EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt. Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 244 C5-0269/2002 2002/0124(COD))



Vergelijkbare documenten
gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 244) 1,

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

Richtlijn 2005/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 houdende wijziging van de Richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 88/357/EEG en

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Luxemburg, 26 april 2004 (OR. en) 16182/2/03 REV 2. Interinstitutioneel dossier: 2002/0124 (COD) SURE 29 CODEC 1841 OC 869

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie juridische zaken en interne markt. 25 september 2002

Richtlijn 72/166/EEG. Artikel 1. In de zin van deze richtlijn moet worden verstaan onder:

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Wat kan men meer bepaald voor aanhangwagens afleiden uit die definitie?

RICHTLIJNEN. (gecodificeerde versie) (Voor de EER relevante tekst) (2) De verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt. Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 13 C5-0049/ /0020(CNS))

Commissie juridische zaken

VIJFDE RICHTLIJN : NIEUWE EUROPESE REGELS OVER AUTOVERZEKERINGEN

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De implementatie van de richtlijn in de Nederlandse wetgeving

Commissie interne markt en consumentenbescherming

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. aan de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Ontwerpaanbeveling voor de tweede lezing Astrid Lulling (PE v01-00)

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken PE v01-00

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. aan de Commissie vervoer en toerisme

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013

EUROPEES PARLEMENT ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 31 mei /0315(COD) PE1

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0199(COD) van de Commissie juridische zaken

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken *

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 juli 2001 (19.07) (OR. en) 10497/01 Interinstitutioneel dossier: 2000/0249 (COD) LIMITE CODEC 683 SURE 43

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt De voorzitter

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0060B(COD) Ontwerpverslag Kinga Gál en Barbara Lochbihler (PE430.

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorwaarden aansprakelijkheidsverzekering Personenauto

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 september 2011 (OR. en) 10765/1/11 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD)

(Voor de EER relevante tekst)

Voorwaarden aansprakelijkheidsverzekering

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming

EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen

EUROPEES PARLEMENT. Commissie cultuur en onderwijs PE v01-00

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

A7-0440/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Commissie juridische zaken. aan de Commissie economische en monetaire zaken

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0406(CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2006 (26.06) (OR. fr) 8693/06 ADD 1 PV/CONS 22 AGRI 146 PECHE 119

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

1 PB nr. C 24 van , blz PB nr. C 240 van , blz PB nr. C 159 van , blz. 32.

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming ONTWERPVERSLAG

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2004 (22.09) (OR. en) 12294/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0175(COD) Ontwerpverslag Werner Langen (PE v01-00)

EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

1) Overal in de tekst wordt de Commissie van de Europese ( 1 ) Standpunt van het Europees Parlement van 18 april 2012 (nog niet

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPADVIES. Commissie internationale handel en consumentenbescherming VOORLOPIGE VERSIE 2004/0137(COD) 31.1.

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 8 december 2008 (OR. fr) 16242/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) LIMITE FISC 171

Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering Bedrijfsmotorrijtuig

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Te dien einde gaan voor de delegaties in de bijlage ontwerp-amendementen van het voorzitterschap op Richtlijn 96/22/EG van de Raad.

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

A7-0319/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2013)0102 C7-0047/ /0062(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie begrotingscontrole

Productwijzer Motorrijtuigenverzekering (WAM-verzekering)

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg. De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend,

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 548 C5-2002/ /0242(CNS))

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 augustus 2001 (31.08) (OR. fr) 11082/01 Interinstitutioneel dossier: 2000/0066 (COD) LIMITE CODEC 766 MAR 64

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie juridische zaken en interne markt 7 mei 2003 PE 329.421/20-45 AMENDEMENTEN 20-45 Ontwerpverslag (PE 329.421) Willi Rothley over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van de Richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 88/357/EEG, 90/232/EEG van de Raad en Richtlijn 2000/26/EG betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 244 C5-0269/2002 2002/0124(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst Amendementen van het Parlement Amendement 20 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 2, lid 1 (richtlijn (EEG) nr. 72/166) 2. Artikel 2, lid 1, komt als volgt te luiden: 2. Artikel 2, lid 1, komt als volgt te luiden: "1. De lidstaten zien er van af controle uit te oefenen op de verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid bij voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van een andere lidstaat zijn gestald en bij voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van een derde land zijn gestald wanneer deze hun grondgebied vanuit het grondgebied van een andere lidstaat binnenkomen. Zij kunnen evenwel niet-systematische controles op de verzekering uitvoeren mits deze niet-discriminerend zijn en als onderdeel van een politiecontrole worden uitgevoerd die niet uitsluitend op de "1. De lidstaten zien er van af controle uit te oefenen op de verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid bij voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van een andere lidstaat zijn gestald en bij voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van een derde land zijn gestald wanneer deze hun grondgebied vanuit het grondgebied van een andere lidstaat binnenkomen. Zij kunnen evenwel niet-systematische controles op de verzekering uitvoeren mits deze niet-discriminerend zijn en als onderdeel van een politiecontrole worden AM\497487.doc PE 329.421/20-45

