Zorg door de huisarts

Vergelijkbare documenten
Zorg door de huisarts

Zorg door de huisarts

Zorg door de huisarts Nivel Zorgregistraties eerste lijn: Jaarcijfers 2017 en trendcijfers

Verleende zorg. inschrijftarief in het betreffende kalenderjaar zijn meegeteld. Wanneer de assistente of POH contacten onder

Verleende zorg. B1.1 Aantal contacten met de huisarts in 2014

Achmea Zorg & Gezondheid

Verrichtingen en Verbruiksmaterialen 2015

Achmea Zorg & Gezondheid

Kernafspraken overeenkomst vrijgevestigde huisarts Menzis

Prestatiecode Inschrijftarieven, modulen en abonnementen. Huisarts POH-GGZ. Avond-, nacht- en weekendzorg niet HAP / HDS

Bijlage Inkoopbeleid Huisartsenzorg 2018 Tarieven Zilveren Kruis. Datum: 15 september 2017 Versie: 1.0

Bijlage Inkoopbeleid Huisartsenzorg 2018 Tarieven Zilveren Kruis. Datum: 3 september 2018 Versie: 1.4

Kernafspraken overeenkomst vrijgevestigde huisarts - zorgverzekeraar versie 2013 LHV/ZN uniform format

Zorg op de huisartsenpost Nivel Zorgregistraties eerste lijn: jaarcijfers 2017 en trendcijfers

Zorg op de huisartsenpost

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van

11600 module geïntegreerde eerstelijnszorg voor samenwerkingsverbanden met een rechtspersoonlijkheid

Kernafspraken overeenkomst vrijgevestigde huisarts zorgverzekeraar

NZa-maximumtarieven huisartsenzorg 2017 en 2018

NZa-maximumtarieven huisartsenzorg 2016 en 2017

KINDEREN EN VOLWASSENEN MET ADHD BINNEN DE HUISARTSENPRAKTIJK: TRENDS IN JAARPREVALENTIES EN VERWIJZINGEN. Marijn Prins, Liset van Dijk

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Behandeld door adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure JWES/escs/EZK/ 09d Huisartsenbekostiging 12 november 2009

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Acute zorg door huisartsen in de dagzorg en op de huisartsenpost. Marieke Zwaanswijk, senior onderzoeker NIVEL

!! "# $ %# ( %#! %)* +, #-#.' ++ #- +0

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

WIJZIGINGEN OVEREENKOMST ZORGVERZEKERAAR 2016

Zorg door de logopedist

!" # $%% & & & % # ' # ())*

4.1.1 Gebruik van geneesmiddelen is veelvoorkomende vorm van zelfzorg

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk

Bekostiging van de huisartsenzorg:

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Leeswijzer Achmea Health Database tabellen

Analyse van de inzet van de POH-GGZ in de huisartsenpraktijk over de periode

Bijlage 4 M&I Verrichtingen 2017

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI-14-32c

Factsheet 1: Hulpvraag - aanbod vanwege psychische en sociale problematiek in de huisartspraktijk

Bijlage 4 M&I Verrichtingen

Profielen van zorg bij specifieke klachten en ziekten

Hooikoorts in de huisartsenpraktijk: kosten en verleende zorg.

Praktijkspiegel Regionale Spiegelinformatie HUISARTSENPRAKTIJK SPAARNDAM

HUISARTSENPRAKTIJK SPAARNDAM

Impactanalyse huisartsenzorg & multi disciplinaire zorg. Effecten nieuw beleid per 2015

Praktijkspiegel Regionale Spiegelinformatie SLUIMER, CA

Praktijkspiegel 2.4. Praktijkspiegel HUISARTSENPRAKTIJK SPAARNDAM ( )

Praktijkspiegel Regionale Spiegelinformatie JONKER/KOETSIER

LHV analyse van de NZa-beleidsregel en Tariefbeschikking 2015 voor Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg

Bijlage 4 M&I Verrichtingen

Zorg door de logopedist Jaarcijfers 2017

Factsheet 2: De inzet van de POH-GGZ in de huisartspraktijk over de periode

Praktijkspiegel 2.1. Praktijkspiegel SLUIMER, CA ( )

Logopedische zorg in kaart gebracht: jaarcijfers 2012 en trendcijfers

BRACHT VAN/SLEEUWEN VAN/GESTEL VAN

Zorg door de oefentherapeut Cesar/Mensendieck

INHOUD. 1. Patiënten 1.1 Aantallen, verdeling, verzekeringsvorm 1.2 Geografische verdeling

Aanvullende gegevens. Gegevens aanvrager. Geboortedatum: Geslacht: Uw organisatiegegevens

Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Praktijkspiegel 2.2. Praktijkspiegel JONKER/KOETSIER ( )

Zorgovereenkomst Huisartsgeneeskundige Zorg Bijlage 1 Lijst Modernisering- en Innovatie verrichtingen en verbruiksmaterialen

Bijlage 6b Contractuele bepalingen Segment 3

Inkoop Huisartsenzorg en Multidisciplinaire zorg

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

Inhoudsopgave. Bijlage 11. Inleiding. 1. De nieuwe financiering op hoofdlijnen. 2. Wat betekent het voor u

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

Zorg door de oefentherapeut

Hoeveel mensen hebben last van depressie?

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

Effect van praktijkondersteuner en diabetesbegeleiding op het verwijsgedrag van huisartsen bij diabetici

Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen Topklinische ziekenhuizen Thema beoordeling antibioticagebruik

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

BIJLAGE M&I-VERRICHTINGENLIJST ACHMEA ZORG 2006

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Leeswijzer Psychiatrisch Casusregister tabellen

Vooronderzoek verbetering kwaliteit huisartsenzorg in achterstandsgebieden grote steden

1 Beleid bij klachten mamma

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( )

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Health Checks Rubriekhouder: Mw. Dr. E. Asscher, Erasmus MC Rotterdam (2016)

NIVEL Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

NIVEL Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Bekostiging van de huisartsenzorg: vóór en na de stelselwijziging

Statistieken. enquete-telefonische-opname-gesprek-arts-patient. Enquête telefonische opname gesprek arts en patiënt. Schoonderwoerd, Sandra

NIVEL Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Bijlage 1: M&I verrichtingenlijst 2013 (13XXX)

Inventarisatie van verwijzingen van huisartsen en medisch specialisten op basis van DIS-data. Bart Klijs Agnes de Bruin

CRP point of care testen en het voorschrijven van antibiotica op de huisartsenpost Stichting Samenwerkende Huisartsendiensten Rijnland

Bijlage bij beleidsregel CV

Transcriptie:

NIVEL ZORGREGISTRATIES EERSTE LIJN R A P P O R T Zorg door de huisarts Jaarcijfers 2015 en trendcijfers 2011-2015 Sabine de Hoon Lisa Verberne Rodrigo Davids Yvette Weesie Karin Hek Mark Nielen Bram Elffers Esther Roodzant Leontien Korteweg Elsbeth de Leeuw Gideon Opperhuizen Dinny de Bakker Robert Verheij KALENDERJAAR Oktober 2016 2015

N I V E L Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Otterstraat 118-124 Postbus 1568 3500 BN Utrecht Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729 www.nivel.nl 2

Disclaimer Wij doen ons best om onze onderzoeksresultaten zo begrijpelijk mogelijk te presenteren. De onderzochte materie is echter complex. Wij staan in voor de juistheid van onze cijfers, maar wij kunnen geen verantwoording aanvaarden voor conclusies die derden op deze cijfers baseren. Wij zijn daarnaast continue bezig met het verbeteren van ons onderzoek. Een voorbeeld is het verbeteren van de methodologie of het toevoegen van gegevens van praktijken die op een later moment zijn binnengekomen. Hierdoor kunnen veranderingen optreden in de cijfers. Bij het gebruik van cijfers is het daarom van belang om bij de verwijzing altijd aan te geven van welk rapport de gegevens afkomstig zijn. 3

