Uw gebruiksaanwijzing. NAVIGON P 9611 PORSCHE DESIGN

Vergelijkbare documenten
Gebruikershandboek NAVIGON Nederlands

Gebruikershandboek. MobileNavigator 6

Uw gebruiksaanwijzing. NAVIGON SUNGOO MOBILE NAVIGATION

Uw gebruiksaanwijzing. NAVIGON 2100

Uw gebruiksaanwijzing. NAVIGON MOBILENAVIGATOR 6

Gebruikershandboek. SUNGOO Mobile Navigation Nederlands

Gebruikershandboek NAVIGON Nederlands

Gebruikershandboek NAVIGON Nederlands

Gebruikershandboek NAVIGON Nederlands

Gebruikershandboek. MobileNavigator 6 PDA

Gebruikershandboek NAVIGON Nederlands

Gebruikershandboek. NAVIGON 12xx 22xx. Nederlands

Gebruikershandboek. NAVIGON 21xx max. Nederlands

Gebruikershandboek. NAVIGON Primo. Nederlands

GPS NAVIGATION SYSTEM QUICK START USER MANUAL

Personal Navigation System

Gebruikershandboek. NAVIGON 13xx 23xx. Nederlands

NAVIGON 42 Essential. Gebruikershandboek. Nederlands

Gebruikershandboek AVIC-S1

NAVIGATIE. Quick Start Guide X-302MH. Nederlands. Rev 1.0

Gebruikershandboek. NAVIGON 81xx. Nederlands

Gebruikershandboek. NAVIGON 25xx Explorer. Nederlands

Gebruikershandboek. SUNGOO Mobile Navigation Nederlands

Gebruikershandboek NAVIGON Nederlands

Uw gebruiksaanwijzing. CLARION MAP560

Gebruikershandboek. MobileNavigator 6

Gebruikershandboek. Navigatie

NAVIGON 20 EASY NAVIGON 20 PLUS

Gebruikershandboek. NAVIGON 83xx. Nederlands

Uw gebruiksaanwijzing. NAVMAN F-SERIES DESKTOP F20

Uw gebruiksaanwijzing. NAVIGON NAVIGON PREMIUM 40

Uw gebruiksaanwijzing. NAVIGON 40 PREMIUM

Gebruikershandboek. NAVIGON 63xx NAVIGON Live Services. Nederlands

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Uw gebruiksaanwijzing. NAVIGON MN7 PDA

NAVIGON 40 Essential NAVIGON 40 Easy NAVIGON 40 Plus NAVIGON 40 Premium NAVIGON 40 Premium Live

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Gebruikershandboek. MobileNavigator 5

Gebruikershandboek. MioMap 2.0

NAVIGON 70 Easy NAVIGON 70 Plus Live

Uw gebruiksaanwijzing. MIO 268

Gebruikershandboek. Digitale TV-module voor NAVIGON Nederlands

HET MODELNUMMER FIESTA2. Mp3 speler met luidspreker. Instructiehandleiding

Waarschuwingen. Controleer dat uw positie stabiel is voordat u uw reis begint.

Uw gebruiksaanwijzing. NOKIA TME-3

Uw gebruiksaanwijzing. NAVIGON PLUS 70

Uw gebruiksaanwijzing. NAVIGON

Gebruikershandboek MN7 PDA. Nederlands

Gebruikershandboek. NAVIGON 84xx NAVIGON Live Services. Nederlands

Uw gebruiksaanwijzing. NAVIGON 70 PLUS

Gebruikershandleiding HERE Maps

Bestnr AIPTEK Digitale fotolijst 7 inch

NAVIGON 70 Plus NAVIGON 70 Premium NAVIGON 70 Premium Live

zūmo 590 Snelstartgids

Aan de slag met L2S. versie 8

Traffic Message Channel (TMC)

Gebruikershandleiding Nokia Maps

draaimolen programmeren PC

Gebruikershandboek. NAVIGON max. Nederlands

ACSI HANDLEIDING GARMIN NÜVI 250

Mapsource. handleiding Mapsource vs

1. Deze handleiding gebruiken

Mp3 speler met luidspreker Instructiehandleiding. Lees deze instructies svp goed door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.

GPS Instructie MC de Kraats. Mapsource gebruik

Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera

Bestnr ODYS Internettablet noon 9_7

I. Specificaties. II Toetsen en bediening

IRIScan Anywhere 5. Scan anywhere, go paperless! PDF. Mobile scanner & OCR software. for Windows and Mac

Nero DriveSpeed Handleiding

Nero DriveSpeed Handleiding

Afstandsbediening Telis 16 RTS

MG Car Club Regio West. Bert Ewalds

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding

Move&Fun. Gebruikershandboek. Nederlands

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland

1. AM/FM-radio gebruiken

HP Mobile Remote Control (alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

IDPF-700 HANDLEIDING

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: HANDLEIDING

HDS Live Verkorte handleiding

Traffic. Copyright TomTom B.V., Nederland. TomTom is een handelsmerk van TomTom B.V. Inleiding

Novell Messenger Mobiel Snel aan de slag

BehervanhetnavigatiesystemviaBlue&Me

Uw gebruiksaanwijzing. PIONEER AVIC-S1

BeoSound Handleiding

NACSPORT TAG&GO HANDLEIDING Eigenschappen knop

Lees de veiligheidsinstructies eerst aandachtig door voodat u het volume verandert.

GroupWise Messenger 18 Mobiel Snel aan de slag

SimPhone. Handleiding Gebruik. Nederlands. Versie 3.0

INSTELLINGS EN GEBRUIKERSHANDLEIDING SENIOREN GSM MET PANIEKKNOP EN LOKALISATIE

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding

MEDION-Navigator 5. Gebruikershandboek

Een route invoeren en rijden met Sygic

Inhoud van de handleiding

Nero AG SecurDisc Viewer

Aan de slag met. IntoWords voor Windows (L2S) versie 9

Rider 60. Stop ( /BACK/ / ) LAP PAGE

Trevler AIR handleiding. Opmerkingen

Mobile Navigation. TravelPilot Lucca 3.3. Gebruiksaanwijzing (Uitgebreide versie)

GEBRUIKERSHANDLEIDING CDC300

Transcriptie:

U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding Handleiding Bedieningshandleiding Instructiehandleiding