controle van de verzekering is gericht. uitgevoerd. De lidstaten mogen er niet van worden weerhouden gerichte controles van de verzekering uit te voeren bij voertuigen die in die lidstaat rijden. In sommige landen is het percentage onverzekerde voertuigen zeer hoog, en de kosten hiervan worden verhaald op de premies van verzekerde automobilisten. Om dit probleem aan te pakken zullen de controles in de toekomst wellicht steeds vaker worden uitgevoerd via Automated Number Plate Reader-technologie (ANPR - geautomatiseerde kentekenregistratie), waarbij camera's langs de weg mogelijk onverzekerde automobilisten identificeren. Bij deze controles zullen meestal verschillende aspecten van een voertuig worden onderzocht (dus niet alleen de verzekering), maar dit geldt niet in alle gevallen. Amendement ingediend door Klaus-Heiner Lehne Amendement 21 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 4, letter b) (richtlijn (EEG) nr. 72/166) 3. In artikel 4 wordt punt b) geschrapt. Schrappen Or. de Het is niet duidelijk waarom de in dit artikel onder lid 3, punt b) genoemde uitzonderingen worden geschrapt. Richtlijn 72/166/EEG is bedoeld ter bescherming van personen die door een voertuig uit een andere lidstaat gewond zijn geraakt. De in de uitzonderingsbepaling van artikel 4, punt b) genoemde voertuigen bevinden zich over het algemeen niet op de openbare weg. Zij nemen slechts zelden deel aan het wegverkeer, bijvoorbeeld in de buurt van werkzaamheden of van een landbouwbedrijf. Uitbreiding van de WA-verzekering voor personenvoertuigen tot deze categorie voertuigen is niet nodig. Grensoverschrijdend verkeer van de voertuigen in de zin van artikel 4, punt b) van Richtlijn 72/166/EEG is onwaarschijnlijk. Bovendien worden eventuele risico's reeds door de WA-verzekering van het bedrijf gedekt. Amendement ingediend door Evelyne Gebhardt Amendement 22 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 4, letter b) (richtlijn (EEG) nr. 72/166) 3. In artikel 4 wordt punt b) geschrapt. Schrappen Or. de PE 329.421/20-45 2/17 AM\497487.doc

De uiteenlopende tradities en gewoonten van de lidstaten op het gebied van de WAverzekering voor motorvoertuigen dienen te worden geëerbiedigd. Belangrijk is dat de voertuigen verzekerd zijn. Of dit bij voorbeeld bij landbouwvoertuigen via een WAverzekering voor het voertuig of voor het bedrijf gebeurt, doet niet ter zake. Amendement ingediend door Willi Rothley Amendement 23 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 4, letter b) (richtlijn (EEG) nr. 72/166) 3. In artikel 4 wordt punt b) geschrapt. 3. Artikel 4, punt b) luidt als volgt b) ten aanzien van bepaalde typen voertuigen of voertuigen die niet bestemd zijn om aan het wegverkeer deel te nemen. Elke lidstaat stelt een lijst op van deze voertuigen, die een bijzonder kenteken krijgen. De lidstaat stelt de overige lidstaten en de Commissie in kennis van dit type kenteken. Er is geen wettelijke regeling nodig voor dit soort voertuigen dat niet aan het wegverkeer deelneemt, omdat zij geen schade aan andere verkeersdeelnemers kunnen toebrengen. Or. de Amendement ingediend door Angelika Niebler en Elisabeth Jeggle Amendement 24 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 4, letter b) (richtlijn (EEG) nr. 72/166) 3. In artikel 4 wordt punt b) geschrapt. 3. In artikel 4 wordt punt b) als volgt gewijzigd. b) ten aanzien van bepaalde typen voertuigen of voertuigen met een bijzonder kenteken, dat door de lidstaat wordt vastgesteld en waarvan hij de overige lidstaten en de Commissie in kennis stelt. In dit geval behouden de overige lidstaten het recht te eisen dat de bestuurder, wanneer hij zich met een dergelijk voertuig op hun grondgebied begeeft, een in die lidstaat geldig verzekeringsdocument kan AM\497487.doc 3/17 PE 329.421/20-45

