VILLA KAKELBONT KINDEROPVANG. Protocol Hygiëne

Vergelijkbare documenten
Protocol Voedselhygiëne

Protocol 4: Voedselveiligheid in het Kindercentrum 1 (VVKC)

Protocol 4: Voedselveiligheid in het Kindercentrum 1 (VVKC) KDV t Sprookjesland

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Werkinstructies hygiëne gemeentelijke crisisopvang voor vluchtelingen Oktober 2015, versie 4

Hygiënecode Kinderopvang Abeltje:

Protocol 4: Voedselveiligheid in het Kindercentrum 1 (VVKC)

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Checklist Keukenhygiëne Woonvormen. Checklist gebaseerd op de Hygiënecode voor Woonvormen Januari

Hygiënebeleid. Hoofdstuk 1: Wat is hygiëne? 1.1 Inleiding

En ook na: buiten spelen; contact met vuil textiel of de afvalbak; het aanbrengen van zalf en crème; contact met dieren; schoonmaakwerkzaamheden.

Protocol Gezondheid. PSZ De Buutplaats april 2011

Protocol overdracht ziektekiemen

Protocol Hygiëne & Voeding

Inleiding : Inhoud: 1. Persoonlijke hygiëne 2. Voeding en hygiëne 3. Hygiëne in en om het gebouw

Veilig eten voorkom een voedselinfectie

Beleid t.a.v. gezondheidsrisico s door overdracht van ziektekiemen

Hygiënecode checklist voor gesprek en audit

33Hygiënecodes in instellingen

Protocol Hygiëne persoonlijk

Protocol Hygiëne thuiszorg

Protocol Keuken & Hygiëne

Protocol Hygiënecode

Beleid. Hygiëne en voeding. Datum: 14/11/2011 Versie: 003

BELEID RIE GEZONDHEIDSRISICO 2015

HACCP plan Bedrijfsgegevens

Protocol Hygiënecode

PROTOCOL HYGIENE en werkinstructie

Dwarrelende stofdeeltjes kunnen ademhalingsmoeilijkheden opleveren bij astmapatiënten. Door goed schoonmaken wordt het aantal stofdeeltjes verlaagd.

Protocol Hygiëne. 1. Persoonlijke hygiëne

BSO Abeltje Protocol: Hygiëne en leefomgeving

Hygiëne protocol Stichting Ut Kruumelke. Versie 4, januari 2018.

Dit project werd mogelijk gemaakt door: Handhygiëne Programma Kinderdagverblijven

Protocol Voeding en hygiene Kinderdagverblijf Robbedoes en BSO de Speelark:

Enkele tips om op kamp voedselnarigheden te vermijden. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

De opslag van goederen. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Bewaren van voedsel. Wat komt er kijken bij de opslag van goederen?

1 Protocol gezondheid

1. Belang Hygiënecode

Voorkom voedselvergiftiging als u een verminderde weerstand heeft

Informatiebrief Hand-, voet- en mondziekte

RI: Hygiene kinderdagverblijf 't kukelesaantje

Model document Voedselveiligheid Werkinstructies voor hygiënisch ompakken van producten

(VVH HVH) Voedsel Veiligheid Bij Kinderopvang Het Vlinderhofje

Hygiëne in onze keuken

HACCP plan Bedrijfsgegevens

1.2 (Voor)bereiden broodmaaltijd Plan je tijd zodanig dat het klaarzetten of/bereiden van voedsel gereed is vlak voordat de kinderen aan tafel gaan.

Veiligheidsprocedures voor schoolkeukens

Hygiëne- en gezondheidsbeleid Peuterspeelzaal Dribbel versie juni 2017

Bijlage 1E JANUARI 2014 HYGIËNECODE EN VEILIGHEID SPSB

Gezondheidsbeleid versie juli

RI: blink hygienecode blink-bso

Kinderdagverblijf De Bereboot

RI: Hygiene kinderdagverblijf 't kukelesaantje

Het is belangrijk om een goede categorie indeling te gaan volgen:

RI-26 Schoonmaak en onderhoud. woonlocaties van Cavent

Inleiding protocol Hygiëne Wat is hygiëne? Waarom is goede hygiëne in de kinderopvang/peuterwerk belangrijk?... 4

RI: blink hygienecode blink-bso

Inleiding Persoonlijk hygiëne Handhygiëne

Schoonhouden van de peuterspeelzaal

Inleiding VOOR JE HET WEET, MAAK JE DE LEKKERSTE MAALTIJDEN IN EEN SCHONE EN OPGERUIMDE KEUKEN!

Hygiëneregels van Poemelke

Risico inventarisatie Gezondheid

Flesvoeding praktische tips

Protocol gezondheid. BSO de Saller protocol gezondheid versie 03 september 2016

CONSUMENT. Bederf je kamp niet! Enkele tips om op kamp voedselnarigheden te vermijden. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

1. Persoonlijke hygiëne

Protocol hygiëne Kinderopvang Bij Lotte

Beleid. Hygiëne en voeding gob

Inleiding protocol Hygiëne Wat is hygiëne? Waarom is goede hygiëne in de kinderopvang/peuteropvang belangrijk?... 4

Antibioticaresistentie in de thuiszorg: Voorkom verspreiding van resistente bacteriën met de standaard (hygiëne)maatregelen!

Gastouderbureau Vip hecht grote waarde aan kinderopvang in een schone omgeving. Om dit te benadrukken en

Beleid. Hygiëne en voeding. Dit document is afgedrukt op

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Checklist Hygiënebegeleiding Noodopvang (op basis van AZC) September 2015

Hygiënecode voor kleine instellingen

Handhygiëne bezoekers CWZ

HACCP Kleinschalig wonen Oudshoorn

Ziekenhuizen. Babyvoeding

Hygiënecode Kinderwoud

Handen wassen: Wondjes, blaasjes, pus: Bloed: Zieke pedagogisch medewerker: Protocol Gezondheid. Zie protocol handen wassen

Inhoudsopgave Werkinstructie Hygiënecode

Beschrijving gezondheidsrisico: Kind komt via ongewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen.

Protocol Hygiëne en gezondheid


Stichting De Lotus kinderopvang/bso Protocol hygiëne.

Informatie over flesvoeding ADVIES

Plan van aanpak risico-inventarisatie gezondheid: acties/afspraken/controles

dienstverlening/ protocollen Specifiek bijbehorende instrumenten opgeslagen in: n.v.t. Eerstvolgende evaluatiedatum mei 2013

Micro-organismen. Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen. Wat wordt er van je verwacht? Wat zijn micro-organismen?

Hygiëne- en gezondheidsbeleid Peuterspeelzaal Dribbel versie september 2014

Branchetoetsdocument: Hygiëne en voedselveiligheid 1

Hygiëneprotocollen bij OkidoKIDS Leiden Voedsel en hygiëne. Hygiëne. Temperatuur. Productgroepen. Uitgangspunten

Flesvoeding Praktische tips

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Checklist hygiëne gemeentelijke crisisopvang voor vluchtelingen. Oktober 2015, versie 4

Hygiëne en voedselveiligheid. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedselveiligheid

Protocol Persoonlijke Hygiëne Pluimveeverwerkende industrie

Risico inventarisatie en actieplan; Gezondheid

KDV de Rammelaar PROTOCOL 2013/02 Voeding en hygiëne Versie 0

Schoonmaakschema Snoopy

Inhoud. Cahier Voedselveiligheid. 1 Wetgevend kader 6. 2 Voedselveiligheid en voedselbesmetting 9

1 INLEIDING FLESVOEDING EN MOEDERMELK Uitgangspunten Flesvoeding Moedermelk Het reinigen van flessen en spenen 14

8. Verschonen van bedden en gebruik van hoofdluier en slaapzakken

Transcriptie:

VILLA KAKELBONT KINDEROPVANG Protocol Hygiëne

Inhoudsopgave Inleiding... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bedrijfshygiëne...3 Werkwijze kruisbesmetting voorkomen... 4 Werkwijze schoonmaken... 4 Werkwijze afvoeren van afval... 8 Werkwijze bestrijding ongedierte... 9 Legionella besmetting (veteranenziekte)... 9 Persoonlijke hygiëne en er verzorgd uitzien... 9 Werkwijze toilethygiëne bij peuters... 9 Werkwijze verschonen.10 Werkwijze omtrent zwemwater... 11 Werkwijze persoonlijke hygiëne... 11 Werkwijze hoest- en neusdiscipline... 11 Werkwijze (fop)spenen... 12 Werkwijze handen wassen... 12 Voedingsverzorging... 13 Werkwijze voedingsverzorging... 13 Werkwijze flessenvoeding en moedermelk... 16 Werkwijze Flessenvoeding... 17 Werkwijze afgekolfde moedermelk... 18 Bijlage 1. Wat is hygiënisch werken?... 19 2. Legionella besmetting (veteranenziekte)... 20 3. Proces voedingsverzorging... 21 Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 1

Inleiding Ouders verwachten van ons dat wij ervoor zorgen dat ruimtes, kasten en materialen binnen Villa Kakelbont Kinderopvang schoon zijn (basishygiëne), dat onze pedagogisch medewerkers zorg dragen voor persoonlijke hygiëne, dus zelf schoon zijn en er verzorgd uitzien, en dat wij ervoor zorgen dat het eten wat wij verstrekken het fruithapje, de lunch, flesvoeding of afgekolfde moedermelk en de warme maaltijd, hygiënisch wordt bereid en dat wij ervoor zorgen dat het eten nooit te lang buiten de koelkast staat. Dit protocol omvat dan ook de volgende onderwerpen: Bedrijfshygiëne: schoonmaken en schoonhouden van de groepsruimten, de algemene ruimtes, de (koel-)kasten en materialen op de groep, de (koel- )kasten en materialen in de algemene en buitenruimtes. Persoonlijke hygiëne en er verzorgd uitzien. Proces van voedingsverzorging. Bewaken van relevante meetapparatuur. Bij het samenstellen van dit protocol is gebruik gemaakt van de Hygiënecode voor kleine instellingen van de MOgroep, ISBN 978 90 5568 233 1, juli 2012. De hygiënecode is te vinden via de volgende link: http://www.mogroep.nl/?file=5419&m=1334053054&action=file.download In de hygiëne code worden de richtlijnen vermeld m.b.t. de volgende onderwerpen: risico s voedingsverzorging werkinstructies controle bedrijfsprocessen voedselveiligheid In het Handboek Gezondheidsrisco s (voor 0-4 jaar en 4-12 jaar) van de GGD, worden de meest recente richtlijnen vermeld m.b.t. de volgende onderwerpen: persoonlijke hygiëne voedselveiligheid hygiëne in zandbakken schoonmaken Het handboek is te vinden via de volgende link: http://www.vggm.nl/ggd/jeugdgezondheidszorg/voor_scholen/handboek_gezondheidsrisicoen_08217_s NB de richtlijnen zoals die in dit protocol hygiëne staan, zijn soms uitgebreider dan wat er in het handboek staat. Dit heeft te maken met de visie en afspraken binnen Villa Kakelbont op het betreffende punt en zijn derhalve leidend. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 2

Bedrijfshygiëne Alle vestigingen van Villa Kakelbont Kinderopvang bestaan uit groepsruimtes met daarin een kleine keuken en (soms gedeelde) sanitaire ruimtes. Daarnaast zijn er algemene ruimtes: de gemeenschappelijke hal, toiletten, keukens, personeelsruimte, keukens en een buitenruimte. Binnen Villa Kakelbont Kinderopvang geldt de regel dat de pedagogisch medewerkers zelf de groepsruimte schoonhouden en de bijbehorende (koel-)kasten en materialen op de groep. Immers, zij zien wat de kinderen gebruiken en zien en ervaren wat niet goed schoon is. Zij houden ook de buitenruimte schoon. De algemene ruimtes worden schoongehouden door een hiervoor aangewezen medewerker of schoonmaakbedrijf. Beiden hebben een schema wat schoongemaakt moet worden en wat de frequentie hiervan is (zie bijlage). Voor de veiligheid en de hygiëne moet de apparatuur regelmatig worden onderhouden. Ook moeten de veiligheidsvoorzieningen worden getest. Zo kan het zijn dat bijvoorbeeld de stekker niet goed werkt, waardoor het apparaat gemaakt of vervangen moet worden. Is er een apparaat defect, dan geeft de desbetreffende medewerker dit door aan de leidinggevende gerelateerd aan het protocol hygiëne en middels het vermelden in het klusschrift. De bedrijfshygiëne wordt gewaarborgd in de beschrijving van de volgende werkwijzen: Kruisbesmetting voorkomen. Schoonmaken. Bestrijding ongedierte. Afvoeren van afval. Voedingsverzorging. Voorkomen van Legionella. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 3

Werkwijze kruisbesmetting voorkomen Was handen goed met water en zeep alvorens voedsel wordt bereid. Producten in de koelkast of diepvries altijd goed afdekken. Reinig direct na het gebruik ervan messen, vorken, snijplanken en werkoppervlakken en gebruik keukengereedschappen niet voor verschillende producten zonder deze eerst gereinigd te hebben. Bereidt geen voedsel op oppervlakken die ook gebruikt worden voor het verschonen van kinderen. Verschoon vaatdoekjes twee keer per dag, theedoeken dagelijks of direct bij zichtbare vervuiling. Vaatdoekjes liggen achter op het aanrecht, onbereikbaar voor de kinderen. Houdt schone en vuile vaat strikt gescheiden. Gebruik voor elk kind een eigen doekjes, tissue, slabbetje. In elk product wordt hetzelfde mes gebruikt bij een broodmaaltijd. Bijvoorbeeld in de boter een mes en in de pindakaas een mes. Er wordt met het mes van de boter, boter op het brood van het kind gesmeerd. Het kind smeert het brood met zijn eigen mes. Laat in het kinderdagverblijf geen dieren toe. Werkwijze schoonmaken Schoonmaken gebeurd met een regulier schoonmaak middel. Gebruik van alcohol is niet nodig, behalve in geval van vervuiling met bloed (voor werkwijze zie protocol gezondheid). Keukenapparatuur algemeen Houdt bij het reinigen van apparaten rekening met de voorschriften van fabrikant of leverancier. Verwijder droog vuil. Spoel voor met lauw water om losse vuilresten te verwijderen. Reinig met heet water en een gewoon reinigingsmiddel. Spoel na met warm water. Laat materialen opdrogen. In het schoonmaakrooster wordt bijgehouden wat wanneer gedaan is. Bij vervuiling worden apparaten meteen schoongemaakt. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 4

SCHOONMAAKLIJST Apparatuur (indien aanwezig) Apparaten Actie Wasmachine Zeepbakje schoon Vaatwasser Dagelijks zeef schoonmaken Wasdroger Na iedere droogbeurt het waterreservoir legen Na iedere droogbeurt de pluizen uit de zeven verwijderen Iedere 2 weken uitzuigen Vul na het uitzuigen het schoonmaakrooster in Koffiezetapparaat 4x per jaar door laten spoelen met azijn. Hierna goed naspoelen met schoon water de buitenkant wekelijks afnemen met een schoon sopdoekje de koffiekannen 1 x per maand met de hand afwassen Vul na het schoonmaken het schoonmaakrooster in Waterkoker 4x per jaar uitkoken met water en azijn. Hierna nog drie keer met schoon water laten koken zodat alle azijn verdwenen is. De buitenkant wekelijks afnemen met een schoon doekje Vul na het schoonmaken het schoonmaakrooster logboek in Magnetron Iedere week de magnetron schoonmaken met een schoon sopdoekje Broodrooster / tosti apparaat Na ieder gebruik de kruimels verwijderen en afnemen met een schoon sopdoekje Elektrisch kookplaatje Na ieder gebruik afnemen met een schoon sopdoekje Koelkast Om de week schoonmaken met een schoon sopdoekje Vriezer Iedere 3 maanden laten ontdooien en schoonmaken met een schoon sopdoekje. Computers, printers, faxen Stofvrij houden Keukengereedschap en werkoppervlakken Wanneer met rauwe producten (eieren) wordt gewerkt pas dan op voor kruisbesmetting. Maak in dat geval de werkoppervlakken en gereedschappen extra goed schoon met schoonmaakmiddel en heet water. Spoel daarna goed na met schoon water. Werk bij rauwe producten zoals eieren met een aparte snijplank. Deze plank na gebruik direct afwassen of in de vaatwasser reinigen. Afwassen Houdt schone en vuile vaat en bestek strikt gescheiden. Voorkom dat schone vaat door condens in de spoelkeuken wordt vervuild. Verwijder etensresten van de vaat voor het in de vaatwasser gezet wordt. Spoel sterk vervuilde vaat eerst af. Week aangekoekte etensresten voor met handwarm water. Was af met een afwasmiddel. Droog de afwas af en gebruik hiervoor een schone doek. Spoel sponsjes en afwasborstels goed na en vervang deze regelmatig. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 5

