HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Transcriptie

1 Toelatingsnummer 6598 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Herstelbesluit Certis toelating (6598 N) 1. Inleiding Op 8 januari 2010 heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna te noemen: het College) besloten op het verzoek van 16 december 2009 ( WGGAG) van Certis Safariweg MA MAARSSEN tot wijziging van de toelating als bedoeld in artikel 28, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden van het gewasbeschermingsmiddel, op basis van de werkzame stof paraffine olie Gelet op artikel 41, tweede lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, heeft het College het verzoek ingewilligd. In dit besluit is abusievelijk de volgende informatie opgenomen in paragraaf 1.4 Classificatie en etikettering : werkzame stof: gehalte: minerale olie 92,5 % Na de plaatsing van de werkzame stof door de Europese Unie op 1 januari 2010, via Richtlijn 2009/116/EC, is de benaming van de werkzame stof echter vastgesteld op paraffine olie. Het College houdt de benaming van de werkzame stof, zoals vastgesteld door de Europese Unie aan. Daarnaast is het gehalte werkzame stof in het middel 96%. Per abuis is 92,5% vermeld op de plaats van het gehalte N

2 2. Aanpassingen in de toelating Met het onderhavige herstelbesluit wordt de tekst van paragraaf 1.4 Classificatie en etikettering gecorrigeerd. De nieuwe tekst onder paragraaf 1.4 Classificatie en etikettering met betrekking tot de vermelde werkzame stof en het gehalte van die werkzame stof in het middel luid als volgt: werkzame stof: gehalte: Paraffine olie 96% Dit nieuwe besluit treed enkel voor de bovengenoemde delen in plaats van het primaire besluit. Het primaire besluit als zodanig blijft in stand. 3. Rechtsgrond herstelbesluit De gebruikte herstelbevoegdheid baseert het Ctgb op vaste uitspraak van de Raad, CRvB , TAR 2003,172, AN 8625: Na het ontdekken van een fout mag een bestuursorgaan een herstelbeslissing nemen. Dit mag ook ten nadele van betrokkene, mits een korte of langere afbouw- of gewenningsperiode wordt gehanteerd, een en andere afhankelijk van de vraag hoe lang de te herstellen beslissing rechtskracht heeft gehad en of betrokkene adequate maatregelen kan treffen om nadelige gevolgen van de correctie te compenseren. 4. Opgebruik- en aflevertermijn In het onderhavige besluit is, op verzoek van de toelatinghouder, gekozen een aflever- en opgebruiktermijn toe te kennen voor etiketten die niet voorzien zijn van de bij dit herstelbesluit vastgestelde etikettering. Hierop gebaseerd mogen verpakkingen die nog niet van de bij dit herstelbesluit vastgestelde etikettering zijn voorzien worden afgeleverd tot 1 maart 2015 en worden opgebruikt tot 1 maart De redenen voor het onderhavige herstelbesluit houden geen verband met de bescherming van het milieu of de gezondheid van mens of dier. Daarbij is het hierbij herstelde niet aan de toelatinghouder te wijten en is er sprake van een bestaande voorraad van het middel met de oude etikettering. Hiermee wordt voldaan aan de vereisen van artikel 46 Verordening (EU) Nr. 1107/2009 en de vereisen aan een herstelbesluit ten nadele van de toelatinghouder zoals gegeven bij uitspraak van de Raad, CRvB , TAR 2003,172, AN Geconsolideerde versie van toelatingsbesluit (6598 N) Het toelatingsbesluit van komt te luiden zoals toegevoegd aan bijlage I van dit herstelbesluit.

3 Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Wageningen, 26 september 2014 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, ir. J.F. de Leeuw voorzitter

4 BIJLAGE I bij het besluit d.d. 26 september 2014 tot herstel van de toelating van het gewasbeschermingsmiddel (6598 N). HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1 WIJZIGING TOELATING Gelet op het verzoek d.d. 16 december 2009 ( WGGAG) van Certis Safariweg MA MAARSSEN tot wijziging van de toelating als bedoeld in artikel 28, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden van het gewasbeschermingsmiddel, op basis van de werkzame stof paraffine olie. gelet op artikel 41, tweede lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, BESLUIT HET COLLEGE als volgt: 1.1 Wijziging toelating De toelating van het middel is laatstelijk verlengd tot het tijdstip waarop de lidstaten maatregelen genomen hebben om de nationale toelating in overeenstemming te brengen met het besluit over de werkzame stof van de Europese Commissie. De toelating van het middel wordt gewijzigd en is met ingang van datum dezes toegelaten voor de in bijlage I genoemde toepassingen. Voor de gronden van dit besluit wordt verwezen naar bijlage II bij dit besluit. 1.2 Samenstelling, vorm en verpakking De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend N