Inhoud Inhoud 4 Voorwoord 5 Introductie 7 Methode 8 Omvang gegevensverzameling 8 Representativiteit 8 Inhoud gegevensverzameling 10 Patiëntkenmerken 12 Omvang zorggebruik 13 Aantal patiënten met minimaal 1 contact met de huisartsenpraktijk 14 Contacten huisartsenpraktijk 15 Modernisering & Innovatie: aantal verrichtingen 17 Gezondheidsproblemen 19 Prescripties 21 Aantal patiënten met 1 of meer geneesmiddelvoorschriften 22 Top-10 geneesmiddelvoorschriften, totaal en naar leeftijd 25 Gezondheidsproblemen bij geneesmiddelvoorschriften naar leeftijd 27 Verwijzingen 29 Verwijzingen per specialisme 31 Indicaties voor verwijzingen 33 Bijlage met tabellen van voorgaande jaren Bijlage A: Patiëntkenmerken Bijlage B: Omvang zorggebruik Bijlage C: Gezondheidsproblemen Bijlage D: Prescripties 4

Voorwoord NIVEL Zorgregistraties eerste lijn verzamelt continue gegevens over gezondheid en zorg in de eerstelijn. Vanuit verschillende zorgdisciplines worden routinematige zorggegeven verzameld. Resultaten worden gepresenteerd op de website www.nivel.nl/zorgregistraties. Deze website geeft onder andere antwoord op de vraag hoeveel zorg er in Nederland wordt gebruikt in de eerstelijn, welke gezondheidsproblemen in Nederland voorkomen, welke zorg er wordt verleend en wat de kwaliteit van deze zorg is. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn wordt uitgevoerd door het NIVEL met financiering van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Een uitgebreide beschrijving van het project vindt u op onze website. Het rapport dat voor u ligt bevat een selectie van de gegevens gepubliceerd op de website, namelijk de tabellen over de zorg voor patiënten door de huisarts in het kalenderjaar 2015. Trendcijfers worden (indien beschikbaar) gegeven over de periode 2011-2015. Voor cijfers over andere disciplines, cijfers over multidisciplinaire zorg en cijfers over specifieke aandoeningen verwijzen we u naar de website. Het is ook mogelijk een specifieke gegevensaanvraag te doen via www.nivel.nl/nzr/data-aanvragen. Wij danken de deelnemende zorgverleners voor hun inzet en het aanleveren van gegevens. 5

Kernpunten Dit rapport bevat cijfers over het zorggebruik van ruim 1,6 miljoen patiënten, ingeschreven bij 435 huisartsenpraktijken. 77 van de ingeschreven patiënten had in 2015 één of meer gedeclareerde contacten met de huisarts hadden in 2015 gemiddeld 4,4 keer contact met de huisartsenpraktijk. Voor kinderen (5-17 jaar) werden gemiddeld de minste contacten per jaar gedeclareerd, gemiddeld 2,3 in de oudste leeftijdscategorie (85 jaar en ouder) waren dat er het meest, gemiddeld 13,2. Het aantal gedeclareerde contacten is in 2015 licht gestegen. Met name het aantal lange consulten, lange visites en telefonische consulten neemt duidelijk toe in de afgelopen vijf jaar. Het aantal M&I verrichtingen per 1.000 ingeschreven patiënten neemt in 2015 af. Zo n 16 van de patiënten in de huisartsenpraktijk krijgt tenminste één keer per jaar een maagzuurremmer voorgeschreven. Dit is daarmee, net als in 2012 en 2013, het meest voorgeschreven geneesmiddel in 2014. Het percentage patiënten dat een antibioticum kreeg voorgeschreven is na een daling in de afgelopen vijf jaar licht gestegen in 2015. In 2015 waren er 293 verwijzingen per 1.000 ingeschreven patiënten naar een medisch specialist. De meeste tweedelijns verwijzingen gingen naar het specialisme oogheelkunde (33 per 1000 patiënten), gevolgd door orthopedie, KNO-heelkunde en dermatologie. 6

Introductie Voor de meeste gezondheidsproblemen is de huisartsenpraktijk nog altijd de eerste plek waar men aanklopt voor professionele hulp. Voor het raadplegen van specialistische hulp is meestal een verwijzing van een huisarts nodig, hierdoor heeft de huisarts een poortwachter functie. Bijna iedere Nederlander staat ingeschreven bij een huisartsenpraktijk (inschrijving op naam). In Nederland zijn ongeveer 5000 huisartsenpraktijken. In een toenemend aantal gevallen zijn dat gezondheidscentra en meermanspraktijken. De solistisch werkende huisarts komt steeds minder vaak voor. De beroepenregistratie van het NIVEL laat zien welke trends er nog meer zijn in het aanbod aan huisartsenzorg (cijfers uit de beroepenregistratie van het NIVEL). Bijna alle huisartsenpraktijken houden hun patiëntendossiers elektronisch bij. Daarin staan gegevens over gezondheidsproblemen, contacten, voorgeschreven geneesmiddelen, en uitslagen van diagnostische tests. Deze gegevens vormen de basis voor de hier gepresenteerde cijfers. In 2015 leverden 435 huisartsenpraktijken gegevens, met in totaal 1.640.030 ingeschreven patiënten. Ongeveer 40 huisartsenpraktijken verzamelen aanvullende gegevens die in de routine-registraties ontbreken. De informatie over deze gezondheidsproblemen, gebeurtenissen en verrichtingen in de huisartsenpraktijk staat in het onderdeel Aanvullende gegevens Peilstations. Doel van het rapport Dit rapport geeft inzicht in de populatie die de huisarts bezoekt en de door de huisarts geleverde zorg aan deze populatie. Vraagstellingen 1. Wat zijn kenmerken van patiënten die staan ingeschreven in de huisartsenpraktijk? 2. Wat is de omvang van het zorggebruik van patiënten in 2015 en wat is hiervan de trend door de jaren heen? Er wordt gekeken naar: - aantallen en type contacten met de huisartsenpraktijk, uitgesplitst naar o.a. leeftijd, - welke geneesmiddelen er worden voorgeschreven, aan wie en waarvoor, in de jaren 2011-2015, en - hoeveel patiënten er zijn verwezen naar de tweede lijn, naar welke specialismen en waarvoor in 2015. In het rapport zal allereerst worden toegelicht hoe de gegevensverzameling tot stand komt en zal de representativiteit van de gegevens besproken worden. Vervolgens zullen kenmerken van de ingeschreven patiënten en de verschillende onderdelen van huisartsenzorg toegelicht worden. In de bijlage van dit rapport vindt u de trendcijfers van de huisartsenzorg. 7

Methode Omvang gegevensverzameling In 2015 zijn er in het kader van NIVEL Zorgregistraties eerste lijn in totaal gegevens verzameld van 1.849.261 ingeschreven patiënten verspreid over 528 huisartspraktijken. Er vinden kwaliteitscontroles plaats op correctheid en volledigheid van deze verzamelde gegevens waarna analyses uitgevoerd worden. Als gevolg van de kwaliteitschecks wordt er gerapporteerd over 435 praktijken met 1.640.030 ingeschreven patiënten (figuur 1). Onderstaand kaartje laat de geografische spreiding zien van deze huisartsenpraktijken. Figuur 1. Geografische spreiding aantal deelnemende huisartsenpraktijken, 2015* * meer betekent meer deelnemende huisartsenpraktijken in een regio (ongewogen voor de landelijke spreiding) Representativiteit De praktijken die deelnemen aan NIVEL Zorgregistraties vormen een goede afspiegeling van de Nederlandse huisartsenpraktijk. Er is een oververtegenwoordiging van groepspraktijken, en een ondervertegenwoordiging van solo praktijken. Voor tabel 1 is de praktijkdefinitie gebaseerd op het aantal huisartsen dat zicht tot een bepaalde praktijk rekent (http://www.nivel.nl/beroepen-in-degezondheidszorg ). Praktijken in niet stedelijke gebieden zijn enigszins oververtegenwoordigd, praktijken in sterk stedelijke gebieden zijn iets ondervertegenwoordigd. Zoals te zien in tabel 2 komt de leeftijds- en geslachtsverdeling van alle bij NIVEL Zorgregistratie ingeschreven patiënten overeen met die van de Nederlandse populatie. Ook de leeftijdsverdeling van deze patiënten is representatief (tabel 3). 8