Controleer bij machinaal afwassen na afloop of de machine goed heeft gewassen. Schoonhouden groepsruimten Pedagogisch medewerkers houden de groepen schoon volgens het schoonmaak rooster. Tussen de middag worden de groepen gedweild. Daarnaast wordt er twee keer per dag geveegd en wanneer er zichtbaar vuil op de grond ligt. Na activiteiten aan tafel wordt de tafel schoongeveegd met een schone doek met schoonmaakmiddel. Vloerkleden worden dagelijks gezogen. De algemene ruimtes worden schoongemaakt volgens het schoonmaakrooster. Gebruik microvezeldoek Er wordt steeds vaker gebruik gemaakt van microvezeldoekjes. Microvezeldoekjes bestaan uit vezels die zijn gesplitst om een ultrafijne structuur te krijgen. Deze ultrafijne structuur is kleiner dan de meeste bacteriën en stofdeeltjes. Microvezeldoekjes kunnen zowel droog als vochtig worden gebruikt. Droge microvezeldoekjes Bij wrijving ontstaat statische elektriciteit, waardoor stof en bacteriën als door een magneet worden aangetrokken en vastgehouden worden tussen de vezels. Vochtige microvezeldoekjes Door de samenstelling van de vezels en door de splitsingstechniek ontstaan ontelbare microscopisch kleine oppervlakken, waardoor vloeistof tussen de vezels wordt opgezogen en vastgehouden. Het vezelnetwerk kan viermaal zijn eigen gewicht aan vocht opnemen. Algemene aandachtspunten: Gebruik de microvezeldoekjes altijd zonder reinigingsmiddelen, tenzij anders voorgeschreven door de leverancier. Maak de doekjes vlak voor gebruik klam vochtig onder de kraan of met door de leverancier voorgeschreven middelen. Leg de doekjes niet in een emmer water, want hierdoor raken ze verzadigd en verliezen ze hun reinigende werking. Vouw de doekjes een aantal malen dubbel, zodat er meerdere vlakken ontstaan. Gebruik een nieuw, schoon vlak zodra de werking minder wordt. Gebruik per toilet of verschoonkussen een schoon microvezeldoekje. Spoel de microvezeldoekjes tussentijds niet uit, maar stop verontreinigde doekjes direct in de was. Microvezeldoekjes trekken vuil zó goed aan dat handmatig uitspoelen geen zin heeft. Alleen machinaal wassen kan een vies doekje weer schoon krijgen. Was de doekjes met een vloeibaar wasmiddel, zonder wasverzachter, bij een temperatuur van ten minste 60 ºC. Droog ze vervolgens. Gebruik geen korrelig waspoeder, dit verstopt namelijk de vezelstructuur van de doekjes. Bewaar schone doekjes droog tot gebruik. Sla ze nooit vochtig op, om uitgroei van micro-organismen te voorkomen. Schoeisel In verband met de hygiëne mogen in de groepsruimten geen schoenen worden gedragen. De pedagogisch medewerkers dragen binnenschoenen of sloffen. Kinderen dragen binnenschoenen, sloffen, sokken met anti-slip en s zomers mag een kind en pedagogisch medewerker ook op blote voeten. Voor ouders zijn er plastic of stoffen overschoenen in de gang. Na de zomer maken pedagogisch medewerkers ouders weer attent op het meenemen van binnenschoeisel. Bedden verschonen (kdv) De bedjes op alle vestigingen worden dagelijks verschoond. De lakentjes worden s avonds afgehaald, s ochtends wordt er gewassen. Het bed wordt opgedekt met een molton en boven hoeslaken. Er worden uitsluitend katoenen lakens gebruikt. Bij verschonen worden de matrassen en bedbodems gecontroleerd op mankementen. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 6

Schoonhouden van speelgoed Eénmaal per maand worden knuffels en verkleedkleren gewassen op 60 C én op het moment dat de pedagogisch medewerker inschat dat het nodig is in verband met voorkomen van kruisbesmetting. Speelgoed wordt geregeld schoongemaakt met een schoonmaak middel. Speelgoed voor baby s dat door de kinderen in de mond gedaan wordt (bv bijtringen e.d.), wordt dagelijks schoongemaakt. Overig speelgoed wordt maandelijks schoongemaakt. Speelgoed wordt met allesreiniger of afwasmiddel schoongemaakt. Het kan met de hand afgewassen worden of in de (af)wasmachine. Gebruik bij de wasmachine het handwasprogramma en doe het speelgoed in een kussensloop om beschadiging te voorkomen. Laat het speelgoed open drogen, op een schone handdoek. Schoonhouden van de buitenruimte De buitenruimte wordt schoongemaakt volgens het schoonmaakrooster. Buitenzandbak Zand van buitenzandbakken kan op verschillende manieren verontreinigd zijn. Er kan zichtbaar vuil in liggen. Dit is op zichzelf niet gevaarlijk, al kan voedsel wel muizen, ratten en vogels aantrekken, waardoor uitwerpselen in het zand terechtkomen. Het zand kan vervuild zijn met uitwerpselen van honden en katten. Honden en katten hebben vaak spoelwormen. De eitjes van deze wormen kunnen via de ontlasting in het zand terechtkomen. Via hand-mondcontact kunnen kinderen worden besmet met de eitjes van de wormen. De verschijnselen zijn meestal licht. Soms treden echter langdurig klachten op. Ziekteverschijnselen na besmetting zijn griepachtige klachten, koorts, buikklachten en prikkelhoest. Er kunnen long- en leverklachten optreden. Bij kinderen met een allergische aanleg kunnen astmatische klachten eerder tot uiting komen. Het is dus belangrijk honden en katten te weren uit de zandbak evenals zichtbare vervuiling. Zandbak schoonhouden Span een vocht doorlatende afdekking over de zandbak waarmee wordt voorkomen dat honden en katten gebruik maken van de zandbak en water en zon hun reinigende werking kunnen doen. Let erop dat er een ruimte van ongeveer tien centimeter tussen het net en het zand overblijft. Inspecteer visueel het zand voor gebruik, indien het niet wordt afgedekt. Schep uitwerpselen van honden en katten met ruim zand eromheen weg. Gebruik buitenspeelgoed niet binnen. Voorkom dat kinderen eten of drinken in de zandbak. Zoetigheid trekt mieren, wespen en bijen aan. Plaats de zandbak bij voorkeur half in de schaduw en half in de zon. Plaats een zandbak nooit in een donkere hoek of op een vochtige plaats. Laat kinderen na het spelen in het zand de handen wassen. Wanneer moet het zand worden ververst? Het is niet noodzakelijk dat het zand jaarlijks wordt ververst. Vervang het zand bij niet te verwijderen vervuiling van het zand, bijvoorbeeld bladeren, steentjes en ontlasting die er mogelijk langer dan drie weken in heeft gelegen. Dit omdat de ontwikkeling tot het besmettelijke stadium van de spoelwormeitjes die in de ontlasting aanwezig kunnen zijn drie tot vier weken duurt. Tip: Plaats een zandtafel in het midden van de zandbak. Dit zorgt ervoor dat het net boven het zand gespannen blijft. Bijkomend voordeel is dat de kinderen met zand op de zandtafel spelen in plaats van op de rand van de zandbak, hierdoor zal er minder zand buiten de zandbak terechtkomen. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 7

