POLITIEVERORDENING Begraafplaatsen A. Algemene bepalingen Artikel 1 De gemeente beschikt over 3 begraafplaatsen gelegen te Denderleeuw - Toekomststraat, Iddergem - Kloosterstraat, Welle Welleplein. Artikel 2 De begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven van lijken, het bijzetten van asurnen in een columbarium of in een urnenveld en de verstrooiing van de as op de strooiweide. B. Pleegvormen die de begravingen/crematies voorafgaan Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Het overlijden wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand vastgesteld op basis van een getuigschrift (Model IIIC of Model IIID) afgeleverd door de behandelende of de aangestelde geneesheer. De aangever die voor de begrafenis instaat, regelt met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende de begrafenis. Tenzij in speciale gevallen en op advies van de behandelende geneesheer, vindt ten vroegste 24 uur na het overlijden, de begraving van nietgecremeerde stoffelijke overschotten of de crematie met daarop volgend de begraving, de berging of de verstrooiing van de as plaats. C. Lijkenvervoer en kisting Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 De stoffelijke overschotten moeten in een doodskist of ander lijkomhulsel geplaatst worden. Het gebruik van doodskisten, foudralen, doodswaden, producten en procedés die de natuurlijke en normale ontbinding van het lijk of de crematie beletten is verboden. Tot vormneming, balseming of kisting mag niet overgegaan worden zolang het overlijden niet werd vastgesteld door de behandelende of de aangestelde geneesheer. Een balseming of enige andere conserverende behandeling, voorafgaand aan de kisting, kan in de door de Vlaamse regering bepaalde gevallen toegelaten worden. De burgemeester of zijn gemachtigde mag de kisting bijwonen. Het vervoer van de stoffelijke overschotten, gekist of in een lijkwade, gebeurt in een lijkwagen of op een passende wijze. Begraafplaatsen) 1/5
Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, maar moet verlopen volgens de regels van de welvoeglijkheid. Niet-gecremeerde stoffelijke overschotten moeten individueel met een lijkwagen of op een passende wijze worden vervoerd. Artikel 9 Artikel 10 Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de kist na de kisting niet meer geopend worden. Voor zover stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland moet vervoerd worden, is het vervoer, naargelang het geval, onderworpen aan de formaliteiten vermeld in: a) Het KB van 8 maart 1967, wanneer het lijk moet vervoerd worden naar Luxemburg of Nederland; b) Het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, wanneer het lijk moet vervoerd worden naar een ander land dan vermeld onder a) en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft; c) Het Regentsbesluit van 20 juni 1947, wanneer een lijk moet vervoerd worden naar een land, niet bedoeld in a) of b) Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, docht dient te gebeuren volgens de regels van welvoeglijkheid. D. Begravingen Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Het begraven van stoffelijke overschotten van overleden personen heeft plaats op één van de gemeentelijke begraafplaatsen. De as van gecremeerde lijken kan zowel op een gemeentelijke begraafplaats als op een andere plaats worden begraven, bewaard of verstrooid mits de wettelijke bepalingen ter zake nageleefd worden. Het bovengronds begraven is verboden. De begravingen worden volgens plan, in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dit plan wijst de percelen aan voor begraving in volle grond, grafkelder, kindergraven, oud-strijders, urnenperken, alsook voor de bijzetting in de nissen van het columbarium. Voor de uitstrooiing van de as wordt ook een register bijgehouden. De gemeentelijke diensten moeten ten minste 2 werkdagen (tussen dag van aangifte van overlijden en dag van begraven) vooraf verwittigd worden door middel van het daartoe bestemde formulier waarop vermeld staat of het gaat om een begraving, een uitstrooiing, een bijzetting in het columbarium. Begraafplaatsen) 2/5
E. Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden onderhoud van de graven Artikel 14 Het is niet toegestaan grafstenen of andere gedenktekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaats kunnen verstoren. De graftekens en andere gedenktekens mogen volgende afmetingen niet overschrijden: Graven in volle grond: Voor aanplantingen: maximum 0,8m hoog en 0,8m breed Voor graftekens: - volwassenen: 1,8m x 0,8m - Kindergraven: 1,25m x 0,8m De hoogte mag maximum 1,5m zijn. Voor graftekens op grafkelders moeten de graftekens volgende afmetingen hebben: 2m x 1m met een maximum hoogte van 1,5m. Voor graftekens op urnenperken moeten de graftekens volgende afmetingen hebben : 0,6 x 0,6 m, met een maximum hoogte van 0,6 m. Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 De graftekens moeten zodanig opgericht en onderhouden worden dat ze de veiligheid en doorgang niet belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven. Voor ze op de begraafplaatsen worden toegestaan, moeten de voor het grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden. Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaats worden achtergelaten. De materialen worden aangevoerd en geplaatst naar gelang van de behoeften. Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de materialen op kosten van de overtreder. Alle verwelkte bloemen of planten dienen onmiddellijk verwijderd te worden, zo niet zal de verwijdering gebeuren van ambtswege. Kronen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels, geheel of gedeeltelijk uit breekbaar glas. Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden. Banken zijn niet toegestaan. Begraafplaatsen) 3/5
Artikel 19 De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven. F. Crematie Columbarium As verstrooiing Artikel 20 As van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaats: a) in urnen worden geplaatst die op de begraafplaats begraven worden. De oppervlakte van de kuil, bestemd voor de urnen, heeft een diameter van 0,3m b) in urnen worden geplaatst die in een gesloten nis van het columbarium van de begraafplaats bijgezet worden c) uitgestrooid worden op het daartoe bestemde perceel van de begraafplaats. Dat gebeurt door middel van een strooitoestel dat alleen door de gemeentelijke aangestelde of door de begrafenisondernemer mag worden bediend. De as kan eveneens worden uitgestrooid op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee en begraven, bewaard of uitgestrooid worden op een andere plaats dan op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee of de begraafplaats in overeenstemming met de geldende bepalingen van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. G. Politie Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 De gemeentelijke begraafplaatsen zijn elke dag toegankelijk. De gemeente staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de diefstallen of beschadigingen welke op de begraafplaatsen ten nadele van de nabestaanden zouden gepleegd worden aan de graven, erop aangebrachte gedenktekens, beplantingen, Op de begraafplaatsen zijn alle handelingen verboden waardoor de orde of de aan de doden verschuldigde eerbied verstoord wordt. Het is in het bijzonder verboden: a) aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens in de gevallen die bepaald zijn in het decreet van 16 januari 2004 of in deze politieverordening; b) goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden; c) de grasperken en de aanplantingen van de begraafplaats en zijn aanhorigheden te betreden of op welke wijze dan ook te beschadigen; d) de graftekens en alle hulde- en versieringsvoorwerpen, op welke wijze ook, te beschadigen; Begraafplaatsen) 4/5
e) binnen de begraafplaats vuilnis of afval neer te leggen, tenzij op de daartoe bestemde plaatsen; f) met voertuigen de begraafplaats binnen te rijden, tenzij om uitzonderlijke redenen toestemming verleend werd door de burgemeester; g) vergezeld te zijn van honden of andere dieren, met uitzondering voor de personen met een handicap met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen. h) om zich op de begraafplaats of de aanhorigheden te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met de ernst en de stilte van de plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden; i) opschriften of grafschriften aan te brengen die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren H. Strafbepalingen Artikel 25 Inbreuken op de bepalingen in dit reglement worden bestraft volgens de sancties omschreven in het reglement op de Gemeentelijke Administratieve Sancties en het Algemeen Politiereglement van 28 januari 2010. I. Slotbepalingen Artikel 26 Deze verordening treedt in werking op 1 november 2016. Artikel 27 Artikel 28 Artikel 29 De politieverordening op de begraafplaatsen van 26 mei 2011 wordt opgeheven. Deze politieverordening wordt bekendgemaakt in overeenstemming met de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Afschrift van deze verordening wordt gestuurd aan de Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, aan de Rechtbank van Eerste Aanleg en aan de Politierechtbank te Dendermonde afdeling Aalst. Goedgekeurd op de Gemeenteraad van 27 oktober 2016. Begraafplaatsen) 5/5