Tabel 1: Representativiteit van huisartsenpraktijken die deelnemen aan NIVEL Zorgregistraties, naar type praktijk en stedelijkheid, 2015 Representativeness of GP practices participating in NIVEL Primary care database according to practice type and urbanicity, 2015 Nederland (2015) NIVEL Zorgregistaties Type praktijk () Solo praktijk 40,6 25,3 Duo praktijk 40,1 42,6 Groepspraktijk 19,4 32,1 Stedelijkheid () zeer sterk stedelijke gebieden 22,3 20,2 sterk stedelijke gebieden 30,6 28,3 matig stedelijke gebieden 17,1 17,5 weinig stedelijke gebieden 20,7 17,3 niet stedelijke gebieden 9,2 16,4 Tabel 2: Representativiteit van de populatie ingeschreven in huisartsenpraktijken die deelnemen aan NIVEL Zorgregistraties, naar leeftijd en geslacht, 2015 Representativeness of the patientpopulation listed in GP practices participating in NIVEL Primary care databse regarding age and gender, 2015 Nederland (2015) NIVEL Zorgregistaties Totaal aantal personen 16.900.726 1.640.030 Geslacht () mannen 49,5 49,5 vrouwen 50,5 50,5 Leeftijdscategorie () 0 t/m 4 jaar 5,3 4,6 5 t/m 17 jaar 15,0 15,1 18 t/m 44 jaar 33,8 32,4 45 t/m 64 jaar 28,1 29,3 65 t/m 74 jaar 10,2 10,7 75 t/m 84 jaar 5,5 5,8 85 jaar en ouder 2,0 2,1 9

Tabel 3: Aantal patiënten ingeschreven bij huisartsenpraktijken die deelnemen aan NIVEL Zorgregistraties, naar leeftijd en geslacht, 2015 Population registered in GP practices participating in NIVEL Primary Care Database, by age and gender, 2015 Mannen Vrouwen Totaal Leeftijdscategorie 0 t/m 4 jaar 38.787 36.091 74.878 5 t/m 17 jaar 126.907 120.757 247.664 18 t/m 44 jaar 264.641 267.098 531.739 45 t/m 64 jaar 240.343 240.417 480.760 65 t/m 74 jaar 86.836 88.637 175.473 75 t/m 84 jaar 42.494 52.598 95.092 85 jaar en ouder 11.528 22.898 34.426 Totaal 811.536 828.495 1.640.030 Inhoud gegevensverzameling De gegevens die voor NIVEL Zorgregistraties eerste lijn worden verzameld zijn gegevens die iedere huisarts routinematig, als onderdeel van het zorgproces, vastlegt in zijn computersystemen: Gedeclareerde contacten en verrichtingen Gepresenteerde gezondheidsproblemen (ICPC codes) Voorgeschreven geneesmiddelen met bijbehorende diagnose Verwijzingen naar de tweede lijn (verwijsdiscipline) en bijbehorende diagnose Laboratoriumuitslagen en andere meetwaarden Patiëntkenmerken: vier cijfers van postcode; geboortejaar; geslacht Voor meer informatie hierover zie de Specificatie gegevensverzameling Berekening van de cijfers De gerapporteerde cijfers van de huisartsenzorg worden voor ieder onderdeel op dezelfde manier berekend. De cijfers over het aantal contacten, verwijzingen, aantal geneesmiddelen en gezondheidsproblemen worden berekend ten opzichte van het aantal ingeschreven patiënten in de huisartsenpraktijk. Dit cijfer is gebaseerd op het deel van het jaar waarin de patiënt is ingeschreven in de huisartsenpraktijk. Vergelijkbaarheid van gegevens Deelnemers aan NIVEL Zorgregistraties maken gebruik van verschillende softwarepakketten: MicroHIS Medicom Promedico VDF Promedico ASP OmniHIS Mira 10

Het NIVEL stelt extractiespecificaties op voor de softwareleveranciers, waarin staat welke gegevens gewenst zijn. De softwareleveranciers vervaardigen vervolgens de extractie-programmatuur en komt via een Trusted Third Party bij het NIVEL Binnen. Het vergelijkbaar maken van gegevens (semantische integratie van de verschillende extracties) vindt bij het NIVEL plaats. Kwaliteitscontrole Niet alle deelnemers leveren altijd correcte en volledige gegevens aan. Het NIVEL checkt de volledigheid en correctheid van de gegevens op een aantal punten alvorens deze te gebruiken voor deze website. Gegevens van sommige huisartsenpraktijken kunnen niet voor alle analyses worden gebruikt en worden derhalve uit bepaalde analyses weggelaten, hierdoor kan het voorkomen dat er voor verschillende onderdelen een ander aantal praktijken en ingeschreven patiënten meegenomen wordt. 11

Patiëntkenmerken De cijfers waarover gerapporteerd wordt komen overeen met voorgaande jaren en een afspiegeling van de Nederlandse bevolking. Het percentage vrouwen dat in 2015 stond ingeschreven in de huisartsenpraktijk is gelijk aan het percentage mannen. De gemiddelde leeftijd van de ingeschreven patiënten was 41 jaar. Ongeveer een derde deel van de patiënten van de huisartsenpraktijk was tussen de 18 en 44 jaar oud. Meer over representativiteit kunt u vinden in de methoden paragraaf. Demografische kenmerken van patiënten in de huisartsenpraktijk in 2015 Demographic features of patients of the general practice in 2015 2015 Geslacht () Man 49,5 Vrouw 50,5 0-4 jaar 4,6 5-17 jaar 15,1 18-44 jaar 32,4 Leeftijd () 45-64 jaar 29,3 65-74 jaar 10,7 75-84 jaar 5,8 85 jaar en ouder 2,1 Gemiddelde leeftijd 41,4 12

Omvang zorggebruik Wat valt op? Ruim driekwart (78) van de patiënten die staan ingeschreven bij een huisarts had in 2015 contact met de huisartsenpraktijk. hadden in 2015 gemiddeld 4,4 keer contact met de huisartsenpraktijk, patiënten van 85 jaar en ouder het vaakst (13 keer) en kinderen van 5-17 jaar het minst vaak (2 keer). Het zorggebruik van patiënten is in de periode 2011-2014 nauwelijks veranderd. Het gemiddeld aantal gedeclareerde contacten per patiënt is in 2015 licht gestegen. Bovenstaande cijfers geven het zorggebruik binnen de basisvoorziening van de huisartsenzorg weer. In 2015 is de bekostigingssystematiek van de huisartsenzorg veranderd. Vanaf januari 2015 is de bekostiging van huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg samengebracht in één model met drie segmenten. Ieder segment heeft zijn eigen kenmerk: o Segment 1: basisvoorziening huisartsenzorg o Segment 2: programmatische multidisciplinaire zorg o Segment 3: resultaatbeloning en zorgvernieuwing Daarnaast worden per 2015 18 M&I-verrichtingen afgeschaft als betaaltitel. Voor meer informatie hierover zie website van de Nederlandse Zorgautoriteit. Het totale zorggebruik van de huisarts omvat bovengenoemde 3 segmenten. Voor de verschillende onderdelen van de rapportage over het zorggebruik wordt telkens aangegeven binnen welk segment deze valt. Meer informatie In 2015 leverden 418 huisartsenpraktijken bruikbare gegevens over het zorggebruik, met in totaal 1,572,008 ingeschreven patiënten. Meer informatie over de representativiteit van deelnemende huisartsenpraktijken vindt u in de methoden paragraaf. 13

