Visplan IJsselmeer en Markermeer

Vergelijkbare documenten
Visplan naam water. Eventueel een ondertitel. Illustratie. Eventueel het logo van de VBC

Provincie Flevoland. Transitie visserij IJsselmeer, Markermeer en IJmeer. rapportage

Rapport Hengelvangstregistraties Volkerak-Zoommeer en kanalen

Eddy Lammens, RWS WVL

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 8, 10a en 12 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985;

Combinatie van Beroepsvissers

Uitzetten en onttrekken van aal en schubvis

NOTITIE. Code: /

Rapport. Visplan Veluwe Randmeren

Plan van Aanpak. Opstellen Visplan VBC Rijnland

Visserij op het Volkerak-Zoommeer. Samenwerking sport- en beroepsvisserij Emiel Derks

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

-1- Aan het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland Postbus AB Lelystad. Ons kenmerk:

MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Visplan Het Bufferbekken

Rapport Monitoring Bijvangst Krabbenvisserij IJsselmeer

Datum 22 december 2009 Betreft Aanscherping VBC-voorwaarden + aanbieding nieuwe huurovereenkomst

Een visie op de sportvisserij, de visstand en het visserijbeheer op de grote rivieren

Bufferbekken te Oostelijke Schelderijnweg 5, Rilland (Bij Kreekraksluizen)

NATIONALE AAL MANAGEMENTSPLANNEN BINNEN DE EU

Deelnemende Vissers Rotgans/Bakker Schilder/Smit Last Klop. Rapportage door; Arjan Heinen Adviseur visserijbeheer bij de Combinatie van Beroepsvissers

CONVENANT VOOR DE VISSTANDBEHEERCOMMISSIE (VBC) VOOR HET BEHEERGEBIED VAN HET WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL

VBC Friese Boezem. Visplan Friese Boezem 2013

voor de beroepsmatige visserij in Natura-2000 gebied IJsselmeer. Hierbij treft u de gronden aan waarop de bezwaren zijn gebaseerd.

Visplan ZuiderZeeland

Visplan Waal, Bijlandskanaal en Maas-Waalkanaal

Omvang van de Nederlandse sportvisserij, in 2010

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Visrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot

Omvang van de Nederlandse sportvisserij,

Economische gevolgen voor IJsselmeervissers bij reductie van visserij op schubvis met 36%

KRW en Natura 2000: effecten op visserij. Vissennetwerk 7 juni 2007 Jaap Quak

Voorstel bijvangstenregeling

Notulen Kenniskring IJsselmeer thema nettenvisserij

Rapport Hengelvangst registratie 2013 SNOEKBAARS. met registratie van bijvangsten. SNOEK en BAARS

Friese Vis met Beleid

Uitzetten (en onttrekken) in Noord-Brabant

Omvang van de Nederlandse sportvisserij,

Onderzoek naar bijvangsten aan aal in aangepaste hokfuiken en schietfuiken. Verslag van een experiment

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Rapport Hengelvangstregistratie 2016 SNOEKBAARS. met registratie van bijvangsten. SNOEK en BAARS

Lijst van vragen en antwoorden over de toekomst van de IJsselmeervisserij, brief 2004/6460, gericht aan de voorzitter van uw Kamer.

Aalbeheer in Nederland in Europees perspectief

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte Voorzitter,

VISRECHTEN-UITGIFTEBELEID VOOR DE BEROEPS- EN SPORTVISSERIJ OP DE STAATSBINNENWATEREN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Bijlage XXXIV. Lijst van de milieu-inbreuken, ter uitvoering van artikel , 1, f), en , derde lid, van het decreet

Masterplan Toekomst IJsselmeervisserij (deel 1)

Vrijwilligersmonitoring

De economische waarde van de IJsselmeervisserij. Notitie met betrekking tot de waarde van vergunningen en merken

Visplan IJssel Plus, versie 2012

VISPLAN VOLKERAK/ZOOMMEER

Zowel sport- als beroepsvissers hebben belang bij een goede snoekbaarsstand. visionair nr. 8 - juni 2008

Vissen in het IJsselmeer. Romke Kats

Rapport Hengelvangst registratie 2011 SNOEKBAARS. Volkerak Zoommeer Bathse Spuikanaal Schelde-Rijnkanaal

hart voor vissen Dode, voor de sportvisserij verloren, blankvoorns. visionair nr maart 2009

Hoogheemraadschap van Delfland. Integrale nota Vis. Nota van beantwoording en wijziging

Visplan R&IJ. Stand van zaken. Door Frank Bosman Hengelsport Federatie Midden Nederland

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Deel 1 Toen en nu 13

Notulen Kenniskring IJsselmeervisserij en Binnenvisserij

Rijkswaterstaat Dienst IJsselmeergebied Postbus AP Lelystad. Project nummer: Hoofd Onderzoeksorganisatie.

Visplan Antwerps Kanaalpand

Visuitzettingen (karper) als beheermaatregel (Odi et amo) J. Quak Vissennetwerk 27 september 2012

Rapport Hengelvangst registratie 2012 SNOEKBAARS. met registratie van bijvangsten. SNOEK en BAARS

historische en recente gevolgen van het afsluiten van de Zuiderzee voor trekvissen

Sportvisserij MidWest Nederland

VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal

Datum 13 november 2009 Betreft Beleidsvoornemens binnenvisserij en verankering VBC's en visplannen

Rapport Hengelvangstregistratie 2009 SNOEKBAARS. Volkerak Zoommeer Bathse Spuikanaal Schelde-Rijnkanaal

Inleiding bij convenant VBC Neder-Rijn Plus

VBC Schieland en de Krimpenerwaard. Visplan Schieland en de Krimpenerwaard Deel 1 Algemene uitwerking

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar

Visrechten van de eigenaar in het Reeuwijkse Plassengebied

VAN AAL TOT ZALM TUSSEN ZOUT EN ZOET

OPFRISAVONDEN. Controleurs Sportvisserij en Boa s. Sportvisserij Nederland, Bilthoven. 14 februari 2012

C. Deerenberg, J.J. de Leeuw en R.J. de Jager. Directie Visserij Postbus EK s-gravenhage

Schieraalvan de polders naarzee Kwaliteitsgerichte Opgroei Gebieden Schieraal Extensieve aalkweek Trap and Transfer

2 Materiaal en methode

Inhoud. evenwicht bestaan tussen de beschikbare hoeveelheden vis in de natuur en wat vissers kunnen vangen.

Handhaving Sportvisserij Zuid West Nederland presentatie op 28 april 2014 KNVvN. Philip Oprel Anjo Hoogendoorn BOA Sportvisserij Zuid West Nederland

Toestand vis en visserij in de Zoete Rijkswateren: 2014 Deel I: Trends van de visbestanden, vangsten en ecologische kwaliteit ratio s

Visplan mosselzaadvisserij najaar 2018 sublitoraal westelijke Waddenzee. het Reglement Mosselvisserij 1998 is van toepassing.

Visplan. Zuidelijke Randmeren. Sportvisserij MidWest Nederland HSV Hoop op Geluk Nijkerk Visserijbedrijf J. Wormsbecher Visserijbedrijf G.

VBC Rivierenland. Visplan Rivierenland Deel 1 Algemene uitwerking

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad, 5 september het college van Dijkgraaf en Heemraden, 24 september 2013 PPA. 5 september 2013 mw. M.

EVALUATIE KRW-VISMAATLATTEN : zienswijze Sportvisserij Nederland. J. Quak Hoofd cluster Kennis en informatie

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: Kenmerk: /not02 Status: Definitief Opsteller: J.

Orientatieavond VBC-Veluwe 7 oktober Andre Nooteboom (heemraad)

De visstand in vaarten en kanalen

Visplan Waal, Bijlandskanaal en Maas-Waalkanaal

Recreatieve visserij onder de loep

Visplan Benedenrivieren en Haringvliet

Gedeelde werkelijkheid

ECLI:NL:RBNHO:2015:1300

Visplan Twentekanalen

Subsidieregeling fonds doelgericht visstandbeheer. Afgesloten water

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013

Viswater De Steeg te Grubbenvorst

Transcriptie:

Visplan IJsselmeer en Markermeer PO IJsselmeer Sportvisserij Nederland Versie 11 april 2011 VBC IJsselmeer i.o

Status: bijgesteld concept van 11 april 2011 t.b.v. bespreking VBC concept heeft nog geen bestuurlijke goedkeuring Titel Visplan IJsselmeer en Markermeer 2011 Samenstelling PO IJsselmeer en Sportvisserij Nederland referentie: Visplan IJsselmeeer en Markermeer 2010-2011. PO IJsselmeer en Sportvisserij Nederland, uitgave VBC IJsselmeer en Markermeer p/a Bilthoven Akkoordverklaring: Namens de PO IJsselmeer:.. Namens Sportvisserij Nederland:.

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1-1 2 Huidige situatie gebied en beleid... 2-1 2.1 Gebiedsbeschrijving en begrenzing... 2-1 2.2 Beleid en beheer visstand, visserij en watersystemen... 2-4 3 Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand... 3-1 3.1 Visrechten en visserijgebruik... 3-1 3.2 Visstand en viswatertype... 3-11 3.3 Visuitzettingen... 3-15 3.4 Visonttrekking... 3-15 3.5 Vismortaliteit... 3-15 3.6 Visserijkundig onderzoek, monitoring en vangstregistratie 3-16 3.7 Regelgeving... 3-17 3.8 Controle, handhaving en sanctionering... 3-20 3.9 Bereikbaarheid en bevisbaarheid (sportvisserij)... 3-20 4 Gewenste situatie en streefbeelden... 4-1 4.1 Visrechten en visserijgebruik... 4-1 4.2 Visstand en viswatertype... 4-5 4.3 Visuitzettingen... 4-6 4.4 Visonttrekking... 4-7 4.5 Vismortaliteit... 4-8 4.6 Visserijkundig onderzoek, monitoring en vangstregistratie.. 4-8 4.7 Regelgeving... 4-9 4.8 Controle en handhaving... 4-9 4.9 Bereikbaarheid en bevisbaarheid... 4-10 5 Voorgenomen maatregelen, activiteiten, uitvoeringsprogramma.. 5-1 6 Bijlagen... 6-1

Hoofdstuk, paragraaf, pagina Wijzigingsblad visplan IJsselmeer-Markermeer Gewijzigd door akkoord toetsing

- Inleiding - 1 Inleiding In lijn met het vigerend Rijksbeleid voor de binnenvisserij, willen de PO IJsselmeer en Sportvisserij Nederland voor het IJsselmeer vormgeven aan een planmatig visserijbeheer, gericht op een duurzame visstand en een daarop afgestemde visserij. Noodzakelijk hiervoor is het opstellen van een visplan. Het beheer en de visserij zal worden uitgevoerd conform dit visplan. In VBC-verband vindt hierover onderling overleg, en ook overleg, informatie-uitwisseling en afstemming plaats met Rijkswaterstaat, lokaal bestuur, provincies en LNV. Nadere informatie over het Rijksbeleid is o.a. te vinden op www.visstandbeheercommissie.nl, waaronder de beleidsbrief van de minister van LNV van december 2009 over het opstellen van visplannen. In het binnenvisserijbeleid en in regelgeving, heeft het IJsselmeer altijd een bijzondere posititie ingenomen, in vergelijking met de overige binnenwateren. De minister van LNV heeft in een beleidsbrief aan de Tweede Kamer van 2 maart 2005 echter aangegeven het bestaande verschil in visserijbeleid tussen het IJsselmeer en Markermeer en de overige binnenwateren waar mogelijk te willen opheffen. Voor zover mogelijk wordt hieraan in het voorliggende visplan invulling gegeven. Het visplan bevat een concrete uitwerking van de in het Visstandbeheerplan IJsselmeer en Markermeer: stand van zaken 2008 (Witteveen+Bos, 2008a) op hoofdlijnen uitgewerkte visserij op het IJsselmeer en Markermeer. Het voorgestelde concept-visplan IJsselmeer en Markermeer 2009 (Witteveen+Bos 2009), bestaande visplannen en de ontwikkelingsvisie Sportvisserij IJsselmeer zijn eveneens bouwstenen voor het voorliggende visplan. Het visplan wordt ter goedkeuring aangeboden aan de waterbeheerder. Na diens goedkeuring kan op basis van dit visplan een beroepsvisser individueel een eigen visplan maken waarin tot uitdrukking komt hoe hij de reductiedoelstelling gaat realiseren in tijd of vistuigen. Dit individuele visplan moet door PO worden getoetst aan het collectieve visplan voordat er gevist kan worden. Voor aanvang van ieder visseizoen zal PO een overzicht van de individuele visplannen sturen aan de VBC, waterbeheerder en controlerende instanties. Het voorliggende visplan heeft nog het karakter van een groeidocument. Het visplan is daarom losbladig samengesteld. Toekomstige actualisatie van het plan kan hierdoor gemakkelijk worden vormgegeven. Toekomstige wijzigingen zullen worden bijgehouden op het wijzigingsblad (na de inhoudsopgave), onder verwijzing naar hoofdstuk, paragraaf, pagina nummer en datum. Tussentijdse bijstelling van het visplan gebeurt uitsluitend na onderling overleg, bespreking in de VBC, vastgelegd in 1-1 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - goedgekeurde notulen, met schriftelijke instemming van de betrokken partij(en) en onder voorbehoud van toetsing en goedkeuring van overheidswege. De PO IJsselmeer en Sportvisserij Nederland zijn ook als deelnemers aan de VBC IJsselmeer, van mening dat dit visplan een degelijke aanzet vormt voor een toekomstig duurzaam visserijbeheer waarin voor alle partijen duidelijke afspraken staan over het beleid en de uitvoering daarvan, gericht op het bereiken van de doelstellingen. Uitgangspunten De visstand in het IJsselmeer bevindt zich op een historisch dieptepunt. Voor vrijwel alle vissoorten is spraken van neerwaartse trends en het grotendeels ontbreken van oudere jaarklassen /grotere vissen. Evenwicht in de opbouw van de populaties ontbreekt. De vangsten zijn eveneens trendmatig afgenomen. De huidige situatie staat ver af van die behorende bij een zo natuurlijk mogelijke visgemeenschap. Het centrale probleem voor het IJsselmeer/Markermeer is de trendmatige daling in het bestand van de meeste vissoorten, een daar ondanks de saneringen - niet op afgestemde visserij-inspanning, en een verarmd, genivelleerd ecosysteem. Hierdoor ontbreekt momenteel een wenkend perspectief voor een duurzame beroeps- en sportvisserij. De inzet is deze situatie te verbeteren. Dit is o.a. verwoord in het streefbeeld voor de visstand in paragraaf 4.2. Het IJsselmeer heeft met een planmatig, effectief visserijbeheer een grote (re) potentie voor de beroepsvisserij (in beperkte omvang) en zeker ook de sportvisserij. Daarnaast is het IJsselmeer als verbinding tussen de Waddenzee en het achterland van groot belang, alsmede als verbinding met en tussen aanliggende wateren. Migratieverbeteringen zijn daarom ook van wezenlijk belang. In het in 2008 opgestelde visstandbeheerplan is een proces naar duurzame visserij op het IJsselmeer en Markermeer uitgewerkt, afgestemd op vigerende KRW- en N-2000 doelen. Om aan de criteria voor een duurzame visserij te kunnen voldoen, is een aantal maatregelen geformuleerd. Deze maatregelen dienen ook als belangrijk uitgangspunt voor dit visplan. Voorgestelde maatregelen visstandbeheerplan reductie van het aantal netten dagvisserij op baars (met 101 mm) dag/nachtvisserij op snoekbaars (met 140 mm) grotere minimummaat snoekbaars instellen grotere minimummaat aal instellen maatregelen vangtuigen beperking aantal netten en gebruik jonen met strippen (afschrikken vogels) voor aalvisfuiken stadagen en aanpassen fuiken, alsmede gebruik van de overlevingsbun voor 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 1-2 versie