laten zien. De bestuurder is verplicht een dergelijk document bij zich te dragen en bij een controle vrijwillig te tonen. Or. de Bij aanhangers die zonder trekker zijn geparkeerd en bij op eigen kracht rijdend materieel is het ongevallenrisico zowel op de weg als daarbuiten al door de bedrijfs-wa-verzekering van het landbouwbedrijf gedekt. Er is dus een toereikende verzekeringsbescherming voor eventuele slachtoffers van ongevallen. Bovendien gaat het nu juist om voertuigen die niet aan grensoverschrijdend verkeer deelnemen. Mocht dit toch het geval zijn, wordt de bedrijfs-waverzekering door de verzekeraar uitgebreid tot het land in kwestie, voor zover zij daar niet reeds geldt. Aangekoppelde aanhangers zijn overigens volgens de Duitse WA-verzekering van de trekker ook in het buitenland verzekerd, zelfs als de aanhanger tijdens de rit losraakt van de trekker. Het beoogde doel, namelijk om de dekking voor slachtoffers van ongevallen te verbeteren, levert dus niets op. Een handvol niet onder de kentekenregistratie vallende voertuigen die aan het grensoverschrijdend verkeer deelnemen en die bovendien een WA-verzekering hebben, zou de gehele land- en bosbouwsector met een onevenredige belasting opzadelen. Door de mogelijkheid om bij verkeerscontroles na te gaan of de bestuurder een verzekeringsdocument kan laten zien, en de plicht dit document mee te voeren, wordt rekening gehouden met het wegvallen van de grenscontroles binnen Europa. Amendement ingediend door Astrid Thors Amendement 25 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 4, letter b) (richtlijn (EEG) nr. 72/166) 3. In artikel 4 wordt punt b) geschrapt. 3. In artikel 4 wordt punt b) als volgt gewijzigd: b) ten aanzien van bepaalde typen voertuigen of bepaalde voertuigen met een speciale kentekenplaat, waarvan door deze Staat een lijst wordt opgemaakt, die aan de andere Lidstaten en aan de Commissie wordt toegezonden. De politie in een andere lidstaat dient over de mogelijkheid te beschikken na te gaan of het voertuig in kwestie naar behoren verzekerd is. Or. sv PE 329.421/20-45 4/17 AM\497487.doc

Het komt uiterst zelden voor dat een voertuig van dit type een grens overschrijdt en in dergelijke gevallen kunnen steekproefcontroles worden uitgevoerd. Het amendement geeft de belangrijkste punten uit het huidige artikel 4 b) weer. Amendement ingediend door Enrico Ferri Amendement 26 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 4, letter b) (richtlijn (EEG) nr. 72/166) 3. In artikel 4 wordt punt b) geschrapt. Schrappen Or. it De motivering van de Commissie dat grenscontroles sinds de inwerkingtreding van het Akkoord van Schengen niet meer toegestaan zijn, houdt geen stand om de opheffing te rechtvaardigen van de afwijking waartoe de lidstaten kunnen besluiten. De meeste voertuigen waarvoor de afwijking geldt, worden overigens vrijwel nooit voor grensoverschrijdend verkeer gebruikt. Bovendien zou opheffing van deze mogelijkheid om een afwijking toe te staan, aanzienlijke economische schade met zich mebrengen voor verschillende bedrijfstakken, die genoodzaakt zouden zijn om voor een groot aantal vervoermiddelen met een verplichte verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid te rekenen. Amendement 27 ARTIKEL 2, PUNT 1 1. De verzekering bedoeld in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG dient zowel materiële schade als lichamelijk letsel te dekken. 1. De verzekering bedoeld in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG dient zowel materiële schade als lichamelijk letsel alsmede de noodzakelijke en redelijke kosten van juridische stappen te dekken. In de motivering van het door de commissie voorgestelde amendement wordt gezegd dat dergelijke kosten moeten worden vergoed "als zij noodzakelijk en redelijk zijn". Dit is de terminologie die wordt gebruikt in de door de commissie voorgestelde toevoeging aan artikel 4, lid 6, letter a) van richtlijn 2000/26/EG (amendement 7) en de voorgestelde nieuwe overweging 7 bis (amendement 12). Daarom moet deze zinsnede ook in het artikel zelf voorkomen. AM\497487.doc 5/17 PE 329.421/20-45