Aantal patiënten met minimaal 1 contact met de huisartsenpraktijk Segment 1 In 2015 had 77,6 van alle ingeschreven patiënten een gedeclareerd contact met de huisartsenpraktijk. Dit percentage omvat zowel contact met de huisarts als contact met de praktijkondersteuner GGZ en is in de afgelopen jaren nagenoeg gelijk gebleven. Percentage ingeschreven patiënten met één of meerdere (telefonische) consulten of visites naar leeftijdscategorie, 2011-2015 Percentage registered patients with one or more (telephone) consultations or visits by age group, 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 0-4 jaar 77,6 80,5 81,8 79,6 81,5 5-17 jaar 70,1 68,9 69,2 69,2 70,0 18-44 jaar 73,6 72,6 73,2 72,4 73,1 45-64 jaar 80,0 79,0 78,5 77,7 78,7 65-74 jaar 88,1 87,5 85,7 85,2 86,2 75-84 jaar 93,0 93,0 92,1 91,1 92,2 85 jaar en ouder 94,6 94,8 94,2 93,5 94,7 Totaal 77,7 77,1 77,3 76,5 77,6 Segment 2 Het gemiddeld aantal contactmomenten uit de integraal bekostigde zorg (ketenzorg uit segment 2) zijn in deze cijfers niet meegeteld. 14

Contacten huisartsenpraktijk In 2015 werden per ingeschreven patiënt gemiddeld 4,4 contacten met de huisartsenpraktijk gedeclareerd voor segment 1 en segment 3. Dit zijn contacten met de huisarts of praktijkondersteuner GGZ en modernisering en innovatie (M&I) verrichtingen. Ouderen hebben vaker contact met de huisartsenpraktijk dan jongeren. Voor kinderen (5-17 jaar) werden gemiddeld twee contacten per jaar gedeclareerd, in de oudste leeftijdscategorie waren dat er gemiddeld 13. Van alle typen contacten zijn korte en telefonische consulten de meest voorkomende vormen van contact. In 2015 was 26 van alle contacten een telefonisch consult. Contacten die plaatsvonden in het kader van integraal bekostigde zorg (ketenzorg uit segment 2) zijn in deze cijfers niet meegeteld. De zorg voor patiënten met een veelvoorkomende aandoening wordt elders op de website beschreven http://www.nivel.nl/nl/nzr/aandoeningen. Aantal contacten met de huisarts en praktijkondersteuner GGZ per 1000 ingeschreven patiënten naar leeftijdscategorie en type contact, 2015 Number of consultations with the general practitioner and practice nurse by age group and type of consultation per 1000 registered patients, 2015 0-4 jaar 5-17 jaar 18-44 jaar 45-64 jaar 65-74 jaar 75-84 jaar 85 jaar en ouder Totaal Segment 1 Consult kort* 2357,5 1515,9 1779,6 2203,3 2935,5 3695,9 3185,7 2152,4 Consult lang 203,7 246,6 610,0 801,5 890,1 1098,6 841,2 655,4 Visite kort* 18,5 2,7 13,4 35,6 149,4 611,4 2229,8 113,0 Visite lang 4,3 3,6 12,5 51,6 168,5 525,8 1544,4 99,9 Telefonisch consult 844,9 510,9 937,8 1112,2 1527,0 2534,3 4444,6 1147,0 Vaccinatie 0,1 0,2 2,1 2,0 2,4 3,5 3,7 1,8 E-mailconsult 5,6 6,4 20,7 28,1 26,1 21,6 30,6 20,9 Segment 3 M&I verrichting 9,0 35,1 94,7 194,1 355,5 533,3 952,4 181,6 Totaal 3.443,6 2.321,3 3.471,4 4.429,7 6.055,6 9.025,1 13.232,4 4.372,7 * Een kort consult/visite duurt maximaal 20 minuten, een lang consult/visite duurt langer dan 20 minuten zoals in de tarievenlijst huisartsenzorg van de Nederlandse Zorgautoriteit staat. Ten opzichte van voorgaande jaren zijn er in 2015 verschuivingen zichtbaar in het totale aantal gedeclareerde contacten. Het aantal lange consulten en lange visites neemt al jaren duidelijk toe en het aantal M&I verrichtingen per 1000 ingeschreven patiënten neemt af. Een verklaring hiervoor is de verschuiving die in 2015 plaatsvond; van M&I verrichtingen van het derde bekostigingssegment van de huisartsenzorg naar het eerste bekostigingssegment, zoals in de nieuwe beleidsregel van Nederlandse Zorgautoriteit beschreven staat. 15

De stijging van de afgelopen jaren in het aantal e-mail consulten zet zich door tot 20,9 e-mail consulten per 1000 ingeschreven patiënten in 2015. Hierdoor lijkt het email consult bezig met een opmars, al heeft het nog steeds een relatief klein aandeel in de totale huisartsenzorg. Bij het aantal korte visites en korte consulten is een lichte daling zichtbaar. Aantal contacten met de huisarts en praktijkondersteuner per 1000 ingeschreven patiënten naar leeftijdscategorie en type contact Number of consultations with the general practitioner and practice nurse by age group and type of consultation per 1000 registered patients Segment 1 Totaal 2011 2012 2013 2014 2015 Consult kort* 2.298,1 2.185,9 2.153,7 2.121,5 2152,4 Consult lang 485,3 489,3 504,4 569,4 655,4 Visite kort* 133,0 133,1 124,8 113,0 113,0 Visite lang 74,9 80,7 77,6 81,1 99,9 Telefonisch consult 1.070,0 1.072,8 1.096,9 1.069,4 1147,0 Vaccinatie 1,8 1,8 1,5 1,6 1,8 E-mailconsult 6,9 8,1 11,3 16,6 20,9 Segment 3 M&I verrichting 216,2 226,0 216,1 213,0 181,6 Totaal 4.286,2 4.197,7 4.186,3 4.185,8 4372,7 * Een kort consult/visite duurt maximaal 20 minuten, een lang consult/visite duurt langer dan 20 minuten zoals in de tarievenlijst huisartsenzorg van de Nederlandse Zorgautoriteit staat. 16

