Het experimenteel modulair kader

Vergelijkbare documenten
Het experimenteel modulair kader. Een inspiratiebundel voor verwijzende instanties

Het experimenteel modulair kader. Handleiding registratiesysteem het modulair kwartaal

Handleiding modulering Jongerenwelzijn

Nota RTJ worden van dagbegeleiding in groep Jongerenwelzijn

C modulair kader doc02 nota nota aan de koepelorganisaties datum februari 2016 uw kenmerk naam lijnmanager David Debrouwere naam auteur Els

Het experimenteel modulair kader

Begeleiding in haar context

Het Experimenteel Modulair Kader Evaluatierapport 1 januari maart 2014

verslag Intervisie EMK Regio Vlaams-Brabant

Overzicht beslissingen n.a.v. rondzendbrief 18 juli 2012

NOTA. Agentschap Jongerenwelzijn Koning Albert II-laan 35, bus Brussel Tel.: Fax: Situering

verslag Intervisie EMK Regio Antwerpen

Modules in vzw Beaufort

verslag Intervisie EMK Regio West-Vlaanderen

verslag Intervisie EMK Regio West-Vlaanderen

Voorstel maatregelen jeugdrechtbank EMK (n.a.v. bespreking met jeugdrechters op 16 en 19 april 2013)

Jaarverslag P

Reflectiedag EMK. Experimenteel Modulair Kader Inleiding. Agenda. Inleiding. Inleiding. Inleiding. Reflectiedag.

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

checklist registratie crisisverblijf / time out / onthaal

verslag Intervisie EMK Regio Limburg

enter MultiFunctioneel Centrum Meetjesland Mijn contactgegevens Mijn zorgentiteit: Mijn contextbegeleider:. Een initiatief van VZW Blij Leven tel...

1. SITUERING 2. KLEINSCHALIGE WOONEENHEDEN Situering

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Evoluties binnen zorgvernieuwing

Integrale toegangspoort niet-rechtstreeks toegankelijke hulp - Wachttijden

Congres NVKVV Maart 2014

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;

nr. 248 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 17 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Autismespectrum- en gedragsstoornissen - Thuisbegeleidingsdiensten

1. PRINCIPE ACTIEPLAN JONGVOLWASSENEN

PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG

CKG JAARCIJFERS Een blik op het aanbod

11. BEREKENEN BEZETTINGSGRAAD

Actualisering dagbegeleiding in groep

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Deze vorm van begeleiding is beperkt in tijd (3 jaar), maar niet in het aantal begeleidingen.

Pleegzorg Modulering in pleegzorg Vanaf 2014

Typemodules handicap: koppeling met bestaande zorgvormen binnen het VAPH

Contextbegeleiding. 1. Identificatie. Functie Begeleiding

verslag Intervisie EMK Regio Oost-Vlaanderen

Contextbegeleiding laagintensief

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

1. KORTVERBLIJF BINNEN RTH-CAPACITEIT IN COMBINATIE MET PVB

Stand van zaken rond een vereenvoudigd A-document. Klaartje Cops Beleidsmedewerker afdeling Continuïteit en Toegang

Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling

checklist registratie crisisverblijf / time out / onthaal

Intersectorale toegangspoort - Jeugdhulpregie

Sint-Franciscus Roosdaal

Infolunch Testfase monitoringsysteem Krachtgericht Waas & Dender 16 mei 2019

Inleiding. 1 Cf. Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van

Probleemgebonden hulp NRTJ

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

IJH hoorzitting commissie Welzijn, Vlaams Parlement 13 mei 2015

12. BEHEER MODULAIR KWARTAAL

Continuïteit. Bemiddeling

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

Ministerieel besluit van 21 december 2012 betreffende het aanbod, beschreven in typemodules, van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning 1

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak

Probleemgebonden hulp NRTJ

Centra voor Integrale Gezinszorg

Het EMK: Op weg naar een vernieuwde hulpverlening. Individuele begeleiding op maat van de minderjarige.

verslag Intervisie EMK Regio Limburg

Multifunctionele centra (MFC) Een sectoraal proefproject m.b.t. flexibele hulpverlening aan jongeren in de Bijzondere Jeugdbijstand

WS 3 & 10. Studiedag FAM Vlaams welzijnsverbond 23/1/2015

Gemandateerde voorzieningen

Tabel: Aantal unieke minderjarigen met een indicatiestellingsverslag in 2015, naar vervolg in regie, naar leeftijd en naar regio

NR ORGANISATIE REGIO GEVRAAGDE CAPACITEIT DELICTGERICHTE CB

VR DOC.0263/1BIS

100816AR - OBZ 7 maart 2011 Aan voorzieningen voor opvang, begeleiding en behandeling van personen met een handicap

MULTIFUNCTIONELE CENTRA. Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap 1

VR DOC.1517/2BIS

verslag Intervisie EMK Regio West-Vlaanderen

Vervolgens werden met het besluit van 14 februari 2014 aan hetzelfde erkennings- en subsidiëringsbesluit volgende wijzigingen doorgevoerd:

