BETALINGSREGELINGENBELEID Versie 1.0 Datum 1 september 2017 Status definitief 1
Inhoud Begripsbepaling... 3 1. Inleiding... 6 2. Algemene uitgangspunten... 6 3. Verzoek... 6 4. Betalingsregelingen... 6 5. Voorwaarden... 8 6. Naleving betalingsregeling... 10 7. Beëindiging betalingsregeling... 10 8. Informeren... 10 2
Begripsbepaling Aanpak schrijnende gevallen: toepassing van maatwerk aan de hand van de specifieke situatie van de betrokkene ter voorkoming of oplossing van een evident onredelijke situatie. Aanwijzing Executie: Aanwijzing Executie van het College van procureurs-generaal (2014A013), Staatscourant 2017, 45837. Arrest: uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden of van een Gerechtshof. Beschikking Wahv: de beschikking op grond van artikel 4 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften waarbij een administratieve sanctie wordt opgelegd. Betrokkene: degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd bij een Wahv-beschikking. Bestrafte: degene jegens wie een strafbeschikking is uitgevaardigd. BRP-adres: Het adres afkomstig uit de Basisregistratie Personen. CJIB: Centraal Justitieel Incassobureau Convenant NVVK en CJIB: Convenant tussen de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet en het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Centraal Justitieel Incassobureau. Debiteur: degene die aan het CJIB een vordering verschuldigd is op basis van geldelijke sanctie. Dwangmiddel: inneming rijbewijs (Wahv), de buitengebruikstelling voertuig (BGS; Wahv), de gijzeling (Wahv en OM-afdoening), de vervangende hechtenis schadevergoedingsmaatregel en de lijfsdwang. Geldelijke sanctie: een opgelegde sanctie, inhoudende de verplichting tot betaling van een geldsom ingevolge de artikelen 4 Wahv (administratieve sanctie), 23 e.v. Sr (geldboete), 36 e Sr (ontnemingsmaatregel) en 36f Sr (schadevergoedingsmaatregel) alsmede inkomende geldelijke sancties ingevolge de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties. Gemachtigde persoon of instantie: Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die namens de verzoeker/debiteur/betrokkene optreedt in de procedure, voor zover de machtiging strekt. Incassofase: de fase die intreedt als in de inningsfase geen volledige betaling is verricht. In de incassofase kan met of zonder dwangbevel beslag worden gelegd op de goederen van betrokkene. Inkomende geldelijke sanctie: sancties die aan Nederland ter inning zijn overgedragen ingevolge de Wet van 27 september 2007 tot implementatie van het kaderbesluit nr. 2005/214/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 24 februari 2005 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties (PbEG L 76) (Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties 2008). Inningsfase: de fase waarin aan een betrokkene/bestrafte/veroordeelde een aanschrijving of (straf)beschikking dan wel aanmaningen wordt (worden) gezonden, tot op het moment dat de daartoe verleende termijn(en) is/zijn verstreken. Insolventieprocedures: de procedures van faillissement, surseance van betaling en de wettelijke schuldsaneringsregeling. MSNP: Minnelijke schuldregeling natuurlijke personen. 3
Moratorium: tijdelijke bevriezing van openstaande vorderingen NVVK: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet. OM: Openbaar Ministerie Rechtsmiddel: de wettelijke mogelijkheid om een strafrechtelijke gerechtelijke uitspraak Of (straf)beschikking te laten toetsen door een (hogere) rechter. RVV: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Schuldhulpverlenende instantie/schulddienstverlening: organisaties en bewindvoerders die één of meerdere diensten of producten uitvoeren op het gebied van schuldhulpverlening. Strafbeschikking: de op basis van art. 257a, 257b of 257ba Sv door de officier van justitie, opsporingsambtenaar dan wel bestuursorgaan uitgevaardigde strafbeschikking. Strafrechtelijke beslissing: alle rechterlijke beslissingen en strafbeschikkingen waarin straffen, bijkomende straffen dan wel maatregelen zijn opgenomen waaraan een uitvoeringscomponent vastzit. Veroordeelde: degene jegens wie een vonnis of arrest is uitgesproken waarin een sanctie is opgelegd. Wahv: Wet administratiefrechtelijke handhaving Verkeersvoorschriften. WAM: Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. WSNP: Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. 4
