Van de 367 Wageningse respondenten zijn er 156 man (43%) en 211 vrouw (57%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar.

Vergelijkbare documenten
Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar.

De totale bruikbare landelijke respons onder de master- en doctoraalalumni was 18%. WUR is goed vertegenwoordigd met een respons van 23%.

Resultaten WO-monitor 2013

Resultaten WO-monitor 2011

Resultaten WO-monitor 2012

Resultaten WO-monitor 2009

WO-MONITOR 2014 Tabellenboek Universiteit Maastricht

Vragenlijst HBO-Monitor deeltijd 2016

Vragenlijst HBO-Monitor 2016

Arbeidsmarktmonitor INSTELLINGSRAPPORTAGE. Universiteit Utrecht. Arbeidsmarktmonitor Universiteit Utrecht

Facts & Figures. Aansluiting arbeidsmarkt

Alumni onderzoek Saxion Bètatechniek afgestudeerden cohort 2015, (interview in november 2016)

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Alumni onderzoek Saxion Bètatechniek afgestudeerden cohort 2016, (interview in november 2017)

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

Factsheet. Samenvatting

Beslisregels Studiekeuzedatabase

Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2016

Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2017

Rapportage WO-monitor UvA afgestudeerden studiejaren 2003/04 en 2004/05

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017

De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs. HBO-Monitor G.W.M. Ramaekers

Vragenlijst HBO-Monitor 2019

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv

* 1. Wat is uw geslacht? Beste oud-studenten,

Loopbanen na de Universiteit Maastricht: meting 2005

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Alumni onderzoek Saxion Bètatechniek afgestudeerden cohort 2014, (interview in november 2015)

Erratum. In dit artikel zijn helaas enkele onnauwkeurigheden geslopen.

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Vragenlijst deeltijd HBO-Monitor 2019

Het arbeidsmarktperspectief van sociologie studenten in Tilburg. Matthijs Kalmijn. Beroependag April 2009

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Allochtonen op de arbeidsmarkt

1. Studenttevredenheid TOELICHTING

TOELICHTING INDICATOREN OP STUDIEKEUZE123.NL I.V.M. DATA-AANPASSING SEPTEMBER 2017 d.d. september 2017

Master vragenlijst Kunsten-Monitor 2019

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Opleidingsniveau stijgt

Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden

De positie van etnische minderheden in cijfers

Bevolkingsdichtheid naar woonplaats op 1 januari 2015 en 1 januari 2016

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Allochtone afgestudeerden van de lerarenopleiding

Documentatie Persoonskenmerken van personen die niet zijn ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (NIETGBAPERSOONTAB)

Een vinger aan de pols: De HBO-Monitor als graadmeter van extern rendement van HBO-opleidingen

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. Samenvatting

Langdurige werkloosheid in Nederland

De hbo er aan het werk

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers

Totaal

Totaal

StudentenBureau Stagemonitor

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Resultaten Alumni-onderzoek 2015

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Documentatierapport Jaarcohort geslaagden uit het Hoger Onderwijs (AFSTUHOTAB)

Microdataservices. Bronvermelding

Herintreders op de arbeidsmarkt

ANALYSE VAN NAE-RESULTATEN VAN RECHTENOPLEIDINGEN MET CIVIEL EFFECT

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2012

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2009: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2010

Beroepsbevolking en opleidingsniveau De Deventer beroepsbevolking nader belicht

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2014

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

Statistisch Bulletin. Jaargang

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2015

PF Toekomst voor jongeren in Fryslân

Loopbanen na de Universiteit Maastricht: meting 2002

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

5. Onderwijs en schoolkleur

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Klantonderzoek Onafhankelijk Arbeidsadviseur Tabellen 1 e halfjaar 2008 / TNO, 8 september 2008

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

SAMENVATTING ARBEIDSMARKTONDERZOEK tot 2012

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Continu bezoeksonderzoek

De hbo er aan het werk

CIJFERS INKOMEN EN RONDKOMEN NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Hoogopgeleide personen in de Nederlandse Antillen (3)

Transcriptie:

Resultaten NAE 2015 Samenvatting: De NAE (vroeger: WO-Monitor) is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De NAE wordt uitgevoerd door DESAN, in opdracht van de Nederlandse Universiteiten (VSNU). KLV heeft een tabellenboek en SPSS-bestand ontvangen met de resultaten van alle universiteiten en de resultaten specifiek voor de Wageningse respondenten. In deze rapportage staan de opvallendste resultaten beschreven, zoals die op het oog te zien zijn in de tabellenboeken, en in SPSS-analyses. Er is geen significantietoets gebruikt. De NAE 2015 beschrijft de kwaliteit van het onderwijs, de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en de arbeidsmarktsituatie van het cohort 2013-2014, d.w.z. de mensen die van 1 oktober 2013-30 september 2014 afstudeerden als master of doctoraal alumnus. Persoonskenmerken De respondenten van University komen uit 40 verschillende landen. De grootste groep komt uit Nederland (247 respondenten, 67% van de totale groep). Van de overige groepen is de groep Grieken het grootst: 15 respondenten, 4% van de totale groep), gevolgd door de Ethiopiërs (12 respondenten, 3%) en Chinezen (9 respondenten, 3%). Situatie na het afstuderen 2009-2015 Onder pas afgestudeerde Wageningse MSc-respondenten daalde de afgelopen twee jaren van 13% naar 10%. Dit betekent dat 90% van de respondenten een betaalde baan vond van meer dan 12 uur per week. Dit percentage is net zo hoog als in de meting van 2012. Gemiddeld zaten er meer dan drie maanden (3,4 maanden) tussen het afstuderen en het vinden van de eerste betaalde baan. In de vergelijking landelijk valt op dat de Wageningse alumni gemiddeld langer zoeken dan landelijk. De afgestudeerde mannelijke alumni hebben daarbij 'op het oog' (geen significantietoets) iets sneller een baan dan de vrouwelijke. Wageningers zijn minder vaak in loondienst dan gemiddeld landelijk, en vaker aan het promoveren dan gemiddeld landelijk. Wageningse alumni zijn vaker werkloos dan gemiddeld landelijk, en studeren minder vaak dan gemiddeld landelijk. Competenties Aan de alumni is gevraagd het gemiddeld vereist niveau van de huidige functie en eigen niveau weer te geven op een 5-puntsschaal. De Wageningse respondenten beoordelen zichzelf hoger dan vereist voor de functie op de volgende zaken: Kennis van eigen vakgebied, vakkennis in de praktijk toepassen, in buitenlandse talen communiceren, informatie vergaren, verbanden leggen tussen verschillende zaken, conform budget, planning of richtlijnen te werken, nieuwe dingen leren, productief met anderen samenwerken, capaciteiten van anderen aanspreken en zelfstandig werkzaamheden uitvoeren. De Wageningse respondenten beoordelen zichzelf iets minder hoog dan vereist voor de functie op de volgende zaken: Problemen en kansen te signaleren en aan anderen duidelijk maken wat ze bedoelen.

1. Respons De totale bruikbare landelijke respons onder de master- en doctoraalalumni was 21,4%. University is goed vertegenwoordigd met een respons van 26,2%. 2. Persoonskenmerken (respons) Van de 367 Wageningse respondenten zijn er 156 man (43%) en 211 vrouw (57%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar. Geslacht totaal N Man 3592 43 156 43 Vrouw 4627 57 211 57 Onbekend 21 0 Totaal 8140 100 367 100 Tabel 1: Geslacht De respondenten van University komen uit 40 verschillende landen. De grootste groep komt uit Nederland (247 respondenten, 67% van de totale groep). Van de overige groepen is de groep Grieken het grootst: 15 respondenten, 4% van de totale groep), gevolgd door de Ethiopiërs (12 respondenten, 3%) en Chinezen (9 respondenten, 3%). Het aantal/percentage Nederlanders vs internationale alumni, westers of internationale alumni, niet-westers wijkt af van het landelijke gemiddelde. Hierbij behoren tot de categorie westerse alumni alumni uit Indonesië, Europa (exclusief Turkije), Japan, Noord- Amerika en Oceanië. De niet-westerse alumni komen uit Turkije, Marokko, Suriname, Nederlandse Antillen en Aruba, Afrika. Azië (exclusief Indonesië en Japan) en Latijns- Amerika. Etniciteit totaal N Nederlands 6321 81 253 67 Internationaal, westers Internationaal, niet-westers 1091 14 62 18 361 5 60 15 Totaal 7773 100 375 100 Tabel 2: Etniciteit (respons) Wageningse alumni zijn uitvliegers. Slechts 41% van de respondenten van University woont 1-1,5 jaar na afstuderen nog in dezelfde provincie waar hij/zij woonde op het moment van afstuderen. Ter vergelijking: 62% van de respondenten van het landelijk totaal woont nog in dezelfde provincie.