- Inleiding - Voorgestelde maatregelen visstandbeheerplan schietfuiken en kleine klaarzak voor legen grote fuik Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de huidige situatie van het gebied en het beleid dat betrekking heeft op visstandbeheer en visserij beschreven. In hoofdstuk 3 wordt de huidige situatie van de beroepsvisserij, de sportvisserij, het visserijbeheer en de visstand beschreven. De gewenste situatie en streefbeelden voor de visstand en visserij worden in hoofdstuk 4 beschreven. De vergelijking tussen streefbeelden en de huidige situatie leidt tot gewenste maatregelen en activiteiten, deze worden in hoofdstuk 5 beschreven. Dit hoofdstuk geeft ook de aanzet voor een uitvoeringsprogramma om de maatregelen ook daadwerkelijk te realiseren. Aanpak en uitwerking zal de komende periode gestalte krijgen. Het visplan wordt afgesloten met bijlagen. 1-3 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Huidige situatie gebied en beleid - 2 Huidige situatie gebied en beleid 2.1 Gebiedsbeschrijving en begrenzing Gebiedsbeschrijving Het IJsselmeer en Markermeer zijn ontstaan na afsluiting van de voormalige Zuiderzee door de aanleg van de Afsluitdijk, voltooid in 1932, de aanleg van de IJsselmeerpolders (voltooid in 1968) en de Houtribdijk, voltooid in 1976. Het IJsselmeer heeft een oppervlakte van 113.346 hectare, en is gemiddeld 4.5 meter diep. Het Markermeer, inclusief het IJmeer en de Gouwzee, heeft een oppervlakte van 68.508 hectare en een gemiddelde diepte van 3,9 meter. Na de aanleg van de Afsluitdijk is het water binnen enkele maanden verzoet, en sindsdien ontbreekt een brakke overgangszone naar de zee. Binnen enkele jaren had zich een vrijwel volledig andere visstand gevestigd met ook andere vormen van visserij. De haring en ansjovis verdwenen, snoekbaars, baars en brasem kwamen hiervoor in de plaats. De onderstaande figuren, gebaseerd op de Verslagen en mededelingen en Jaarcijfers van de visserij (periode 1921 1987, aangevuld met data uit Van Overzee et.al. voor de periode 1988-2009) dienen als illustratie (bewerking J. Quak). 14000 12000 10000 aanvoer x 1000 kg 8000 6000 4000 2000 0 1916 1917 1918 1919 1920 1921 1922 1923 1924 1925 1926 1927 1928 1929 1930 1931 jaar Figuur 2.1 Aanvoer haring uit de kom van de Zuiderzee 1916-1931 1. 1 De grafieken tonen de aanvoer van de belangrijkste vissoorten voor de afsluiting in 1932: haring, ansjovis, bot, aal en spiering. Het betreft de aanvoer uit de kom van de voormalige Zuiderzee, geografisch het gebied van het latere IJsselmeer. Data afkomstig uit de Verslagen en mededelingen van de afdeling Visscherijen (Jaarcijfers over de visscherij), departement van Binnenlandsche zaken en landbouw, later departement van Landbouw en visscherij. (Data verzameling en -bewerking: J. Quak, Sportvisserij Nederland). Ter vergelijking met de figuren op p. 3-12, 3-13.) 2-1 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - 6000 ansjovis bot aal spiering 5000 4000 aanvoer x 1000 kg 3000 2000 1000 0 1916 1917 1918 1919 1920 1921 1922 1923 1924 1925 1926 1927 1928 1929 1930 1931 jaar Figuur 2.2 Aanvoer vis uit de kom van de Zuiderzee 1916-1931 1. De meren worden grotendeels begrensd door dijken en dammen. Het merendeel van het water wordt aangevoerd door de IJssel. Het waterpeil is gefixeerd op -40 cm NAP in de winter en op -20 cm in de zomer. Voor een uitgebreide gebiedsbeschrijving wordt verwezen naar de Gebiedendatabase Natura 2000 op de website van LNV (www.synbiosys.alterra.nl/natura2000) en de Brondocumenten voor de KRW voor het IJsselmeer en Markermeer (RWS Waterdienst, 2009a; 2009b). Begrenzing Waar het IJsselmeer in verbinding staat met andere binnenwateren/vbcgebieden geldt als grens: a. waar geen open verbinding is, de dichtst bij het IJsselmeer gelegen waterkering; b. Waar een open verbinding is, de lijn gaande over de uitmonding, met dien verstande dat de grensscheiding tussen het Gooi- en Eemmeer en het IJsselmeer wordt gevormd door de as van de verkeersbrug nabij Muiderberg en dat de grensscheiding tussen het Ketelmeer en het IJsselmeer wordt gevormd door de as van de verkeersbrug nabij de Zwolsche Hoek. c. Onder IJsselmeer wordt mede verstaan de daaraan gelegen open havens. Zie ook Reglement voor de binnenvisserij, art. 1, lid 2 en lid 3 (Min LNV, 1997). 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 2-2 versie

- Huidige situatie gebied en beleid - Figuur 2.3 Topografische ondergrond: Topografische Dienst, Emmen Overzichtskaart IJsselmeer en Markermeer 2-3 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - 2.2 Beleid en beheer visstand, visserij en watersystemen Kaderrichtlijn Water Rijkswaterstaat is als waterbeheerder verantwoordelijk voor de kwantiteit en kwaliteit van het oppervlaktewater in de Rijkswateren, en derhalve ook voor de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Het Beheer- en Ontwikkelingsplan voor de Rijkswateren (BPRW) 2010-2015 (RWS, 2009) speelt een voorname rol bij de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water. In het BPRW zijn de ligging en status van de waterlichamen en de doelen en maatregelen verankerd. De brondocumenten IJsselmeer en Markermeer (RWS Waterdienst, 2009a; 2009b) bevatten de relevante KRW gegevens voor beide waterlichamen. Beide waterlichamen hebben de status sterk veranderd en zijn van het KRW-watertype M21. In tabel 1 en 2 (Bijlage II) zijn voor beide waterlichamen de huidige toestand en doelstellingen ecologie en chemie weergegeven. Om de doelstellingen van de KRW te bereiken, zijn in de brondocumenten maatregelen geformuleerd. In de tabel 3 en 4 (Bijlage II) zijn per waterlichaam de voorgenomen maatregelen en een fasering aangegeven. De focus ligt in de planperiode voornamelijk op het verbeteren van de migratiemogelijkheden voor vissen bij de Afsluitdijk (vispassages, visvriendelijk spui- en schutsluisbeheer), verbeteren visintrek naar omliggend gebied (maatregelen waterschappen) en het bereiken van een duurzame visserij op basis van het visplan. Voor het Markermeer geldt min of meer eenzelfde pakket aan maatregelen. Natura 2000 Het werkgebied van de VBC is onderverdeeld in twee N-2000 gebieden; IJsselmeer en Markermeer & IJmeer (zie tabel 5, Bijlage II). Natura 2000 kader IJsselmeer Voor het IJsselmeer is in relatie tot het N2000 beheerplan, NB-wet vergunningen en de inhoud van het beoogde visplan, besloten tot een 2- sporenaanpak: 1 Het voorliggende visplan zal voor 2011 voor de uitvoering van de visserij mede worden gebaseerd op de huidige vergunningvoorwaarden van de NB-wet vergunning voor het IJsselmeer 2. 2 de overheden (provincies, ministeries) verschaffen zo spoedig mogelijk een helder kader, waarmee duidelijk wordt wat de toekomstige criteria zijn voor de visserij en welke maatregelen en aanpassingen nodig zullen zijn. In dit visplan wordt aangegeven op hoofdlijn hoe de visserij in VBC-verband in 2011/2012 hier dan verder uitwerking aan zal geven. De resultante daarvan is onderdeel 2 In de VBC-vergadering van 14 oktober 2010 is afgesproken dat de provincies Flevoland en Friesland onderling de inhoud van de NB-wet vergunning zullen afstemmen en dit aan de PO zullen communiceren als kader voor het visplan 2011. 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 2-4 versie

- Huidige situatie gebied en beleid - voor het visplan vanaf 2012, waardoor een duidelijke relatie ontstaat tussen het N2000 beheerplan en toetsing/goedkeuring voor het visplan resp. een vergunningplicht voor activiteiten die niet via het N-2000 beheerplan (op basis van het visplan) kunnen worden geregeld. Natura 2000 kader IJmeer/Markermeer 2011 Als randvoorwaarden en toetsingskader voor het visplan neemt de provincie Flevoland de bestaande NB-wetvergunning voor de visserij als uitgangspunt. Voor (gewenste) vormen van visserij die invloed kunnen hebben op de natuurwaarden in het IJmeer en Markermeer, gelden aanvullende of strengere eisen. Zie voetnoot 1. De NB-wetvergunning is opgenomen als Bijlage III. Tegen de vergunning zijn bezwaren ingediend door de PO IJsselmeer en Sportvisserij Nederland. Europese Aalverordening / Nederlands aalbeheerplan In 2007 is door de Europese Unie de Europese Aalverordening (EU, 2007) uitgevaardigd. De lidstaten zijn verplicht een Nationaal Aalbeheerplan op te stellen. In 2009 is het Nederlands aalbeheerplan (Min LNV, 2008) goedgekeurd door de Europese Commissie. Het plan richt zich op een herstel van de Europese aalstand met behoud van een gereguleerde aalvisserij. Als beschermende maatregel geldt ook voor het IJsselmeer een gesloten tijd voor aalvistuigen van 1 september 1 december. Door de sportvisserij is een landelijk meeneemverbod voor de aal ingesteld. Ook deze maatregel is opgenomen in het Aalbeheerplan. Beleid EL&I Het beleid van EL&I ten aanzien van het IJsselmeer door de jaren heen is te vinden in Bijlage IV. In de beleidsbrief van 2 maart 2005 (zie Bijlage V) heeft de minister van LNV aangegeven ernaar te streven de volgende situatie te realiseren ten aanzien van de visstand en de visserij op het IJsselmeer en Markermeer: - een gevarieerde visstand en evenwichtige populatieopbouw (meer oudere jaarklassen; grotere vis; - een duurzaam visstandbeheer vormgegeven door een samenwerking (VBC) tussen verschillende belangengroeperingen, instellingen en organisaties; - een beperkt aantal professionele en economisch gezonde bedrijven oefent de visserij op een duurzame en maatschappelijk verantwoorde wijze uit. Een concrete uitwerking van deze doelstellingen is in de beleidsbrief niet gemaakt. Wel is een aantal voornemens geformuleerd waarmee bovenstaande doelstellingen dienen te worden bereikt. Deze voornemens zijn opgenomen in het visstandbeheerplan en bestaan onder andere uit een reductie van de visserijinspanning door het instellen van een saneringsregeling en het instellen van een VBC. Overig extern beleid Deltaprogramma IJsselmeergebied Toekomst Afsluitdijk Extra Spuicapaciteit Afsluitdijk Voor dit visplan zijn deze thema s beoordeeld als nog niet relevant. 2-5 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - 3 Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand 3.1 Visrechten en visserijgebruik Algemeen In tegenstelling tot de meeste andere binnenwateren, zijn de visrechten voor het IJsselmeer niet uitgegeven (verhuurd). Het visrecht berust bij de Staat, i.c. de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) (voorheen LNV). Aan beroepsvissers worden door het ministerie publiek- en privaatrechtelijke vergunningen uitgegeven. Een overzicht van de jaar- en seizoensvergunningen van 2010 is opgenomen in Bijlage VI. Aan Sportvisserij Nederland wordt door het ministerie een machtiging uitgegeven tot het verlenen van een schriftelijke toestemming voor het vissen met de hengel (maximaal 2 hengels). Deze toestemming wordt verleend door het uitgeven van de VISPAS in combinatie met de Landelijke Lijst van viswateren. Certificaten Bij de indiening van het individuele visplan geeft de aanvrager (beroepsvisser) aan met welk certificaat hij het seizoen wil beginnen. Dit wordt door de PO geregistreerd. Dit is afhankelijk van het aalvistuig dat op zijn vergunning staat vermeld. Om controletechnische redenen wil de PO deze certificaten handhaven. Wil een visser daarna een visserij met een ander aalvistuig gaan uitoefenen, dan moet hij hiervoor opnieuw een aanvraag indienen bij de PO. Aanvraag van certificaten gebeurt telefonisch of per fax of mail bij de PO. Deze stuurt iedere week een overzicht van aangevraagde certificaten aan de controlerende instanties. Er zijn 5 verschillende certificaten: - fuikencertificaat (F), voor de visserij met grote fuiken en/of schietfuiken; - kistencertificaat (K), voor de visserij met kisten en aaskuil; - hoekwantcertificaat (H), voor de visserij met hoekwant en aaskuil; - staande nettencertificaat (N), voor de visserij met staande netten met een maaswijdte > 101 mm.; - zegencertificaat (Z), voor de visserij met de zegen. De visserij op spiering kan, uiteraard alleen wanneer men over schietfuik-, spiering- of grote fuikmerken beschikt, uitgeoefend worden zonder een zogenaamd spieringcertificaat. Merken De vergunninghouder kan bij het ministerie voor de verschillende vistuigen merken aanvragen. Deze merken hebben een serienummer en 3-1 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - per vistuig een bepaalde kleur. - grote fuik : geel - schietfuik : groen - aalkist : wit - spieringfuik : paars - staand net : zwart Wanneer de merken kapot zijn of de serienummers onleesbaar, dan moet de vergunninghouder nieuwe merken aanvragen. Bij vermissing van merken doet de vergunninghouder aangifte bij de politie en voegt een verklaring van vermissing bij de aanvraag voor nieuwe merken. Tabel 3.1 Huidige beschikbare merken (aaleenheden 3 ). grote fuik schietfuik spieringfuik kisten netten leden PO IJsselmeer leden 1518 2971 2768 7415 3450 PO (eigen merken) 222 100 1518 3193 2768 7415 3550 niet-leden PO-IJsselmeer VD 104 75 50 seizoenvergunninghouders 400 1518 3193 2843 7415 4000 omrekenen naar aaleenheden *5 *2 *2 *1 *1 7595 6386 6052 7415 4000 totaal aantal aaleenheden 31448 af: aantal aaleenheden spieringfuik 6052 af: aantal aaleenheden PO 544 totaal aantal aaleenheden beschikbaar 24852 Inzet volgens visplan 17.000 Te reduceren volgens visplan 7.852 32% Aalvisserij beschrijving visserij De aalvisserij wordt uitgeoefend met aalvistuig als de grote fuik, de schietfuik, de aalkist of het aalhoekwant. De visserij met grote fuiken wordt uitgeoefend in de periode van 1 mei tot en met 31 december. In de periode van 1 mei tot en met 30 september wordt de visserij met schietfuiken uitgeoefend. De aalkistvisserij vindt net als de hoekwantvisserij plaats in de periode van 12 april tot en met 31 oktober. Aan het begin van het visseizoen moet elke vergunninghouder die de aalvisserij wil uitoefenen, in zijn visplan aangeven hoeveel vistuig hij gaat gebruiken. De hoekwantvissers reduceren thans 10 dagen facultatief in het seizoen. minimummaat 3 Aaleenheid: ingestelde omrekeneenheid voor de verschillende vistuigen. 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 3-2 versie

- Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - Voor aal geldt een minimum maat van 28 cm. Het verhogen van de minimummaat van aal van 28 cm naar 30 cm is als wens opgenomen in het visstandbeheerplan. Voor deze maatregel is echter nog onvoldoende draagvlak. weekendverbod Voor een aantal aalvistuigen geldt een weekendverbod. De visserij met het aalhoekwant en de aalkisten is verboden van vrijdagmiddag 16.00 uur tot de daaropvolgende maandagmorgen 08.00 uur. Verder is het verboden om van donderdag zonsondergang tot maandag 08.00 uur met de aaskuil te vissen. Ook is het in het weekend verboden zich op het water te bevinden met de betreffende vistuigen aan boord. Men mag alleen in de haven de vistuigen aan boord hebben, anders is men strafbaar. nachtverbod Het is verboden tussen twee uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang te vissen (plaatsen en halen van vistuigen). Dit is niet van toepassing op het te water hebben van vistuigen (fuiken). Dit verbod geldt niet voor het vissen (zetten en halen) met de aalkist en/of aalhoekwant. certificaten en gecombineerde visserij De certificaten voor fuiken (F) en aalhoekwant (H) mogen niet gecombineerd worden gebruikt. Ook de combinatie fuikencertificaat (F) en aalkistcertificaat (K) is niet toegestaan. Hetzelfde geldt voor de combinatie aalhoekwantcertificaat (H) en aalkistcertificaat (K). Een gecombineerde visserij van grote fuiken en schietfuiken met staande netten, dat wil zeggen tegelijkertijd uitgevoerd, is toegestaan, behalve in de periode van 1 juli tot en met 31 juli. De PO is van mening dat in de wetgeving de gecombineerde visserij voldoende is geregeld. In tabel 3.3 is een overzicht opgenomen van alle combinatiemogelijkheden. Vanaf 2002 voert de PO de administratie van de certificaten. Bij het visplan krijgen de leden een formulier toegestuurd waarmee zij iedere week (uiterlijk voor vrijdag) per fax (of telefonisch) aan de PO doorgeven welk certificaat zij de daaropvolgende week gebruiken. Ten behoeve van de controle stuurt de PO wekelijks een overzicht aan de AID en KLPD en aan de LNV vakdeskundige Visserij waaruit blijkt wie, welk certificaat gebruikt. De PO verzorgt ook de registratie van samen vissen. Voor 1 maart dienen de leden aan de PO door te geven met welke vergunninghouder zij het komende seizoen gaan samenwerken en welk gezamenlijk vaartuig gebruikt wordt. Deze opgave geldt voor het hele jaar. Wanneer er zich calamiteiten voordoen, dan kan bij het bestuur van de PO een verzoek tot ontheffing worden ingediend. Daarnaast is het niet toegestaan dat een lid van de PO samen vist met een niet-lid. Reductie in het recente verleden Via enkele saneringsregelingen is de aalvisserij capaciteit tussen 2005 3-3 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - 2008 gereduceerd. Op 1 januari 2008 bedroeg de totale visserijcapaciteit van schietfuiken, grote fuiken, netten en aalkisten van alle vergunninghouders en seizoensvergunninghouders samen 24.852 eenheden. Vanaf 1997 heeft de PO IJsselmeer te maken gehad met een visplan, waarmee steeds een gedeelte van het aalvistuig (grote fuik, schietfuik, aalkist) werd gereduceerd. De IJsselmeervissers konden steeds kiezen voor een reductie in tijd en/of merken (eenheden). Voor ieder aalvistuig dient jaarlijks 32% gereduceerd te worden. Een week stilliggen komt overeen met 8% reductie. Dit geeft ieder lid per vistuig (grote fuik, schietfuik en aalkist) een keuze uit de volgende opties: 1. 4 weken stilliggen in het seizoen. 2. 3 weken stilliggen in het seizoen + 8% beperken in merken. 3. 2 weken stilliggen in het seizoen + 16% beperken in merken. 4. 32% beperken in merken en géén stilligweken. Reductie in tijd mag in de gesloten periode 1 september t/m 31 november plaatsvinden (zie Nationaal Aalbeheerplan; Min LNV, 2008). Het seizoen voor aalhoekwant is bekort met tien facultatieve stilligdagen. Een stilligdag dient één dag van tevoren schriftelijk (post/fax/email) aan het secretariaat van de PO gemeld te worden. Verder moet men er rekening mee houden dat wanneer er sprake is van meerdere vergunningen op één vaartuig, alle vergunningen tegelijkertijd dienen te reduceren. grote fuiken en plaatsen van de stokken De vergunninghouder die met grote fuiken wil vissen, moet in het bezit zijn van toestemming om vaste vistuigen te plaatsen. Deze toestemming is plaatsgebonden. De stokken voor de vaste vistuigen voor de grote fuiken worden geplaatst zodra het ijs uit het IJsselmeer verdwenen is. Pakweg een week voordat het seizoen open gaat, plaatsen de vissers doorgaans het schutwant. Op de dag zelf, dus wanneer het seizoen officieel wordt geopend, worden de fuiken geplaatst. nachtvisserij met aalkisten De ledenraad van de PO heeft het voornemen om de tijden van de nachtvisserij in een schema te verwerken. Het is gebleken dat in de zomer de aanvangtijd van de visserij nogal afwijkt van die in de winter. Begint de visserij in de zomer om 04.00 uur, in de winter is dat om 07.00 uur. Belangrijke factoren spelen hierbij een rol, zoals de temperatuur van het water en de kwaliteit van de vis. voorkomen van bijvangst in de (schiet)fuikvisserij In 2007 heeft de PO in samenwerking met IMARES en AquaTerra een onderzoek gedaan naar de beheersbaarheid van bijvangsten in schietfuiken (Bult et al., 2007). De bijvangst in schietfuiken is beheersbaar door het toepassen van een aantal maatregelen. Het toepassen van een zogenaamde Overlevingsbun geeft een forse verhoging van de overleving van 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 3-4 versie

- Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - bijgevangen vis. Van de bijgevangen vis bedraagt de overleving direct na verwerking 91% en indirect (na 7 dagen) 72%. De PO stelt daarom vanaf 2009 het gebruik van een overlevingsbun te allen tijden verplicht voor de schietfuikenvisserij. De overleving van de bijvangst wordt gemonitord. Daarnaast schrijft de PO voor om het gebruik van hoge drukreiniging bij het legen van de fuiken achterwege te laten en de staduur van schietfuiken te beperken tot maximaal vijf nachten. Om bijvangst te beperken kunnen gebieden met veel jonge vis (paaigebieden) tijdelijk door de PO worden gesloten. Tot op heden is geen gebruik gemaakt van deze methode van regulering /zonering. Er is een fuikenlijn is ingesteld om het paaigebied van jonge vis te beschermen. hoekwant Een aantal vissers heeft hoekwantrechten. Deze rechten kunnen niet worden verkocht. In de brief van 2 november 2007 heeft het ministerie de bevriezing van de hoekwantvisserij afgekondigd. In 2008 is het aantal hoekwantvissers gelimiteerd en vastgelegd in de publiekrechtelijke vergunning. Het hoekwantrecht is niet los overdraagbaar. eenlingen Door een aantal vissers wordt met zogenaamde eenlingen gevist. Dit zijn halve schietfuiken of kleine fuiken langs dijken etc. Deze worden aan een ijzeren staaf of stok langs de dijk gezet, terwijl de kub in de meeste gevallen met een stuk ketting op zijn plaats wordt gehouden. De fuik staat haaks op de dijk. Met de eenling mag alleen worden gevist in de directe nabijheid (luwte) van een regel waar een grote fuikenvisser rechten heeft of in een vak dat een grote fuikenvisser in zijn bezit heeft. Met de eenling mag alleen met gele merken worden gevist. De periode van gebruik is gelijk aan de grote fuik, namelijk 1 mei - 31 december, uitgezonderd de maanden september, oktober en november (gesloten tijd Aalbeheerplan). calamiteiten Wanneer leden van de PO te maken krijgen met calamiteiten, zoals motorpech, dan kunnen zij contact opnemen met het bestuur voor aanpassing van het individuele visplan. Het bestuur zal dan bekijken of de gedwongen stilligperiode (door bijvoorbeeld motorpech) gebruikt kan worden als reductie in tijd. Baars- en snoekbaarsvisserij (staand wantvisserij) beschrijving visserij De visserij op baars en snoekbaars wordt uitgeoefend met staande netten. Deze staande netten hebben ieder een maximale lengte van 100 meter. De staande nettenvisserij wordt uitgeoefend in de periode van 1 juli tot en met 15 maart. 3-5 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - weekendverbod Voor de staande nettenvisserij geldt een weekendverbod. Dit betekent dat de staande nettenvisserij van vrijdagmiddag 16.00 uur tot de daaropvolgende maandagmorgen 08.00 uur is verboden. Ook is het verboden zich op het water te bevinden met de netten aan boord. Men mag alleen in de haven de netten aan boord hebben. nachtverbod Het is verboden tussen twee uur na zonsondergang en één uur voor zonsopkomst te vissen (plaatsen en halen van vistuigen). Dit is niet van toepassing op het te water hebben van vistuigen. reductie De totale daadwerkelijke inspanning van de nettenvisserij (alle vissers samen) mag vanaf 1 januari 2008 niet meer bedragen dan 50% van de maximaal inzetbare capaciteit (eenheden of tijd). Daarom registreert de PO de visserij-inspanning gedurende het jaar. Indien blijkt dat de inspanning van de nettenvisserij over geheel het jaar hoger is geweest dan 50% zal dit door de leden individueel gecompenseerd moeten worden door een extra beperking van de netten- en/of aalvisserij in het visplan van het volgend jaar. gecombineerde visserij De PO heeft vastgesteld dat de combinatie staande nettencertificaat (N) en een zegencertificaat (Z) verboden is. Zegenvisserij beschrijving visserij Bij de zegenvisserij gaat het vooral om de vangst van brasem, blankvoorn, kolblei en rietvoorn. Deels wordt hierbij ook puf gevangen, deels gaat het om pootvis (vooral voor België). Er kan met de zegen zeer selectief en schoon en vrijwel zonder bijvangst worden gevist. Voor de kwaliteit van de gevangen vis kan de zegenvisserij op schubvis worden gesloten bij watertemperaturen van meer dan de 8 graden. In de praktijk wordt deze beheermaatregel niet toegepast. De zegenvisserij vindt plaats in de periode van 1 november tot en met 15 maart. Voor het kunnen beoefenen van de zegenvisserij moet de vergunninghouder het zegencertificaat (Z) aanvragen bij de PO IJsselmeer. Alleen wanneer in de periode dat de zegenvisserij wordt uitgeoefend, dus van 1 november tot en met 15 maart, de visserij ernstig heeft te lijden van strenge vorstperiodes, kan er een verlenging van de visperiode worden aangevraagd. Vanaf 1 januari 2007 geldt dat de totale capaciteit voor de zegenvisserij is beperkt tot die vergunninghouders die aantoonbaar in de periode 2003 tot 1 juni 2006 met dit vistuig hebben gevist. gecombineerde visserij Wanneer het certificaat voor de zegenvisserij wordt aangevraagd, moet het certificaat voor de staande nettenvisserij (N) worden ingeleverd. Vanwege de controlemogelijkheden mag de zegenvisserij niet gelijktijdig 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 3-6 versie

- Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - met andere vormen van visserij worden uitgeoefend. Daarom wordt er gecontroleerd op de aanwezigheid van andere vissoorten aan boord. Bij de zegenvisserij mag niet op snoekbaars worden gevist (deze moet overboord gezet worden mocht deze in de vangst voorkomen). Zegenvisserij havens Voor de zegenvisserij in een aantal havens (bijv. Lemmer) geven gemeentes schriftelijke toestemmingen uit aan de beroepsvissers. Deze visserij is publiekrechtelijk toegestaan. Er is momenteel geen informatie beschikbaar over de omvang van deze visserij en de voorwaarden c.q. toegepaste beheermaatregelen in de uitgegeven toestemmingen. Spieringvisserij beschrijving visserij De spieringvisserij kan worden uitgeoefend met schietfuiken en grote fuiken. De visserij is alleen toegestaan met maximaal 75 paarse of groene merken per vergunning. Voor degenen die met grote fuiken wil vissen zijn maximaal 30 gele merken toegestaan. Opm LNV: graag instemming hiervoor van de PO![dit zal door de ledenraad goedgekeurd moeten worden. Het is tijdens de spieringperiode verboden een schietfuik te plaatsen binnen een afstand van 50 meter van een grote fuik (buiten deze periode is de afstand 200 m). Hierdoor worden de vissers in de gelegenheid gesteld schietfuiken te plaatsen tot een afstand van 50 meter van grote fuiken. Hierbij dient wel voorzichtigheid in acht te worden genomen opdat er geen schade optreedt aan de grote fuiken. aanvoerhavens De PO heeft Volendam, Urk, en Den Oever aangewezen als aanvoerhavens voor spiering. In overleg met Rijkswaterstaat kan daarnaast Trintelhaven worden gebruikt voor het aanvoeren spiering. opening en sluiting seizoen Hierbij wordt gewerkt met een protocol. Voorafgaand aan het openstellen van de spieringvisserij in het IJsselmeer en Markermeer wordt voor ieder meer apart het Limit Reference Point (van 2100 Spiering per ha kuilen in standaard najaarsbemonstering zoals uitgevoerd door IMARES) gehanteerd; - bevindt het spieringbestand zich boven het Limit Reference Point, dan wordt het systeem van proefvissen gehanteerd om de start van het paaien van de Spiering vast te stellen en daarmee het moment van opening van het Spieringvisseizoen; - bevindt het spieringbestand zich onder het Limit Reference Point, dan wordt een bandbreedte gehanteerd van 15% (315 Spiering per ha kuilen in standaard najaarsbemonstering hetgeen overeenkomt met eeen waarde tussen de 2100 en 1785 spiering per ha kuilen, waarbinnen het Spieringvisseizoen wordt opengesteld 7 dagen nadat via het systeem van proefvissen de start van het paaiseizoen is 3-7 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - aangetoond. Het proefvissen wordt uitgevoerd in aanwezigheid van de visserijkundig ambtenaar(va); - bij een spieringbestand dat lager ligt dan 15% onder het Limit Reference Point (lager dan 1785 Spiering per ha kuilen in standaard najaarsbemonstering) mag niet worden gevist op Spiering. Voordat het seizoen kan worden geopend, wijst de PO drie proefvissers aan, twee om de Noord en één om de Zuid. De PO vraagt voor deze 3 vissers een ontheffing aan bij het ministerie. Uitgangspunt is een minimum aantal van 25 kisten spiering per vaartuig, waarna het startsein gegeven kan worden. De 3 proefvissers adviseren de PO wanneer het spieringseizoen kan beginnen. Dit wordt door een ledenraadslid aan de PO doorgegeven. In het geval van proefvissen in aanwezigheid van de Vakdeskundige Visserij geeft deze bericht aan de PO en het Ministerie. Op haar beurt geeft de PO voor 12.00 uur aan het ministerie van LNV door dat het seizoen kan worden geopend. Het ministerie van LNV spant zich in om de volgende dag om 08.00 uur het seizoen open te laten gaan op basis van bovenstaande protocol en doet hiervan mededeling in de Staatscourant. De ledenraadsleden zullen de startdatum mondeling doorgeven aan alle leden van de PO, omdat een brief te laat arriveert. De opening gebeurt niet op een zaterdag en een zondag. Het spieringseizoen wordt gesloten zodra de door de PO verkochte hoeveelheid spiering is opgevist. Dit uiteraard wel binnen de periode dat de vergunning voor de spieringvisserij geldig is. verkoop en afhandeling De PO verkoopt namens de leden de spiering aan de handelaren. Dat gebeurt voorafgaand aan de visserij in een erkende afslag. De PO maakt de uiteindelijke minimumprijs bekend aan de leden alsmede de kopers (handelaren) waaraan men mag leveren. Het is leden niet toegestaan om aan andere handelaren dan genoemde te leveren waarbij het evenmin is toegestaan tegen een lagere prijs te leveren. Na verkoop van de spiering verzorgt de afslag de betaling aan de leden. De afslag coördineert de logistiek van de aanvoer richting de kopers. rechtstreekse aanvoer handel Leden kunnen rechtstreeks aanvoeren bij handelaren als zij daarvoor toestemming krijgen van de PO. Die heeft de coördinatie van de aanvoer en de toestemming om wel of niet te kunnen leveren aan een koper gedelegeerd aan de afslag. Dat betekent dat leden hun vangst en voorgenomen aanvoer vooraf melden aan de afslag. Na goedkeuring door de afslag kan de aanlanding plaatsvinden. De ontvangende partij bevestigt de aanvoerhoeveelheid aan de afslag. kwaliteit De handelaren controleren op de kwaliteit van de spiering. Levert een visserman een slechte kwaliteit dan moet hij zelf voor destructie zorgen en draait hij op voor de kosten. Deze hoeveelheden tellen wel mee voor de totale aanvoer zoals moet worden opgegeven aan het Productschap Vis. 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 3-8 versie

- Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - Aaskuilvisserij De kisten- en hoekwantvissers vissen met de aaskuil op aas (spiering). Voor de aaskuil geldt een visverbod van donderdag zonsondergang tot de daaropvolgende maandagmorgen 08.00 uur en voorts dagelijks van zonsondergang tot de daaropvolgende morgen 08.00 uur. Deze tijdenregeling is ontstaan uit het voorzorgsprincipe: de aaskuil mag namelijk niet voor de visserij op baars en snoekbaars worden gebruikt. Wolhandkrabben/kreeftenvisserij - Wolhandkrab mag worden gevangen als bijvangst in de periode dat de visserij met fuiken is toegestaan - Gerichte visserij op wolhandkrab is toegestaan in de periode 1 september 1 december (gesloten tijd aalvistuigen Aalbeheerplan) met grote fuik en schietfuik, mits deze zijn voorzien van een ruif van 60 mm, en men een controleovereenkomst heeft afgesloten met het productschap Vis. - Wolhandkrab valt ook onder de veilplicht. Figuur 3.1 Hier volgen foto s PO vangtuigen. Sportvisserij Het IJsselmeer is het grootste zoete viswater van Europa en biedt vanwege de schaal, de weidse vergezichten, het specifieke watermilieu en de centrale ligging in potentie unieke mogelijkheden voor de sportvisser. Uit onderzoek blijkt dat niet alleen de aanwezige visstand, maar ook de weidse vergezichten en de natuurbeleving belangrijke redenen (waren) zijn voor sportvissers om in het IJsselmeer te gaan vissen. In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw was het IJsselmeer vooral bekend vanwege de zeer goede baars- en snoekbaarsvangsten. Door de sterke afname van zowel de baars- als de snoekbaarstand werd hierna door sportvissers hoofdzakelijk op brasem en blankvoorn gevist. Doordat ook deze bestanden sterk zijn afgenomen, wordt de laatste jaren minder door witvissers op het IJsselmeer gevist. Wel wordt bij de Flevocentrale 3-9 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - bij Lelystad nog vrij regelmatig gevist en tijdens de winterperiode in de havens langs het IJssel- en Markermeer. Daarnaast wordt tegenwoordig door een relatief kleine groep vliegvissers langs de Friese IJsselmeerkust en langs de Hollandse oevers van het Markermeer op winde gevist, en worden soms nog enkele karpervissers langs de oevers van IJssel- en Markermeer aangetroffen. De sportvisserij op het IJsselmeer is in drie typen te verdelen: - er wordt statisch vanaf de kant op brasem, kolblei en blankvoorn gevist, vooral vanaf dijken in nabijheid van parkeerplaatsen en andere goed bereikbare plaatsen. Door de verslechterende bestanden van deze vissoorten, wordt deze vorm van sportvisserij steeds minder beoefend. In de winterperiode wordt in de havens rondom het IJsselmeer nog wel regelmatig op blankvoorn gevist; - wadend vissen langs ondiepe oevers op winde, vooral door vliegvissers; - vissen vanuit een boot: - vissen vanuit een (sportvis)bootje op snoekbaars en baars. Vanwege de lage bestanden van deze vissoorten gebeurt dit nog nauwelijks; - sportvissen vanaf plezierjachten en andere recreatievaartuigen. Een groot deel van de waterrecreanten is in bezit van een hengel. Hoewel hier geen onderzoek naar is verricht, vist deze groep waarschijnlijk vooral op brasem en blankvoorn; - sportvisserij vanaf een charterboot. In het verleden werd er met charterboten gericht op baars gevist, maar door de slechte baarsstand is deze visserij verdwenen. Uit een in 1998 gehouden onderzoek (NVVS, 1999) onder 1000 sportvissers blijkt dat 34% (wel eens) op het IJsselmeer vist. Dit onderzoek is echter ruim 10 jaar oud en dateert uit een tijd dat er nog goed brasem en blankvoorn werd gevangen. Nu ook deze bestanden zijn afgenomen zal het potentiële aantal vissers dat voor het IJsselmeer zal kiezen kleiner zijn. Toch mag nog worden uitgegaan van tienduizenden visdagen per jaar. Het water vervult voor de hengelsport een bovenregionale functie; het water wordt door sportvissers uit heel Nederland bezocht. 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 3-10 versie

- Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - Figuur 3.2 Karpervissen aan de oevers van het IJsselmeer (foto J. Kamman). 3.2 Visstand en viswatertype De visstand van het IJsselmeer en Markermeer wordt jaarlijks door IMARES in opdracht van LNV onderzocht (zie ook 3.6). In het rapport Vismonitoring in het IJsselmeer en Markermeer in 2009 (Van Overzee et al., 2010) worden de resultaten van de vismonitoring in 2009 beschreven en in een langer tijdsraam geplaatst. Hierbij zijn ook aanlandingsgegevens geanalyseerd. Een samenvatting van de resultaten is te vinden in Bijlage VII. Puntsgewijs zijn de belangrijkste aspecten: De visstand in het Markermeer is in het geheel lager dan in het IJsselmeer De vangsten worden gedomineerd door pos, aal, snoekbaars, baars, spiering, blankvoorn, brasem en bot. De glasaalintrek bevindt zich op een zeer laag niveau. Het aalbestand en de aalvangsten vertonen een afname. Snoekbaars- en baarsbestand bestaat vooral uit nul-jarigen. Beide bestanden en vangsten bevinden zich op een (zeer) laag niveau. Pos domineert in beide meren, met sterke fluctuaties door de jaren heen. 3-11 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - De spieringpopulatie bestaat voornamelijk uit nul-jarigen; er is een sterk afnemende trend op een paar uitschieters na Het blankvoornbestand ligt op een constant laag niveau vooral bestaande uit oudere jaarklassen. De aanvoer in 2009 is afgenomen. Het brasembestand voor beide meren vertoont een variabel patroon, met sinds 2000 een trend naar een kleinere omvang. Het botbestand wordt gedomineerd door de nul-groep en bevindt zich op een constant laag niveau met een trend van dalende aanlanding. Een redelijk tot goede aanwas lijkt noodzakelijk om de populaties op peil te houden. Alle bestanden laten een lage rekrutering zien. Over een lange tijdreeks is er een dalende trend in de aanlandingen van alle commercieel belangrijke soorten. Op basis hiervan, zijn voor de volgende vissoorten voor kortere of langere periode de volgende trends (als algemene beoordeling) aanwijsbaar: Aal: sterke afname Snoekbaars: laag niveau, afname baars: zeer laag niveau, afname spiering: sterke afname brasem: variabel, sinds 2000 afname blankvoorn: constant laag niveau, aanlanding neemt af bot: constant laag niveau pos: dominant, met fluctuaties. De visstand in het IJsselmeer wordt letterlijk en figuurlijk als (ver) ondermaats beoordeeld. Zowel uit een oogpunt van natuur en functioneren ecosysteem, als vanuit een perspectief van een duurzame sport- en beroepsvisserij, is deze situatie zeer ongewenst. Het verloop in de aanvoer voor de periode 1932-2009 van de belangrijkste vissoorten, is weergegeven in een aantal grafieken op de volgende pagina s. De figuren zijn niet meer dan indicatief voor de bestandsontwikkelingen in deze periode. Veranderingen in visserijtechnieken en inspanningen, bedrijfseconomische aspecten en een verminderd visserijareaal (inpolderingen) zijn ook van (grote) invloed op de aanvoercijfers. Een analyse hiervan valt buiten het bestek van dit visplan (data: Jaarcijfers over de visserij 1932-1987, Van Overzee et.al. 2010; dataverzameling en bewerking: J. Quak, Sportvisserij Nederland) Voor een beschrijving van het watersysteem wordt verwezen naar de Brondocumenten voor het IJsselmeer en Markermeer (Rijkswaterstaat Waterdienst, 2009a; 2009b). 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 3-12 versie

- Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - 900 800 700 600 aanvoer x 1000 kg 500 400 300 200 100 0 1932 1937 1942 1947 1952 1957 1962 1967 1972 1977 1982 1987 1992 1997 2002 2007 jaar Figuur 3.3 Aanvoer baars IJsselmeer 1932-2009 4000 3500 3000 aanvoer x 1000 kg 2500 2000 1500 1000 500 0 1932 1937 1942 1947 1952 1957 1962 1967 1972 1977 1982 1987 1992 1997 2002 2007 jaar Figuur 3.4 Aanvoer spiering IJsselmeer 1932-2009 1400 1200 1000 aanvoer x 1000 kg 800 600 400 200 0 1932 1937 1942 1947 1952 1957 1962 1967 1972 1977 1982 1987 1992 1997 2002 2007 jaar Figuur 3.5 Aanvoer bot IJsselmeer 1932-2009 3-13 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - 3500 3000 2500 aanvoer x 1000 kg 2000 1500 1000 500 0 1932 1937 1942 1947 1952 1957 1962 1967 1972 1977 1982 1987 1992 1997 2002 2007 jaar Figuur 3.6 Aanvoer snoekbaars IJsselmeer 1932-2009 5000 4500 rode aal schieraal dikke schieraal 4000 aanvoer x 1000 kg 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 1932 1937 1942 1947 1952 1957 1962 1967 1972 1977 1982 1987 1992 1997 2002 2007 jaar Figuur 3.7 Aanvoer aal IJsselmeer 1932-2009 1600 1400 1200 aanvoer x 1000 kg 1000 800 600 400 200 0 1932 1937 1942 1947 1952 1957 1962 1967 1972 1977 1982 1987 1992 1997 2002 2007 Figuur 3.8 Aanvoer brasem IJsselmeer 1932-2009 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 3-14 versie jaar

- Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - 500 450 400 350 aanvoer x 1000 kg 300 250 200 150 100 50 0 1932 1937 1942 1947 1952 1957 1962 1967 1972 1977 1982 1987 1992 1997 2002 2007 jaar Figuur 3.9 Aanvoer blankvoorn IJsselmeer 1932-2009 N.B. De aanvoergegevens van brasem en blankvoorn 1932-2009 zijn exclusief de niet-geregistreerde aanlandingen van o.a. de zegenvisserij in een aantal havens. 3.3 Visuitzettingen Beroepsvisserij Er wordt geen vis uitgezet. Sportvisserij Op het IJssel- en Markermeer zelf wordt door de sportvisserij geen vis uitgezet. In aangrenzende wateren, zoals de Randmeren en de Amsterdamse wateren, zijn recent kleine hoeveelheden spiegelkarpers uitgezet in het kader van de Spiegelkarperprojecten. 3.4 Visonttrekking Beroepsvisserij Aanlandingen zie Bijlage IX, figuren 1 t/m 6. Voor trends en ontwikkelingen in de aanlandingen wordt verwezen naar paragraaf 3.2 en Van Overzee et al., 2010. Sportvisserij Het merendeel van de sportvisserij is gebaseerd op catch-and-release. Het is voor het IJsselmeer onbekend hoeveel en welke vissoorten (snoekbaars) door de sportvisserij wordt geëxploiteerd voor eigen consumptie. Door het lage bestand aan maatse vis, wordt ingeschat dat het om hooguit een geringe hoeveelheid gaat. Door eigen regelgeving is de onttrekking gereguleerd. Dit betreft een langere gesloten tijd voor sommige aassoorten, een maximum van 2 snoekbaarzen (eigen consumptie) en/of 10 baarzen en een verbod op nachtvisserij. Vanwege de slechte aalstand en trendmatige achteruitgang van deze vissoort, heeft de sportvisserij sinds 2008 een meeneemverbod voor aal 3-15 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - ingesteld. 3.5 Vismortaliteit Aalscholvers Voor een beschrijving van de onttrekking van vis door aalscholvers, wordt verwezen naar het rapport Bureaustudie invloed Aalscholvers IJsselmeer en Markermeer op visstand en beroepsvisserij (Witteveen+Bos, 2008). Belangrijkste conclusies: Aalscholvers consumeren naar schatting jaarlijks circa 2.000 ton vis in het hele IJsselmeergebied, inclusief de randmeren en Flevoland. Gebaseerd op bestaande gegevens van het IJsselmeergebied bestaat hiervan 16-29% uit Baars, 0-7,8% uit Snoekbaars en 0,1-1,3% uit Paling. De laatste jaren eten Aalscholvers steeds minder Paling in het IJsselmeer. De consumptie van Baars en Snoekbaars kan sterk wisselen per gebied en per seizoen. In het rapport is ingezoomd op de predatie op Snoekbaars. Uitgaande van de aantallen Aalscholvers wordt er in het IJsselmeer en Markermeer in totaal circa 12 kg/ha vis onttrokken door Aalscholvers. In hoeveelheid Snoekbaars is dat 0.4 kg/ha, dat wil zeggen circa 3% van het dieet. Uitspoeling Voor een beschrijving van de uitspoeling van vis bij het spuien via de Afsluitdijk, wordt verwezen naar het rapport Metingen vismigratie via de spuicomplexen in de Afsluitdijk, Oplegnotitie najaar 2009 (Witteveen & Bos, 2010). Door de Waterdienst is een Piscator-analyse uitgevoerd naar de effecten van de uitspoeling op de populaties van de betreffende vissoorten op het IJsselmeer. De samenvatting van het rapport en de Piscatoranalyse zijn opgenomen in Bijlage VIII. Belangrijkste conclusies: - De uitgespoelde vis bestaat vrijwel uitsluitend uit kleine, eenjarige vis - Dit is circa 10% van de jaarlijkse produktie aan vis < 15 cm - De samenstelling van de uitgespoelde vis varieert met de jaarklassterkte van de betreffende soorten - 19.000 vissen, verdeeld over 16 soorten, trokken naar binnen, vooral haring, spiering en driedoornige stekelbaars - Per soort was een eigen piek waarneembaar in de tijd, bezien over de periode begin april begin juni - De jonge vis die uitspoelt richting Waddenzee, keert niet terug. - Volgens analyse met Piscator is het effect van de uitspoeling op de totale populatieomvang van de soorten op het IJsselmeer beperkt. Visserijmortaliteit/discards [PM]] 3.6 Visserijkundig onderzoek, monitoring en vangstregistratie Overheid 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 3-16 versie

- Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - In opdracht van LNV voert IMARES jaarlijks een gecombineerde monitoring van de visstand in het IJsselmeer en Markermeer uit. Hierbij worden twee monitoringsprogramma s onderscheiden, namelijk de open water monitoring (sinds 1966) en de oevermonitoring (sinds 2007). In de zomer wordt de oeverzone bemonsterd, afhankelijk van het habitat, met een zegen of met een elektrisch schepnet. Vervolgens wordt in het najaar het open water bemonsterd door een onderzoeksvaartuig gebruik makend van een grote kuil en een elektrostramienkor. De vangsten worden op soort gesorteerd en gemeten op lengte. Daarnaast worden gegevens van de soorten die door de commerciële visserij zijn gevangen en aangeland bij afslagen rond het IJsselmeer en Markermeer door het Productschap Vis beschikbaar gesteld. Van de aangelande aal, snoekbaars en baars zijn monsters doorgemeten op lengte en geanalyseerd op geslacht en rijpheidsstadium. Bovendien wordt aan de hand van de monsters van snoekbaars en baars de leeftijd van de aangelande vissen bepaald. Tevens wordt ten behoeve van de visserij op spiering, jaarlijks de bestanden aan spiering in het IJsselmeer en Markermeer bepaald. Voor meer informatie over de methode van monitoring en het protocol voor besluitvorming openstelling spieringvisserij, wordt verwezen naar het rapport Kennisvraag protocol voor spieringvisserij 2009 (Deerenberg & Dekker, 2009). Beroepsvisserij Er is registratie van aanlandingen (veilinggegevens, Bijlage IX). Daarnaast zijn vissers verplicht om jaarlijks individueel vangstopgaven te doen bij de PO. De daadwerkelijke visserij-inspanning wordt niet geregistreerd, maar is gebonden aan een maximum (zie paraaf reductie ). Sportvisserij Geen recente gegevens beschikbaar. Er vindt geen gestructureerde vorm van hengelvangst- en wedstrijdregistratie plaats. 3.7 Regelgeving Beroepsvisserij In de regelgeving is vastgelegd dat in bepaalde perioden van het jaar het verboden is om een bepaald type vistuig te gebruiken. In het onderstaande schema wordt aangegeven welke vistuigen in welke periode zijn toegestaan of verboden. Tabel 3.2 Overzicht toegestane vistuigen per periode Vistuig jan. febr. mrt. apr. mei. juni juli aug. sept. okt. nov. dec. Toegestane visperiode grote fuiken - - - - + + + + + + + + 1 mei t/m 31 december Schietfuiken - - - - + + + + + - - - 1 mei t/m 30 september Spieringfuiken - - + +- - - - - - - - - tussen 1 maart en 5 april staand net + + +- - - - + + + + + + 1 juli t/m 15 maart aalhoekwant + - - - -+ + + + + + + - - 12 april t/m 31 3-17 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - aaskuil oktober aalkistjes + aaskuil - - - -+ + + + + + + - - 12 april t/m 31 oktober Zegen + + +- - - - - - - - + + 1 november t/m 15 maart + = het vissen met dit vistuig is wel toegestaan - = het vissen met dit vistuig is niet toegestaan Verder is in de regelgeving aangegeven dat bepaalde certificaten niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden. In het onderstaande schema wordt aangegeven welke combinaties wel of niet toegestaan zijn. Tabel 3.3 Overzicht mogelijkheden gecombineerde visserij F grote fuiken, schietfuiken H aalhoekwant en aaskuil K aalkistjes en aaskuil N staand net F grote fuiken, schietfuiken niet toegestaan H aalhoekwant en aaskuil niet toegestaan niet toegestaan niet toegestaan in de maand juli K aalkistjes en aaskuil N staand net niet toegestaan niet toegestaan niet togestaan in de maand juli niet toegestaan niet toegestaan Z zegen toegestaan niet toegestaan niet toegestaan niet toegestaan Z Zegen toegestaan niet toegestaan niet toegestaan niet toegestaan voor PO leden niet toegestaan niet toegestaan niet toegestaan voor PO leden De regelgeving staat toe dat collega-vissers de visserij uitoefenen op 1 vaartuig. Deze collega-vissers mogen afzonderlijk niet in het bezit zijn van een certificaat dat in strijd is met elkaar conform het bovenstaande schema. Om controletechnische redenen moeten collega-vissers die de visserij op 1 vaartuig willen uitoefenen, dat in het individuele visplan aangeven. Gedurende de looptijd van het visplan kan deze opgave niet meer gewijzigd worden. Gedragsregels vermijding vogelsterfte Op 2 november 2001 heeft de PO IJsselmeer in het bijzijn van de staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een convenant gesloten met Vogelbescherming Nederland, waarin een reductie van de bijvangst van vogels werd afgesproken. In de jaren na de ondertekening van het convenant hebben de vissers meegewerkt aan verschillende onderzoeken, waarbij methoden zijn ontwikkeld en toegepast om de bijvangst van vogels te voorkomen en in het andere geval sterk te reduceren. Inmiddels is de bijvangst van vogels daardoor fors afgenomen. De PO stelt zichzelf als doel om regelmatig met de Vogelbescherming Nederland de voortgang te evalueren. Daarbij zal educatie en training van de leden van de PO voortdurend aandacht krijgen om het duurzaam en verantwoord vissen niet te laten verslappen. 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 3-18 versie

- Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - Zo heeft de PO recent de hoekwantvissers verzocht om tegen te gaan en er zorg voor te dragen dat bij het afsnijden van bijvangst geen lijn en/of haak in de bijvangst achterblijft. Voor de gedragscode nettenvisserij en vogels, zie Bijlage X. Aan het vissen met staande netten worden door het bevoegd gezag in het kader van de NB-wet maatregelen uit de gedragscode verplicht gesteld zoals het gebruik van jonen die voorzien zijn van afschriklinten om de 100 meter netwerk. De staand wantvisserij mag niet worden uitgeoefend in een strook van 25 meter vanaf de oever. Daarnaast geldt dat staand want enkel geplaatst mag worden in delen van het Markermeer-IJmeer dieper dan 2 meter. Natuurgebieden De IJsselmeervissers respecteren de natuurgebieden en vragen een ontheffing dan wel vergunning aan voor het vissen in deze gebieden. Als een IJsselmeervisser zich met stroperijactiviteiten bezig houdt kan hij daarvoor gestraft worden. Een IJsselmeervisser die kennis draagt van dergelijke activiteiten is verplicht hiervan melding te doen bij de PO IJsselmeer, politie, AID of de Visserijkundig Ambtenaar van het ministerie van LNV. Korte beschrijving NB-wetvergunningen en problematiek PO vraagt jaarlijks aan het Bevoegd Gezag (provincies) voor haar leden een NB-wetvergunning aan voor de visserij op het Markermeer (provincie Flevoland), IJmeer (provincie Noord-Holland) en IJsselmeer (provincie Friesland). Het doel is om alle vormen van beroepsvisserij onder te brengen in beheerplannen zodat de jaarlijkse aanvraag van vergunningen achterwege kan blijven. Tot op heden heeft alleen provincie Friesland NBwetvergunningen afgegeven voor het IJsselmeer en de Friese IJsselmeerkust. Provincie Flevoland en Noord-Holland hebben de vergunningaanvraag in behandeling genomen. Bevoegd Gezag zal controle en handhaving van de NB-wet op zich nemen. Op dit moment is niet duidelijk wat de voorwaarden voor de vergunningen van Markermeer en IJmeer zullen zijn. Knelpunten vormen de spieringvisserij (voedselreservering vogels) en ongewenste bijvangst van watervogels in staande netten. Provincie Friesland heeft reeds voorwaarden gesteld aan de visserij (zie vergunning Bijlage XI). Provincie Flevoland en Noord Holland overwegen deze maatregelen aan te scherpen. Voor het openstellen van de spieringvisserij wil men een Limited Reference Point voor zowel Markermeer/IJmeer als IJsselmeer hanteren. Bovendien wil men de aanlandingen per meer monitoren. De beroepsvisserij heeft aangegeven dat vissers op beide meren actief zijn en dat er geen aparte registratie van de aanlandingen en/of vangsten per gebied plaatsvindt. Bovendien zou het niet openstellen van een van de meren kunnen betekenen dat de visserijdruk op het andere meer kan toenemen. Voor de visserij met staande netten overweegt men gesloten gebieden om bijvangst van vogels te voorkomen. Verder wil provincie Flevoland een 3-19 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - nieuw onderzoek starten naar de bijvangst van watervogels in het Markermeer. PO is voorstander van een dergelijk onderzoek omdat de meest recente onderzoeken als weer 7 jaar geleden zijn uitgevoerd. PO heeft wel aangegeven bij de provincie Flevoland betrokken te willen zijn bij de keuze van een onderzoeksbureau. Gedragscode vissen rond kunstwerken in het IJsselmeer De PO IJsselmeer heeft in overleg met Rijkswaterstaat en het ministerie van LNV een gedragscode opgesteld voor de beroepsvisserij rond kunstwerken (o.a. de Ketelbrug) in het IJsselmeer (zie Bijlage XII). Doel van deze code is dat de beroepsvisserij mogelijk blijft rond deze kunstwerken. Sportvisserij De regelgeving voor de sportvisserij, zoals opgenomen bij de VISpas + Landelijke lijst viswateren, is opgenomen in Bijlage XIII. Zie ook 3.4, Regulering onttrekking. 3.8 Controle, handhaving en sanctionering AID/KLPD De nvwa, KLPD, Regiopolitie en provinciale opsporingsambtenaren werken samen in het stroperijteam IJsselmeer. Dit team richt zich op de aanpak van illegale visserij en stroperij, en ziet daarnaast toe op de handhaving van de Visserijwet, de Flora- en Faunawet (NBwetvergunningen) en onderliggende regelgeving door beroeps- en sportvisserij. Bij overtreding wordt een proces-verbaal opgemaakt en een melding gedaan aan de ledenraad van de PO. Overtredingen en maatregelen ter realisatie van het visplan en de veilplicht De ledenraad van de PO heeft een boetesysteem vastgesteld. Daarbij heeft de ledenraad een onderscheid gemaakt in 2 categorieën: - een categorie waar een boete en een sanctie van de PO geldt en; - een categorie waar alleen boete geldt, dus geen sanctie van de PO. De sanctionerings- en boeteregeling van de PO is opgenomen in Bijlage XIV. Sportvisserij De sportvisserij heeft geen specifieke controle voor het IJsselmeer ingesteld. Door de sportvisserij is in het algemeen de laatste jaren de inzet van BOA s en verenigingscontroleurs sterk geïntensiveerd. Dit geldt (nog) niet voor het IJsselmeer/Markermeer. 3.9 Bereikbaarheid en bevisbaarheid (sportvisserij) De bereikbaarheid en bevisbaarheid voor sportvissers is in kaart gebracht voor de Ontwikkelingsvisie Sportvisserij IJsselmeer. Deels is dit gedateerd materiaal. De bevisbaarheid van de Afsluitdijk is afgenomen i.v.m. afsluiting van fietspaden. Hoewel niet onderzocht, is de algemene indruk 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 3-20 versie

- Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - dat het aantal bezoeken door sportvissers is afgenomen. Wel zal ook voor het IJsselmeer/Markermeer (in beperkte mate)gelden dat de algemene trend naar meer specialisatie in de sportvisserij ook voor deze wateren geldt. Deze specialisatie betreft vooral de karpervisserij, de vliegvisserij en de visserij op roofvis (snoekbaars, baars). 3-21 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Gewenste situatie en streefbeelden - 4 Gewenste situatie en streefbeelden In dit hoofdstuk zijn een aantal wensen en streefbeelden, gericht op de toekomstige situatie, verwoord. Voor een aantal onderwerpen betreft dit zaken, die voor dit visplan nog niet relevant (kunnen) zijn. Van andere is het de bedoeling deze met ingang van 2011 naar uitvoering te brengen. Om een goede aansluiting te maken met de concreet voorgenomen maatregelen en activiteiten, zijn deze wensen/streefbeelden genummerd. Deze komen terug in het volgende deel van het visplan. Dit betreft zowel onderwerpen die de PO en Sportvisserij Nederland gezamenlijk (in VBCverband), of afzonderlijk, visserijspecifiek, willen gaan uitvoeren. Ook vanuit het ministerie zijn er vanuit het beleid, een aantal concrete wensen en streefbeelden. Deze zijn apart vermeld, waarbij is aangegeven welke maatregel /activiteit de PO resp. Sportvisserij Nederland, hierbij wil gaan uitvoeren. 4.1 Visrechten en visserijgebruik Algemeen Uitgifte visrecht door EL&I. In de VBC, dan wel in separaat overleg, vindt in 2011 nader overleg plaats over de condities voor het uitgeven, resp. huren van het visrecht. Sportvisserij Nederland opteert, binnen randvoorwaarden, voor het huren van het volledig visrecht. Sportvisserij Nederland beoogt daarmee zowel de toeristisch-recreatieve en economische potentie van het IJsselmeer voor de sportvisserij te versterken, alsmede het visserijbeheer duurzaam vorm te geven en daarmee bij te dragen aan een zo natuurlijk mogelijke, evenwichtige visstand. De VBC zal in 2011 worden geformaliseerd. PO is voorstander van handhaven huidige overdrachtssystematiek van vergunning en merken. Liberaliseren van deze systematiek kan stapsgewijs plaatsvinden waarbij voldoende aandacht is voor de verschillende belangen. PO is voorstander van het vereenvoudigen van het merken-systeem d.m.v. professionalisering (bijv. chips) mede voor verbetering van controle en het monitoren van de visserij-inspanning in het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer. PO: voorkeur blijft schriftelijk aanvragen certificaten om discussies over wel of niet hebben aangevraagd te voorkomen bij telefonische aanvraag. LNV: Het is te overwegen om schietfuiken en grote fuiken een apart certificaat te geven vanwege controle-technische redenen. PO is voorstander van een tendersysteem bij bedrijfsbeeindiging resp. compensatie. PO en SNL willen in het kader van een integraal beheer de bestaande zegenvisserij in de havens onder het regime van het visplan brengen. PO en SNL willen dat de vangst-, registratie en aanlandingssystematiek wordt geprofessionaliseerd en 4-1 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - gemoderniseerd voor zowel beroep als sport. PO en SNL willen alle seizoensvergunningen onder het visplan brengen. Verder zouden seizoensvergunningen, onder bepaalde voorwaarden, omgezet kunnen worden naar jaarvergunningen. PO streeft naar passende compensatie van beroepsvissers die hun bedrijf geheel of gedeeltelijk willen beëindigen. Een warme sanering met behulp van publieke middelen behoort tot de mogelijkheden. Indien registratie van aanlandingen spiering per meer moet worden bijgehouden, zoals provincies dat wensen voor de NB-wet, is het wenselijk om het aantal aanvoerhavens te beperken. De registratie van de aanlandingen zal worden gedelegeerd aan de IJsselmeervisafslag Urk. Beroepsvisserij Aalvisserij De PO wil passende sanctiemaatregelen om de aanvoer en handel in ondermaatse aal tegen te gaan. LNV geeft in overweging om met name voor de kistenvisserij een systeem te ontwikkelen, met inbegrip van een schema voor de visserij, waarbij men 2 uur voor zonsopgang mag beginnen om het halen te regelen. Tijdens de donkere uren blijven ondermaatse alen in de kisten zitten. Bij licht zwemt de aal de kist uit. De PO is in beginsel ook voorstander van een dergelijk systeem en zal na overleg met de VA dit systeem uitwerken. Er is bij de beroepsvissers een behoefte om de fuikenlijn op te heffen dan wel 50 meter uit de kant te leggen. Uit onderzoek is gebleken dat de bijvangst van schietfuiken tegen de wal aan kleiner is dan op het open water. Het ministerie is echter van mening dat de lijn een functie heeft voor het afbakenen van paaigebied/opgroeigebied jonge vis. Opheffen lijn is daarom nietgewenst. Dit geldt ook de aaskuillijn). Het ministerie stelt zich derhalve op het standpunt dat de fuikenlijn vooralsnog niet wordt opgeheven. LNV heeft een voorkeur om de staduur van schietfuiken te beperken tot 4 nachten. Met aanvullende maatregelen om bijvangsten verder te voorkomen: (1) vergroting maaswijdte laatste kub schietfuik 22 mm i.p.v. 18 mm (2) driekelige fuik (3) vermijden van plaatsen waar een sterke stroming staat. De PO is geen voorstander van deze maatregelen. LNV: Om de hoekwantvisserij beter in de hand te houden wordt voorgesteld om per vergunning niet meer dan 15-20 spleten te laten gebruiken. Men mag niet meer spleten aan boord hebben dan het maximale toegestane aantal. PO vraagt zich af hoe dat te controleren is aangezien spleten makkelijk te verbergen zijn. Misschien is het mogelijk om een apart merk te bevestigen aan een spleet zodat men alleen gemerkte spleten aan boord mag hebben en gebruiken om mee te vissen. Dit vraagt nadere uitwerking. 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 4-2 versie

- Gewenste situatie en streefbeelden - Staandwant visserij In het Visstandbeheerplan is aangegeven dat de nettencapaciteit verder dient te worden gereduceerd tot een maximale capaciteit van circa 1400 perkjes (merkjes). De maximale capaciteit op dit moment bedraagt 4200 perkjes terwijl in de praktijk (visplan) met maximaal 2100 (50%) wordt gevist. PO ziet zich genoodzaakt om verder te beperken om op die manier te kunnen voldoen aan de eisen die de Kader Richtlijn Water (KRW) stelt aan de bestanden baars en snoekbaars. De KRW stelt dat er maatregelen worden getroffen zodat er vanaf 2015 een evenwichtig bestand kan worden opgebouwd waarbij het aantal maatse en ondermaatse exemplaren in het bestand even groot is. In 2020 dienen beide bestanden, baars en snoekbaars, een evenwichtige opbouw te hebben. Uit modelberekeningen met het programma PISCATOR blijkt dat het reduceren van het aantal netten (perkjes) tot maximaal 1050 binnen een paar jaar leidt tot een evenwichtige opbouw van het bestand baars en snoekbaars. Het verhogen van de minimummaat naar 120 mm of zelfs 140 mm leidt op den duur ook tot de gewenste situatie maar dat vergt een veel langere tijd. De PO stelt vier opties voor om de gewenste reductie te verkrijgen; Saneren van 50% van de maximale capaciteit tegen een passend bedrag. Van de overige netten wordt jaarlijks 50% in het visplan gereduceerd. Reduceren van 75% van de maximale capaciteit via het visplan. Stapsgewijs reduceren van visserijcapaciteit in de periode 2015-2020 via het visplan. Invoeren quoteringssysteem op baars en snoekbaars. Voor een uitgebreidere beschrijving van de voorstellen zie Bijlage XV. Opm. PO t.a.v. compensatie: De Rijksoverheid dient ervoor te zorgen dat het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer in 2015 voldoen aan de doelstellingen die de KRW aan Nederland stelt. Het beroep (PO) neemt haar verantwoordelijkheid door forse reductie van de visserij-inspanning voor te stellen waardoor Nederland ruimschoots op tijd aan de gestelde doelstellingen kan voldoen, LNV stelt dat er vanuit de Rijksoverheid al een compensatieregeling voor de aalvisserij (gesloten periode) is ingesteld, er zijn er nu geen middelen voor aanvullende compensatie beperkingen standwant visserij Sportvisserij Nederland is van mening dat een drastische reductie van staande netten noodzakelijk is om de streefbeelden te realiseren. Hierbij zullen zowel de PO als de overheid verantwoordelijkheid moeten nemen om een werkelijke reductie in het aantal actieve vistuigen te realiseren. Sportvisserij Nederland vindt het absurd wanneer netten die nu niet worden gebruikt voor sanering in aanmerking zouden komen. Om ongewenste bijvangsten van watervogels te vermijden stelt PO het gebruik van afschriklinten (reflecterende strips) op jonen verplicht. Uit veiligheidsoverwegingen kan ontheffing worden gegeven voor het gebruik in de vaargeul en in gebieden waar zich geen of nauwelijks vogels ophouden en waar het gevaar van bijvangst minimaal is. Bovendien is er sprake van een ontwikkeling waarbij het gebruik van overhaalmachines 4-3 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - het gebruik van jonen onwenselijk (veiligheid, gemak) maakt. In overleg met de provincies (bevoegd gezag NB-wet), Rijkswaterstaat (veiligheid) en Vogelbescherming Nederland kan een aangepast protokol worden gemaakt dat ontheffing van het gebruik van jonen met afschriklinten regelt. De PO wil vanaf de kant een strook van 25 meter in acht nemen waar niet gevist mag worden. Deze afstand wordt voorlopig niet vergroot. Zie Gedragscode nettenvisserij/vogels voor meer informatie over wijze waarop visserij met staande netten dient plaats te vinden. Zegenvisserij De PO wil de huidige gesloten periodes handhaven. De criteria en procedure voor aanvraag verlenging i.v.m. ijsbedekking, dienen te worden aangescherpt. LNV behoud zich het recht voor dit jaarlijks te beoordelen, afhankelijk van de situatie De PO zal een nader standpunt innemen t.a.v. de mogelijkheid de visserij bij een watertemperatuur boven 8 graden C te sluiten. Sportvisserij Nederland is ook voorstander van een aanscherping van de criteria en de procedure ten aanzien van aanvragen en verlengingen en Sportvisserij Nederland is van mening dat zegenvisserij bij een watertemperatuur boven 8 graden C niet gewenst is. Zegenvisserij havens Sportvisserij Nederland en de PO (VBC) zijn van mening dat de zegenvisserij in de havens onder het regime van het visplan zouden moeten vallen. Regulering en regelgeving, alsmede registratie kunnen dan in samenhang worden uitgewerkt. De visrechthebbenden (gemeentes /particulieren) dienen hun vergunningverlening hiervan afhankelijk moeten maken. Spieringvisserij Er zijn geen specifieke wensen /streefbeelden. Aaskuilvisserij De PO wil de zogenaamde Aaskuillijnen laten vervallen. De functie destijds was om jonge vis te sparen toen met de kuil (tot 1970) werd gevist. De lijnen zijn na het verdwijnen van de kuilvisserij gebleven maar hebben geen functie meer. Met de Aaskuil kan selectief op spiering worden gevist zonder bijvangst van jonge vis. Het gaat om een klein aantal vergunninghouders die de Aaskuilvisserij toepassen voor Aalkisten en Hoekwant. LNV stelt zich op het standpunt dat er op dit moment geen redenen zijn om deze lijn op te heffen. Sportvisserij Het IJsselmeer kan een waar eldorado voor sportvissers zijn. Hierbij speelt naast een uitstekende visstand en goede sportvisserijmogelijkheden, ook de grote waardering van hengelaars voor het open en 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 4-4 versie

