2014-2015. Inburgering en ISK



Vergelijkbare documenten
Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie in het buitenland

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie in het buitenland

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie in het buitenland

Inburgerings- examen: voorwaarde voor naturalisatie

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie in het buitenland

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie in het buitenland

Informatiebijeenkomst BVNT2. Mohammed el Hamdaoui Beleidsadviseur DUO

Inburgeren voor asielmigranten

Inburgeren voor asielmigranten

Dit is het schema zoals dat vanaf 1 januari 2015 geldt.

Informatie over naturalisatie en inburgering

Inhoudsopgave. Bent u inburgeringsplichtig? 4 Op tijd inburgeren 4 Zelf regelen 4 DigiD 4

Informatie over naturalisatie en inburgering

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie

Inburgeren voor asielmigranten

Beleidsregels Wet taaleis gemeente Schouwen-Duiveland

Inburgeringsexamen: voorwaarde voor naturalisatie

Inburgeren voor asielmigranten

Europese feestdagen 2017

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft,

b. Uitkering: de door het college verleende bijstand in het kader van de Participatiewet

inburgering.graafschapcollege.nl

INBURGEREN VERGOEDING INBURGERINGSDIPLOMA: GELD TERUG

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Beleidsregels Wet taaleis Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2016

INBURGEREN EXAMEN DOEN EXAMEN DOEN VOOR INBURGERING OF NATURALISATIE

examen doen voor inburgering of naturalisatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2015 Inburgering en ISK

Beleidsregels Wet taaleis gemeente Vlagtwedde

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder,

Beleidsregels Wet Taaleis Participatiewet Meierijstad 2017

CVDR. Nr. CVDR397168_1

Beleidsregels Wet taaleis gemeente Mook en Middelaar 2016.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregels taaleis Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek

Beleidsregels Wet taaleis 2016 gemeente Druten

overwegende dat het wenselijk is nadere regels met betrekking tot de uitvoering van de Wet Taaleis vast te leggen, b e s l u i t e n:

Inburgeren; vergoeding

Inburgering Jacqueline van Swaaij Noorderpoort Rudi Knol Alfa-college

Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland

Beleidsregel Taaleis Participatiewet gemeente Bronckhorst Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

Het college van burgemeester en wethouders van Montferland,

Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland

nr Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 31 januari 2017

Beleidsregel Wet taaleis 2016

Beleidsregels Wet taaleis 2016

Model 2.22a Adviesblad naturalisatie (geldig vanaf 1 april 2010)

Inburgeren Examen doen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Inburgeren; om te beginnen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de Rijkswet op het Nederlanderschap en het Besluit Naturalisatietoets;

VERORDENING WET INBURGERING GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN 2012

tieve En Ect Educa traj

Inburgeren in Inburgering. Wilma Smit Noorderpoort Rudi Knol Alfa-college

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau

Integratie en Samenleving. Nieuwe beleidsontwikkelingen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

overwegende dat het om redenen van rechtszekerheid en doelmatigheid wenselijk is om beleidsregels vast te stellen inzake de taaleis Participatiewet;

hoe moet ik inburgeren? informatiebrochure over de wet inburgering

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oldambt 2015

Scholieren en mbo-studenten uit de EU/EER Tegemoetkoming lesgeld

Inburgeren Geld lenen

Rapport Analyse inburgeringsvereiste RANOV. Juli 2012

Educatietrajecten

Hoofdstuk I Algemeen. Hoofdstuk II Taaleis. Hoofdstuk IV Taaltoets. Beleidsregels Wet taaleis Oldebroek 2016

Inburgeren; geld lenen

hoe moet ik inburgeren? informatiebrochure over de wet inburgering

Hoofdstuk IV Kennisgeving, bereidverklaring en aanbod taaltraject 3

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Artikel 3 Taaltoets De taaltoets wordt uitgevoerd door nog een nader te bepalen organisatie.

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregels Wet taaleis Oldebroek Hoofdstuk I Algemeen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verhuizen naar het buitenland en uw zorgverzekering

documentnr.: INT/M/16/24656 zaaknr.: Z/M/16/30986 Beleidsregels Wet taaleis 2016

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 20 april 2016 Betreft Voortgang inburgering

Inburgeren. In de Hoeksche Waard

Cursussen voor volwassenen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Project Taalcoaches. 1 januari december Locatie Moerdijk. Vluchtelingenwerk Brabant-West. Projectvoorstel taalcoaches.

INBURGEREN GELD LENEN GELD LENEN VOOR CURSUS EN EXAMEN

VIP & Educatie ten behoeve van maatschappelijke participatie en re-integratie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Sectorgids Educatie OnderwijsBoulevard

College van B&W. Leden van de gemeenteraad. Informatie over de uitvoering van Wet inburgering. Geachte dames en heren,

Betalingsachterstand bij handelstransacties

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

ENQUÊTE OVER DIVERSITEIT OP HET WERK EN ANTIDISCRIMINAT

Schets van het onderwijsprogramma. Route 2, 16+ mbo entree. april 2016

besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels: Beleidsregels Wet taaleis Goeree- Overflakkee.

Wat is duaal inburgeren?

Transcriptie:

2014-2015 Inburgering en ISK

1. Inleiding De ambitie voor het inburgeringbeleid richt zich vooral op het creëren van kansen voor mensen die mede doordat ze onze taal niet spreken en schrijven problemen ondervinden bij het meedoen aan de samenleving. Meer dan voorheen maakt educatie deel uit van het totale sociale beleid. Scholing en educatie zijn dus geen doel op zich, maar instrumenten om andere doelen op deelterreinen van lokaal beleid zoals werkgelegenheid, sociale zaken, allochtonenbeleid, ouderenbeleid, jeugd- en jongerenbeleid, lokaal onderwijsbeleid, emancipatie, sociale vernieuwing en sociale veiligheid te realiseren. Algemeen: Op 1 januari 2013 is de Wet inburgering veranderd. Kort komt het erop neer dat het elektronisch praktijkexamen (EPE) en het decentraal praktijkexamen komen te vervallen. De vaardigheden lezen, luisteren en schrijven in de Nederlandse taal op niveau A2 van de verzoeker worden getoetst. De onderdelen toets gesproken Nederlands (TGN) en kennis Nederlandse samenleving (KNS) blijven bestaan. Verzoekers om naturalisatie die op 1 januari 2013 al bezig zijn met het inburgeringsexamen oude stijl (tot 1 januari 2013), krijgen 2 jaar de tijd om het inburgeringsexamen oude stijl af te maken. Deze verzoekers kunnen er ook voor kiezen om het inburgeringsexamen oude stijl niet af te maken, maar het inburgeringsexamen nieuwe stijl af te leggen. Verzoekers die na 1 januari 2013 beginnen met het afleggen van het inburgeringsexamen, zullen dus zowel het inburgeringsexamen oude stijl als nieuwe stijl kunnen doen. Dit betekent dat in ieder geval vanaf 1 januari 2013 twee verschillende inburgeringsdiploma s overgelegd kunnen worden. Als u het inburgeringsexamen haalt op niveau A2, krijgt u een inburgeringsdiploma. Met dit diploma kunt u naturalisatie aanvragen. In principe moet iedereen die Nederlander wil worden het inburgeringsexamen doen. Als u andere diploma s of certificaten hebt, hoeft u soms het examen niet te doen. Voor meer informatie over het inburgeringsexamen, kijk op of bel de inburgeringtelefoon van DUO, te bereiken op 050-599 9600 of lees de brochure van de IND Inburgeren: voorwaarde voor naturalisatie. Inburgering en ISK Pagina 2 van 31