Modernisering & Innovatie: aantal verrichtingen M&I verrichtingen zijn verrichtingen die plaatsvinden in de huisartsenpraktijk en die via een apart tarief bekostigd worden, met als doel modernisering en innovatie te stimuleren. Dit onderdeel van het zorggebruik valt onder segment 3. In 2015 is er een begin gemaakt met het afbouwen van het aantal M&I verrichtingen waarbij 18 van de 44 M&I verrichtingen een nieuwe manier van bekostiging hebben gekregen. Negen van deze verrichtingen wordt als aparte prestatie opgenomen in segment 1 van de bekostigingssystematiek (basisvoorziening huisartsenzorg) met een vastgesteld tarief. De andere negen M&I verrichtingen worden met een bestaande consultprestatie in rekening gebracht (via een dubbel consult/visite) vanaf 2015. Voor meer informatie hierover zie de beleidsveranderingen van de Nederlandse Zorgautoriteit. In 2015 declareerden huisartsen gemiddeld 181 M&I-verrichtingen per 1000 ingeschreven patiënten. Bij vrouwen worden meer M&I-verrichtingen gedeclareerd dan bij mannen. Hieronder ziet u de meest frequent gedeclareerde M&I verrichtingen in 2015. De meeste verschuivingen zijn het gevolg van veranderingen in het bekostigingssystematiek zoals hierboven beschreven. Aantal en percentage gedeclareerde M&I-verrichtingen per 1000 ingeschreven patiënten naar geslacht, 2015 Number and percentage declared M&I actions by gender per 1000 registered patients, 2015 M&I verrichting Man Vrouw Totaal Chirurgie 30,4 19,3 34,6 16,9 32,5 17,9 Intensieve zorg, visite, dag 23,4 14,8 27,1 13,2 25,3 13,9 Longfunctiemeting (= spirometrie) 18,3 11,6 21,9 10,7 20,1 11,1 Therapeutische injectie (Cyriax) 14,5 9,2 25,1 12,3 19,8 10,9 ECG-diagnostiek (ECG maken, interpreteren en bespreken met patiënt) 18,1 11,5 20,4 10,0 19,3 10,6 Bloeddrukmeting gedurende 24- uur, hypertensiemeting 12,4 7,8 14,3 7,0 13,3 7,3 IUD inbrengen- Implanteren c.q. verwijderen implanonstaafje 0,1 0,1 12,0 5,9 6,1 3,4 Diagnostiek met behulp van Doppler 5,3 3,4 5,5 2,7 5,4 3,0 Gestructureerde huisartsenzorg in verzorgingshuis 3,2 2,0 7,4 3,6 5,3 2,9 Diabetes begeleiding per jaar 5,2 3,3 5,3 2,6 5,2 2,9 Ambulante compressietherapie bij ulcus cruris 2,8 1,8 3,4 1,7 3,1 1,7 Cognitieve functietest (MMSE) 2,2 1,4 3,5 1,7 2,9 1,6 Spleetlamponderzoek 2,5 1,6 2,7 1,3 2,6 1,4 Diabetes - instellen op insuline 2,2 1,4 2,4 1,2 2,3 1,3 Polyfarmacie 1,6 1,0 2,5 1,2 2,1 1,2 Teledermatologie 1,7 1,1 2,1 1,0 1,9 1,0 Audiometrie 1,6 1,0 1,7 0,8 1,6 0,9 Intensieve zorg, ANW visite 1,7 1,1 1,6 0,8 1,6 0,9 17

Intensieve zorg, visite langer dan 20 minuten, dag 0,9 0,6 1,1 0,5 1,0 0,6 Tympanometrie 1,0 0,6 1,1 0,5 1,0 0,6 Hartritmestoornissen 0,6 0,4 1,3 0,6 1,0 0,6 Verrichting ter vervanging specialistenbezoek 1,0 0,6 0,9 0,4 0,9 0,5 Gestructureerde huisartsenzorg in de maatschappelijke opvang 1,1 0,7 0,7 0,3 0,9 0,5 Module Abdominale echografie 0,6 0,4 1,3 0,6 0,9 0,5 Postoperatief consult inclusief verwijdering hechtmateriaal, in de praktijk 0,6 0,4 0,7 0,3 0,7 0,4 Palliatieve consultatie, visite 0,7 0,4 0,8 0,4 0,7 0,4 Oogboring 1,4 0,9 0,1 0,1 0,7 0,4 Reizigersadvisering 0,5 0,3 0,6 0,3 0,6 0,3 COPD-gestructureerde zorg per jaar 0,5 0,3 0,6 0,3 0,5 0,3 MRSA-screening 0,5 0,3 0,5 0,2 0,5 0,3 Palliatieve consultatie, telefonisch 0,4 0,3 0,4 0,2 0,4 0,2 Euthanasie 0,3 0,2 0,3 0,2 0,3 0,2 Tapen 0,1 0,1 0,2 0,1 0,2 0,1 Aanmeten en plaatsen pessarium 0,0 0,0 0,3 0,2 0,2 0,1 Urinekatheterisatie 0,1 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 Chirurgie, categorie A 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 Intensieve zorg, ANW visite langer dan 20 minuten 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 Postoperatief consult inclusief verwijdering hechtmateriaal, thuis 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 Desensibilisatiekuur 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 Overige M&I verrichtingen 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal 157,9 100 204,8 100 181,4 100 18

ICPC Gezondheidsproblemen In 2015 hadden de meeste contacten (segment 1) in de huisartsenpraktijk betrekking op patiënten met hypertensie zonder orgaanbeschadiging (3,5), urineweginfecties (2,7) en diabetes mellitus (2,0). Dit zijn de gezondheidsproblemen (zowel klachten als symptomen) geregistreerd bij gedeclareerde contacten met de huisarts of praktijkondersteuner GGZ. De top-5 gezondheidsproblemen is in de periode 2011-2015 dezelfde gebleven. Wanneer gezondheidsproblemen apart wordt bekeken voor mannen en vrouwen is er een verschil in type aandoening te zien. In 2015 gingen bij mannen de meeste huisartscontacten over essentiële hypertensie zonder orgaanschade en diabetes mellitus. Bij vrouwen staan urineweginfecties op nummer 1 van meest voorkomende gezondheidsprobleem waarvoor er een gedeclareerd contact met de huisartsenpraktijk was. Dit verschil komt overeen met de jaren ervoor. Een groot deel van de contacten van patiënten met een gezondheidsprobleem die ook onder de integrale bekostiging vallen (segment 2) wordt niet meer apart gedeclareerd door de huisartsenpraktijken. Hierdoor is bijvoorbeeld het aantal diabetes gerelateerd contacten, zoals hieronder weergegeven, waarschijnlijk een onderschatting. Elders op de website wordt hierover gerapporteerd. Meest voorkomende gezondheidsproblemen bij (telefonische) consulten en visites met de huisarts of praktijkondersteuner GGZ per 1000 ingeschreven patiënten, 2015 Most common diagnoses at (telephone) consultations and visits with the general practitioner or practice nurse per 1000 registered patients, 2015 Totaal Mannen Vrouwen Aandoening aantal per 1000 ICPC Aandoening aantal per 1000 ICPC Aandoening aantal per 1000 Geen informatie 172,4 2,5 Geen informatie 147,8 2,5 Geen informatie 193,3 2,5 K86 Essentiële hypertensie zonder orgaanbeschadiging 244,7 3,5 K86 Essentiële hypertensie zonder orgaanbeschadiging 209 3,6 U71 Cystitis/ urineweginfectie 294,8 3,7 U71 Cystitis/ urineweginfectie 184,9 2,7 T90 Diabetes mellitus 149,2 2,6 K86 Essentiële hypertensie zonder orgaanbeschadiging 274,9 3,5 T90 Diabetes mellitus 142,1 2,0 R74 R74 Acute infectie bovenste luchtwegen Acute infectie bovenste luchtwegen 122,6 1,8 R05 Hoesten 107,6 1,8 R74 114,3 2,0 T90 Diabetes mellitus 136 1,7 Acute infectie Bovenste luchtwegen 129,7 1,6 R05 Hoesten 118,7 1,7 H81 Overmatig cerumen 102,2 1,8 R05 Hoesten 128,1 1,6 A04 Moeheid/zwakte 98,6 1,4 S03 Wratten 76 1,3 A04 Moeheid/zwakte 126,2 1,6 P76 Depressie 91,1 1,3 R95 Emfyseem/COPD 69,3 1,2 P76 Depressie 111,9 1,4 19

H81 Overmatig cerumen 90,6 1,3 L99 Andere ziekte bewegingsapparaat 67,3 1,2 D06 Andere gelokaliseerde buikpijn 86,5 1,1 S03 Wratten 80,5 1,2 P76 Depressie 66,5 1,1 R96 Astma 85,7 1,1 L99 Andere ziekte bewegingsapparaat 76,4 1,1 A04 Moeheid/zwakte 66,1 1,1 L97 Geen ziekte 85,2 1,1 totaal in top 10 18,0 totaal in top 10 17,7 totaal in top 10 18,5 20