Kwaliteitshandboek 1. Inleiding 1.2 Beschrijving van het aanbod van de voorziening

Jeugdhulpregie. Nieuwe hulpvragen

t.a.v. de door Jongerenwelzijn erkende of vergunde organisaties

Gemandateerde voorzieningen - Ondersteuningscentrum Jeugdzorg

Jongerenzorg. Jaarverslag Ambulante en mobiele begeleiding Schoolaanvullende dagopvang Verblijf Kortdurende ondersteuning

verslag Intervisie EMK Regio West-Vlaanderen

verslag Intervisie EMK Regio Vlaams-Brabant

Omzendbrief 10 december 2012

16/11/2017. Vlaams beleid inzake uithuisplaatsing jonge kinderen. Inhoud. Afbakening doelgroep en focus

verslag Intervisie EMK Regio Limburg

Verblijf Dagopvang : schoolaanvullend en schoolvervangend (dagbesteding) Begeleiding

verslag Intervisie EMK Regio Vlaams-Brabant

5.5 De forfaitbedragen voor management en vorming zijn nergens vermeld evenals de forfait voor kwaliteitsverbetering en bijkomend conventioneel

Een aanvraag bij de Intersectorale Toegangspoort

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB)

VR DOC.1120/2BIS

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

Zorgregie. Informatiesessie, februari 2009 VAPH, cel zorgregie. Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap cel zorgregie 1

Met de kracht van de jeugd!

Intersectorale toegangspoort

10. BEHEER MODULAIR KWARTAAL

Beleidsaanbevelingen over onderwijs aan kinderen met ernstige en meervoudige beperkingen

Integrale Jeugdhulp. Naar een betere jeugdzorg? Jan Naert Vakgroep Orthopedagogiek UGent

VR DOC.1387/1BIS

Pleegzorg West-Vlaanderen vzw

Transcriptie:

Het experimenteel modulair kader Een inspiratiebundel voor organisaties die instappen in 2014 1

Inhoudstafel Inleiding 1. Het experimenteel modulair kader 2. De Modules 2.1 Typemodule Contextbegeleiding 2.2 Typemodule Contextbegeleiding Autonoom Wonen 2.3 Typemodule Dagbegeleiding in groep 2.4 Typemodule Verblijf 2.5 Typemodule Kortdurende Crisisverblijf 2.6 Typemodule Ondersteunende Begeleiding 3. Het traject 3.1 Toewijzing en wachtlijstbeheer 4. Organisatorische mogelijkheden en uitdagingen 5. Opvolging, registratie en evaluatie 5.1 Opvolging 5.2 Registratie 5.3 Evaluatie 6. Contact en helpdesk 2

Inleiding 1 januari 2013. Samen met integrale jeugdhulp vormt het experimenteel modulair kader de opstart van wat gezien wordt als één van de grootste wijzigingen in de (Bijzondere) Jeugdzorg van de voorbije 35 jaar. En dat heeft gevolgen op velerlei vlak: voor de cliënt, voor de organisaties, voor de medewerkers en voor het beleid. 1 januari 2014. Na één jaar experimenteel modulair werken maken nog eens 30 voorzieningen de ombouw naar een gemoduleerde organisatie. Ook de OOOC s en de CIG s worden erkend volgens de EMK modaliteiten. In deze tekst willen we inhoudelijke en praktische elementen meegeven die een vlotte opstart mogelijk moeten maken. Elke organisatie kan de invulling van het experimenteel modulair kader vormgeven zoals ze dit zelf willen, maar de kernaspecten waaraan voldaan moet worden en de bevindingen uit de evaluatie van het eerste jaar EMK kunnen een inspirerend kader vormen om hier verder mee aan de slag te gaan. Aanvullend op deze inspiratiebundel kunnen antwoorden op veelgestelde vragen, praktische handvaten en bevindingen van de evaluatie van het eerste jaar EMK teruggevonden worden op website van Jongerenwelzijn. 1. Het experimenteel modulair kader Het experimenteel modulair kader heeft zijn oorsprong in een combinatie van verschillende tendensen. Enkele hiervan zijn de regularisering van het projectmatig aanbod, de aanzet tot flexibelere financiering, en rationalisering van het uitbreidingsbeleid, de opstart van Integrale Jeugdhulp maar ook en vooral vanuit een inhoudelijk aspect. De positieve resultaten die voortvloeiden uit 5 jaar experimenteel werken met multifunctionele centra 1 en de duidelijke visie vanuit de recente Staten Generaal Jeugdhulp Met de kracht van de jeugd 2, tonen duidelijk aan dat de focus van de jeugdhulpverlening komt te liggen op flexibele cliënttrajecten op maat, met steeds de klemtoon op het werken met, het betrekken van de context van de minderjarige. Voor we de verschillende modules, en de mogelijkheden om deze te hanteren toelichten, kan het handig zijn om even stil te staan bij de term experimenteel modulair kader : Experimenteel: De ombouw van het huidige hulpverleningslandschap naar gemoduleerde organisaties heeft een grote impact op verschillende domeinen. Om dit op een zorgzame en kwaliteitsvolle manier te doen, is er van bij het begin gekozen voor een stapsgewijze implementatie met veel aandacht voor ondersteuning, evaluatie en eventuele bijsturing. 1 Eindrapport proefproject Multifunctionele Centra: http://wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn/inhetnieuws/eindrapport_mfc_2012.htm 2 Staten Generaal Jeugdhulp: http://wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn/staten_generaal/index.htm 3