Handleiding samenvatting: De levensduur van dit navigatie-apparaat ligt echter voor een deel ook in uw hand. Daarom vragen wij u, dit handboek aandachtig door te lezen en goed nota te nemen van de aanwijzingen. Bedankt. 1.1 Over dit handboek 1.1.1 Symbolen De volgende symbolen verwijzen naar bepaalde tekstpassages: 1.2.2 Handelsmerken Alle in het handboek vermelde en eventueel door derden beschermde handelsmerken zijn onbeperkt onderworpen aan de bepalingen van het telkens geldende merkenrecht en de eigendomsrechten van de telkens geregistreerde eigenaars. Alle hier beschreven handelsmerken, handelsnamen of firmanamen zijn of kunnen handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars zijn. Alle rechten die hier niet uitdrukkelijk worden toegekend, zijn voorbehouden. Uit het ontbreken van een expliciete vermelding van de handelsmerken die in dit handboek worden gebruikt, kan niet worden afgeleid dat een naam vrij is van rechten van derden. NAVIGON is een gedeponeerd handelsmerk van NAVIGON AG. Porsche Design is een gedeponeerd handelsmerk van PLH Porsche Lizenz- und Handelsges. mbh & Co. KG.! i! Aanwijzingen en tips over de bediening van de software Extra informatie en uitleg Waarschuwingen Trefwoordenregister ---------------------------------------------------------------------------------- 193 1.3 Klantenservice Onze servicemedewerkers zijn in vele landen telefonisch of per e- mail bereikbaar. Meer informatie vindt u ook op de internetpagina's van NAVIGON AG [ www.navigon. com ] in het bereik,,service & Support". Support per e-mail Deens: support.dk@navigon.com Duits: support.de@navigon.com Engels: support.uk@navigon.com Fins: support.fin@navigon.com Frans: support. fr@navigon.com Italiaans: support.it@navigon.com Nederlands: support.nl@navigon.com Noors: support.no@navigon.com Zweeds: support.se@navigon.com Spaans: support. es@navigon.com 1.2 Juridische aanwijzingen 1.2.1 Garantie Wij behouden ons het recht voor op inhoudelijke wijzigingen van de documentatie en van de sofware zonder voorafgaande kennisgeving. NAVIGON AG aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de juistheid van de inhoud of voor schade die voortvloeit uit het gebruik van het handboek. Wij zijn steeds dankbaar voor verwijzingen naar fouten of voor verbeteringssuggesties om u in de toekomst nog beter presterende producten te kunnen aanbieden. 150 151 01 Inleiding Telefonische klantenservice Land Duitsland Telefoon 01805-6284466 Servicetijden van maandag t / m zaterdag van 8 tot 20 uur CET van maandag t / m vrijdag van 8 tot 20 uur CET van maandag t / m vrijdag van 8 tot 20 uur CET van maandag t / m vrijdag van 9 tot 21 uur* van maandag t / m zaterdag van 8 tot 20 uur CET van maandag t / m vrijdag van 7 tot 19 uur* van maandag t / m vrijdag van 8 tot 20 uur CET van maandag t / m vrijdag van 8 tot 20 uur CET van maandag t / m vrijdag van 8 tot 20 uur CET van maandag t / m vrijdag van 8 tot 20 uur CET van maandag t / m vrijdag van 8 tot 20 uur CET van maandag t / m vrijdag van 8 tot 20 uur CET Kosten 0,14 / min. Land USA Telefoon +1-888-8480701 Servicetijden van maandag t / m vrijdag van 6 tot 14 uur EST van maandag t / m vrijdag van 8 tot 20 uur CET Kosten gratis België 0900-70016 0,45 / min. + 0,05 / gesprek Andere staten +49-221-2888-999 afhankelijk van telefoonaanbieder Denemarken 901-31033 3,00 DKK / min.! Opmerking: alle vermelde kosten hebben betrekking op gesprekken vanuit het vaste net van het betreffende land. Finland 0600-413414 0,50 / min. * plaatselijke tijd Frankrijk 0891-650065 0,225 / min. Groot-Brittannië 0905-8480701 0,25 GBP / min. Italië 166-205301 0,40 / min. + 0,09 / gesprek Nederland 0900-0400468 0,30 / min. + 0,045 / gesprek Noorwegen 820-33050 3,26 NOK / min. Oostenrijk 0820-240437 0,145 / min. Zweden 0900-1001110 4,00 SEK / min. Zwitserland 0848-662544 08 17 uur: 0,11 CHF / min. 17 22 uur: 0,09 CHF / min. 22 08 uur: 0,06 CHF / min. 08 20 uur: 0,356 / min. + 0.104 / gesprek 20 08 uur: 0,288 / min. + 0,104 / gesprek Spanje 807-001205 van maandag t / m vrijdag van 8 tot 20 uur CET 152 153 02 Vóór de inbedrijfstelling 2.1 Leveringsomvang Controleer a.u.b. of de levering compleet is en stel ons binnen 14 dagen na aankoop op de hoogte als de levering niet compleet is. Bij het door u gekochte product heeft u het volgende gekregen: navigatie-apparaat P 9611 accu autohouder autolaadkabel [ voedingskabel voor 12Vsigarettenaansteker ] netlaadkabel USB-kabel [ voorgeïnstalleerde ] SD-geheugenkaart handboek garantiekaart DVD [ bestanden voor herstel van de SD-kaart en handboeken in PDF-formaat ] Afdekking accuvak functioneert in uitgeschakelde toestand niet. Eveneens kan de accu niet bij gebruik op de PC via de meegeleverde USB-kabel worden geladen. [6] 1. 2. Schuif de adapterstekker op de achterkant in de geleiding van de netadapter. Steek de mini-usb-stekker van de netlaadkabel in de voedingsaansluiting aan de LINKERKANT van het apparaat. De stekker van de netkabel in een stopcontact steken. [1] 3. [2] [3] Vooraanzicht [ 1 ] Hardwaretoetsen Toets VOLUME VERHOGEN 2.2 Eerste inbedrijfstelling Vóór het eerste gebruik moeten de volgende stappen worden uitgevoerd: accu plaatsen accu opladen geheugenkaart plaatsen houder in voertuig aanbrengen apparaat inschakelen Toets VOLUME VERLAGEN Toets A1,5 s in. Het apparaat is vervolgens hetzij na 2 seconden uit de rusttoestand, of na 35 seconden uit de uitgeschakelde toestand weer ingeschakeld. Uitschakelen U brengt het apparaat in de rusttoestand door de aan/uit-toets kort in te drukken (wordt aanbevolen). Om in de uitgeschakelde toestand te komen, moet u de aan/uit-toets gedurende 4 seconden ingedrukt houden. In deze toestand verbruikt het apparaat geen stroom, maar kan ook niet worden geladen. Afb. 5 Reset Mocht het apparaat ooit eens verkeerd functioneren, voer dan a.u.b. een reset uit. Druk hiervoor de resettoets op de achterkant van het apparaat in. [pagina 155] Het apparaat start daarna opnieuw (warme start). Mocht dit niet functioneren of het apparaat blijft daarna verkeerd functioneren, voer dan a.u.b. een hardware reset (koude start) uit. Houd hiervoor in ingeschakelde toestand de aan/ uit-toets a.u.b. gedurende ten minste 4 seconden ingedrukt. Wacht enkele seconden en schakel het apparaat vervolgens weer via de aan/uit-toets in. Afb. 8 Afb. 7 2.4 Navigatie met GPS GPS is gebaseerd op in totaal 24 satellieten die rond de aarde draaien en daarbij voortdurend hun positie en hun tijd uitzenden. De GPS-ontvanger ontvangt deze gegevens en berekent uit de verschillende positie- en tijdinformatie van de verschillende satellieten zijn eigen geografische positie. Voor een positiebepaling die exact genoeg is, zijn de gegevens nodig van ten minste drie satellieten.

