Belastingreglement op leegstand van gebouwen en woningen : goedkeuring.

Vergelijkbare documenten
Belastingreglement van 30 december 2013 op de leegstand van gebouwen en woningen

Belastingsreglement voor het leegstandsregister

REGLEMENT EN BELASTING OP VERWAARLOZING VAN GEBOUWEN EN WONINGEN

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Belastingreglement op verwaarlozing en verkrotting van woningen en gebouwen ( (1)

Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

GEMEENTELIJK REGLEMENT OP DE LEEGSTAND EN LEEGSTANDHEFFING

Goedkeuring reglement heffing op leegstand van woningen en gebouwen voor het aanslagjaar 2017

Belastingsreglement voor het leegstandsregister

GEMEENTEBELASTING OP DE LEEGSTAND EN DE VERWAARLOZING VAN GEBOUWEN EN WONINGEN 2011 T/M GOEDKEURING

GEMEENTEBESTUUR WACHTEBEKE Dorp 61 Provincie Oost-Vlaanderen UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE WACHTEBEKE

Belasting op leegstand van woningen en gebouwen,

GEMEENTERAAD

Voor de toepassing van dit gemeentelijk reglement voor de opmaak van het register van verwaarloosde woningen en gebouwen wordt verstaan onder:

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 12 november 2013

Belastingreglement leegstaande woningen en gebouwen

Artikel 1: Algemene bepalingen

Belastingreglement op leegstaande woningen voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december Titel I - Algemene bepalingen

Belastingreglement op tweede verblijven en leegstaande gebouwen voor de periode van 1 januari 2016 tot en 31 december 2019

Verwaarloosde woningen en gebouwen registratie en belasting ( )

Onderwerp: Belastingreglement ter bestrijding van leegstand van gebouwen en woningen.

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, 4;

Intergemeentelijk reglement leegstand Pajottenland

Belasting op leegstaande gebouwen en woningen voor de periode

GEMEENTELIJK REGLEMENT VOOR DE OPMAAK EN HET BEHEER VAN EEN REGISTER VOOR LEEGSTAANDE GEBOUWEN EN WONINGEN

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 22 april 2014

Reglement: belasting op de leegstand van gebouwen en woningen

Belasting - Leegstand van gebouwen en woningen

GEMEENTELIJK REGLEMENT OP DE LEEGSTAND EN LEEGSTANDHEFFING

GEMEENTE LENDELEDE B E K E N D M A K I N G ====================

Reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen Gemeenteraad van 27 maart 2017

UITTREKSEL UIT HET REGISTER VAN DE BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD.

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

STEDELIJK REGLEMENT OP GEBOUWEN EN WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS LEEGSTAND EN/OF ONAFGEWERKT

REGLEMENT VAN INVENTARISATIE EN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS LEEGSTAAND

Gemeenteraad - 19/03/2018. ruimtelijke ordening - Inès Van Hove

Reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen

Reglement betreffende leegstandsregister.

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD

1. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: o een aangetekend schrijven, o een afgifte tegen ontvangstbewijs.

Punt 7: Goedkeuren belastingreglement op leegstand

Leegstaande woningen en/of gebouwen

Verwaarloosde woningen en gebouwen

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 20/12/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/226

Leegstandsheffing op leegstaande gebouwen en woningen Aanslagjaar

Gemeentelijk reglement voor de bestrijding van verwaarloosde woningen en gebouwen

Heffing op leegstand.

. Belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als leegstand of onafgewerkt Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de in vordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen;

Heffingsreglement op gebouwen en woningen die zijn opgenomen in het leegstandsregister. Goedgekeurd door de gemeenteraad van 14 december 2015.

