Toelichting bij het aanvraagformulier t.b.v. beleidsregels subsidieverstrekking bijzondere transitiekosten Jeugdwet Deel 1

Transcriptie

1 Deze toelichting neemt stap voor stap alle onderdelen door van deel 1 van het aanvraagformulier t.b.v. een subsidieaanvraag bij het ministerie van VWS onder de Jeugdwet. Heeft u na het lezen van deze toelichting nog vragen of opmerkingen? Dan kunt u mailen naar het Dienst Uitvoering Subsidies (DUS-I) via btj@minvws.nl of bellen naar (keuze VWS). Deel 1 In deel 1 van het formulier vult u uw organisatiegegevens in en geeft u aan voor welke voorziening(en) u een beroep doet op de subsidieregeling. Vervolgens vult u per voorziening, waar u subsidie voor aanvraagt, deel 2 van het aanvraagformulier in. U dient de aanvraag (inclusief bijlagen) per post in te dienen bij het adres zoals dit op het aanvraagformulier is vermeld. Gevraagde bijlagen in MS-Excel (zoals bijvoorbeeld een liquiditeitsprognose) dient u per in te dienen door deze te zenden naar btj@minvws.nl. De bestandsnamen van deze Excel bijlagen dienen duidelijk te worden vermeld op het aanvraagformulier. 1. Organisatiegegevens Hier vult u de door VWS benodigde gegevens van uw organisatie in. 1.1 Naam organisatie Hier vult u de volledige naam van uw organisatie in (conform inschrijving Kamer van Koophandel). 1.2 Postadres Hier vult u het adres van uw organisatie in (conform KvK). 1.3 Postcode en vestigingsplaats Hier vult u de postcode en vestigingsplaats uw organisatie in (conform KvK). 1.4 Naam contactpersoon Hier vult u de naam van de contactpersoon voor deze subsidieaanvraag bij uw organisatie in. 1.5 Telefoonnummer Hier vult u het telefoonnummer in waarop contact kan worden opgenomen met betrekking tot deze subsidieaanvraag. 1.6 Telefaxnummer Hier vult u indien van toepassing uw faxnummer in adres Hier vult u het adres in waarop contact kan worden opgenomen met betrekking tot deze subsidieaanvraag. 1

2 1.8 relatie-/objectnummer instelling Het relatienummer of objectnummer is een uniek nummer, dat bij de eerste subsidieaanvraag aan uw organisatie is toegekend. Heeft u al eerder een subsidie van VWS ontvangen, dan is dit nummer eveneens in voorgaande subsidieverleningsbrieven vermeld. Als u niet eerder een subsidieaanvraag bij het ministerie van VWS heeft gedaan, vult u hier nvt in. 1.9 IBAN/BIC-rekeningnummer instelling Dit rekeningnummer dient overeen te komen met het kopie bankafschrift dat u bij de aanvraag voegt Kamer van Koophandelnummer Hier vult u het nummer in waaronder uw organisatie staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. 2. Algemene bijlagen bij deel 1 van het aanvraagformulier De algemene bijlagen betreffen uw gehele organisatie. In deel 2 van het aanvraagformulier wordt aangegeven welke andere specifieke bijlagen u bij uw subsidieaanvraag dient te voegen. Vul bij iedere bijgevoegde bijlage het bijlagenummer in waar naar wordt verwezen. 2.1 Statuten Bij uw subsidieaanvraag dient u een kopie van de statuten van de organisatie te voegen. 2.2 Kopie bankafschrift Uit de kopie bankafschrift moet blijken dat de bankrekening op naam staat van de organisatie die subsidie aanvraagt. De kopie dient relatief recent te zijn (niet ouder dan 1 maand voor aanvraagdatum) 2.3 Beschrijving juridische structuur (niet slechts een organigram) en toelichting over zeggenschap U dient inzicht te geven in de juridische structuur van uw organisatie, waaronder de rechtsvorm en de concernstructuur (bijvoorbeeld een moeder- of dochteronderneming, aanverwante ondernemingen), en wijze waarop binnen uw organisatie zeggenschap is vormgegeven. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld een benodigd akkoord op beslissingen door een moederonderneming of door de Raad van Toezicht. 2.4 Vennootschappelijke jaarrekening en jaarverslag 2016 (inclusief controleverklaring) Beschikt uw organisatie over een geconsolideerde jaarrekening 2016 en jaarverslag (inclusief controleverklaring) dan dient u deze bij uw aanvraag te voegen. Indien nog geen controleverklaring bij jaarrekening 2016 is toegevoegd dan moet naast de conceptversie van het jaar 2016 ook het jaarverslag inclusief jaarrekening en controleverklaring jaar 2015 bijgevoegd worden. 2