Toelichting Het CJIB is belast met de tenuitvoerlegging van geldboetes, schadevergoedings- en ontnemingsmaatregelen opgelegd bij rechterlijke beslissing of strafbeschikking. Tevens is het CJIB belast met de inning van de Wahv-sancties alsmede de tenuitvoerlegging van inkomende Europees geldelijke sancties. Het Wetboek van Strafvordering staat voor de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties betaling in termijnen of uitstel van betaling toe (artikel 561 lid 3 Sv). Deze wettelijke mogelijkheid wordt in de uitvoering terughoudend ingevuld. Dit zeer beperkt toestaan van betalingsregelingen is niet meer houdbaar vanuit het oogpunt van maatschappelijk verantwoord incasseren en overige ontwikkelingen op het gebied van geldelijke sancties. 1 Voor Wahv-sancties is mede anticiperend op de inwerkingtreding van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Wet USB 2 ) in 2015 al mogelijk gemaakt om een sanctie in termijnen te betalen. Nieuw beleidskader Een nieuw beleidskader voor betalingsregelingenbeleid zoals uit te voeren door het CJIB moet het mogelijk maken om voor strafrechtelijke sancties te komen tot een snelle en vooral zekere tenuitvoerlegging met inachtneming van de plicht tot tenuitvoerlegging. De plicht tot tenuitvoerlegging brengt met zich mee dat het CJIB in beginsel niet bevoegd is definitief geheel of gedeeltelijk af te zien van de tenuitvoerlegging van sancties. Ook voor Wahv-sancties geldt het uitgangspunt dat deze volledig dienen te worden betaald. 3 Daarbij moet de inning maatschappelijk verantwoord plaatsvinden met oog voor de financiële en persoonlijke omstandigheden van de debiteur. Het nieuwe eenduidige beleidskader moet voorzien in een adequate, snelle digitale - dienstverlening waar dit kan, en maatwerk waar dit nodig is. Om tot een zekere en volledige betaling te komen, worden de mogelijkheden tot het treffen van betalingsregelingen voor debiteuren verruimd in de inningsfase. Debiteuren die niet in staat zijn in één keer te betalen krijgen hierdoor meer mogelijkheden om de vordering(en) te voldoen. Zij stromen dan niet door naar de duurdere en meer ingrijpende incasso- en dwangfase. Verruiming van de mogelijkheden aan de voorkant van het inningsproces brengt een meer strikte handhaving van verhaalsmogelijkheden en dwangmiddelen met zich mee. Het nieuwe kader gaat verder uit van een optimale en consistente uitvoering ten aanzien van betalingsregelingen (rechtszekerheid en rechtsgelijkheid). Het betalingsregelingenbeleid moet een gestandaardiseerde en geautomatiseerde uitvoering door het CJIB mogelijk maken. Dit laat onverlet dat in het kader van maatwerk onder voorwaarden afwijkende regelingen kunnen worden getroffen. Basisgedachten die ten grondslag liggen aan het nieuwe uitvoeringsbeleid zijn: Initiatief nemen door (of namens) de debiteur duidt op betalingsbereidheid (wel willen). Het CJIB leidt de debiteur naar de meest passende regeling tot volledige betaling. Het CJIB biedt (proactief) ruime mogelijkheden tot het treffen van betalingsregelingen waarbij, van de verzoeker een strikte naleving van de betalingsregeling wordt verwacht. De mogelijkheden tot betalingsregelingen zijn aan de voorkant het meest ruim en worden stringenter