Prescripties Wat valt op? Ongeveer 96 van de bij de huisarts ingeschreven patiënten van 75 jaar en ouder kreeg in 2015 één of meer geneesmiddelenvoorschriften. Het percentage patiënten dat een antibioticum kreeg voorgeschreven is na een daling in de periode 2011-2014 licht gestegen in 2015. Zo n 16 van de ingeschreven patiënten in de huisartsenpraktijk krijgt tenminste één keer per jaar een maagzuurremmer voorgeschreven. Dit is daarmee, net als in 2012-2014, het meest voorgeschreven geneesmiddel in 2015. Cijfers over geneesmiddelen die zijn voorgeschreven in de huisartsenpraktijk zijn gebaseerd op codes uit het Anatomisch Therapeutisch Chemische Classificatiesysteem (ATC), die worden geregistreerd in de huisartsenpraktijk. Meer informatie De gegevens over geneesmiddelvoorschriften hebben betrekking op de jaren 2011 t/m 2015. Deze cijfers zijn gebaseerd op gegevens van: - 2011: 363 huisartsenpraktijken met 1.369.902 ingeschreven patiënten - 2012: 225 huisartsenpraktijken met 806.011 ingeschreven patiënten - 2013: 252 huisartsenpraktijken met 986.843 ingeschreven patiënten - 2014: 391 huisartsenpraktijken met 1.541.902 ingeschreven patiënten - 2015: 420 huisartsenpraktijken met 1.567.904 ingeschreven patiënten Meer informatie vindt u in de methoden paragraaf. 21

Aantal patiënten met 1 of meer geneesmiddelvoorschriften Het aantal geneesmiddelenvoorschriften stijgt naarmate een patiënt ouder wordt. Ruim de helft van de kinderen in de leeftijd tot 18 jaar, ruim twee derde van de volwassenen tussen 18 en 64 jaar en ruim 90 van de 65-plussers kregen minimaal één voorschrift van de huisarts in 2015. Dit percentage loopt in de alleroudste leeftijdsgroep, 85 jaar en ouder, op tot 96. Het totaal aantal bij de huisarts ingeschreven patiënten dat één of meer voorschriften heeft gekregen is in de jaren 2011 tot 2015 stabiel gebleven. Bij jonge kinderen is dit percentage licht toegenomen in diezelfde periode. Percentage patiënten met minimaal één voorschrift bij de huisarts, naar leeftijdsgroep, 2011-2015 Percentage patients with at least one drug prescription, 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 0 t/m 4 jaar 56,9 57,7 58,1 58,8 59,3 5 t/m 17 jaar 52,2 50,6 50,3 50,9 50,5 18 t/m 44 jaar 66,1 64,8 64,5 64,7 64,9 45 t/m 64 jaar 77,2 76,0 76,0 75,1 75,6 65 t/m 74 jaar 89,1 88,5 88,5 87,2 88,4 75 t/m 84 jaar 94,4 94,5 94,6 93,2 94,5 85 jaar en ouder 94,9 95,6 95,5 94,6 95,9 Totaal 70,3 69,8 69,7 69,9 70,5 Voor antibiotica, benzodiazepines, maagmiddelen en cholesterolverlagers is apart gekeken aan hoeveel van de ingeschreven patiënten deze voorgeschreven werden in 2011-2015. Afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor het terugdringen van antibioticagebruik. Dit is te zien in het aantal voorschriften tot en met 2014. In 2015 is het percentage patiënten dat een antibioticum kreeg voorgeschreven echter iets toegenomen. Het percentage patiënten dat een benzodiazepine kreeg voorgeschreven is iets afgenomen, met name in de groep patiënten van 65 jaar en ouder. Maagmiddelen maken sinds 2012 geen deel meer uit van het basispakket. Het percentage patiënten dat een maagmiddel voorgeschreven kregen is in 2012 afgenomen. De afgelopen jaren is het aantal voorschriften voor dit middel weer terug op het niveau van vóór de verandering in het basispakket. Ook het aantal patiënten dat cholesterolverlagers kreeg voorgeschreven is iets toegenomen. Deze stijging is voornamelijk te zien vanaf patiënten van 45 jaar en ouder. 22

Percentage patiënten met minimaal één voorschrift van een antibioticum (ATC-code J01) bij de huisarts, naar leeftijdsgroep, 2011-2015 Percentage patients with at least one antibiotic (ATC-code J01) prescription, by age category, 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 0 t/m 17 jaar 15,2 14,4 13,8 13,3 13,6 18 t/m 44 jaar 17,3 16,8 16,3 16,0 16,3 45 t/m 64 jaar 20,0 19,5 19,3 18,4 19,2 65 t/m 74 jaar 25,9 25,4 24,5 23,7 25,1 75 jaar en ouder 33,0 33,6 33,5 32,3 34,4 Totaal 19,3 19,1 18,6 18,2 19,0 Percentage patiënten met minimaal één voorschrift van een benzodiazepine (ATC-code N05BA) bij de huisarts, naar leeftijdsgroep, 2011-2015 Percentage patients with at least one drug prescription, 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 0 t/m 17 jaar 0,4 0,4 0,4 0,3 0,3 18 t/m 44 jaar 3,8 3,6 3,5 3,5 3,5 45 t/m 64 jaar 7,7 7,1 7,1 6,8 6,6 65 t/m 74 jaar 9,5 9,0 8,7 8,4 8,2 75 jaar en ouder 12,0 11,3 11,2 10,7 10,5 Totaal 5,2 5,0 4,9 4,9 4,8 Percentage patiënten met minimaal één voorschrift van een maagmiddel (ATC-code A02) bij de huisarts, naar leeftijdsgroep, 2011-2015 Percentage patients with at least one prescription for an acid-related disorder (ATC-code A02), by age category, 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 0 t/m 17 jaar 1,2 1,1 1,1 1,1 1,1 18 t/m 44 jaar 8,6 7,6 7,6 7,5 7,5 45 t/m 64 jaar 21,2 19,3 19,8 19,7 19,9 65 t/m 74 jaar 34,5 32,6 33,7 33,4 34,6 75 jaar en ouder 42,6 43,2 46,5 47,4 49,8 Totaal 15,0 14,5 15,0 15,5 16,1 23

Percentage patiënten met minimaal één voorschrift van een cholesterolverlager (ATC-code C10A) bij de huisarts, naar leeftijdsgroep, 2011-2015 Percentage patients with at least one prescription of a cholesterol reducing drug (ATC-code C10A), by age category, 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 0 t/m 17 jaar 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 18 t/m 44 jaar 1,2 1,2 1,2 1,0 0,9 45 t/m 64 jaar 14,4 14,2 14,4 13,6 14 65 t/m 74 jaar 34,5 34,6 35,5 34,5 36,2 75 jaar en ouder 35,2 36,5 37,9 38,1 40,7 Totaal 9,7 10,3 10,6 10,8 11,4 24

Top-10 geneesmiddelvoorschriften, totaal en naar leeftijd In 2015 kreeg zo n 16 van de patiënten ingeschreven bij een huisartsenpraktijk een maagzuurremmer voorgeschreven. Maagzuurremmers zijn daarmee het meest voorgeschreven middel in de huisartsenpraktijk. Ook in de jaren 2011-2014 waren maagzuurremmers één van de meest voorgeschreven middelen (zie tabellen in de bijlage). Naast maagzuurremmers, staan ook NSAIDs (ontstekingsremmende pijnstillers), cholesterolverlagers en antibiotica elk jaar in de top-5 van meest voorgeschreven geneesmiddelen (zie ook Aantal patiënten met één of meer prescripties). Deze top-10 is gebaseerd op niveau 3 van de ATC-codering (therapeutische/farmacologische subgroep. Top-10 van geneesmiddelvoorschriften, 2015 Top-10 of drug prescriptions, 2015 ATC Omschrijving A02B Middelen bij ulcus pepticum en gastro-oesofageale reflux 15,8 M01A Niet-steroide anti-inflammatoire en antireumatische midd. 13,7 C10A Antilipaemica, enkelvoudig 11,4 J01C Betalactam-antibiotica, penicillines 10,3 D07A Enkelvoudige corticosteroiden 10,1 B01A Antithrombotica 9,9 C07A Beta-blokkers 9,2 R01A Decongestiva en andere lokale middelen voor nasaal gebruik 8,7 A06A Laxantia 7,8 R03A Sympathicomimetica voor inhalatie 7,5 Per leeftijdsgroep is er wel verschil te zien in de meest voorgeschreven geneesmiddelen. Zo worden bij kinderen voornamelijk antibiotica voorgeschreven. Bij jong volwassenen staat, zoals kan worden verwacht, hormonale anticonceptiva op de nummer 1 van meest voorgeschreven geneesmiddelen. Voor patiënten vanaf 45 jaar maakt deze plaats voor maagmiddelen en geneesmiddelen rondom het hart- en vaatstelsel. 25

