8 december 08. Kwelproblematiek in relatie tot ontwikkeling van grondgebonden teelt in de Bommelerwaard



Vergelijkbare documenten
Wegen Waterketen d.d. Onderwerp: Grondgebonden glastuinbouw in nieuwe bestemmingsplangebied Zuilichem-Oost

Doelmatigheid hergebruik drainagewater en maatwerk gietwatervoorziening

Agrarisch Inzicht november 2014

Beleidslijn toezicht en handhaving. Wassen van machines op agrarische bedrijven

Westland/Oostland, samen op weg naar de emissieloze kas in 2027

WERKWIJZE VOOR MAATWERK BIJ DE ZUIVERINGSPLICHT IN GEVAL VAN KWEL EN/OF INZIJGING

GLASTUINBOUW. Wat kunt u van het waterschap verwachten?

Waterdagen april, Moerkappele 20 april, Made 26 april, Burgerveen 28 april, Beek en Donk 11 mei, Maasdijk

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Winternieuwsbrief 2014

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Nee AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 27 juli 2010) Nummer Onderwerp Brijnlozingen

Uitgangssituatie. Uitgangssituatie. Waterkwaliteit is verbeterd, maar doelstelling nog niet voltooid.

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Emissiemanagement en grondgebonden teelt

32627 (Glas)tuinbouw Gewasbeschermingsbeleid. Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu

Achtergrondnotitie De toon van communicatie aan doelgroepen in relatie tot verbetering van de chemische waterkwaliteit

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. de Vries.

Glastuinbouw Waterproof. KOEPELTREKKERS Margreet Schoenmakers, LTO Glaskracht Nederland Ellen Beerling, Wageningen Research BU Glastuinbouw

REVIEW FUGRO EN WARECO

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Meldingsformulier inzake het Lozingenbesluit Wvo-glastuinbouw v200907

The Freshmaker. 1. Inleiding. 2. Beschrijving van de maatregel. 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen. 4.

Grondwaterstanden juni 2016

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,

Onderzoeksresultaten peilgestuurde drainage, stroomgebied Hupselse Beek

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden

6.1 Regels specifiek voor teelt onder glas

Het toepassen van ijzerzand voor een betere waterkwaliteit in de bollenteelt

Zuiveringsplicht glastuinbouw. Ben Kooy Hoogheemraadschap van Rijnland

Waterkwaliteit binnen de normen Haalbaarheid en betaalbaarheid van ambities in de Bommelerwaard

HORTICOOP KENNIS EVENT SNIJBLOEMEN (GRONDTEELTEN) 23 September 2015 Ellen Beerling Erik van Os Jim van Ruijven Wim Voogt

Waterzuivering Westland Bijeenkomst 's-gravenzande

Vraag 1 Wat is uw reactie op de berichten in het Algemeen Dagblad over het aantreffen van GenX in drinkwater op meerdere locaties?

Actueel Waterbericht Week 3 Jaar 2015

Bijlage 6 Model voor de rapportage, behorend bij artikel Jaarlijks voor 1 mei inleveren, lees voor invullen eerst de toelichting.

Waterbijeenkomst Voorne Konneweg 10 te Tinte. Even voorstellen. Inhoud. Waterkwaliteit en middelenpakket. Achtergronden

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties

Afvalwatersysteem Bommelerwaard Inspraakbijeenkomst Glastuinbouw. 18 oktober 2016

Zuiveringstechnieken. 31 mei Guus Meis, beleidsspecialist Water & Omgeving

Meestgestelde vragen over het beleid voor brijnlozingen in de bodem in de glastuinbouw en boomteeltsector

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford

Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen

Workshop PPS Glastuinbouw Waterproof KPV symposium 19 nov Inhoudelijke toelichting PPS Ellen Beerling (WUR / Programmaleider)

GEMEENTE ^ LaHSlPgCrl3RCj. Westland/Oostldnd, samen op weg naar de emissieloze kas in Afsprakenkader waterkwaliteit en glastuinbouw

Pilots zoetwatervoorziening: van concept naar uitvoering

Waterzuivering glastuinbouw

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Op basis van bovenstaande figuur zou de kwel circa 1 à 2 mm/dag bedragen bij een hoogwatergolf in de rivier die één keer per jaar voorkomt.