Zandwatertafel Zandwatertafels kunnen zowel binnen als buiten geplaatst worden. Binnen heeft een zandwatertafel de voorkeur, omdat het zand dan minder in de kleren gaat zitten en minder verspreid wordt. Bij gebruik van een zandwatertafel zijn de volgende punten van belang: Let op de plaats van de zandwatertafel. Een zandtafel in de hoek van de groep of in een aparte ruimte zal ervoor zorgen dat het zand minder verspreid wordt. Vernieuw het zand in de zandwatertafel minimaal viermaal per jaar. Als er met water in de zandbak wordt gespeeld, blijft het zand nat. Daarbij is de ruimte warm waardoor er gemakkelijk bacteriegroei kan optreden. Het zand moet dan vaker vernieuwd worden. Voorkom stofvorming doordat het zand te droog wordt. Bevochtig dan het zand een beetje. Houdt de omgeving van de zandwatertafel schoon. Laat de kinderen niet eten of drinken bij de zandwatertafel. Laat de kinderen na het spelen aan de zandwatertafel de handen wassen. Bovenstaande richtlijnen gelden ook bij een grote zandbak binnen. Indien er niet met water gespeeld wordt en eventuele zichtbare verontreiniging direct verwijderd wordt, kan het vernieuwen van het zand in een grote zandbak beperkt worden tot eenmaal per jaar. Werkwijze afvoeren van afval Scheidt voor zover mogelijk de afvalstromen in: Emballage (flessen, kratten) voor retournering. Glas (flessen, potten) voor de glasbak. Papier en karton. Composteer afval (voedselresten en tuinafval). Klein gevaarlijk (chemisch) afval (batterijen, spuitbussen, restanten desinfecteermiddelen). Plastic, in het geval dat dit apart wordt ingezameld door de gemeente. Restafval (waaronder melkpakken of andere verpakkingen met een plastic coating). De zorg voor een goede afvalbehandeling omvat het volgende: Biedt afval aan in containers. Zorg voor afvalcontainers die goed afsluitbaar, lekdicht en eenvoudig te reinigen zijn. Sla afvalcontainers op buiten het gebouw of in een aparte goed geventileerde ruimte. Verwijder afval zo snel mogelijk uit de bereidingsruimtes en voer het regelmatig af. Spoel gebruikte flessen, potten e.d. (emballage) eerst af om bederf en het aantrekken van ongedierte te voorkomen. Biedt afval zo klein mogelijk aan (karton bijvoorbeeld plat vouwen). Werkwijze bestrijding ongedierte Zorg dat er geen toegangsmogelijkheden tot de ruimten voor voedingsverzorging zijn voor ongedierte. Vul holle ruimtes en kieren. Controleer bij de ontvangst van grondstoffen of er geen ongedierte in aanwezig is. Zorg bij opslag voor voldoende omloopsnelheid van de grondstoffen, zorg dus voor toepassing van het FIFO-systeem (First-In-First-Out; wat er al het langst ligt, wordt het eerst opgemaakt). Zorg voor een goede reiniging. Etensresten trekken ongedierte aan. Zorg voor een goede afvalbehandeling. Inspecteer een aantal keren per jaar het hele keukencomplex op ongedierte. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 8

Legionella besmetting (veteranenziekte) Kinderdagverblijven vallen in categorie 3 (laag risico), als het om Legionella besmetting gaat. Dat betekent dat er geen maatregelen genomen hoeven te worden. Binnen Villa Kakelbont zijn er echter ook vestigingen die het gebouw delen met een zorginstelling of ziekenhuis. Op dat moment is er een ander risico en moeten er wel maatregelen genomen worden. Deze staan in bijlage 2 beschreven. Persoonlijke hygiëne en er verzorgd uitzien Hygiënisch werken begint bij de medewerkers die belast zijn met de verzorging van kinderen en bij de medewerkers die belast zijn met de voedingsverzorging en daarbij de hele dag door met allerlei producten en voorwerpen in aanraking komen. Zij moeten zorgen voor een goede persoonlijke hygiëne. In geval van wondjes en ziekten is dit niet altijd mogelijk. Daarom heeft Villa Kakelbont Kinderopvang daar een werkwijze voor vastgesteld. Villa Kakelbont Kinderopvang hanteert de hygiënecode voor de voedingsverzorging in kleine instellingen voor wat betreft kleding en uiterlijk. Daarnaast is voor ons de uitstraling naar de ouders van belang. Werkwijze toilethygiëne bij peuters Zolang de kinderen nog niet zelfstandig naar het toilet kunnen gaan, moet er altijd iemand meegaan om de kinderen te helpen: Leer de kinderen, zo veel als mogelijk, plaats te nemen zonder de handen op de pot te zetten. Na het afvegen van de billen van een kind altijd handen wassen met zeep. Let erop dat je bij het afvegen van de billen van de meisjes van voor naar achteren veegt. Dit voorkomt dat er vaste ontlasting in de blaas terecht komt en blaasontsteking veroorzaakt. Leer de meisjes hun billen op de goede manier af te vegen. Leer de kinderen na het toiletbezoek handen te wassen met zeep en let erop dat de handen gewassen worden met zeep. Als er potjes worden gebruikt, gooi het potje na ieder gebruik leeg in het toilet, spoel om met water en vervolgens schoonmaken met schoonmaakmiddel en een nat doekje of borstel en water. Daarna drogen met bij voorkeur een papieren handdoekje of keukenrol. Kinderen nemen geen speelgoed mee naar het toilet. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 9

Werkwijze verschonen Het verschonen van een kind brengt risico s met zich mee vanwege het mogelijke contact met ontlasting/urine. Er is een aanzienlijke kans dat het kind, de verzorger of de omgeving besmet raakt met bacteriën. Waar moet op gelet worden tijdens het verschonen? Houdt het verschonen strikt gescheiden van voedselbereiding door middel van aparte werktafels met aparte watertappunten; wanneer aparte werktafels niet aanwezig zijn is een scheiding in tijd een acceptabel alternatief. Verschoon kinderen op een aankleedkussen. Vervang het aankleedkussen als het beschadigd is. Plaats een wasgelegenheid in de verschoonruimte. Gooi luiers na gebruik direct in een luieremmer of in een gesloten afvalemmer (met voetpedaal). Grote kinderen kunnen staand verschoond worden. Voor en na het verschonen altijd handen wassen, dan pas het volgende kind verschonen. Zorg voor een schone verschoonplek Reinig het aankleedkussen na iedere verschoning (zie reiniging verschoonkussen ). Om de plastic aankleedkussens zitten geen hoezen. Reiniging verschoonkussen: Maak een oplossing (van allesreiniger in water) in een fles of plantenspuit. Leeg de plantenspuit met de oplossing dagelijks, daarna omspoelen en drogen. Spuit of giet de oplossing op een wegwerpdoekje. Wanneer een katoenen doekje gebruikt wordt, moet dat direct na gebruik in de was. Reinig het verschoonkussen. Het verschoonkussen mag niet gereinigd worden met billendoekjes. Er blijft een vette laag op het verschoonkussen achter die een broedplaats kan zijn voor micro-organismen. Wanneer moet er gedesinfecteerd worden? In principe is het niet nodig het verschoonkussen te desinfecteren. Zorgvuldig huishoudelijk schoonmaken en drogen is voldoende. Wanneer er sprake is van bloed of bloederige diarree het verschoonkussen op de volgende manier desinfecteren: Maak het verschoonkussen eerst huishoudelijk schoon en droog. Ontsmet het kussen daarna met alcohol 70%. Laat de alcohol aan de lucht drogen. Was de handen. Gebruik geen geprepareerde alcoholdoekjes, maar alcohol 70% uit een fles, in combinatie met een schone droge doek. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 10

