CONCEPT. Gemeente Onderbanken. Ontheffingsregels voor het verstoken van snoeiafval

Vergelijkbare documenten
Stookbeleid gemeente Woudenberg 2009

Beleidsregels voor het verbranden van afvalstoffen buiten inrichtingen

Beleidsregels voor het verbranden van snoeihout

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie

GEWEST MAASTRICHT en MERGELLAND. Voorstel regionaal beleid voor het stoken van vuren in de openlucht Versie (aangepast 7 april 2005)

Beleidsregels voor het ontsteken van vreugdevuren. (deel afvalstoffen is ingetrokken)

BELEIDSNOTITIE STOKEN VUUR IN DE OPENLUCHT. Inhoudsopgave. Bijlagen. Wijziging in de regelgeving Situatie in regionaal verband

Aanvraagformulier ontheffing stookverbod door ziekte aangetast hout (type D)

St okontheffng. Beschikking op verzoek om ontheffing verbranden van afval buiten een inrichting

Ontheffingenbeleid op verbod om afvalstoffen te verbranden. Gemeente Súdwest-Fryslân

Stoken vuur in de open lucht Gemeente Leudal

Aanvraagformulier ontheffing stookverbod Traditioneel vreugdevuur (type C)

CVDR. Nr. CVDR398867_1. Beleidsregels paasvuren gemeente Raalte

Regionale brandweer Kennemerland, de heer J. Goos Gemeente Uitgeest, mevrouw S. Groot Omgevingsdienst IJmond, mevrouw A. Minneboo

Aanvraagformulier verbranden van afvalstoffen in het kader van een vreugdevuur

BELEIDSNOTITIE PAASVUREN

Beleid advisering vreugdevuren. Datum: 18 september 2018 Versie 1.0

Artikel 5.32 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichting of anderszins vuur te stoken

Vastgesteld: 25 maart 2014 Inwerkingtreding: 3 april Stookbeleid Hattem 2014

Beleidsnotitie: Meldingsplicht Ontheffing stookverbod

Gemeente Velsen De heer M. van Soest Postbus AL IJMUIDEN. verzenddatum. Geachte heer Van Soest,

Beleid verbranden gerooid en snoeihout 2012

Beleidsnota verbod om afvalstoffen te verbranden of anderszins vuur te stoken

MONUMENTENVERORDENING 2006

gezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel.

AANVRAAGFORMULIER ONTHEFFING STOOKVERBOD. (s.v.p. met zwarte inkt invullen!)

De gemeente stuurt u geen schriftelijke reactie naar aanleiding van uw melding

3 december 1992, houdende plaatsing in het

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Uitvoeringsbesluit stookverbod snoeihout Steenwijkerland

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Consortium Grensmaas B.V. te Sittard-Geleen. Zaaknummer:

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

Plaatselijke Verordening

Stralingsbescherming. Datum 18 april 2019 Betreft Wijziging Kernenergiewet vergunning. Besluit door: Besluit:

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017

Beleidsregels voor het verlenen van ontheffingen voor het verbranden van afvalstoffen, zoals bedoeld in art Wet milieubeheer

Zaaknummer:Z Onderwerp: Implementatie Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen

Resthout beheerst verbranden

Actualiteiten bijzondere wetten. VNG Tweedaagse

AANWIJZINGSBESLUIT kampvuurmakers en kampvuurplaatsen BESLUITEN:

MELDING STOKEN VUUR. Ingevolge artikel 5:34 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor het maken, hebben, of veranderen van een uitweg. Rockwool B.V.

Beleidsregels koek en zopie gemeente Waterland winterperiode Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet gemeente Edam-Volendam

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Gemeente Heumen Procedureverordening tegemoetkoming in planschade, gemeente Heumen 2008

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER

Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Bestemmingsplan Vaarselstraat ong. tussen 48 en 54, Ruimte voor Ruimte woning

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag Toelichting

Algemene voorwaarden Parkeergarages

Erfgoedverordening Amsterdam

Hoofdstuk VI. Bepalingen met betrekking tot interventie bij ongevallen of langdurige blootstellingen alsmede de voorbereiding daarop

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Ontbrandingstoestemming. Onderwerp Aanvraag van Katan Vuurwerk om een ontbrandingstoestemming ingevolge het Vuurwerkbesluit.

