Actara, WG en aanbevelingen, N W.7

Vergelijkbare documenten
HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Pirimor, WG en aanbevelingen, 5794 N W.6 bij etiketinstructie versie 15

Pirimor, WG en aanbevelingen, 5794 N W.8 bij etiketinstructie versie 18

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus of per 12 maanden 250 g/ha 250 g/ha 3 per. Dosering* middel per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden. 3,75 l/ha 18 (6 blokken van 3 opeenvolgende bespuitingen)

Score 250 EC, toelatingsnummer N W.7, bij etiketinstructie versie 9

Gevarenaanduidingen: Schadelijk bij inslikken. Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Switch, WG en aanbevelingen N W.8

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Amistar, WG en aanbevelingen, N W.7.

Dual Gold 960 EC, WG en aanbevelingen, N W.11

Dosering (middel) per toepassing. Maximale dosering (middel) per toepassing

Ortiva WGGA, N W.4, bij etiketinstructie versie 8

Dosering* middel per toepassing. Maximale dosering middel per toepassing

Dosering* (middel) per. Maximale dosering (middel) per. teeltcyclus of per 12 maanden bladluis 1, 2, 3, 24, 26 0,75 L/ha 0,75 L/ha 4 per teeltcyclus

Dual Gold 960 EC WG en aanbevelingen, N W.9 bij etiketinstructie versie 9

Dosering* (middel) per. Maximale dosering (middel) per. teeltcyclus of per 12 maanden bladluis 1, 2, 3, 24, 26 0,75 L/ha 0,75 L/ha 4 per teeltcyclus

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Dual Gold 960 EC WG, N W.8

Boxer WG en aanbevelingen, N W.10 bij etiketinstructie versie 10

Actueel WG van het middel Sivanto Prime, N. 6 april 2018

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Switch WGGA, N W.6 bij etiketinstructie versie 15

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Calypso,12452 N W mei 2019

SPECIMEN BORGI. Fungicide

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Dosering (middel) per toepassing. Maximale dosering (middel) per toepassing. 0,01% (10 gram middel per 100 liter water)

Maximale dosering (middel) per toepassing. 1,0 L/ha 2 maal per blok, 2 maal per teeltcyclus, met een maximum van 4 maal per 12 maanden 4

12477 N, 12 juli 2013 A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 4 juli 2014 tot herregistratie van de toelating van het middel BotaniGard WP, toelatingnummer N

Actueel WG van het middel Scelta, N W juni 2018

SPECIMEN PLENUM 50 WG 5 KG. Insecticide

Nissorun vloeibaar Toelatingsnummer: N W.4 Formulering: Suspensie concentraat Werkzame stof: hexythiazox Gehalte: 250 G/L Inhoud: 250 ML

Dosering (middel) per toepassing. Maximale dosering (middel) per toepassing. maanden Traybehandeling vliegen en. 1 per muggen 4. 12,5 ml/1000 planten

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 8 juli 2011 tot wijziging van de toelating van het middel Admire, toelatingnummer N (W13)

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Actueel WG van het middel Stroby WG, N W.5. 2 november 2018

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel Vectine Plus W juli 2017

WGGA van het middel Kohinor 700 WG, N W.4 25 november 2015 A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

SPECIMEN PLENUM 50 WG 1 KG. Insecticide. Specialist tegen luizen

Minimum interval tussen toepassing en in dagen Aardbei (bedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,5 l/ha 0,5 l/ha 3 1,5 l/ha 7

Actueel WG van het middel Vertimec Gold, N W januari 2017

Sporgon. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

Vertimec Gold WG en aanbevelingen, N W.8 bij etiketinstructie versie 12

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus

Dosering* middel per toepassing. Maximale dosering middel per toepassing. 0,5 0,75 L/ha. 0,05% (50 ml per 100 L water) 0,6 L/ha 2 per 12 maanden

Actueel Wettelijk Gebruiksvoorschrift van het gewasbeschermingsmiddel Pirimor, 5794 N W.6

Dosering*(m iddel) per toepassing. Maximale dosering (middel) per toepassing

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 4 juni 2010 tot uitbreiding van de toelating van het middel Gazelle, toelatingnummer N

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Maximale dosering (middel) per toepassing

Dosering*(m iddel) per toepassing. Maximale dosering (middel) per toepassing

Kumulus S. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Gazelle Toelatingsnummer: N W.4 Formulering: Wateroplosbaar granulaat Werkzame stof: acetamiprid Gehalte: 20% Inhoud: 1 kg, 5 kg

Actueel WG van het middel Collis, N W november 2018

Maximale dosering (middel) per toepassing

Boxer, WG en aanbevelingen, N W.10

Pyramin DF. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer N W.8

Scelta Toelatingsnummer: N W.4 Formulering: Suspensie concentraat Werkzame stof: cyflumetofen Gehalte: 20% Inhoud: 1 l

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel Luna Privilege, N W.5.