2. Opbouw van de Organisatie Bevoegd gezag Het bevoegd gezag van het is het College van Bestuur van het Koning Willem I College. De Raad van Toezicht van het oefent het toezicht uit op het College van Bestuur. De Raad van Toezicht voor het is tevens het bestuur van de Stichting Regionaal Onderwijs Centrum s-hertogenbosch. Wat is het DNA van het? Missie Het resultaat van de leerling is de reden van ons bestaan. Iedereen heeft recht op een goede opleiding. Een opleiding waarmee je ambities kunt waarmaken en talenten benutten. Zodat mensen kunnen groeien en sterk genoeg zijn om hun eigen toekomst vorm te geven. De maatschappij heeft goed opgeleide mensen nodig, die prima functioneren en actief -met kennis en kunde- hun bijdrage leveren aan de samenleving. Hier ligt de verantwoordelijkheid van het : we vinden dat we er alles aan moeten doen om de leerling de best mogelijke opleiding te geven. Voor de leerling zelf, maar ook voor de gemeenschap. Visie Gewoon een goede school. We luisteren naar de maatschappij en onderschrijven de roep om kwaliteit en degelijkheid van het onderwijs. Een Community College kent een groot aantal verschillende onderwijsvormen, die allemaal hun eigen dynamiek en organisatievorm hebben. We richten ons volledig op onderwijs van hoge kwaliteit. Structuur, duidelijke regels en heldere afspraken vormen daarvan de basis. Kernwaarden Wij zijn een Community College: We zijn een gemeenschap van lerenden,delen principes, waarden en normen en dragen een brede maatschappelijke visie uit die onze community ten goede komt. We spreken alle talenten aan: Iedereen beschikt over waardevolle talenten. We ontwikkelen deze op basis van leerderskenmerken. We voeden creatief denken: Met het concept van de School voor de Toekomst -onze kraamkamer voor het nieuwe leren- ontwikkelen we innovatieve en betekenisvolle leerprocessen voor de leerling. Deze zijn gebaseerd op denkvaardigheden waarbij creativiteit en meervoudige intelligentie een belangrijke rol spelen. We verleggen grenzen. Onderwijs is continu in beweging. We zoeken steeds weer de grenzen op om de leerling het beste te kunnen bieden. Zo kan de leerling ook het beste uit zichzelf halen. We gaan voor een betere wereld: We geloven in een betere wereld. Onze basis: respect voor de mens, religies, achtergronden en geaardheid. We tonen respect voor alles wat leeft op onze planeet. Wat voor soort organisatie is ons college? Het is een school voor beroepsonderwijs en educatie. We staan midden in de samenleving. Echt een Community College dus. We vormen het bruisende middelpunt van allerlei binnen- en buitenschoolse activiteiten met één helder doel: leren. We vinden dat iedereen recht heeft op een goede opleiding. En de kans moet krijgen zich te ontwikkelen tot een gewaardeerd en gerespecteerd lid van de maatschappij. Daarom staat bij ons het succes van de leerling centraal. Dat succes bereiken we door gewoon een goede school te zijn. Met gewoon goed onderwijs. Onze basis: structuur, duidelijke regels en afspraken. Met gewoon goede leraren die, zichtbaar, weldoordacht en weloverwogen doceren. En met oog voor de eisen die de leerling aan het onderwijs stelt: sociaal maar ook streng, met duidelijk omschreven doelstellingen. Daarbij heeft de leerling natuurlijk de vrijheid zijn eigen leerwegen uit te zetten en Inburgering en ISK Pagina 3 van 31

zijpaden te kiezen. Het geeft de leerling volop mogelijkheden om zijn ambities waar te maken, zijn talenten te benutten en zo vorm te geven aan zijn eigen toekomst. Kwaliteitszorg Het College van Bestuur van ons college gaat voor systematische zorg voor kwaliteit. Daarbij zijn de ambities van de overheid leidraad. Dit is neergelegd in de strategische kadernotities van het college. Bovenaan het lijstje staat: ons college voldoet aan de wet, altijd. Het systeem voor kwaliteitszorg van ons college berust op de zogeheten Deming-cirkel: Plan: Beslis wat je belooft. Do: Doe het. Check: Kijk wat je gedaan en bereikt hebt. Act: Stel eventueel bij / beslis opnieuw. Interne audit Elke twee jaar onderwerpen we elke organisatie-eenheid aan een kwaliteitsonderzoek. Uitgangspunt is: wanneer vindt óns college zijn prestaties nou eigenlijk goed. We hebben voorzien in een uitgebreide evaluatie. Normen, wegingaspecten, werkwijze, het handhaven van de consistentie enzovoort komen dan aan bod. Kwaliteit personeel Het is gewoon een school waar de leerkracht zichtbaar, weldoordacht en weloverwogen doceert. Onze docenten geloven in hun rol: ze willen leerlingen een basis geven om langzaam te kunnen veranderen in zelflerende mensen. Mensen die zichzelf kunnen motiveren, evalueren en reguleren. Onze docenten willen gewoon een goede leraar zijn, die leerlingen activeert en expliciet aandacht besteedt aan vakoverstijgende vaardigheden die het leren ondersteunen. Denk aan het aanleren van verschillende strategieën om problemen op te lossen, om te reflecteren, om creatief te denken. Maar onze leraren tonen ook betrokkenheid voor de leerling als persoon. Ze durven na te denken over hun eigen competenties! En zijn een inspirerend voorbeeld van professionaliteit, wijsheid, kennis, vaardigheden en attitude. Om de kwaliteit van docenten te borgen biedt het leergangen aan, als onderdeel van het professionaliseringsbeleid beschreven in de beleids- en uitvoeringsnotitie professionalisering. De leergangen zijn te volgen in het kader van promotie als ook in het kader van het verplichte onderhoud. Inburgering en ISK Pagina 4 van 31

3. De afdeling Educatie Kader Van de Nederlandse bevolking is tien procent laaggeletterd. Dat wil niet zeggen dat zij geen letter kunnen lezen of schrijven, al zijn die mensen er ook bij. Laaggeletterd zijn betekent dat je niet in staat bent om de schriftelijke informatie van alledag te begrijpen en daarop te handelen. Ook moet niet alleen worden gedacht aan taalbelemmeringen, ook een gebrek aan basale reken- en computervaardigheden zijn belemmeringen om niet mee te kunnen doen in het hoge tempo van de huidige maatschappij. Met de intrede van nieuwe media maar ook een verdere automatisering bij tal van organisaties worden de drempels voor laaggeletterden steeds hoger. Zo is een WW uitkering al niet meer aan te vragen zonder gebruik te maken van een computer, Internet en email. We moeten daarom in blijven zetten op de ontwikkeling van de basisvaardigheden. De afdeling Educatie heeft door het inzetten van educatietrajecten de ambitie om kansen voor mensen te creëren. Dan gaat het vooral om mensen die mede door een (te) laag opleidingsniveau problemen ondervinden bij het participeren in de samenleving. Steeds meer maakt educatie deel uit een samenhangend sociaal beleid. Scholing en educatie zijn immers geen doel op zich, maar instrumenten om andere doelen op deelterreinen van lokaal beleid te realiseren. Denk aan doelen in het beleid rondom participatie, arbeidsmarkt, diversiteit, senioren, jeugd en vrijwilligers. Daarom is het in onze ogen ook zo belangrijk om met tal van organisaties samen te werken, zoals SW-bedrijven, het bedrijfsleven, vluchtelingenwerk, buurthuizen, welzijnsorganisaties, CWI s (o.a. het servicepunt Leren en Werken) en het UWV. Hierdoor hebben we een goed beeld hoe je effectief en efficiënt met partners in de activeringsketen en op de regionale sociale kaart moet omgaan. Educatie is van groot belang omdat het: Onmisbaar en vereist is voor het meedoen in de samenleving. Een bijdrage levert aan volwaardig burgerschap, participatie, maatschappelijke stabiliteit en sociale cohesie. Zich richt op het voorkomen en wegwerken van achterstanden. Gelijke kansen en perspectieven creëert voor het bereiken van minimaal het niveau van een maatschappelijke startkwalificatie om zo de kans op een zelfstandige en onafhankelijke positie te vergroten. Niet alleen is gericht op het verwerven van bepaalde competenties (taal, rekenen en ict vaardigheden), maar ook op doorgeleiding naar maatschappelijke participatie, het behalen van startkwalificaties en, het verwerven van duurzame arbeid. De eigen verantwoordelijkheid en het initiatief van de cursisten centraal stelt in de aanpak; het voorkomen en wegwerken van taal/reken en ict achterstanden, het creëren van gelijke kansen en perspectieven en het bereiken van minimaal het niveau van sociale zelfredzaamheid om zo de zelfstandige en onafhankelijke positie te vergroten. Naast de eigen verantwoordelijkheid van de cursisten is ook een brede betrokkenheid van de samenleving als geheel en de relevante ketenpartners nodig om succesvolle en duurzame resultaten te behalen. Resultaatgericht is. Om dit te realiseren, is sprake van een gedifferentieerd aanbod dat past bij de mogelijkheden en ambitie van de cursisten (maatwerk). Zelfstandig Arbeids- toeleiding Sociale contacten KW1C- EDUCATIE functioneren Hoe gaat de afdeling Educatie dit realiseren? Maatschappelijke zitten, de loopbaan van de Door in korte tijd in kaart te brengen Arbeidswaar de kwaliteiten van de cursisten activering cursisten in kaart te brengen, een snelle start te maken en het participatie leren een impuls te geven door: Inburgering en ISK Pagina 5 van 31 Doorstroom MBO