Aanvraag rioolaansluiting

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W14/008605)

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik


Subsidieverordening Duurzaam Bouwen op bedrijventerreinen Reimerswaal dubo

Afvalstoffenverordening Eemnes 2017

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Gemeente Krimpen aan den IJssel 2016

Procedureverordening tegemoetkoming in planschade gemeente Tiel

Artikel 45 Woningwet en artikel 3.22 Wet ruimtelijke ordening

Gemeente Aalten. Stookontheffingenbeleid 2011

provinci renthe r (o592) 36 tt tj r (o592) 36 t7 77 tt,h,lt,ht,,lhtttttttilil Assen, 30 april 2015

Algemene voorwaarden abonnementen garage Plein 1944

De volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Oosterhout 2010 worden aangepast:

Beleidsnota verbod om afvalstoffen te verbranden of anderszins vuur te stoken

Toelichting op de beleidsregel voor het verlenen van ontheffingen voor de polderwegen in de Zuidpolder

BELEIDSREGEL ARTIKEL 35 DRANK- EN HORECAWET

Wildernistrek E.G.C. van Uchelen Reeweg GA VLEDDER. Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

1. In te trekken de Afvalstoffenverordening 2016 Dronten 2. Vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening 2019 Dronten

Ontbrandingstoestemming. Onderwerp Aanvraag van XENA VUURWERK B.V. om een ontbrandingstoestemming ingevolge het Vuurwerkbesluit.

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting

Handboek Beheer van Scoutingkampeerterreinen. Infoblad 3.6 STOKEN. Op dit infoblad vind je informatie over de volgende onderwerpen:

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

AANVRAAGFORMULIER TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE. afdeling Ruimte en Leefomgeving postbus AH Wijchen

RAADSBESLUIT 16R şemeente WOERDEN. besluit:

Herziening ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

2; Voorwaarden rietverbranding + kaart beheersgebied

BELEIDSREGELS PERSOONSGEBONDEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET PERMANENT BEWONEN VAN EEN RECREATIEWONING

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Zondagopenstelling. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 8 december 2009

Stichting RAVON de heer R. van Westrienen Toernooiveld 1, kamer A1-24 B 6525 ED NIJMEGEN. Geachte heer Van Westrienen,

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14;

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het maken van een uitweg. Dienst Stadsbeheer te Maastricht

1 Algemeen. 2 Huishoudelijke afvalstoffen

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteit vellen of doen vellen van een houtopstand

Afvalstoffenverordening van de gemeente Renkum 2016

Beleid ontheffing berijden wegen plassengebied met breedte- en gewichtsbeperking

GEMEENTELIJK ONTHEFFINGENBELEID MILIEUZONE RIJSWIJK 2017 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN RIJSWIJK,

OVERZICHT TE WIJZIGEN ARTIKELEN

Transcriptie:

CONCEPT Gemeente Onderbanken Ontheffingsregels voor het verstoken van snoeiafval april 2007 1

INHOUD 1. Inleiding p. 3 2. Wetswijziging p. 3 3. Huidige ontheffingsregels in de gemeente Onderbanken p. 3 4. Herziening ontheffingsregels p. 4 5. Voorschriften p. 4 6. Aanvraagprocedure p. 5 2

