HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Transcriptie

1 12809 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari Het besluit van 10 november 201 wordt aangepast. Het besluit van 10 november 201 komt te vervallen. Het Wettelijk Gebruiksvoorschrift is aangepast. 1 HERSTELBESLUIT WIJZIGING WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT EN GEBRUIKSAANWIJZING De toelating van het hieronder genoemde gewasbeschermingsmiddel wordt gewijzigd: Gazelle 2 GRONDSLAG Artikel 31, 44, 45 en 5 van Verordening (EG) 110/2009. Artikel 4 van Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Artikel 2, aanhef en onder c) en 11 van Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Beleidsregelbesluit Van WGGA naar WG in de staatscourant van 4 januari 2016, jaargang 2016, nr WIJZIGING VAN DE TOELATING 3.1 Vervanging WG/GA door WG Het Wettelijk Gebruiksvoorschrift en de Gebruiksaanwijzing (WG/GA) worden vervangen door het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG), dat komt te luiden als vastgesteld in bijlage I. 3.2 Aanduidingen en vermeldingen op het etiket a. Behalve de onder 1 bedoelde, en de overige bij de Wet Milieubeheer en de regeling Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen moeten op het etiket voorkomen: - het Wettelijk Gebruiksvoorschrift De letterlijke tekst van het Wettelijk Gebruiksvoorschrift, opgenomen in Bijlage I - bij het toelatingsnummer een cirkel met daarin de w-codering als opgenomen onder punt 3.4.

2 b. De toelatinghouder kan aanbevelingen vermelden op het etiket. Deze aanbevelingen maken geen deel uit van het wettelijk gebruiksvoorschriften en mogen daarmee niet in strijd zijn. 3.3 Respijttermijn De respijttermijn voor bestaande voorraden bedraagt na inwerkingtreding van dit besluit: - zes voor verkoop en distributie; - achttien voor verwijdering, opslag en gebruik. 3.4 W-coderingen en aflever- en opgebruiktermijnen: W-codering professioneel gebruik: 5 Vorige w-codering professioneel gebruik: 4 Aflevertermijn professioneel gebruik: Opgebruiktermijn professioneel gebruik: Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari Ede, 1 november 201 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, voor deze: de secretaris, dr. ir. L.P. van Duijn Bezwaarmogelijkheid Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel :1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 8030, 610 AA EDE. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Aan: Nisso Chemical Europe GmbH p/a Certis Europe B.V. Safariweg MA MAARSSEN

3 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I WG van het middel Wettelijk Gebruiksvoorschrift Het middel is uitsluitend toegelaten als insectenbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik door middel van een gewasbehandeling in de volgende sgebieden (volgens Definitielijst sgebieden versie 2.1 Ctgb juni 2015) onder de hierna vermelde svoorwaarden. Toepassingsvoorwaarden: Toepassings- Gebied Aardappelen Appel Peer Vruchtgroenten van Curcubitaceae eetbare schil (bedekte teelt). getoetst op en per bladluis g/ha 250 g/ha 3 per bladluis 2 0,025% 35 g/ha 2 bladluis 3 0,025% 300 g/ha 2 35 g/ha 3 g of 50 g/ 50 g/ g/ g/ha interval tussen en Veiligheidst ermijn in

4 Toepassings- Gebied Vruchtgroenten van Solanaceae (bedekte teelt). Met uitzondering van tomatilo Bloembol- en bloemknolgewassen (bedekte teelt) Bloembol- en bloemknolgewassen (onbedekte teelt Bloemisterijgewassen (bedekte teelt) Bloemisterijgewassen (onbedekte teelt) Boomkwekerijgewassen (bedekte teelt) getoetst op en per 35 g/ha g/ha 6 bladluis g/ha 230 g/ha 3 wittevlieg 5 0,025% - 0,05% (25-50 g/100 l bladluis 6 0,025% 230 g/ha g/ha g/ha g/ha 3 g of 50 g/ g/ha 690 g/ g/ g/ha 690 g/ g/ 12 interval tussen en Veiligheidst ermijn in

5 Toepassings- Gebied Boomkwekerijgewassen (onbedekte teelt) Vaste plantenteelt (bedekte teelt) Vaste plantenteelt (onbedekte teelt) Openbaar groen, met uitzondering van grasvegetaties getoetst op wittevlieg 5 0,025% - 0,05% (25-50 g/100 l bladluis 6, 0,025% bladluis 6 0,025% wittevlieg 5 0,025% - 0,05% (25-50 g/100 l bladluis 6, 0,025% bladluis 6, 0,025% en per 462 g/ha g/ha g/ha g/ha g/ha g/ha 3 g of 22 g/ha 690 g/ g/ g/ha 690 g/ g/ 12 interval tussen en Veiligheidst ermijn in * Verlaging van de is toegestaan, maar van het maximaal en en de andere svoorwaarden mag niet worden afgeweken. 1 Groene perzikluis (Myzus persicae), Wegedoornluis (Aphis nasturtii), Vuilboomluis (Aphis frangulae), Aardappeltopluis (Macrosiphum euphorbiae) en Boterbloemluis (Aulacorthum solani).

