig ingediende opleidingsschema s voor de instroom in november en december 2008, is opgenomen in een door de Minister geaccepteerd opleidingsregister van de in bijlage 2 genoemde registratiecommissies groter is dan het door de Minister voorafgaand aan het plan als bedoeld in het eerste lid vastgestelde maximum aantal van deze opleidingsplaatsen doorstroom voor deze zorgopleidingen, wordt aan een opleidingsinrichting toegekend het laagste aantal opleidingsplaatsen van de doorstroom per zorgopleiding, genoemd onder A in bijlage 1, per opleidingsinrichting dat op basis van de op uiterlijk 31 oktober 2008 juist en volledig ingediende opleidingsschema s van de assistenten in opleiding aangevuld met de op uiterlijk 31 december 2008 juist en volledig ingediende opleidingsschema s voor de instroom in november en december 2008 is opgenomen in een door de Minister geaccepteerd opleidingsregister van de in bijlage 2 genoemde registratiecommissies, of van de doorstroom per zorgopleiding, genoemd onder A in bijlage 1, per opleidingsinrichting waarvoor voor 2008 subsidie is verleend. 3. De resterende, nog niet volgens het eerste en tweede lid toegekende opleidingsplaatsen, worden vervolgens per zorgopleiding naar rato per opleidingsinrichting toegekend. 4. De Minister wijzigt de subsidieverlening ten behoeve van de doorstroom bij zorgopleidingen, genoemd onder A in bijlage 1, als gevolg van de instroom in november en december 2008, voor zo ver op basis van de uiterlijk op 31 december juist en volledig ingediende opleidingsschema s is opgenomen in de opleidingsregisters van de in bijlage 2 genoemde registratiecommissies, binnen acht weken na 31 december 2008. Artikel 12 1. In afwijking van artikel 2, eerste en tweede lid, stelt de Minister in de jaren 2010 tot en met 2012 jaarlijks een plan voor de maximale instroom en doorstroom van de zorgopleiding specialist ouderengeneeskunde vast, dat overeenkomt met het door de Minister voorafgaand aan het plan vastgestelde aantal opleidingsplaatsen. 2. In afwijking van artikel 2, derde lid, wordt in de jaren 2008 tot en met 2012 een instellingssubsidie ten behoeve van de zorgopleiding specialist ouderengeneeskunde uitsluitend verstrekt aan de Stichting SBOH, die voor de toepassing van deze regeling gelijk wordt gesteld met een opleidingsinrichting, met dien verstande dat de zorgopleiding specialist ouderengeneeskunde wordt verzorgd door een inrichting die door één van de in bijlage 2 bij deze regeling vermelde organen is erkend voor het verzorgen van (een deel van) de zorgopleiding specialist ouderengeneeskunde. Artikel 13 In afwijking van artikel 3, eerste lid, kan de Minister in de jaren 2010 tot en met 2012, op aanvraag van het bevoegde gezag van een opleidingsinrichting waar de betrokken assistent in dienst is, een instellingssubsidie verstrekken ten behoeve van een stage, op basis van een stageovereenkomst die is opgenomen in het opleidingsschema in een inrichting die niet door één in bijlage 2 bij deze regeling erkende organen is erkend voor het verzorgen van de betreffende zorgopleiding.