Amendement 28 ARTIKEL 2, PUNT 2 a) voor lichamelijk letsel, 1 000 000 EUR b) voor materiële schade, 500 000 EUR per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers. a) voor lichamelijk letsel, 10 miljoen EUR per ongeval, b) voor materiële schade, 2 miljoen EUR per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers. De minimumdekking voor materiële schade moet inderdaad worden herzien, maar een plotselinge aanzienlijke verhoging zal nadelige gevolgen hebben voor de verzekeringskosten van met name die verzekeringshouders (waaronder kleine en middelgrote bedrijven) die momenteel niet in staat zijn meer dan de wettelijke minimumdekking te krijgen. 2 Miljoen euro bij materiële schade zou een redelijkere limiet zijn, en zou bepaalde markten een adequate overgangstermijn bieden. Amendement ingediend door José María Gil-Robles Gil-Delgado Amendement 29 ARTIKEL 2, PUNT 2 a) voor lichamelijk letsel, 1 000 000 EUR b) voor materiële schade, 500 000 EUR per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers. a) voor lichamelijk letsel, 2 000 000 EUR b) voor materiële schade, 1 000 000 EUR per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers. Or. es PE 329.421/20-45 6/17 AM\497487.doc

Het gaat hierbij om een minimumdekking die adequate maar tegelijkertijd realistische bescherming moet bieden. Amendement ingediend door Giuseppe Gargani Amendement 30 ARTIKEL 2, PUNT 2 a) voor lichamelijk letsel, 1 000 000 EUR b) voor materiële schade, 500 000 EUR per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers. a) voor lichamelijk letsel, 1 000 000 EUR b) voor materiële schade, 500 000 EUR per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers. In plaats van de bovengenoemde minimumbedragen kunnen de Lid-Staten een minimumbedrag vaststellen van 1 500 000 EUR voor lichamelijk letsel ingeval er verschillende slachtoffers zijn bij een zelfde ongeval of een minimumbedrag van 2 000 000 EUR per ongeval voor lichamelijk letsel en materiële schade te zamen, ongeacht het aantal slachtoffers of de aard van de schade. Or. it Het Commissievoorstel voert een eenmalige wettelijke minimumdekking per ongeval in voor materiële schade, maar niet voor lichamelijk letsel, waarvoor een wettelijke miminumdekking per slachtoffer wordt voorgeschreven, wat tot zeer hoge schadeloosstellingen kan leiden in geval van ongevallen met verscheidene slachtoffers en wat diverse lidstaten, in het bijzonder de toekomstige lidstaten, dan ook voor grote problemen kan plaatsen. Daarom is het goed de keuze te behouden die de lidstaten geboden wordt door richtlijn 84/5/EEG, art. 1, lid 2, die een eenmalig minimumbedrag per ongeval voor lichamelijk letsel in geval van verschillende slachtoffers voorschrijft en de bedragen op een redelijk niveau te brengen. 2 000 000 EUR is het bedrag dat het Europees Parlement in een eerdere resolutie hanteert en is bijna twee keer zo hoog als de actualisering van het oorspronkelijke bedrag door de Commissie op basis van de inflatie (1 038 000 EUR). AM\497487.doc 7/17 PE 329.421/20-45

Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 31 ARTIKEL 2, PUNT 2 a) voor lichamelijk letsel, 1 000 000 EUR b) voor materiële schade, 500 000 EUR per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers. a) voor lichamelijk letsel, 1 000 000 EUR b) voor materiële schade, 500 000 EUR per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers. b bis) De lidstaten kunnen een overgangsperiode voor de vaststelling van de nieuwe minimumbedragen invoeren. De Europese verzekeraars zijn het eens over het beginsel van een algemene minimumdekking per geval ("plafond") voor zowel lichamelijk letsel als materiële schade, zoals door de rapporteur in het ontwerprapport voorgesteld. De bedragen zelf, waarover de verzekeraars het niet eens kunnen worden, moeten binnen redelijke grenzen liggen en het Europese gemiddelde zo goed mogelijk benaderen, ook al zullen de gevolgen hiervan op de verzekeringspremies op sommige markten moeilijk in te schatten zijn. Om deze reden wordt de eventuele invoering van een overgangsperiode aan de lidstaten overgelaten, met name met het oog op de toetreding van de kandidaatlanden. Amendement 32 ARTIKEL 2, PUNT 2 a) voor lichamelijk letsel, 1 000 000 EUR b) voor materiële schade, 500 000 EUR per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers. a) voor lichamelijk letsel, 1 000 000 EUR b) voor materiële schade, 500 000 EUR per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers. PE 329.421/20-45 8/17 AM\497487.doc