naarmate aanvragen later in het proces worden ingediend (bijv. pas in de incasso- of dwangfase). Het CJIB stimuleert dat de betalingsregelingen zoveel mogelijk met de selfservice- mogelijkheden op de portalen van het CJIB worden aangevraagd. Het CJIB kan met instemming van het openbaar ministerie en de minister van Veiligheid en Justitie en met inachtneming van de bestaande bevoegdheden participeren in projecten en pilots waarbinnen betalingsregelingen worden getroffen voor geldelijke strafrechtelijke en Wahv-sancties. Samenwerking met gemeenten, bewindvoerders Naast burgers informeert het CJIB schuldhulpverlenende instanties, gemeenten en brancheorganisaties van bewindvoerders over de mogelijkheden van het treffen van betalingsregelingen. 1 Kamerstukken II 2013/14, 29279, 202, pag. 1 2 Kamerstukken 34086. 3 Zie voetnoot 2. 5
1. Inleiding 1.1 Het CJIB is namens het OM belast met de uitvoering van het beleid inzake de verzoeken tot het treffen van betalingsregelingen voor geldelijke sancties opgelegd in een beschikking Wahv dan wel een strafrechtelijke beslissing, als ook inkomende geldelijke sancties. 4 1.2 Dit document bevat de richtlijnen die door het CJIB bij het uitvoeren van het betalingsregelingenbeleid worden gehanteerd. 1.3 De inhoud van dit document is een nadere invulling van de kaders zoals opgenomen in wet- en regelgeving en beleidsregels van het OM. 5 Dit beleidskader sluit aan op het uitgangspunt tot maatschappelijk verantwoord incasseren van geldelijke sancties. 6 1.4 Indien uit de strafrechtelijke beslissing blijkt dat op grond van art. 24a Sr aan de verzoeker een betalingsregeling is toegestaan, voert het CJIB die - na de overdracht ter tenuitvoerlegging van de strafrechtelijke beslissing uit. 2. Algemene uitgangspunten 2.1 Bij toewijzing van een verzoek tot het treffen van een betalingsregeling of uitstel van betaling kunnen voorwaarden worden gesteld. 2.2 Toepassing van een standaardbetalingsregeling is het uitgangspunt. 2.3 Een betalingsregeling mag de tenuitvoerleggingstermijn van de afzonderlijke vorderingen niet overschrijden. 2.4 Percentagevoorstellen tegen finale kwijting komen, gelet op de plicht tot tenuitvoerlegging, niet voor honorering in aanmerking. 3. Verzoek 3.1 Uitgangspunt is dat een betalingsregeling via de aangeboden digitale dienstverlening wordt ingediend. Een verzoek kan ook telefonisch en/of per post worden ingediend bij het CJIB. 3.2 In geval van een telefonisch verzoek kan het CJIB van de verzoeker verlangen dat hij ten behoeve van de vastlegging en/of de benodigde gegevens alsnog een per post of via de aangeboden digitale dienstverlening een verzoek indient. 3.3 Een verzoek tot een betalingsregeling kan door de debiteur zelf worden ingediend, maar ook door een aantoonbaar door de debiteur gemachtigde persoon of instantie. In geval sprake is van een gemachtigde persoon of instantie, zoals een bewindvoerder of een schuldhulpverlener, communiceert het CJIB rechtstreeks met de gemachtigde persoon of instantie. 4. Betalingsregelingen I Algemeen 4.1 De wet biedt verschillende modaliteiten voor een betalingsregeling: een termijnbetalingsregeling of uitstel van betaling. 4.2 Na een verzoek beoordeelt het CJIB welke regeling in beginsel het meest passend is en leidt tot betaling. 4 Na inwerkingtreding van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, de wet USB (34086) voert het CJIB het betalingsregelingenbeleid mutatis mutandis uit onder verantwoordelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie. 5 In de ministeriele regeling onder de wet USB wordt een artikel gewijd aan betalingsregelingen. Dit artikel is in lijn met de beleidsregels van het OM en geeft een nadere invulling van het beleid. 6 Kamerstukken II 2014/15, 29 279, 244, p. 1 6