- Gewenste situatie en streefbeelden - wijdse karakter van het water een rol. Uit geheel Nederland en zelfs van ver daarbuiten zullen sportvissers naar het IJsselmeer komen voor een visdag of een visvakantie. In diverse hengelsportbladen en op internet zal regelmatig worden geschreven over de mogelijkheden die het IJsselmeer biedt. Hengelsportreisbureaus zullen speciale IJsselmeer visreizen in het programma op nemen en op diverse plaatsen zullen visgidsen beschikbaar zijn om die hengelaars de juiste stekken wijzen en fijne kneepjes leren. Sportvisserij en de beroepsmatige benutting van de visstand kunnen, uitgaande van een duurzame visstand, goed samen gaan. Het niveau van de beroepsvisserij is daarbij zodanig dat sprake is van een duurzame visstand en een daarop afgestemde bevissing. Er kan niet meer vis worden geoogst dan er van nature bijkomt. De te oogsten hoeveelheden vis worden bepaald door visserijkundig onderzoek, registratie van vangsten, monitoring van de visstand en de uitvoering conform een visplan. Een transparant systeem van regelgeving, controle/handhaving en sanctionering wordt ingezet t.b.v. een duurzaam beheer. Sport- en beroepsvisserij voeren periodiek overleg, onderling en in VBC-verband, over het te voeren beheer. Dit overleg dient te leiden tot concrete afspraken en de uitvoering daarvan. N.B. De afstand tussen dit streefbeeld en de actuele situatie is in de optiek van Sportvisserij Nederland nog erg groot. Het treffen van concrete maatregelen en het investeren daarin vanuit de sportvisserij, wordt voor de meeste maatregelen pas opportuun, als de visstand zich duidelijke tekenen van herstel vertoont. 4.2 Visstand en viswatertype Sportvisserij De sportvisserij streeft naar een gezonde, natuurlijke en voor sportvissers aantrekkelijke visstand. Belangrijke doelsoorten zijn: - snoekbaars; - baars; - brasem; - kolblei; - blankvoorn; - karper; - winde; - aal 4. Naast de aanwezigheid van bovengenoemde soorten is het van belang dat ook de populatieopbouw zo natuurlijk mogelijk is. Dat wil zeggen dat er per vissoort ook voldoende grote exemplaren in het bestand aanwezig zijn. Een evenwichtige populatieopbouw dient in het visplan als uitgangspunt te worden gehanteerd. De visstand in het IJsselmeer is gevarieerd. Vanwege de verschillen in vorm en inrichting worden in het IJsselmeer 4 Door de slechte aalstand en de terugzetverplichting voor sportvissers vindt gerichte sportvisserij op aal niet meer plaats en moet de aal teruggezet worden 4-5 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - diverse visgemeenschappen (zie Zoetemeyer & Lucas, 2007) aangetroffen. In ondiepe plantenrijkere oeverzones is de visstand te typeren als een snoek-blankvoorn visgemeenschap, waarin naast een goede baarsstand een redelijke snoekstand wordt aangetroffen. Andere vissoorten die hier worden aangetroffen zijn blankvoorn, winde en karper. Langzaam maar zeker vindt de meerval zijn plek als nieuwe roofvis. De visstand in het onbegroeide open water kan getypeerd worden als een snoekbaars-brasem visgemeenschap. Snoekbaars en baars zijn de belangrijkste roofvissen, verder bestaat de visstand uit brasem, pos, spiering, kolblei en alver. Spiering vormt de belangrijkste schakel in de voedselketen. De spieringstand is zodanig, dat deze het hoofdvoedsel vormt voor snoekbaars en baars. Tengevolge van de invloed van instromende rivieren en beken is het IJsselmeer een van nature matig voedselrijk water. Hoewel overmatige algenbloei en drijflagen niet voorkomen is het doorzicht beperkt. Bodemzicht komt alleen in de ondiepe oeverzones voor. De kenmerkende visstand is gerelateerd aan het doorzicht. De waterkwaliteit is dusdanig dat het voldoet aan de eisen van de voor dit water gewenste visstand. Er is sprake van een grote variatie in vorm en inrichting van oevers en het water, waardoor diepere gedeeltes worden afgewisseld met rietvelden en gebieden met een rijke waterplantenbegroeiing. Hierdoor is er een groot areaal aan gevarieerd vishabitat aanwezig. Ook paaimogelijkheden voor spiering in de vorm van basaltglooiingen zijn voldoende beschikbaar. Het beheer van de sluizen in de Afsluitdijk, gecombineerd met vismigratievoorzieningen, is zodanig dat optimale intrekmogelijkheden voor vissoorten als bot, glasaal, spiering en driedoornige stekelbaars aanwezig zijn. Ook de uitwisseling tussen IJsselmeer en achterland is geoptimaliseerd. Zonder grote belemmeringen kunnen vissen migreren tussen het grote water en de aangrenzende boezem/polderwateren. Bij de Afsluitdijk is de bestaande harde zoet-zoutovergang verzacht door middel van structuren (natuurbouw). Beroepsvisserij De PO kan zich in beginsel vinden in het hiervoor door de sportvisserij geformuleerde streefbeeld, waarbij voor de PO de aandacht primair uitgaat naar de commercieel te benutten soorten. De plaats van de pos in het ecosysteem, de relatie van het omvangrijke bestand met de overige soorten en de exploitatiemogelijkheden verdienen meer aandacht. Waar zich m.b.t. de Afsluitdijk mogelijkheden voordoen voor een verbeterde migratie zoet-zout en vice versa, dienen deze te worden benut. 4.3 Visuitzettingen Er zijn door sport- en beroepsvisserij geen concrete visuitzettingen voorzien. De PO is voorstander van een studie naar de mogelijkheden van pootaal en glasaal uitzettingen. Het uitzetten van glasaal kan in de toekomst door PO IJsselmeer, al dan niet in combinatie met andere 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 4-6 versie

- Gewenste situatie en streefbeelden - partijen (o.a. SVN, DUPAN), worden ingezet als maatregel om het aalbestand te versterken. Het beleid van Sportvisserij Nederland is gericht op aalherstel zonder exploitatie. 4.4 Visonttrekking Beroepsvisserij Aal: de visserij-inspanning van aal is afhankelijk van de bestandsontwikkeling zoals die door onafhankelijk onderzoek periodiek wordt vastgesteld. De onttrekking moet in evenwicht zijn met de aanwas van het aalbestand zodanig er sprake is van herstel van het bestand. De vangst per ingezet aalvistuig (CPUE=Catch per Unit Effort) zal moeten toenemen. - Snoekbaars/Baars: de sterke reductie van de visserij-inspanning tot maximaal 1050 netten zal in de loop van de jaren 2011-2015 moeten leiden tot meer en grotere exemplaren van baars en snoekbaars. Voor een deel zal dit de reductie van het aantal netten moeten compenseren. De vangst per ingezet net (CPUE) zal moeten toenemen volgens het PISCATOR model. - Brasem en blankvoorn: afname van de interesse in deze soorten hangt samen met de toegenomen kansen in de aalvisserij en nettenvisserij op baars en snoekbaars. - Krabben en kreeften: hetzelfde geldt voor deze soorten. - Pos. De visserijkundige en economische mogelijkheden voor exploitatie van de pos zullen in kaart worden gebracht. - overig De visontrekking door zegenvisserij in de havens wordt gereguleerd en gemaximaliseerd. Sportvisserij De onttrekking van aal is verboden. Een eventuele verdere aanpassing van meeneemlimieten voor snoekbaars en baars zal plaatsvinden op basis van: - de bestandsontwikkeling - de effectuering van de maatregelen die de beroepsvisserij treft - de herziening van de regelgeving (Reglement voor de Binnenvisserij e.d.) die wordt voorzien per 1-1-2012. Via enquête/logboek onderzoek (lopend) zal in 2012 worden bepaald hoe groot de onttrekking is. De onttrekking door de beroepsvisserij is voor alle vissoorten begrensd in hoeveelheid en/of visserij-inspanning om het onder 4.2 beschreven streefbeeld te bereiken. De registratie en aanlanding is transparant. De onttrekking van houting, salmoniden e.d. is verboden. Hierop dient strak te worden gehandhaafd en gesanctioneerd. Sportvisserij Nederland wil met de PO afspraken maken over het beëindigen van de onttrekking van karper. 4-7 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - 4.5 Vismortaliteit De PO is van mening dat er sprake is van een te hoge predatiedruk door aalscholvers in het IJsselmeer en Markermeer in relatie tot de trends in de visstandontwikkeling. De PO wil samen met SNL een beheerplan opstellen voor het gebied en dit aanbieden aan de provincies (bevoegd gezag) in het kader van de Flora en Faunawet (wildbeheer schadelijke soorten). SNL zal nog een nader standpunt hierover innemen. de verwachting is dat met het realiseren van de ESA, de geplande voorzieningen voor vismigratie en (op veel langere termijn) de herinrichting van de Afsluitdijk de negatieve effecten van uitspoeling van vis kunnen worden teruggebracht. Van belang hiervoor is ook uitgekiend spuibeheer. Voorstellen hiervoor zullen in het planproces worden ingebracht. Mogelijk is (verdere) bescherming van paaigebieden noodzakelijk. Van belang is de paaigebieden van vis (aanvullend) in kaart te brengen. 4.6 Visserijkundig onderzoek, monitoring en vangstregistratie Voor registraties door de beroepsvisserij is het van belang ook de visserijinspanning te (gaan) registreren. Dit is o.a. nodig om beter inzicht te krijgen in trendmatige ontwikkelingen in de visserij en de visstand. Hiertoe worden concrete voorstellen uitgewerkt. Vanuit EL&I wordt het onderzoek door Imares op basis van de WOT gecontinueerd. Via hengelvangstregistratie (HVR), het op gestandaardiseerde wijze registeren van hengelvangsten, kan een indruk worden verkregen van (veranderingen in) de visstand. Daarnaast kan HVR ook worden gebruikt om de invloed van sportvissers op beviste soorten te bepalen. Sportvisserij Nederland heeft een gebruiksvriendelijk programma, HVR-online, dat ook voor het IJsselmeer kan worden gebruikt. Wanneer de roofvisstand op het IJsselmeer zich heeft hersteld zal/kan wedstrijd-hvr ook worden gebruikt voor monitoring van de snoekbaars (-en baarsstand). Op wateren waar snoekbaarswedstrijden worden georganiseerd worden de vangsten al geruime tijd geregistreerd. De ervaringen hiermee zijn positief. Sportvisserij Nederland wil op termijn inzetten op HVR dan wel aanvullende activiteiten om het sportvisserijgebruik en de onttrekking door sportvissers te monitoren. Randvoorwaarde is dat het visbestand zodanig interessant wordt dat: - het aantal sportvissers op het IJsselmeer toeneemt - HVR een functionele beheermaatregel voor monitoring wordt. SNL is om administratieve en beheertechnische redenen geen voorstander van verplichte registratie door sportvissers. 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 4-8 versie

- Gewenste situatie en streefbeelden - 4.7 Regelgeving Beschrijving met onderbouwing van voorgenomen wijzigingen in de regelgeving Beroepsvisserij LNV: Tussen 1 jan-1 mei is toegestaan om met grote fuiken voorzien van een ruif van 40mm te vissen op schubvis. Er zijn echter aanwijzingen (o.a. uit wolhandkrabvisserij in gesloten periode) dat zelfs met 60 mm nog aal kan worden bijgevangen. Daarom is LNV voorstander om de mogelijkheid om met grote fuiken voorzien van een ruif op wolhandkrab te vissen te beëindigen. PO wil hiervoor graag nadere aanwijzingen ontvangen zodat kan worden besloten tot het wijzigen van de regels. Sportvisserij Er zijn voor het IJsselmeer geen specifieke wensen/ streefbeelden. Een aantal door de sportvisserij voorgestelde wijzigingen wordt momenteel onderzocht in het landelijke traject herziening wet- en regelgeving (AmvB, ministeriele regelingen onder de Visserijwet). Als de visstand in de toekomst structureel verbeterd, kan aanvullende regelgeving en handhaving aan de orde zijn. 4.8 Controle en handhaving Beroepsvisserij opm LNV: graag een onafhankelijke commissie die de boete/sanctie oplegt ipv de Ledenraad van de PO. PO: is hier voorstander van mits er een boetesysteem voor alle vissers geldt, beroep en sport. Boetes worden na oplegging bijv. gepubliceerd op de website van de VBC. Op die manier ontstaat er een transparant systeem wat ten goede komt aan de naleving van de gemaakte afspraken. De VBC dient ook, zonodig geanonimiseerd, op de hoogte te worden gesteld van overtredingen geconstateerd door bevoegde opsporingsinstanties. Sportvisserij Wat betreft controle en handhaving zijn er twee sporen: 1. Private controle door BOA s; 2. Publiekrechtelijke controle (reguliere handhavingdiensten KLPD en AID). Bij het inwerkingtreden van het visplan gaat de voorkeur uit naar een (geïntensiveerde) publiekrechtelijke controle. Tijdens de looptijd van het plan dient dit geleidelijk te worden overgenomen, dan wel aanvullend, door een private controle door BOA s. De aangrenzende sportvisserijfederaties huren momenteel BOAondersteuning in en/of beschikken deels zelf over een controle-apparaat. Deels is deze inzetbaar voor de controle van sportvissers (oevers). Zeker bij een stijgende participatie, zal Sportvisserij Nederland met de federaties een controleplan opstellen en uitvoeren. Dit zal eerst in de VBC worden geagendeerd en daarna in het visplan worden opgenomen. 4-9 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - 4.9 Bereikbaarheid en bevisbaarheid Beroepsvisserij Voor de leden van PO geldt dat er voldoende havens zijn/blijven om op efficiënte wijze van en naar de visgronden te kunnen komen. Sportvisserij De bestaande informatie over de bereikbaarheid, bevisbaarheid en toegankelijkheid voor de sportvisserij is gedateerd. Een up-date is gewenst, bijv. in de vorm van een visstekkenkaart en opname in VISplanner, het digitale stekkenoverzicht. 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 4-10 versie

- Voorgenomen maatregelen, activiteiten, uitvoeringsprogramma - 5 Voorgenomen maatregelen, activiteiten, uitvoeringsprogramma Toelichting In dit (eerste) concept-visplan (groeidocument) zijn de hoofdstukken 5 t/m 7 van het sjabloon samengevoegd. De formele toetsing (Rijkswaterstaat, LNV) vormt hiervan geen onderdeel. Het voorgenomen pakket aan maatregelen en activiteiten is besproken in onderling overleg PO en Sportvisserij Nederland. Hierin zijn ook een aantal werkafspraken gemaakt, gekoppeld aan uitvoering, prioritering en planning. Vanwege de beschikbare tijd, is in VBC-verband geen feitelijke voortoets uitgevoerd. Conform het sjabloon is gekozen voor een opzet in tabelvorm en uitgewerkt in de onderstaande tabel. De in de voorgaande hoofdstukken aangegeven, genummerde voorgenomen maatregelen en activiteiten, komen hierin terug. De kolom uitvoering/opmerkingen en de kolom planning vormen de aanzet voor het Uitvoeringsprogramma. In dit stadium betreft dit vooral een aantal concrete werkafspraken, die de komende periode door de PO en Sportvisserij Nederland zullen worden opgepakt en uitgevoerd. Bespreking, afstemming e.d. zullen plaatsvinden in VBC-verband, zonodig aan de hand van concept-notities en voorstellen. De betreffende onderwerpen zullen daarna vertaald worden in (nieuwe) maatregelen en activiteiten, als onderdeel van het bij te stellen visplan. Op deze manier streven PO en SNL ook naar het verder invullen van het voorliggende groeidocument tot een zo optimaal mogelijk visplan. Maatregel/activiteit Visrechten en visserijgebruik 1. Uitgifte visrecht verder voorbereiden (juridisch, administratief) 2. Zegenvisserij in de havens reguleren onder het visplan. Informeren en betrekken gemeenten. 3. Vereenvoudiging stelsel uitgifte merken en daaraan verbonden regels en bepalingen. 4. Continueren stelsel van overdracht van merken/vergunningen. 5. Seizoensvergunningen omzetten in jaarvergunningen. 6. Onderzoeken hoe per merk in kaart te brengen is wanneer en waar deze precies gebruikt worden (bv m.b.v. chips?). Verantwoordelijk / trekker Betrokken Uitvoering/opmerking Planning PO, SNL EL&I 2011 VBC Concept-brief opstellen en bespreken in VBC. Daarna toezenden en evt. vervolgacties vormgeven. PO EL&I Voorstellen agenderen in VBC, waar nodig t.z.t. aanpassing visplan PO EL&I Bestaande activiteit PM PO, EL&I Dit is uitsluitend mogelijk in combinatie met een reductie van de visserij-inspanning. PO VBC Project -onderzoeksvoorstel voorbereiden 2011 2012 2012 2011 5-1 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - 7. Onderzoek naar de mogelijkheden voor beëindiging visserijbedrijf, zoals compensatie, (tender)sanering, maar ook gedeeltelijke alternatieven zoals BOA s, toerisme, ed. Nagaan koppeling met opgestelde /op te stellen bedrijfsplannen. 8. Afspraken maken over visserij bij calamiteiten (bv ijsbedekking). 9. Onderzoek doen naar de aantallen sportvissers die vissen op het IJsselmeer. Visstand en viswatertype 10. Ontwikkelen visies op toekomstige inrichting IJsselmeergebied, zoals Afsluitdijk, achteroevers, natuurontwikkeling, zoet-zout overgangen, viskwekerijen, vismigratie (Waddenzee, aangrenzende wateren), ed. Dit betekent bijhouden en screenen van relevante plannen, bijwonen stakeholdersbijeenkomsten, leveren van inspraak. 11. Inventariseren bestaande paaigebieden en zo nodig stimuleren en bijdragen aan maatregelen voor bescherming en verbetering. PO EL&I, SNL Ook agenderen in VBC aan de hand van eerste voorstellen. PO, EL&I SNL, VBC Duidelijk protocol, harde criteria gewenst SNL VBC Koppeling met lopend project Imares/ NIPO, loopt door in 2011 PO, SNL Diverse partijen en organisaties Is ook afhankelijk van de individuele behoeftes en mogelijkheden. Waar mogelijk de VBC gebruiken voor overleg en profileren als zodanig. PO, SNL, RWS VBC Mogelijk uitvoeren met studenten /stagiares. Projectvoorstel voorbereiden. 2011 2011 2011 Vanaf 2011 12. T.z.t. anticiperen op ANT-studie. RWS VBC PM Visuitzetting 13. Studie naar mogelijkheden (poot en glas)aal uitzetten. PO Aansluiting zal worden gezocht bij andere projecten zoals DUPAN. 2011 14. Wenselijkheid van viskweek /uitzettingen/aasvoorziening, o.a. in relatie met mogelijkheden en voorzieningen herinrichting Afsluitdijk. Visonttrekking 15. Uitwerken en toepassen (gewenste) visserijinspanning spieringvisserij op het Marker- en IJsselmeer. 16. A) Reductie visserij-inspanning staand want / snoekbaars en rode baars richting KRW-doel (zie Bijlage XV) B) overige reductie C) uitvoering visplan - aalfuikenvisserij - aalhoekwantvisserij - aalkistenvisserij - zegenvisserij - wolhandkrabvisserij (fuiken) - staandwantvisserij snoekbaars/rode baars - staandwantvisserij brasem/blei SNL, PO VBC Visievorming, standpuntbepaling. Zie ook punten 7 en 10 voor meekoppeling PO EL&I, provincies, RWS Via VBC overleg evt. visplanaanpassing. PO VBC Voor staandwantreductie, zie voorstel PO in Bijlage XV Verwijzen naar tabellen voor continuering huidige situatie of uitvoering conform geformuleerd streefbeeld. Verdere uitwerking door PO 2012 2011 e.v. 2011 2011-2015 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 5-2 versie