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Toepassen gebiedsgerichte grondwaterbescherming voor bestemmingsplan locatie Hongerdijk 16 te Bruchterveld

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

QuickScan rapportage - INDIVIDUEEL WNAT01

Meldingsformulier Activiteitenbesluit glastuinbouw

Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden. H.A.E. de Werd

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Duurzaam omgaan met Water. Margreet Schoenmakers Programmamanager/ innovatiespecialist Water

Schetsontwerp drainage-infiltratiesysteem Prins Hendrikkade te Amsterdam

Nota. Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit. Inhoudstafel. Datum: 19/12/17 0. INLEIDING STATISTISCHE ANALYSE...

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

Voorkomen van lozing van restvloeistoffen

Presentatie tekst Velddag. Verdrogingsbestrijding Groote Peel. Peilopzet in combinatie met peilgesturde drainage

Indeling presentatie. Onderzoeksvragen (I) Onderzoeksvragen (II) Hypothese

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

OPLEGNOTIITIE GRONDWATER EFFECTEN ONDERZOEK ZANDWINNING BEUNINGSE PLAS 2014

Notitie Herziening bestemmingsplan Zuiderpoort fase 2 te Apeldoorn; luchtkwaliteitsaspecten

Kunnen we zonder zuivering? Samen naar een minimaal volume afvalwater

Draaiboek Voorkomen schade Waalenburg

Meldingsformulier voor het onttrekken en lozen van grondwater, als gevolg van bronbemaling, bodem- en grondwatersaneringen of proefonttrekkingen

De leden-waterschappen bijdrage aan PDG, UO en Stimuleringsbudget. Geachte leden,

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Waterkwaliteit verbeteren!

Beleidsregel Lichthinder gemeente Westvoorne

Ondergrondse zoetwateropslag in de NLse polders

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Nieuwsbrief Samengestelde drainage

Vraagstelling Vraag van Steven Marijnissen aan Jaap Oosthoek is of de lozing van het effluent op het KRW waterlichaam Mark en Vliet toelaatbaar is.

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Nadere informatie. Weersverwachting

WaterEvent 6 oktober 2016 Ervaringen zuiveringsclusters

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

Kennis Agenda: onderzoek Testwater. Guido Bakema, IF Technology 15 november 2016

HOOFDLIJNENAKKOORD WATERZUIVERING IN DE GLASTUINBOUW

Grondwater in Delfland

Z Naast de gegevens uit het E-PRTR is er gebruik gemaakt van de gegevens uit de vigerende vergunning.

Bij het toepassen van vegetatiedaken kan de benodigde bergingscapaciteit worden teruggebracht, indien wordt voldaan aan de toetsingscriteria.

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017

Transcriptie:

8 december 08 Kwelproblematiek in relatie tot ontwikkeling van grondgebonden teelt in de Bommelerwaard 1. Inleiding Naast andere agrarische sectoren is de glastuinbouw in de Bommelerwaard een belangrijke bron voor de emissie van schadelijke stoffen naar het oppervlaktewater. Dit leidt regelmatig tot overschrijdingen van de normen voor gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater binnen het gebied van de Bommelerwaard. Binnen de glastuinbouwsector neemt de chrysantenteelt in de Bommelerwaard een prominente plaats in. Ruim 50 % van het huidige glasareaal wordt gebruikt voor de teelt van chrysanten. De chrysantenteelt is grondgebonden en wordt verder nog gekenmerkt door een relatief hoog verbruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. De komende jaren zal de regelgeving waaraan individuele glastuinbouwbedrijven moeten voldoen aanzienlijk worden aangescherpt. Bij het waterschap bestaat de zorg dat met name de grondgebonden bedrijven die zijn gevestigd in kwelgevoelige gebieden vaker in conflict zullen komen met het bevoegd gezag Dit hangt samen met het feit dat de aanvoer van kwel stimulerend kan werken op de emissie van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Tijdens haar bijeenkomst van 25 september heeft de stuurgroep Glastuinbouw en paddenstoelenteelt Bommelerwaard gevraagd om een aantal scenario s te verkennen voor de verdere ontwikkeling van met name de grondgebonden glastuinbouw. Deze notitie is hiervan het resultaat. 2. Ontwikkelingen landelijke regelgeving Besluit glastuinbouw Glastuinbouwbedrijven dienen voor wat betreft het verbruik van o.a. meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen te voldoen aan de eisen van het vigerende Besluit glastuinbouw (hierna Besluit Gtb). In 2006 hebben overheid en de glastuinbouwsector in het convenant Glastuinbouw en Milieu (GlaMi) afspraken gemaakt om het Besluit Gtb in lijn te brengen met de verplichtingen die voorvloeien uit de Europese Kaderrichtlijn Water. Als einddoel is overeengekomen om de emissie van meststoffen in 2027 tot vrijwel 0 te hebben gereduceerd. De eerste aanpassing van het Besluit Glastuinbouw in deze richting wordt in 2010 verwacht. Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden In oktober 2007 is de nieuwe Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden van kracht geworden. Deze wet bevat regels voor de beoordeling, toelating, handel en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Voor wat de toelating van middelen is een belangrijke rol toebedeeld aan de waterbeheerder. Deze wordt geacht de aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater binnen de gebiedsgrenzen te monitoren. Regelmatige overschrijdingen van de norm(en) dienen door de waterbeheerder te worden gerapporteerd aan het College voor Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb). Naar aanleiding hiervan kan dit college besluiten om op grond van de monitoringrapportage de toelating van een bepaald middel aan te passen of te beëindigen. Resultaten van monitoring-rapportages kunnen ook aanleiding zijn voor het starten van een onderzoek naar mogelijke overtredingen van laatst bedoelde wet door individuele bedrijven. 1

3. Situatie Bommelerwaard Meststoffen in oppervlaktewater De huidige waterkwaliteit in de Bommelerwaard voldoet voor wat betreft meststoffen (stikstof en fosfaat) redelijk aan het streefbeeld volgens de systematiek van de Kaderrichtlijn Water. Alleen in de Bommelerwaard-oost worden hoge concentraties stikstof in het oppervlaktewater gemeten. Het is niet erg waarschijnlijk dat de verhoogde stikstofconcentratie hier verband houdt met glastuinbouwactiviteiten. De glasdichtheid in dit gebied is juist lager dan in het noord-westelijk deel van de Bommelerwaard. (kaart uit gebiedsplan toevoegen?) Gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater Vanaf 2003 wordt op beperkte schaal monitoring-onderzoek gedaan naar het voorkomen van Gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater van de Bommelerwaard en op gemalen die uitmonden in de Afgedamde Maas. Aanleiding voor de start van dit monitoring-onderzoek was de bezorgdheid van het Drinkwaterbedrijf Zuid-Holland dat de groei van de glastuinbouw zou leiden tot een toename van de aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen. Dit zou volgens DZH het gebruik van de Afgedamde Maas als opslag voor ruw water voor de bereiding van drinkwater in gevaar kunnen brengen. De Afgedamde Maas wordt voor bijna de helft gevuld met oppervlaktewater afkomstig uit de Bommelerwaard, het overige deel is afkomstig uit de Maas. De situatie met betrekking tot de aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater binnen een typisch glastuinbouwgebied van de Bommelerwaard laat zich kortweg als volgt schetsen. In de periode 2003 t/m 2005 is een licht stijging te zien van het aantal overschrijdingen. In 2006 is het aantal overschrijdingen licht gedaald. De daling heeft zich in 2007 niet voortgezet. Modelberekeningen voorspellen 1 ) dat bij verdere doorgroei van met name de grondgebonden teelt zonder aanvullende maatregelen, het aantal normoverschrijdingen voor gewasbeschermingsmiddelen zal toenemen. Emissie glastuinbouw in vergelijking met andere agrarische bronnen Er zijn te weinig onderzoeksgegevens beschikbaar om een betrouwbare uitspraak te kunnen doen over hoe de emissie van gewasbeschermingsmiddelen vanuit de glastuinbouw zich verhoudt tot emissies vanuit andere agrarische sectoren. Wel blijkt er een duidelijke relatie te zijn tussen enerzijds het type agrarische activiteit (fruitteelt, glastuinbouw) dat binnen een gebied plaatsvindt en de gewasbeschermingsmiddelen die ter plaatse in het oppervlaktewater worden aangetroffen. Goed beschouwd zijn uitspraken hierover in feite niet zo relevant. Iedere sector heeft immers zijn eigen regelgeving inzake emissiebeperkende maatregelen of normen waaraan moet worden voldaan. Zo vallen fruitteelt en akkerbouw onder het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij en de glastuinbouwsector onder het eerder genoemde Besluit glastuinbouw Relatie kwel en emissie schadelijke stoffen Uit onderzoek op basis van de gegevens uit de periode 2005-2006 blijkt dat de concentratie pieken van gewasbeschermingsmiddelen zich voordoen in de winter, juist bij hoge grondwaterstand 2. Dit lijkt verrassend omdat bij hoge grondwaterstand juist de meeste verdunning optreedt. Voor dit verschijnsel zijn een aantal verklaringen mogelijk. Op de eerste plaats kan bij een hoge kwelaanvoer niet de totale hoeveelheid binnen het bedrijf worden 1 Effecten op bestrijdingsmiddelen door uitbreiding glastuinbouw in de Bommelerwaard, rapport WsRl, januari 2008 2 Effecten van de glastuinbouw op de waterkwaliteit in de Bommelerwaard, rapport CLM, januari 2007 2