Top-10 van geneesmiddelvoorschriften naar leeftijdsgroep, 2015 Top-10 of drug prescriptions by age category, 2015 ATC omschrijving 0-17 jaar 18-44 jaar 45-64 jaar 65-74 jaar 75+ jaar 1 J01C Betalactamantibiotica, penicillines 10,7 patie ATC omschrijving patie ATC omschrijving patie ATC omschrijving patie ATC omschrijving patie nten nten nten nten nten Hormonale G03A anticonceptiva voor systemisch gebruik Niet-steroide antiinflammatoire en 2 D07A Enkelvoudige 8,1 M01A corticosteroiden antireumatische midd. 3 R06A 4 R01A Decongestiva en Antihistaminica voor andere lokale 6,8 R01A systemisch gebruik middelen voor nasaal gebruik Decongestiva en andere lokale middelen voor nasaal gebruik 6,6 R06A 5 R03A Sympathicomimetica Betalactamantibiotica, 6,2 J01C voor inhalatie penicillines 6 D02A Emollientia en protectiva 7 D06A Antibiotica, lokale 5,6 A02B 16,9 A02B 13,6 M01A Middelen bij ulcus pepticum en gastrooesofageale reflux Niet-steroide antiinflammatoire en antireumatische midd. 19,6 C10A Antilipaemica, enkelvoudig 19,5 A02B Middelen bij ulcus pepticum en gastrooesofageale reflux 36,2 A02B Middelen bij ulcus pepticum en gastrooesofageale reflux 49,3 34,1 B01A Antithrombotica 48,7 8,9 C10A Antilipaemica, enkelvoudig 14 B01A Antithrombotica 28,2 C10A Antilipaemica, enkelvoudig 40,7 Antihistaminica voor 8,6 D07A Enkelvoudige 10,3 C07A Beta-blokkers 25,3 C07A Beta-blokkers 37,8 systemisch gebruik corticosteroiden 6,1 D07A Enkelvoudige corticosteroiden Middelen bij ulcus pepticum en gastrooe Niet-steroide antiinflammatoire en 8,2 C07A Beta-blokkers 10,2 M01A antireumatische midd. 8,1 J01C 7,2 R01A Betalactam-antibiotica, penicillines Decongestiva en andere lokale middelen voor nasaal gebruik 17,5 A06A Laxantia 23,7 9,9 C09A Ace-remmers 17 C09A Ace-remmers 22,8 9,9 A06A Laxantia 13,8 C08C 8 A06A Laxantia 4,2 R03A Sympathicomimetic a voor inhalatie 5,1 B01A Antithrombotica 9,3 D07A Enkelvoudige corticosteroiden 9 G03A Hormonale anticonceptiva voor systemisch gebruik 3,9 N06A Antidepressiva 4,8 N06A Antidepressiva 8,9 C08C Selectieve calciumantagonisten met vnl met vnl vasculaire werking Selectieve calciumantagonisten met vnl met vnl vasculaire werking 18,6 13,5 D07A Enkelvoudige corticosteroiden 17,3 13,1 J01C Betalactam-antibiotica, penicillines 17,2 10 D01A Antimycotica, lokale 3,8 A06A Laxantia 4,5 R03A Sympathicomimetica voor inhalatie 8,2 J01C Betalactam-antibiotica, penicillines 12,4 C03C high-ceiling diuretica 15,8 26

Gezondheidsproblemen bij geneesmiddelvoorschriften naar leeftijd In de tabel hieronder ziet u per leeftijdsgroep de meest voorkomende gezondheidsproblemen waarvoor een geneesmiddelen werd voorgeschreven in 2015. Voor patiënten in de leeftijdsgroep van 45 jaar en ouder staan geneesmiddelen voor hoge bloeddruk op nummer 1. Ook medicatie voor diabetes wordt aan veel patiënten in deze leeftijdsgroep voorgeschreven. Bij jongeren worden logischerwijs andere geneesmiddelen voorgeschreven. Bij 0-17 jarigen staan geneesmiddelen voor eczeem en hooikoorts bovenaan, bij 18 tot 45 jarigen anticonceptie- en hooikoortsmiddelen. Meer informatie Om de cijfers hieronder te berekenen hebben wij huisartsenpraktijken geselecteerd die voldoende diagnoses bij prescripties registreren. In totaal was bij 69,1 van de prescripties een diagnose geregistreerd. 27

Meest voorkomende gezondheidsproblemen waarvoor een geneesmiddel wordt voorgeschreven naar leeftijd ( van ingeschreven patiënten), 2015 Most common health problems for which drugs are prescribed by age category ( of registered patients), 2015 0-17 jaar 18-44 jaar 45-64 jaar 65-74 jaar 75+ jaar ICPC omschrijving ICPC omschrijving ICPC omschrijving ICPC omschrijving ICPC omschrijving 1 S87 Constitutioneel eczeem 4,6 W11 Anticonceptie: orale anticonceptie 7,5 2 R97 Hooikoorts/ allergische rhinitis 3 H71 Otitis media acuta/ myringitis 4 S84 Impetigo/ impetiginisatie 5 R74 Acute infectie bovenste luchtwegen 3,5 R97 Hooikoorts/ allergische rhinitis 5,7 T90 K86 Essentiële hypertensie zonder orgaanbesc Diabetes mellitus type 2 11,8 K86 Essentiële hypertensie zonder orgaanbesc 26,8 K86 Essentiële hypertensie zonder orgaanbesc 31,9 5,1 T90 Diabetes mellitus type 2 13,2 T90 Diabetes mellitus type 2 16,6 3,4 U71 Cystitis/ urineweginfectie 2,8 R05 Hoesten 4,3 T93 Hypercholesterolemie 7,3 K78 Boezemfibrilleren/-fladderen 9,5 3 S88 Contact eczeem/ ander eczeem 2,7 R05 Hoesten 2,4 S88 2,7 R97 Hooikoorts/ allergische rhinitis 4,3 R05 Hoesten 5,6 U71 Cystitis/ urineweginfectie 9,4 Contact eczeem/ ander eczeem 3,5 R95 Emfyseem/ COPD 5,3 D12 Obstipatie 9,1 6 D12 Obstipatie 2,4 R96 Astma 2,4 R96 Astma 3,2 U71 Cystitis/ urineweginfectie 5 R95 Emfyseem/ COPD 7,5 7 R05 Hoesten 2,1 S87 Constitutioneel eczeem 1,8 D02 Maagpijn 3,1 D02 Maagpijn 4,9 P06 8 W11 9 S88 Anticonceptie: orale anticonceptie Contact eczeem/ ander eczeem 2,1 S74 Dermatomycose(n) 1,8 U71 Cystitis/ urineweginfectie 3,1 S88 2 W12 Anticonceptie: IUD 1,6 T93 Hypercholesterolemie 3 P06 Contact eczeem/ ander eczeem Slapeloosheid/ andere slaapstoornis 7,4 4,5 T93 Hypercholesterolemie 6,5 Slapeloosheid/ andere slaapstoornis 4,2 R05 Hoesten 6,2 10 R96 Astma 1,7 X72 Candidiasis urogenitale vrouw 1,6 P76 Depressie 3 K78 Boezemfibrilleren/-fladderen 3,9 D02 Maagpijn 6,1 28