Cursisten uit te dagen. Plezier en leren aan elkaar te verbinden. Zelfvertrouwen in het gebruik van taal, reken- en ict vaardigheden te bevorderen. Te sturen op de eigen verantwoordelijkheid van de cursist; je wordt geholpen daar waar nodig is. Onderwijsconcept: De afdeling Educatie gaat uit van het Natuurlijk Leren wat zich kenmerkt in de onderstaande beschrijvingen. Sociaal constructivisme Natuurlijk leren is voornamelijk gebaseerd op (sociaal) constructivisme. Sociaal constructivisme is een leermethode die aangeeft hoe leren plaatsvindt. Leren is het resultaat van denkactiviteiten van de cursisten zelf: we leren door nieuwe informatie te verbinden aan wat we al weten. Zo vindt kennisconstructie plaats. Hetzelfde geldt niet alleen voor kennis maar ook voor vaardigheden. Bij vaardigheden spreken we eerder van ervaringsleren. Voor het leggen van deze verbinding is het dus nodig om aansluiting te vinden met wat iemand al weet/ervaren heeft. Van nature leggen mensen zelf die verbinding zodra ze uit zichzelf geïnteresseerd zijn: intrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie Natuurlijk leren is leren vanuit intrinsieke motivatie. Met intrinsieke motivatie wordt bedoeld dat de motivatie ontstaat vanuit een behoefte tot zelfontplooiing. Je zou ook kunnen zeggen dat intrinsiek gemotiveerde activiteiten, activiteiten zijn die in zichzelf plezier geven. Deze activiteiten worden beïnvloed door externe prikkels, binnen de school, onder andere door een krachtige leeromgeving. In SpriNT1worden cursisten in taalnood gebracht. Dit leidt tot bedoelde intrinsieke motivatie. De gevolgen van leren vanuit intrinsieke motivatie zijn helder: het leerrendement is hoog en gaat gepaard met veel plezier dan wel voldoening. Krachtige leeromgeving Om optimaal te kunnen ontplooien is een veilige en krachtige leeromgeving nodig. Met veilig bedoelen we dat cursisten zowel fysiek als emotioneel veiligheid ervaren en zich geborgen en gewaardeerd voelen. Een krachtige leeromgeving is een omgeving: Waar veel interactie mogelijk is (het sociale aspect van leren). Die zo écht mogelijk is (leren in een context). Waarin cursisten kunnen beschikken over de kennisrijkdom die in de huidige maatschappij aanwezig is. Waar docenten erop gericht zijn leren faciliteren zonder druk uit te oefenen tot leerprestaties. Bij een krachtige leeromgeving hoeven we ons niet te beperken tot schoolsituaties. De krachtigste leeromgeving is de maatschappij zelf, bijvoorbeeld werksituaties. Door in een krachtige leeromgeving (de maatschappij) bezig te zijn, ontstaat er een match tussen wat relevant is (zinvol voor de maatschappij) en interessant is (betekenisvol voor de cursist). Kennisconstructie en ervaringleren verlopen dan zeer effectief. Op een stageplek doen cursisten werkervaring op. Binnen elke uitdagende werksituatie wordt heel veel geleerd. Het gaat alleen niet altijd bewust. Inburgering en ISK Pagina 6 van 31

Eigen verantwoordelijkheid Een laatste aspect van Natuurlijk Leren is dat cursisten zelf verantwoordelijk zijn voor hun leertraject. De docent (lees coach/trainer) legt vanaf het begin de gehele verantwoordelijkheid voor zijn leren en voor het traject bij de cursist. Dat gaat niet door stapje voor stapje toe te werken naar het moment dat de cursist volgens de docent in staat is de verantwoordelijkheid te dragen. De cursist draagt vanaf het begin de gehele verantwoordelijkheid. De eindverantwoordelijkheid voor het bewaken van het traject ligt bij de coach/docent en trajectbegeleider. Gebruikte methodiek: SpriNT1 Voor de praktische uitwerking heeft de afdeling Educatie gekozen voor de SpriNT1methodiek. Deze wordt vanaf september 2009 bij alle NT1 trajecten gebruikt. Voor de SpriNT1methodiek gelden de volgende uitgangspunten: Gedrag wordt bepaald door de omgeving. Het leerrendement groeit als cursisten verantwoording dragen. Leren is dingen doen die je niet kunt. Je moet fouten maken om te leren. Leren wordt effectiever als cursisten de noodzaak voelen om iets te leren (taalnood). Cursisten zullen nooit beter presteren dan dat de docent van ze verwacht. Het eerste denkwerk doet de cursist zelf. Talent bestaat niet. Een cursist kan alles leren tot hij zelf het tegendeel bewezen heeft. De cursist is verslaafd aan leerrendement (succesbeleving). Motivatie is de uitkomst van een proces. De rol van de docent in dit geheel: Interactie op gang brengen. Een actieve omgeving creëren (krachtige leeromgeving). Initiatief uitlokken. Samenwerking uitlokken. Cursisten zelf verantwoordelijk laten zijn. Leervragen van de cursist omzetten in verwachtingen; Nood creëren. Het vieren van successen. Scaffolding: het repertoire aan didactisch handelen dat een docent kan inzetten om een cursist in staat te stellen zelfstandig een (taal)taak uit te voeren. Dit vereist een andere houding van de docent, niet die van quizmaster maar meer van medeopbouwer van kennis. Ontwikkelen van bronnen. Met inzet van de Sprintmethodiek gaat de taalverwerving bij zowel NT1 als NT2 sneller dan in het verleden, er is meer sprake van een groepsproces en er wordt meer samengewerkt. De absentie is aanmerkelijk minder en de cursisten zijn veel actiever, nemen meer initiatief en doen aanmerkelijk meer aan taalverwerving buiten de lessen om. Er is nauwelijks sprake van taalangst, want bij iedereen bestaat het besef dat je moet spreken om Nederlands te leren en dat je ook al doende moet leren lezen en schrijven. Zowel bij docenten als cursisten ontstaat de overtuiging, dat niets te moeilijk is. Inburgering en ISK Pagina 7 van 31