hergebruikt. Deze stroom wordt daarom vrijwel direct op het oppervlaktewater geloosd samen met een gedeelte van het bedrijfseigen drainagewater met daarin restanten van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Een tweede verklaring is mogelijk van toepassing belang voor grondgebonden bedrijven die zijn gevestigd op plaatsen waard de grondwaterstand in de zomer zo laag is dat er geen afvoer via het drainagesysteem plaatsvindt en het overtollig gietwater (met gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen) dieper in de grond dringt. Dit proces dat in ¾ van het chrysantenareaal een rol van betekenis speelt staat bekend als wegzijging 3. Wanneer in de winter het grondwater stijgt kunnen vastgelegde bestrijdingsmiddelen en meststoffen uitspoelen naar het oppervlaktewater. Op dit moment ontbreken voldoende gegevens voor een gedegen onderbouwing van deze verklaringen. Dit neemt niet weg dat de grondgebonden glastuinbouwbedrijven in kwelgevoelige gebieden, de toekomstige aanscherping van de regelgeving toch met enige zorg tegemoet zouden moeten zien. Dit wordt versterkt door de resultaten van een verkennend onderzoek naar de samenstelling van het drainagewater bij 4 chrysantenbedrijven dat recent is afgerond. In het drainagewater zijn hoge concentraties meststoffen in het te lozen drainagewater aangetoond. De concentraties aan gewasbeschermingsmiddelen waren over het algemeen laag, al zijn er wel bij alle 4 bedrijven concentraties boven de norm aangetroffen. In dit onderzoek is de relatie tussen grondwaterstand, als maat voor de kwelintensiteit, en emissie niet onderzocht. Kwelsituatie De Bommelerwaard ligt ingeklemd tussen de rivieren de Waal en de Maas. De waterstanden in de rivieren wisselen met de dag. Deze werken door in de ondergrond van de Bommelerwaard. De oppervlaktewaterpeilen zijn in winter- en zomerperioden vrij constant. Door de interactie tussen de oppervlaktewaterpeilen en de waterdruk in de ondergrond is een stroming van of naar het oppervlaktewater en de ondiepe grondwaterstanden (infiltratie of kwel). Omdat de rivierstanden steeds wisselen, varieert de kwelsituatie ook continu. Op sommige plaatsen is er gedurende het gehele jaar door sprake van een kwelsituatie en op andere locaties wisselen kwel en infiltratie elkaar af. Het waterschap heeft met behulp van een computermodel de kwel/infiltratie voor een jaarlijks terugkerende situatie volgend op een hoogwaterperiode uitgewerkt en weergegeven op een kwelkaart. In de gebieden op de kaart waar meer dan 1 mm voorkomt, is gedurende het gehele jaar of een groot deel daarvan, sprake van sterke kwel. Het intensiveringgebied De Grote Ingh is volgens de kwelkaart een inzijgingsgebied. In de klassen van 0 1 mm is er meer differentiatie in effecten van kwel aan te geven. Immers hoe groter de afstand van de locatie tot de rivier, hoe minder de effecten van hoge rivierstanden merkbaar zijn. Op de kwelkaart vallen de glastuinbouwgebieden in het midden van de Bommelerwaard dan weliswaar in de klasse 0 1 mm, maar de mate van kwel is aan de onderkant van de klasse en de tijdsduur waarbinnen deze optreedt zal zeer kort zijn in verhouding tot de andere glastuinbouwgebieden. Hoewel dit op dit moment niet nader met onderzoeksgegevens kan worden onderbouwd lijken gebieden als Kerkwijk-oost, Kerkwijkzuid en Veilingweg/Velddriel om deze reden minder risico s op te leveren voor de vestiging grondgebonden glastuinbouwbedrijven. Toekomstperspectief bij ongewijzigd vestigingsbeleid De invoering van emissienormen in het Besluit glastuinbouw inclusief verbetering van de mogelijkheden tot handhaving zullen met name bij de grondgebonden bedrijven op kwelgevoelige locaties mogelijk leiden tot meer constateringen van overtredingen. Het 3 Beperking kwel bij grondgebonden kasteelt, rapport Wageningen UR, augustus 2008 3