Met de nieuwe instap op 1 januari 2014 zal ongeveer 95% van het hulpverleningsaanbod gevat zitten in het EMK. Op 1 januari 2015 eindigt het experimentele karakter en wordt het modulaire kader in een grondig hertekend hulpverleningslandschap de basis van een fundamenteel gewijzigde regelgeving. Modulair kader: Tot nog toe werden de voorzieningen opgedeeld in erkenningscategorieën, zoals diensten voor begeleid zelfstandig wonen, dagcentra, begeleidingstehuizen, thuisbegeleidingsdiensten, Jongeren werden aan een voorziening binnen deze erkenningscategorie toegewezen, wat het moeilijker maakte om flexibele cliënttrajecten op maat mogelijk te maken. De beschikking gold namelijk enkel voor deze ene voorziening. Met het modulair kader ontstaat er een aanbod van organisaties die verschillende modules aan kunnen bieden. Afhankelijk van de nood van de jongere zal deze één of meerdere modules van een organisatie kunnen gebruiken, dit vanuit het oogpunt dat er meer op maat van de jongere zelf en diens context gewerkt kan worden. 2. De modules Om alle componenten van de hulpverlening te kunnen omvatten, zonder te vervallen in een onoverzichtelijk geheel van naast elkaar bestaande vormen waaruit deze hulpverlening zou kunnen bestaan, is er voor gekozen om een beperkt aantal typemodules uit te werken. Deze typemodules worden, waar relevant, nog gedifferentieerd naar frequentie, intensiteit en duur (de FID parameters). Een voorbeeld: Typemodule contextbegeleiding: omvat wat vroeger vanuit thuisbegeleidingsdiensten, dagcentra, begeleidingstehuizen e.d. werd beschreven als thuisbegeleiding, gezinsbegeleiding, contextbegeleiding, werken in het netwerk, Kan opgesplitst worden in 3 varianten: contextbegeleiding met hoge, midden of basisintensiteit. De typemodules vormen de basis voor een technische en budgettaire berekening voor de samenstelling van de enveloppe waarover een organisatie zal beschikken. Voor de specifieke manier waarop dit gebeurt verwijzen we naar de nota Hertekening van het private aanbod Jongerenwelzijn: naar een modulair kader en naar de rondzendbrief d.d. 18 juli 2012. 2.1 Typemodule contextbegeleiding Contextbegeleiding wordt gezien als de centrale module binnen het vernieuwde hulpverleningslandschap. Contextbegeleiding omvat wat vroeger benoemd werd als thuisbegeleiding, gezinsbegeleiding, netwerkbegeleiding, Het is dus veel ruimer dan enkel de contacten met de vader en/of moeder. We begrijpen onder contextbegeleiding de aan hulpverleningsdoelstellingen gekoppelde begeleidingscontacten in en met het netwerk van de jongere. Dit betekent dat hulpverleningscontacten met school, CLB, de sociaal werker, de vertrouwenspersoon van de jongere, de trainer van de sportclub, hiermee gevat worden. De individuele begeleidingscontacten met de 4