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel voor professioneel gebruik Thiovit Jet, 5395 N

Dosering* middel per toepassing. Stengelbasisrot 1 3,0 kg/ha 3,0 kg/ha 1 per 12 maanden

Botanigard WP Toelatingsnummer: N W2 Formulering: Poeder Werkzame stof: Beauveria bassiana stam GHA Gehalte: 3,7 x 10^10 CFU/G Inhoud: 500 gram

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel LUNA PRIVILEGE, N W.6.

SPECIMEN GOLTIX WG WAARSCHUWING

Nomolt. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

teflubenzuron WAARSCHUWING

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Maximale dosering middel per toepassin g. 200 g/ha 4 per 12 maanden en maximaal 1 keer voor 1 mei

Stroby WG. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

Regalis Plus. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer N W.1. Water dispergeerbaar granulaat WAARSCHUWING. Gevarenaanduidingen:

2 KG. Kohinor 700 WG ANEKOHNL2KG/02/A. Scan voor gebruik

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

BASE NON-PRINTABLE S-PAC DESCRIPTION: ISSUE DATE: SCALE: 1:1 ISSUE NO: SYN002 BOOKLET 4-16 PG 275 X 122 MM

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

SPECIMEN KOHINOR 700 WG 2 KG. Insecticide B ANEKOHNL2KG/04/A

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

SPECIMEN. Fungicide. De standaard in ziektebestrijding in suikerbieten ANESPYNL5LT/01/A B Scan voor gebruik

Kohinor 2 KG. Insecticide. Kohinor 700 WG ANEKOHNL2KG/03/A. Breedwerkend insecticide in een aantal teelten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel Collis, N W.8 WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Maximale dosering middel per toepassing. 200 g/ha 4 per 12 maanden en maximaal 1 keer voor 1 mei

Dosering* middel per toepassing. Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden

Actueel WG van het middel Focus Plus W oktober 2018

SPECIMEN. Fungicide. De basis voor de peenteelt ANEREFNL5LT/01/A B Scan voor gebruik

Wettelijk gebruiksvoorschrift

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Oikos. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

SPECIMEN PHANTOM. Fungicide. Goede bescherming tegen bladziekten op kritische momenten

Transcriptie:

Actara, WG en aanbevelingen, 12679 N W.7 Wettelijk Gebruiksvoorschrift Het middel is uitsluitend toegelaten als insectenbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik in de volgende sgebieden (volgens Definitielijst sgebieden versie 2.1 Ctgb juni 2015) onder de hierna vermelde svoorwaarden. Toepassingsvoorwaarden: Toepassings- Type gebied Werkzaamheid getoetst op Dosering* middel Maximale dosering (middel) en of kg middel ha of Minimum interval tussen en Veiligheidstermijn Aardappelen gewasbehandeling bladluis 1 Bloembol- en bloemknolgewassen Bloemisterijgewassen Bloemisterijgewassen Boomkwekerijgewassen kevers 2 0,08 kg/ha 0,08 kg/ha 4 veurbehandeling bladluis 1 0,1 kg/ha 0,1 kg/ha 1 0,1 kg/ha 3 wittevlieg 4 0,04% (10 0,12 kg/ha 3 0,4 kg/ha 2 gewasbehandeling bladluis 3 0,1 kg/ha 0,1 kg/ha 3 0,1 kg/ha 3 0,42 kg/ha 7 7 - -

Toepassingsgebied Type Werkzaamheid getoetst op Dosering* middel Maximale dosering (middel) en of kg middel ha of Minimum interval tussen en Veiligheidstermijn Boomkwekerijgewassen Vaste plantenteelt Vaste plantenteelt wittevlieg 4 0,04% (10 0,4 kg/ha 2 gewasbehandeling bladluis 3 0,1 kg/ha 0,1 kg/ha 3 wittevlieg 4 0,04% (10 0,1 kg/ha 3 0,4 kg/ha 2 gewasbehandeling bladluis 3 0,1 kg/ha 0,1 kg/ha 3 * Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal en en de andere svoorwaarden mag niet worden afgeweken. Werkzaamheid is bij lagere dosering niet beoordeeld. 1 Groene zikluis (Myzus sicae), Boterbloemluis (Aulacorthum solani), Katoenluis (Aphis gossypii), Aardappeltopluis (Macrosiphum euphorbiae), Vuilboomluis (Aphis frangulae) en Wegedoornluis (Aphis nasturtii). 2 Coloradokever (Leptinotarsa decemlineata). 3 Groene zikluis (Myzus sicae), Boterbloemluis (Aulacorthum solani), Katoenluis (Aphis gossypii), Aardappeltopluis (Macrosiphum euphorbiae) 4 Kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum)