Met de gegevens van 4 of meer satellieten kan ook de hoogte boven de zeespiegel worden bepaald. De positiebepaling gebeurt tot op 3 meter nauwkeurig. Wanneer P 9611 uw positie heeft bepaald, kan deze positie als uitgangspunt dienst doen voor een wegberekening. Het kaartmateriaal van uw navigatieapparaat bevat de geografische coördinaten van alle digitaal geregistreerde bijzondere bestemmingen [ POI's ], straten en plaatsen. Het navigatie-apparaat kan zodoende een weg berekenen vanaf een beginpunt naar een bestemming. De berekening van de actuele positie en de weergave ervan op de kaart geschieden één keer per seconde. Zo kunt u op de kaart zien waar u zich beweegt. 2.5 Belangrijke veiligheidsinstructies Lees in uw eigen belang de volgende veiligheidsinstructies en waarschuwingen zorgvuldig door, voordat u uw navigatiesysteem in gebruik neemt. 2.5.1 Veiligheidsinstructies voor de navigatie Het gebruik van het navigatiesysteem geschiedt op eigen risico.!! Afb. 6 Opmerking: gedetailleerde informatie over het wijzigen van de afzonderlijke instellingen krijgt u, wanneer u op de knop HELP drukt. Opgelet! Bedien het navigatiesysteem niet terwijl u rijdt, om uzelf en de anderen tegen ongevallen te beschermen! Kijk alleen op het touchscreen-display wanneer de verkeerssituatie veilig is en dit toelaat. 158 159 02 Vóór de inbedrijfstelling 03 Bediening van de navigatiesoftware De wegmarkeringen en verkeersborden hebben voorrang op de instructies van het navigatiesysteem. De instructies van het navigatiesysteem mogen alleen worden opgevolgd als de omstandigheden en verkeersregels het toelaten. Moet daarbij worden afgeweken van de berekende route, dan berekent het navigatiesysteem automatisch een nieuwe route. Trek bij verlaten van het voertuig de stekker van de autolaadkabel uit de sigarettenaansteker, aangezien de GPSontvanger voortdurend stroom verbruikt en de voertuigaccu leeg zou kunnen trekken. Gebruik a.u.b. alleen toebehoren dat bij dit model past. Stel noch het apparaat noch de batterij bloot aan temperaturen boven 60 C. 3.1 Volume Het volume van de gesproken rij-instructies van P 9611 kan tijdens de navigatie via de volumeregelaar of de software als volgt worden geregeld. U heeft een navigatie gestart. De kaart is in de modus NAVIGATIE of in de modus BESTEMMING ZOEKEN geopend. 1. Druk op de knop VOLUME. De volumebalk wordt geopend. Deze bevat drie knoppen voor aanpassing van het volume: HARDER ZACHTER GELUID AAN / UIT. 2. Druk opnieuw op de knop VOLUME. De volumebalk wordt gesloten. GPS GEREED (Grijs): de gegevens van ten minste 3 satellieten worden ontvangen. De positie kan worden berekend. i Meer informatie over de GPS-status vindt u in het hoofdstuk,,gps-status" op pagina 179. Energie Het pictogram ENERGIE kan de volgende toestanden van de ingebouwde accu weergeven: Het apparaat wordt gevoed door een externe stroombron. De batterij wordt net geladen. Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij. De laadtoestand van de batterij is voldoende. Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij. De laadtoestand van de batterij is zwak. Richting Het pictogram RICHTING geeft aan in welke richting u zich net beweegt. Het kan een van de volgende windstreken weergeven: N, NO, O, ZO, Z, ZW, W, NW. TMC [ Verkeersinformatie ] Het pictogram TMC kan de volgende toestanden van de TMC-ontvangst weergeven: GEEN SYMBOOL: de ingebouwde TMC-ontvanger is niet gereed voor gebruik. Mocht dit probleem zich gedurende langere tijd voordoen, dan moet contact worden opgenomen met de klantenservice. ZENDER WORDT GEZOCHT (Rood): de TMContvanger is gereed voor ontvangst, maar vindt geen zender die TMC-signalen uitzendt. TMC OP STAND-BY (Grijs): verkeersinformatie kan worden ontvangen.!! Opmerking: als de gesproken instructies eens niet werden verstaan, dienen kaartof pijlweergave als extra oriëntatiehulp. 2.5.2 Veiligheidsinstructies voor de inbedrijfstelling in het voertuig! Opgelet! Bevestig de houder niet in het werkingsbereik van de airbags. Bij de installatie van de houder moet erop worden gelet dat deze ook bij een ongeval geen veiligheidsrisico vormt. Opmerking: gebruik voor de reiniging geen bijtende oplosmiddelen, maar een vochtige doek. Anders zou de behuizing van het navigatieapparaat kunnen worden beschadigd. de stekker mag niet aan de kabel uit de aansluiting worden getrokken, aangezien deze hierdoor zou kunnen worden beschadigd! knik de kabel niet en let erop dat deze niet kan worden beschadigd door voorwerpen met scherpe randen. 2. 5.3 Veiligheidsinstructies voor het navigatie-apparaat 3.2 Informatie Langs de bovenrand van het beeldscherm bevinden zich diverse pictogrammen die informatie aangeven. GPS Het pictogram GPS kan de volgende toestanden van de GPS-ontvangst weergeven: GEEN GPS: de ingebouwde GPS-ontvanger is niet gereed voor gebruik. Mocht dit probleem zich gedurende langere tijd voordoen, dan moet contact worden opgenomen met de klantenservice. GEEN SIGNAAL (Rood): de gegevens van minder dan drie satellieten worden ontvangen. De positie kan niet worden berekend.! Opgelet! Bescherm het navigatie-apparaat tegen natheid, aangezien het niet is beschermd tegen spatwater. Leg kabels niet in directe nabijheid van veiligheidsrelevante apparaten en voedingsleidingen. Na de installatie moeten alle veiligheidsrelevante inrichtingen in de auto worden gecontroleerd. 160 161 03 Bediening van de navigatiesoftware 04 Navigatie i Een uitgebreide functiebeschrijving van uw TMC-module vindt u in het hoofdstuk,,tmc [ Verkeersinformatie ]" op pagina 179. Door elke verdere letter past de lijst zich aan uw gegevens aan. Daarbij bevat deze altijd alleen invoeren die beginnen met de ingevoerde letter of die de ingevoerde letters in hun naam hebben. Om een invoer te selecteren gaat u als volgt te werk: 1. met de knoppen OMHOOG en OMLAAG kunt u binnen de lijst bewegen. Het gebruik van het navigatiesysteem geschiedt op eigen risico. HANDSFREE-MODULE om de handsfreemodule naar de voorgrond te halen. STARTSCHERM om het STARTSCHERM naar de voorgrond te halen.! 3.3 Software-toetsenbord Wanneer tekstinvoeren nodig zijn, verschijnt op het beeldscherm een software-toetsenbord. Op het software-toetsenbord kunt u alles met uw vinger invoeren. Daarbij kunnen alleen hoofdletters worden ingevoerd. Bij de invoer van bestemmingsgegevens hoeft u geen speciale tekens en accenten in te voeren. P 9611 vult deze tekens automatisch aan. Voorbeeld: U zoekt naar de plaats,,würzburg", dan voert u,,wurzburg" in. Speciale tekens kunnen echter bij de benoeming van opgeslagen bestemmingen en routes handig zijn. Speciale toetsen voegt een spatie in. wist het teken voor de cursor. opent het cijfertoetsenbord. opent het lettertoetsenbord. opent het toetsenbord voor speciale tekens. Wanneer een speciaal teken wordt ingevoerd, verschijnt automatisch weer het lettertoetsenbord.

Opgelet! Neem absoluut goed nota van de veiligheidsinstructies in hoofdstuk,,belangrijke veiligheidsinstructies", pagina 158. 2. Druk op de gewenste invoer. Zodra u een invoer heeft overgenomen, wordt de lijst gesloten. Gestoorde GPS-ontvangst Wanneer de GPS-ontvangst gestoord is, wordt de navigatie onderbroken. De navigatiesoftware blijft geopend. Zodra weer GPS-signalen worden ontvangen, herkent het navigatiesysteem uw actuele positie, zodat de navigatie kan worden voortgezet. Bereiken van de bestemming Wanneer u de opgegeven bestemming heeft bereikt, wordt een dienovereenkomstige melding gegeven. Op de kaart wordt dan uw actuele locatie aangegeven door een groene driehoek. 4.1.1 Initialisatie van de GPS-ontvanger! 3.5 Opties In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt bereiken. Een uitgebreide beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk,,opties" op pagina 173. Opmerking: de initialisatie van de geïntegreerde GPS-ontvanger kan bij de eerste keer tot 30 minuten in beslag nemen. Wanneer daarna telkens het navigatie-apparaat wordt ingeschakeld, begint de GPSontvangst binnen een minuut. Als het navigatie-apparaat gedurende langere tijd niet werd gebruikt en/of de laatste bestemming meer dan 300 km van de huidige locatie is verwijderd, kan de volgende initialisatie tot 30 minuten in beslag nemen. 3.6 Menu's Sommige knoppen bevatten een menu dat bij bediening van de knoppen wordt geopend. 1. Druk op een menupunt om de functie ervan uit te voeren. 2. Druk op de knop van het menu waarmee het werd geopend, om het weer te sluiten. 4.1 P 9611 starten 1. Schakel het navigatie-apparaat in. 2. Druk in het STARTSCHERM op de knop NAVIGATIE. De volgende melding verschijnt:,,let erop dat de wegenverkeerswet voorrang heeft boven de aanwijzingen van het navigatiesysteem. Bedien het apparaat niet tijdens het rijden." 3. Druk op de knop ANNULEREN, om deze melding niet te accepteren. De navigatiesoftware wordt hierdoor weer afgesloten. 4. Druk anders op de knop OK om de melding te accepteren. Het hoofdvenster wordt geopend. Vanuit het HOOFDVENSTER heeft u toegang tot alle functies van de navigatiesoftware. Druk onderaan het scherm op de gewenste knop: Zodra het navigatie-apparaat is ingeschakeld, begint de initialisatie van de GPSontvanger. In de rechter bovenhoek van het display is het pictogram GPS te zien. Zodra de gegevens van ten minste 3 satellieten worden ontvangen, wisselt het naar GPS GEREED.! Opmerking: mocht het pictogram GPS de toestand GPS GEREED na aanzienlijk minder dan 20 minuten weergeven, dan moet het navigatie-apparaat nog minimaal 15 minuten langer ingeschakeld blijven om een betrouwbare werking van de ontvanger te garanderen. Opgelet! Bij verlaten van het voertuig moet de stroomvoorziening via de sigarettenaansteker worden onderbroken. Aangezien de GPS-ontvanger permanent stroom verbruikt, zou de voertuigaccu zich kunnen ontladen.! 3.4 Lijsten In veel gevallen verschijnen er lijsten waaruit u een invoer kunt selecteren. Dat is b.v. het geval wanneer u een plaats invoert. Met de invoer van de eerste letter verschijnt de grootste plaats van het opgegeven land die begint met deze letter. Wordt een tweede letter ingevoerd, dan verschijnt een lijst die alle plaatsen bevat die beginnen met deze letters. MP3-SPELER om de MP3-speler te openen. Hoofdvenster openen Druk in het STARTSCHERM op de knop NAVIGATIE. Wanneer een ander venster van de navigatiesoftware geopend is, druk dan op de knop 162 163 04 Navigatie TERUG tot het hoofdvenster geopend is. 2. 3. 4.2 Een nieuwe bestemming opgeven Nieuwe bestemmingen zijn voor P 9611 alle bestemmingen waarheen u nog niet heeft genavigeerd of die u niet heeft opgeslagen. U kunt hier een adres opgeven, een POI selecteren of een bestemming van de snelle toegang selecteren. Wanneer u voor de eerste keer een nieuwe bestemming opgeeft, wordt de lijst LANDEN OP DE KAART geopend. Druk op het land waarin uw bestemming ligt. 4. 5. 6. Selecteer ADRES INVOEREN. Het venster ADRES wordt geopend. Voer de naam of de postcode van de plaats van bestemming in. Voer de naam van de straat van bestemming in. Als alternatief kan ook de naam van een bekend object, zoals b.v.,,olympiastadion" of,,eiffeltoren" worden ingevoerd. Voer naar keuze het huisnummer in. Is er geen huisnummer bekend, dan kan ook de naam van een dichtbij gelegen dwarsstraat in het daarvoor bestemde veld worden ingevoerd om naar de kruising van de beide opgegeven straten te navigeren. Opmerking: niet alle adresgegevens hoeven te worden ingevoerd. Bij invoer van de stad zal het navigatieapparaat een route naar het stadscentrum berekenen. Bij invoer van de stad en de straat zal het navigatie-apparaat een route naar het midden van de opgegeven straat berekenen. Druk op de knop NAVIGATIE STARTEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW. Opmerking: informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk,,navigatie starten" op pagina 172. Lees daar a.u.b. verder. 3. Druk op POI'S, om in te stellen welke categorieën op de kaart worden weergegeven. i Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk,,navigatie starten" op pagina 168. Lees daar a.u.b. verder. Bijzondere bestemming in de buurt Bijzondere bestemmingen in de buurt zijn bijzondere bestemmingen die zich in een bepaalde omtrek van uw actuele locatie bevinden. Zo vindt u b.v. het volgende tankstation.!! 4.2.1 Land van bestemming opgeven Boven de rechter bovenhoek van het bovenste invoerveld van de vensters ADRES, POI IN EEN STAD en POI VAN NATIONALE BETEKENIS bevindt zich de knop LAND. Deze laat de landcode zien van het land waarin momenteel bestemmingen voor navigatie kunnen worden opgegeven. 7. Wanneer uw bestemming in een ander land ligt, ga dan als volgt te werk: Opmerking: de GPS-ontvangst moet voldoende zijn voor de positiebepaling. Voldoende GPSontvangst wordt aangegeven door het symbool GPS GEREED (Grijs). Meer informatie vindt u in het hoofdstuk,,gpsstatus" op pagina 179. in de snelle toegang staan drie categorieën bijzondere bestemmingen uit de actuele omgeving ter beschikking, waarheen snel en zonder verdere invoer kan worden gezocht. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk,,bijzondere bestemmingen in de snelle toegang" op pagina 164. Druk in het hoofdvenster op NIEUWE BESTEMMING. Selecteer POI ZOEKEN. Druk op IN DE OMGEVING. Het venster POI IN DE OMGEVING wordt geopend. Geef de categorie van de gezochte bijzondere bestemming op. Wanneer er voor de gekozen categorie subcategorieën zijn, wordt de lijst SUBCATEGORIE geopend. Geef de subcategorie van de gezochte bijzondere bestemming op. De lijst NAAM VAN BESTEMMING wordt geopend. Deze bevat, op afstand gesorteerd, de bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie die het dichtst in de buurt liggen. Druk op de naam van de bestemming. Druk op de knop NAVIGATIE STARTEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW.