4.3 Het CJIB kent twee soorten betalingsregelingen: de standaardregeling en de maatwerkregeling. Standaardregeling Maatwerkregeling 4.4. Een termijnbetalingsregeling gaat uit van maandelijkse termijnen. 4.5 Indien een betalingsregeling wordt toegestaan dan wel uitstel van betaling wordt verleend, wordt de verdere inning en incasso van de vordering(en) opgeschort. II Standaardregeling 4.6 Een standaardregeling voor één of meer openstaande vorderingen (tezamen) kan worden getroffen onder de volgende voorwaarden: voor een enkele Wavh-sanctie voor de vordering die zich bevindt in de inningsfase (t/m tweede aanmaning) en voor alle andere vorderingen voor zover geen verhaal met dwangbevel of een dwangmiddelen/vervangende hechtenis wordt toegepast; met een totaal openstaand bedrag inclusief de verhogingen, zonder de administratiekosten, van ten minste 225,00; voor personen die op de pleegdatum nog geen 16 jaar oud waren, geldt dat het openstaand bedrag tenminste 112,50 of hoger dient te zijn. 4.7 Een standaardregeling voor een enkele Wahv-vordering kent een looptijd van 3, 6 of maximaal 12 maanden. Voor de overige standaardregelingen geldt een looptijd van maximaal 36 maanden. 4.8 Het termijnbedrag voor de standaardregeling en het aantal termijnen wordt bepaald door een staffel die wordt gepubliceerd op de website van het CJIB. De staffel(s) 7 kunnen worden begrensd tot een maximaal openstaand bedrag en maximum aantal maanden. III Maatwerkregeling 4.9 Een maatwerkregeling kent de volgende eigenschappen: 7 Voor een standaardregeling voor een enkele Wahv-vordering en de overige standaardregelingen kan een verschillende staffel worden gehanteerd gelet op wettelijke termijnen in de Wahv. 7
de regeling heeft betrekking op één of meer openstaande vorderingen met een openstaand bedrag, inclusief verhogingen, zonder de administratiekosten, van tenminste 225,00 of hoger; voor personen die op de pleegdatum nog geen 16 jaar oud waren, geldt een bedrag van tenminste 112,50 of hoger als minimumbedrag voor het toestaan van een maatwerkregeling (inclusief verhogingen, zonder de administratiekosten); de maatwerkregeling kan worden toegepast wanneer de standaardregeling niet mogelijk is of geen oplossing biedt; het CJIB wijst een verzoek tot het treffen van een maatwerkregeling in het algemeen af voor zover het verzoek vorderingen betreft die al in behandeling zijn genomen door de deurwaarder of waarvoor dwangmiddelen worden toegepast; de maatwerkregeling is bedoeld voor bijzondere situaties of omstandigheden. 4.10 De maatwerkregeling heeft in beginsel - een looptijd van maximaal 72 maanden 8. V Uitstel van betaling 4.11 Uitstel van betaling wordt slechts bij uitzondering en over een zo kort mogelijke periode verleend. Uitstel van betaling wordt in beginsel alleen verleend wanneer binnen afzienbare tijd zicht is op (deel)betaling. Uitstel van betaling voor onbepaalde duur wordt niet verleend. VI Betalingsregelingen en derden 4.12 De rechter respectievelijk de officier van justitie kan in het vonnis of arrest, respectievelijk de strafbeschikking een betalingsregeling toestaan die als zaakgerichte betalingsregeling wordt uitgevoerd door het CJIB. De paragrafen 6 (naleving) en 7 (beëindiging) zijn eveneens van toepassing op deze zaakgerichte regelingen. 4.13 Een deurwaarder kan zelf met een debiteur een betalingsregeling afspreken voor zover de opdracht van het CJIB aan de deurwaarder dat toestaat. Deze betalingsregeling valt buiten de werking van dit betalingsregelingenbeleid. 4.14 Een schuldhulpverlenende instantie kan met een debiteur een betalingsregeling afspreken met inachtneming van de afspraken zoals vastgelegd in het convenant van het CJIB met de NVVK. Deze betalingsregelingen vallen buiten de werking van dit betalingsregelingenbeleid. 