Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden. 3,75 l/ha 18 (6 blokken van 3 opeenvolgende bespuitingen)

Transcriptie

1 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Actueel WG van het middel NeemAzalT/S, N 9 december 2016 Wettelijk Gebruiksvoorschrift Het middel is uitsluitend toegestaan als insecten en mijtenbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik door middel van een gewasbehandeling in de volgende sgebieden (volgens Definitielijst sgebieden versie 2.1, Ctgb juni 2015) onder de hierna vermelde svoorwaarden. Toepassingsvoorwaarden: Toepassingsgebied 12 Aardappelen kevers 1 3 l/ha 1 3 l/ha Appel bladluis 2 3 l/ha 1 3 l/ha Bloemisterijgewassen bedekte teelt Bloemisterijgewassen, mineervlieg, mineervlieg (6 van 3 2,5 l/ha 4 (2 van 2 67,5 l/ha 7 binnen 10 l/ha 7 binnen

2 Toepassingsgebied bedekte teelt Vaste planten bedekte teelt Vaste planten onbedekte teelt 12 (6 van 3 3,0 l/ha 6 (3 van 2 (6 van 3 2,0 l/ha 9 (3 van 3 67,5 l/ha 7 binnen 18 l/ha 7 binnen 67,5 l/ha 7 binnen 18 l/ha 7 binnen

3 Toepassingsgebied 12 Openbaar groen Rupsen, luizen 2,5 l/ha 4 (2 van 2 10 l/ha 7 binnen * Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal en en de andere svoorwaarden mag niet worden afgeweken. is vastgesteld voor de genoemde dosering per en niet voor verlaagde doseringen. 1 Coloradokever (Leptinotarsa decemlineata) 2 Roze appelluis (Dysaphis plantaginea) Overige svoorwaarden Behandelde producten mogen niet voor dierlijke voeding worden aangewend. Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden in de van: bloemisterijgewassen boomkwekerijgewassen vaste planten Om in het water levende organismen te beschermen is de van het middel in de teelt van appel uitsluitend toegestaan wanneer in perceelstroken die grenzen aan oppervlaktewater, in de eerste 20 m vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen: vóór 1 mei: o een KWH k15003r2 VLOS 3rij spuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4.5 m; vanaf 1 mei: o 95% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4.5 m.

4 o een KWH k15003r2 VLOS 3rij spuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met lage ventilatorstand (400rpm) met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 m. Om niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten te beschermen is in de teelt van appel uitsluitend toegestaan wanneer in perceelsstroken die niet grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 m van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij, gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen: vóór 1 mei: o Wannerspuit met reflectieschermen en venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter; o KWH k15003r2 VLOS 3rijenspuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter. vanaf 1 mei: o een tunnelspuit met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter; o Venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter; o een Wannerspuit met reflectieschermen en en venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter; o minimaal 90 % driftreducerende spuitdoppen in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter; o een KWH k15003r2 VLOS 3rijenspuit met variabele luchtondersteuning en standaard spuitdoppen met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter. Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten te beschermen is in de van aardappels, bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen, vaste planten en openbaar groen uitsluitend toegestaan indien er neerwaarts wordt gespoten in combinatie met één van de volgende maatregelen: lage spuitboomhoogte (30 cm boven de top van het gewas) met minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop; sleepdoek; minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen met luchtondersteuning in combinatie met een kantdop. Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten te beschermen is de van het middel in de teelt van hoge laanbomen uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van een mastspuit met Venturidoppen (venturi ID90015) met inachtneming van een additionele teeltvrije zone van tenminste 5 meter. In deze additionele teeltvrije zone mogen gewassen geteeld worden van tenminste dezelfde hoogte als het te bespuiten gewas, waarin geen gewasbeschermingsmiddelen worden gespoten.

5 Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit. Gebruik is wel toegestaan op bloeiende planten in de kas mits er geen bijen of hommels in de kas actief naar voedsel zoeken. Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.