Werkwijze omtrent zwemwater Er worden op de vestigingen van Villa Kakelbont geen zwembadjes gebruikt in verband met het waarborgen van hygiëne en veiligheid. Werkwijze persoonlijke hygiëne Kleding en uiterlijk pedagogisch medewerkers: Draag schone kleding. Draag geen sieraden aan handen, polsen en hals. Met uitzondering van horloge. Draag alleen korte oorbellen. Bindt lang haar bij elkaar. Zorg voor schone en verzorgde haren. Kam of borstel haar niet in ruimten waar voeding wordt behandeld. Houdt nagels kort en schoon. Gebruik geen te sterk ruikende parfums of aftershaves. Gebruik geen kauwgom of snoep tijdens het werk. Wondjes en ziekten bij pedagogisch medewerkers: Dek wondjes af met waterafstotende pleisters of draag wegwerphandschoenen. Raak geen voedingsmiddelen aan. Diarree, huidinfectie of infectieziekten met huiduitslag, altijd melden bij je leidinggevende. Werkwijze hoest- en neusdiscipline Micro-organismen uit de neus, mond en keel kunnen zich op verschillende manieren verspreiden. Een van de verspreidingswegen is via de lucht. Bij niezen en hoesten ontstaan kleine vochtdruppeltjes, die in de lucht blijven zweven. In deze vochtdruppeltjes kunnen microorganismen zitten. Als deze vochtdruppeltjes door een ander worden ingeademd, nestelen de micro-organismen zich bij deze persoon in de neus, mond of keel met mogelijk ziekte tot gevolg. Een andere verspreidingsweg is via snot of slijm. Door te hoesten of te niezen in de handen, kunt u of het kind de ziekteverwekkers verder verspreiden via de handen, bijvoorbeeld bij handen schudden of het aanraken van voorwerpen. Stoffen zakdoeken of tissues hergebruiken maakt dat u de infectieziekten verder verspreidt of de kans geeft om deze te laten groeien in de zakdoeken. Een goede hoest- en nieshygiëne vermindert de verspreiding van de ziekteverwekkers. Pedagogisch medewerk(st)ers: Niet hoesten of niezen in de richting van een ander. Niet hoesten of niezen boven bereide en onverpakte producten. Hoest of nies in een papieren zakdoek of aan de binnenkant van de elle boog, of anders in de mouwen. Gooi papieren zakdoeken na gebruik meteen weg en gooi bij het gebruik van een stoffen zakdoek deze meteen in de was. Snuit op tijd je neus. De volgende maatregelen kun je de kinderen aanleren: Niet hoesten of niezen in de richting van een ander. Leer de kinderen het hoofd weg te draaien of het hoofd te buigen. Tijdens het hoesten of niezen de binnenkant van de elleboog voor de mond houden. Na het hoesten, niezen of snuiten in de hand, de handen wassen. Zorg dat de kinderen op tijd de neus snuiten, om snottebellen te voorkomen. Zijn de kinderen te jong om te snuiten, veeg dan regelmatig de neus schoon met een tissue. Gebruik voor ieder kind een schone tissue! Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 11

Werkwijze (fop)spenen Kinderen krijgen alleen een speen als ze in bed liggen. Alleen voor troost en/of op vraag van ouders kan het voorkomen dat een kind in de groep, zijn of haar speen tijdelijk krijgt. Na het troosten gaat de speen meteen weer in het bakje of mandje van het betreffende kind. Wanneer de speen wordt afgepakt door een ander kind, wordt de speen onder heet water afgespoeld. Werkwijze handen wassen Wanneer moet je je handen wassen? Vóór: Na: het aanraken en bereiden van voedsel. het eten of het helpen bij eten. wondverzorging. Het verschonen van een kind. hoesten, niezen en snuiten. toiletgebruik/billen afvegen. het verschonen van een kind. contact met lichaamsvochten zoals speeksel, snot, braaksel, ontlasting. wondvocht of bloed. buiten spelen. contact met vuil textiel of de afvalbak. schoonmaakwerkzaamheden. Hoe was je je handen? Was de handen met zeep gedurende tenminste 20 seconden. Was de gehele hand: - de rug van de hand. - tussen de vingers. - de muis van de duim. - de vingertoppen. Droog de handen goed af met een papieren handdoek. Horloges, armbanden, ringen en andere sieraden kunnen ziekteverwekkers vast houden en belemmeren een goede handhygiëne. Hiervoor gelden de volgende normen: Dus draag geen sieraden bij risicovolle handelingen zoals het verschonen van een luier, wondverzorging, eten bereiden etc. Voor schone handen geldt ook dat de nagels schoon zijn; houd de nagels kort en schoon en draag geen nagellak (schilfers en/of kunstnagels. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 12

Voedingsverzorging Werkwijze voedingsverzorging Inkopen en bestellen Controleer bij de ontvangst van voedingsmiddelen of de verpakking schoon en niet beschadigd is. Let bij vacuümverpakkingen op dat deze werkelijk vacuüm zijn. Is dit niet het geval, dan is er zuurstof bij het product gekomen en is de kans op bederf groter. Controleer bij voedingsmiddelen in blik of de blikken niet in gedeukt zijn of juist bol staan. Beoordeel bij niet-verpakte producten zoals vlees, de kleur en de geur. Controleer bij de ontvangst van voedingsmiddelen of de houdbaarheidstermijn nog voldoende lang is. Koop of accepteer het product niet als de op het product aangegeven TGT-datum is verstreken. Retourneer producten met een beschadigde verpakking of te korte houdbaarheidsdatum. De temperatuur van de producten is ook bij de ontvangst ervan belangrijk. Aangezien de leverancier ook een voedselveiligheidssysteem moet toepassen, mag er van worden uitgegaan dat de temperatuur in orde is. Een regelmatige steekproefsgewijze controle van alle leveranciers is echter aan te bevelen. Bij een steekproefsgewijze controle kan bijvoorbeeld bij de ontvangst van meerdere kratten melk volstaan worden met de meting van de temperatuur van één willekeurig krat. Gekoelde producten worden bij ontvangst binnen een half uur in de koelkast gezet. Bewaren en opslaan Houdt ontvangen producten niet langer dan nodig en in ieder geval niet langer dan een half uur buiten de koeling. Producten die langer dan een half uur buiten de koeling hebben gestaan moeten binnen twee uur worden opgegeten of weggegooid. Controleer bij het aanvullen van gekoelde of diepgevroren producten eerst de werking en/of temperatuur van de koelkast, koeling of diepvriezer. Meet bij twijfel de temperatuur met een (geijkte) thermometer. Wanneer moedermelk in de koelkast wordt bewaard, dient de temperatuur in de koelkast maximaal 4 C te zijn. Pas bij het opslaan van voedingsmiddelen het FIFO-systeem toe. De producten die alsnog in de koelkast staan worden naar voren geplaatst en nieuw ontvangen producten achterin. Controleer of de houdbaarheidstermijn van de reeds aanwezige producten nog voldoende lang is. Zet bij openen de IVD (Interne Verbruik Datum) op een product met beperkte houdbaarheid, dat is de datum van openen. Sla geen gevaarlijke stoffen (bestrijdingsmiddelen, reinigingsmiddelen) op bij levensmiddelen. Sla deze op in een aparte afsluitbare ruimten. Bewaar eieren gekoeld in de originele verpakking die is voorzien van een THT-datum. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 13

