ERCP Informatiebrochure
Inhoud 1 Wat is een ERCP? 3 2 Wanneer is een ERCP aangewezen? 3 3 Hoe verloopt dit onderzoek? 4 4 Direct behandelen 5 5 Voorbereiding 6 6 Medicatie 6 7 Wat zijn de mogelijke risico s en complicaties? 7 8 Uitslag en nazorg 8 AZ Klina 2
1 Wat is een ERCP? Klachten rond de galwegen en/of de alvleesklier (pancreas) kunnen voor een arts reden zijn tot het uitvoeren van een ERCP. Deze afkorting staat voor Endoscopische Retrograde Cholangioen Pancreaticografie. Dit is een onderzoeksmethode die de arts inzicht verschaft in de situatie rond de gal- en de alvleesklierwegen. Hij kan dit doen door een flexibele slang met een videocamera - de duodenoscoop in het lichaam van de patiënt te brengen. Door deze duodenoscoop kan de arts instrumenten in de galwegen inbrengen om gerichte röntgenfoto s te maken, eventuele afwijkingen op te sporen of juist uit te sluiten en bepaalde behandelingen uit te voeren. 2 Wanneer is een ERCP aangewezen? bij vermoeden van galstenen in de galwegen bij het bestaan van geelzucht ten gevolge van een vernauwing of verstopping (obstructie) van de galwegen bij ontsteking in de alvleesklier met verwikkelingen bij verwikkelingen na een galblaas- of galwegoperatie (lekken van gal, vernauwing in de galwegen, ) AZ Klina 3
3 Hoe verloopt dit onderzoek? Twee logistieke medewerkers brengen u voor het onderzoek met bed naar de medische beeldvorming. Omdat dit een langdurig onderzoek is, gebeurt dit in ons ziekenhuis systematisch onder algemene verdoving in het bijzijn van een anesthesist. Hiervoor krijgt u een infuus waarlangs het verdovend middel wordt ingespoten. Als u slaapt, wordt een buisje in de luchtpijp gebracht, om zuurstof via een beademingsapparaat toe te dienen. Met een knijper op de vinger of op het oor controleert de anesthesist gedurende het hele onderzoek de hartslag, ademhaling en het zuurstofgehalte in het bloed. Tijdens een ERCP ligt u op uw buik of linkerzijde op de onderzoekstafel. De arts brengt een flexibele slang via de keel in het lichaam. Deze slang is ongeveer een centimeter dik en wordt duodenoscoop genoemd. Dit toestel is soepel en bestuurbaar. Om de slang te beschermen plaatst een verpleegkundige een mondstuk tussen de tanden/kaken. De duodenoscoop gaat door dit mondstuk de keel in en wordt van daaruit doorgeschoven naar de slokdarm. Vanaf dit punt bestuurt de arts de duodenoscoop verder tot in de twaalfvingerige darm. Hier bevinden zich de uitgangen van de galwegen en de alvleesklier. Over het algemeen is het opvoeren van de slang een eenvoudige handeling. Door de duodenoscoop kan de arts een katheter opvoeren die via de kop naar buiten komt. Hiermee kan de arts contrastvloeistof in de galwegen brengen. Deze vloeistof zorgt voor contrast, dat nodig is om duidelijke foto s te maken. Vervolgens maakt de arts foto s van de galwegen en de afvoerkanalen van de alvleesklier. Hiermee kunnen afwijkingen vastgesteld worden. AZ Klina 4
Een ERCP duurt doorgaans een 30 tot 45 minuten. Soms kan het onderzoek uitlopen tot meer dan een uur. Na afloop van het onderzoek zal u zich nog wat slaperig voelen en is het goed mogelijk dat u zich niets meer herinnert van het onderzoek. 4 Direct behandelen Het kan zijn dat de arts besluit direct een behandeling uit te voeren. Wanneer hij bijvoorbeeld galstenen vaststelt, kan hij deze met een speciaal grijpertje of korfje (Dormia-basket) of met een ballon verwijderen. Deze instrumenten worden door de duodenoscoop opgevoerd en bieden de arts de mogelijkheid tot handelen. Zo kan de arts bijvoorbeeld ook plastic of metalen buisjes (stents) plaatsen bij vernauwingen in de galwegen. Hierdoor kan gal weer afvloeien en verdwijnt geelzucht. De buisjes helpen eveneens bij patiënten die last van galstenen hebben. Door buisjes in de galwegen te plaatsen, kunnen stenen de galwegen niet meer blokkeren. Soms is het nodig dat de arts de uitgang van de galwegen iets breder maakt. Het gaat daarbij om de uitgang van de galweg in de twaalfvingerige darm die papil van Vater wordt genoemd. De kringspier die deze uitgang afsluit, heet de sfincter van Oddi. Het insnijden van deze kringspier (= sfincterotomie of papillotomie), gebeurt met een elektrisch mesje. Soms kan hierbij een lichte bloeding optreden. Wanneer de arts op iets afwijkends stuit, kan hij een stukje weefsel hiervan wegnemen. AZ Klina 5