jongere zijn ook gevat in deze module. De contacten die vervat zitten in deze module zijn in principe face-to-face. Contextbegeleiding kan mobiel (in de context) en ambulant (in de organisatie) gebeuren. 2.2 Typemodule Contextbegeleiding in functie van Autonoom Wonen Deze module omvat de vroegere BZW-begeleidingen, zowel vanuit de erkende diensten voor begeleid zelfstandig wonen (categorie 6) als vanuit de begeleidingstehuizen. Deze module sluit inhoudelijk sterk aan bij de module contextbegeleiding. Het is met het oog op de toekenning van de verblijfssubsidies 3 voor jongeren die autonoom wonen, dat hiervoor een afzonderlijke module ontwikkeld is. Deze verblijfssubsidies zitten niet in de enveloppe, wat betekent dat er op jaarbasis een eindafrekening zal zijn van het aantal keer dat deze module werd ingezet en er een subsidie werd betaald aan de minderjarige. De organisatie voor bijzondere jeugdzorg blijft hiervoor, net als voorheen, per kwartaal een overzicht van de minderjarigen die hiervoor in aanmerking komen bezorgen aan de dossierbehandelaar verificatie binnen Jongerenwelzijn. 2.3 Typemodule dagbegeleiding in groep Met dagbegeleiding in groep willen we het begeleidingsaanbod van de dagcentra een plaats geven. We blijven sterk geloven in de meerwaarde van een laagdrempelige begeleiding in groep, in combinatie met een sterke contextgerichtheid. Dagbegeleiding is de gerichte begeleiding van de minderjarige gedurende een deel van de dag, en behelst in hoofdzaak de periode na schooltijd en in vakantieperiodes. De begeleiding vindt in hoofdzaak plaats in de infrastructuur van de initiatiefnemer (ambulant) en wordt in groep georganiseerd. Ze heeft primair een hulpverlenende finaliteit. De module dagbegeleiding in groep is dus niet hetzelfde als dagbesteding. Dagbegeleiding wordt evenmin gezien als schoolvervangend, maar wel als naschools en ondersteunend. Dagbegeleiding in groep wordt altijd gekoppeld aan een module contextbegeleiding. 2.4 Typemodule verblijf (1-3 nachten, 4-7 nachten, al dan niet in een 1bis voorziening) Met de module verblijf bedoelen we de begeleiding van een jongere waaraan ook overnachting in de organisatie is voorzien. Hieraan zal ook steeds een module contextbegeleiding gekoppeld worden. Vanuit de ervaringen binnen het MFC experiment wordt de verblijfsfunctie verder gedifferentieerd naar verblijf van gemiddeld 1 tot 3 nachten per week (eerder gezinsondersteunend) en verblijf van gemiddeld 4 tot 7 nachten (eerder gezinsvervangend). De indicatiestelling door de verwijzers zal echter niet noodzakelijk zo gebeuren, en het blijft de bedoeling dat de jongere het aantal nachten verblijft passend bij zijn traject. Vanaf de opstart van IJH zal het noodzakelijk zijn om de intensiteit van verblijf wel te vermelden. 3 Cf. bepaling in het erkenningsbesluit: art. 53 septies 5: Voor personen die begeleid worden met een module contextbegeleiding in functie van autonoom wonen, kan, na uitputting van de procedure waaruit blijkt dat de betrokkene geen recht heeft op het leefloon en niet over voldoende eigen inkomsten beschikt, een subsidie worden uitbetaald die 1/365 bedraagt van het bedrag, vermeld in artikel 14, 1, 2. van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie. 5

2.5 Typemodule Kortdurend (Crisis)verblijf Dankzij de lineaire ombouw van 1 residentiële capaciteit op 12 (uitgezonderd de capaciteit erkend voor de opvang van -12-jarigen) en de mogelijkheid van een verblijf met een gemiddelde intensiteit van 1 tot 3 nachten per week, ontstaat de mogelijkheid om op organisatieniveau, en mits een goed capaciteitsmanagement, jongeren die nood hebben aan een kortdurend crisisverblijf op te nemen. In de eerste plaats kan dit gaan om jongeren uit de eigen voorziening, met bijvoorbeeld enkel een context- of dagbegeleidingsmodule, maar eventueel kan dit ook aangeboden worden aan externe jongeren. Deze typemodule kan aangeboden worden door elke organisatie die ook verblijf aanbiedt. 2.6 Typemodule Ondersteunende Begeleiding Onder deze module vallen pedagogische projecten, time out, ontheming, Deze kunnen ingezet worden los van, of gekoppeld aan andere modules. Een organisatie die 1 dergelijke module aanbiedt, begeleidt 12 jongeren dagelijks gedurende 2 weken (10 begeleidingsdagen). Ook hier geldt opnieuw het gemiddelde. Men kan dus ook de ene jongere een kort project van 2 dagen aanbieden, en een andere een project van meerdere weken. 3. Het traject 3.1. Toewijzing en wachtbeheer Eén van de doelstellingen van het EMK is dat er een kader gevormd wordt waarbinnen een meer vraaggerichte hulpverlening georganiseerd kan worden, naadloos aan te passen aan evoluerende vragen gedurende het traject. Door de combinatie van verschillende modules mogelijk te maken, kan er een hulpverleningsaanbod op maat van een jongere samengesteld worden. Concreet wil dit dus zeggen dat de verwijzer een hulpverleningspakket samenstelt op basis van de noden en mogelijkheden van de minderjarige en zijn context, en dit vertaalt in één of meerdere modules. Op deze manier is het EMK een voorloper op het toewijzen zoals dit binnen de integrale jeugdhulp zal gebeuren. Over de specifieke procedures van het indiceren en combineren van modules binnen IJH kan u meer terugvinden op de specifiek hiervoor uitgewerkte infodocumenten. Wanneer uit de constante vraagverheldering tijdens het hulpverleningstraject zou blijken dat er tijdens het hulpverleningstraject bepaalde modules kunnen uitgeschakeld of toegevoegd worden, dan zal dit vastgelegd worden in een nieuwe beschikking. Bij het indiceren van modules zijn er enkele beperkingen/verplichtingen, gebaseerd op de huidige regelgeving). Hierbij een overzicht van de huidige mogelijkheden en de beperkingen: Modules: (1) Contextbegeleiding (2) Contextbegeleiding autonoom wonen 6