5 1.3 Gebruik Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I onder A bij dit besluit is voorgeschreven. 1.4 Classificatie en etikettering Gelet op artikel 29, eerste lid, sub d, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, 1. De aanduidingen, welke ingevolge artikelen en van de Wet milieubeheer en artikelen 14, 15a, 15b, 15c en 15e van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten op de verpakking moeten worden vermeld, worden hierbij vastgesteld als volgt: aard van het preparaat: Emulgeerbaar concentraat werkzame stof: gehalte: paraffine olie 96 % letterlijk en zonder enige aanvulling: andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen): - gevaarsymbool: aanduiding: - - Waarschuwingszinnen: - Veiligheidsaanbevelingen: Specifieke vermeldingen: DPD01 DPD14 -Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen. -Inlichtingenblad aangaande de veiligheid is voor de professionele gebruiker op aanvraag verkrijgbaar. 1) Behalve de onder 1. bedoelde en de overige bij de Wet Milieugevaarlijke Stoffen en Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen moeten op de verpakking voorkomen: letterlijk en zonder enige aanvulling: het wettelijk gebruiksvoorschrift De tekst van het wettelijk gebruiksvoorschrift is opgenomen in Bijlage I, onder A. hetzij letterlijk, hetzij naar zakelijke inhoud: de gebruiksaanwijzing De tekst van de gebruiksaanwijzing is opgenomen in Bijlage I, onder B. De tekst mag worden aangevuld met technische aanwijzingen voor een goede bestrijding mits deze niet met die tekst in strijd zijn.

6 bij het toelatingsnummer een cirkel met daarin de aanduiding W.7. 2 DETAILS VAN HET VERZOEK EN DE TOELATING 2.1 Verzoek Het betreft een verzoek tot wijziging van de toelating van het middel (6598 N), een middel op basis van de werkzame stof paraffine olie. Toegestaan is uitsluitend het gebruik als: a. middel ter voorkoming van overdracht van non-persistente virussen in de teelt van pootaardappelen en bloembolgewassen; b. insecticide en acaricide in de teelt in de vollegrond van pit- en steenvruchten met dien verstande, - dat de toepassing vòòr 1 mei op percelen grenzend aan watergangen uitsluitend is toegestaan indien het middel in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang verspoten wordt met een Venturidop met uitgeschakelde ventilatorstand waarbij de laatste bomenrij éénzijdig bespoten dient te worden. - dat de toepassing nà 1 mei op percelen grenzend aan watergangen uitsluitend is toegestaan:. indien het middel in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang verspoten wordt met een Venturidop waarbij de laatste bomenrij éénzijdig bespoten dient te worden, òf. indien er naast de watergang op de rand van het rijpad een windhaag is geplaatst in combinatie met een eenzijdige bespuiting van de laatste bomenrij, òf. indien het middel wordt verspoten met een tunnelspuit. c. insecticide en acaricide in de teelt in de vollegrond van bessen en houtig kleinfruit. De gevraagde wijziging betreft: Om de toelating van het middel in compliance te krijgen wordt het Wettelijk Gebruiksvoorschrift en Gebruiksaanwijzing aangepast. 2.2 Informatie met betrekking tot de stof De werkzame stof paraffine olie (CAS nr ) is bij Richtlijn 2009/116/EG, d.d. 25 juni 2009, geplaatst op Annex I. 2.3 Karakterisering van het middel n.v.t. 2.4 Eindconclusie Bij gebruik volgens het gewijzigde Wettelijk Gebruiksvoorschrift/Gebruiksaanwijzing is het middel op basis van de werkzame stof paraffine olie voldoende werkzaam en heeft het geen schadelijke uitwerking op de gezondheid van de mens en het milieu (artikel 28, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden).

