AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Vergelijkbare documenten
AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals

AMV/ /1000/B

)"1 = Vlaamse Regering :~~"= , " AMV/ /1000

Vlaamse Regering :~~"= >.~,.n- " 't"; AMV/ /1002

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Vlaamse Regering :~~~= ~ = ',.. "~ AMV/ /1001

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1000 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING. NATUUR EN LANDBOUW,

AMV/ /1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

AMV/ /1002/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Vlaamse Regering ::J..~-

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

MLAV1/ /MV/bd

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

Vlaamse Regering.::sm~~= '~ = " " AMV/ /1009

MLAV1/ /MV/lydr.

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

MLAV1/ /RP/si

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1026

Besluit van de Deputatie

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1011

::7 :.~~~ AMV/ /1027

Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~ " "~ AMV/ /1004

Besluit van de Deputatie

AMV/ /1011 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

AMV/ /1012. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

Besluit van de Bestendige Deputatie

Vlaamse Regering :~~~= t,.. AMV/ /1007

AMV/ /1 048/C. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

MLAV1/ /RTH/vive

MLVER/ /PAG/sdv

AMV/OOO 13008/ De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

AMV/ /1006. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

AMV/ /1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

MLVER/ /RTH/AG/sdv

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

Besluit van de Deputatie

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

VLAAMSE REGERING AMV/ /1017

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

VLAAMSE REGERING AMV/ /1025

~~.~ AMV/ /1004

:.~~'l. ::?i. n'l AMV/ /1017

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

U neemt een vergunde mestopslag in gebruik die hoort bij een bestaande (leegstaande) exploitatie.

Besluit van de Bestendige Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Hoofdstuk 1: Definities

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /RP/bd

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

VLAAMSE GEMEENSCHAP. ~j) .~~ AMV/ /1008

AMV! !1038. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Vlaamse Regering :~~~= )~ = :n- AMV/ /1002

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

meldings- en vergunningsplicht

AMV/ /1006 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING. NATUUR EN LANDBOUW,

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 juli 2016

Besluit van de Deputatie

VLAAMSE REGERING AMV/ /1003

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

A) VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE AKTIVITEITEN OF INSTALLATIES BINNEN HET WATERWINGEBIED EN DE BESCHERMINGSZONE I

Melding van de overdracht van een vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit

Vlaamse wetgeving m.b.t. ondiepe geothermie

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Besluit van de Deputatie

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

College van burgemeester en schepenen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Transcriptie:

Vlaamse Regering AMV/00026203/1001 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2, van titel II van het VLAREM ingediend door Michel en Fabio Lefever, Gerzenstraat 13, 3060 Bertem, voor een landbouwbedrijf gelegen te 3060 Bertem, Oude Tervuursebaan z.n. DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2016; Gelet op de aanvraag ingediend door Michel en Fabio Lefever, Gerzenstraat 13, 3060 Bertem, exploitant van een landbouwbedrijf, gelegen te 3060 Bertem, Oude Ten/uurse- Pagina 1 van 7