Bijzondere bestemming van nationale betekenis Bijzondere bestemmingen van nationale betekenis zijn luchthavens, bezienswaardigheden en monumenten van nationale betekenis, grotere havens e.d. Zo kunt u b. v. bekende bezienswaardigheden ook vinden, wanneer u niet weet bij welke plaats deze horen. 1. 2. 3. 4. Druk in het hoofdvenster op NIEUWE BESTEMMING. Selecteer POI ZOEKEN. Druk op IN HET HELE LAND. Het venster POI VAN NATIONALE BETEKENIS wordt geopend. Geef de categorie van de gezochte bijzondere bestemming op. De lijst NAAM VAN BESTEMMING wordt geopend. Deze bevat, op afstand gesorteerd, de bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie die het dichtst in de buurt liggen. Druk op de naam van de bestemming. Druk op de knop NAVIGATIE STARTEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk,,navigatie starten" op pagina 172. Lees daar a.u.b. verder. 1. 2. 3. 4. 5. 6.! 1. 2. Druk op de knop LAND. De lijst LANDEN OP DE KAART wordt geopend. Druk op het land waarin de bestemming zich bevindt. De lijst LANDEN OP DE KAART wordt weer gesloten. i Op het pictogram wordt de landcode van het land van bestemming getoond.! Opmerking: er kunnen alleen landen worden geselecteerd waarvan ten minste een deel door de momenteel geladen kaart wordt bestreken. 4.2.3 Bijzondere bestemming Bijzondere bestemmingen, ook kortweg POI [ Point Of Interest ] genoemd, zijn handige adressen die aan de hand van bepaalde criteria zijn ingedeeld. Tot de bijzondere bestemmingen behoren o.a. luchten veerboothavens, restaurants, hotels, tankstations, openbare voorzieningen, artsen, ziekenhuizen en winkelcentra. Bijzondere bestemmingen kunnen door een symbool op de kaart worden weergegeven: 1. Druk in het hoofdvenster op OPTIES. 2. Selecteer INSTELLINGEN. 5. Bijzondere bestemming uit een bepaalde plaats Bijzondere bestemmingen uit een bepaalde plaats kunnen bij de navigatie naar een vreemde stad handig zijn. 1. 2. 3. 4. Druk in het hoofdvenster op NIEUWE BESTEMMING. Selecteer POI ZOEKEN. Druk op IN EEN PLAATS. Het venster POI IN EEN STAD wordt geopend. Voer de naam of de postcode van de plaats van bestemming in. 6. 7. 4.2. 2 Adres van bestemming 1. Druk in het hoofdvenster op de knop NIEUWE BESTEMMING. 164 165 04 Navigatie 5. 6. 7. 8. Geef de categorie van de gezochte bijzondere bestemming op. Wanneer er voor de gekozen categorie subcategorieën zijn, wordt de lijst SUBCATEGORIE geopend. Geef de subcategorie van de gezochte bijzondere bestemming op. De lijst NAAM VAN BESTEMMING wordt geopend. Deze bevat, alfabetisch gesorteerd, de bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie. Druk op de naam van de bestemming. Druk op de knop NAVIGATIE STARTEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk,,navigatie starten" op pagina 172. Lees daar a.u.b. verder. bijzondere bestemmingen ter beschikking. Bestemmingen in uw buurt die met een van deze categorieën overeenkomen, kunt u snel en zonder verdere invoer in een lijst laten weergeven: 1. 2. 3. Druk in het hoofdvenster op OPTIES. Selecteer INSTELLINGEN. Druk op POI'S om in te stellen welke categorieën in de snelle toegang ter beschikking staan. Opmerking: de GPS-ontvangst moet voldoende zijn voor de positiebepaling. Voldoende GPS-ontvangst is aangegeven door het symbool GPS GEREED (Grijs). Meer informatie vindt u in het hoofdstuk,,gpsstatus" op pagina 179. Druk in het hoofdvenster op NIEUWE BESTEMMING. Het menu NIEUWE BESTEMMING wordt geopend. Onderin het menu zijn pictogrammen van de categorieën afgebeeld waarvan de bijzondere bestemmingen in de snelle toegang ter beschikking staan. Druk op de categorie van de gezochte bijzondere bestemming. De lijst NAAM VAN BESTEMMING wordt geopend. Deze bevat, op afstand gesorteerd, de bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie die het dichtst in de buurt liggen. Druk op de naam van de bestemming. De kaart gaat open in de modus PREVIEW. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk,,navigatie starten" op pagina 172. 4.3.1 Laatste bestemmingen P 9611 slaat de laatste 30 bestemmingen waarheen u een navigatie heeft gestart, op in de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN. 1. 2. 3. 4. Druk in het hoofdvenster op MIJN BESTEMMINGEN. Selecteer LAATSTE BESTEMMINGEN. Druk op de gewenste bestemming. Druk op de knop NAVIGATIE STARTEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk,,navigatie starten" op pagina 172. i Meer informatie over het invoeren van het thuisadres vindt u in het hoofdstuk,,bestemming als thuisadres vastleggen" op pagina 169. Druk in het Hoofdvenster op NAAR HUIS. Wanneer u uw adres nog niet heeft opgegeven, wordt u in een dialoogvenster daarop gewezen. De navigatie start. Hetzelfde routeprofiel als bij de laatste navigatie geldt. 1.! i i 4.5 Bestemming op de kaart bepalen U kunt de bestemming voor een navigatie direct op de kaart bepalen. Naast de plaatsen en straten kunt u zo ook bijzondere bestemmingen snel kiezen. 1. 2. 3. Druk in het hoofdvenster op OPTIES. Selecteer KAART WEERGEVEN. De kaart gaat open in de modus BESTEMMING ZOEKEN. Druk op het punt waarheen moet worden genavigeerd. Het punt van bestemming waarop u heeft gedrukt, verschijnt onder het dradenkruis. Opmerking: hoe het weergegeven kaartfragment zo kan worden veranderd dat uw bestemming daarop goed zichtbaar is, kunt u nalezen in het hoofdstuk,,kaart in de modus" op pagina 175. 4.2.4 Informatie over de bestemming Over vele bestemmingen die u opgeeft, is meer informatie, zoals b.v. telefoonnummers van restaurants, in de database van het navigatiesysteem opgeslagen. Uitgaande van een van de hierboven beschreven vensters voor invoer van een bestemming gaat u als volgt te werk: 1. Druk op de knop INFORMATIE OVER BESTEMMING. Het venster INFORMATIE OVER BESTEMMING wordt geopend. Het bevat alle informatie die in de database van het navigatiesysteem aanwezig is over de opgegeven bestemming. Druk op de knop OP KAART TONEN om de bestemming op de kaart te zien. Druk op de knop ANNULEREN om het venster INFORMATIE OVER BESTEMMING weer te sluiten. 1. 4.3.2 Favorieten Bestemmingen waar u vaker heen wilt rijden, kunt u opslaan in de lijst FAVORIETEN. Hier kunt u maximaal 500 bestemmingen opslaan. i 2. Informatie over het opslaan van een bestemming vindt u in het hoofdstuk,,bestemming opslaan" op pagina 169. Druk in het hoofdvenster op MIJN BESTEMMINGEN. Selecteer FAVORIETEN. Druk op de gewenste bestemming. Druk op de knop NAVIGATIE STARTEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk,,navigatie starten" op pagina 168.! 1. 2. 3. 4. 3. i i In het onderste derde deel van het beeldscherm worden nu de geografische coördinaten van het punt van bestemming en het betreffende adres weergegeven. 4. Druk op de knop OK. Het venster BESTEMMING OP DE KAART wordt geopend.