7 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 8 januari 2010 tot wijziging van de toelating van het middel, toelatingnummer 6598 N A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als: a. insecticide ter voorkoming van de overdracht van non-persistente virussen door bladluizen in de teelt van pootaardappelen en bloembolgewassen; b. insecticide en acaricide in de teelt in de vollegrond van pit- en steenvruchten met dien verstande, - dat de toepassing vòòr 1 mei op percelen grenzend aan watergangen uitsluitend is toegestaan indien het middel in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang verspoten wordt met een Venturidop met uitgeschakelde ventilatorstand waarbij de laatste bomenrij éénzijdig bespoten dient te worden. - dat de toepassing nà 1 mei op percelen grenzend aan watergangen uitsluitend is toegestaan:. indien het middel in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang verspoten wordt met een Venturidop waarbij de laatste bomenrij éénzijdig bespoten dient te worden, òf. indien er naast de watergang op de rand van het rijpad een windhaag is geplaatst in combinatie met een eenzijdige bespuiting van de laatste bomenrij, òf. indien het middel wordt verspoten met een tunnelspuit. c. insecticide en acaricide in de teelt in de vollegrond van bessen en houtig kleinfruit. Het middel is gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling. Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik. B. GEBRUIKSAANWIJZING a. Voorkoming overdracht van non-persistente virussen Pootaardappelen - ter vermindering van de overdracht van non-persistente virussen in pootaardappelen. Om virusinfectie van het gewas te verminderen kan het loof vanaf de opkomst tot een week voor het doodspuiten of looftrekken regelmatig worden bespoten. Toepassingen 1e bespuiting: zodra ongeveer 90% van de planten is opgekomen. 2e bespuiting: 3 à 4 dagen na de eerste bespuiting. 3e en volgende bespuitingen: wekelijks herhalen tot één week voor het doodspuiten of looftrekken. Dosering: 12,5 liter per ha in liter per ha. Opmerkingen: De behandeling uitvoeren op een droog gewas, bij voorkeur tegen de avond bij bewolkte hemel.

8 Er dient rekening te worden gehouden met opbrengstderving tengevolge van de bespuitingen. De mate waarin deze bij verschillende rassen kan optreden is onvoldoende bekend. Middelen ter bestrijding van Phytophthora moeten afzonderlijk worden toegepast. Gebruik ook geen combinatie van insecticiden en. Lelies en tulpen - beperking van verspreiding van virussen. Door gewas-bespuitingen met wordt de verspreiding van non-persistente virussen, met name tulpenmozaiekvirus en symptoomloos lelievirus (praktijknaam: lelielatentvirus) tegengegaan. Doseringen: 12,5 liter in 400 liter water per ha. Opmerkingen: Lelies: de bespuiting wekelijks uitvoeren in mei, juni en juli en om de 10 dagen in augustus/september. Tulpen: bespuiting vanaf de eerste week in mei tot half juni wekelijks uitvoeren. N.B. - menging met middelen ter bestrijding van vuur is mogelijk; - menging met andere merken olie wordt ontraden; - toepassing in de namiddag of avond heeft de voorkeur. Hyacinten - tegen hyacintenmozaïekvirus. Dosering: 12,5 liter in 400 liter water per ha.. Vanaf de eerste week in mei tot 10 dagen voor het rooien wekelijks een bespuiting uitvoeren. Deze toepassing kan in het bijzonder worden aanbevolen bij de teelt van werkbollen en van pluis, alsmede op cultivars, die mogelijk groen te telen zijn. Toepassing moet worden ontraden op cultivars, die gevoelig zijn voor geelziek en op partijen, waarin tijdens de bewaring geelzieke bollen zijn gevonden, of waarin in het voorjaar geelziek is aangetroffen. Opmerkingen: Opbrengstderving (5 à 10 %) is mogelijk. Menging met middelen ter bestrijding van vuur is mogelijk. Pit- en steenvruchten (o.a. appels, peren, pruimen en kersen), bessen en houtig kleinfruit (o.a. frambozen en bramen), voor het doden van eieren van insecten en mijten (o.a. wantsen en spint). In het gevorderde muizenoorstadium een behandeling uitvoeren bij windstil weer op droge bomen en als droog weer wordt verwacht. Er bestaat kans op bladbeschadiging, vooral als na de bespuiting nachtvorst optreedt. Dosering: 3% (3 liter middel per 100 liter water)

9 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE II bij het besluit d.d. 8 januari 2010 tot wijziging van de toelating van het middel, toelatingnummer 6598 N Het betreft een verzoek tot wijziging van het Wettelijk Gebruiksvoorschrift en Gebruiksaanwijzing van de toelating van het middel ( WGGAG) o.b.v. paraffine olie. De werkzame stof paraffine olie (CAS nr ) mag volgens de plaatsingsrichtlijn 2009/116/EG, d.d. 25 juni 2009 alleen als insecticide en acaricide worden toegepast. In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift staat o.a. als toepassing: a. middel ter voorkoming van overdracht van non-persistente virussen in de teelt van pootaardappelen en bloembolgewassen. Hieruit blijkt niet dat er sprake is van insecticide of acaricide werking. Een aanpassing van het Wettelijk Gebruiksvoorschrift en Gebruiksaanwijzing is noodzakelijk om het middel in compliance te krijgen: Het WGGA wordt als volgt aangepast: a. Insecticide ter voorkoming van de overdracht van non-persistente virussen door bladluizen in de teelt van pootaardappelen en bloembolgewassen. Het College gaat akkoord met dit verzoek N 1