MEMORANDUM VOOR DE REGERING 10 actiepunten vanwege het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF)

Vergelijkbare documenten
MEMORANDUM VOOR DE REGERING 10 ACTIEPUNTEN VANWEGE HET BEROEPSINSTITUUT VAN ERKENDE BOEKHOUDERS EN FISCALISTEN (BIBF)

MEMORANDUM VOOR DE REGERING 10 actiepunten vanwege het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF)

EEN geslaagd PROjECT!

ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST WORDEN. Verantwoordelijke uitgever: Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten

SAMENWERKEN MET EEN BOEKHOUDER-FISCALIST

Verantwoordelijke uitgever: Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten. ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST WORdEN

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

BOEKHOUDKUNDIGE BEDIENDE KAN NU OOK LID VAN HET BIBF WORDEN

Word boekhouder-fiscalist, een digitaal & menselijk beroep Frank Haemers. Juridische dienst BIBF

N Vastgoedmakelaar A06 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

FISCALIST. 520,30 incl. BTW OMSCHRIJVING. Introductie. Omschrijving. Voor wie is deze opleiding bestemd? Toelatingsvoorwaarden

DE BOEKHOUDER-FISCALIST BIBF: UW PARTNER VOOR EEN GESLAAGD PROJECT! Door Leen SNELS, Erkende boekhouder-fiscalist en lid Nationale Raad BIBF

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR

SEMINARIE 05/05/2018. Een inleiding

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN

De evolutie van de economische beroepen. Intentieverklaring met betrekking tot de voorstellen aan de Regering

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

In België geldt er voortaan een nieuwe beroepsnorm Wat en waarom? Frequently Asked Questions

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***

Privacy en bescherming van de persoonsgegevens.

de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de dienstverlenende intellectuele

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

Advies van 23 januari 2018 inzake Richtlijnen Stage BIBF 2017 van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten

Studentenenquête: Een beoordeling van het beroep als zelfstandig boekhouder!

TOEGANG TOT BEROEP VAN BOEKHOUDER OF BOEKHOUDER-FISCALIST DOOR EEN ONDERDAAN VAN EEN ANDERE LIDSTAAT VAN DE EUROPSESE UNIE 2. Richtlijn 2005/36/EU

A. Inleiding. De Koning moet elke afwijking van een eensluidend advies van de Hoge Raad uitdrukkelijk met redenen omkleden.

Waar vinden?

Wet van 27 mei 2013 : INLEIDING Wijzigt o.a. Wet 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen (WCO) Responsabilisering economische

01/10/ seminarie stagiairs 1

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS ADVIES. over

A. Inleiding. De Koning moet elke afwijking van een eensluidend advies van de Hoge Raad uitdrukkelijk met redenen omkleden.

Reclame en marketing: een gemeenschappelijk kader voor beroepsbeoefenaars

01/10/ seminarie stagiairs 1

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders

id 1 van artikel 51 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige erkend boekhouder (-fiscalist):

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie

bijlage XIII A. Inleiding

Samenwerking en deontologie

Privacybeleid JDSF Accountancy & Tax bvba

De inkomsten uit de deeleconomie

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, artikel 51;

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

FIDUCIA ACCOUNTANTS-BELASTINGCONSULENTEN BVBA - PRIVACYBELEID

Koninklijk besluit van 10 april 2015 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten

Privacybeleid. De verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens is de Abd bv CVBA

Samenwerken in een vennootschap. Frank Haemers, Juridische dienst BIBF

De zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Torhout, Ieperleestraat 1 met als ondernemingsnummer

Tax shelter voor startende ondernemingen

DE CIJFERBEROEPEN & HET BEROEPSGEHEIM

1. Verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens.

KLUWER ACCOUNTANCY ACTUALITEIT NR. 1 WEKEN 1 EN 2 3

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN (I.A.B.)