- Voorgenomen maatregelen, activiteiten, uitvoeringsprogramma - 17. Overleg terugzetten karper door beroepsvissers tbv de sportvisserij. 18. Extra aandacht voor wettelijk meeneemverbod soorten zoals de houting, salmoniden. 19. Onderzoek doen naar de onttrekking door sportvissers Vismortaliteit 20. Uitwerken voorstel beheermaatregelen aalscholvers m.m.v. provincies. 21. Participatie bij uitwerken vismigratie en beheervarianten spuicomplexen, gericht op terugdringing uitspoeling. 22. Zo nodig (aanvullende) sluiting visserij in belangrijke paaigebieden. Visserijkundig onderzoek, monitoring en vangstregistratie PO, SNL VBC Eerst bilateraal bespreken, later voorstel in VBC agenderen en evt. aanpassen visplan vanaf 2012 PO, afslagen Betreft ook communicatie en instrumenten (poster, brochure e.d.) SNL PO, SNL, Prov, RWS Zie 9. Imaresonderzoek brengt ook onttrekking in kaart. Hierbij wordt gewerkt met bijhouden logboek. In VBC als eerste stap inventarisatie van ideeen PO, SNL Zie ook 10 PM PO, EL&I, Prov Na uitwerking opnemen in visplan 23. Registratie van visserij-inspanning. PO, EL&I 2011 24. Registratie van glasaalintrek en RWS? schieraal-uittrek? Zie IMARES onderzoek Den Oever. 25. Uitwerken mogelijkheden beschikbaarstelling aanlandingsgegevens (ook voor VBC) met inachtneming privacy. 26. Hengelvangst- en wedstrijdregistratie: PM. Regelgeving 27. Vooralsnog continuering van bestaande regelgeving, zo nodig aanpassing van regelgeving beroepsvisserij op basis van uit te voeren maatregelen [relevante voorgaande punten]. 28. Doorwerking van aan te passen AmvB s en ministeriele regelingen (lopend traject) voor zover hiertoe per 1-1-2012 wordt overgegaan (bijv. t.a.v. gesloten PO Anonimiseren van aanlandingsgegevens per vergunninghouder en beschikbaar stellen aan VBC. SNL VBC Wedstrijdregistratie speelt vooralsnog geen rol. Op basis uitkomsten Imaresonderzoek, zal worden bekeken of aanvullende registratie nodig is en in welke vorm. 2011 2011 2011 2012 2011 2011 Eind 2011 PO, EL&I, Prov 2011 PO, SNL, EL&I, Prov Landelijke voorbereiding 2011, uitvoering voorzien vanaf 2012 tijden, nachtvissen). 29. Zo nodig aanpassing meeneemlimieten SNL Deze zijn recent naar beneden PM sportvisserij bijgesteld. Evt. verdere aanpassing bezien in kade van bestandsontwikkeling, Imaresonderzoek e.d. 30. Verhogen minimummaat aal PO? 31. Regelgeving opstellen op basis van PO EL&I, prov. Uitwerken gedragsregels 2011 vastgestelde gedragscodes onder nb-wet. pm 5-3 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - Controle en handhaving 32. Beroepsvisserij :indien sprake is van private handhaving dan zullen daar middelen (geld/mankracht) tegenover moeten staan. Omdat een publieke taak wordt overgenomen door PO en SNL zal hiervoor een redelijke compensatie moeten plaatsvinden. PO, SNL EL&I, VBC Hangt ook samen met 1. Uitgifte visrecht en de toekomstige verankering van visplannen, alsmede de ervaring rond controle, handhaving en sanctionering in de visplan. 33. Sportvisserij SNL VBC Als 32. PM 34. Toekomstige inzet AID/KLPD EL&I VBC Aandachtspunt? Bereikbaarheid en bevisbaarheid 35. Onderzoek naar en update van de SNL In samenwerking met 2011 aangrenzende federaties en sportvisserijmogelijkheden, uitwerking hsv-en. Mogelijk via in een visstekkenkaart IJsselmeer. studenten / stagiares. 36. Opstellen en uitvoeren Actieplan SNL Op basis van 35 Na 2011 sportvisserij (bereikbaarheid en voorzieningen). Diversen 37. Onderzoek naar de commerciële en visserijkundige mogelijkheden exploitatie van de pos. Project en subsidievoorstel Innovatie visketen voorbereiden. 38. Ontwikkeling / pilot alternatieve diensten en activiteiten beroepsvisserij ism sportvisserij. 39. Zuiderzeezilver. Uitbreiden van de bekendheid en omvang van het streekkeurmerk voor verantwoord gevangen kwaliteitsvis (oa,baars en snoekbaars) uit het Markermeer, IJsselmeer en de Randmeren. PO EL&I Agenderen in VBC 2012 PO, SNL Zie ook 7. Idee voor Kenniskring. Brainstorm in VBC. PM 2012 PO Zie www.zuiderzeezilver.nl. 2011 40. Formaliseren VBC PO, SNL EL&I, RWS, prov. Gem. 41. Wenselijk afstemmen onttrekking vis PO, SNL VBC Mogelijk/vermoedelijk is een groot deel van de blankvoorn (blankvoorn, brasem) in IJsseldelta en brasem die wordt (Ketelmeer, Vossemeer, Zwarte Meer) gevangen afkomstig van het met VBC IJssel Plus (Visplan IJsselmeer. IJsseldelta)? 2011 PM 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 5-4 versie

- - 5-1 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Bijlagen - 6 Bijlagen Bijlage I Literatuur/gebruikte informatie... 6-2 Bijlage II Tabellen... 6-3 Bijlage III NB-wetvergunning IJmeer/Markermeer 2011... 6-8 Bijlage IV LNV-beleid... 6-12 Bijlage V Beleidsbrief Minister van LNV 2 maart 2005... 6-16 Bijlage VI Jaar- en seizoensvergunningen 2010... 6-17 Bijlage VII Samenvatting visstand... 6-18 Bijlage VIII Piscatoranalyse... 6-20 Bijlage IX Aanlandingen beroepsvisserij... 6-22 Bijlage X Gedragscode nettenvisserij en vogels... 6-25 Bijlage XI NB-wetvergunning IJsselmeer... 6-31 Bijlage XII Gedragscode vissen rond kunstwerken in het IJsselmeer... 6-32 Bijlage XIII Regelgeving sportvisserij... 6-33 Bijlage XIV Boete- en sanctioneringsregeling PO... 6-37 Bijlage XV Voorstel PO reductie staandwantvisserij... 6-38 Bijlage XVI Procedurele aspecten, visafslagen, reglementen bij vergunningen... 6-40 6-1 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - Bijlage I Literatuur/gebruikte informatie Bult, T.P., G. Aarts, J. Kampen & T.B. Leijzer, 2007. Bijvangsten in schietfuiken op het IJsselmeer. Wageningen Imares, IJmuiden. Deerenberg, C., & W. Dekker, 2009. Kennisvraag protocol voor spieringvisserij 2009. Rapport C081.09. Wageningen IMARES. Europese Unie, 2007. Council Regulation (EC) No 1100/2007 of 18 september 2007 establishing measures for the recovery of the stock of European eel. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 1997. Besluit van 19 november 1997 houdende vaststelling van het Reglement voor de Binnenvisserij 1985. Min LNV, Den Haag. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2008. The Netherlands Eel Managment Plan. Min LNV, Den Haag. Nederlandse Vereniging van Sportvissersfederaties, 1999. Sportvisserij Ontwikkelingsvisie IJsselmeer. NVVS, Amersfoort. STOWA, 2002. Handboek Visstandbemonstering. Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer. Rapport 2002/07. STOWA, Utrecht. Rijkswaterstaat, 2009. Beheer en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren (BPRW) 2010-2015. Rijkswaterstaat Waterdienst, 2009a. Brondocument waterlichaam IJsselmeer. Rijkswaterstaat Waterdienst, 2009b. Brondocument waterlichaam Markermeer. Van Overzee, H.M.J., I.J. de Boois, O.A. van Keeken, B. van Os-Koomen, J. van Willigen & M. de Graaf, 2010. Vismonitoring in het IJsselmeer en Markermeer in 2009. Rapport C037/10. IMARES Wageningen UR. Witteveen+Bos, 2008a. Visstandbeheerplan IJsselmeer en Markermeer, Stand van zaken, 2008. Witteveen+Bos, Deventer. Witteveen+Bos, 2008b. Bureaustudie invloed Aalscholvers IJsselmeer en Markermeer op visstand en beroepsvisserij. Witteveen+Bos, Deventer. Witteveen+Bos, 2009. Visplan IJsselmeer en Markermeer. Witteveen+Bos, Deventer. Witteveen+Bos, 2010. Metingen vismigratie via de spuicomplexen in de Afsluitdijk; Oplegnotitie najaar 2009. Witteveen+Bos, Deventer. Zoetemeyer, R.B., & B.J. Lucas, 2007. Basisboek visstandbeheer. Sportvisserij Nederland, Bilthoven. 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 6-2 versie

- Bijlagen - Bijlage II Tabellen Tabel 1 Overzichtstabel huidige toestand en doelstellingen ecologie en chemie IJsselmeer. 6-3 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - Tabel 2 Overzichtstabel huidige toestand en doelstellingen ecologie en chemie Markermeer. 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 6-4 versie

- Bijlagen - De deelmaatlatten voor vissen in het IJsselmeer en het Markermeer geeft naar de mening van de experts een veel te hoge waarde. Waarschijnlijk komt dit omdat de maatlat nog niet is gevalideerd. Voor meren van deze omvang zijn er nog niet voldoende gegevens om een dergelijke exercitie uit te voeren. Daarnaast is de vismonitoring nog niet conform de eisen van KRW (zie STOWA, 2002) waardoor een extra vertekend beeld ontstaat. Als gevolg hiervan kan ook de grote invloed van visserij niet op een correcte wijze meegenomen worden. Het gevolg is dat de huidige situatie te gunstig wordt beoordeeld als zijnde in de goede toestand, terwijl de situatie eerder ontoereikend is. Tabel 3 Overzicht van de fasering van de maatregelen IJsselmeer. 6-5 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - Tabel 4 Overzicht van de fasering van de maatregelen Markermeer. Tabel 5 Natura 2000 gebieden. Geb.nr. Naam Status Beheerder Opp. (ha) Provincie Beheerplan 72 IJsselmeer HRL+VRL RWS, IFG, 113,346 FR, NH, FL? SBB, NM, P 73 Markermeer & IJmeer HRL+VRL D, SBB 68.508 NH, FL? HRL = Habibtatrichtlijn, VRL = Vogelrichtlijn RWS = Rijkswaterstaat, IFG = It Fryske Gea, SBB = Staatsbosbeheer, D = Domeinen, PF = Provincie Friesland, NM = Natuurmonumenten, P = Particulieren FR = Fryslân, NH = Noord-Holland, FL = Flevoland Tabel 6 Aanvoer vis per visafslag in 2009 (in ponden*). Soort Stavoren Urk Volendam Den Oever Totaal Totaal kg Kg/ha Schieraal 4701 3401 428 2746 11276 5638 0,03 Grote fuikaal 26418 70202 12502 26472 135594 67797 0,37 Kistaal 135,36 3513 0 0 3648 1824 0,01 Lijnaal 798 13835 14259 0 28892 14446 0,08 Schietfuikaal 0 186 4659 0 4845 2423 0,01 Dunne aal 0 4692 361 0 5053 2527 0,01 Snoekbaars 82150 381552 38048 138 501888 250944 1,38 Baars 44469 32563 4866 56 81954 40977 0,23 Brasem 107694 1988 0 112 109794 54897 0,30 Blei 0 689534 12688 0 702222 351111 1,93 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 6-6 versie

- Bijlagen - Bot 4033 37289 52 1984 43358 21679 0,12 Wolhandkrab 1324 8779 187 4608 14898 7449 0,04 Voorn 158675 78902 4781 2820 245178 122589 0,67 Snoek 904 9841 116 158 11019 5510 0,03 Spiering 0 3089817 30422 63080 3183319 1591660 8,75 Diversen 246 21035 21 132 21434 10717 0,06 Totaal 431548 4447129 123390 102306 5104373 2552186 14,03 *= De aangevoerde vis wordt op de visafslagen verwerkt in ponden. In de laatste kolom van de tabel zijn de totalen in kilogrammen berekend. Tabel 7 Aanvoer vis per visafslag 2007 (in ponden*). Soort Enkhuizen Stavoren Urk Volendam Den Oever Totaal Totaal kg Schieraal 1045 13658,88 4742 756 4568 24769,88 12384,94 Grote fuikaal 19143,5 49481,16 109479 9269 47608 234980,7 117490,3 Kistaal 0 2618,88 20083,8 3 0 22705,68 11352,84 Lijnaal 2018 384,96 26231,16 15225 0 43859,12 21929,56 Schietfuikaal 0 0 0 11229 0 11229 5614,5 Dunne aal 0 134,4 6376 0 0 6510,4 3255,2 Snoekbaars 27 11376,96 142103 9103 372 162982 81490,98 Baars 382 28329,76 107188,5 8909 2175 146984,3 73492,13 Brasem 0 50991,36 0 0 1556 52547,36 26273,68 Blei 0 169,6 841658 5062 222 847111,6 423555,8 Bot 0 16546,38 64010,5 1563 10998 93117,88 46558,94 Wolhandkrab 0 1084,8 10517 291,5 5953 17846,3 8923,15 Voorn 509 159244,2 195282 9757 12916 377708,2 188854,1 Snoek 0 1272,96 3070 250 109 4701,96 2350,98 Spiering 0 0 0 0 14 14 7 Diversen 0 201,6 5156 14 128 5499,6 2749,8 Totaal 23124,5 335495,9 1535897 71431,5 86619 2052568 1026284 *= De aangevoerde vis wordt op de visafslagen verwerkt in ponden. In de laatste kolom van de tabel zijn de totalen in kilogrammen berekend. 6-7 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - Bijlage III NB-wetvergunning IJmeer/Markermeer 2011 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 6-8 versie

- Bijlagen - 6-9 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 6-10 versie