In de linker bovenhoek staan de gedetailleerde adresgegevens van het gekozen punt van bestemming. Druk op de knop DAARHEEN NAVIGEREN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk,,navigatie starten" op pagina 168. Lees daar a.u.b. verder. 4.2.5 Bijzondere bestemmingen in de snelle toegang In de snelle toegang staan drie categorieën 4.3 Een opgeslagen bestemming selecteren Onder MIJN BESTEMMINGEN worden in P 9611 de volgende lijsten met bestemmingen of adressen voor selectie ter beschikking gesteld: LAATSTE BESTEMMINGEN: Bestemmingen waarnaar al eens werd genavigeerd. FAVORIETEN: Alle bestemmingen die in P 9611 werden opgeslagen. 4.4 Naar huis navigeren In P 9611 kunt u een adres als thuisadres opslaan. De navigatie daar naartoe kan dan op elk moment door bedienen van één enkele knop worden gestart. Wanneer u voor de eerste keer op de knop NAAR HUIS drukt, wordt u gevraagd uw adres in te voeren. 5. i 166 167 04 Navigatie 05 Bestemmingen beheren 4.6 POI's op de route Tijdens een navigatie kunt u te allen tijde bijzondere bestemmingen uit drie bepaalde categorieën laten weergeven die voor u op de route liggen. Zo komt u b.v. snel te weten hoe ver het nog is tot de volgende parkeerplaats. U kunt deze parkeerplaats dan als tussenbestemming in uw route invoegen. De kaart is geopend in de modus Navigatie. 1. Druk op een willekeurig punt op de kaart. 2. Druk op de knop POI'S OP DE ROUTE. Het venster POI'S OP DE ROUTE wordt geopend. Het laat uit elk van de drie categorieën de twee volgende bijzondere bestemmingen zien die op of dichtbij uw route liggen. De bijzondere bestemmingen zijn gerangschikt op afstand. Een van de bijzondere bestemmingen als tussenbestemming opgeven Wanneer u naar een van de weergegeven bijzondere bestemmingen wilt rijden, druk dan op de knop TUSSENBESTEMMING rechts naast de invoer ervan in de lijst. De route wordt opnieuw berekend. Als volgende routepunt wordt naar de opgegeven bijzondere bestemming gereden.! Opmerking: wanneer u de routeopties wijzigt, blijven deze wijzigingen ook geldig voor volgende navigaties. Informatie over het wijzigen van de afzonderlijke instellingen van het routeprofiel krijgt u, wanneer u op de betreffende knop HELP drukt. Elke bestemming die u opgeeft en de bestemmingen uit de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN kunt u opslaan in de lijst FAVORIETEN. Dat is vooral zinvol wanneer u vaker naar deze bestemming gaat. Geen GPS-ontvangst Wanneer onvoldoende GPS-signaal wordt ontvangen, verschijnt de volgende melding:,,momenteel is geen GPS-signaal beschikbaar. Wilt u de laatste bekende positie gebruiken?" U heeft de volgende mogelijkheden: Druk op de knop OK. De route wordt met de laatste bekende positie als uitgangspunt berekend. Zodra de GPS-ontvangst voldoende is voor de positiebepaling, wordt de route opnieuw berekend en kan de navigatie worden gestart. Druk op de knop ANNULEREN. Het Hoofdvenster wordt geopend. De gewenste bestemming is opgeslagen in de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN. 5.1. 1 Bestemming opslaan 1. Geef de bestemming op zonder op de knop NAVIGATIE STARTEN te drukken. 2. Druk op de knop OPTIES. 3. Selecteer BESTEMMING OPSLAAN. OF 1. Selecteer de bestemming uit de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN zonder op de knop NAVIGATIE STARTEN te drukken. Druk op de knop OPTIES. Selecteer ALS FAVORIET OPSLAAN. Voer de naam voor de bestemming in. Wanneer de bestemming als thuisadres moet worden vastgelegd, druk dan op de knop WIJZIGEN, zodat de waarde JA zwart is gemarkeerd. Druk op de knop OPSLAAN. 5.1. 2 Bestemming als thuisadres vastleggen U kunt een bestemming uit de lijst FAVORIETEN als thuisadres vastleggen om de navigatie naar deze bestemming snel en eenvoudig via het hoofdvenster te starten. Hiervoor drukt u op de knop NAAR HUIS. Om een adres als thuisadres te kunnen vastleggen, gaat u als volgt te werk: 1. Selecteer uit de lijst FAVORIETEN de bestemming die als thuisadres moet worden vastgelegd. Druk op de knop OPTIES. Selecteer THUISADRES. 2. 3. 2. 3. 4. 5. De opgegeven bestemming is nu als uw thuisadres opgeslagen. In de lijst FAVORIETEN is het thuisadres door het symbool van een huis gemarkeerd. 6. 4.7 Navigatie starten De kaart is geopend in de modus PREVIEW. De navigatiebestemming is door een klein vlaggetje weergegeven. Het rijtraject en de vermoedelijke rijduur worden weergegeven. Aan de berekening van de route ligt een zogenoemd routeprofiel ten grondslag. Wanneer u dit routeprofiel nu wilt bekijken of wijzigen, druk dan op de knop ROUTEPROFIEL. 168 169 06 Routes met etappes U kunt de routeplanning ook uitvoeren, wanneer u geen GPS-ontvangst heeft, om bijvoorbeeld aan de hand van een aangelegde route uw vakantieroute te plannen. Ga te werk zoals hierboven beschreven. 6.2 Routes beheren Elke geplande route kunt u onder een bepaalde naam opslaan. startpunt en ten minste één routepunt zijn genoteerd. 1. Druk op de knop ROUTE WEERGEVEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW. Het startpunt en de routepunten zijn door kleine vlaggetjes gemarkeerd. Voor elke etappe zijn de afstand en de vermoedelijke rijduur aangegeven. Bovendien zijn deze gegevens voor de hele route aangegeven. 6.1 Routes plannen 1. Druk in het hoofdvenster op de knop OPTIES. De lijst OPTIES wordt geopend. 2. Selecteer ROUTEPLANNING. Het venster ROUTEPLANNING wordt geopend. 6. 1.1 Startpunt opgeven Het startpunt van een route is het punt waarop u met de rit wilt beginnen. Dit kunt u onafhankelijk van uw actuele positie vastleggen. Het startpunt is alleen belangrijk wanneer u een geplande route op de kaart wilt zien, maar momenteel geen GPS-ontvangst heeft of zich niet op het geplande startpunt bevindt. Het startpunt dat u opgeeft, heeft daarom ook het volgnummer 0. Zodra u een navigatie start, wordt voor de routeberekening uw huidige locatie als startpunt gebruikt. De eerste etappe is dus de rit naar het routepunt met het volgnummer 1. 1. Druk op het veld STARTPUNT VASTLEGGEN. Het menu STARTPUNT wordt geopend. Wanneer u uw actuele locatie als startpunt wilt opgeven: 2. Druk op het menupunt ACTUELE LOCATIE. Wanneer u een ander startpunt wilt opgeven: 3. Druk op de betreffende knop. 4. Geef het gewenste startpunt op. 5. Ddruk op de knop STARTPUNT INSTELLEN. Het gekozen startpunt wordt nu naast de knop 0 [ Startpunt ] weergegeven. Startpunt wijzigen Druk op het veld STARTPUNT VASTLEGGEN. Het menu STARTPUNT wordt geopend. U kunt nu een ander startpunt opgeven. 6.1.2 Routepunten opgeven De routepunten van een route zijn de bestemmingen waarheen u wilt navigeren. Vóór elk routepunt is het volgnummer ervan op een knop zichtbaar. 1. Druk op het veld ROUTEPUNT VASTLEGGEN. Het menu ROUTEPUNT wordt geopend. 2. Selecteer de manier waarop u de bestemming wilt opgeven. 3. Geef het routepunt op. 4. Druk op de knop TOEVOEGEN. Het gekozen routepunt wordt nu naast zijn volgnummer weergegeven. Herhaal deze stappen voor elke verdere bestemming die u aan de route wilt toevoegen.