Van huis meegebrachte producten Zie er op toe dat door ouders of kinderen meegenomen bederfelijke etenswaren of traktaties, tenzij opnieuw adequaat gekoeld, binnen 2 uur worden geconsumeerd. Onderneem actie wanneer je twijfelt over de kwaliteit van de meegebrachte producten. De ouders/verzorgers zijn mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de meegebrachte producten. Breng ze hiervan op de hoogte. Benadruk en zie er op toe dat ouders of verzorgers producten die koel moeten zijn en blijven, pas vlak voor vertrek van huis uit de koelkast halen en in een koelbox vervoeren. Plaats de van ouders of verzorgers ontvangen producten direct in de koelkast. Laat ouders die langer dan dertig minuten reizen, geen bederfelijke producten van huis meenemen. Bereiden Gebruik grondstoffen Groenten, zeker als die bestemd zijn om in salades rauw te verwerken, moeten goed worden gewassen. Dit is nodig om vervuilingen als zand, stof, luis en ander ongedierte te verwijderen. Fruit voor fruithapjes, ook al wordt het fruit geschild gegeten, voor het schillen en snijden goed wassen. Behandel vers bereide fruithapjes als een gekoeld product. Voor het bereiden van voedsel waarin eieren worden gebruikt is er een aparte instructie ( zie verhitten ). Ontdooien Ontdooi diepvriesproducten altijd in de koelkast. Dit duurt wat langer, maar door deze werkwijze bereikt de buitenzijde nooit een hogere temperatuur dan 7 C. Gebruik voor snel ontdooien een magnetronoven. Vries ontdooide producten niet meer in. Deze producten bevatten meestal veel microorganismen. De altijd in het diepgevroren product aanwezige micro-organismen groeien zeer snel in ontdooide producten. Bewaar ontdooide producten in een koelkast bij een temperatuur van 7 C of lager en bewaar de producten als ze uit de vriezer komen nooit langer dan 48 uur (2 dagen). Zet op (de verpakking) van een ontdooid product dat niet direct wordt gebruikt een IVD-datum (Interne verbruik datum), liefst met gebruik van een kleurensticker. Gooi producten na het overschrijden van de IVD-datum weg. Verhitten Zorg bij de verhitting van voedingsmiddelen dat een kerntemperatuur wordt bereikt van minimaal 75 C. Pas dan bestaat de zekerheid dat alle (ziekteverwekkende) micro-organismen zijn gedood. Haal eieren pas vlak voor de bereiding ervan uit de koeling. Kook of bak eieren tot de dooier is gestold. Bewaar beslag (bijvoorbeeld voor pannenkoeken) dat gemaakt is met verse eieren niet langer dan een ½ uur buiten de koelkast. Bewaar resten van het beslag niet en laat er niet van eten. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 14

Koken en bakken van koekjes, soep, pizza, pepernoten als activiteit Af en toe worden binnen Villa Kakelbont Kinderopvang koekjes, pepernoten of pizza gebakken en heel soms wordt er soep gekookt uit blik. Soep of andere vloeistof die wordt verwarmd, wordt doorgekookt of tegen de kook aangebracht. Bij bakken wordt de temperatuur van de oven op minimaal 80 C gezet. Pas dan is er zekerheid dat alle (ziekteverwekkende) micro-organismen zijn gedood. Frituren Er wordt op de vestigingen van Villa Kakelbont niet gefrituurd. Regenereren (opwarmen) Zorg bij de verhitting van de maaltijd dat een kerntemperatuur wordt bereikt van minimaal 75 C. Pas dan bestaat de zekerheid dat alle (ziekteverwekkende) micro-organismen zijn gedood. Maaltijden die opgewarmd worden, dienen binnen 1 uur een kerntemperatuur te hebben van 75 C. Dagelijks wordt de temperatuur van de maaltijden gecontroleerd door de pedagogisch medewerker. Serveren Voorbereiding Zorg dat kinderen voor het eten hun handen hebben gewassen. Gebruik een schoon washandje bij het wassen van de handen van kinderen die dat zelf niet kunnen. Serveer met schoon servies, bestek en ander materiaal op een schone tafel. Tafel dekken Haal koude gerechten pas kort voor het serveren uit de koelkast. Dek onverpakte producten zoveel mogelijk af met een folie of een beschermkap. Producten, die langer dan een ½ uur buiten de koelkast zijn geweest, worden binnen 2 uur opgegeten of weggegooid. Zuivelproducten, zoals melk en yoghurt, worden in de verpakkingen niet langer op tafel gezet dan ½ uur anders worden ze uitgeschonken in glazen. Serveer bij de koelkast uit in glazen of bordjes en plaats de verpakkingen direct in de koelkast terug. Consumeer het restant binnen 24 uur. Pas het FIFO systeem toe bij het openen van verpakkingen. Opruimen Bewaar geopende potten met broodbeleg (b.v. jam) in de koelkast als dit op de verpakking is voorgeschreven. Stop brood dat onverpakt op tafel heeft gestaan niet terug in de verpakking, maar gooi dit weg. Gooi overgebleven bereide voeding en voedingsresten weg. Bewaar geen kliekjes. Serveren en bereiden van warme maaltijden Zorg voor een goede bedrijfshygiëne (zie hygiëne code voor kleine instellingen). Voorkomen besmetting door vuile gereedschappen, oppervlakken, bestek, vaatwerk. Temperatuur van warme producten is 75 graden. Dek producten tot aan gebruik af. Reinigen Vervuiling kan zichtbaar en onzichtbaar zijn. Verder kan een onderscheid worden gemaakt in droog vuil (broodkruimels, stof en dergelijke) en aangekleefd vuil (vet, saladeresten en dergelijke): Voor het reiniging van zuigflessen zie werkwijze flessenvoeding en moedermelk. Stem het gebruik van reinigingsmiddelen af op de aard van de vervuiling. Volg daartoe nauwgezet de gebruiksaanwijzing op de verpakking van het reinigingsmiddel. Houdt het assortiment reinigingsmiddelen beperkt om de kans op fouten te verkleinen. Gebruik niet meer dan de op de verpakking aangegeven hoeveelheid. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 15

Gebruik zo nodig handschoenen en andere beschermingsmiddelen. Werkwijze flessenvoeding en moedermelk Voor kinderen tot en met een jaar wordt de flesvoeding door Villa Kakelbont Kinderopvang verstrekt. Villa Kakelbont gebruikt Standaard Nutrilon (1,2 en 3) voeding. Flesvoeding voor kinderen ouder dan een jaar en voor kinderen met andere voeding dan Standaard Nutrilon, wordt door de ouders meegegeven van huis. Flessen en spenen Zorg dat ieder kind een eigen fles en speen heeft. Er wordt een label aan de fles bevestigd met de naam van het kind erop. Een fles moet een wijde opening hebben, glad van binnen zijn en moet een goed afleesbare maatverdeling hebben. Elke 3 maanden worden zowel flessen als spenen gecheckt en zo nodig vervangen. Reinigen zuigflessen Flessen waarmee poedervormige zuigelingenvoeding of moedermelk wordt gegeven, worden gereinigd in de vaatwasser en daarna uitgekookt in de sterilisator. Wanneer de kinderen geen eigen fles hebben, wordt deze na ieder gebruik uitgekookt. Flesjes van oudere kinderen, die uitsluitend worden gebruikt voor melk, vruchtensap of water, gaan alleen in de vaatwasmachine. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 16

Werkwijze Flessenvoeding Flesvoeding die door ouders of verzorgers meegegeven wordt: wordt aangeleverd in afgepaste gelabelde (naam kind, Interne Verbruikdatum, IVD: datum waarop de verpakking werd geopend, hoeveelheden per voeding, in poedervorm) verpakking. of aangeleverd per heel pak. Op het pak wordt naam en datum van openen vermeld (IVD). Het pak wordt na 1 maand weggegooid. Bewaar melkpoeder voor het aanmaken van de flesvoeding zoveel mogelijk in de originele binnen verpakking in de plastic voorraaddozen. Breng op de binnen verpakking de IVD-datum aan. Klaarmaken van flessenvoeding Maak de flesvoeding klaar op een plek die strikt gescheiden is van de verschoonplek; uit een kraan die gebruikt wordt voor het wassen van handen en het verschonen van kinderen mag geen water getapt worden voor flessenvoeding. Lees de instructies op de verpakking en volg deze zorgvuldig op. Maak het werkblad schoon. Was de handen goed met water en zeep, droog ze af met een papieren handdoek. Maak per voeding de fles klaar met gewoon koud leidingwater. Spoel tevoren de kraan gedurende enkele seconden door. Warm de fles op in de magnetron. Schudt het flesje na opwarming in de magnetron goed om de warmte beter te verdelen en daarmee zogenaamde hotspots, die worden veroorzaakt door de ongelijkmatige verwarming van de voeding, te voorkomen. De voeding mag ook gemaakt worden door eerst het water warm te maken en dan de poeder toe te voegen. Als de voeding gemaakt wordt voor later op de dag, wordt gekookt water gebruikt. Restanten flesvoeding niet nogmaals opwarmen maar weggooien, ook niet als de voeding is aangemaakt met warm water. Verwarm flessenmelk bij voorkeur in een magnetron of verwarm met behulp van een flessenwarmer voorzien van een thermostaat. Flessenwarmer nooit gebruiken voor het bewaren of op temperatuur houden van de voeding, maar uitsluitend voor het opwarmen van kant-en-klare babyvoeding of borstvoeding. Bewaren Voeding die voor later op de dag wordt bereid, wordt bewaard in de koelkast bij 4 ºC. Flesvoeding wordt niet in de koelkastdeur bewaard. Gooi overgebleven voeding aan het eind van de dag weg. Bewaar tijdens het voeden de voeding ten hoogste één uur buiten de koelkast. Consumptie Controleer de temperatuur van de voeding op de klassieke manier met enkele druppels op de pols. Aan de buitenzijde van de fles is de temperatuur niet goed te controleren. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 17