3 3. Geef aan voor welke voorzieningen u subsidie aanvraagt Onder voorziening wordt verstaan: een vorm van jeugdhulp of uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, binnen uw organisatie. Voorzieningen die bekostigt worden uit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), zoals Veilig Thuis, komen niet voor subsidiering in aanmerking. 3.1 Voor welke voorzieningen vraagt u subsidie aan? Noem hier de verschillende voorzieningen waarvoor u subsidie wil aanvragen. Voor elk van de voorzieningen die u hier invult, dient u apart deel 2 van dit formulier in te vullen. Deze aanvragen dient u vervolgens gebundeld in te dienen. 4. Moet de aanvraag versneld behandeld worden in verband met acute liquiditeitsproblemen? Er is sprake van acute liquiditeitsproblemen als een organisatie zonder maatregelen of liquiditeitssteun binnen twee maanden over onvoldoende liquide middelen beschikt om aan de lopende betalingsverplichtingen te voldoen. Dat uw organisatie acute liquiditeitsproblemen heeft moet blijken uit uw liquiditeitsprognose. Deze liquiditeitsprognose wordt in deel 2 van het aanvraagformulier als bijlage gevraagd. 4.1 Geef hier aan of uw organisatie acute liquiditeitsproblemen heeft. Hier dient u ja of nee aan te kruisen. 5. Transitieautoriteit Jeugd (TAJ) Bij dit deel van het formulier dient u aan te geven of u zich reeds bij de TAJ heeft gemeld, voor bemiddeling of advies, alvorens u een subsidieaanvraag bij VWS indiende. Dit is relevant voor de advisering aan VWS door de TAJ. Het is niet verplicht dat u reeds een melding heeft gedaan. 5.1 U heeft een melding gedaan bij de TAJ Hier dient u ja of nee aan te kruisen. Het kan bijvoorbeeld gaan om eerdere advisering of bemiddeling door de TAJ tussen aanbieder en gemeente. 6. Overige subsidieaanvragen 6.1 Heeft u reeds eerder subsidie op grond van deze regeling aangevraagd? Hier dient u ja of nee aan te kruisen. Indien u eerder een subsidie op grond van deze regeling heeft aangevraagd, dient u in ieder geval aan te geven op welke grond u een aanvraag heeft gedaan (artikel 2 onder a, 2 onder b, 2 onder c van de Beleidsregels subsidiering Jeugdwet), voor welke voorziening, of hierover reeds is beschikt, en zo ja, of dit tot een subsidieverlening of tot een afwijzing heeft geleid. 3

4 6.2 Doet uw organisatie een beroep op andere (subsidie)regelingen met betrekking tot de kosten waarop deze aanvraag betrekking heeft? Hier dient u ja of nee aan te kruisen. Het is mogelijk dat u bij het ministerie van VWS of een andere organisatie een aanvraag heeft gedaan of gebruik maakt van een andere regeling voor onvermijdbare kosten of bevoorschotting. Dit dient u hier kenbaar te maken. U dient in ieder geval aan te geven bij welke organisaties u van welke specifieke regelingen gebruik maakt, wat de status van deze aanvragen en/of regelingen is, en wat de hoogte van deze aanvragen en/of regelingen is. 7. Regiospreiding (alleen van toepassing bij een aanvraag op grond van artikel 2 onder c) De aanspraak op grond van artikel 2 onder c van de Beleidsregels is bedoeld voor landelijke of bovenregionaal werkende organisaties die voor de bekostiging of bevoorschotting van een voorziening afhankelijk zijn van een groot aantal gemeenten. Deze organisaties lopen een objectief risico om met vertraging bekostigd te worden. Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie op grond van artikel 2 onder c gelden specifieke criteria om te bepalen of een organisatie in deze categorie valt. Het gaat daarbij om de verdeling van de omzet over een relatief groot aantal samenwerkingsregio s jeugdzorg. Van een groot aantal betrokkenen is sprake wanneer een organisatie: in ten minste 10 samenwerkingsregio s jeugdzorg een omzet heeft behaald van ten minste 2% per regio; én in ten hoogste twee samenwerkingsregio s jeugdzorg een omzet van ten hoogste 30% per regio heeft behaald; én in alle andere jeugdzorgregio s een omzet van ten hoogste 20% per regio heeft behaald. OF in ten minste 20 gemeenten omzet heeft gerealiseerd; én, in ten minste 3 samenwerkingsregios s ten minste 2% van de omzet heeft behaald; én, ten minste voor minimaal 20 intramurale plaatsen is gecontracteerd Bij de bepaling van de omzet dient u uit te gaan van het meest recente jaar waarin de jaarrekening voorzien van een controleverklaring is vastgesteld. Dus: de organisatie haalt uit minstens 10 verschillende regio s tenminste 2% van zijn omzet, én haalt uit ten hoogste twee regio s meer dan 20% (tot maximaal 30%) van zijn omzet in, én haalt uit geen enkele regio meer dan 30% van zijn omzet,. OF De organisatie haalt uit minstens 20 gemeenten zijn omzet, én haalt uit ten minste 3 samenwerkingsregio s ten minste 2% van zijn omzet, en is voor tenminste 20 intramurale plaatsen gecontracteerd. 4