4.15 Voor zover sprake is van insolventieprocedures (faillissement, surseance en WSNP) of een breed moratorium gelden de daarvoor toepasselijke regels. Indien na afloop van een WSNP- of een MSNP-regeling, faillissement of surseance van betaling voor nieuwe of resterende vorderingen een betalingsregeling dient te worden getroffen bij het CJIB, dan geldt het onderhavige kader voor het? betalingsregelingenbeleid. 4.16 Ketenpartners van het CJIB zoals politie of reclasseringsorganisaties mogen zelf geen betalingsregelingen treffen met debiteuren voor vorderingen van het CJIB. 5. Voorwaarden 5.1 De debiteur verleent medewerking aan het CJIB ten behoeve van de beoordeling van zijn verzoek om een betalingsregeling. Het CJIB kan van de verzoeker eisen dat hij bewijzen van zijn inkomen en/of vermogen verstrekt, om zijn betalingsonmacht aan te tonen en/of om de betalingscapaciteit te kunnen bepalen. 5.2 Als algemene voorwaarde voor het verlenen van een betalingsregeling geldt dat nieuwe opkomende geldelijke sancties waarvan de invordering aan het CJIB is opgedragen tijdig, dat wil zeggen uiterlijk tot het einde van de inningsfase, worden voldaan. 8 Met inachtneming van de tenuitvoerleggingstermijn. 8
5.3 Als uitzondering op artikel 5.2 geldt dat het per verzoeker mogelijk is om één keer een nieuwe vordering die is ontstaan na het treffen van een regeling te voegen in een lopende betalingsregeling. 5.4 Als bijzondere voorwaarden voor het verlenen van een betalingsregeling kunnen onder andere worden gesteld: het doen van betalingen via een machtiging tot automatische incasso; het hebben van een BRP-adres 9 dan wel een ander opgegeven adres; het verzekeren en keuren van het voertuig in de zin van de WAM of RVV; het schorsen of van naam halen van kentekens; het melden van een wijziging in de financiële situatie van de debiteur; het doorgeven van een bankrekeningnummer. 5.5 Een verzoek tot het treffen van een betalingsregeling wordt in ieder geval afgewezen als: de medewerking van de verzoeker naar het oordeel van het CJIB onvoldoende is; verwijtbaar onjuiste gegevens worden verstrekt; de gevraagde gegevens niet binnen de gestelde termijn worden verstrekt; de betalingsregeling zich over een voor het CJIB niet redelijke termijn uitstrekt; de betalingsproblemen structureel zijn en een betalingsregeling volgens het CJIB geen uitkomst zal bieden. 5.6 Een betalingsregeling kan worden afgewezen: indien de debiteur in de afgelopen 12 maanden een betalingsregeling met het CJIB verwijtbaar niet is nagekomen; de betalings- of vermogenscapaciteit zodanig is dat de schulden direct geheel of gedeeltelijk kunnen worden voldaan. 5.7 De volgende vorderingen kunnen pas na onherroepelijke uitspraak worden meegenomen in een betalingsregeling: vordering waartegen een rechtsmiddel (beroep tegen de beschikking, verzet tegen verhaal, verzet tegen de strafbeschikking), dat is ingesteld door de verzoeker, aanhangig is; vorderingen die bij strafbeschikking zijn opgelegd en die voor het nemen van een beslissing over het vervolg van de zaak zijn overgedragen aan het OM. 5.8 Een zaakgerichte betalingsregeling, zoals bijvoorbeeld door de rechter of de officier van justitie is toegestaan in de strafrechtelijke beslissing, wordt bij het toestaan van een standaard- en maatwerkregeling daarin opgenomen. 5.9 Tot het moment dat een betalingsregeling of uitstel van betaling wordt toegestaan door het CJIB loopt de tenuitvoerlegging van de openstaande vorderingen in beginsel door. 5.10 Bij strafbeschikkingen kan in bijzondere omstandigheden ter beoordeling aan het OM worden voorgelegd of omzetting door het OM naar een niet-geldelijke sanctie tot de mogelijkheden behoort. 5.11 Een door het CJIB toegestane betalingsregeling kan alleen indien noodzakelijk worden aangepast ten gevolge van veranderde omstandigheden ten aanzien van de debiteur met inachtneming van de kaders van dit betalingsregelingenbeleid, zoals bijvoorbeeld de maandelijkse termijnen en staffels van een standaardregeling. 9 Of KVK-adres. 9