Werkwijze afgekolfde moedermelk Afkolven en vervoer Indien moedermelk thuis wordt afgekolfd voor de eigen baby, dient de moeder tijdens het afkolven, vervoeren en opslaan van de melk hygiënische maatregelen te nemen. Moedermelk mag alleen aan het eigen kind worden gegeven. De kolfflesjes dienen gelabeld te worden met de naam van het kind en datum en tijdstip van afkolven. De thuis afgekolfde moedermelk dient, al of niet na invriezen, zo snel mogelijk te worden getransporteerd, bij voorkeur in een schone koeltas of koelbox. Op ontdooide moedermelk die een nacht blijft staan, dient de datum en tijd van ontdooien vermeld te worden. Aan ouders wordt over bovenstaande een duidelijke instructie gegeven. Bewaren Na ontvangst wordt de afgekolfde moedermelk bewaard in koelkast (niet in de deur). Als afgekolfde moedermelk binnen 48 uur wordt gebruikt, mag deze in de koelkast bij maximaal 4 ºC worden bewaard. Anders dient de afgekolfde moedermelk te worden ingevroren. Afgekolfde moedermelk wordt in een steriele fles bewaard, voorzien van datum en tijd van afkolven. Moedermelk die niet wordt gebruikt, wordt aan het einde van de dag weggegooid. Ontdooien Bevroren moedermelk langzaam ontdooien bij voorkeur in de koelkast. Bij ontdooien moet datum en tijd genoteerd worden. Als na plaatsing in de koelkast blijkt dat deze nog niet volledig is ontdooid dan de voeding onder stromend kraanwater van ca. 20º C geheel ontdooien. Ontdooide moedermelk dient binnen 24 uur gebruikt te worden en mag niet meer worden ingevroren. Verwarmen Verwarm moedermelk bij voorkeur in een magnetron op laag vermogen of verwarm met behulp van een flessenwarmer voorzien van een thermostaat. Voorkom hotspots in de melk door de fles één of twee keer om te schudden. Flessenwarmer nooit gebruiken voor het bewaren of op temperatuur houden van de voeding, maar uitsluitend voor het opwarmen van kant-en-klare babyvoeding of moedermelk. De flessenwarmer moet na ieder gebruik worden geleegd, gereinigd en gedroogd. Is dat niet het geval, dan geen flessenwarmer gebruiken of nog beter: een droge flessenwarmer gebruiken. Restanten moedermelk niet nogmaals opwarmen, maar weggooien. Consumptie Controleer de temperatuur van de voeding op de klassieke manier met enkele druppels op de pols. Aan de buitenzijde van de fles is de temperatuur niet goed te controleren. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 18

Bijlage 1 Wat is hygiënisch werken? Hygiëne is de kennis van alles wat mensen gezond houdt en de maatregelen die worden genomen om ziekten te voorkomen. Micro-organismen zijn de belangrijke veroorzakers van ziekten. De vermeerdering en overdracht ervan moet daarom bij de behandeling van levensmiddelen worden voorkomen. Villa Kakelbont Kinderopvang verstrekt voedingsmiddelen aan kinderen. Vanzelfsprekend willen wij er alles aan doen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit ervan is gewaarborgd. Hygiënisch werken heeft betrekking op de persoonlijke hygiëne van medewerkers en op de bedrijfshygiëne. Wat zijn micro-organismen? Micro-organismen zijn zo klein dat je ze alleen met behulp van een microscoop kunt zien. We kennen de volgende micro-organismen: Bacteriën. Virussen. parasieten, waaronder wormen. schimmels, waaronder huidschimmels en gisten. Micro-organismen zijn overal aanwezig! Enkele soorten kunnen ziekten verwekken, maar de meeste soorten zijn onschuldig. Om snel te kunnen groeien hebben micro-organismen vocht, voedsel (bijvoorbeeld vuil, huidschilfers, stof) en een temperatuur tussen de 7 C en 55 C nodig. Door goede hygiënemaatregelen kun je de meeste micro-organismen wegnemen en door verwijdering van vuil haal je de voedingsbodem weg, zodat ze niet in aantal kunnen groeien. Micro-organismen kunnen zich op de volgende manier verspreiden: via de handen. via de lucht (via druppels door aan hoesten, huidschilfers of stof). via voedsel. via voorwerpen (bijvoorbeeld speelgoed, toiletten, beddengoed). via lichaamsvloeistoffen (speeksel, braaksel, ontlasting, urine, bloed). via dieren o.a. muggen en vliegen. Als je in contact komt met een ziekmakend micro-organisme (besmetting), dan hoef je daar nog niet ziek van te worden. Als de micro-organismen zich in je lichaam gaan vermenigvuldigen, spreken we van een infectie en pas als je daar klachten door krijgt, is er sprake van een ziekte. Door een goede hygiëne voorkom je besmetting met ziekmakende micro-organismen (kruisbesmetting). Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 19

Bijlage 2 Legionella besmetting (veteranenziekte) Wat houdt de Legionellaziekte in? De veteranenziekte is een ernstige longontsteking die wordt veroorzaakt door de Legionellabacterie. Naar schatting lopen jaarlijks honderden mensen een infectie met de Legionellabacterie op. De meeste worden niet ziek na blootstelling. Slechts bij een klein deel van degenen die met de bacterie zijn besmet, ontwikkelt zich de ernstige veteranenziekte. Mensen met een verminderde weerstand lopen meer risico daadwerkelijk ziek te worden als ze besmet zijn. Er is ook een minder ernstige vorm van de ziekte, Legionella-griep. Waar komt de Legionellabacterie voor? De bacterie die de ziekte veroorzaakt, bevindt zich in de grond en in het (leiding)water, echter in zulke kleine aantallen dat de bacterie geen gevaar vormt. De Legionellabacterie vormt pas een probleem als zij zich heeft kunnen vermenigvuldigen. Dit kan vooral gebeuren in water met een temperatuur tussen 25 en 50 C (optimaal is 37 C). Boven de 55 C vindt afsterving van de bacterie plaats. Als het water niet door het hele watersysteem kan stromen, is het mogelijk dat het water blijft stilstaan in dode hoeken. Omdat op deze plaatsen geen hoge temperaturen wordt bereikt, kan verdere groei plaatsvinden. Dit vormt een groot risico. Hoe kan ik besmet raken? Besmetting vindt plaats via de longen. Aangenomen wordt dat de infectie overgebracht wordt door het inademen van de bacterie in zeer kleine druppeltjes water, verspreid in de lucht (nevel). De ziekte kan niet van de ene mens op de andere worden overgedragen en is dus niet besmettelijk. Het drinken van water vormt geen risico. Wat zijn de verschijnselen? De tijd tussen de besmetting en het optreden van de eerste ziekteverschijnselen (de incubatietijd) varieert van twee tot mogelijk negentien dagen. De ziekte begint met een snel opkomende hoofdpijn, spierpijn en een ziek gevoel, gevolgd door longontsteking met koorts boven de 39 C. De patiënt hoest en is soms kortademig. De ziekte kan zeer ernstige gevolgen hebben, maar is door directe toediening van de juiste antibiotica goed te behandelen. Na genezing van de longontsteking kan het nog een lange tijd duren voordat de patiënt helemaal is opgeknapt. Wat moet Villa Kakelbont kinderopvang doen, om besmetting tegen te gaan? Het wekelijks doorspoelen van de douches, indien aanwezig (zie werkwijze doorspoelen douches). Zorg ervoor dat de temperatuur van het douchewater bij het tappunt minimaal 60 C wordt. De bacterie kan namelijk niet leven bij temperaturen boven de 60 C. Dit betekent dat de boiler zo warm moet staan dat het warm water dat uit de kraan komt 60 C is. Bij het gebruik van een tuinslang is het risico over het algemeen klein als je de slang aansluit op de koudwaterkraan. Zelden zal de temperatuur boven de 25 C zijn en blijven. Als gebruik wordt gemaakt van een (flexibele) tuinslang, die gedurende langere tijd in de zon blijft liggen, minder vaak gebruikt wordt en stilstaand water bevat, neemt de risico op groei van de bacterie toe. Daarom is het van belang de tuinslang en het douche- en sproeisysteem na gebruik leeg te laten lopen. Er is dan geen kans op stilstaand water waarin de Legionellabacterie zich kan ontwikkelen. Geen besmettingsgevaar vormen: koffiezetapparaat, waterkoker, waterpistolen en het drinken van water. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 20