6 2 Rose appelluis (Dysaphis plantaginea), Groene appeltakluis (Aphis pomi), Bloedvlekkenluis (Dysaphis devecta), Fluitekruidluis (Dysaphis anthrisci), Appelgrasluis (Rhopalosiphum insertum). 3 Rose perenluis (Dysaphis pyri), Vouwgalluis (Anuraphis farfarae), Zwarte perenluis (Melanaphis pyaria) en Zwarte bonenluis (Aphis fabae). 4 Boterbloemluis (Aulacorthum solani), Groene perzikluis (Myzus persicae), Katoenluis (Aphis gossypii) en Zwarte bonenluis (Aphis fabae). 5 Kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) en Tabakswittevlieg (Bemisia tabaci). 6 Boterbloemluis (Aulacorthum solani), Groene perzikluis (Myzus persicae), Katoenluis (Aphis gossypii), Zwarte bonenluis (Aphis fabae), Gewone rozenluis (Macrosiphum rosae), Sjalotteluis (Myzus ascalonicus) en Groene kortstaartluis (Brachycaudus helichrysi). Aardappeltopluis (Macrosiphum euphorbiae), Zwarte kersenluis (Myzus cerasi), Groene appeltakluis (Aphis pomi), Groene sparrenluis (Elatobium abietinum) en Vogelkersluis (Rhopalosipum padi). Het gebruik in de teelt van kers en de veredelingsteelt en basiszaadproductie van akkerbouw-, groente- en fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen (bedekte teelt) is beoordeeld conform de vereenvoudigde uitbreidingsprocedure. Deze derdenuitbreiding is aangevraagd door de Stichting Trustee Bijzondere Toelatingen. Er is voor deze en geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Het risico voor het gewas bij gebruik van dit middel in deze sgebieden valt onder verantwoordelijkheid van de gebruiker. Toepassingsgebied Kers (zoete en zure kers) Veredelingsteelt en basiszaadproductie van akkerbouw-, aannemelijk tegen vliegen en muggen 1 0,025% bladluis 2 0,025% behandelingen 35 g/ha g/ha 3 g 50 g/ g/ 12 interval tussen en Veiligheidste rmijn in

7 Toepassingsgebied groente- en fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen (bedekte teelt). aannemelijk tegen wittevlieg 3 0,025% - 0,05% (25-50 g/100 l behandelingen 400 g/ha 6 g 2400 g/ha interval tussen en Veiligheidste rmijn in * Verlaging van de is toegestaan, maar van het maximaal en en de andere svoorwaarden mag niet worden afgeweken. 1 Kersevlieg (Rhagoletis cerasi en Rhagoletis indifferens). 2 Boterbloemluis (Aulacorthum solani), Groene perzikluis (Myzus persicae), Katoenluis (Aphis gossypii) en Zwarte bonenluis (Aphis fabae). 3 Kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) en Tabakswittevlieg (Bemisia tabaci). Overige svoorwaarden Om in het water levende organismen te beschermen is in de teelt van appel, peer en kers als insectenbestrijdingsmiddel uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater in de periode vóór 1 mei gebruik wordt gemaakt van een tunnelspuit met maximaal 206 gram hectare en maximaal één vóór 1 mei of een Venturidop in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang in combinatie met een éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij met maximaal 206 gram hectare en maximaal één vóór 1 mei. Om in het water levende organismen te beschermen is in de teelt van appels, peren en kersen als insectenbestrijdingsmiddel uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater in de periode vanaf 1 mei gebruik wordt gemaakt van een tunnelspuit of een windhaag op de rand van het rijpad in combinatie met het éénzijdig bespuiten van de laatste bomenrij of een Venturidop in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang in combinatie met een éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij.

8 In appel en peer geldt dat er maximaal 2 en met acetamprid op het zelfde perceel mogen plaatsvinden waarvan maximaal 1 voor 1 mei. In aardappel mag het middel pas toegepast worden vanaf het moment dat het gewas 50% grondbedekking heeft. Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling. Als in het betreffende gewas nog geen ervaring is opgedaan met het middel, dient een proefbespuiting uitgevoerd te worden teneinde de verdraagzaamheid van het gewas te testen. Niet toepassen in een jong gewas van vruchtgroenten van Curcubitaceae met eetbare schil gedurende de periode van 1 november tot 1 april in verband met mogelijke nadelige gewasreacties. Resistentiemanagement Dit middel bevat de werkzame stof acetamiprid. Acetamiprid behoort tot de neonicotinoïden. De Irac code is 4A. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen, op te volgen.