5 Voorbereiding Voor het onderzoek moet u nuchter zijn. Vanaf 12 u. s nachts mag u daarom niets meer eten of drinken. Wanneer het onderzoek in de namiddag plaatsvindt, mag u s morgens nog een licht ontbijt hebben. Dit moet minimaal zes uur voor de afgesproken aanvangstijd van het onderzoek genuttigd zijn. Het is heel belangrijk dat u nuchter bent! Losse gebitsdelen en juwelen moeten worden uitgedaan. 6 Medicatie Omdat bij een ERCP de galweguitgang opengesneden kan worden, is het belangrijk dat de bloedstolling in orde is. Medicijnen als Sintrom, Marcoumar of Asaflow, Cardio aspirine, Aspirine, Plavix, Ticlid, Persantine beïnvloeden de bloedstolling. Deze medicijnen worden bij voorkeur voorafgaand aan een ERCP gestopt. Wanneer u medicijnen gebruikt die de bloedstolling beïnvloeden, moet u dit ruim van tevoren melden aan de behandelend arts. Het gebruik van deze middelen binnen de 7 dagen voor een ERCP kan langdurige bloedingen veroorzaken. Omdat bij het manipuleren van de galwegen bacteriën in de bloedbaan terecht kunnen komen, worden op voorhand antibiotica toegediend. AZ Klina 6
7 Wat zijn de mogelijke risico s en complicaties? Hoewel een ERCP doorgaans een veilig onderzoek is, kunnen er complicaties optreden. Van de onderzoeken naar maag-darm-leverziekten is de ERCP degene waaraan het meeste risico s zijn verbonden. Meestal hebben complicaties te maken met onderliggende ziekten. Als er nog voedsel in de maag aanwezig is, zou u zich tijdens het ERCP kunnen verslikken en kan het voedsel in de luchtpijp terecht komen. Hierdoor kan er een luchtweginfectie of een longontsteking optreden. Het is daarom dat u preventief een buisje in de luchtwegen krijgt terwijl u slaapt. (intubatie) Door het inspuiten van contrastmiddel kan er een infectie in galwegen of alvleesklier ontstaan. Het insnijden van de galwegen kan een bloeding veroorzaken. In de meeste gevallen stopt deze bloeding spontaan. Zelden is daarvoor een operatie noodzakelijk. Ook kan in zeldzame gevallen een ontsteking van de alvleesklier ontstaan (pancreatitis). Dit is de ernstigste complicatie die gelukkig in minder dan 5% optreedt en zeer zelden fataal kan zijn. AZ Klina 7
8 Uitslag en nazorg Na het onderzoek wordt u terug in uw bed geïnstalleerd door de verpleegkundige en wordt u naar recovery gebracht om te ontwaken. Als u voldoende wakker bent, brengen ze u terug naar de afdeling waar u verder kunt rusten. De verpleging zal de eerste uren na het onderzoek regelmatig de bloeddruk en de polsslag controleren. Er kan na afloop van het onderzoek sprake zijn van keelpijn. Deze pijn houdt vaak enkele dagen aan. Daags na het onderzoek wordt er een bloedafname uitgevoerd om de functie van de lever en de pancreas te controleren. Afhankelijk van de uitslag van deze bloedafname mag u starten met eten en drinken. De arts zal u dit laten weten tijdens de doktersronde. Wanneer u na het onderzoek klachten krijgt van buikpijn en/of koorts, dient u onmiddellijk de verpleging te verwittigen. De verpleging zal de behandelende arts hierover inlichten. De uitslag van het onderzoek komt de arts de volgende dag met u bespreken. AZ Klina 8
Nota s AZ Klina 9
Nota s AZ Klina 10
Nota s AZ Klina 11
Hebt u vragen of opmerkingen? Spreek de verpleegkundige van de dienst aan. Zij of hij zal u met raad en daad bijstaan. Contactinfo Inwendige 5 03 650 50 68 AZ Klina Augustijnslei 100 2930 Brasschaat T +32 3 650 50 50 info@klina.be www.azklina.be AZ Klina 12 Versie: 3/ 4-2017 Auteur: Clustermanager interne V.U. Directeur verpleging