baan z.n op de kadastrale percelen: 1-B-223 en 1-B-224b, tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2, van titel II van het VLAREM, luidende: "Onverminderd de bijzondere voorwaarden die in de milieuvergunning kunnen worden opgelegd, gelden voor de stallen andere dan varkens- en pluimveestallen de volgende verbodsregels: 1 het is verboden inrichtingen omvattende één of meer stallen, andere dan varkens- en pluimveestallen, ongeacht het aantal dieren dat in de inrichting wordt gehouden, te exploiteren die geheel of gedeeltelijk gelegen zijn in een waterwingebied en/of een beschermi ngszone type l, II of III; (...)"; dat dit meer bepaald wordt aangevraagd voor het oprichten van een nieuwe stal voor het huisvesten van 68 runderen en 120 schapen (niet-vergunningsplichtig) in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, in een beschermingszone type III; Gelet op het feit dat de afwijkingsaanvraag werd ontvangen op 18 juli 2016 en ontvankelijk werd verklaard op 27 juli 2016; Gelet op de volgende motivering van de afwijkingsaanvraag aangehaald door de aanvrager: het bedrijf dat nu gelegen is in woongebied moet geherlokaliseerd worden om te kunnen voldoen aan de moderne eisen op gebied van dierenwelzijn en milieu; de percelen zijn gelegen in een beschermingszone type III horende bij de grondwaterwinning Veronica-Dispatching te Bertem; de stedenbouwkundige vergunning werd in beroep op 20 november 2014 bekomen; een milieuvergunningsaanvraagwerd ingediend; Gelet op de volgende alternatieve maatregelen aangehaald door de aanvrager: een volledig nieuwe stal zal gebouwd worden met nieuwe groenvoederopslag en nieuwe stalmestopslag en verharding conform de wettelijke bepalingen; de nieuwe constructie zal uitgevoerd worden conform alle wettelijke bepalingen in het VLAREM en de BBT maar zal ook conform de watertoets, de provinciale verordening hemelwaterafvoer en dergelijke uitgevoerd worden; zo kan er gebouwd worden volgens de gevraagde eisen (door onder andere De Watergroep) en kan er verzekerd worden dat het uitgesloten is dat er in de toekomst verontreinigingen kunnen plaatsvinden; aldus kan geen waterverontreiniging optreden en komt de waterwinning in het waterwingebied en de beschermingszones niet in het gedrang; de volgende maatregelen zullen genomen worden: o de nieuwe stal wordt opgericht in silex betonpanelen; de vloer van de stal zal bestaan uit een waterdichte en mestdichte gewapende betonvloer van Pagina 2 van 7

minstens 15 cm dikte; een nieuwe dubbelwandige, bovengrondse mazouttank met 1 verdeelslang wordt binnen deze nieuwe stal geplaatst voor het vullen van tractoren; de tractoren en andere landbouwvoertuigen zuilen steeds in het gebouw worden gestald; o het groenvoeder wordt opgeslagen in de achterliggende betonnen sleufsilo waarvan de wanden en de vloer uitgevoerd worden in vloeistofdicht en zuurbestendig gewapend beton; deze opslag is licht hellend naar de straatkant uitgevoerd waardoor de silosappen en mogelijks verontreinigd hemelwater worden opgevangen in een vloeistofdichte goot en worden afgevoerd naar de betonnen vloeistofdichte citerne voor de opvang van de silosappen en uitgereden op het land conform het Mestdecreet; indien groenvoederresten op de verharding zouden achterblijven (tussen stal en sleufsilo), worden deze onmiddellijk verwijderd; sommige voeders worden opgeslagen in zakgoed; o de stalmest wordt opgeslagen enerzijds in de stroboxen zelf en anderzijds in de achterliggende betonnen mestvaalt waarvan de wanden en de vloer uitgevoerd zijn in vloeistofdicht en zuurbestendig gewapend beton (driezijdig ommuurd); deze vloer is licht hellend naar de straatkant uitgevoerd, waardoor mestsappen en mogelijks verontreinigd hemelwater worden opgevangen in een vloeistofdichte goot en worden afgevoerd naar de opvang van mestsappen; deze wordt tijdig geledigd conform het Mestdecreet; de stalmestopslag is zo dicht mogelijk bij de stal ingeplant om verontreiniging van verharde oppervlakten tot een minimum te herleiden; indien er toch mestresten zouden achterblijven op de verharding, worden deze onmiddellijk verwijderd; o de stallen worden altijd droog gereinigd (ingestrooid met tarwestro) zodat er geen afvalwater ontstaat, waardoor er geen verontreiniging van de bodem of het grondwater kan ontstaan; o de drinkgelegenheden zijn zo uitgevoerd dat er zo weinig mogelijk water wordt vermorst door het gebruik van antimorsbakken; o de geproduceerde hoeveelheid rundermest en schapenmest wordt hergebruikt als bemesting voor de eigen akkerlanden en gronden in burenregeling; o goede teeltopvolging en teeltrotatie zorgen voor minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen; o van het voorjaar tot het najaar graast het grootste gedeelte van de runderen en de schapen in de weiden; om te controleren of alle hierboven opgesomde zaken correct worden uitgevoerd, willen wij als extra maatregel een aantal peilputten plaatsen (voorstel plaatsing opgemaakt door de Bodemkundige Dienst van België); Gelet op het voorwaardelijk gunstige subadvies van 22 augustus 2016 van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening; Gelet op het voorwaardelijk gunstige subadvies van 12 september 2016 van de dienst Grondwater en lokaal waterbeheer van de Vlaamse Milieumaatschappij; Pagina 3 van 7

Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 28 september 2016 van de afdeling Milieuvergunningen van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie; Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 4 oktober 2016 van de gewestelijke milieuvergunningscommissie; Gelet op de ligging van de inrichting deels in woongebied met landelijk karakter (eerste 50 m) en deels in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan 'Leuven', vastgesteld bij het koninklijk besluit van 7 april 1977; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de afwijkingsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 1.2,2ter.2, 1, van titel II van het VLAREM; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek waaruit blijkt dat geen bezwaarschriften werden ingediend; Overwegende dat de exploitant een landbouwbedrijf met 68 grote zoogdieren (24 zoogkoeien, 20 runderen 1-2 j en 24 runderen < 1 jaar) en 120 niet-vergunningsplichtige schapen wenst uit te baten (nieuwe inrichting) in landschappelijk waardevol gebied in een beschermingszone type III; Overwegende dat de exploitant momenteel een kleinschalig landbouwbedrijf uitbaat aan de Gerzenstraat 13, gelegen in de bebouwde kom van Bertem (eveneens gelegen in een beschermingszone type III); dat een herlokalisatie zich opdringt om te voldoen aan de moderne eisen op gebied van dierenwelzijn en milieu; Overwegende dat het nieuwe bedrijf aan de Oude Tervuursebaan komt te liggen binnen de beschermingszone type III van de grondwaterwinning Sint-Veronica-Dispatching van De Watergroep te Leefdaal; dat de exploitatie gelegen is op ongeveer 600 m van de meest nabije winningsput van de grondwaterwinning; dat de grondwaterwinning grondwater onttrekt uit het Zand van Brussel (HCOV 0620) in grondwaterlichaam Pagina 4 van 7

BLKS-0600-GWLJ via 14 putten van ongeveer 24 m diep; dat De Watergroep vergund is voor het oppompen van maximaal 1,500 m3/d en 547.500 m3/j; Overwegende dat volgens het subadvies van 22 augustus 2016 van De Watergroep er op deze winning grondwater wordt gewonnen voor de openbare drinkwatervoorziening van de regio; dat de pompputten gesitueerd zijn in de ondiepe freatische waterlaag waardoor de winning zeer kwetsbaar is voor verontreinigingen; dat de gevraagde nieuwe vestiging van de exploitatie bijgevolg gelegen is binnen het voedingsgebied en dat infiltrerend water naar de waterwinning stroomt; dat De Watergroep stelt dat elke bijkomende gebmiksdmk in het landschap een risico betekent op achteruitgang van de kwaliteit van het grondwater dat dient als bron voor drinkwater; dat gezien het een bedrijfsverplaatsing binnen dezelfde beschermingszone van de waterwinning betreft, De Watergroep alleen akkoord kan gaan met deze verplaatsing indien 'het stallen van dieren' en 'de mestopslag' op de oude site aan de Gerzenstraat definitief worden stopgezet, zodat de globale gebmiksdruk vanuit de landbouw binnen de beschermingszone niet verder verhoogt; dat dit moet voorkomen dat de kwaliteit van het grondwater, waar al nitraten worden vastgesteld, verder vermindert; dat als bijzondere voorwaarde wordt opgelegd dat de stopzetting van de exploitatie aan de Gerzenstraat moet gemeld worden aan de toezichthouder en de bevoegde overheid; Overwegende dat de nieuw op te richten gebouwen met mestvaalt, groenvoederopslag en verhardingen zullen worden uitgevoerd conform VLAREM II; dat er geen mestkelder onder de stallen aanwezig is; dat de afwijkingsaanvraag een opsomming bevat met maatregelen die zullen worden genomen om bodem- en grondwaterverontreiniging tegen te gaan; dat de volgende bijkomende maatregelen worden genomen bovenop de verplichtingen in VLAREM II: - de tractoren en andere landbouwvoertuigen zullen steeds in het gebouw worden gestald; de groenvoedersleuven en de mestvaalt zijn zo dicht mogelijk bij de stal ingepland; - de silosappen en mogelijks verontreinigd hemelwater worden opgevangen in een vloeistofdichte goot en worden afgevoerd naar de betonnen vloeistofdichte citeme voor de opvang van de silosappen; indien groenvoederresten of mestresten op de verharding zouden achterblijven (tussen stal en sleufsilo of mestopslag), worden deze onmiddellijk verwijderd; - de stallen worden altijd droog gereinigd (ingestrooid met tarwestro), zodat er geen afvalwater ontstaat, waardoor er geen verontreiniging van de bodem of het grondwater kan ontstaan; - de drinkgelegenheden zijn zo uitgevoerd dat er zo weinig mogelijk water wordt vermorst door het gebruik van antimorsbakken; Overwegende dat conform de bepalingen in artikel 5.9,7.1 van titel II van het VLAREM de effecten van de mestopslag op de grondwaterkwaliteit zullen opgevolgd worden in een Pagina 5 van 7