Indien nodig kunnen de lidstaten de Commissie om een overgangsperiode van maximaal drie jaar na de omzettingsdatum van deze richtlijn verzoeken om hun minimumbedragen aan te passen aan de bedragen in lid 2 a). Een herziening van de minimumdekking zal een onevenredig grote invloed hebben in de huidige en/of toekomstige lidstaten waar de minimumbedragen momenteel lager liggen dan de door de Commissie voorgestelde bedragen. In Spanje bedraagt het minimumbedrag per slachtoffer momenteel 360.000 EUR. In de kandidaatlanden liggen de bedragen zelfs nog lager (b.v. 25.000 EUR. in Estland). Daarom is er naast de gebruikelijke overgangsperiode van de richtlijn een extra overgangsperiode nodig om deze markten te helpen de minimumbedragen te verhogen zonder de premies abrupt te laten stijgen. De normale overgangsperiode voor een richtlijn (2 jaar) is in dit geval niet voldoende. Amendement ingediend door Astrid Thors Amendement 33 ARTIKEL 2, PUNT 6 6. De lidstaten kunnen in geval van materiële schade die door een niet-geïdentificeerd voertuig veroorzaakt werd, de tussenkomst door dit orgaan beperken of uitsluiten. Deze mogelijkheid is niet van toepassing wanneer het slachtoffer, als gevolg van hetzelfde ongeval, aanzienlijk lichamelijk letsel heeft geleden. De voorwaarden waaronder lichamelijk letsel als aanzienlijk wordt beschouwd worden in de wetgeving van de lidstaten vastgesteld. Schrappen Or. sv De voorgestelde regeling brengt de kans op misbruik van het systeem mee. AM\497487.doc 9/17 PE 329.421/20-45

Amendement 34 ARTIKEL 2, PUNT 6, ALINEA 2 Deze mogelijkheid is niet van toepassing wanneer het slachtoffer, als gevolg van hetzelfde ongeval, aanzienlijk lichamelijk letsel heeft geleden. Deze mogelijkheid is niet van toepassing wanneer het slachtoffer, als gevolg van hetzelfde ongeval, aanzienlijk lichamelijk letsel heeft geleden waarvoor ziekenhuisopname vereist is geweest. Het oorspronkelijke voorstel zet aan tot frauduleus gedrag. De kosten van dergelijke toegenomen fraude - die op alle bestuurders verhaald zou worden via hun verzekeringspremies - zouden de voordelen van het voorstel (grotere schadevergoeding voor eerlijke slachtoffers) teniet doen. Om ervoor te zorgen dat de mogelijkheden tot fraude minimaal zijn en toch een evenwichtige aanpak te bieden van de legitieme claims van slachtoffers, zou de vergoeding voor lichamelijk letsel alleen moeten worden uitbetaald als het slachtoffer voor behandeling in het ziekenhuis is opgenomen. Amendement 35 ARTIKEL 2, PUNT 7 BIS (nieuw) 7 bis. De lidstaten kunnen in geval van materiële schade veroorzaakt door een onverzekerd voertuig een eigen risico invoeren van maximaal 500 EUR ten laste van het slachtoffer. De mogelijkheid om een eigen risico bij materiële-schadeclaims in te voeren speelt een belangrijke rol bij de beheersing van de kosten van garantiefondsen, die uiteindelijk op de verzekerde bestuurders verhaald worden. De administratiekosten van kleine schadeclaims kunnen immers snel oplopen tot het bedrag van het eigen risico. PE 329.421/20-45 10/17 AM\497487.doc