Word jij de accountant van morgen? Michèle Van Maele

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

RVV 377 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

De zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Wingene, Oude Bruggestraat 99 a, met als het ondernemingsnummer

AANVRAAG TOT INSCHRIJVING OP HET TABLEAU VAN DE INTERNE BOEKHOUDERS BIBF

Dit voorontwerp van wet is door het BIBF meegedeeld aan de Minister van Middenstand en heeft tot doel het voeren

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1

Nieuwe boekhoudwetgeving op komst

TRANSPARANTIEVERSLAG 2013

RICHTLIJNEN STAGE BIBF. Frank Haemers, juridische dienst BIBF

Notionele intrestaftrek

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

TOETREDINGSFORMULIER LIDMAATSCHAP LVAB

Privacy beleid Mon3aan

DE ERKENDE BOEKHOUDER (-FISCALIST) B.I.B.F.:

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ

De Minister van Economie heeft de Hoge Raad op 12 maart 2003 een ontwerp

Het Instituut voor bedrijfsjuristen De alma mater van de bedrijfsjuristen

Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen

Tekst afgesloten op 20/11/2014. DE OPDRACHTBRIEF 1

Federaal Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid De heer Rudy Demotte - Minister Kunstlaan Brussel. Brussel, 30 september 2009

1. Standpunt van het IBR

BIBF NIEUWS : ledenbijdrage, verzekering BA, permanente vorming en publicaties 2014

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR

Helsen & partners bvba / Fiduciaire Helsen bvba 1 Privacy en bescherming van de persoonsgegevens.

Advies van 1 juni 2016 over een voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen

OPDRACHTBRIEF. in deze overeenkomst de beroepsbeoefenaar genoemd,

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het verzoek tot bescherming van de beroepstitel van interieurarchitect van de Unie van Designers van België (UDB).

INHOUD AUTEURSLIJST 3 WOORD VOORAF 15. AFDELING 1 De jaarrekening opstellen 17

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

Fiscale controle. Termijn

bijlage IV A. Inleiding B. Advies van de Hoge raad HOGE RAAD VOOR DE ECONOMISCHE BEROEPEN

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van belastingconsulent

b. De vertegenwoordiger-natuurlijke persoon c. De andere aangestelden d. Het bestuur... 27

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

VRAGENLIJST BIJ DE KANDIDATUURSTELLING. EAN15AD Bancaire lening 2015

Aangeboden door Wouter Devloo tel B&A Advies bvba

PERSNOTA. Het fiscaal resultaat zal worden vastgesteld op basis van een percentage (0,55%) op de omzet die werd behaald uit de diamanthandel.

Transcriptie:

MEMORANDUM VOOR DE REGERING 10 actiepunten vanwege het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) Via dit memorandum wenst het BIBF (Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten), een aantal aandachtspunten aan te reiken aan de regering en meer specifiek ten aanzien van de Ministers bevoegd in materies die ons Instituut en het beroep aanbelangen. Het betreft een aantal punten die het BIBF en haar 6000 leden, erkende boekhouders(- fiscalisten) en stagiairs, nauw aan het hart liggen en/of die tegemoet komen aan de verzuchtingen van vele bedrijfsleiders en zelfstandige ondernemers die zij adviseren. Los van de onderstaande concrete actiepunten wensen het BIBF, alsook de erkende BIBF leden, een permanente en constructieve dialoog en overleg tussen enerzijds de fiscale, economische en sociale administratie en de ministeriële kabinetten en anderzijds de vertegenwoordigers van de boekhoudkundige beroepsbeoefenaars aangaande de concrete implementatie van nieuwe regelgeving. Op die manier kan er een betere synergie tot stand komen tussen het wetgevend en politiek kader en de dagdagelijkse beroepspraktijk. We stellen vast dat er de voorbije jaren merkbare vooruitgang is geboekt op dit terrein, met name wat betreft E-government, maar menen dat het afstemmen van de theorie en de praktijk nog voor verbetering vatbaar is, zoals blijkt uit onze concrete voorstellen. Een voorafgaandelijk gestructureerd en regelmatig overleg kan hier zeker uiterst nuttig zijn. Als Beroepsinstituut willen wij hieraan op een constructieve manier meewerken en zijn wij dus ook vragende partij voor een dergelijk overleg met de verschillende ministeriële kabinetten en overheidsadministraties bevoegd inzake financiën, middenstand, economie, justitie, administratieve vereenvoudiging,.. HET BEROEPSINSTITUUT VAN ERKENDE BOEKHOUDERS EN FISCALISTEN Even kort het BIBF voorstellen..: Het BIB werd opgericht bij Koninklijk Besluit van 19 mei 1992 (in uitvoering van de Kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen). Dit besluit werd vervangen door de Wet van 22 april 1999 (B.S. 11/05/1999, editie 2) betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. De nieuwe naam van het Instituut is vanaf dan:"beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten" (BIBF) Het Instituut telt momenteel een 5.100 tal "Erkende Boekhouders(-fiscalisten) BIBF" en een 900 tal stagiair-boekhouders(-fiscalisten). De aangesloten leden zijn "zelfstandige" boekhouders die hun beroep in hoofd- of bijberoep uitoefenen. Een zelfstandig beroepsbeoefenaar dient ingeschreven te zijn op het tableau van de leden of de lijst van de stagiairs om zijn/haar beroep te mogen uitoefenen. Zij kunnen de bijkomende beroepstitel van "erkend fiscalist" bekomen indien zij aan de wettelijke voorwaarden voldoen. 1