Overige svoorwaarden De in aardappelen is uitsluitend toegestaan na de bloei. De in de onbedekte teelt van bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen en vaste planten is uitsluitend toegestaan na de bloei of op gewassen die op het veld niet tot bloei komen Om bijen te beschermen is van het middel uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van één van de onderstaande driftreducerende maatregelen: In aardappels (gewasbehandeling): - spuitboomverlaging (30 cm boven de top van het gewas) in combinatie met driftarme spuitdoppen (dopafstand 25 cm) en een kantdop; of - conventionele spuitmachine met een driftarme spuitdop en een kantdop in combinatie met luchtondersteuning. In bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen en vaste planten (tegen luis), neerwaartse bespuiting: - spuitboomverlaging (30 cm boven de top van het gewas) in combinatie met driftarme spuitdoppen (dopafstand 25 cm) en een kantdop; of - conventionele spuitmachine met een driftarme spuitdop en een kantdop in combinatie met luchtondersteuning. In boomkwekerijgewassen (laanbomen) (tegen luis), opwaartse bespuiting: Het middel in de onbedekte teelt van hoge boomkwekerijgewassen niet toepassen in de buitenste 5 meter van het gewas; daarnaast dienen op een strook van 5 meter vanaf het midden van de laatste bomenrij geen bloeiende planten aanwezig te zijn. Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik is wel toegestaan op bloeiende planten in de kas mits er geen bijen of hommels in de kas actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Verwijder onkruid voordat het bloeit. Voorkom dat bijen en andere bestuivende insecten de kas binnenkomen door bijvoorbeeld alle openingen met insectengaas af te sluiten. In verband met het risico voor bijen mogen binnen 3,5 maand na van Actara geen voor bijen aantrekkelijke gewassen worden gezaaid of geplant. Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling. Om het grondwater te beschermen is toepassen van Actara in bedekte grondgebonden teelten in grondwaterbeschermingsgebieden niet toegestaan.

Resistentiemanagement Dit middel bevat de werkzame stof thiamethoxam. Thiamethoxam behoort tot de neonicotinoïden. De IRAC code is 4, subgroep A. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van het resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen op te volgen. Aanbevelingen Het sierteelt assortiment is zeer breed en voortdurend aan verandering onderhevig. Bij de ontwikkeling van een middel kan het slechts in een bekt gewassen/rassen worden getest. Indien nog geen ervaring is opgedaan in een specifiek gewas of ras, wordt aangeraden om eerst op kleine schaal een proefbespuiting uit te voeren om de verdraagzaamheid te testen. Blijf het gewas gedurende tenminste 10 dagen nauwlettend volgen op mogelijke ongewenste gewasreacties. Wees voorzichtig met het mengen met andere gewasbeschermingsmiddelen, bladmeststoffen, uitvloeiers of hechters indien daarmee nog geen ervaring is opgedaan. In dat geval wordt aangeraden de betreffende middelencombinatie eerst op kleine schaal te testen op gewasveiligheid. Maatregelen ter voorkoming van opvlaktewaterverontreiniging Gewasbeschermingsmiddelen horen niet thuis in water Om waterleven te beschermen en omdat opvlaktewater voor drinkwaterbereiding gebruikt kan worden is het van groot belang emissie naar het opvlaktewater te voorkomen. Syngenta raadt daarom aan de volgende maatregelen te nemen: Respecteer de verplichte maatregelen in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG) zoals de voorgeschreven driftreducerende maatregelen en teeltvrije zones. Raadpleeg de Toolbox Emissiebeking op www.toolboxwater.nl of www.activiteitenbesluitagrarisch.nl voor meer informatie over alle vormen van emissies naar opvlaktewater, zoals ondermeer ook afspoeling en hoe deze te beken. Spuitapparatuur gebruikt in onbedekte teelten dient overdekt gestald te worden en gereinigd op een was- en spoelplaats met (vloeistofdichte) opvangmogelijkheid. Verwerk was- en spoelwater en eventuele restvloeistoffen, die niet over het laatst bespoten ceel kunnen worden uitgereden, in een Heliosec (of gelijkwaardig alternatief) om onnodige milieubelasting te voorkomen. In bedekte teelten is het ten zeerste af te raden om (filter) spoelwater, drainwater (substraatteelt) en drainagewater (grondgebonden teelt) ongezuiverd op het opvlaktewater te lozen. Deze waterstromen dienen vóór lozing door een zuiveringsvoorziening geleid te worden, waarbij ten minste 95% van de aanwezige werkzame stof verwijderd wordt. De zuiveringsvoorziening dient regelmatig onderhouden en tenminste éénmaal jaar op goede werking gecontroleerd te worden door een deskundige. Algemeen Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden. Pas dit product niet toe als honingdauw aanwezig is in het gewas. Vermijd drift naar bloeiende onkruiden en gewassen in de omgeving van het behandelde gewas.

Bij de grondbehandeling in aardappelen geldt: Het middel heeft een werkingsduur van 8-10 weken. Tijdens het groeiseizoen dient het gewas evenwel regelmatig te worden gecontroleerd op de aanwezigheid van bladluizen. Indien geconstateerd wordt dat zich bladluizen in het gewas vestigen, moeten passende maatregelen (bladluisbestrijding of loofvernietiging) genomen worden. Het verdient aanbeveling door middel van een proefbespuiting vast te stellen of het gewas of variëteit het middel verdraagt, vooral bij gewassen met open bloemen.