Ken uzelf maar wat is dat 'zelf' eigenlijk? door Kees Aaldijk transpersoonlijk coch en therapeut 06-142 742 93 www.transpersoonlijk.nl gepubliceerd in Koorddanser oktober 2007
Ken uzelf maar wat is dat 'zelf' eigenlijk? De meeste mensen zijn vertrouwd met het idee dat de dood nog niet het einde is van alles. We kunnen accepteren dat een deel van ons de dood zal overleven en dat ons lichaam slechts een tijdelijk omhulsel was. Maar wat is datgene dan, dat overleeft wanneer ons lichaam is gestorven? Wat of wie ben ik werkelijk? Ken uzelf is de opdracht die het orakel van Delphi meegaf aan diegenen die op zoek waren naar waarheid. Maar wat is dat zelf? Als we oude wijsheden raadplegen, vermelden die slechts: Ik ben niet het lichaam, ik ben niet de emotie, ik ben niet de gedachte, en Boeddha voegt daar nog aan toe Ik ben slechts de waarnemer van dat alles. Om een antwoord te vinden op de vraag wie of wat we in essentie zijn, kunnen we ook te rade gaan bij de esoterie, bijvoorbeeld bij Henry Laurency. Deze zegt dat alles in het universum vergankelijk is, inclusief de sterren en planeten, behalve één ding en dat is het zelf. Dit zelf, dat de dood overleeft en de essentie vormt van datgene wat wij door alle incarnaties heen zijn, is onverwoestbaar en daarmee onsterfelijk. Laurency noemt deze bewustzijnskern de monade. Als kind waren we dezelfde ik die we nu nog steeds zijn, ook al is het bewustzijn waarmee we onszelf ervaren veranderd. Ondanks alle veranderingen die er in ons leven plaatsvinden, blijven we toch een gevoel van onveranderlijke identiteit behouden, een eigenheid die we ontlenen aan onze monade. Dat is wie we zijn, de getuige waarover Boeddha het had. Die getuige is verbonden met ons lichaam, met onze emoties en gedachten, maar kan daar ook weer afstand van nemen. Ik heb emoties of gedachten, zeg je dan. Ons lichaam, onze emoties en gedachten veranderen voortdurend. Die ik blijft altijd dezelfde waarnemer, al ontwikkelt hij zich in de loop der tijd waardoor hij steeds subtielere emoties en complexere gedachten kan ervaren. Zo groeit ons bewustzijn. Monade als stemvork Je zou de monade kunnen vergelijken met een stemvork die geactiveerd wordt door de vibraties die hij vanuit de omgeving kan opvangen. Maar onze monade is geen gewone stemvork, het is alsof hij ook nog nieuwe stemvorkjes kan laten groeien. Hij ontwikkelt zich en breidt zich uit als hij met nieuwe klanken wordt geconfronteerd. Onze levenservaringen zijn daarbij de nieuwe vibraties die we voor de activering van ons bewustzijn nodig hebben. De monade ontwikkelt zich dankzij die ervaringen; hierdoor zal hij steeds weer nieuwe vibraties kunnen waarnemen en verwerken. Het ligt voor de hand, dat hij meer kan leren van de problemen die hij tegenkomt, dan van een rustig en ontspannen leventje. Op dit moment in onze ontwikkeling zijn we een mens en in staat om complexe menselijke situaties te ervaren. In een ver verleden was dat anders. Onze monade was toen nog uiterst primitief en ongevoelig. Ooit waren we een kiezeltje aan het strand, dat heel langzaam tot bewustzijn is gewekt door temperatuur en drukverschillen. Daardoor werden onze eerste ervaringen mogelijk. Deze hadden betrekking op een primitief soort lichaamsbewustzijn. Later werden we een plantje dat langzaam een vorm van emotioneel bewustzijn kon ontwikkelen, door zich te richten op het licht van de zon. Nog veel later werden we een dier met een primitief mentaal bewustzijn. Nu zijn we uiteindelijk mens geworden en leren we om ons lichaamsbewustzijn, ons emotionele bewustzijn en ons mentale bewustzijn verder uit te breiden en te perfectioneren, zodat we van daaruit naar een volgend niveau van bewustzijn kunnen doorgroeien: zielsbewustzijn.