waterschap heeft als bevoegd gezag de plicht hier tegen op te treden. Bij de handhaving van de toekomstige emissienormen is de locale kwelsituatie niet van betekenis. Bij overtredingen van het Besluit glastuinbouw kan het waterschap uiteindelijk overgaan tot het opleggen van een dwangsom. 4. Mogelijke maatregelen bij grondgebonden bedrijven Recirculatie Een effectieve methode voor individuele bedrijven om de emissie van schadelijke stoffen tegen te gaan is het toepassen van recirculatie. Hierbij wordt het water uit het drainagesysteem, voordat het wordt geloosd, teruggepompt in een bassin van waaruit het opnieuw als gietwater wordt hergebruikt. Wanneer de kwelintensiteit tot een bepaald niveau is gestegen wordt de bergingscapaciteit overschreden en is het bedrijf gedwongen om een deel van het drainagewater met daarin mogelijk schadelijke stoffen rechtstreeks te lozen. De effectiviteit van de toepassing van recirculatie kan dus als gevolg van de locale kwelsituatie worden beperkt (zie bijlage 1 schema grondgebonden bedrijf). Terpbouw Een andere methode die in principe geschikt is om de emissie naar oppervlaktewater tegen te gaan is om grondgebonden bedrijven te bouwen op een terp. Hierdoor wordt vermenging van kwelwater met overtollig gietwater voorkomen. Restanten van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen worden vastgelegd in de bodem en er treedt geen transport naar grond- of oppervlaktewater op (zie bijlage 2 terpbouw). Teelt op zandbedden Een veelbelovend perspectief voor de toekomst is de ontwikkeling van een teelttechniek op zandbedden. Hierbij wordt de bestaande teeltlaag afgedekt met een folie. Daarboven op wordt een zandlaag van circa 30 cm gebracht. In het zand wordt een drainagesysteem aangebracht. Bij dit systeem is er niet langer sprake van grondgebonden teelt maar van teelt op substraatbedden. Het concept is door Wageningen UR uitgewerkt in een projectvoorstel in het kader van het KRW-Innovatiefonds. (zie bijlage 3 teelt op substraatbedden). Binnenkort beslist de minister over subsidietoekenning aan dit project. Bij een positief besluit zal het tenminste nog tot eind 2010 duren voordat de eventuele levensvatbaarheid van dit concept is aangetoond. Concentratiegebied In plaats van maatregelen per individueel bedrijf zou ook het concentreren van de grondgebonden bedrijven bij voorkeur in één niet-kwelgevoelig gebied een geschikte methode ter beperking van de emissie. Zonodig zou het waterschap onder voorwaarden willen meewerken aan de realisatie van een apart peilvak (zie bijlage 4) binnen een concentratiegebied zodat vermenging van kwelwater met drainagewater kan worden voorkomen. Deze maatregel kan sterk bijdragen aan het beperken of voorkomen van emissie naar het oppervlaktewater. 5. Belangeninventarisatie van deelnemende partijen De partijen die zich hebben geconformeerd tot de opstelling van een bestuursovereenkomst aangaande de toekomst van de glastuinbouw hebben uiteraard elk hun eigen belangenafweging en prioriteitstelling. Het Waterschap legt prioriteit bij het halen van de doelstellingen met betrekking tot waterkwaliteit waaronder de Kaderrichtlijn Water en een effectieve handhaving van het Besluit glastuinbouw. Provincie en gemeenten hechten ook belang aan behoud en waar nodig 4

