ZELF-ANDER ORIËNTATIES IN LEVENSVERHALEN SELF-OTHER ORIENTATIONS IN LIFE-STORIES. J.H.F. (Hans) Tenten



Vergelijkbare documenten
Zelf-ander oriëntaties in levensverhalen

Diagnosticeren van Hechting-Depressie: een Distinctieve Benadering met de Zelfkonfrontatiemethode

Hechtingsrelaties en Kwetsbaarheid voor Depressie: Diagnose met de Zelfkonfrontatiemethode?

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

ZELF-ANDER ORIËNTATIES IN LEVENSVERHALEN SELF-OTHER ORIENTATIONS IN LIFE-STORIES. J.H.F. (Hans) Tenten

Validatie van een idiografische hechtingslijst. voor volwassenen in relatie tot ZKM-affecten. Validation of an idiographic attachment list

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Diagnosticeren van Kwetsbaarheidsrisico s voor Typen van Depressie: een Idiografische Benadering met de Zelfkonfrontatiemethode

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

Motivationele oriëntatie bij sociale vergelijking: Wanneer, waarom en met wie vergelijken?

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Tijdelijk en Toch Bevlogen

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis:

Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen. Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te.

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

Mentaal Weerbaar Blauw

LinkedIn Profiles and personality

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Invloed van Cognitieve Stimulatie in de Vorm van Actief Leren op de Geestelijke Gezondheid van Vijftigplussers

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

Depressieve Klachten bij Adolescenten: Risicofactoren op School en de Invloed. van Geslacht, Coping, Opleiding en Sport

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

en een Licht Verstandelijke Beperking Linda M. van Mourik

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and

Helma Hertenberg. Augustus Faculteit Psychologie. Open Universiteit Nederland. Afstudeerrichting: Gezondheidspsychologie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming

Transcriptie:

ZELF-ANDER ORIËNTATIES IN LEVENSVERHALEN Hermans waarderingstheorie in het perspectief van hechting, interpersoonlijke stijl en kwetsbaarheid voor depressie met verkenningen voor psychotherapie-integratie SELF-OTHER ORIENTATIONS IN LIFE-STORIES Hermans valuationtheory viewed from the perspective of attachment, interpersonal style and vulnerability for depression with explorations for psychotherapy-integration J.H.F. (Hans) Tenten Eerste Begeleider: Dr. R. Van Geel Tweede Begeleider: Dr. T. Houtmans December 2009, Faculteit Psychologie Afstudeerrichting Gezondheidspsychologie Open Universiteit Nederland

Voorwoord Medio 1973 klopte ik aan bij de decaan van de middelbare school om ideeën op te doen voor een tweede studiekeuze. Ik wilde graag naar de akademie voor lichamelijke opvoeding maar er waren zeer vele gegadigden. Wat te doen dus bij afwijzing. Ik herinner me dat ik me aangetrokken voelde tot de studie psychologie. Zonder daar overigens een duidelijk beeld van te hebben. Ik werd aangenomen op de akademie en daar leerde ik meer over psychologie en andere sociale wetenschappen. Na het behalen van mijn eerste graads bevoegdheid wist ik maar één ding zeker: nooit in het onderwijs. Ik kon aan de slag als psychomotorisch therapeut en volgde daartoe een voortgezette opleiding. Gaandeweg groeide mijn belangstelling voor de psychologie, in het bijzonder de praktische toepassing daarvan. Eind jaren 1980 kon ik onder voorwaarden instromen in de opleiding tot BIGgeregistreerd psychotherapeut. In 1998 heb ik de registratie behaald. Niet veel later ben ik een eigen praktijk begonnen. Het eeuwige studentschap naast de praktijk van alledag beviel me nog steeds. Ik besloot om ook het meer wetenschappelijke perspectief aan mijn bagage toe te voegen en kwam zo bij de Open Universiteit Nederland terecht. Eind 2006 klopte ik weer aan iemands deur. Ik had een afspraak met Rolf van Geel, docent psychologie, verbonden aan het OU-studiecentrum Nijmegen, met de bedoeling te brainstormen over een scriptieonderwerp. Ik had allerlei ideeën, té veel eigenlijk. Eén ding vond ik essentieel: een afstudeerscriptie te schrijven met verrijkende waarde voor mijn praktische werk. Het werd een lang en een aangenaam onderhoud met Rolf. Hij bood aan te participeren in een nogal groot opgezet onderzoek waar ook vier andere studenten deel aan zouden gaan nemen. De bedoeling was om binnen een onderzoekslijn aangaande de zelfkonfrontatiemethode levensverhalen op te tekenen en deze te onderzoeken op verbindingen met hechting, interpersoonlijke stijl en kwetsbaarheid voor depressie. Dit sprak me aan, vooral ook omdat ik mogelijkheden meende te zien om die begeerde lijn naar de praktijk te kunnen realiseren. De onderzoeksopzet lag in grote lijnen vast, maar ik kon met de onderzoeksgegevens in alle vrijheid mijn eigen verhaal optekenen. Het is uiteindelijk een mooie gezamenlijke onderneming geworden. Evan, Liduïn, Arjan en Tony: merci!! We hebben de zaakjes in een geoliede samenwerking met elkaar afgestemd. Wij gaan ieder weer onze eigen weg en ik wens jullie gezondheid, wijsheid en een mooie loopbaan toe. Rolf, jouw nooit aflatende enthousiasme en betrokkenheid, maar vooral ook je transparantie betreffende je persoonlijke visie (met een knipoog naar het interpersoonlijke paradigma) zijn van energieopwekkende waarde geweest. Dank ook voor de begeleiding, die paste in de stijl van het onderzoek: waarlijk persoonsgericht. Uiteraard ook een woord van dank aan de respondenten. Zij waren bereid twee maal een dagdeel vrij te maken zodat de onderzoeksopzet kon slagen. Veel waardering en bewondering heb ik voor het geduld, de steun en de interesse van mijn echtgenote en maatje Mieke. Merci!! En Jorinde, nog bedankt voor de Engelse les, en... nogmaals mijn waardering voor je lef om voor je eigen studie bij de eerste kennismaking met het vak psychologie een werkstuk over Freud te maken!! Ben ik me een trotse vader! To be human is to be related (H.S. Sullivan). Met liefde, Melick, December 2009. Voorwoord 1