! Opmerking: alleen het startpunt en de routepunten worden opgeslagen, maar niet de berekende route. Om een opgeslagen route te laden, moet deze voor de navigatie opnieuw worden berekend. Opgeslagen routes kunt u laden, een nieuwe naam geven of wissen. 6.3.2 Route simuleren U kunt een navigatie ook alleen simuleren. 6.2.1 Route opslaan Het venster ROUTEPLANNING is geopend. U heeft het startpunt en ten minste één routepunt opgegeven. 1. Druk op de knop OPTIES. 2. Selecteer ROUTE OPSLAAN. 3. Voer een naam in voor de route. 4. Druk op de knop OPSLAAN. De bestemming is nu opgenomen in de lijst OPGESLAGEN ROUTES.! Opmerking: voor een simulatie is geen GPSontvangst nodig. Er kunnen alleen routes met een lengte van maximaal 100 km worden gesimuleerd. 6.1. 3 Routepunten bewerken Routepunten kunnen uit een route worden gewist. De volgorde van de routepunten kan naar believen worden veranderd. U heeft een route laten berekenen en weergeven. 1. Druk op de knop OPTIES. 2. Selecteer SIMULATIE. De route wordt voor de simulatie opnieuw berekend. De simulatie wordt na de berekening gestart. Simulatie beëindigen De simulatie kan te allen tijde worden beëindigd. 1. Druk op de knop TERUG. Nadat het beëindigen van de simulatie werd bevestigd, wordt het hoofdvenster geopend.! Opmerking: het startpunt kan niet worden verschoven en ook niet worden gewist. Druk op het routepunt dat moet worden bewerkt. Het contextmenu bevat de volgende knoppen: ROUTEPUNT NAAR VOREN: schuift het gekozen routepunt verder naar voren. [ Voorbeeld: routepunt 2 wordt routepunt 1 ] ROUTEPUNT NAAR ACHTER: schuift het gekozen routepunt verder naar achter. [ Voorbeeld: routepunt 2 wordt routepunt 3 ] WISSEN: wist het geselecteerde routepunt. Bevestiging van het wissen via een dialoogvenster. 6. 2.2 Route laden 1. Druk op de knop OPTIES. 2. Selecteer OPGESLAGEN ROUTES. 3. Druk op de gewenste route. 4. Druk op de knop ROUTE LADEN. Het venster ROUTEPLANNING wordt geopend. Het startpunt en de routepunten van de geladen route zijn genoteerd. 6.3 Navigatie Om een route te starten of te simuleren, moet de route eerst worden berekend. 6.3. 3 Navigatie starten U heeft een route laten berekenen en weergeven. Aan de berekening van de route liggen zogenoemde routeopties ten grondslag. Om deze te bekijken of te wijzigen: 1. Druk op de knop ROUTEPROFIEL. 6. 3.1 Route berekenen en weergeven Een geplande route kan ook zonder GPS-ontvangst berekend en op de kaart weergegeven worden. Het venster ROUTEPLANNING is geopend. Het 170 171 06 Routes met etappes 07 Opties! Opmerking: wanneer de routeopties worden gewijzigd, blijven deze wijzigingen ook geldig voor volgende navigaties. Informatie over het wijzigen van de afzonderlijke instellingen van het routeprofiel krijgt u, wanneer u op de betreffende knop HELP drukt. 2. Selecteer NAVIGATIE STARTEN of begin te rijden. Geen GPS-ontvangst Als het ontvangen GPS-signaal niet voldoende is, heeft u de volgende mogelijkheden: Druk op de knop OK om de route met de laatste bekende positie als uitgangspunt te berekenen. Zodra de GPS-ontvangst voldoende is voor de positiebepaling, wordt de route opnieuw berekend en kan de navigatie opnieuw worden gestart. Druk op de knop ANNULEREN om de bestemming in de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN op te slaan. In sommige vensters verschijnt de knop OPTIES via welke u verdere functies kunt bereiken: 1. Druk op de knop OPTIES om de lijst met opties te openen. 2. Selecteer de gewenste optie. 3. Druk opnieuw op de knop OPTIES, om de lijst te sluiten zonder een optie te selecteren. ALLES WISSEN: wist alle bestemmingen in de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN. De lijst is daarna leeg. Het wissen moet via een dialoogvenster worden bevestigd. ALS FAVORIET OPSLAAN: slaat de opgegeven bestemming in de lijst FAVORIETEN op. touchscreen-display opnieuw kan worden gekalibreerd als dit onnauwkeurig reageert op aanrakingen. KAART WEERGEVEN: opent de kaart in de modus BESTEMMING ZOEKEN. Hier kan een navigatiebestemming direct op de kaart worden bepaald. i Meer informatie vindt u in het hoofdstuk,,bestemming op de kaart bepalen" op pagina 167. WISSEN: wist de gekozen bestemming uit de lijst FAVORIETEN of de gekozen route uit de lijst OPGESLAGEN ROUTES. Het wissen moet via een dialoogvenster worden bevestigd. NIEUWE ROUTE: wist het startpunt en alle routepunten uit het venster ROUTEPLANNING, zodat een nieuwe route kan worden gepland. De tevoren geplande route moet eventueel onder een andere naam worden opgeslagen. PRODUCT: opent een venster waarin informatie over de geïnstalleerde softwareversie alsmede de opgeslagen tijd van het navigatiesysteem kan worden bekeken. ROUTE OPSLAAN: opent een venster waarin de geplande route onder een bepaalde naam kan worden opgeslagen. i Meer informatie vindt u in het hoofdstuk,,bestemming opslaan" op pagina 169. OP KAART TONEN: toont het opgegeven adres op de kaart. INSTELLINGEN: opent het venster INSTELLINGEN waarin het navigatiesysteem kan worden geconfigureerd. i Meer informatie vindt u in het hoofdstuk,,p 9611 configureren" op pagina 181. OPGESLAGEN ROUTES: opent een venster waarin een opgeslagen route kan worden geladen. GPS-STATUS: opent het venster GPS-STATUS. Hier kunnen details over de GPS-ontvangst worden bekeken alsmede de gegevens van de actuele locatie worden opgeslagen. i Meer informatie vindt u in het hoofdstuk,,route opslaan" op pagina 171. i Meer informatie vindt u in het hoofdstuk,,gps-status" op pagina 179. ROUTEPLANNING: opent het venster ROUTEPLANNING. Hier kunnen routes gepland, geplande routes beheerd en de navigatie op een geplande route gestart worden. i THUISADRES: slaat het gekozen adres op als uw thuisadres dat dan via de knop NAAR HUIS kan worden geselecteerd. @@@@Hiervoor is geen GPS-ontvangst nodig. @@@@Het wissen moet via een dialoogvenster worden bevestigd. @@@@Druk op de knop OPTIES. 2. Selecteer INSTELLINGEN. 3. Druk op ACTUELE KAART. 1. 2. Druk op de knop ROUTEPROFIEL. Selecteer NAVIGATIE STARTEN, om met de rit te beginnen. @@Als startpunt wordt nu uw actuele locatie in de berekening opgenomen. @@Zo kan de navigatie naar deze bestemming,,op commando" starten. @@@@De kaart gaat open in de modus PREVIEW. U ziet de hele route. [ Afb. @@@@@@@@[ 2 ] De bestemming is gemarkeerd door een klein vlaggetje. @@@@@@9 174 175 08 Werken met de kaart 1. Druk op de knop OPTIES. 2. Selecteer INSTELLINGEN. 3. Druk op BASISINSTELLINGEN. 4. Toon of verberg informatie. [4] Een GROENE driehoek geeft de actuele positie weer. @@De kaart gaat open in de modus NAVIGATIE. [ Afb. 10 ] [ 1 ] Geeft aan welke bewegwijzering moet worden gevolgd. [ 2 ] Geeft evt. geldende maximumsnelheden aan. @@@@@@@@[ 5 ] De route is in de kleur GROEN gemarkeerd. [ 6 ] Een GROENE driehoek geeft uw actuele positie op de kaart weer. Daarbij zorgt een continu veranderend kaartfragment ervoor dat de actuele positie altijd zoveel mogelijk in het midden op de kaart wordt weergegeven.