5 7.1 U heeft in tenminste 10 regio s een omzet van tenminste 2% per regio gehaald. Hier dient u ja of nee aan te kruisen. Als in tenminste 10 regio s elk tenminste 2% van de omzet van de organisatie is behaald is hier het antwoord ja. Als in 9 of minder regio s tenminste 2% van de omzet van de organisatie is behaald is het antwoord nee. 7.2 In ten hoogste twee samenwerkingsregio s wordt een omzet van ten hoogste 30% per regio behaald. Hier dient u ja of nee aan te kruisen. Als in ten hoogste twee regio s meer dan 20% van de omzet, tot maximaal 30% van de omzet van de organisatie is behaald is hier het antwoord ja. Als in een regio meer dan 30% van de omzet is behaald is het antwoord nee. Als in meer dan 2 regio s een omzet van tussen de 20% en de 30% van de omzet van de organisatie is behaald is het antwoord nee. 7.3 In alle andere regio s wordt een omzet van ten hoogste 20% per regio behaald. Hier dient u ja of nee aan te kruisen. Als in alle andere regio s, buiten de maximaal twee regio s die in vraag 7.2 worden genoemd, maximaal 20% van de omzet van de organisatie wordt behaald is het antwoord ja. Als in een regio, naast de maximaal 2 regio s die in 7.2 worden genoemd, meer dan 20% van de omzet van de organisatie wordt behaald in een bepaalde regio is het antwoord nee. 7.4 In ten minste 20 gemeenten is omzet gerealiseerd Hier dient u ja of nee aan te kruisen. Als in tenminste 20 gemeenten omzet van de organisatie is behaald is hier het antwoord ja. Als in 19 of minder gemeenten omzet van de organisatie is behaald is het antwoord nee. 7.5 In tenminste 3 samenwerkingsregio s is ten minste 2% omzet behaald Hier dient u ja of nee aan te kruisen. Als in tenminste 3 samenwerkingsregio s elk tenminste 2% van de omzet van de organisatie is behaald is hier het antwoord ja. Als in 2 of minder regio s tenminste 2% van de omzet van de organisatie is behaald is het antwoord nee. 7.6 Minimaal 20 intramurale plaatsen zijn gecontracteerd Hier dient u ja of nee aan te kruisen. Als tenminste 20 intramurale plaatsen van de organisatie zijn gecontracteerd is hier het antwoord ja. Als 19 of minder intramurale plaatsen van de organisatie zijn gecontracteerd is hier het antwoord nee. 8. Ondertekening De aanvraag behoort te zijn ondertekend door degene(n) die daartoe volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel bevoegd is (zijn). Bij gezamenlijke bevoegdheid dienen ten minste 2 bevoegde bestuursleden te tekenen. Als iemand anders tekent, dient een rechtsgeldige originele machtiging (conform KvK) te worden meegestuurd. Bij een beperkte bevoegdheid dient aangetoond te worden dat de betreffende persoon daadwerkelijk bevoegd is tot het doen van een subsidieaanvraag voor de betreffende organisatie. De ondertekening dient origineel te zijn. Een aanvraag ondertekend bij afwezigheid (b.a.) of in opdracht (i.o) wordt niet in behandeling genomen. De ondertekenaar verklaart kennis te hebben genomen van de geldende wet- en regelgeving op basis waarvan de subsidie wordt aangevraagd. De ondertekenaar verklaart tevens te voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden in de Beleidsregels Subsidieverstrekking 5

6 Jeugdwet en verklaart deze subsidieaanvraag juist en volledig te hebben ingevuld. 8.1 Volmacht conform KvK Hier dient u ja of nee aan te kruisen. Is de aanvraag ondertekend door een bestuurder die volgens de Kamer van Koophandel bevoegd is (bij gezamenlijke bevoegdheid dienen tenminste 2 bestuurders te tekenen) dan kruist u hier ja aan. Is sprake van een beperkte bevoegdheid dan dient aangetoond te worden dat de betreffende persoon daadwerkelijk bevoegd is tot het doen van een subsidieaanvraag voor uw organisatie. Als iemand anders tekent kruist u hier nee aan en dient een rechtsgeldige originele machtiging (conform KvK) te worden meegestuurd. 8.2 Achternaam en voorletters Vul hier de achternaam en de voorletters in van de eerste (of enige) ondertekenende bestuurder. 8.3 Functie Vul hier de functie in van de eerste (of enige) ondertekenende bestuurder. 8.4 Plaats en dagtekening datum Vul hier de plaats en datum van ondertekening door de eerste (of enige) bestuurder in. 8.5 Handtekening Laat hier de eerste (of enige) bestuurder tekenen. 8.6 Achternaam en voorletters Vul hier, in het geval van gezamenlijke bevoegdheid, de achternaam en de voorletters in van de ondertekenende tweede bestuurder. 8.7 Functie Vul hier, in het geval van gezamenlijke bevoegdheid, de functie in van de ondertekenende tweede bestuurder. 8.8 Plaats en dagtekening datum Vul hier, in het geval van gezamenlijke bevoegdheid, de plaats en datum van ondertekening door de ondertekenende tweede bestuurder in. 8.9 Handtekening Laat hier, in het geval van gezamenlijke bevoegdheid, de tweede bestuurder tekenen. 6