(3) Dagbegeleiding in groep (4) Verblijf (5) Ondersteunende Begeleiding (6) Crisisverblijf Combinaties: - De modules contextbegeleiding, contextbegeleiding ifv autonoom wonen en ondersteunende begeleiding kunnen afzonderlijk ingezet worden. - De modules dagbegeleiding en verblijf moeten steeds gecombineerd worden met de module contextbegeleiding - De modules dagbegeleiding en verblijf kunnen niet gecombineerd worden voor één minderjarige. - De modules contextbegeleiding en contextbegeleiding ifv autonoom wonen kunnen niet gecombineerd worden. De link tussen de modules en de bestaande maatregelen Om een jongere te kunnen toewijzen aan een organisatie voor Bijzondere Jeugdzorg binnen het EMK blijven de bestaande maatregelen van toepassing. Het principe is: één minderjarige - één maatregel (bestaande uit 1 of meer modules). Net zoals voorheen kan er slechts één mobiele maatregel per gezin genomen worden (cf. bezetting). 4 4 Opmerking: indien de verwijzende instantie beslist om meerdere mobiele maatregelen te nemen binnen één gezin, zal in Domino slechts één minderjarige met de effectieve maatregel geregistreerd kunnen worden, voor de andere minderjarigen zal dit in Domino geregistreerd worden onder de maatregel thuisbegeleiding meerdere kinderen. 7

Beschikkingen: Beschikkingen worden opgemaakt aan de hand van enkele nieuwe termen en modules. Het feit dat de duur van de typemodules op 6 maand gezet is, heeft te maken met de inhoudelijke nadruk op constante vraagverheldering. De regelgevende termijnen van beschikkingen blijven behouden. Ook de intensiteiten die aan typemodules toegevoegd zijn (vb. hoge intensiteit contextbegeleiding, verblijf 1-3 nachten, ) hoeven niet in de beschikking opgenomen te worden. Indien de verwijzende instantie er belang aan hecht om op basis van de casus de keuze te expliciteren, kan dit uiteraard wel. Vanaf de opstart van IJH zal dit wel noodzakelijk zijn. Wijzigen van maatregelen: In de lopende dossiers hoeft niets gewijzigd te worden tot op het moment van verlenging of herziening maatregel. Correcte invoer van 'crisisverblijf': Indien bij aanvang van een mobiel traject geen crisisverblijf werd opgenomen in de indicatiestelling, maar dit in de loop van het traject alsnog moet ingezet worden, kan dit geregistreerd worden in Domino door in te voeren als aparte maatregel, begin- en einddatum van de opname in te voeren, en te selecteren time-out. In dat geval zal geen verrekening van de kinderbijslag plaatsvinden. De organisatie voor bijzondere jeugdzorg mag voor die periode geen P3-formulier invullen. 4 Organisatorische mogelijkheden en uitdagingen Zoals hierboven reeds eerder vermeld, past de invoering van het experimenteel modulair kader binnen de ruimere visie zoals weergegeven in de Staten-Generaal Jeugdhulp. De gevolgen van de keuzes voor modulering, het inzetten op contextbegeleiding, sociaal ondernemerschap en een aangepaste financiering hebben vanzelfsprekend een grote invloed op het hulpverleningslandschap, en in het bijzonder op organisatieniveau. Door de bundeling van deze zaken in een experimenteel modulair kader, willen we organisaties uitnodigen om hun sterktes te consolideren, maar hen bovendien ook uitdagen om het eigen kader te gaan evalueren en aan te passen om nog meer op maat werken mogelijk te maken. De instap in het EMK maakt wijzigingen mogelijk op vlak van samenstelling leefgroep, projecten, personeelsmanagement, innovatieve projecten, Dit kan echter enkel op voorwaarde dat het 8

vernieuwde profiel geen aardverschuiving veroorzaakt in het aanbod in de regio, en afgetoetst werd bij de verwijzende instanties en goedgekeurd door Jongerenwelzijn als erkennende en subsidiërende overheid. Een transparant aanbod Een organisatie kan er voor kiezen om bij de instap in het EMK dicht te blijven aanleunen bij de oorspronkelijke manier van werken. Het is echter ook mogelijk om een grondige herstructurering door te voeren om flexibiliteit en continuïteit beter en makkelijker mogelijk te maken. Een eerste stap om goed van start te kunnen gaan, is een transparant en duidelijk beeld te creëren van de (eventueel) vernieuwde werking, zowel ten aanzien van de cliënt, de verwijzende instanties als de eigen medewerkers. Welke modules worden er aangeboden; welke trajecten zijn er mogelijk binnen de eigen organisatie; zijn er teams anders samengesteld; worden de financiële middelen op een andere manier aangewend; wat is de invloed van een eventuele afbouw/ombouw/uitbreiding op het aanbod;? Door van bij de opstart in het EMK een antwoord te formuleren op dergelijke vragen, en een transparant model aan te bieden, of hiermee aan de slag te gaan, moet het mogelijk zijn om voor alle betrokken partijen duidelijkheid te scheppen of zich hier minstens voor te engageren. Beheer op organisatieniveau Eén van de expliciete beleidskeuzes is het stimuleren van organisaties tot sociaal ondernemerschap. Deze lijn wordt doorgetrokken in het modulair kader. Een voorbeeld hiervan is de enveloppenfinanciering, waardoor een organisatie meer mogelijkheden krijgt om een invulling te geven aan specifieke noden of uitdagingen van de organisatie. Een andere vorm van beheer op organisatieniveau is het flexibel inzetten van de verschillende modules. Om flexibele en continue trajecten toe te laten, voorzien we inhoudelijk geen strikte afbakening tussen bijvoorbeeld contextbegeleiding en contextbegeleiding i.f.v. autonoom wonen. Bij de module verblijf is er evenmin een arbitraire opdeling in het toekennen van een module met hoge intensiteit (4-7 nachten) of een lagere intensiteit (1-3 nachten). Eén van de doelstellingen van de registratie (zie verder) is het zicht krijgen op de totale inzet van de organisatie, en niet op cliëntniveau. Aan de huidige spelregels inzake de minimale bezettingsgraad van 80% wijzigt in het modulaire kader niets. Organisaties worden nog steeds verwacht een minimale bezetting van 80% van de erkende modules te halen, ook de bepalingen inzake het niet halen daarvan blijven ongewijzigd. De bezetting wordt berekend op het totaal aantal modules waarvoor de organisatie erkend is, en meer bepaald als volgt: de som van het aantal begeleidingsdagen volgens de maatregel in de verschillende typemodules/(totaal aantal modules*365)*100. Voorbeeld: Een organisatie is erkend voor 10 modules verblijf en 12 modules contextbegeleiding. Voor elke module wordt het totaal aantal dagen dat deze gekoppeld is via maatregel aan minderjarigen in het lopende jaar opgeteld (als elke typemodule gedurende het ganse jaar gekoppeld is aan minderjarigen is dat voor verblijf 10*365 (dus geen rekening houden met de mate waarin de jongere overnachtte in 9