[ 7 ] Geeft de hoogte boven het normaal nulpunt en de actuele snelheid aan. [ 8 ] Laat het rijtraject, de vermoedelijke rijduur en de vermoedelijke aankomsttijd zien. [ 9 ] Laat het rijtraject, de vermoedelijke rijduur en de vermoedelijke aankomsttijd voor de actuele etappe zien. [ 10 ] De rijbanen die naar uw bestemming lopen, zijn in de kleur groen weergegeven. [ 11 ] In het bovenste straatveld staat de naam van het deeltraject waarop u hierna moet gaan rijden. [ 12 ] In het onderste straatveld staat de naam van het deeltraject waarop u zich momenteel bevindt. ROUTEPUNT OVERSLAAN: Druk op deze knop om het volgende routepunt over te slaan. Deze knop is niet actief wanneer er geen 2 routepunten meer voor u liggen. BLOKKADE: blokkeert een deeltraject om b. v. om een file te omzeilen. De route wordt dan om het geblokkeerde deeltraject heen berekend. Door opnieuw op deze knop te drukken, wordt de blokkade weer opgeheven. POI'S OP DE ROUTE: door op deze knop te drukken, worden bijzondere bestemmingen van de opgegeven route weergegeven. Een hier weergegeven bestemming kan ook als tussenbestemming worden ingevoegd. Druk hiervoor op de knop TUSSENBESTEMMING.! Opmerking: de weergave van veel van de hierboven genoemde bereiken kunnen via OPTIES > INSTELLINGEN > BASISINSTELLINGEN worden geconfigureerd. Enkele weergaven staan alleen dan ter beschikking, wanneer de betreffende informatie in het kaartmateriaal beschikbaar is. wanneer op het grote pijlveld wordt gedrukt, wordt de actueel geldige rij-instructie herhaald. [4] Navigatie beëindigen Om de navigatie te beëindigen, gaat u als volgt te werk: 1. Druk op de knop TERUG. Bevestig het beëindigen. 8.4 Kaart in de modus Bestemming zoeken De kaart is altijd in de modus BESTEMMING ZOEKEN, wanneer u een dradenkruis op de kaart ziet. [ Afb. 11 ] Wanneer u net onderweg bent, verandert de kaart niet. Deze is altijd zo georiënteerd dat het noorden boven is. 2. [1] [2] [5] [7] [3] [8] [6] [4] [ 10 ] [9] [ 11 ] [ 12 ] Functies van de kaart in de modus Navigatie Druk op een willekeurig punt van de kaart in de modus NAVIGATIE. Er verschijnen knoppen met verschillende functies. 2D / 3D: wisselt tussen 2D- en 3D-modus. Het pictogram van de actueel ingestelde modus is groen weergegeven. DAG / NACHT: wisselt tussen de touchscreendisplay-modi DAG en NACHT. Het pictogram van de actueel ingestelde modus is groen weergegeven. TUSSENBESTEMMING: opent een menu voor de invoer van een tussenbestemming. De navigatie gaat dan eerst naar deze tussenbestemming. Daarna kan de navigatie naar de oorspronkelijke bestemming worden voortgezet. UITZOOMEN: het weergegeven kaartfragment wordt groter. Er zijn minder details te zien. INZOOMEN: het weergegeven kaartfragment wordt kleiner. Er zijn meer details te zien. Afb. 10 ZOOMEN: is deze knop actief, dan kan een kaartfragment met de vinger of een stift van linksboven naar rechtsonder ingetekend en vervolgens naar schermgrootte gezoomd worden. Wordt het kaartfragment van rechtsonder naar linksboven ingetekend, dan wordt uit de kaart uitgezoomd. 176 177 08 Werken met de kaart 09 Nuttige functies Er verschijnen knoppen met verschillende functies. DAARHEEN NAVIGEREN: start de navigatie naar het geselecteerde punt. Lopende navigaties worden afgebroken. TUSSENBESTEMMING: stelt het geselecteerde punt van bestemming als tussenbestemming in. De navigatie gaat dan eerst naar deze tussenbestemming. Daarna kan de navigatie naar de oorspronkelijke bestemming worden voortgezet. Deze functie is alleen geactiveerd, wanneer net een navigatie loopt. ALS BESTEMMING VASTLEGGEN: voegt het gekozen punt als laatste punt in de routeplanning toe. Wanneer nog geen routeplanning is geopend, wordt het gekozen punt het eerste routepunt van een nieuwe routeplanning. OPSLAAN: opent het venster BESTEMMING OPSLAAN ALS... hier kan een naam worden ingevoerd, onder welke het opgegeven punt in de lijst FAVORIETEN wordt opgeslagen. 9.1 GPS-status, actuele locatie opslaan In het venster GPS-STATUS vindt u een overzicht van de gegevens die het navigatiesysteem uit de ontvangen GPS-signalen berekent. De GPS-status kan via de opties van een groot aantal vensters worden bereikt. 1. Druk op OPTIES. 2. Selecteer GPS-STATUS. De actuele locatie kan in de lijst FAVORIETEN worden opgeslagen. 3. Druk op de knop POSITIE OPSLAAN. Het dialoogvenster BESTEMMING OPSLAAN ALS... wordt geopend. De cursor knippert in het veld NAAM. 4. Voer de naam voor de bestemming in. 5. Leg eventueel de actuele positie vast als thuisadres. 6. Druk op de knop OPSLAAN. Belemmeringen op de route kan het navigatiesysteem ONTWIJKEN of NEGEREN. De knop ONTWIJKEN / NEGEREN geeft de betreffende status aan. Druk op de knop TERUG om het venster VERKEERSINFORMATIE weer te sluiten. Afb. 11 VERSCHUIVEN: is deze knop actief, dan kan het weergegeven kaartfragment met de vinger of een stift in de gewenste richting worden verschoven. HELE ROUTE: zoomt de kaart zo, dat de hele route zichtbaar is. i Meer informatie vindt u in het hoofdstuk,,bestemming opslaan" op pagina 169. 9.2 TMC [ Verkeersinformatie ] Uw apparaat beschikt over een geïntegreerde TMContvanger, maar pas als u het via de autolaadkabel hebt aangesloten, beschikt het navigatiesysteem over actuele verkeersinformatie. Indien nodig kan de route dynamisch worden aangepast, bijv. om een file te ontwijken. De actueel geldige verkeersinformatie kan via de opties van een groot aantal vensters worden bereikt. 1. Druk op de knop OPTIES. 2. Selecteer VERKEER. Het venster VERKEERSINFORMATIE wordt geopend. Boven de lijst laat de knop GETOONDE INFORMATIE zien wat voor soort verkeersinformatie in de lijst staat en hoeveel meldingen aanwezig zijn. 3. Druk op de knop GETOONDE INFORMATIE om vast te leggen welke meldingen moeten worden weergegeven. Voor elke verkeersinformatie in de lijst wordt informatie over plaats en soort verkeersbelemmering weergegeven. 4. Druk op een melding om gedetailleerde informatie op te vragen. 9.3 Instellingen TMC In het venster INSTELLINGEN TMC kunt u de TMC-zender instellen en configureren of en hoe de ontvangst van verkeersinformatie die betrekking heeft op uw route, effect heeft op de navigatie. Ga als volgt te werk: 1. Druk in het venster VERKEERSINFORMATIE op OPTIES. 2. Selecteer INSTELLINGEN TMC. Zender zoeken Druk op de knop ZENDER ZOEKEN om de instellingen van de zender vast te leggen waarvan verkeersinformatie wordt ontvangen. AUTOMATISCH: met de pijlknoppen in het bereik Zender kan een andere zender worden ingesteld. Het systeem zoekt een andere zender, wanneer de ontvangst gestoord wordt. ZENDER VASTHOUDEN: met de pijlknoppen in het bereik Zender kan een andere zender worden ingesteld. Het systeem zoekt dezelfde zender op een andere frequentie, wanneer de ontvangst gestoord wordt. FREQUENTIE VASTHOUDEN: met de pijlknoppen in het bereik Zender kan een andere frequentie worden ingesteld. Het systeem zoekt geen andere zender, wanneer de ontvangst gestoord wordt. HUIDIGE LOCATIE: kiest het weergegeven kaartfragment zo dat de huidige locatie in het midden ligt.