Amendement ingediend door Giuseppe Gargani Amendement 36 ARTIKEL 4, PUNT 2 Artikel 1 (richtlijn (EEG) nr. 90/232) 2. Het volgende artikel 1bis wordt ingevoegd: "Artikel 1bis De in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering dekt het lichamelijk letsel dat door voetgangers en fietsers is geleden als gevolg van een ongeval waarbij een motorvoertuig is betrokken, ongeacht of de bestuurder schuld draagt. Schrappen Or. it Het gaat hier om een zeer delicaat en controversieel probleem dat grondig moet worden bestudeerd opdat het in het belang van de zaak zelf in een apart wettelijk instrument kan worden behandeld en geregeld. Daarom is het zaak bovenstaande bepaling te schrappen. Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 37 ARTIKEL 4, PUNT 2 Artikel 1 (richtlijn (EEG) nr. 90/232) 2. Het volgende artikel 1bis wordt ingevoegd: Artikel 1bis De in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering dekt het lichamelijk letsel dat door voetgangers en fietsers is geleden als gevolg van een ongeval waarbij een motorvoertuig is betrokken, ongeacht of de bestuurder schuld draagt. Schrappen AM\497487.doc 11/17 PE 329.421/20-45

Deze omstreden kwestie verdient een nadere analyse en een uitvoerige discussie, willen alle aspecten aan de orde komen. Het is daarom voorbarig om een bepaling hieromtrent op te nemen in een vijfde richtlijn over verzekeringen voor motorvoertuigen, en de bepaling dient dan ook te worden geschrapt. Bovendien is de invoering van het concept van "een voertuig dat een ongeval veroorzaakt" verwarrend, aangezien dit noodzakelijkerwijze gebaseerd is op de regels inzake algemene aansprakelijkheid in de lidstaten, die dus opnieuw ter discussie staan, waardoor het streven naar harmonisatie in het gedrang komt. Amendement 38 ARTIKEL 4, PUNT 2 Artikel 1 (richtlijn (EEG) nr. 90/232) Het volgende artikel 1bis wordt ingevoegd: Artikel 1bis De in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering dekt het lichamelijk letsel dat door voetgangers en fietsers is geleden als gevolg van een ongeval waarbij een motorvoertuig is betrokken, ongeacht of de bestuurder schuld draagt. Schrappen Dit voorstel is in strijd met de grondslag van de verzekeringen voor motorvoertuigen in de EU, die moeten waarborgen dat er een verzekering is om de wettelijke aansprakelijkheid die voortvloeit uit het gebruik van een motorvoertuig te dekken. Dit betekent dat er een verzekering nodig is om de gebruikers van voertuigen te beschermen wanneer zij als gevolg van hun wettelijke aansprakelijkheid schadevergoeding moeten betalen aan slachtoffers van ongevallen, een beginsel dat een optimale stimulans vormt voor goed gedrag op de weg. Een richtlijn inzake motorvoertuigen mag niet worden gebruikt om de nationale wetgeving inzake wettelijke aansprakelijkheid te wijzigen. Amendement ingediend door Arlene McCarthy Amendement 39 ARTIKEL 4, PUNT 2 Artikel 1 (richtlijn (EEG) nr. 90/232) 2. Het volgende artikel 1bis wordt 2. Het volgende artikel 1bis wordt PE 329.421/20-45 12/17 AM\497487.doc

ingevoegd: Artikel 1bis De in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering dekt het lichamelijk letsel dat door voetgangers en fietsers is geleden als gevolg van een ongeval waarbij een motorvoertuig is betrokken, ongeacht of de bestuurder schuld draagt. ingevoegd: Artikel 1bis De in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering dekt het lichamelijk letsel dat door voetgangers en fietsers is geleden die als gevolg van een ongeval waarbij een motorvoertuig is betrokken, aanspraak kunnen maken op schadevergoeding overeenkomstig de nationale wettelijke bepalingen. Deze regeling laat de wettelijke aansprakelijkheid en de hoogte van de schadevergoeding onverlet." Het moet duidelijk zijn dat er geen recht op schadevergoeding is ongeacht of de bestuurder schuld draagt, maar dat een en ander overeenkomstig de nationale wettelijke bepalingen wordt beslist. Dit amendement is bedoeld om te verduidelijken dat deze regeling betrekking heeft op het verzekeringsrecht en niet van toepassing is op de wettelijke aansprakelijkheid of de hoogte van de schadevergoeding. Amendement 40 ARTIKEL 4, PUNT 3 Artikel 2, streepje 1 (richtlijn (EEG) nr. 90/232) 3. In artikel 2 komt het eerste streepje als volgt te luiden: tegen betaling van één enkele premie en gedurende de gehele looptijd van de overeenkomst dekking verschaffen voor het gehele grondgebied van de Gemeenschap, met inbegrip van de perioden waarin het voertuig zich, gedurende de looptijd van de overeenkomst, in een andere lidstaat bevindt, en. 3. In artikel 2 komt het eerste streepje als volgt te luiden: tegen betaling van één enkele premie en gedurende de gehele looptijd van de overeenkomst dekking verschaffen voor het gehele grondgebied van de Gemeenschap, met inbegrip van de perioden waarin het voertuig zich, gedurende de looptijd van de overeenkomst, in een andere lidstaat bevindt en voor zover de desbetreffende nationale wetgeving dit toestaat, en. AM\497487.doc 13/17 PE 329.421/20-45