de organisatie) en voor contextbegeleiding 12*365). Deze som wordt gedeeld door 22 (= totaal aantal erkende modules)*365, en dit wordt vermenigvuldigd met 100. Inzet op contextbegeleiding Zoals hierboven reeds aangehaald bij de bespreking van de modules, willen we alle EMK-organisaties stimuleren om ook concreet met en in de context te werken. Om de verwachtingen hierrond te concretiseren is er per organisatie een streefcijfer vastgelegd, gebaseerd op de erkenning van het aantal contextbegeleidingsmodules (i.f.v. autonoom wonen) en de intensiteit hiervan. Voorbeeld 1: Een inrichtende macht was erkend voor een thuisbegeleidingsdienst van 32 plaatsen en een dienst voor zelfstandig wonen van 16 plaatsen. Door te moduleren zal de organisatie beschikken over volgende modules: - Contextbegeleiding: 16 keer basisintensiteit, 13 keer middenintensiteit en 3 keer hoge intensiteit (= 51u). - Contextbegeleiding i.f.v. autonoom wonen: 3 keer basisintensiteit en 13 keer middenintensiteit (= 29u). Concreet wil dit zeggen dat deze organisatie 48 (32 + 16) jongeren begeleidt, en wekelijks minimaal 80u (51u + 29u)contextbegeleiding moet presteren. Afhankelijk van de noodzaak kan een cliënt de ene week dus intensievere contextbegeleiding krijgen dan een andere week. Ook de contextbegeleidingen en contextbegeleidingen ifv autonoom wonen, kunnen wanneer nodig als communicerende vaten gezien worden. In de handleiding bij het modulair kwartaal wordt concreter aangegeven welke contacten precies geregistreerd kunnen worden. Voorbeeld 2: Een begeleidingstehuis met een capaciteit van 28 moduleert zich naar een organisatie met een eerder gezinsvervangende leefgroep (intensiteit verblijf 4-7 nachten) van 11 jongeren en een eerder gezinsondersteunende leefgroep (intensiteit verblijf 1-3 nachten) van 15 jongeren. Deze organisatie kan 28u contextbegeleiding per week besteden aan 26 jongeren. Jongeren die in de eerder gezinsvervangende leefgroep verblijven kunnen uiteraard ook minder nachten aanwezig zijn, jongeren uit de andere leefgroep kunnen meer dan 3 nachten verblijven. Om een effectief gebruik van de modules mogelijk te maken, is het belangrijk dat de organisatie kan aantonen op welke manier ze invulling geeft aan deze flexibiliteit. Een goed uitgewerkte procedure rond het beheren van de capaciteit en de afstemming met het wachtlijstbeheer kan hiertoe bijdragen. We zien hierin een belangrijke rol voor de interne regie op organisatieniveau (zie verder). 10