ZOEKEN IN OMGEVING: opent het venster POI IN DE OMGEVING. ier kan worden gezocht naar bestemmingen in de buurt van het opgegeven punt. Druk op de knop BESTEMMING ZOEKEN om de modus BESTEMMING ZOEKEN te beëindigen. U bevindt zich weer in het venster van waaruit u deze modus heeft gestart. Druk op de knop TERUG om terug te keren naar het HOOFDVENSTER. Wanneer u zich net in een navigatie bevindt, wordt u gevraagd het afbreken van de navigatie te bevestigen. 8.4.1 Werken in de modus Bestemming zoeken 1. Druk op het punt waarheen moet worden genavigeerd. Het punt van bestemming verschijnt onder het dradenkruis. In het onderste derde deel van het beeldscherm worden nu de geografische coördinaten van het punt van bestemming en het betreffende adres weergegeven. 2. Druk op de knop OK. 178 179 09 Nuttige functies 10 P 9611 configureren Nieuwe berekening van de route Druk op de knop NIEUWE BEREKENING VAN DE ROUTE om vast te leggen hoe rekening moet worden gehouden met nieuwe verkeersinformatie die betrekking heeft op uw route. AUTOMATISCH: Er wordt automatisch een uitwijkroute berekend. OP VERZOEK: De melding wordt weergegeven. In dit venster kan worden vastgelegd of een uitwijkroute moet worden berekend of niet. Het venster INSTELLINGEN is het uitgangspunt voor alle aanpassingen waarmee u P 9611 naar uw persoonlijke behoeften instelt. De instellingen kunnen via de opties van een groot aantal vensters worden bereikt. 1. Druk op de knop OPTIES. 2. Selecteer INSTELLINGEN. Het venster INSTELLINGEN heeft meerdere knoppen: ACTUELE KAART, POI'S, BASISINSTELLINGEN en ROUTEPROFIEL. 3. Druk op de gewenste knop om het betreffende instellingsvenster te openen. De instellingen van de afzonderlijke vensters zijn verdeeld over meerdere beeldschermpagina's. Blader met de knoppen NAAR LINKS en NAAR RECHTS. Sommige instellingen kunnen maar twee of drie verschillende waarden aannemen. Deze instellingen herkent u aan de knop WIJZIGEN. Alle mogelijke waarden zijn zichtbaar. De momenteel geldige waarde is zwart gemarkeerd. 1. Druk op de knop WIJZIGEN om te wisselen tussen de mogelijke waarden. Sommige instellingen kunnen vele verschillende waarden aannemen. Deze instellingen herkent u aan de knop LIJST. De momenteel geldige waarde is zichtbaar. 1. Druk op de knop LIJST. Een lijst met de mogelijke waarden wordt geopend. De momenteel geldige waarde is gemarkeerd. 2. 3. Druk op de gewenste waarde. Deze is nu gemarkeerd. Druk op de knop OK. De lijst wordt weer gesloten. De nieuwe waarde wordt weergegeven. Bij iedere instelling is er een knop HELP. Druk op de knop HELP om een nauwkeurige toelichting bij de betreffende instelling op te vragen. 1. Het instellingsvenster kan op twee manieren worden gesloten: 1. Druk op de knop KLAAR. Uitgevoerde wijzigingen worden overgenomen. 2. Druk op de knop ANNULEREN. Uitgevoerde wijzigingen worden niet overgenomen. Het venster INSTELLINGEN wordt weer geopend. 180 181 11 MP3-speler 12 Handsfree-module Via de geïntegreerde MP3-speler kunnen, ook terwijl de navigatiesoftware geopend is, MP3-bestanden worden afgespeeld. Hiervoor moeten de MP3bestanden eerst op de meegeleverde geheugenkaart worden gekopieerd. MP3-bestanden op apparaat kopiëren 1. Schakel het navigatie-apparaat in. 2. Steek de meegeleverde USB-kabel in het navigatie-apparaat en de computer in. WEERGAVE: speelt het gemarkeerde bestand of de bestanden van de gemarkeerde map af. MAP OPENEN: opent de gemarkeerde map. 11.1 MP3-instellingen 1. Druk op INSTELLINGEN. In het venster MP3INSTELLINGEN kunnen de instellingen voor de weergavemodus worden uitgevoerd. 2. Druk op de knop WIJZIGEN naast de betreffende instelling om te wisselen tussen de mogelijke waarden.! De actueel geldige waarde is geel gemarkeerd. Opmerking: gedetailleerde informatie over de wijziging van afzonderlijke instellingen kan worden bekeken door op de betreffende knop HELP te drukken. EÉN NIVEAU NAAR BOVEN: markeert de hogere map. MARKERING NAAR BENEDEN: markeert het volgende element in de lijst. MARKERING NAAR BOVEN: markeert het vorige element in de lijst. PAUZE: stopt het actuele afspelen. VOORTZETTEN: zet het actuele afspelen voort. VOORUITLOPEN: spoelt het afgespeelde bestand naar voren. ACHTERUITLOPEN: spoelt het afgespeelde bestand terug. VOLUME: opent de volumebalk.! 3. 4. Opmerking: Het navigatiesysteem kan niet via de USB-kabel worden geladen. Windows maakt een nieuw station aan. Hierin bevindt zich een map met de naam,,mp3". Kopieer de gewenste MP3-bestanden in deze map. Er kunnen ook hele mappen, b.v. complete albums, in deze map worden gekopieerd. Het aanzicht van de MP3-speler zal bij de nieuwe start bijwerken naar de MP3-speler met de nieuwe MP3's. 5. De handsfree-module biedt u de mogelijkheid, P 9611 te gebruiken als handsfree-set voor uw mobiele telefoon. Handsfree-module openen Druk in de navigatiesoftware op de knop HANDSFREE-MODULE. Het venster HANDSFREE-MODULE wordt geopend. Handsfree-module bedienen Het volume van de handsfree-module kan onafhankelijk van het volume van het navigatiesysteem worden geregeld. Druk op de knop MP3-SPELER om de MP3-speler naar de voorgrond te halen. Druk op de knop NAVIGATIE om de navigatiesoftware naar de voorgrond te halen. Druk op de knop STARTSCHERM om het STARTSCHERM naar de voorgrond te halen. MP3-speler openen Druk in het STARTSCHERM op de knop MP3-SPELER. Wanneer de navigatiesoftware geopend is: 1. Druk onderaan het scherm op de knop MP3-SPELER. Het venster MP3-SPELER wordt geopend. Druk op de knop NAVIGATIE om de navigatiesoftware naar de voorgrond te halen. Druk op de knop STARTSCHERM om het STARTSCHERM naar de voorgrond te halen. MP3-bestanden afspelen Markeer in de lijst de map of het bestand die/dat u wilt afspelen. 12. 1 Verbinding met een telefoon P 9611 moet verbonden zijn met een mobiele telefoon, om de telefoonfuncties ter beschikking te kunnen hebben. De P 9611 bevindt zich na de eerste inbedrijf-stelling in de modus,,herkenbaar voor andere Nee". Hoe u deze instelling verandert kunt u nalezen onder 12.7.1 Bluetooth activeren. (pagina 186) Wanneer geen Bluetooth-verbinding wordt opgebouwd, kan dit verschillende oorzaken hebben. 1. Bluetooth is gedeactiveerd in de handsfreemodule van P 9611. Activeer Bluetooth. Zorg ervoor dat P 9611 door andere Bluetooth-apparaten kan worden herkend. [ zie,,bluetooth activeren", pagina 186 ] 2. Bluetooth is gedeactiveerd op de mobiele telefoon of ingesteld op,,onzichtbaar". Activeer Bluetooth op uw mobiele telefoon. Zorg ervoor dat uw mobiele telefoon door andere Bluetooth-apparaten kan worden herkend. Verdere informatie vindt u in het handboek van uw mobiele telefoon. 3. P 9611 was nog nooit met uw mobiele telefoon verbonden. Breng de verbinding handmatig tot stand. [ zie,,bluetooth-verbinding opbouwen", pagina 186 ] Informatie Tijdens het afspelen van een bestand wordt boven in het venster MP3-SPELER de volgende informatie weergegeven: 1.