Verzekeraars zijn er altijd van uitgegaan dat het verplichtende element van hun verzekeringspolissen in geheel Europa voor de gehele duur van de overeenkomst geldt. De enige voorwaarde is dat de polishouders aan de plaatselijke regels voldoen dat een voertuig opnieuw moet worden geregistreerd in de lidstaat van het tijdelijke verblijf (en er dus een verzekering moet worden afgesloten met een door die lidstaat erkende verzekeraar). De Commissie noemt dit scenario in de toelichting bij haar voorstel. Het lijkt dat ook logisch om dit punt in de voorgestelde tekst weer te geven. Artikel 4bis 1. In afwijking van artikel 2, onder d), tweede streepje, van Richtlijn 88/357/EEG wordt, wanneer een voertuig vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat wordt verzonden, het grondgebied van de lidstaatvan bestemming vanaf de aanvaarding van de levering door de koper gedurende een periode van dertig dagen beschouwd als het grondgebied waar het risico is gelegen, zelfs indien het voertuig in de lidstaat van bestemming niet officieel is geregistreerd. Amendement 41 ARTIKEL 4, PUNT 4 Artikel 4 (richtlijn (EEG) nr. 90/232) Artikel 4bis 1. In afwijking van artikel 2, onder d), tweede streepje, van Richtlijn 88/357/EEG kan, wanneer een voertuig vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat wordt verzonden, het grondgebied van de lidstaatvan bestemming vanaf de aanvaarding van de levering door de koper gedurende een periode van dertig dagen worden beschouwd als het grondgebied waar het risico is gelegen, zelfs indien het voertuig in de lidstaat van bestemming niet officieel is geregistreerd. Het voorstel van de Commissie is een uitstekende zaak. Niettemin zij erop gewezen dat een verzekeraar in de lidstaat waar het voertuig verzekerd is er mogelijk geen enkel bezwaar tegen heeft een verzekering te verstrekken waarmee het voertuig naar de lidstaat van bestemming kan worden gebracht. Om deze reden dient de uitzondering vrijblijvend te zijn, dwz de lidstaat waar het risico is gelegen, kan in plaats van moet als de lidstaat van bestemming worden beschouwd. Artikel 4ter De lidstaten dragen er zorg voor dat een verzekeringnemer binnen vijftien dagen na Amendement 42 ARTIKEL 4, PUNT 4 Artikel 4 (richtlijn (EEG) nr. 90/232) Artikel 4ter De lidstaten dragen er zorg voor dat een verzekeringnemer gedurende de looptijd van PE 329.421/20-45 14/17 AM\497487.doc