De taak van de cursist: Lef ontwikkelen. Initiatief nemen. Samenwerken. Presteren (op de toppen van je kunnen). Jezelf laten zien. Een rol spelen in de beoordeling van anderen en jezelf. Verantwoording nemen. Presenteren (van het geleerde). Feedback geven en reflecteren. Indeling in groepen en flexibele instroom Communicatie over en weer vormt een van de kernpunten van het leerconcept. De meest effectieve methode voor (tweede) taalverwerving bestaat uit de uitwisseling tijdens conversatie met andere tweede taalleerders of met native speakers (eerste taalsprekers), waarbij ze onderhandelen over de betekenis. Dit wordt ook wel de communicatie over en weer hypothese genoemd. Om communicatie over en weer plaats te kunnen laten vinden moet er sprake zijn van een groep, die met elkaar kan communiceren en elkaar kan ondersteunen bij het taalleren. Immers het ondersteunen van andere taalleerders, versterkt het leren van degene die anderen helpt. Het uitleggen, toelichten van leerstof aan anderen, leidt ook tot een groot leereffect voor degene die dit doet. Hij/zij is dan bezig met productief taalgebruik, toegepast in een situatie waardoor de noodzaak om taal te gebruiken ( taalnood ) op een natuurlijke manier wordt gecreëerd. Met andere woorden, de beste manier om te leren is het in communicatie over en weer met de andere leerder overbrengen van kennis en vaardigheden. Op basis van deze inhoudelijke overwegingen zijn wij van mening dat er het beste gewerkt kan worden vanuit een basisgroep of stamgroep, waardoor er veel onderlinge interactie in de Nederlandse taal plaatsvindt en plaats kan vinden. Tussentijdse instroom is dan geen probleem, maar juist gewenst. We kunnen zo de zwakste cursisten in de groep een rol geven in de begeleiding van de nieuwe cursisten in de groep. Dat zorgt ervoor dat ook deze zwakkere cursisten ontdekken wat ze al wel kunnen en daaruit meer zelfvertrouwen putten (empowerment). Daarnaast zorgt tussentijdse instroom voor extra impulsen in de communicatie over en weer. Taalnood Anderstaligen leren het beste een taal als er sprake is van taalnood. Als je niet de noodzaak voelt een taal te leren (omdat je de taal toch nooit gebruikt of nodig hebt) zal het effect van taallessen aanmerkelijk minder zijn. Docenten zijn daarom bij SpriNT1steeds bezig om de cursist taalnood te laten ervaren, om daarmee het leren een extra impuls te geven. Vanaf de eerste week moet de cursist daarom presentaties geven. De docent verstaat alleen Nederlands en spreekt niet aangepast (extra langzaam, overdreven articulerend). De cursist zal moeten leren de communicatie van de docent te sturen ( Kunt u dat nog eens herhalen? Wat betekent dat woord? ). Op deze manier zal een cursist op een veel natuurlijkere manier nieuwe begrippen aanleren en veel sneller wennen aan normaal gesproken Nederlands. Bovendien heeft de cursist vanaf het begin een taak in de communicatie. Hij zal moeten zorgen dat hij begrijpt wat er gezegd wordt. Ook bij het (beter) leren lezen en schrijven van Nederlandstalige teksten proberen we taalnood te creëren. We stimuleren om de eigen leervraag te formuleren en op grond daarvan hun traject te bepalen. We laten hen ook presenteren. Zo leert een cursist al doende zijn lees- en schrijfvaardigheid te verbeteren. Inburgering en ISK Pagina 8 van 31

Taalangst De docent is constant bezig de cursisten te motiveren het geleerde in praktijk te brengen. In veel gevallen hebben cursisten taalangst: cursisten zijn bang de taal te gebruiken omdat ze weten dat ze fouten zullen maken. Dat geldt zowel bij het Nederlands als eerste taal als bij het Nederlands als tweede taal. Het is van groot belang dat docenten daar aandacht aan besteden en dat ze steeds uitleggen en herhalen waarom ze doen wat ze doen. Docenten geven steeds aan dat fouten maken moet en dat je leert van fouten maken. Als de cursisten geen fouten maakt, is het te gemakkelijk. Cursisten komen, zeker in de eerste weken, in grote taalnood. Ook dan zal een docent steeds moeten aangeven dat het niet erg is dat ze niet alles begrijpen en dat het er vooral om gaat dat cursisten in het begin globaal weten waar het over gaat. Later komen de details. Docenten geven ook steeds aan dat taal leren vooral doen is. Verwachtingen ten aanzien van cursisten De docent heeft hoge verwachtingen van cursisten en spreekt die ook uit (maakt concreet). Deze verwachtingen gelden zowel voor inhoudelijke vorderingen als voor houding (initiatief nemen, durf laten zien om taal te gebruiken, etc.). De docent biedt volop ruimte aan cursisten om de gewenste houding te laten zien en om over de verwachtingen samen te spreken. Het gaat bij verwachtingen niet om de inspanningsverplichting van de cursist (of de cursist wel voldoende oefent) maar het gaat om de verwachting dat cursisten bepaalde dingen kunnen en laten zien. Cursisten laten zien wat ze kunnen in presentaties. Als blijkt dat cursisten ondanks de bronnen niet aan de verwachtingen kan voldoen, kan teruggekeken worden op wat de cursist gedaan heeft en wat daaraan aangepast zou kunnen worden en wat de cursist verder nog nodig heeft. Criteria waar een bron aan moet voldoen; Zelfstandig kunnen gebruiken (docentonafhankelijk). Onbeperkt kunnen oefenen. Materiaal nodigt uit tot samenwerking. Toegankelijk. Prikkelen tot gebruik. Gedigitaliseerd. Gelaagdheid. Authentiek (aansluiten bij de belevingswereld van de cursisten). Reflectie We gaan er vanuit dat elke cursist kan reflecteren. Het is de kunst van de coach/begeleider om cursisten tot reflecties te brengen op zijn leerproces. Terugkijken is essentieel in het hele Sprint systeem. Bij elke presentatie wordt van cursisten verwacht dat ze reflecteren op hun collega s. Bij elk thema geeft de cursist aan wat hij al kan en wat hij nog niet (zo goed) kan en of hij het in zijn dagelijkse leven gebruikt. De docent (coach) bespreekt dit met de cursist en de cursisten bespreken dit onderling. Aan het einde van het traject maken cursisten zelf een analyse van hun sterke en zwakke kanten. De cursist moet in dit traject steeds kiezen. Hij kiest welke bronnen hij gebruikt. Hij kiest collega s om mee samen te werken. Hij kiest de onderwerpen van presentaties. Hij kiest wanneer en waarvoor hij de docent nodig heeft. Hij baseert zich bij deze keuzes onder andere op de verwachtingen die de docent heeft en op wat hij nodig heeft om zijn doel te bereiken. En, zoals eerder aangegeven, wordt hierbij ook consequent aangegeven dat fouten maken mag en zelfs moet. Als een cursist géén fouten maakt is de leerstof /het onderwerp te eenvoudig. Fouten worden gebruikt voor reflectie. Intake/opstellen trajectplan. Inburgering en ISK Pagina 9 van 31