Inhoudsopgave Voorwoord...................................................................................................................................................1 Samenvatting...............................................................................................................................................4 Summary.....................................................................................................................................................6 Inleiding.....................................................................................................................................................8 1. Literatuurstudie..................................................................................................................................... 10 1.1. Waarderingstheorie......................................................................................................................... 10 1.1.1. Achtergrond en filosofische situering: fenomenologie, pragmatisme en postmodernisme.................. 10 1.1.2. Een motivationele mensvisie..................................................................................................... 11 1.1.3. Narratieve psychologie: de mens als verhaal................................................................................ 12 1.1.4. Het verhaal in de waarderingstheorie: de zelfkonfrontatiemethode............................................... 13 1.1.5. Implicaties voor psychische gezondheid...................................................................................... 16 1.1.6. De ZKM in de hulpverlening..................................................................................................... 17 1.1.7. Een kritische noot..................................................................................................................... 18 1.2. Hechtingstheorie............................................................................................................................ 19 1.2.1. Oorsprong en achtergrond......................................................................................................... 19 1.2.2. De eerste relatie....................................................................................................................... 20 1.2.3. Interne werkmodellen voor hechtingsstijlen................................................................................ 21 1.2.4. Onderzoek.............................................................................................................................. 21 1.2.5. Implicaties voor psychische gezondheid...................................................................................... 24 1.2.6. Hechtingstheorie en hulpverlening............................................................................................. 24 1.2.7. Hechtingstheorie en waarderinstheorie....................................................................................... 25 1.3. Interpersoonlijke theorie................................................................................................................. 26 1.3.1. H.S. Sullivan (1882-1949).......................................................................................................... 26 1.3.2. De brug: Leary en de circumplextraditie.................................................................................... 27 1.3.3. Onderzoek: visualisering en vragenlijsten................................................................................... 28 1.3.4. Implicaties voor psychische gezondheid...................................................................................... 30 1.3.5. Interpersoonlijke psychotherapieën............................................................................................ 31 1.3.6. Interpersoonlijke theorie en waarderingstheorie.......................................................................... 32 1.4. De depressietheorie van Blatt........................................................................................................... 34 1.4.1. Van symptoom naar persoon..................................................................................................... 34 1.4.2. Twee primaire configuraties voor persoonlijkheid en psychopathologie.......................................... 34 1.4.3. Blatt s depressietheorie............................................................................................................. 35 Inhoudsopgave 2