peilbuizennetwerk; dat om eventuele lekken uit de mestopslagplaatsen op te sporen er drie peilputten worden voorzien rondom de stallen, waarvan één getuigeput ten noordwesten van het bedrijf (de grondwaterstroming is lokaal zuidoostelijk gericht); dat De Watergroep akkoord kan gaan met het voorstel voor inplanting van de peilputten en de resultaten van de analysecampagnes wenst te ontvangen zoals voorgeschreven in afdeling 5.9.9 van titel II van het VLAREM; dat dit als bijzondere voorwaarde wordt opgelegd; Overwegende dat de maatregelen die door de exploitant worden voorgesteld, gelijkwaardige waarborgen bieden voor de bescherming van mens en milieu als de bepalingen waarvan gevraagd wordt te mogen afwijken; dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de afwijkingsaanvraag in te willigen, BESLUIT: Artikel 1. De vraag van Michel en Fabio Lefever, Gerzenstraat 13, 3060 Bertem, exploitant van een landbouwbedrijf, gelegen Oude Tervuursebaan z.n. te 3060 Bertem, op de kadastrale percelen: 1-B-223 en 1-B-224b, tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2, van titel II van hetvlarem, luidende: "Onverminderd de bijzondere voorwaarden die in de milieuvergunning kunnen worden opgelegd, gelden voor de stallen andere dan varkens- en pluimveestallen de volgende verbodsregels: 1 het is verboden inrichtingen omvattende één of meer stallen, andere dan varkens- en pluimveestallen, ongeacht het aantal dieren dat in de inrichting wordt gehouden, te exploiteren die geheel of gedeeltelijk gelegen zijn in een waterwingebied en/of beschermingszone type l, II of III; (...)"; wordt ingewilligd. Art. 2. De afwijking wordt verleend voor een termijn van de nog te verkrijgen milieuvergunning. Art. 3. De afwijking is afhankelijk van de naleving van de volgende voorwaarden: 1) de exploitatie aan de Gerzenstraat 13 te Bertem wordt definitief stopgezet bij de aanvang van de exploitatie aan de Oude Tervuursebaan. Deze stopzetting wordt gemeld aan de vergunningverlenende overheid, de toezichthouder en De Watergroep; Pagina 6 van 7

2) de volgende maatregelen worden genomen: o de tractoren en andere landbouwvoertuigen zullen steeds in het gebouw worden gestald; o de groenvoedersleuven en de mestvaalt worden zo dicht mogelijk bij de stal ingeplant; o silosappen en mogelijks verontreinigd hemelwater worden opgevangen in een vloeistofdichte goot en worden afgevoerd naar de betonnen vloeistofdichte citeme voor de opvang van de silosappen; o indien groenvoederresten of mestresten op de verharding zouden achterblijven (tussen stal en sleufsilo of mestopslag), worden deze onmiddellijk verwijderd; o de stallen worden altijd droog gereinigd (ingestrooid met tarwestro) zodat er geen afvalwater ontstaat, waardoor er geen verontreiniging van de bodem of het grondwater kan ontstaan; o de drinkgelegenheden zijn zo uitgevoerd dat er zo weinig mogelijk water wordt vermorst door het gebruik van antimorsbakken; 3) de stalmest wordt opgeslagen in de stroboxen en een mestvaalt; 4) de resultaten van de analyse en peilmetingen worden overgemaakt aan de toezichthouder, de afdeling Operationeel Waterbeheer van de Vlaamse Milieumaatschappij en De Watergroep. Art. 4. De afwijking doet geen afbreuk aan de rechten van derden, Brussel, ' i StJV. ^11111 De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; ^/ Vl JO^Ü^UVLIEGE Pagina 7 van 7