Het is onze nadrukkelijke ambitie om een trajectplan uit te zetten, dat past binnen het scholingstraject van de kandidaat. Bij de aanmelding van een kandidaat willen wij inzicht krijgen in de doelstellingen van het scholingstraject en eventuele aandachtspunten. Na aanmelding van een kandidaat, wordt hij/zij binnen 5 werkdagen uitgenodigd voor de intake. Het proces van intake, bespreking van de uitslag met de cliënt en de rapportage naar de klantmanager duurt vervolgens maximaal 10 werkdagen. In het trajectplan zijn de volgende gegevens opgenomen: rechten en plichten van de deelnemer, begin- en einddatum van het traject, procedure van aanmelding voor het examen, de startsituatie en een inschatting van het trajectresultaat. Individuele begeleiding/bijstellen trajectplan. De schakel wordt vervuld door een trajectbegeleider van het KWIC. Tijdens de scholing worden de deelnemers door het KWIC begeleid. Deze begeleiding kent een handhavingkant en een coachingskant. Allereerst de vakinhoudelijke begeleiding door de docent. Daarnaast de sociale/maatschappelijke begeleiding door de trajectbegeleider. Deze trajectbegeleider onderhoudt de contacten met de deelnemer en is verantwoordelijk voor het trajectplan en bewaakt de voortgang van de uitvoering ervan. Tijdens de uitvoering van het traject kunnen zich situaties voordoen, waardoor het trajectplan tussentijds moet worden aangepast. Aanpassingen kunnen procedureel van aard zijn (het scholingsproces vertragen of versnellen) maar ook inhoudelijk van aard zijn. De inzet van een trajectbegeleider is een wezenlijk onderdeel van onze opleidingsformule vooral omdat voortijdige uitval dikwijls privé-oorzaken heeft. Door deze tijdig te herkennen en te communiceren met de klantmanager van de gemeenten, kan naar oplossingen gezocht worden en wordt deze uitval zoveel mogelijk beperkt. Hoe onze organisatie omgaat met flexibele aanmelding van inburgeraars. Een flexibele organisatie is een absolute voorwaarde voor het realiseren van de doelstellingen van de deelnemer. Dit is voor het KWIC niet nieuw. In de afgelopen periode is het KWIC in staat gebleken om in de samenwerking met een grote verscheidenheid van opdrachtgevers zeer flexibel te opereren. Flexibiliteit betekent concreet dat deelnemers permanent kunnen instromen, dat er ruime les- en openingstijden zijn en daarmee flexibele en brede inzet van personeel mogelijk is. De instroom van deelnemers is te allen tijde mogelijk binnen 14 werkdagen na opdrachtverlening. Begeleiding Het uitspreken van vertrouwen in deelnemers, het werken op basis van realistische verwachtingen naar deelnemers toe, het laten ervaren van het kunnen en het creëren van de urgentie voor taalgebruik (taalnood) in binnenschoolse en buitenschoolse praktijksituaties zijn allemaal elementen die de motivatie van de deelnemers vergroten. Er is immers niets motiverender dan wekelijks te ervaren dat de taalprestaties vooruit gaan en om dit samen met andere deelnemers voor elkaar te krijgen. Daarnaast worden deelnemers gekoppeld aan medelanders. Dit zijn vrijwilligers die worden toegewezen aan een aantal deelnemers. Op deze manier komen ze op een andere manier in aanraking met de Nederlandse samenleving en de Nederlandse taal, integratie is immers een tweezijdig en niet een eenzijdig proces. Deze koppeling aan de medelanders heeft ook een preventief effect op uitval. Problemen worden zo snel opgemerkt en indien het gaat om beïnvloedbare factoren kan hierop in een vroeg stadium actie worden ondernomen, zodat het uitvalrisico kan worden beperkt. Wij verwachten van deelnemers veel, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Dit betekent dat zij actief moeten deelnemen aan de (huiswerk)opdrachten en ook dat zij aanwezig moeten zijn. Verzuim: Het KWIC heeft een verzuimprotocol ontwikkeld en voert dit uit om ook op deze manier het verzuim tot een minimum te beperken. Het verzuim- en uitvalbeleid heeft tot doel het geoorloofde en Inburgering en ISK Pagina 10 van 31

ongeoorloofde verzuim zoveel mogelijk terug te dringen. Voorkomen moet worden dat het ontbreken van adequate en consequente verzuimaanpak leidt tot tussentijdse uitstroom uit het scholingstraject. Uitgangspunt bij het verzuimreglement is dat deelname aan het scholingstraject niet vrijblijvend is. Acties ter voorkoming van (langdurig) verzuim hebben de eerste prioriteit. Bij geconstateerd verzuim (zeker bij langdurig en/of veelvuldig verzuim) is het in eerste instantie aan de trajectbegeleider om hierop actie te ondernemen. In tweede instantie kan hiervoor de klantmanager worden ingeschakeld. Wanneer de trajectbegeleider het nodig vindt, vraagt de trajectbegeleider aan de gemeente om de deelnemer te benaderen met als doel te achterhalen of er beïnvloedbare factoren zijn die het verzuim kunnen tegengaan. Pas in derde instantie wordt de verantwoordelijke van de gemeente voor handhaving ingeschakeld. Het sturen van formele brieven en het uiteindelijk (laten) sanctioneren zijn voor ons de laatste stappen in het hele traject. Als de deelnemer verhinderd is, dient hij dit voor aanvang van de les (telefonisch) mee te delen aan de trajectbegeleider. De trajectbegeleider vraagt wat de reden is en noteert absentie met de juiste codering in de presentielijst. Afwezigheid zonder bericht Als iemand een week afwezig is wordt er een verzuimbrief gestuurd met het verzoek om contact op te nemen met de trajectbegeleider. Geen reactie: 2 e verzuimbrief wordt naar huis gestuurd. Na 3 weken wordt een brief gestuurd met de waarschuwing dat de onwettige afwezigheid gemeld gaat worden aan de eventuele verwijzer, of dat uitschrijving dreigt. Redenen voor geoorloofd verzuim: Vakantie; Alleen in overleg en ruim van tevoren aangekondigd is vakantie tijdens het traject toegestaan. Ziekte; De gemeente maakt afspraken met de cursist over ziekmelding en verzuim. Langdurige (chronische) ziekte kan leiden tot geoorloofde tussentijdse uitstroom. Tandartsbezoek, specialistenbezoek, huisartsenbezoek; Alleen indien dit niet anders gepland kan worden. Als regel dient dit buiten de lestijden om gepland te worden. Zwangerschap; De gemeente maakt afspraken met de cursist over het zwangerschapsverlof. In principe worden geen zwangere vrouwen aangemeld. De cursist eindigt het traject. Per geval wordt bekeken wat het beste is voor de cursist. Kinderopvang; Indien dit tijdelijk niet beschikbaar is, vormt dit een reden voor geoorloofd verzuim. Kinderopvang wordt gezocht. Als dit gevonden is start de cursist uiterlijk binnen 10 werkdagen weer in de groep. Werk; Werk dat past in het traject dat de gemeente heeft vastgesteld, wordt onderdeel van het trajectplan. In de tijd die nodig is om de aanpassing te realiseren, kan er sprake zijn van geoorloofd verzuim. Overlijden eerste graad, trouwerij eerste graad Overig; Wanneer de docent van mening is dat er een andere geoorloofde reden is, met vermelding van de reden. Relatiebeheer Danny Johan, Directeur afdeling Educatie en Internationale Schakel Klas Inburgering en ISK Pagina 11 van 31

Telefoon: 073-6249414 ( afdeling Educatie) Telefoon: 06-45594951 d.johan@kw1c.nl Helpdesk/ trajectbegeleider: E-mail: Telefoon: jo.janse@kw1c.nl 073 6249407 (afdeling Educatie)) Inburgering: Inburgeringsexamen nieuwe stijl (vanaf 1 januari 2013) Het inburgeringsexamen nieuwe stijl (niveau A2) bestaat uit de volgende onderdelen: Leesvaardigheid Luistervaardigheid Schrijfvaardigheid Spreekvaardigheid (toets gesproken Nederlands (TGN)), en Inburgering en ISK Pagina 12 van 31