verbetering van de waterkwaliteit. Naast de waterkwaliteit zien de provincie en gemeenten continuïteit van de glastuinbouw als belangrijke doelstelling. De glastuinbouw is een belangrijke en sterke bedrijfstak in de Bommelerwaard. Daarnaast wil men voorkomen dat een eventuele bestemmingsplanwijziging leiden tot planschadeclaims. Tot slot worden door provincie en gemeenten ook de mogelijkheden voor landschappelijke inpassing/herstructurering gezien als wezenlijk voor de verdere ontwikkeling van de glastuinbouw in de Bommelerwaard. 6. Beschrijving van scenario s Korte termijn; heden mei 2011 Op enkele plaatsen in deze notitie is aangegeven dat momenteel op een aantal punten voldoende kennis ontbreekt voor de uitwerking van lange termijn ontwikkelingsscenario s voor de grondgebonden teelt waarin ook de waterkwaliteitsbelangen voldoende zijn veilig gesteld. Het gaat daarbij om onderwerpen als; Het verzamelen van meer kennis en inzicht van de emissie door grondgebonden bedrijven via lozingen van drainagewater. Hierover zijn tot nu toe alleen de resultaten van een verkennend onderzoek bekend. Het doen van onderzoek naar de relatie tussen kwelintensiteit (grondwaterstand) en emissie via lozingen van drainagewater. Voor zover bekend is hier geen onderzoek naar gedaan. Het monitoren van effecten in het oppervlaktewater door emissies vanuit grondgebonden glastuinbouw. Met ingang van 2009 wordt het monitoring meetnet in glastuinbouwgebieden sterk uitgebreid. Dit levert een belangrijke bijdrage aan verbetering van het inzicht in de effecten van lozingen. Innovatieve teeltmethoden als alternatief voor de grondgebonden teelt zoals de teelt op zandbedden. De verwachting is dat eind 2010/ medio 2011 bovenstaande onderzoeken kunnen worden afgerond. De resultaten ervan kunnen dan als basis dienen voor de nadere invulling van de noodzakelijke maatregelen om de waterkwaliteitsbelangen bij de ontwikkeling van de glastuinbouw veilig te stellen. Tot die tijd worden geen beperkingen opgelegd aan de vestiging van grondgebonden bedrijven in kwelgebieden. Wel zou aan de tuinders meer voorlichting kunnen worden gegeven over de mogelijke risico s van vestiging van grondgebonden bedrijven in kwelgevoelige gebieden en zal hen worden gewezen op de vestigingsmogelijkheden in relatief kwelveilige gebieden zoals Grote Ingh, Kerkwijk-oost, Kerkwijk-zuid en Veilingweg/Velddriel Lange termijn Op basis van de bestaande intensiveringgebieden zijn grofweg twee richtingen aan te geven voor de ontwikkeling van ruimte voor de glastuinbouw. Scenario 0 Herstructurering en optimalisatie van de bestaande ruimte wordt gerealiseerd binnen de grenzen van de bestaande intensiveringgebieden. Er wordt geen compensatie geboden voor de gebieden die naar aanleiding van de MKBA-discussie mogelijk worden ontstemd. Scenario 1 In dit scenario wordt wel extra gebied toegewezen met bestemming glastuinbouw. Dit biedt het voordeel dat er bufferruimte ter beschikking komt waardoor landschappelijke inpassing een grotere kans van slagen krijgt. 5