Huidig woonprovincie t.o.v. woonprovincie tijdens laatste jaar WOopleiding totaal N Zelfde provincie Aangrenzende provincie Overige provincie Nu in buitenland, destijds in Nederland 4909 64 149 44 719 9 87 26 1475 19 46 14 576 8 58 17 Totaal 7679 100 340 100 Tabel 3: Huidige woonprovincie t.o.v. woonprovincie tijdens laatste jaar wo-opleiding 3. Kenmerken WO-opleiding Wageningers zijn actiever dan de studenten in andere Nederlandse studiesteden. Ze lopen vaker stage in het buitenland, en doen ook meer bestuurswerk. Activiteit In Nederland stage gelopen 53 51 In het buitenland stage gelopen 17 44 Andere voor vakgebied relevante werkervaring opgedaan In het buitenland onderwijs gevolgd Aan een honours programme deelgenomen 31 26 7 10 4 2 Bestuurlijke ervaring opgedaan 18 24 Een bedrijf opgericht 3 3 Geen van bovenstaande activiteiten 20 7 Tabel 4: Activiteiten tijdens studie

4. Vooropleiding Het Wageningse cohort 2011-2012 heeft vaker een HBO-opleiding als vooropleiding dan gemiddeld landelijk, en heeft gemiddeld iets minder vaak een VWO opleiding. Hoogst genoten vooropleiding totaal N HBO-opleiding 2377 29 140 37 VWO 5268 65 206 55 HAVO 1073 13 53 14 Andere opleiding 977 12 55 15 Geen diploma 155 2 6 2 Totaal 8140 375 Tabel 5: Van welke opleidingen voorafgaand aan wo masteropleiding diploma behaald (meerdere antwoorden mogelijk) 5. Na de wo-opleiding Werkzaam/werkloos 2009-2015 De werkloosheid onder pas afgestudeerde MSc-alumni (cohort 2013-2014) was om de meting van 2015, 10%. Dit betekent dat de werkloosheid de afgelopen twee jaar daalde van 13% naar 10%. In 2015 had 90% van de respondenten een betaalde baan gevonden van meer dan 12 uur per week. Dit percentage is net zo hoog als in de meting van 2012. Bij de vergelijking met de afgelopen jaren, én met de landelijke cijfers (figuur 1 en 2) valt op dat Wageningse MSc-alumni de afgelopen jaren vaker werkloos waren, uitgezonderd in 2011). In 2012 is geen landelijke meting afgenomen. 105% 100% 95% 9% 8% 10% 13% 10% 90% 85% 80% 91% 92% 90% 90% 87% 2009 2011 2012 2013 2015 WUR: Werkzaam WUR: Werkloos Figuur 1: Percentage werkzame en werkloze afgestudeerde Wageningse MSc-alumni, anderhalf jaar na afstuderen, op basis van beroepsbevolking

105% 100% 95% 5% 8% 7% 90% 10% 85% 95% 92% 87% 93% 80% 2009 2011 2013 2015 NL: Werkzaam NL: Werkloos Figuur 2: Percentage werkzame en werkloze afgestudeerde MSc-alumni (gemiddelden van alle MScalumni van deelnemende universiteiten), anderhalf jaar na afstuderen, op basis van beroepsbevolking Wageningse respondenten gaan vaker promoveren, en gaan minder vaak een andere postdoctorale (beroeps)opleiding volgen, dan gemiddeld landelijk. Zie tabel 6 (NAE 2015). Na wo-opleiding gevolgde opleiding totaal N Promotietraject 1022 13 74 20 Universitaire lerarenopleiding Andere postdoctorale (beroeps)opleiding Post-initiële (beroeps)opleiding 230 3 6 2 279 3 0 0 68 1 2 1 Andere wo-opleiding 49 1 2 1 Andere opleiding 427 5 14 4 Geen andere opleiding gevolgd 5780 71 269 72 Totaal 8140 375 Tabel 6: Na wo-opleiding gevolgde opleiding (meerdere antwoorden mogelijk)