Kennis van de Nederlandse samenleving (KNS). Behalve het onderdeel schrijfvaardigheid worden alle andere onderdelen met de computer afgenomen. Het examen wordt afgenomen door DUO. Inburgeringsexamen oude stijl (tot 1 januari 2013) Het examen bestaat uit twee onderdelen: een praktijkdeel en een centraal deel. Praktijkdeel Het praktijkdeel van het examen bestaat uit een onderzoek naar de vijf taalvaardigheden: spreken, luisteren, lezen, schrijven en gespreksvaardigheid. Deze vaardigheden zijn verbonden aan veel voorkomende praktijksituaties die van groot belang zijn om voldoende te kunnen deelnemen in de Nederlandse samenleving. Het praktijkdeel bestaat uit een portfolio of assessment of een combinatie van beide. Dit praktijkdeel wordt afgenomen door exameninstellingen die door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid daartoe zijn aangewezen (assessment, portfolio of combinatie van beiden) en door DUO (alleen portfolio). Centraal deel Het centraal deel van het examen bestaat uit drie examens die met behulp van een computer worden afgenomen: kennis van de Nederlandse samenleving (KNS), het elektronisch praktijkexamen (EPE) en toets gesproken Nederlands (TGN). Andere manieren om in te burgeren zijn bijvoorbeeld: Een staatsexamen Nederlands als Tweede Taal (programma I of II). Dit is een examen op een hoger niveau dan het inburgeringsexamen en geeft toegang tot een (hogere) beroepsopleiding of universiteit. Een opleiding in de Nederlandse taal op het niveau universiteit, HBO, MBO, VWO, HAVO, MAVO of VMBO. Wanneer hoef ik het inburgeringsexamen niet te doen? Als u Nederlander wilt worden door naturalisatie, moet u het inburgeringsexamen halen. In een aantal gevallen hoeft u geen examen te doen. Wie hoeven het examen niet te doen: U moet aantonen dat u behoort tot één van de volgende categorieën vrijgestelde personen: 1. U bent Molukker en valt onder de Wet betreffende positie van Molukkers van 9 september 1976 2. U hebt een Nederlands diploma (uitgereikt op basis van een Nederlandse onderwijswet voor onderwijs van hoger niveau dan het basisonderwijs) 3. U hebt een diploma, uitgereikt op wettelijke basis anders dan een onderwijswet, en het onderwijs is in de Nederlandse taal gevolgd 4. U hebt een diploma Staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT-2), programma I of II 5. U hebt een WIN-Certificaat, met bijbehorende verklaring van de school, met voldoende niveau voor onderdeel Maatschappij Oriëntatie (t/m 31 augustus 2001 85% of hoger, vanaf 1 september 2001 80% of hoger) en voldoende taalniveau op alle onderdelen (niveau A2) 6. U hebt een beschikking vrijstelling/ontheffing B&W op grond van: o artikel 3, eerste lid, aanhef en onder e BNT (besluit B&W op grond van artikel 5, tweede lid, WIN dat inburgeringsprogramma achterwege kan blijven vanwege reeds verworven kennis); o artikel 3, eerste lid, aanhef en onder f BNT (besluit B&W dat inburgeringsprogramma achterwege kan blijven omdat verzoeker met goed gevolg een toets bedoeld in artikel 5, vierde lid, WIN, heeft afgelegd); o artikel 3, eerste lid, aanhef en onder g BNT (besluit B&W op grond van artikel 3, derde lid, onder a WIN tot ontheffing inburgeringsplicht op medische gronden) 7. U hebt een inburgeringsdiploma, met alle onderdelen op niveau A2 Inburgering en ISK Pagina 13 van 31

8. U hebt een document dat is uitgereikt nadat u met goed gevolg de Verkorte Vrijstellingstoets heeft afgelegd 9. U hebt tijdens uw leerplichtige leeftijd (tussen 5 en 16 jaar) tenminste 8 jaren in Nederland gewoond 10. U hebt een Belgisch diploma met een voldoende voor het vak Nederlands + cijferlijst (beide documenten voorzien van apostille) 11. U hebt een Surinaams diploma met voldoende voor het vak Nederlands + cijferlijst (beide documenten voorzien van apostille) 12. U hebt een diploma van het Europees baccalaureaat van de Europese school, met Nederlands als 1e of 2e taal en een voldoende voor het vak Nederlands 13. U hebt een getuigschrift International baccalaureaat Middle Years Certificate, International General Certificate of Secondary Education of International Baccalaureaat met een voldoende voor het vak Nederlands 14. U hebt een certificaat Naturalisatietoets (zoals dit luidde voor 1 april 2007). Hieruit moet blijken dat u bent geslaagd voor de volgende vijf onderdelen: kennis van staatsinrichting en maatschappij; spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid Soms hoeft u niet het gehele examen te doen. Dit is bijvoorbeeld het geval als: U een Certificaat Inburgering Oudkomers hebt. U hebt voor alle taalonderdelen niveau 2 behaald. U moet voor uw naturalisatie alleen nog het onderdeel Kennis Nederlandse Samenleving halen. Dit is een onderdeel van het examen. U deel I (kennis van staatsinrichting en maatschappij) van de naturalisatietoets gehaald hebt. U hoeft de toets Kennis Nederlandse Samenleving niet meer te doen. De andere onderdelen van het examen moet u nog wel halen. Als u denkt dat u het examen of een deel van het examen niet hoeft te maken, moet u dit aan de gemeente vertellen. U moet uw document aan de gemeente laten zien. Het moet het originele document zijn, dus geen kopie. De gemeente bekijkt het document en geeft u advies of u het examen wel of niet moet doen. Wilt u weten of u moet inburgeren? Als u moet inburgeren, krijgt u een brief van DUO. In die brief staat of u inburgeringsplichtig bent. In de brief staat ook uw inburgeringtermijn. Let op: Hebt u een verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd? Of heeft uw partner, ouder of kind de verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd? Kijk dan hier voor extra informatie. Filmpje inburgeren Wilt u meer weten over inburgeren? Bekijk dan het filmpje Inburgeren in Nederland. Er zijn nog meer filmpjes met informatie over inburgeren Inburgeringtermijn U hebt 3 jaar om in te burgeren. Deze 3 jaar is de inburgeringtermijn. De inburgeringtermijn start als u van de IND uw verblijfsvergunning krijgt. Bent u inburgeringsplichtig? Dan ontvangt u van DUO een brief. In die brief staat of u inburgeringsplichtig bent. En wanneer uw inburgeringtermijn start en stopt. Let op: Hebt u een verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd? Of heeft uw partner, ouder of kind de verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd? Kijk dan op de pagina voor Asielmigranten voor extra informatie. Informatie voor asielmigranten Hebt u een verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd? Of heeft uw partner, ouder of kind de verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd? Dan is de informatie voor asielmigranten voor u belangrijk. Op deze pagina leest u informatie over verlenging, geld lenen en terugbetalen. > Folder Inburgeren voor asielmigranten (238Kb, pdf) Inburgering en ISK Pagina 14 van 31