In bijlage 5 is de relatie weergegeven tussen de mogelijke uitkomsten van onderzoeken in de periode tot medio 2011 en de lange termijn scenario s. Volgens dit schema is er geen noodzaak om over te gaan tot geografisch beperking van chrysantenteelt (scenario-0) als blijkt dat; de zandbed teelt van zandbedden een geschikte teeltmethode is voor de grondgebonden teelt. of, als uit onderzoek zou blijken dat er onvoldoende relatie is tussen de emissie naar oppervlaktewater en de kwelsituatie Wanneer de relatie wel aantoonbaar is dan zou nieuwvestiging van grondgebonden bedrijven in bepaalde gebieden moeten worden geblokkeerd. Ter compensatie zou ruimte kunnen worden geboden in een minder kwelgevoelig concentratiegebied waar desnoods door toepassing van peilvakverlaging een bijdrage wordt geleverd om de emissie te beperken. Een mogelijk geschikte locatie is de Veilingweg/Velddriel. Wanneer op termijn alle grondgebonden teelt hier zou moeten worden gevestigd is een aanzienlijke uitbreiding van het gebied noodzakelijk. Scenario 2 De bouw van grondgebonden bedrijven op terpen in kwelgevoelige gebieden is in verband met de kosten voor grondverzet financieel onaantrekkelijk. 7. Conclusies en aanbevelingen Er is nader onderzoek nodig naar de relatie tussen kwel en de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen vanuit grondgebonden glastuinbouwbedrijven. Afhankelijk van de uitkomsten van een aantal onderzoeken zullen niet eerder dan 2012 beperkingen worden opgelegd aan de vestiging van grondgebonden bedrijven in kwelgebieden. Als het onderzoek naar de teelt op zandbedden een alternatief blijkt te zijn voor de grondgebonden teelt dan is er vanuit waterkwaliteitsbelang geen noodzaak tot het opleggen van geografische beperkingen voor de chrysantenteelt. Als op grond van onderzoek onvoldoende kan worden aangetoond dat er een relatie is tussen de emissie vanuit de grondgebonden glastuinbouw en de kwelsituatie dan is er vanuit waterkwaliteitsbelang geen noodzaak tot het opleggen van geografische beperkingen voor de chrysantenteelt. Het concentreren van de grondgebonden glastuinbouwbedrijven in een nietkwelgevoelig gebied kan een effectieve bijdrage leveren om de emissie vanuit de grondgebonden teelt terug te dringen. Voor een optimaal effect kan zonodig worden overwogen om een kan een kunstmatige verlaging van de grondwaterstand toe te passen. Arno Krielen, Waterschap Rivierenland Rob de Groot, Provincie Gelderland 6

Bijlage 1 Schema grondgebonden glastuinbouw drainage bassin F hemel water F giet water teeltlaag drain F kwel lozing drainagewater 7

Bijlage 2 Maaiveldverhoging 8

Bijlage 3 Chrysantenteelt op substraatbedden regelbaar waterniveau folie drainbuis 9

Bijlage 4 Nieuw concentratiegebied gemaal gg + rec gg + rec kweldruk rivier 10

Beslisschema scenario s grondgebonden teelt Bijlage 5 Onderzoek zandbedteelt succes? ja Scenario 0 Geen geografische beperking vestigingsplaats Beslisschema scenario s grondgebonden teelt Bijlage nee Relatie kwel en emissie probleem? Ja (*) nee Scenario 1 Verplaatsen naar concentratiegebied Scenario 2 In kwelgebieden bouwen op terp Scenario x Sanering op locatie? (*) = conflict met Besluit glastuinbouw en/of Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden 11