Verwijzingen In 2015 zijn, per 1000 ingeschreven patiënten, 293 verwijzingen uitgeschreven voor een medisch specialist. Er worden meer vrouwen dan mannen verwezen naar een medisch specialist. Dit verschil is met name zichtbaar in de leeftijdscategorie 18-64 jaar. De meeste verwijzingen, bij zowel mannen als vrouwen, zijn uitgeschreven voor patiënten van 75 jaar en ouder. Het landelijke zorgbeleid is erop gericht om meer zorg in de eerste lijn te laten plaatsvinden en minder in de tweede lijn. Op basis van deze cijfers lijkt er nog geen daling te zijn in het aantal verwijzingen van de huisarts naar de tweede lijn. Voor meer informatie over verwijzingen en de mogelijkheden voor substitutie, zie het artikel Het belang van goede verwijsinformatie en het rapport Substitutiepotentieel tussen eerste- en tweedelijnszorg. Aantal verwijzingen van de huisarts naar de tweede lijn (per 1000 ingeschreven patiënten*), 2014-2015 Number of referrals from general practice to medical specialists (per 1000 registered patients), 2014-2015 2014 2015 Geslacht Mannen 242,8 251,8 Vrouwen 316,8 332,6 0-17 150,8 163,7 Leeftijd 18-64 267,0 277,5 65-74 432,8 437,0 75+ 492,0 518,1 Totaal 279,9 292,6 Aantal verwijzingen van de huisarts naar de tweede lijn, naar geslacht en leeftijd (per 1000 ingeschreven patiënten), 2015 Number of referrals from general practice to medical specialists by gender and age (per 1000 registered patients), 2015 29

Meer informatie De cijfers zijn gebaseerd op verwijsgegevens van ZorgDomein en gegevens over praktijkpopulaties uit NIVEL Zorgregistraties. 2014: 78 huisartspraktijken met 322.121 ingeschreven patiënten. 2015: 108 huisartspraktijken met 422.533 ingeschreven patiënten. Meer informatie over de methoden staat in de Verantwoording. 30

Verwijzingen per specialisme In 2015 zijn, per 1000 ingeschreven patiënten, 293 verwijzingen uitgeschreven voor een medisch specialist. De meeste verwijzingen zijn uitgeschreven voor oogheelkunde (33 per 1000 ingeschreven patiënten), gevolgd door orthopedie, KNO-heelkunde en dermatologie. Bij ongeveer twee derde van de 25 specialismen is in 2015 een stijging te zien in de verwijscijfers ten opzichte van 2014. Aantal verwijzingen van de huisarts naar de tweede lijn (per 1000 ingeschreven patiënten), 2014-2015 Number of referrals from general practice to medical specialists (per 1000 registered patients), 2014-2015 Specialisme 2014 2015 Allergologie 0,4 0,7 Anaesthesiologie 1,9 2,1 Cardiologie 12,8 13,7 Dermatologie 27,2 30,2 Geriatrie 2,2 2,5 Gynaecologie/verloskunde 17,1 17,1 Heelkunde 23,2 24,9 Interne geneeskunde 13,5 14,4 Kindergeneeskunde 7,6 8,9 Klinische genetica 0,8 0,7 KNO-heelkunde 28,7 31,7 Longziekten 6,9 7,3 Maag-darm-leverziekten 8,6 8,5 Medische psychologie 0,0 0,0 Mondziekten en kaakchirurgie 1,5 1,6 Multidisciplinaire en speciale poli 0,1 0,2 Neurologie 22,3 22,6 Oogheelkunde 33,3 33,0 Orthopedie 30,2 32,2 Plastische chirurgie 8,2 7,6 Psychiatrie 14,1 13,1 Reumatologie 4,7 5,0 Revalidatiegeneeskunde 2,3 2,2 Sportgeneeskunde 0,9 0,9 Urologie 11,4 11,6 Totaal 279,9 292,7 31

Meer informatie De cijfers zijn gebaseerd op verwijsgegevens van ZorgDomein en gegevens over praktijkpopulaties uit NIVEL Zorgregistraties. 2014: 78 huisartspraktijken met 322.121 ingeschreven patiënten. 2015: 108 huisartspraktijken met 422.533 ingeschreven patiënten. Meer informatie over de methoden staat in de Verantwoording. 32

Indicaties voor verwijzingen In onderstaande tabellen worden de top-5 indicaties weergegeven voor de vier specialismen waarnaar in 2015 het meest verwezen is, namelijk oogheelkunde, orthopedie, KNO-heelkunde en dermatologie. Een kwart van de verwijzingen voor oogheelkunde was geassocieerd met de indicatie Andere visussymptomen/-klachten. Ook voor de indicatie Staar werd relatief vaak verwezen. Ruim een vijfde deel van alle verwijzingen voor de orthopeed werd uitgeschreven voor Knie symptomen/klachten. De top-5 indicaties voor verwijzingen naar KNO-heelkunde bestaat voornamelijk uit aandoeningen aan het oor. De meest voorkomende indicaties waarvoor verwezen is naar de dermatoloog zijn huid en subcutis indicaties. Maar ook voor Varices benen is relatief vaak naar de dermatoloog verwezen. Top-5 indicaties (ICPC) voor verwijzingen naar oogheelkunde, 2015* Top-5 health problems (ICPC) for referrals to ophthalmology, 2015 Diagnose F05 Andere visussymptomen/-klachten 25,0 F92 Staar 13,8 F91 Refractie afwijking 9,4 F04 Mouches volantes/flitsen/flikkeringen 5,2 F13 Afwijkend gevoel aan oog 4,3 * van verwijzingen met bekende indicatie in top 5: 57,8 Top-5 indicaties (ICPC) voor verwijzingen naar orthopedie, 2015* Top-5 health problems (ICPC) for referrals to orthopaedics, 2015 Diagnose L15 Knie symptomen/klachten 21,5 L08 Schouder symptomen/klachten 8,1 L90 Gonartrose 6,7 L17 Voet/teen symptomen/klachten 5,1 L99 Andere ziekte bewegingsapparaat 4,1 * van verwijzingen met bekende indicatie in top 5: 45,4 33

Top-5 indicaties (ICPC) voor verwijzingen naar KNO-heelkunde, 2015* Top-5 health problems (ICPC) for referrals to ENT-surgery, 2015 Diagnose H02 Gehoorklachten 10,5 H86 Doofheid/slechthorendheid 5,6 R21 Symptomen/klachten keel 4,9 H84 Presbyacusius 4,7 H71 Otitis media acuta/myringitis 4,2 * van verwijzingen met bekende indicatie in top 5: 29,8 Top-5 indicaties (ICPC) voor verwijzingen naar dermatologie, 2015* Top-5 health problems (ICPC) for referrals to dermatology, 2015 Diagnose S99 Andere ziekte huid/subcutis 9,2 S82 Naevus/moedervlek 9,0 S77 Maligniteit huid/subcutis 6,9 S88 Contact eczeem/ander eczeem 6,4 K95 Varices benen 5,9 * van verwijzingen met bekende indicatie in top 5: 37,5 Meer informatie De cijfers zijn gebaseerd op verwijsgegevens van ZorgDomein en gegevens over praktijkpopulaties uit NIVEL Zorgregistraties. 2014: 78 huisartspraktijken met 322.121 ingeschreven patiënten. 2015: 108 huisartspraktijken met 422.533 ingeschreven patiënten. Meer informatie over de methoden staat in de Verantwoording. 34