Inburgeringstermijn U hebt 3 jaar om in te burgeren. Deze 3 jaar is de inburgeringtermijn. Gaat u eerst een alfabetiseringscursus doen? Dan kunt u een verlenging van uw inburgeringtermijn aanvragen. De verlenging is maximaal 2 jaar. U hebt dan maximaal 5 jaar om te alfabetiseren en om in te burgeren. De alfabetiseringscursus moet u dan wel volgen aan een instelling met een keurmerk. Instellingen met een keurmerk vindt u op www.ikwilinburgeren.nl Wilt u een verlenging aanvragen? Zo vraagt u de verlenging aan: download het formulier Aanvraag verlenging inburgeringtermijn en print het uit vul het formulier in stuur het ingevulde formulier op naar DUO en stuur een kopie van uw bewijs van inschrijving van uw alfabetiseringscursus naar DUO DUO bekijkt dan of u een verlenging van uw inburgeringtermijn krijgt. > Aanvraagformulier verlenging alfabetisering (86Kb, pdf) Wilt u geld lenen? U kunt geld lenen voor een cursus of examen. De cursus moet u dan wel volgen aan een instelling met een keurmerk van Blik op Werk. Instellingen met een keurmerk vindt u op www.ikwilinburgeren.nl U kunt geld lenen voor: alfabetiseringscursus inburgeringcursus inburgeringexamen NT2-opleiding NT2-examen U krijgt het geld niet zelf. DUO betaalt de factuur aan de instelling uit uw lening. DUO betaalt alleen de originele facturen. Een kopie van de factuur dus niet. Lening aanvragen U kunt een lening aanvragen via Mijn Inburgering. Gebruikt u het aanmeldingsformulier? Vul dan vraag 3 (inkomensgegevens) en vraag 4 (alleenstaande ouder korting) niet in. Vul wel vraag 5 in. > Aanvraagformulier lening voor cursus en examen (85Kb, pdf) Lening niet terugbetalen Bent u binnen de inburgeringtermijn ingeburgerd? Dan hoeft u niets terug te betalen. U bent ingeburgerd als u: het inburgeringsdiploma hebt behaald het NT2-diploma hebt behaald een ontheffing hebt gekregen een vrijstelling hebt gekregen Lening wel terugbetalen Bent u niet binnen de inburgeringtermijn ingeburgerd? Dan moet u het geleende geld wel terugbetalen. U moet het geld met rente terugbetalen. Inburgering en ISK Pagina 15 van 31

U kunt ook een boete krijgen. Er verandert niets aan uw verblijfsvergunning. Niet verplicht inburgeren Bent u niet inburgeringsplichtig? Maar wilt u ook de Nederlandse taal leren. En leren over Nederland. Dan kunt u ook inburgeren. Wilt u bij DUO lenen voor uw inburgering? En hebt u de nationaliteit van een van deze landen? En bent u na 1-1-2013 bij een Nederlandse gemeente voor het eerst ingeschreven? Dan kunt u een lening aanvragen voor uw inburgering. U vindt hierover meer informatie op de pagina over geld lenen. Landen Hebt u de nationaliteit van een van deze landen? Dan hoeft u niet verplicht in te burgeren. AT Oostenrijk BE België BG Bulgarije CH Zwitserland CY Cyprus CZ Tsjechië DE Duitsland DK Denemarken EE Estland ES Spanje FI Finland FR Frankrijk GB United Kingdom GR Griekenland HR Kroatië HU Hongarije IE Ierland IS IJsland IT Italië LI Liechtenstein LT Litouwen LU Luxemburg LV Letland MT Malta NO Noorwegen PL Polen PT Portugal RO Roemenië SE Zweden SI Slovenië SK Slowakije TR Turkije Vrijstellingen Hebt u een diploma dat laat zien dat u goed Nederlands spreekt? Dan hoeft u misschien een deel van het inburgeringexamen niet te doen. U kunt dan vrijstelling aanvragen bij DUO. U kunt soms Inburgering en ISK Pagina 16 van 31

vrijstelling krijgen voor een deel van het inburgeringexamen. Of voor het hele inburgeringexamen. U vindt hierover meer informatie op de pagina over soorten vrijstelling. Welke soorten vrijstellingen zijn er? Een gedeeltelijke vrijstelling Een gedeeltelijke vrijstelling betekent dat u een deel van het inburgeringexamen niet hoeft te doen. Andere delen van het inburgeringexamen moet u nog wel doen. Bent u geslaagd voor die andere delen? Dan voldoet u aan de inburgeringplicht. Een gehele vrijstelling Een gehele vrijstelling betekent dat u het hele inburgeringexamen niet hoeft te doen. U wordt dan vrijgesteld van de inburgeringplicht. Hebt u een diploma behaald in Nederland? Dan krijgt u misschien een gehele vrijstelling. Krijgt u een gehele vrijstelling? Dan krijgt u geen inburgeringsdiploma. Een tijdelijke vrijstelling Doet u nu een opleiding waarvoor u een gehele vrijstelling kunt krijgen? En bent u begonnen met de opleiding voor of op uw 18e verjaardag? Dan kunt u een tijdelijke vrijstelling krijgen. Ontheffingen Wat is een ontheffing? Een ontheffing betekent dat u om een speciale reden niet meer hoeft in te burgeren. U krijgt een ontheffing dus alleen in speciale situaties. Misschien kunt u een ontheffing krijgen. U kunt daarvoor een aanvraag indienen. Ontheffing aantoonbaar voldoende ingeburgerd U kunt een ontheffing aantoonbaar voldoende ingeburgerd aanvragen. Deze kunt u aanvragen als u vindt dat u voldoende ingeburgerd bent. En u wilt geen inburgeringexamen doen. Om deze ontheffing te krijgen, moet u aan een aantal voorwaarden voldoen: U woonde de afgelopen 10 jaar onafgebroken in Nederland. Dit moet blijken uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA). U hebt 5 jaar gewerkt in Nederland. Dit mag betaald of onbetaald werk zijn. U verstaat en spreekt goed Nederlands. Minimaal het niveau van het inburgeringexamen (A2). Werkgeversverklaring U moet met een verklaring van uw (voormalig) werkgever laten zien dat u 5 jaar in Nederland hebt gewerkt. Hebt u bij meerdere werkgevers gewerkt? Dan moet iedere werkgever een verklaring invullen. Uw werkgever moet de verklaring invullen en ondertekenen. Op de verklaring moet de naam en het telefoonnummer van de contactpersoon van uw werkgever staan. DUO kan informatie over u vragen aan deze contactpersoon. Hoe vraagt u een 'ontheffing aantoonbaar voldoende ingeburgerd' aan? Download hieronder het 'aanvraagformulier ontheffing aantoonbaar voldoende ingeburgerd' en print het uit. Vul het formulier helemaal in. Download de 'Werkgeversverklaring' en print het uit. Laat uw werkgever(s) de verklaring invullen en ondertekenen. Stuur het aanvraagformulier en de werkgeversverklaring naar: Dienst Uitvoering Onderwijs Servicecentrum Inburgering Postbus 764 9700 AT Groningen Inburgering en ISK Pagina 17 van 31