8. Slotbepalingen Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Dr. A. Klink
Bijlage 1 Onderdeel A Bedrag per voltijdse opleidingsplaats ten behoeve van het subsidiejaar 2011 (naar prijspeil 2011) A nr. zorgopleiding subsidiebedrag per fte opleidingsplaats 1 Arts infectieziektenbestrijding 75.400 Academische zkh 2 Arts tbc-bestrijding 75.400 3 Arts verstandelijk gehandicapten 55.900 10 Jeugdarts 65.500 14 Medisch milieukundige 75.400 15 Psychiater in ggz 45.300 16 Psychiater in 122.800 123.700 19 SEH-arts 122.800 123.700 20 Specialist ouderengeneeskunde 74.100 B nr. zorgopleiding subsidiebedrag per fte opleidingsplaats 4 Gezondheidszorgpsycholoog in epilepsie-inrichting 5 Gezondheidszorgpsycholoog in 6 Gezondheidszorgpsycholoog in ggz academische zkh 7 Gezondheidszorgpsycholoog in revalidatiecentra 8 Gezondheidszorgpsycholoog in verpleeghuiszorg 9 Gezondheidszorgpsycholoog in 11 Klinisch psycholoog in 27.600 33.400 12 Klinisch psycholoog in ggz 33.400 13 Klinisch psycholoog in 17 Psychotherapeut in 33.400 33.700 45.300 18 Psychotherapeut in ggz 45.300 45.700 21 Verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg 32.100
Bijlage 1 Onderdeel B Bedrag per voltijdse opleidingsplaats ten behoeve van het subsidiejaar 2012 (naar prijspeil 2011) A nr. zorgopleiding 1 Arts infectieziektenbestrijding 1 e fase 2 Arts infectieziektenbestrijding 2 e fase subsidiebedrag per fte opleidingsplaats 75.400 75.400 3 Arts tbc-bestrijding 1 e fase 75.400 4 Arts tbc-bestrijding 2 e fase 75.400 5 Arts verstandelijk gehandicapten 55.900 12 Jeugdarts 1 e fase 65.500 13 Jeugdarts 2 e fase 65.500 17 Medisch milieukundige 1 e fase 75.400 18 Medisch milieukundige 2 e fase 75.400 20 Specialist ouderengeneeskunde 74.100 B nr. zorgopleiding 6 Gezondheidszorgpsycholoog in epilepsie-inrichting 7 Gezondheidszorgpsycholoog in 8 Gezondheidszorgpsycholoog in ggz subsidiebedrag per fte opleidingsplaats academische zkh 9 Gezondheidszorgpsycholoog in revalidatiecentra 10 Gezondheidszorgpsycholoog in verpleeghuiszorg 11 Gezondheidszorgpsycholoog in 27.600 14 Klinisch psycholoog in 33.400 15 Klinisch psycholoog in ggz 33.400 16 Klinisch psycholoog in 33.400 33.700 19 Psychotherapeut in 45.300 20 Psychotherapeut in ggz 45.300 45.700 22 Verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg 32.100
Bijlage 2 De Medisch Specialisten Registratie Commissie van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst De Huisarts, Verpleeghuisarts en arts voor verstandelijk gehandicapten Registratie Commissie van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst De Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst De Postdoctorale Opleidingsinrichtingen voor de gezondheidszorgpsycholoog, klinisch psycholoog casu quo psychotherapeut De Stichting Opleidingsinstelling Geestelijke Gezondheidszorg Verpleegkundig Specialist.
Bijlage 3 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aanvraagformulier t.b.v. een subsidieverlening 2012 Zorgopleidingen 2 e tranche I. Vul onderstaande gegevens van uw instelling in. Naam instelling: Postadres: Postcode: Vestigingsplaats: Naam contactpersoon: Telefoonnummer: Telefaxnummer: e-mailadres: ID-nummer: In te vullen door VWS Objectnummer instelling: Bank-of girorekening nr.: Kamer van Koophandel nr. II. Bij welke directie vraag u een instellingssubsidie aan? Directie MEVA III. De activiteiten waarvoor de instellingssubsidie wordt aangevraagd: Zorgopleiding Instroom (pers) A.Instroom (fte) B.Doorstroom (fte) Totaal (fte) (A+B) 1 Arts infectieziektenbestrijding 1 e fase In te vullen door VWS (*) 2 Arts infectieziektenbestrijding Doorstroom in 2 e fase 2012 niet subsidiabel (**) 3 Arts tbc-bestrijding 1 e fase In te vullen door VWS (*) 4 Arts tbc-bestrijding 2 e fase Doorstroom in 2012 niet subsidiabel (**) 5 Arts verstandelijk In te vullen door gehandicapten VWS (*) 6 Gezondheidszorgpsycholoog in epilepsie-inrichting 7 Gezondheidszorgpsycholoog in 8 Gezondheidszorgpsycholoog in In te vullen door VWS In te vullen door VWS In te vullen door VWS