1. Inleiding Sinds 23 mei 2003 geldt op grond van de Wet milieubeheer een algeheel stookverbod voor het verbranden van afvalstoffen in de open lucht. De wet biedt gemeenten echter de mogelijkheid om een terughoudend ontheffingenbeleid te hanteren. De gemeente Onderbanken heeft in eerste instantie haar - reeds strikte - ontheffingsregels daterend uit de periode van voor de wetswijziging onveranderd overgenomen. Vooral vanuit de agrarische sector komt nu het verzoek om in het ontheffingenstelsel nadrukkelijker rekening te houden met snoeiafval dat vrijkomt bij het onderhoud van cultuurlandschappen. Concreet wordt daarbij gedoeld op agrarische erfbeplanting. Dit is voor de gemeente Onderbanken aanleiding geweest om het bestaande ontheffingenstelsel voor het verstoken van snoeiafval deels te herzien. 2. Wetswijziging Sinds 23 mei 2003 is artikel 10.2 van de Wet milieubeheer (Wm) van kracht, dat een algeheel verbod betreft voor het verbranden van afvalstoffen in de open lucht. Artikel 10.63 lid 2 Wm biedt het college van Burgemeester en Wethouders de mogelijkheid ontheffing te verlenen van dit verbod, voor zover het geen gevaarlijke afvalstoffen betreft en indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet. Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) gaat ervan uit dat gemeenten terughoudend omgaan met de wettelijke ontheffingsbevoegdheid. Vreugdevuren en ziektebestrijding hebben daarbij nooit ter discussie gestaan. Voor het overige vallen te formuleren ontheffingsgronden onder de eigen verantwoordelijkheid van gemeenten, uiteraard binnen de grenzen van de wet. Deze grenzen variëren van een algeheel stookverbod tot een terughoudend ontheffingenbeleid voor snoeihout in het kader van landschapsbeheer en vreugdevuren. De VNG adviseert gemeenten hun ontheffingenbeleid in beleidsregels vast te leggen. Deze beleidsregels vormen het toetsingskader voor de aanvraag van een ontheffing. 3. Huidige ontheffingsregels in de gemeente Onderbanken Met het van kracht worden van artikel 10.2 en 10.63 Wm is artikel 5.5.1 Verbod vuur te stoken van Algemene Plaatselijke Verordening (APV) niet meer van toepassing voor wat betreft het milieuaspect van het verstoken van snoeiafval. Artikel 5.5.1 APV blijft van toepassing voor zover het om openbare orde- en veiligheidsaspecten gaat. Artikel 10.63 lid 2 Wm biedt immers geen mogelijkheid om een ontheffing te weigeren indien openbare orde en veiligheid in het geding zijn. De situatie is denkbaar dat er geen reden is om een ontheffing te weigeren op grond van 10.63 Wm, maar dat in het belang van openbare orde en veiligheid de ontheffing op grond van de APV wel wordt geweigerd. Op dit moment verleent de gemeente Onderbanken in de volgende gevallen een stookontheffing: voor snoeiafval afkomstig van planten- en boomsoorten die gevoelig zijn voor besmettelijke bomenziekten, zoals bacterievuur en perenvuur. Een voorbeeld van een gevoelige soort is de meidoornhaag; voor snoeiafval afkomstig van hoogstamboomgaarden; voor snoeiafval dat wegens zwaarwegende praktische omstandigheden niet op een andere wijze dan door middel van verbranding kan worden opgeruimd. Gedacht kan worden aan percelen waar een achterom ontbreekt. Tevens wordt ontheffing verleend voor vreugdevuren met een maatschappelijk-cultureel karakter, zoals het Sint Maartensvuur. Brandweer en politie ontvangen een afschrift van elke verleende ontheffing. 4. Herziening ontheffingsregels Vanuit de agrarische sector komt het verzoek het huidige ontheffingenbeleid aan te passen ten behoeve van het verstoken van hout- en snoeiafval afkomstig van erfbeplanting. Argument is dat 3