> Ontheffing aantoonbaar voldoende ingeburgerd (94Kb, pdf) > Werkgeversverklaring inburgering (66Kb, pdf) Wat gebeurt er dan? Als uw aanvraag compleet is, beoordeelt DUO de werkgeversverklaring(en). Is de werkgeversverklaring goed? En hebt u de afgelopen 10 jaar onafgebroken in Nederland gewoond volgens de GBA? Dan krijgt u een gesprek bij DUO. Voor het gesprek moet u eerst betalen. Dat kost 90,-. U krijgt een factuur van DUO. Nadat u betaald hebt, krijgt u een brief van DUO. Hierin staat wanneer u het gesprek hebt. Tijdens het gesprek bekijkt DUO of u goed genoeg de Nederlandse taal spreekt en verstaat. Na het gesprek beslist DUO of u de ontheffing krijgt. DUO stuurt u een brief met de beslissing. Let op: Wilt u naturaliseren? Dan is ontheffing van de inburgeringplicht op grond van aantoonbaar voldoende ingeburgerd niet voldoende. U moet dan nog aan het inburgeringvereiste voldoen (inburgeringexamen, staatsexamen NT2 of een voor de inburgeringplicht vrijstellend diploma). Ontheffing op psychische of medische gronden Wanneer kan ik een ontheffing op psychische of medische gronden krijgen? Een ontheffing vanwege psychische of medische redenen is er alleen voor bijzondere situaties. Bijvoorbeeld als u ernstig ziek bent. Of als u gehandicapt bent. En als u daardoor het inburgeringexamen niet kan maken. Hebt u een brief van DUO gekregen dat u inburgeringsplichtig bent? En kunt u het inburgeringexamen niet doen om een medische of psychische reden? Bijvoorbeeld omdat u een ziekte hebt of omdat u gehandicapt bent? Dan kunt u DUO vragen om een ontheffing. U vraagt een ontheffing aan met een aanvraagformulier. Ook moet u een medisch advies van de keuringsarts naar ons opsturen. Hoe krijgt u een medisch advies? Kijk voor het aanvragen van een keuring op de website van Argonaut. Een keuringsarts gaat u dan onderzoeken. Voor dit onderzoek moet u Argonaut betalen. Een dokter, de keuringsarts, bekijkt of u het inburgeringexamen niet kunt doen. Of dat u een aangepast examen moet maken. Na het onderzoek krijgt u van de keuringsarts een medisch advies. Met dit advies kunt u de ontheffing aanvragen. Stuur het medisch advies samen met uw aanvraag naar ons op. Hoe kunt u een ontheffing regelen? Ga naar de website van Argonaut. Vraag bij Argonaut een keuring aan en betaal deze keuring. De dokter gaat u onderzoeken. Na het onderzoek krijgt u een medisch advies. Download het formulier Aanvraag ontheffing en print het uit. Vul het formulier in. Stuur het ingevulde formulier naar ons op. Stuur ook het medisch advies van de keuringsarts mee. Dan bekijkt DUO of u een ontheffing krijgt. Of dat u een aangepast examen moet maken. > Aanvraag ontheffing inburgeringsplicht op medische/psychische gronden (87Kb, pdf) Aantoonbaar geleverde inspanningen U kunt een 'ontheffing aantoonbaar geleverde inspanningen' aanvragen. Deze kunt u aanvragen als het u niet lukt om in te burgeren. En u wel uw best hebt gedaan. U kunt deze ontheffing aanvragen als uw inburgeringtermijn binnen 6 maanden stopt. Om deze ontheffing te krijgen, moet u aan een aantal voorwaarden voldoen. Inburgering en ISK Pagina 18 van 31

Hebt u een inburgeringcursus gedaan? Dan moet u: minimaal 600 uur een inburgeringcursus hebben gedaan. Uw cursusinstelling moet een Blik Op Werk (BOW) keurmerk hebben. Op www.ikwilinburgeren.nl staan alle cursusinstellingen die een keurmerk hebben. minimaal 4 keer geprobeerd hebben om de examens/examenonderdelen waarvoor u niet bent geslaagd te halen. Een voorbeeld: u hebt het examen Kennis Nederlandse Samenleving nog niet gehaald. U hebt 2x een examen Kennis Nederlandse Samenleving gedaan. Dat is niet genoeg. U moet het nog 2x proberen. Hebt u een alfabetiseringscursus gedaan? Dan moet u: minimaal 600 uur een alfabetiseringscursus hebben gedaan. Uw cursusinstelling moet een Blik Op Werk (BOW) keurmerk hebben. Op www.ikwilinburgeren.nl staan alle cursusinstellingen die een keurmerk hebben. bewijzen dat u niet goed genoeg Nederlands kunt leren lezen en schrijven op A2-niveau om in te burgeren. Dit moet u bewijzen met een toets. Als u de ontheffing aanvraagt moet u deze toets bij DUO maken. Hoe vraagt u een ontheffing aantoonbaar geleverde inspanningen aan? Download hieronder het 'aanvraagformulier ontheffing aantoonbaar geleverde inspanningen' en print het. Vul het formulier helemaal in. Ga naar uw cursusinstelling en vraag om een 'verklaring deelname cursus.' Stuur het ingevulde formulier en de 'verklaring deelname cursus' naar: Dienst Uitvoering Onderwijs Servicecentrum Inburgering Postbus 764 9700 AT Groningen Let op! Hebt u de alfabetiseringscursus gedaan? Dan kijkt DUO eerst of uw verklaring goed is. Is uw verklaring goed? Dan pas nodigt DUO u uit voor de toets. Voor de toets moet u eerst betalen. De toets kost 150,-. > Aanvraagformulier ontheffing aantoonbaar geleverde inspanning (93Kb, pdf) > Verklaring deelname cursus (67Kb, pdf) Advies aantoonbaar geleverde inspanningen Wilt u naturaliseren of een verblijfsvergunning? Dit vraagt u aan bij de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND). Hebt u voor uw aanvraag een advies nodig over uw geleverde inspanningen? Dan vraagt u het advies aan bij DUO. U doet dit op dezelfde manier als bij de ontheffing geleverde inspanningen. En vul dan op het aanvraagformulier 'Ontheffing aantoonbaar geleverde inspanningen' in dat u een advies wilt. Gebruik dit advies voor uw aanvraag bij de IND. Een advies aantoonbaar geleverde inspanningen kunt u altijd aanvragen. Wij helpen u met vragen over inburgeren in Nederland en het aanvragen van een lening. Wilt u meer weten? Ook over ons inburgeringaanbod? Neem dan contact op met: Helpdesk/ trajectbegeleider: Inburgering en ISK Pagina 19 van 31

Joop Janse E-mail: Telefoon: jo.janse@kw1c.nl 073 6249407 (afdeling Educatie)) Relatiebeheer Danny Johan Directeur afdeling Educatie en Internationale Schakel Klas Telefoon: 073-6249414 ( afdeling Educatie) Telefoon: 06-45594951 d.johan@kw1c.nl De afdeling Educatie beschikt over het Blik op Werk Keurmerk. Wat houdt dat in? Borg voor basiskwaliteit en betrouwbaarheid: Dienstverleners mét het Blik op Werk Keurmerk onderscheiden zich van andere dienstverleners. Het keurmerk staat borg voor de basiskwaliteiten en de betrouwbaarheid van de dienstverleners, die zich inspannen bij het uitvoeren van inburgeringtrajecten Certificerende instellingen toetsen de werkwijzen, afspraken en resultaten van de dienstverleners. Daarnaast onderzoeken zij voortdurend de tevredenheid van cliënten en opdrachtgevers. Zo borgen we de betrouwbaarheid en kwaliteit van de dienstverlening. Alfabetiseringstrajecten: Als een cursist aan een traject begint, dan is het natuurlijk prettig of zelfs noodzakelijk om te weten na hoeveel tijd welk resultaat verwacht kan worden. Dit is een uitermate complexe vraag. Allereerst omdat de doelgroep zo divers is. De leervaardigheid van een cursist die nooit onderwijskansen gehad heeft, kan groot zijn. De cursist heeft alleen nooit training genoten. Ontvangt hij/zij deze training wel dan kan een deel van de cursisten in een vrij vlot tempo leren. Er zijn echter ook alfabetiseringscursisten die wel naar school zijn geweest maar daar niet hebben leren lezen of schrijven. Daaraan kunnen weer heel praktische problemen ten grondslag liggen, zoals slechte ogen of een slecht gehoor. Maar er kan ook sprake zijn van een zeer lage leervaardigheid of een leerstoornis. In een alfabetiseringstraject wordt de cursist een aantal vaardigheden/competenties aangereikt om het niveau te behalen. Allereerst is daar het verwerven van een woordenschat/aanspreekbaar maken. Daarnaast verwerft hij/zij een aantal studievaardigheden tijdens de lessen. De cursist leert zelfstandig te werken. Ook aan computervaardigheden wordt gewerkt; veel goed lesmateriaal is beschikbaar via Internet of computerprogramma s. Inburgering en ISK Pagina 20 van 31