ggz 9 Gezondheidszorgpsycholoog in revalidatiecentra 10 Gezondheidszorgpsycholoog in verpleeghuiszorg 11 Gezondheidszorgpsycholoog in 12 Jeugdarts 1e fase In te vullen door VWS (*) 13 Jeugdarts 2e fase Doorstroom in 2012 niet subsidiabel (**) 14 Klinisch psycholoog in 15 Klinisch psycholoog in ggz In te vullen door VWS 16 Klinisch psycholoog in 17 Medisch milieukundige 1e fase In te vullen door VWS (*) 18 Medisch milieukundige 2e fase Doorstroom in 2012 niet subsidiabel (**) 19 Psychotherapeut in In te vullen door VWS 20 Psychotherapeut in ggz 21 Specialist ouderengeneeskunde 22 Verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg IV. Ondertekening Het bestuur, danwel een namens het bestuur gevolmachtigde, verklaart kennis te hebben genomen van de vigerende wet- en regelgeving op basis waarvan onderhavige subsidie wordt aangevraagd en verklaart onderhavige subsidieaanvraag volledig juist en naar waarheid te hebben ingevuld. Bovendien verklaart het bestuur/de gevolmachtigde dat de opleidingsinrichting per zorgopleiding voor de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd beschikt over een opleidingserkenning. (*)Bij de zorgopleidingen onder de nummers 1,3,5,12 en 17 vindt de subsidieverlening voor de doorstroom plaats op grond van de op uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan het subsidiejaar juist en volledig ingediende opleidingsschema s opgenomen in een opleidingsregister van de desbetreffende registratiecommissie en gelet op artikel 2, tweede lid en artikel 4, tweede lid van de Subsidieregeling. (**)Vanaf het subsidiejaar 2012 komt voor de zorgopleidingen infectieziektenbestrijding, tbc-bestrijding, jeugdgezondheidszorg en medische milieukunde de 2 e fase voor subsidiëring in aanmerking. Voor het subsidiejaar 2012 kan er dus geen subsidiabele doorstroom zijn. Bevoegd conform KvK JA/NEE (Indien NEE:voeg volmacht toe) Achternaam en voorletters Functie Plaats Datum Handtekening
Bijlage 4 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aanvraagformulier t.b.v. een subsidievaststelling 2012 Zorgopleidingen 2 e tranche I. Vul de onderstaande gegevens van uw instelling in. Naam instelling: Postadres: Postcode: Vestigingsplaats: Naam contactpersoon: Telefoonnummer: Telefaxnummer: e-mailadres: ID-nummer: In te vullen door VWS Objectnummer instelling: Subsidienummer: Bank-of girorekening nr.: Kamer van Koophandel nr.: II. Door welke directie is aan u de instellingssubsidie verleend? Directie MEVA III. Beschrijving activiteit en behaalde resultaten. Zorgopleiding 1 Arts infectieziektenbestrijding 1 e fase 2 Arts infectieziektenbestrijding 2 e fase 3 Arts tbc-bestrijding 1 e fase Instroom (pers) A.Instroom (fte) B.Doorstroom (fte) Totaal (fte) (A+B) 4 Arts tbc-bestrijding 2 e fase 5 Arts verstandelijk gehandicapten 6 Gezondheidszorgpsycholoog in epilepsie-inrichting 7 Gezondheidszorgpsycholoog in 8 Gezondheidszorgpsycholoog in ggz 9 Gezondheidszorgpsycholoog in revalidatiecentra
10 Gezondheidszorgpsycholoog in verpleeghuiszorg 11 Gezondheidszorgpsycholoog in 12 Jeugdarts 1e fase 13 Jeugdarts 2e fase 14 Klinisch psycholoog in 15 Klinisch psycholoog in ggz 16 Klinisch psycholoog in 17 Medisch milieukundige 1e fase 18 Medisch milieukundige 2e fase 19 Psychotherapeut in 20 Psychotherapeut in ggz 21 Specialist ouderengeneeskunde 22 Verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg IV. Bijgevoegd moet zijn: een assurancerapport als bedoeld in artikel 9, vijfde lid, van de Subsidieregeling zorgopleidingen 2 e tranche. V. Ondertekening Het bestuur, danwel een namens het bestuur gevolmachtigde, verklaart kennis te hebben genomen van de vigerende wet- en regelgeving op basis waarvan onderhavige subsidie wordt aangevraagd en verklaart onderhavige subsidieaanvraag volledig juist en naar waarheid te hebben ingevuld. Bovendien verklaart het bestuur/de gevolmachtigde dat de opleidingsinrichting per zorgopleiding voor de periode waarvoor subsidie is aangevraagd beschikt over een opleidingserkenning. Bevoegd conform KvK JA/NEE (Indien NEE:voeg volmacht toe) Achternaam en voorletters Functie Plaats Datum Handtekening