Onsterfelijk Onze monade kan niets uit zichzelf. Om ervaringen op te doen, heeft hij een hulpmiddel nodig en dat hulpmiddel is het lichaam waarmee hij zich heeft verbonden. Aanvankelijk vormt het kiezelsteentje een soort lichaam voor onze monade, waardoor hij in staat is om contact te hebben met zijn omgeving. Wanneer dit stenen lichaam hem na verloop van tijd niets nieuws meer kan leren, krijgt hij behoefte aan een ander soort lichaam dat nieuwe ervaringen en een verdere evolutie mogelijk maakt. Dan kiest onze monade een plant tot woonplaats. Als hij dan na talloze plantervaringen ook op deze lichamen is uitgekeken krijgt hij de beschikking over het lichaam van een dier. Met behulp daarvan kan hij veel complexere emoties ervaren en een primitief mentaal bewustzijn aankweken. Kiezelsteentjes komen en gaan, planten en dieren komen en gaan maar onze monade is onsterfelijk en ontwikkelt zich langzaam maar gestaag met behulp van al deze verschijningsvormen. Onder invloed van al die ervaringen groeien de stemvorkjes in kracht en verscheidenheid en zo ontplooit zich het bewustzijn. Voor de volgende fase van zijn ontwikkeling is een dier niet langer toereikend, dan is er een menselijk lichaam nodig, want alleen daarmee kan de monade weer nieuwe signalen uit zijn omgeving onderzoeken. Het lichaam waarin we nu rondlopen en waarmee we ons identificeren is dus niets anders dan het instrument dat onze monade nodig heeft om steeds verfijnder te kunnen waarnemen, zodat hij zich steeds verder kan ontwikkelen. Je bent dus niet je lichaam of je emoties of je denken. Dit zijn slechts de hulpmiddelen die nodig zijn om je bewustzijn te activeren. Je bent een monade die zich steeds krachtiger leert te manifesteren. Onder invloed van lichamelijke, emotionele en mentale ervaringen worden we, door alle incarnaties heen, steeds bewuster, liefdevoller en verstandiger. Om de stemvorkjes te ontwikkelen, die horen bij het menselijke bewustzijnsniveau, moeten we een groot aantal menselijke ervaringen doorleven en verwerken. We kunnen daarbij geen enkele tussenstap overslaan, want ieder volgend niveau is gebaseerd op de ervaringen van de daaraan voorafgaande fase. Zoals we ooit de minerale, de plantaardige en de dierlijke evolutiefasen achter ons hebben gelaten, zo zullen we op een gegeven moment ook de menselijke fase achter ons laten en verder groeien. Wie ben ik? Ik ben dus niet dit lichaam. Ik ben een onsterfelijke monade die zich, door middel van dit lichaam bewust is van de wereld om hem heen en die zich, dankzij de ervaringen van dit lichaam, steeds verder kan ontwikkelen, net zolang totdat het menselijke lichaam niet langer toereikend is voor zijn verdere groei. Dan zullen we niet meer incarneren in de menselijke vorm. We groeien door naar de bewustzijnsniveaus die liggen voorbij het menselijke bereik. Als goddelijke wezens beginnen we dan aan een nieuwe fase in onze evolutie. Eenheidsbewustzijn Als monade ben ik ooit, in een pril stadium van ontwikkeling, een plant geweest en later een dier en nu ben ik een mens. Op die manier heb ik geleidelijkaan een lichamelijk, een emotioneel en een mentaal bewustzijn kunnen ontwikkelen. Eens zal ik ook het menselijke niveau overstijgen, want uiteindelijk zal ik over een alomvattend universeel bewustzijn kunnen beschikken, dan zou je me goddelijk kunnen noemen. Dat lijkt allemaal heel simpel en vanzelfsprekend: Gewoon maar afwachten totdat die goddelijke kwaliteit zich in je manifesteert. De realiteit is anders, want de menselijke ontwikkelingsfase is voor de meesten van ons een moeizame worsteling. Dieren hebben het wat dat betreft veel gemakkelijker; ze hebben een groepsziel waardoor ze instinctief met elkaar verbonden zijn en zo kunnen ze profiteren van elkaars ervaringen. In onze verre toekomst zullen we deel uitmaken van een goddelijk bewustzijn en dan kunnen we de éénheid van alle dingen ervaren, zoals die door mystici wordt omschreven. De waarde