- Bijlagen - 6-11 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - Bijlage IV EL&I-beleid In het verleden zijn al diverse beleidsmaatregelen ten aanzien van de visserij op het IJsselmeer doorgevoerd. Hieronder volgt een beknopte opsomming van de beleidsontwikkeling op dit gebied. Visserijwet (1963) Deze wet voorziet in een regulering van de zee-, kust- en binnenvisserij voor een doelmatig beheer van de visstand. Voor het IJsselmeer werd een privaatrechtelijke vergunning van kracht (zonder vergunning mag er niet gevist worden). Er werden geen beperkingen aan de visserij opgelegd. Reglement voor de Binnenvisserij (1985) Dit betrof een nadere regulering van de binnenvisserij met als doel het op peil houden van visbestanden. Ook werd voor het eerst rekening gehouden met natuurbelangen. De wet beperkte de visserijinspanning op het IJsselmeer middels het omschrijven van toegestane visserijmethoden, aantallen vistuig, minimum maaswijdte etc., in een publiekrechtelijke vergunning. Reglement Minimummaten en gesloten tijden (1985) Deze regeling is in het leven geroepen ter bescherming van de visstand. De regeling geeft de basis voor het aangeven van minimummaten voor een aantal vissoorten en geeft aan wanneer deze terug in het water moeten worden gezet. Regeling IJsselmeervisserij (1993) Deze regeling had als doel de visstand in het IJsselmeer te beschermen door middel van een reductie van de totale visserij-inspanning. De belangrijkste instrumenten die op basis van deze regeling konden worden ingezet zijn de gesloten tijden en het aanwijzen van gebieden voor de visserij met een bepaald vistuig. Regeling Visserij-inspanning IJsselmeer (1996) Het doel van deze regeling was een 50 % reductie van de totale visserijinspanning (aal en schubvis) te bereiken in 2000, middels een beperking van de vistijd en vistuig (inleveren van merken). De reductie zou moeten worden gerealiseerd via zelfinspanning van de sector middels het jaarlijks opstellen van visplannen ( Co-Management ) welke telkens voor 1 januari ter goedkeuring bij de minister van LNV worden aangeboden. Een Producentenorganisatie (PO) IJsselmeer werd opgericht als overkoepelend orgaan van de IJsselmeervissers. De overheid subsidieerde de oprichting van de PO. Bovendien werd het vergunningsysteem geliberaliseerd, dat wil zeggen overdracht van (een deel) van de vergunningen werd mogelijk (voor PO leden), voor een gedeelte van het seizoen ( lease ) of voor onbepaalde tijd (handel in vergunningen). 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 6-12 versie

- Bijlagen - Saneringsregelingen (1998-2000) In 1998 en 1999 werd budget beschikbaar gesteld voor het uitkopen van merkjes en/of hele bedrijven. Achteraf bleek het gebodene onder de marktwaarde te liggen en werden er slechts 2 bedrijven gesaneerd. In 2000 werd het budget voor sanering verhoogd. Hiermee werd het aantal merkjes verminderd, maar dit resulteerde niet in de beoogde 50 % reductie van de totale visserij-inspanning. Beleidsbesluit Binnenvisserij (1999) De belangrijkste doelstelling van dit besluit was dat de visstand passend moet zijn bij de aard en kwaliteit van het betreffende ecosysteem, en dat het zichzelf in stand kan houden. Benutting van visbestanden dient te berusten op het wise-use principe waarbij de visserij zo selectief mogelijk plaats vindt (weinig bijvangst) en de wet en regelgeving eenvoudig en doelgericht is. Beleidsnotitie Nettenvisserij IJsselmeer: Voor vogels en vissen (2001) Deze beleidsnotitie is een direct gevolg van het Beleidsbesluit Binnenvisserij en de werkelijke situatie op het IJsselmeer welke gekarakteriseerd werd door een overmatige visserij-inspanning, kleine paaibestanden van baars en snoekbaars en grote vogelsterfte ten gevolge van de visserij met staande netten. In de doelstelling van deze beleidsnotitie wordt aangegeven dat het doel van een goed visstandbeheer is het verkrijgen van een zo natuurlijk mogelijk en zichzelf in stand houdende visstand, dat de visserij zodanig moet worden ingericht dat bevissing geen gevaar vormt voor het voortbestaan van soorten in het ecosysteem en dat soorten in het ecosysteem die voor hun voedselbehoefte afhankelijk zijn van vis, zoals vogels, in voldoende mate in deze behoefte kunnen voorzien. Specifiek voor de nettenvisserij is aangegeven dat de leeftijdsopbouw van de schubvis-soorten in evenwicht is en blijft, dat bevissing geen gevaar mag vormen voor het voortbestaan van schubvis-soorten en de populaties watervogels en dat de vogelsterfte moet worden teruggebracht tot maximaal 1 % van de jaarlijkse sterfte van de Nederlandse winterpopulatie, dat wil zeggen circa 2000. De nettenvisserij moet gezond en duurzaam zijn met behoud van een evenwichtige visstand. Beleidsbrief IJsselmeervisserij (2005) De Minister van LNV heeft in de beleidsbrief van 2 maart 2005 aangegeven er naar te streven de volgende situatie te realiseren ten aanzien van de visstand en de visserij op het IJsselmeer: - een gevarieerde visstand en evenwichtige populatieopbouw; - een duurzaam visstandbeheer vormgegeven door een samenwerking tussen verschillende belangengroeperingen, instellingen en organisaties; - een beperkt aantal professionele en economisch gezonde bedrijven oefent de visserij op een duurzame en maatschappelijk verantwoorde wijze uit. Om deze doelstellingen te realiseren wordt onder andere het volgende voorgenomen: 6-13 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - - opzetten van een saneringsregeling teneinde de totale visserijinspanning tenminste terug te brengen tot 50 % van het huidige niveau, te weten circa 17.000 aaleenheden. Opleggen van aanvullende beperkende maatregelen als deze doelstelling niet gehaald wordt; - instelling van een verbod op het gebruik van de schietfuik voor de aalvangst op het IJsselmeer en Markermeer per 1 januari 2008, tenzij de sector voor deze datum heeft aangetoond dat de bijvangstproblematiek beheersbaar is; - instellen van een onderzoek naar mogelijke aanpassingen aan de grote fuik, teneinde het probleem van bijvangst technisch beheersbaar te maken. Aan de hand van de resultaten van het onderzoek zal worden besloten of een verbod op het gebruik van dit vistuig noodzakelijk is; - uitwerken van een gedragscode door PO IJsselmeer en Vogelbescherming Nederland en opname van de gedragscode in het Visplan van de PO IJsselmeer, teneinde de sterfte aan watervogels in staande netten beheersbaar te maken; - instelling van een Visstandbeheercommissie (VBC) per 1 januari 2008; - verhuur van de visrechten aan de sport- en beroepsvisserij gezamenlijk onder voorwaarde van een verplichting tot het vissen op basis van het door de VBC opgestelde visplan; - eventuele maatregelen beperkende maatregelen van de Europese Commissie voor herstel van de aalstand; - overleg met de sector of de inspanning van de zegenvisserij kan worden bevroren; - een verdergaande aanpassing van de visserij-inspanning (bovenop de doelstelling van de saneringsregeling) als gevolg van ontwikkeling in de draagkracht van het IJsselmeer voor de visstand kan noodzakelijk zijn. Saneringsregeling IJsselmeervisserij (2005-2006) In twee rondes is in 2005 en 2006 opnieuw budget beschikbaar gesteld voor sanering van de IJsselmeervisserij. Het doel van de subsidieregeling was het terugbrengen van de visserijcapaciteit met 50 % door het uitkopen van het meest schadelijke vistuig. Conform de inschrijvingen op de regeling wordt de visserij-inspanning na beide openstellingen met 53 % teruggebracht. Van de meest schadelijke vistuigen, namelijk schietfuik, grote fuik, en staand net, wordt dan respectievelijk 77 %, 7 %, en 14 % uit de visserij genomen. In aanvulling hierop dient via het Visplan met 32 % te worden gereduceerd. Het totaal aantal vergunninghouders is teruggebracht van 85 naar 71. 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 6-14 versie

- Bijlagen - Berekening reductie 1996-2007 totaal aaleenheden grote fuik, schietfuik, aalkist 96: grote fuik, schietfuik, aalkist: 50333 totaal aantal aaleenheden grote fuik, schietfuik, aalkist, spieringfuik, net totaal aantal aaleenheden grote fuik, schietfuik, aalkist, net (exclusief spieringfuik) 96: spiering: 5078 96: net: 13020 96: net: 13020 totaal aantal aaleenheden seizoenvergunninghouders (net) totaal aantal aaleenheden op 1 juni 1996 inclusief 5 gfmerken LE28 sanering 1998 UK 182: 60sf, 15sp, 1234ak, 140net UK 40: 75sp, 700ak, 140net 50.333 68.431 63.353 1.020, 2.054 2.514 2.334 48.279 65.917 61.019 Ruil HK 8-1103ak,+210 sf 683 683 683 47.596 65.234 60.336 Uitkoop UK 12 / UK 112 UK112: 102sf, 140net UK12: 120sf, 140net 444 724 724 47.152 64.510 59.612 sanering 2000 totale uitkoop: 10.778 correctie teveel uitgekochte aalkistmerken WR 293: 71 gf:234*5;sf416*2;sp270*2;ak8776*1;net840*1 10.707 12.087 11.547 36.445 52.423 48.065 sanering netten 2002 2001: 5100mo,6800ny; 2002: 4250net (correctie: -90netUK112, -90netUK12 (waren al in mindering gebracht)) 7.470 7.470 620 44.953 40.595 sanering 2005 574 aaleenhgf, 6296 aaleenhsf, 3378ak, 838 aaleenhsp, 600net 10.249 11.687 10.849 26.196 33.266 29.746 sanering 2006 2623sfmerken,50net 5.246 5.296 5.296 0 20.950 27.970 24.450 400 6-15 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - Bijlage V Beleidsbrief Minister van LNV 2 maart 2005 Volgt nog. 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 6-16 versie

- Bijlagen - Bijlage VI Jaar- en seizoensvergunningen 2010 6-17 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - Bijlage VII Samenvatting visstand Bron: Van Overzee et al., 2010. Uit de open water monitoring blijkt dat de visstand net zoals in voorgaande jaren in het geheel lager is in het Markermeer dan in het IJsselmeer. De vangsten in beide meren worden gedomineerd door pos, aal, snoekbaars, baars, spiering, blankvoorn, brasem en bot. Het verloop van deze bemonsterde bestanden wordt uitvoerig in het rapport besproken met behulp van de resultaten uit de open water monitoring en de aanlandingsgegevens en marktbemonsteringen. Daarnaast worden de vangsten van Flora- en Faunawet soorten en limnofiele soorten binnen de actieve monitoring besproken. Limnofiele soorten zijn soorten waarbij alle levensstadia gebonden zijn aan stilstaand water met een rijke begroeiing en die van belang zijn voor de maatlat limnofiele soorten voor de Kaderrichtlijn Water (KRW). De oevermonitoring is met name op deze soorten gericht. Momenteel is de tijdserie van de oevermonitoring (drie jaar) echter te beperkt om eventuele trends te bespreken. De glasaal intrek in Den Oever bevindt zich sinds 2000 op een zeer laag niveau. Ook het bemonsterde aalbestand in zowel IJsselmeer als Markermeer vertoont binnen een groot tijdsraam een afname. De afname waargenomen tijdens de survey is ook terug te zien in de afname van de aanlanding van rode aal op de afslagen. Het bemonsterde snoekbaarsbestand wordt door de jaren heen gedomineerd door nuljarigen. Jaarlijkse veranderingen in het bemonsterde bestand komen daardoor sterk overeen met veranderingen in de nul-jarigen. Het bemonsterde bestand in het IJsselmeer bevindt zich op hetzelfde lage niveau als voorgaande jaren. In het Markermeer is het aandeel nuljarige snoekbaars na een periode van goede jaarklassen sinds 2002 teruggezakt tot een wat lager niveau. De aanlandingen van deze soort bevinden zich in 2008 en 2009 op een vergelijkbaar niveau. Het bemonsterde baarsbestand bestaat net zoals het snoekbaarsbestand voornamelijk uit nul-jarigen. Het bemonsterde bestand wordt in beide meren door de jaren heen gekenmerkt door pieken en dalen in de nulgroep. De afgelopen vier jaar bevinden de aanlandingen van baars in de IJsselmeerafslagen zich op het laagste niveau dat sinds de start van het bemonsteringsprogramma is waargenomen. Pos domineert de bemonsterde visstand in zowel het IJsselmeer als het Markermeer. Het bemonsterde posbestand in beide meren vertoont door de jaren heen sterke fluctuaties. De bemonsterde spieringpopulatie bestaat voornamelijk uit nul-jarigen. Sinds 1989 laat de nulgroep van zowel het IJsselmeer als het Markermeer een sterk afnemende trend zien met enkele positieve uitschieters. Na de sluiting in 2008 mocht er in 2009 weer op spiering gevist worden. Het blankvoornbestand bestaat uit meerdere jaarklasssen. De omvang van het bestand wordt bepaald door oudere jaarklassen, die nog enkele jaren herkenbaar zijn. In het IJsselmeer en Markermeer ligt het bestand op een constant laag niveau. De aanvoer van blankvoorn was de afgelopen 6 jaar stabiel. Deze trend is in 2009 niet doorgezet (afname). Het bemonsterde 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 6-18 versie

- Bijlagen - brasembestand uit beide meren vertoont door de tijd heen een variabel patroon. In het Ijsselmeer zien we sinds 2000 een trend naar een kleinere omvang door het uitblijven van goede jaarklassen. Het bemonsterde brasembestand in het Markermeer bevindt zich sinds 2002 op een stabiel maar laag niveau. De aanlandingen van brasem laten vanaf 1996 een trendmatige stijging zien die in 2009 niet is doorgezet. Het bemonsterde botbestand in het IJsselmeer wordt gekenmerkt door meerdere pieken over de jaren. Vanaf 2005 lijkt er een verandering in het bestand te hebben plaatsgevonden: het bemonsterde bestand wordt gedomineerd door de nulgroep en bevindt zich op een constant lager niveau. Uit de aanlandingsgegevens blijkt dat er minder bot aangeland wordt. Binnen de actieve monitoring zijn door de jaren heen vijf Flora- en Faunawet soorten gevangen, namelijk kleine modderkruiper, rivierdonderpad, bittervoorn, rivierprik en houting. Hiervan wordt de rivierdonderpad in beide meren bijna ieder jaar waargenomen in beide monitoringsprogramma s. Daarnaast wordt de kleine modderkruiper ook jaarlijks binnen de oevermonitoring gevangen en enkele malen tijdens de open water monitoring. Bittervoorn is sinds het begin van de oevermonitoring (2007) ieder jaar alleen in het Markermeer gevangen. Daarnaast zijn binnen die bemonstering in de periode 2007-2009 vijf limnofiele soorten gevangen, namelijk bittervoorn, ruisvoorn, tiendoornige stekelbaars, vetje en zeelt. Binnen de oevermonitoring varieerde het aandeel limnofiele soorten (inclusief snoek) ten opzichte van alle zoetwater vissoorten gedurende de periode 2007-2009 tussen 15%-20% voor het Markermeer en 10%-15% voor het IJsselmeer. Voor alle vissoorten lijkt een redelijk tot goede aanwas noodzakelijk te zijn om de populatie op peil te houden. Over het algemeen laten alle bemonsterde bestanden binnen de open water monitoring vanuit een historisch langetermijnperspectief in 2009 een lage rekrutering zien. Voor de oevermonitoring is de tijdsreeks nog te kort om trendmatige veranderingen waar te nemen. De aanvoer van de commerciële visserij laat op lange termijn een afname zien in de aanlandingen van de commercieel belangrijke soorten. Voor een uitgebreide beschrijving van de visstand wordt verwezen naar het rapport Vismonitoring in het IJsselmeer en Markermeer in 2009 (Van Overzee et al., 2010). 6-19 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer

- Visplan voor IJsselmeer en Markermeer - Bijlage VIII Piscatoranalyse Het effect van uitspoelen van pos en spiering op samenstelling en biomassa van de totale visstand Met het model PISCATOR is het effect berekend van het uitspoelen van pos en spiering op de samenstelling en biomassa van de totale visstand in het IJsselmeer. Om dit effect te kunnen berekenen is een sterftepost geïntroduceerd die overeenkomt met de globale berekening van de sterfte veroorzaakt wordt door uitspoeling (zie rapportage ). In feite is deze sterfte verdisconteerd in het model en moet een negatieve sterfte (vermindering van de achtergrondsterfte dus) ingevoerd worden om na te gaan hoeveel de visstand zou toenemen bij afwezigheid van verlies door uitspoeling. Dit is uitgevoerd door dat verlies te verdisconteren met de achtergrondsterfte, dwz de achtergrondsterfte te verminderen met die post. De samengestelde figuur geeft deze simulatie weer. De eerste tien jaren is de referentiesituatie, dwz het huidige visbestand bij benadering, de tien jaren daarna de situatie zonder verlies door uitspoeling. In bovenstaande figuur zijn de biomassa en sterfte van de meest talrijke vissoorten in het IJsselmeer weergegeven uitgaande van de situatie van de afgelopen 10 jaren in IJsselmeer. In totaal is een periode van 20 jaren weergegeven, waarin de eerste 10 jaren de huidige situatie weergeeft, waarna de achtergrondsterfte verminderd wordt met de hoeveelheid die jaarlijkse uitspoelt om op die manier het effect op de totale biomassa te berekenen. De sterfte is weergegeven als totale sterfte (alle oorzaken van sterfte zoals fuiken, staande netten, aalscholvers, predatie door 2011 VBC IJsselmeer en Markermeer 6-20 versie