agrariërs door het realiseren van erfbeplanting bereid zijn een bijdrage te leveren aan de instandhouding van het karakteristieke landschapsbeeld van het platteland, maar dat het onderhoud van dit cultuurlandschap - snoeiwerkzaamheden, verwerken en afvoeren snoeiafval - zeer veel inspanning vergt. Wanneer het voor agrariërs eenvoudiger wordt zich te ontdoen van het snoeiafval, zal het voor hen aantrekkelijker zijn te participeren in erfbeplantingsprojecten danwel de bestaande erfbeplanting in stand te houden. De - agrarische - gemeente Onderbanken wil in het kader van landschapsbeheer de instandhouding van erfbeplanting op agrarische bedrijven stimuleren. Om die reden neemt de gemeente het verbranden van hout- en snoeiafval afkomstig van agrarische erfbeplanting op in haar ontheffingenbeleid voor het verstoken van snoeiafval in de open lucht. In het huidige beleid worden om dezelfde reden reeds stookontheffingen verleend voor de instandhouding van hoogstamboomgaarden, eveneens een kenmerkend Limburgs landschapselement. Noot: Ontheffingen op grond van artikel 10.63 Wm kunnen niet worden verleend voor het verbranden van bedrijfsafvalstoffen afkomstig van inrichtingen, zoals rooiafval en snoei- en houtafval afkomstig van boomkwekerijen. Zie hiervoor het Besluit landbouw milieubeheer, dat sinds 6 december 2006 van kracht is en daarmee het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer en het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer vervangt. Ontheffingsgronden herziene stookbeleid In de gemeente Onderbanken wordt in de nieuwe situatie stookontheffing verleend voor: snoeiafval afkomstig van planten- en boomsoorten die gevoelig zijn voor besmettelijke bomenziekten, zoals bacterievuur en perenvuur. Een voorbeeld van een gevoelige soort is de meidoornhaag. snoeiafval dat vrijkomt bij het onderhoud van cultuurlandschappen: a) snoeiafval afkomstig van fruitbomen*; b) snoeiafval afkomstig van erfbeplanting van agrarische bedrijven, niet zijnde (snoei)afval afkomstig van het agrarische bedrijfsproces. vreugdevuren met een maatschappelijk-cultureel/algemeen karakter, zoals Sint Maartensvuren en kampvuren waarvoor vanuit het verenigingsleven ontheffing wordt gevraagd. * Voorheen werd stookontheffing verleend voor snoeiafval afkomstig van hoogstamboomgaarden. Om discussies te voorkomen over het begrip hoogstamboomgaard wordt ervoor gekozen dit begrip te vervangen door het begrip fruitbomen. De gemeente Onderbanken aanvaardt daarbij de consequentie dat ook stookontheffing zal moeten worden verleend voor snoeiafval afkomstig van solitaire fruitbomen. Uitzonderingssituaties Bepaalde openbare vuren zoals het gebruik van vuurkorven en barbecues vallen buiten de reikwijdte van dit beleid. Er is dan geen sprake van het zich ontdoen van afvalstoffen, maar het aanwenden van brandstoffen. 5. Voorschriften Aan de verleende stookontheffingen worden de volgende voorschriften verbonden: Het vuur mag slechts worden aangelegd bij gunstige weersomstandigheden, dit ter beoordeling van de brandweer. De brandweer dient altijd vóóraf in kennis te worden gesteld van een aan te leggen vuur. Snoeiafval afkomstig van meidoornhagen e.d. dient direct nà de snoei te worden verbrand teneinde de kans op verspreiding van besmettelijke ziekten, zoals bacterievuur te voorkomen. Het vuur mag slechts worden aangelegd indien zodanige maatregelen zijn getroffen, dat brandoverslag is uitgesloten. Het vuur mag niet binnen een afstand van 50 meter tot gebouwen respectievelijk 100 meter tot andere brandgevoelige objecten worden aangelegd. Er dient voortdurend toezicht door een terzake deskundige volwassene op het vuur te worden gehouden. Er mag uitsluitend snoeiafval worden verbrand; het is verboden voor het milieu schadelijke stoffen te verbranden, zoals plastic, autobanden e.d. 4