1.4.4. Kanttekening: implicaties voor behandeling............................................................................... 36 1.4.5. Waarderingstheorie en depressietheorie..................................................................................... 37 1.5. Besluit: literatuurstudie met doelstellingen voor het onderzoek.......................................................... 38 2. Studie 1: Validering van zes ZKM-Clusters............................................................................................ 40 2.1. Inleiding......................................................................................................................................... 40 2.2. Methode......................................................................................................................................... 42 2.2.1. Onderzoeksgroep..................................................................................................................... 42 2.2.2. Procedure................................................................................................................................ 42 2.2.3. Meetinstrumenten................................................................................................................... 43 2.2.4. Analyse................................................................................................................................... 45 2.2.5. Resultaten............................................................................................................................... 45 2.2.6. Bespreking.............................................................................................................................. 49 3. Studie 2: Narratieve verkenningen......................................................................................................... 52 3.1. Inleiding......................................................................................................................................... 52 3.2. Methode......................................................................................................................................... 52 3.3. Enkele verkenningen....................................................................................................................... 53 3.4. Bespreking...................................................................................................................................... 61 4. Beschouwing, kritische reflectie, integratie............................................................................................ 63 4.1. Beschouwing................................................................................................................................... 63 4.2. Kritische reflectie: beperkingen en mogelijkheden............................................................................ 65 4.3. Beknopt betoog voor praktijkintegratie in de therapeutische hulpverlening........................................ 68 Literatuur.................................................................................................................................................. 71 Bijlagen...................................................................................................................................................... 81 Inhoudsopgave 3

ZELF- ANDER ORIËNTATIES IN LEVENSVERHALEN Hermans waarderingstheorie in het perspectief van hechting, interpersoonlijke stijl en kwetsbaarheid voor depressie met verkenningen voor psychotherapie-integratie J.H.F. (Hans) Tenten Samenvatting Binnen de waarderingstheorie wordt de mens gedefinieerd als gemotiveerd verhalenverteller. Met behulp van de aan de waarderingstheorie verbonden Zelfkonfrontatiemethode (ZKM) brengen mensen hun levensverhaal tot uitdrukking in korte kernachtige zinnen, waardegebieden genoemd. Deze verwijzen naar belangrijke ervaringen uit verleden, heden en toekomst. Aan de waardegebieden wordt gevoelsmatige betekenis verleend middels een affectentypologie. Deze typologie is georganiseerd rond zelf - en ander - dimensies en verwijst naar twee fundamentele strevingen: autonomie en verbondenheid, c.q. agency en communion. De waarderingstheorie kan gerekend worden tot een grotere groep van theoretische modellen welke een basale menselijk dualiteit veronderstellen. De metaconcepten agency en communion worden beschouwd als dé verbindende begrippen. Het zijn daarmee theorieën welke gaan over relaties: hoe verhoudt iemand zich tot zichzelf en hoe verhoudt iemand zich ten opzichte van anderen. De hechtingstheorie, de interpersoonlijke theorie en Blatt s depressietheorie kunnen eveneens tot deze groep van theoretische modellen gerekend worden. Overeenkomstig de hechtingstheorie vinden de eerste zelf-ander-oriëntaties hun beslag in een intern werkmodel voor zelf en ander. Interpersoonlijk gedrag wordt in de interpersoonlijke theorie verondersteld georganiseerd te zijn op twee dimensies: affiliatie (er bij horen) en status (dominantie, mate van autonomie). Blatt veronderstelt twee hoofdlijnen in de persoonlijke ontwikkeling: een introjectieve (ik-autonome) lijn en een anaclitische (interpersoonlijke) lijn. Overinvestering in een van beide lijnen kan, indien dit ten koste gaat van de andere lijn, leiden tot kwetsbaarheid voor een introjectieve (zelfkritische) of anaclitische (afhankelijkheids-) depressie. Met een globale verkenning van verbanden tussen de vier theoretische modellen wordt in dit onderzoek allereerst gestreefd naar constructvalidering van de ZKM. Bij 100 respondenten is door vijf onderzoekers met behulp van de ZKM het levensverhaal opgetekend. Hieraan werd met behulp van een ZKM-affectenlijst een gevoelsmatige betekenis gegeven. Tevens vulden de respondenten een drietal vragenlijsten in waarmee hechtingstijl, interpersoonlijke stijl en kwetsbaarheid voor depressie werd gemeten. Een aantal op de theorie gebaseerde veronderstellingen betreffende verbanden tussen de waarderingstheorie enerzijds en de hechtingstheorie, interpersoonlijke theorie en de depressietheorie van Blatt anderzijds worden in een kwalitatieve studie bevestigd. Naarmate het contrast tussen de als positief aangemerkte levensverhalen enerzijds en de als negatief aangemerkte levensverhalen anderzijds groter is blijken meer verschillen in hechtingstijl, interpersoonlijke stijl en kwetsbaarheid voor depressie naar voren te komen. In het algemeen blijken respondenten met een negatief gekleurd levensverhaal in tegenstelling tot respondenten met een positief gekleurd levensverhaal meer in verband te kunnen worden gebracht met drie vormen van onveilige hechting (angstig, vermijdend, gepreoccupeerd), een meer gereserveerd-afzijdige én onzeker-onderdanige en een minder zelfverzekerd-krachtige én levendig-enthousiaste interpersoonlijke stijl. Deze respondenten laten ook een grotere kwetsbaarheid voor depressie zien. De conclusie is dat er sprake is van convergente constructvaliditeit van de waarderingstheorie enerzijds met de drie andere theoretische modellen anderzijds. In een kwalitatieve studie worden vervolgens een aantal ZKM-typische verhalen geïllustreerd met individuele teksten en ZKM- Samenvatting 4