Nadruk op contextbegeleiding en dynamisering van het residentiële aanbod. Zoals reeds eerder aangegeven wordt vanuit de visie van de Staten-Generaal Jeugdzorg en het Experimenteel Modulair Kader contextbegeleiding centraal gesteld. Dit heeft vooral voor begeleidingstehuizen belangrijke consequenties. Eerst en vooral wordt er binnen het EMK voor gekozen om 1 verblijfsplaats per 12 te dynamiseren. Dit wil zeggen dat er 1 verblijfsplaats wegvalt, maar dat er aan de 11 resterende verblijfsplaatsen 12 contextbegeleidingen gekoppeld worden. Op deze manier willen we alle organisaties ertoe aanzetten om voor élke jongere actief in de context te werken. Dit echter zonder afbreuk te doen aan de blijvende noodzaak voor sommige jongeren aan gezinsvervangende residentiële begeleiding. Om de verwachtingen hierrond te concretiseren is er per organisatie een streefcijfer vastgelegd, gebaseerd op de erkenning van het aantal contextbegeleidingsmodules (i.f.v. autonoom wonen) en de intensiteit hiervan. Voorbeeld 1: Een inrichtende macht was erkend voor een thuisbegeleidingsdienst van 32 plaatsen en een dienst voor zelfstandig wonen van 16 plaatsen. Door te moduleren zal de organisatie beschikken over volgende modules: - Contextbegeleiding: 16 keer basisintensiteit, 13 keer middenintensiteit en 3 keer hoge intensiteit (= 51u). - Contextbegeleiding i.f.v. autonoom wonen: 3 keer basisintensiteit en 13 keer middenintensiteit (= 29u). Concreet wil dit zeggen dat deze organisatie 48 (32 + 16) jongeren begeleidt, en wekelijks minimaal 80u (51u + 29u)contextbegeleiding moet presteren. Afhankelijk van de noodzaak kan een cliënt de ene week dus intensievere contextbegeleiding krijgen dan een andere week. Ook de contextbegeleidingen en contextbegeleidingen ifv autonoom wonen, kunnen wanneer nodig als communicerende vaten gezien worden. In de handleiding bij het modulair kwartaal wordt concreter aangegeven welke contacten precies geregistreerd kunnen worden, en op welke manier dit moet gebeuren. Door de beweging die ingezet is met het modulair kader willen we een transparanter en realistischer zicht krijgen op de functie verblijf. Door het afzonderlijk moduleren van de vroegere BZW-plaatsen in de module Contextbegeleiding Autonoom Wonen, de lineaire afbouw van 1 plaats op 12 en het afschaffen van de flexibele norm moet het voor alle betrokken partijen duidelijker worden hoe de verblijfsmodules van een organisatie ingevuld zijn. Organisaties die de module verblijf aanbieden, krijgen ook de mogelijkheid om de module crisisverblijf in te zetten. Dit kan doordat er ruimte vrijgekomen is door de lineaire afbouw, én omdat het mogelijk is dat een jongere al in de context verblijft. 11

Via registratie en bilaterale gesprekken willen we van nabij opvolgen welke impact deze wijzigingen zullen hebben. Het lijkt ons belangrijk dat organisaties een goed uitgebouwde visie hebben op de manier waarop ze invulling geven aan deze modules. Aanbieden van trajecten op maat Een transparant aanbod, beheer op organisatieniveau van zowel het budget als de invulling van de modules, flexibilisering van mogelijkheden binnen een bepaalde bandbreedte, het mag duidelijk zijn dat een goeie interne organisatie noodzakelijk is om vlotte trajecten te kunnen garanderen. Vanuit de MFC-ervaring worden enkele goede praktijken behouden binnen het EMK. De uitvoerige beschrijvingen van de MFC-standaarden nemen we niet over in de gewijzigde regelgeving. We doen een appel op de expertise, verantwoordelijkheid en sociale ondernemingszin van de organisaties om deze kernaspecten zelf gestalte te geven. Uiteraard kunnen de standaarden hierbij als inspiratiebron gelden. Voor meer informatie omtrent onderstaande begrippen verwijzen we graag naar het eindrapport MFC 5 Interne regie op cliëntniveau Een hulpverleningstraject voor een jongere op maat uitbouwen, gaat totnogtoe te vaak gepaard met belemmeringen of breuken. Door de nieuwe mogelijkheden van het EMK kan dit veel vlotter, mits de uitbouw van een interne regiefunctie. Dit wordt als volgt omschreven: Voor elke cliënt (of voor elk cliëntsysteem) wordt een interne regie geactiveerd die het verloop van het traject binnen de organisatie opvolgt, de verwijzende instantie van het verloop op de hoogte houdt, en de naadloosheid en eenduidigheid van het cliënttraject garandeert. De wijze waarop de interne regie op cliëntniveau vandaag gekoppeld wordt aan personen, kan variëren. De interne regisseur kan gekoppeld worden aan de functie van contextbegeleider, of de interne regisseur kan een eerder coördinerende functie zijn. Dit kan de organisatie zelf bepalen. Interne Regie op organisatieniveau Zoals reeds beschreven wordt het beheer van de capaciteit binnen een gemoduleerde organisatie een cruciale opdracht, die wordt vertaald in een interne regie op organisatieniveau. Ook hier wordt geen standaardmodel naar voor geschoven om (organisatorisch) invulling te geven aan deze functie, en zijn verschillende praktijken mogelijk. De interne regie op organisatieniveau heeft eveneens een belangrijke opdracht in de communicatie met het Centrale Wachtbeheer over beschikbare open plaatsen. Constante vraagverheldering 5 Eindrapport proefproject Multifunctionele Centra: http://wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn/inhetnieuws/eindrapport_mfc_2012.htm 12