6. Naleving betalingsregeling 6.1 De verzoeker wordt geacht de betalingsregeling na te komen overeenkomstig de vastgestelde termijnbedragen en gestelde voorwaarden. 6.2 Zolang de betalingsregeling loopt c.q. uitstel van betaling is verleend, worden de betreffende zaken stilgelegd in de fase waarin zij zich op dat moment bevinden. 7. Beëindiging betalingsregeling 7.1 De betalingsregeling eindigt als alle betalingen zijn voldaan binnen de gestelde termijnen of de openstaande vorderingen anderszins zijn voldaan, dan wel indien het CJIB de betalingsregeling (voortijdig) beëindigt. 7.2 Het CJIB kan (voortijdig) de betalingsregeling beëindigen indien: niet aan de voorwaarden wordt voldaan waaronder de betalingsregeling is toegestaan; tijdens de looptijd van de betalingsregeling blijkt dat er onjuiste gegevens zijn verstrekt; de aanleiding voor het verlenen van de betalingsregeling is weggevallen; de financiële omstandigheden van degene aan wie de betalingsregeling is toegekend zodanig veranderen of zijn veranderd dat het naar het oordeel van het CJIB onjuist is de betalingsregeling te continueren; de debiteur failliet wordt verklaard, hem surseance wordt verleend, hij wordt toegelaten tot de MSNP of WSNP of ten aanzien van hem het breed moratorium in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening van toepassing wordt verklaard. 7.3 Indien de verzoeker het termijnbedrag van een betalingsregeling niet binnen de gestelde termijn betaalt, dan stuurt het CJIB eenmalig een betalingsherinnering om de verzoeker in de gelegenheid te stellen om het bedrag alsnog te voldoen. In de betalingsherinnering wordt aangegeven dat het CJIB binnen de eerstvolgende termijn zowel het reguliere bedrag als het bedrag dat eerder niet is betaald, moet hebben ontvangen. 7.4 Indien bij de volgende termijn zowel het eerder nog niet betaalde termijnbedrag als het volgende termijnbedrag niet volledig is voldaan, dan wordt de betalingsregeling beëindigd. De vordering van het nog openstaande bedrag is onmiddellijk en in zijn geheel opeisbaar. De debiteur krijgt 30 dagen om het totaal openstaande bedrag in één keer te voldoen. Na deze 30 dagen wordt de tenuitvoerlegging hervat van de zaken waarvoor de betalingsregeling is verleend. 7.5 Na een voortijdige beëindiging van de betalingsregeling, wordt de tenuitvoerlegging in beginsel hervat in de volgende fase waarin de vordering(en) op het moment van het treffen van de persoonsgerichte betalingsregeling waren stilgelegd. 8. Informeren 8.1 Het CJIB informeert de verzoeker over het toestaan dan wel afwijzen van de betalingsregeling. Bij het toestaan van een betalingsregeling wordt de verzoeker geïnformeerd over: de vorderingen die zijn meegenomen in de regeling; de ingangsdatum c.q. termijnen en termijnbedragen; de algemene en eventueel bijzondere voorwaarden; de gevolgen van niet naleving van de regeling. 8.2 Ingeval een verzoek wordt afgewezen of de betalingsregeling voortijdig wordt beëindigd door het CJIB, informeert het CJIB de verzoeker over de reden van de afwijzing c.q. de beëindiging en de vervolgstappen van het CJIB. 10
8.3 Indien het slachtoffer heeft aangegeven dat hij/zij wil worden geïnformeerd over de inning van de schadevergoedingsmaatregel dan wordt het slachtoffer geïnformeerd dat een betalingsregeling met het CJIB is getroffen c.q. voortijdig is beëindigd. 8.4 In het bericht van het CJIB aan de verzoeker waarin de verzoeker geïnformeerd wordt over een betalingsherinnering dan wel beëindiging van de betalingsregeling wordt aangegeven wat de debiteur moet doen om verdere tenuitvoerlegging te voorkomen. 11