Bij het aanleggen van vuur mogen geen lichtontvlambare stoffen, zoals benzine of olie worden gebruikt. Het vuur mag alleen worden aangelegd op 1 à 2 werkdag(en)* per de in de ontheffing aangegeven periode (geen zon- en feestdagen) tussen 10.00 en 19.00 uur en nadat de ontheffinghouder de brandweer hiervan in kennis heeft gesteld. De ontheffinghouder is verplicht alle bevelen en aanwijzingen van de politie, brandweer of van de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren terstond op te volgen. De ontheffinghouder is verplicht de schade, die hij door het gebruik van de ontheffing aan gemeenteeigendommen toebrengt, te vergoeden en voorts de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te treffen ter voorkoming van schade aan eigendommen van de gemeente of van derden tengevolge van het gebruik van de ontheffing. De ontheffinghouder is verplicht te handelen overeenkomstig de in de ontheffingsaanvraag vermelde gegevens. De ontheffinghouder verstookt het snoeiafval geheel op eigen risico, waarbij de gemeente geen enkele aansprakelijkheid aanvaardt voor eventuele schade. De ontheffinghouder stelt redelijkerwijs alles in het werk om hinder voor de omgeving te voorkomen. De ontheffing is alleen geldig voor perceel waarop de brandstapel ligt. Het snoeihout dat verbrand mag worden dient afkomstig te zijn van het perceel (of aangrenzende percelen van dezelfde eigenaar) waarop de brandplaats zich bevindt en waarvoor ontheffing is verkregen. * afhankelijk van de hoeveelheid snoeiafval Aanvullende voorschriften vreugdevuren: De brandstapel ten behoeve van het vreugdevuur mag op zijn vroegst daags voor de in de ontheffing genoemde dag worden opgebouwd. De ontheffinghouder is verplicht erop toe te zien, dat derden terplekke geen afval deponeren. Indien desondanks terplekke afval blijkt te zijn gestort, is de ontheffinghouder verantwoordelijk voor het scheiden van afval en snoeihout en voor het afvoeren van dit afval naar het milieupark. De gemaakte kosten voor scheiding en verwijdering van het afval zijn voor rekening van ontheffinghouder. 6. Aanvraagprocedure Werkwijze Voor het verlenen van een ontheffing dient de volgende procedure te worden toegepast: Aanvraag: Aanvrager dient een schriftelijk verzoek om een stookontheffing in bij het college van Burgemeester en Wethouders. Aanvrager geeft in het verzoek de aard en hoeveelheid van het snoeiafval aan. Verder vermeldt hij zijn NAW-gegevens (naam, adres, woonplaats) en het perceel waarop het snoeiafval wordt verstookt. Indien ook snoeiafval wordt verbrand afkomstig van aangrenzende percelen in eigendom van de aanvrager, worden deze perceelnummers eveneens in de aanvraag vermeld. De schriftelijke aanvraag gaat vergezeld van een schets van de locatie van de stookplek. Behandelen aanvraag: Nadat de aanvraag is ingediend, beoordeelt de behandelend ambtenaar of deze compleet is en voldoet aan de ontheffingscriteria (zie hierboven ontheffingsgronden en voorschriften ). Indien de aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld aanvullende gegevens te verstrekken binnen een door de gemeente gestelde termijn. Voldoet de aanvrager niet aan dit verzoek, dan wordt de aanvraag niet verder in behandeling genomen. Vervolgens neemt het college van Burgemeester en Wethouders een besluit over het al dan niet verlenen van de ontheffing; dit besluit wordt in het Onderbankenjournaal gepubliceerd. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beschikking. Een kopie van het besluit wordt toegezonden aan politie en brandweer. De gemeente dient binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag een beslissing op de aanvraag te nemen. Wanneer de gemeente niet tijdig beslist en verzuimt voor het einde van de termijn de 5

aanvrager daarvan op de hoogte te stellen, kan de aanvrager bezwaar indienen bij het college van Burgemeester en Wethouders. Bezwaar en beroep: Belanghebbenden kunnen op grond van de Algemene wet Bestuursrecht binnen 6 weken na verzending bezwaar maken tegen het besluit. Indien het college van Burgemeester en Wethouders het bezwaar afwijst, kan de aanvrager beroep aantekenen bij de Raad van State. Individuele en incidentele ontheffing Bij het verlenen van ontheffingen is het uitsluitend mogelijk individuele ontheffingen te verlenen. Zo is het niet mogelijk voor meerdere aanvragers één ontheffing te verlenen of een brancheorganisatie een ontheffing voor alle belanghebbenden te verlenen. Een ontheffing is namelijk een uitzondering op een verbod (in dit geval het verbrandingsverbod cf. artikel 10.2 Wm) in individuele situaties. Het verlenen van een ontheffing voor een grote groep aanvragers zou feitelijk neerkomen op een vrijstelling. Artikel 10.63 Wm lid 2 biedt voor een vrijstelling of het verlenen van één algemene ontheffing voor een groep mensen geen ruimte. De door de wetgever geboden terughoudendheid bij het verlenen van stookontheffingen betekent tevens, dat geen ontheffing voor onbepaalde tijd kan worden verleend. De gemeente Onderbanken verleent een stookontheffing voor 1à 2 werkdagen* in een periode van 1 à 2 maanden*. * afhankelijk van de hoeveelheid snoeiafval Leges Voor het nemen van een beschikking op een aanvraag voor een stookontheffing op grond van artikel 10.63 Wm worden conform artikel 15.34a Wm geen legeskosten berekend. Schinveld april 2007 CM 6