Internationale MSc-alumni afkomstig uit niet-westerse landen gaan (relatief) iets vaker promoveren na het behalen van hun MSc dan MSc-alumni afkomstig uit Nederland of uit Westerse landen. Zie tabel 6a (NAE 2015). Etniciteit Landel ijk geen promo tie totaal N Landel ijk geen promo tie totaal % Lande lijk wel prom otie totaal N wel promotie Wagenin gen Universit y geen promotie N Wagenin gen Universit y geen promotie % Wagenin gen Universit y wel promotie N Wagenin gen Universit y wel promotie % Nederlands 5564 88% 757 12% 197 80% 50 20% Internation aal, westers Internation aal, nietwesters 946 86% 155 14% 53 80% 13 20% 280 80% 71 20% 42 78% 12 22% Totaal 6790 87% 983 13% 292 80% 75 20% Tabel 6a: Etniciteit x promotietraject gevolgd na wo-opleiding Het kostte de Wageningse MSc afgestudeerden uit 2013/2014 gemiddeld 3,4 maanden voor zij aan hun eerste baan begonnen. De gemiddelde zoekduur van de MSc-alumni van alle deelnemende universiteiten is korter, namelijk 3 maanden. In figuur 3 is te zien dat 34% van de respondenten meteen na het afstuderen een baan vond. Dat is een lichte verbetering ten opzichte van 2013. In de vergelijking landelijk (figuur 3 en 4) valt op dat de Wageningse alumni gemiddeld langer zoeken. 120% 100% 80% 60% 40% 8% 15% 36% 15% 15% 19% 18% 15% 19% 18% 17% 34% 41% 32% 32% 20% 0% 41% 36% 26% 32% 34% 2009 2011 2012 2013 2015 0 maanden 1-3 maanden 4-6 maanden >6 maanden Figuur 3: Aantal maanden tussen afstuderen en eerste baan (Wageningse alumni).

120% 100% 80% 60% 6% 2% 11% 3% 12% 3% 3% 13% 46% 45% 46% 45% 40% 20% 0% 46% 41% 38% 40% 2009 2011 2013 2015 0 maanden 1-3 maanden 4-6 maanden >6 maanden Figuur 4: Aantal maanden tussen afstuderen en eerste baan (gemiddelden van alle MSc-alumni van deelnemende universiteiten). De afgestudeerde (mannelijke) alumni hebben daarbij sneller een baan dan de (vrouwelijke) alumna (zie tabel 7). Geslacht totaal N Gemiddeld aantal maanden tussen afstudeerdatum en 1ste betaalde baan. Gemiddeld aantal maanden tussen afstudeerdatum 1ste betaalde baan University Mannen 3284 2.9 148 2.8 Vrouwen 4301 3.1 189 3.8 Totaal 7585 3.0 337 3.4 Tabel 7: Gender x gemiddelde aantal maanden tussen afstudeerdatum en eerste betaalde baan In tabel 8 staat de beste omschrijving van de huidige situatie van de respondenten. Wageningers zijn minder vaak in loondienst dan gemiddeld landelijk, en vaker aan het promoveren dan gemiddeld landelijk. Wageningse alumni zijn vaker werkloos dan gemiddeld landelijk, en werken vaker als uitzend- of oproepkracht dan gemiddeld landelijk.

Beste omschrijving huidige situatie totaal N totaal % Ik volg een studie 186 3 4 1 Ik werk in loondienst 4933 67 183 56 Ik volg een promotietraject Ik werk als uitzend- /oproepkracht Ik ben zelfstandig ondernemer 803 11 66 20 266 4 14 4 180 2 4 1 Ik ben freelancer 107 1 4 1 Ik werk in het bedrijf van mijn ouders/partner 30 0 4 1 Ik ben werkloos 342 5 27 8 Anders, namelijk... 481 7 19 6 Totaal 7328 100 325 100 Tabel 8: Beste omschrijving huidige situatie 6. Huidige functie Wageningers zijn uitvliegers, in onderstaande tabel is te zien dat veel respondenten van University in een andere provincie of in het buitenland werken na afstuderen. Provincie waar werkzaam ten opzichte van universiteit van woopleiding totaal N Zelfde provincie als universiteit 4909 62 144 41 Aangrenzende provincie 719 9 87 25 Overige provincie 1475 19 45 13 Nu in buitenland, destijds in Nederland Nu in Nederland destijds in buitenland Nu in buitenland, toen in buitenland 576 7 59 17 134 2 10 3 66 1 3 1 Totaal 7237 100 348 100 Tabel 9: Provincie waar werkzaam ten opzichte van universiteit van wo-opleiding