de beëindiging van een verzekeringsovereenkomst met betrekking tot een voertuig dat door een in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering is gedekt, een verklaring ontvangt betreffende het schadeverloop van het voertuig gedurende de laatste vijf jaar van de contractuele betrekkingen. een verzekeringsovereenkomst met betrekking tot een voertuig dat door een in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering is gedekt, en binnen drie maanden na afloop ervan op verzoek een verklaring ontvangt betreffende het schadeverloop van het voertuig waarop de overeenkomst betrekking heeft. Deze verklaring moet alle schadeclaims omvatten die sinds de aanvang van de overeenkomst zijn ingediend, maar de verzekeraars mogen de verklaring beperken tot de laatste vijf jaar als de contractuele betrekkingen deze periode overschrijden. Klanten moeten de mogelijkheid hebben om zich te oriënteren. Anderzijds moet ervoor worden gezorgd dat de voordelen voor consumenten die nieuwe wettelijke bepalingen voor verzekeraars hebben, niet wegvallen tegen de kosten die uiteindelijk op de consument worden verhaald. Inderdaad moeten klanten snel toegang kunnen krijgen tot een overzicht van het schadeverloop van hun voertuig, maar verzekeraars verplichten automatisch een verklaring af te geven leidt tot onnodige administratieve rompslomp en extra kosten voor deze verzekeraars. De verklaring dient dan ook alleen op verzoek van de polishouder te worden verstrekt. Aangezien een verzekeraar alleen informatie over schadeclaims of de afwezigheid hiervan tijdens de periode van zijn eigen contractuele betrekkingen met een polishouder kan verstrekken (dus niet noodzakelijkerwijze vijf jaar) is dit duidelijk vermeld. Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 43 ARTIKEL 4, PUNT 4 Artikel 4 (richtlijn (EEG) nr. 90/232) Artikel 4ter De lidstaten dragen er zorg voor dat een verzekeringnemer binnen vijftien dagen na de beëindiging van een verzekeringsovereenkomst met betrekking tot een voertuig dat door een in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering is gedekt, een verklaring ontvangt betreffende het schadeverloop van het voertuig gedurende de laatste vijf jaar van de contractuele betrekkingen. Artikel 4ter De lidstaten dragen er zorg voor dat een verzekeringnemer binnen vijftien dagen na de beëindiging van een verzekeringsovereenkomst met betrekking tot een voertuig dat door een in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering is gedekt, een verklaring ontvangt betreffende het schadeverloop van het voertuig gedurende de laatste vijf jaar van de contractuele betrekkingen. AM\497487.doc 15/17 PE 329.421/20-45

De lidstaten kunnen besluiten de bepalingen van de eerste alinea niet toe te passen en te waarborgen dat de verklaring inzake het schadeverloop op verzoek van de polishouder op ieder moment of binnen vijftien dagen na de beëindiging van een verzekeringsovereenkomst wordt verstrekt. Ongeacht de bepalingen van de eerste en tweede alinea wordt de verklaring inzake het schadeverloop verstrekt door een verzekeringsmaatschappij of een andere instelling die overeenkomstig de nationale wettelijke bepalingen gemachtigd is over de informatie in deze verklaring te beschikken. Dit betreft een eerder verzoek van de Europese verzekeraars, met als doel grotere flexibiliteit voor de lidstaten bij de uitvoering van dit voorschrift. Het verzoek van de verzekeraas is bedoeld om rekening te kunnen houden met de specifieke kenmerken van de markt zonder dat het voorschrift zelf, dat nodig is om de interne markt naar behoren te laten functioneren, aan te tasten. Amendement 44 ARTIKEL 5, PUNT 1 BIS (nieuw) Artikel 5, lid 1 (richtlijn (EEG) nr. 2000/26) 1 bis. Het volgende artikel 6 bis wordt opgenomen in richtlijn 2000/26/EG: "Artikel 6 bis Centrale instantie De lidstaten nemen de nodige maatregelen voor de erkenning van een instantie die onmiddellijk en op hetzelfde moment als de gerechtelijke autoriteiten alle processenverbaal ontvangt die de politiediensten bij een verkeersongeval opstellen. Deze instantie doet onmiddellijk een exemplaar van de documenten toekomen aan elke bij het ongeval betrokken verzekeraar of advocaat. Indien een voertuig niet verzekerd is, worden de PE 329.421/20-45 16/17 AM\497487.doc

documenten naar het garantiefonds gezonden of, indien een voertuig bij een buitenlandse verzekeringsmaatschappij is verzekerd, naar het nationale bureau. Het voorstel zal de afwikkeling van schadeclaims ongetwijfeld vergemakkelijken, zowel ten gunste van polishouders als van slachtoffers, en helpt de verzekeringsmarkt naar behoren te functioneren. De centrale instantie is verplicht het proces-verbaal "onmiddellijk" aan de verzekeraar te doen toekomen, maar het zou de situatie voor polishouders en slachtoffers nog verder verbeteren als de processen-verbaal ook "onmiddellijk" aan de centrale instantie werden toegezonden. Amendement ingediend door José María Gil-Robles Gil-Delgado Amendement 45 ARTIKEL 6, LID 1 1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden door de lidstaten vastgesteld. 1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden door de lidstaten vastgesteld. Niettemin kan de invoering van minimumbedragen te dekking van lichamelijk letsel en materiële schade zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 2, plaatsvinden gedurende een overgangsperiode van drie jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn. Or. es Spreekt voor zich. AM\497487.doc 17/17 PE 329.421/20-45