en het geluk van de mens ligt daarin dat hij opgaat in iets groters dan hijzelf, zegt Theilhard de Chardin. Tussen de dierlijke groepsziel en het mystieke eenheidsbewustzijn staan wij met onze individuele ziel, afgescheiden van alle andere mensen. Om één te worden met het universum zal ik die afgescheidenheid als mens eerst moeten opgeven en dat is een pijnlijk proces. Datgene waar we bovenal naar verlangen is deel te hebben aan die mystieke eenheid, maar datgene waar we bovenal bang voor zijn is het opgeven van onze menselijke isolatie. Om heel te worden moeten we onze identificatie met het afgescheiden ego loslaten en dat vervult ons met doodsangst. Dieren hebben een groepsziel waardoor ze met elkaar in verbinding staan. Ze kunnen hun ervaringen met elkaar delen via deze groepsziel en daardoor wordt de dierlijke bewustzijnsgroei versneld. Instinctief gedrag van dieren is een voorbeeld van de werking van zo n groepsziel. Primitieve dieren zullen zich meer door hun instinct laten leiden en hoger ontwikkelde dieren zullen steeds meer individueel gedrag gaan vertonen. Het verschil tussen een mens en een dier is, dat wij niet langer deel uitmaken van een groepsziel. Op het moment dat we voor het eerst mens worden, verlaten we de groepsziel en krijgen we een individuele ziel, een eigen omhulling die ons persoonlijke bewustzijn isoleert van dat van andere mensen. Deze afscheiding is er de oorzaak van dat we ons eenzaam kunnen voelen, temidden van anderen. Die omhulling wordt ook wel de causale mantel genoemd. In deze causale mantel worden alle ervaringen opgeslagen die we in opeenvolgende menselijke levens hebben verzameld. Het is de intuïtieve kennis die we gedurende ons leven tot onze beschikking hebben. Jonge zielen hebben nog niet veel ervaringen verzameld, maar oude zielen hebben al heel wat incarnaties achter zich en kunnen daardoor beschikken over heel wat aangeboren levenswijsheid. Worsteling Wanneer we voor de allereerste keer als mens geboren worden, hebben we dus nog geen enkele menselijke ervaring. Zo n primitieve mens zou je daarom misschien kunnen omschrijven als een soort Neanderthaler. Niet alleen mist hij iedere vorm van menselijke ervaring, hij moet ook nog eens het gevoel van geborgenheid missen dat de oude dierlijke groepsziel hem bood. Hij staat er dan echt alleen voor en moet op zijn eigen manier zijn boontjes leren doppen. Dat is in feite de opgave die we allemaal als mens hebben: We moeten op eigen benen leren staan. Je kunt het vergelijken met jong-volwassenen die na hun studie de wereld intrekken en daar zelfstandig hun eigen problemen moeten oplossen. Door de worsteling met tegenslag worden ze sterk en ontwikkelen ze hun eigen talenten. Dat is precies waar het bij onze menselijke groei om gaat. Dieren vertonen kuddegedrag maar mensen moeten hun individuele kwaliteiten ontwikkelen zodat ze, als ze later deel gaan uitmaken van een eenheidsbewustzijn, daar hun unieke talenten aan kunnen toevoegen. Die individuele kwaliteiten vorm je niet in een kudde; die kun je alleen ontwikkelen wanneer je op jezelf bent aangewezen. Dat is de opdracht voor ons mensen, we moeten unieke individuen zien te worden. Omdat we ons bij onze allereerste incarnatie als mens intens geïsoleerd voelen, zullen we als Neanderthalers allereerst vechten voor onze persoonlijke overleving. Primitieve mensen zijn dan ook overwegend egoïstisch en houden zich vooral bezig met hun persoonlijk gewin. Dat zijn gevoelens en gedragingen waarmee we ons van anderen afscheiden. Maar geleidelijk aan, naarmate we in opeenvolgende incarnaties meer menselijke ervaringen hebben opgedaan, zullen we steeds meer sociale vaardigheden ontwikkelen, we krijgen empathische gevoelens en we gaan ons meer en meer verbonden voelen met anderen. Egoïsme zal langzaam veranderen in altruïsme en uiteindelijk zal er weer een gevoel van gemeenschappelijkheid ontstaan. Het is dan een gemeenschappelijkheid waar we zelf voor kiezen en die daarom fundamenteel anders is dan die in de dierenwereld. Door deze groeiende saamhorigheid zullen we ons uiteindelijk weer
volledig met anderen verbinden. Daardoor kan, aan het einde van onze menselijke ontwikkeling, onze causale mantel weer oplossen. Dan hebben we onze menselijke evolutie voltooid en kunnen we deel gaan uitmaken van een collectief bewustzijn. Dat is dan niet een gemeenschap van kleurloze gelijkvormigheid maar een verzameling van unieke talenten, waarbij iedereen deel uitmaakt van het geheel en toch zijn eigen individualiteit behoudt: De unio mystica. Kees Aaldijk is psycholoog, transpersoonlijk coach en therapeut, (mede)auteur van Vensters op een transpersoonlijke werkelijkheid. Info: www.transpersoonlijk.nl.