plaatjes. Hierbij worden tevens een aantal in studie 1 gevonden verbanden met hechtingstijl, interpersoonlijke stijl en kwetsbaarheid voor depressie op individueel niveau zichtbaar gemaakt. Geconcludeerd kan worden dat de kwantitatieve en kwalitatieve studie elkaar aanvullen. Tevens wordt de ZKM voorzichtig gekwalificeerd als een instrument met mogelijkheden voor idiografische narratieve assessment van hechtingstijlen, interpersoonlijke stijl en risicofactoren op depressie. Tot slot is het streven in deze scriptie ook om een verbinding te leggen met de praktijk. Daartoe wordt een kort betoog voor psychotherapie-integratie opgezet waarin onder meer verwezen wordt naar relevante informatie die in het theoretische gedeelte is opgenomen. Keywords: Zelfconfrontatiemethode, hechting, interpersoonlijke stijl, depressie Samenvatting 5

SELF-OTHER ORIENTATIONS IN LIFE-STORIES Hermans valuationtheory viewed from the perspective of attachment, interpersonal style and vulnerability for depression with explorations for psychotherapy-integration J.H.F. (Hans) Tenten Summary In valuationtheory human beings are defined as motivated storytellers. Connected with valuationtheory is the Self-Confrontation Method (SCM) used by respondents to express their life-story in short sentences, called valuations. Valuations refer to meaningfull experiences which refer to the past, present and future. By means of an affectypology emotional colour is connected with each valuation. This typology is organized around self and other - dimensions which refer to two fundamental motives: autonomy and connectedness or agency and communion. Valuation theory belongs to a bigger group of theoretical models that assume a basic duality in human existence. The meta-concepts agency and communion are viewed as the connecting concepts. The theoretical models are in essence theories about human relations: how do I relate to myself and how do I relate to others. Attachmenttheory, interpersonal theory and Blatt s depressiontheory can also be seen as belonging to this group of theoretical models. According to attachmenttheory the first self-other-orientations are formed in the first internal workingmodel for self and other. According to interpersonal theory interpersonal behavior is assumed to be organized along two dimensions: affiliation (belonging) and status (dominance, autonomy). Blatt assumes two lines of personal development: an introjective (autonomous) line and an anaclitic (interpersonal) line. Overinvestment in one line, when it is at the cost of the other line, can lead to vulnerability to introjective/ selfcritical or anaclitic/dependant depression. The first aim of this research is to realize, in study 1, a global exploration of relations between the four theoretical models in function of constructvalidation of the SCM. Five researchers interviewed a total of 100 participants with usage of the SCM. The participants gave emotional meaning to their valuations with the help of a list of 30 affectterms. They also filled in three questionnaires measuring attachmentstyle, interpersonal style and vulnerability for two types of depression. Several hypotheses, concerning relations between valuationtheory on the one side and attachmenttheory, interpersonal theory and depressiontheory on the other side could be accepted. The more contrasts (positive-negative) of emotional meaning between so called positive and negative stories the more differences were found on attachmentstyle, interpersonal style and vulnerability for depression. Overall, repondents with the more negative life-stories were connected stronger with three variants of insecure attachmentstyle (anxious, avoidant, preoccupated). They also could be connected with a more reservation-distancing ánd uncertain-submissive, and a less selfconfidant-powerfull ánd vividly-enthousiastic interpersonal style. These respondents also experience more vulnerability for depression. The conclusion is that we may assume constructvalidity of valuationtheory on one side with attachmenttheory, interpersonal theory and Blatt s depressiontheory on the other side. In a qualitative second study several SCM-typical stories are illustrated visually and with individual valuations. Also relations which were found in study 1 are made visible on an individual level. The main conclusion is that the quantative and the qualitative study enrich each other. Also the SCM can be tentatively qualified as an instrument with potential for idiografic narrative assessment of attachmentstyle, interpersonal style and vulnerability for depression. Summary 6

Finaly the aim of this research was to make a connection with psychotherapeutic practice. What can theory and research do for practice? For this purpose a short elaboration for psychotherapy-integration is presented in which is referred to relevant information which is described in the theoretical first part. Keywords: Self-Confrontation Method, attachment, interpersonal style, depression Summary 7