Gemeentebelasting op leegstand van woningen en gebouwen

Een gemeentelijk reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of

Gemeentelijk reglement inzake de leegstand van gebouwen en woningen. Aangenomen door de gemeenteraad in zitting van 28 mei 2010

Reglement inzake het leegstandsregister Gemeentelijk reglement betreffende het register van leegstand van gebouwen en woningen

^ffi GEMEENïE ENEDE. o De beslissing van de gemeenteraad van 30 novembe r 2077 houdende het goedkeuren van het. Gemeenteraadszitti ng van

GOEDKEURING REGLEMENT INZAKE HET LEEGSTANDSREGISTER VAN GEBOUWEN EN WONINGEN GEMEENTERAAD 20 FEBRUARI 2017

REGLEMENT OP LEEGSTAND GEBOUWEN, WONINGEN, KAMERS EN OVERIGE WOONGELEGENHEDEN.

Stedelijk reglement op gebouwen en woningen die beschouwd worden als leegstaand en/of onafgewerkt

2 Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen.

1. Model van gemeentereglement inzake de leegstand van gebouwen en woningen, met indicaties van leegstand.

UITTREKSEL UIT HET NOTULENREGISTER VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN : 27 NOVEMBER 2017

Reglement tot opmaak en actualisatie van het gemeentelijk leegstandsregister

GEMEENTERAAD 7 SEPTEMBER 2010 REGLEMENT INZAKE DE LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN 1. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1: Definities

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

143.4 Directe belastingen. Financiële dienst Ellen Moonen. besluit GEMEENTERAAD. vergadering 19/03/2019

REGLEMENT VAN INVENTARISATIE EN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS VERWAARLOOSD

Model van gemeentereglement inzake de leegstand van gebouwen en woningen

GEMEENTEBESTUUR WACHTEBEKE Dorp 61 Provincie Oost-Vlaanderen UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE WACHTEBEKE

Belasting op leegstand van gebouwen en/of woningen voor de aanslagjaren

ARTIKEL 1: Definities. ARTIKEL 2: Inventarisatie. ARTIKEL 3: Inventarisatiedatum

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE BELASTING OP ONGESCHIKTE EN ONBEWOONBARE WONINGEN VOOR DE PERIODE

Stedelijk reglement op gebouwen en woningen die beschouwd worden als leegstaand en/of onafgewerkt

BELASTING VOOR PANDEN OPGENOMEN IN HET LEEGSTANDSREGISTER (goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 13 december 2013)

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS LEEGSTAND OF ONAFGEWERKT (GR 13/07/2016).

REGLEMENT EN BELASTING OP LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN

BESLUIT VAN DE GEMEENTERAAD

Aanpassing gemeentebelasting op de leegstand van gebouwen en woningen. Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; Gelet op

GEMEENTEBELASTING OP DE LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN

Gemeentelijk reglement op gebouwen en woningen die beschouwd worden als leegstaand

Reglement leegstandsheffing Haaltert

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 20/12/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/207

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad Zitting van 28 november 2013

REGLEMENT EN BELASTING OP LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD DD 18 DECEMBER 2017 OPENBARE ZITTING

GEMEENTERAAD 7 MAART 2017 BELASTINGREGLEMENT INZAKE LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 20/12/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/225

Reglement inzake de opname van woningen en gebouwen in het leegstandsregister

GEMEENTERAAD 7 MAART 2017

UITTREKSEL uit het register der beslissingen van de gemeenteraad gehouden te Deerlijk ZITTING van

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond-en pandenbeleid, hierna DGP genoemd;

UITTREKSEL uit de notulen van de Gemeenteraad

^ffi ENEDE. o Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad

BESLUIT VAN DE GEMEENTERAAD

Uittreksel uit het register der beraadslagingen van het SCHEPENCOLLEGE

Belastingreglement op woningen en/of gebouwen die worden beschouwd als leegstaand of onafgewerkt voor de aanslagjaren ( )

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Transcriptie:

Uittreksel uit het register van de beraadslagingen van de gemeenteraad. Zitting van 16 december 2013 AANWEZIG: Peeters L. - Burgemeester-voorzitter Vandeweerd S., Sleypen K., Opdenakker J., Schurgers M., Van De Beek C., Houben P. - Schepenen Neyens H., Bohnen F., Verstappen J., Snijkers T., Craenen R., Lowis M., Geuskens J., Coenen N., Stassen A., Erlingen I., Hurkens G., Bours E., Indemans P., Beuten J., Dekkers A., Wahhabi M., Bisschops B., Colla T., Slaets D. - Raadsleden Doumen P. - Secretaris AFWEZIG: Belastingreglement op leegstand van gebouwen en woningen 2014-2019: goedkeuring. GEMEENTERAAD Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid de artikelen 42 en 43 en haar uitvoeringsbesluiten; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013 houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden; Na beraadslaging; Gelet op het resultaat van de stemming; BESLUIT: Inleidende bepalingen Artikel 1.- 1. De definities uit artikel 1.2 van het van het decreet grond- en pandenbeleid zijn van toepassing op dit besluit. 2. Leegstaande woningen of gebouwen zijn woningen, respectievelijk gebouwen, zoals omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid. Het leegstandsregister Artikel 2.- 1. Er wordt een gemeentelijk leegstandsregister bijgehouden overeenkomstig artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid en artikel 2 en 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009. 2. De woningen en gebouwen die op datum van inwerkingtreding van dit besluit reeds in het gemeentelijk leegstandregister zijn opgenomen, blijven opgenomen in het register. 3. De leegstand van een gebouw wordt beoordeeld aan de hand van één of meerdere van volgende indicaties: 1 de onmogelijkheid om het gebouw te betreden, bij voorbeeld door een geblokkeerde toegang; 2 het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als te huur of te koop ; 3 het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieni ngen; 4 een dermate laag verbruik van de nutsvoorziening en dat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;

5 de vermindering van het kadastraal inkomen overe enkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomensbelastingen 1992; 6 het ontbreken van een inschrijving in het bevolk ingsregister op het adres van de woning of van een aangifte als tweede verblijf. 4. De zakelijk gerechtigden worden per aangetekend schrijven op de hoogte gebracht van de opname van een leegstaand gebouw en/of woning in het leegstandsregister. Artikel 3.- 1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven waarin de gemeente de zakelijk gerechtigden op de hoogte brengt van de opname van leegstaande gebouwen en/of woningen in het leegstandsregister, kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. 2. Het beroepschrift wordt gedagtekend, wordt ingediend met een aangetekende brief, door afgifte tegen ontvangstbewijs of met een elektronisch aangetekende zending en bevat minimaal de volgende gegevens: 1 de identiteit en het adres van de indiener; 2 de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft; 3 een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed. 3. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. 4. De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen. 5. Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken beschouwd wordt. 6. Het college van burgemeester en schepenen registreert elk inkomend beroepschrift in het leegstandsregister en meldt de ontvangst ervan aan de indiener van het beroepschrift. Het college toetst de ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen: 1 het beroepschrift is te laat ingediend of niet i ngediend overeenkomstig de bepalingen in dit artikel; 2 het beroepschrift gaat niet uit van een zakelijk gerechtigde; 3 het beroepschrift is niet ondertekend. Als het college van burgemeester en schepenen vaststelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt. 7. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een daartoe aangeduid personeelslid. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. 8. Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing via beveiligde zending aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. Als het college het beroep gegrond acht, of nalaat om binnen de termijn van negentig dagen kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in het leegstandsregister. 9. Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt de gemeentelijke administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand. Artikel 4.- 1. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6, 2, eerste lid van het decreet grond- en pandenbeleid, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De gemeente vermeldt als datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6, 2, eerste lid. 2. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend

wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 2.2.6, 3 van het decreet grond- en pandenbeleid. De gemeente vermeldt als datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6, 3. 3. Voor de schrapping uit het leegstandsregister, vermeld in 1 en 2, richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de gemeentelijke administratie, dat wordt ingediend met een aangetekende brief, door afgifte tegen ontvangstbewijs of met een elektronisch aangetekende zending. 4. De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister, neemt een beslissing binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek en brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een aangetekende brief of met een elektronisch aangetekende zending. Tijdens het onderzoek bekijkt de administratie of de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een daartoe aangeduid personeelslid. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. 5. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in 4, kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping van een gebouw of woning uit het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. 6. Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. 7. Als het college het beroep gegrond acht, of nalaat om binnen de termijn, vermeld in 6 kennis te geven van zijn beslissing, is het beroep ingewilligd met als datum van schrapping het initiële verzoek tot schrapping. De leegstandsheffing Artikel 5.- 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. 2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. Artikel 6.- 1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. 3. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. Tevens moet hij per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens volgende gegevens: - naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; - datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; - nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw; Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van 1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Artikel 7.- De belasting bedraagt: 1 1250 euro voor een leegstaand gebouw in de zin v an artikel 2.2.6, 2 of 4; 2 voor een leegstaande woning in de zin van artike l 2.2.6, 3 of 4: a) 1250 euro voor een eengezinswoning;

b) 100 euro voor een kamer als vermeld in artikel 2, 1, eerste lid, 10 bis, van de Vlaamse Wooncode; c) 500 euro voor elke andere woning dan deze, vermeld onder a) en b). Artikel 8.- 1. Van de leegstandsheffing zijn uitsluitend vrijgesteld: 1 de heffingspichtige die volle eigenaar is van éé n enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning; 2 de heffingspichtige die in een erkende ouderenvo orziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling; 3 de heffingspichtige waarvan de handelingsbekwaam heid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; 4 de heffingspichtige die sinds minder dan één jaa r zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. 2. Een vrijstelling wordt uitsluitend verleend indien het gebouw of de woning: 1 gelegen is binnen de grenzen van een door de bev oegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 2 geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbo uwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld; 3 krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument; 4 vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; 5 onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omw ille van een verzegeling in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar, volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik; 6 gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen st edenbouwkundige vergunning of melding voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor een periode van twee jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of melding. De vrijstelling kan maar éénmalig binnen een termijn van 5 jaar voor hetzelfde onroerend goed aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend; 7 het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met h et oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, 2, van de Vlaamse Wooncode; 8 het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode. Artikel 9.- 1. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. 2. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 10.- 1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. 2. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Bezwaarschriften kunnen ook via een duurzame drager worden ingediend binnen de termijn en onder de voorwaarden zoals hierboven vermeld. 3. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien werkdagen en na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldigen en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd. 4. Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger dat in het bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting. In voorkomend geval deelt de bevoegde overheid of het daartoe aangewezen personeelslid aan de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger de datum van de hoorzitting mee waarop het bezwaarschrift behandeld zal worden, evenals de dagen en uren waarop het dossier geraadpleegd zal kunnen worden. Die mededeling moet ten minste vijftien werkdagen voor de dag van de hoorzitting plaatshebben.

5. De aanwezigheid op de hoorzitting moet door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger aan de bevoegde overheid of het daartoe aangewezen personeelslid schriftelijk of via duurzame drager worden bevestigd ten minste zeven werkdagen vóór de dag van de hoorzitting. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wordt gehoord door de bevoegde overheid, een lid van de bevoegde overheid of het daartoe aangewezen personeelslid. 6. De bevoegde overheid doet binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het bezwaarschrift, uitspraak op basis van een met redenen omklede beslissing. Die termijn van zes maanden wordt met drie maanden verlengd als de betwiste aanslag ambtshalve werd gevestigd. De bevoegde overheid kan bij zijn beslissing de betwiste belasting, belastingverhoging of administratieve geldboete niet vermeerderen. 7. De beslissing van de bevoegde overheid wordt met een aangetekende brief betekend aan de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en wordt tevens ter kennis gebracht van de financieel beheerder. Deze aangetekende brief vermeldt de instantie waarbij een beroep kan worden ingesteld, evenals de ter zake geldende termijn en vormen. De beslissing van de bevoegde overheid is onherroepelijk wanneer het beroep niet tijdig bij de bevoegde instantie is ingesteld. Slotbepalingen Artikel 11.- Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing, voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 12.- Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt een de toezichthoudende overheid. Artikel 13.- Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.