Om trajecten op maat mogelijk te kunnen maken, moet constante vraagverheldering centraal staan in de begeleiding. Hieronder begrijpen we het op regelmatige basis nagaan of de aangeboden hulp nog altijd aansluit bij de noden van de betrokken personen. Dit kan resulteren in het bestendigen of wijzigen van de aangeboden modules. De constante vraagverheldering krijgt vorm door zowel intern (begeleidingscontacten, intervisie, supervisie, ) als extern (met de verwijzende instantie of andere betrokken partijen) overleg. Innovatieve projecten Binnen de Staten Generaal Jeugdzorg wordt vernieuwing expliciet naar voor geschoven. Deze lijn willen we binnen het modulair kader dan ook onmiddellijk meenemen. Organisaties die in het voorgaande jaar een bezettingsgraad hoger dan 85% hadden, kunnen een aanvraag doen voor een vernieuwend project of onderzoek, gericht op het mogelijk maken van flexibiliteit, creativiteit en innovatie, zonder veel administratieve belasting. Een innovatief project kan aan de hand van een dossier met toelichting omtrent de doelstellingen, duur en inhoud van het project ingediend worden bij Jongerenwelzijn. Bij goedkeuring wordt er een addendum toegevoegd aan het convenant om de contouren van het project aan te geven. 5 Opvolging, registratie en evaluatie 5.1 Opvolging De opstart van het Experimenteel Modulair Kader brengt zoals gezegd veranderingen met zich mee op tal van vlakken. Daarom werden er van bij de opstart in 2013 verschillende overlegorganen opgericht, zodat elk domein (financieel, organisatorisch, inhoudelijk) en elke actor (organisaties, werkgeversfederaties, verwijzende instanties, vakbonden, ) betrokken konden zijn. Bovendien werd elke organisatie die reeds ingestapt is in 2013 bezocht om diepgaander na te gaan welke impact de opstart van het EMK meebracht. De bevindingen van deze overlegmomenten zijn terug te vinden op de website van Jongerenwelzijn, in de vorm van verslaggeving, presentaties op reflectiedagen en een hoofdstuk veelgestelde vragen. Ook in 2014 willen we deze opvolging verder zetten. Dit zal op verschillende manieren gebeuren: enerzijds eerder thematisch (overleg met CANO, diensten die de module ondersteunende begeleiding aanbieden, organisaties met dagbegeleiding in groep, IKT, evaluatie van de enveloppefinanciering ) en anderzijds overkoepelend (de opvolgingscommissie, overleg met de koepels en met de vakbonden). Verder zullen we in de loop van het tweede en derde kwartaal een bezoek brengen aan alle organisaties die in 2014 instappen in het EMK om de impact op de organisaties kwalitatiever op te volgen. 13

5.2 Registratie De doelstelling van het registreren Het doel van registreren binnen het experimenteel modulair kader is niet het meten van de impact op cliëntniveau, maar wel wat de gevolgen zijn op organisatieniveau. Is er een verandering merkbaar van bezetting, wat is de effectieve inzet van de modules? Met de registratie beogen we dus geen meting van de individuele inzet ten aanzien van een jongere, noch een kwaliteitsbeoordeling, maar wel de gemiddelde inzet van een organisatie, en dat voor de verschillende modules die aangeboden worden. Concreet koppelen we de registratie aan de kwartaalstaten, om de administratieve impact en de tijdsinvestering zo beperkt mogelijk te maken, en anderzijds toch te komen tot een instrument dat relevante en correcte gegevens meet. Meer info over het instrument en de manier van invullen is terug te vinden in de bundel Handleiding registratiesysteem: het modulair kwartaal. 5.3 Evaluatie Aan de hand van de opvolging en de registratie zal er een continue evaluatie van het Experimenteel Modulair Kader gevoerd worden. Een formele neerslag van de eerste bevindingen zal uitgeschreven worden in het evaluatierapport EMK tegen uiterlijk 1 maart 2014. Verder zullen er in de loop van 2014 nog reflectiemomenten georganiseerd worden, zowel op regionaal als op Vlaams niveau. 14

6 Contact en helpdesk We hopen dat de opstart van een organisatie in het Experimenteel Modulair Kader behalve veel vragen ook een positieve dynamiek met zich meebrengt, en zal leiden tot een hulpverlening die op een efficiënte en doeltreffende manier kan verlopen. Op de website van Jongerenwelzijn (www.jongerenwelzijn.be ) zal een rubriek met veel gestelde vragen terug te vinden zijn, en daar ook verder aangevuld worden. Bovendien kan u daar vinden wie u kan contacteren mochten uw vragen toch niet beantwoord zijn. Contactgegevens binnen Jongerenwelzijn: Bram Antheunis Bram.antheunis@jongerenwelzijn.be 02/553.06.35 Geert Michiels (regio s Oost-Vlaanderen en Antwerpen) Geert.michiels@jongerenwelzijn.be 02/553.31.71 Kim Craeynest (regio s West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant-Brussel en Limburg) Kim.craeynest@jongerenwelzijn.be 02/553.38.06 15