Bijlage 3 Proces voedingsverzorging 1 Bij de beheersing van risico s bij het verzorgen van voeding is een aantal aspecten van essentieel belang in alle fasen van de voedingsverzorging, dat wil zeggen vanaf de aankoop of ontvangst van voedingsmiddelen tot de uitgifte. Het betreft de beheersing van: Temperatuur. Reinheid. Versheid. Beheersing van temperatuur De juiste temperaturen bij de voedingsverzorging worden beheerst door stelselmatige en goed uitgevoerde controles en/of metingen. Onze medewerkers zijn zich ervan bewust dat in de dagelijkse praktijk de feitelijke temperaturen door allerlei oorzaken kunnen afwijken van de vereiste temperaturen. Een eenvoudig voorbeeld van de oorzaak van een afwijking van de temperatuur is de uitval van een koelkast. Beheersing van reinheid Reinheid in de organisatie wordt beheerst door het handhaven van de persoonlijke en de bedrijfshygiëne. Zie de vorige hoofdstukken. Onze medewerkers zijn zich ervan bewust dat een op het oog schone organisatie (geen kruimels, voedingsresten of andere zichtbare vervuiling) niet betekent dat de keukenapparatuur, het keukengereedschap, werkoppervlakken en werkruimten daadwerkelijk schoon zijn. Hygiënisch schoon vereist stelselmatig schoonmaken op de juiste wijze en met de juiste schoonmaakmiddelen. De voedselveiligheid is vooral in het geding bij de behandeling van versproducten (groenten-, vlees-, en melkproducten), omdat deze gevoelig zijn voor besmetting. Belangrijke oorzaken voor deze besmetting zijn het onvoldoende wassen en spoelen van eetwaren en het verwerken van oude voorraden in verse eet- en drinkwaren en in alle fasen van de voedingsverzorging door kruisbesmetting. Het voorkomen van kruisbesmetting vereist de voortdurende aandacht van onze medewerkers en het aanleren van routinematige hygiënische handelingen. Onder kruisbesmetting wordt het overgaan van micro-organismen van product op product verstaan. Beheersing van versheid Versheid wordt beheerst door controle op de houdbaarheidsdatum en bewaartemperaturen van levensmiddelen. Het gebruik van verpakte producten door fabrikanten en andere levensmiddelenbedrijven levert weinig problemen op voor de voedselveiligheid binnen Villa Kakelbont Kinderopvang. Deze zijn voorzien van stickers met informatie over de houdbaarheid van producten door vermelding van de THT- (tenminste houdbaar tot) datum en de TGT- (te gebruiken tot) datum. De versheid is vooral in het geding bij de bereiding van voedingsmiddelen uit versproducten of van flessenvoeding in kinderdagverblijven en bij de van huis meegebrachte etenswaren. Omdat deze producten bij aankomst binnen Villa Kakelbont Kinderopvang al veel micro-organismen bevatten is er sprake van een aanmerkelijk kortere houdbaarheid. Dit vereist het noteren van de interne verbruik datum (IVD). Meteen nadat de verpakking open is gedaan van iets in de koelkast, wordt dit gecodeerd met een merkstift. De dag van aanbreken wordt op deze manier vermeld. De door ouders meegebrachte spullen wordt eveneens gecodeerd met een merkstift. 1 Wij hanteren de hygiëne code voor kleine instellingen. Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 21

Risico s bij de voedingsverzorging en goede hygiënische praktijken in de verschillende fasen van voedingsverzorging Goede hygiënische praktijken worden in alle fasen van de voedingsverzorging in acht genomen, dat wil zeggen bij: Inkopen en bestellen. Bewaren en opslaan. Bereiding. Uitgeven en uitserveren. Reinigen. Afvoeren van afval. Bestrijding ongedierte. Inkopen en bestellen De leverancier moet er in verband met de houdbaarheid voor zorgen dat de temperatuur van producten of levensmiddelen bij levering goed is en de verpakkingen van producten onbeschadigd en schoon zijn. Als de temperatuur bij levering te hoog is kan er al een ernstige vermeerdering van microorganismen hebben plaatsgevonden. Door beschadigde verpakkingen heeft ongedierte vrije toegang tot een product of kan het anderszins vervuild zijn met zand en stof. Dit wordt door de medewerker die de boodschappen doet bij ontvangst gecontroleerd. Wanneer de boodschappen binnenkomen, worden de spullen bestemd voor de koelkast, zoals melk en vleeswaren, direct in de koelkast gezet. Bewaren en opslaan Na de ontvangst van de goederen gaan de producten het magazijn, de koeling of diepvries in. Wij kijken daarbij eerst of de verpakking nog in orde is. Bij een kapotte verpakking kan de kwaliteit van producten snel achteruit gaan door het contact met zuurstof of er kan kruisbesmetting ontstaan. Producten die gekoeld moeten worden, worden zo snel mogelijk in de koelkast gezet. Schommelingen in de temperatuur (onderbreking van de koelketen) hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van de producten. Hoe langer een product wordt bewaard, des te meer het in kwaliteit achteruit gaat. De koelkast staat ingesteld op 4 C, de vriezer op -18 C. Daarom werkt Villa Kakelbont Kinderopvang bij het aanvullen van de goederen volgens het First In First Out systeem (FIFO-systeem). Op dat moment wordt ook altijd de houdbaarheidstermijn van de reeds aanwezige producten gecontroleerd. Bij het aanvullen van gekoelde of diepgevroren producten is het ook van belang om te controleren of de verschillende producten bij juiste temperatuur worden bewaard. Bereiden Bij het bereiden van producten is uit oogpunt van voedselveiligheid een aantal aandachtspunten van belang: Voorkomen van kruisbesmetting Als voedingsmiddelen met elkaar of met een besmet voorwerp in aanraking komen, kunnen microorganismen worden overgebracht van het ene op het andere product. De bereiding van kip levert een goed voorbeeld op. Rauwe kip bevat meestal de ziekmakende salmonellabacteriën. Na voldoende verhitting zijn de salmonellabacteriën gedood. Als echter het mes waarmee de kip in stukken is gesneden zonder reiniging wordt gebruikt voor het snijden van andere voedingsmiddelen dan kunnen deze ook besmet raken met de salmonellabacterie. De gebraden kip zelf kan overigens ook opnieuw besmet raken als deze na het braden op het werkblad wordt gelegd waar deze in rauwe toestand al op heeft gelegen. Gebruik van grondstoffen Het wassen van grondstoffen is van belang om vervuilingen door zand, stof, luis en ander ongedierte te verwijderen. Ontdooien Als diepgevroren producten relatief kort voor verhitting uit de vriezer worden gehaald, bestaat het risico dat de kern niet goed ontdooid is. Bij de daarop volgende verhitting bestaat de kans dat de kern de minimaal vereiste temperatuur van 75 C, die nodig is voor het doden van alle micro-organismen, niet zal bereiken. Laat ingevroren producten daarom tijdig van tevoren in de koelkast ontdooien. Om kruisbesmetting van andere producten te voorkomen moet dit onderin de koelkast gebeuren. Lekvocht Protocol Hygiëne Villa Kakelbont KDV en BSO versie 2016 22