De Wageningse respondenten met baan, hebben minder vaak een vaste aanstelling dan de respondenten van andere universiteiten in Nederland. Type aanstelling totaal N Vaste aanstelling 2765 39 109 34 Tijdelijk met uitzicht op vaste aanstelling Tijdelijk zonder uitzicht op vaste aanstelling Niet van toepassing 2454 34 115 36 1651 23 74 23 267 4 19 6 Totaal 7137 100 317 100 Tabel 10: Type aanstelling Van de 90% van de afgestudeerde Wageningse respondenten die anderhalf jaar na afstuderen een baan vonden betrof dit voor 65% een baan op WO-niveau of hoger (zie figuur 5). In deze figuur valt tevens te zien dat het percentage pas-afgestudeerden dat een baan vind op WO niveau sinds 2011 dalend is. Voor de gehele populatie (werkzaam + werkloos) betekent dit dat 59% binnen anderhalf jaar een baan op WO-niveau vond. 120% 100% 80% 1% 4% 1% 2% 1% 5% 18% 2% 8% 23% 19% 24% 60% 40% 71% 79% 74% 65% 20% 0% 2009 2011 2013 2015 WO -niveau of hoger HBO MBO/HAVO/VWO weet niet/geen Figuur 5: Niveau van banen van MSc-afgestudeerden (op basis van werkzame beroepsbevolking), gemiddelden van alle Wageningse MSc-alumni.

120% 100% 80% 3% 4% 6% 4% 8% 4% 7% 3% 26% 21% 22% 21% 60% 40% 20% 0% 67% 69% 66% 69% 2009 2011 2013 2015 WO -niveau of hoger HBO MBO/HAVO/VWO weet niet/geen Figuur 6: Niveau van banen van MSc-afgestudeerden (op basis van werkzame beroepsbevolking), gemiddelden van alle MSc-alumni van deelnemende universiteiten. Bij de vergelijking van de gehele Nederlandse populatie met de Wageningse populatie, valt op de Wageningse populatie het iets slechter 'doet'. Van de gehele populatie (werkloos + werkzaam) heeft 64% van de respondenten binnen anderhalf jaar een baan op WO-niveau gevonden. Pas-afgestudeerde respondenten van University werken iets vaker in eigen of verwante richting dan pas-afgestudeerden landelijk totaal. Vereiste opleidingsrichting totaal N totaal % Uitsluitend eigen richting Mijn eigen of verwante richting Een geheel andere richting Geen specifieke richting 1389 19 34 11 4030 55 214 67 334 5 25 8 1601 22 48 15 Totaal 7354 100 321 100 Tabel 11: Vereiste opleidingsrichting Aan de alumni is gevraagd het gemiddeld vereist niveau van de huidige functie en eigen niveau weer te geven op een 5-puntsschaal. De Wageningse respondenten beoordelen zichzelf hoger dan vereist voor de functie op de volgende zaken: Kennis van eigen vakgebied, vakkennis in de praktijk toepassen, in buitenlandse talen communiceren, informatie vergaren, verbanden leggen tussen verschillende zaken, conform budget, planning of richtlijnen te werken, nieuwe dingen

leren, productief met anderen samenwerken, capaciteiten van anderen aanspreken en zelfstandig werkzaamheden uitvoeren. De Wageningse respondenten beoordelen zichzelf iets minder hoog dan vereist voor de functie op de volgende zaken: Problemen en kansen te signaleren en aan anderen duidelijk maken wat ze bedoelen. Vereist niveau vs eigen niveau in huidige functie Kennis van: University vereist niveau University eigen niveau Eigen vakgebied 3,5 3,8 Andere vakgebieden 3,3 3,3 Het vermogen om: Vakkennis in de praktijk toe te passen Informatie & communicatietechnologie te gebruiken In buitenlandse talen te communiceren 3,6 3,7 3,7 3,7 3,3 3,8 Informatie te vergaren 4,0 4,1 Problemen en kansen te signaleren Verbanden te leggen tussen verschillende zaken Hoofd- van bijzaken te onderscheiden 4,0 3,9 4,0 4,1 3,9 3,8 Logisch te redeneren 4,0 4,2 Conform budget, planning of richtlijnen te werken Onder druk goed te functioneren 3,5 3,6 3,8 3,8 Knopen door te hakken 3,6 3,6 Nieuwe ideeën en oplossingen te bedenken 3,8 3,8 Nieuwe dingen te leren 3,9 4,3 Aan anderen duidelijk te maken wat u bedoelt 4,0 3,8

Productief met anderen samen te werken Capaciteiten van anderen aan te spreken Zelfstandig werkzaamheden uit te voeren 3,8 4,0 3,4 3,5 4,2 4,3 Tabel 12: Vereist niveau vs eigen niveau in huidige functie ( Schaal van 1=zeer laag tot en met 5 = zeer hoog)