Het BIBF is één van de drie "Instituten" binnen de sector van de economische (cijfer)beroepen. DE OPDRACHT VAN HET BIBF - Toe te zien op de opleiding alsook de permanente organisatie van een korps van specialisten te verzekeren die bekwaam zijn de eigen (zie verder) werkzaamheden uit te voeren met alle vereiste waarborgen inzake bekwaamheid, onafhankelijkheid en professionele rechtschapenheid. - Het Instituut ziet er tevens op toe dat de aan zijn leden toevertrouwde opdrachten behoorlijk worden uitgevoerd. DE ACTIVITEITEN VAN HET BIBF - Het bijhouden van het tableau van de erkende boekhouders(-fiscalisten) en de lijst van de stagiairs; - Het organiseren van de stage en het praktisch bekwaamheidsexamen tot afsluiting van de stage; - Het instaan voor de permanente vorming van haar leden; - Uitspraak doen in tuchtzaken; - Uitwerken van en toezicht houden op de naleving van de deontologische regels; - bijstand van de leden : zowel wat betreft technische materies binnen hun vakdomein (studiedienst) alsook een ondersteuning van hun kantoor wanneer dit nodig is (vb. bijstand van lid van de raad bij huiszoekingen bij de leden, bijstand bij overname kantoor bij overlijden of bij ernstige ziekte ) - Het BIBF geeft een veertiendaags ledenblad "Pacioli" uit alsook speciale uitgaven met vakliteratuur voor haar leden. - Optreden als representatieve gesprekspartner t.o.v. de overheid namens de erkende boekhouders(-fiscalisten) DE ROL VAN DE ERKENDE BOEKHOUDER(-FISCALIST) BIBF De erkende boekhouder (-fiscalist) : - organiseert boekhoudingdiensten en geeft daaromtrent raad; - opent, houdt, centraliseert en sluit boekingen geschikt voor het opmaken van de rekeningen; - bepaalt de resultaten en maakt de jaarrekening op in de door de wet bepaalde vorm Deze 3 activiteiten zijn voor de erkende boekhouder een voorbehouden opdracht die hij/zij deelt met de bedrijfsrevisor en de externe accountant. - verstrekt advies in alle belastingaangelegenheden; - staat de belastingplichtigen bij inzake de nakoming van hun fiscale verplichtingen; - vertegenwoordigt de belastingplichtigen Betreffende deze fiscale activiteiten bestaat er in België momenteel enkel een titelbescherming. Binnen het BIBF is dit de titel van erkend boekhouderfiscalist. 2

- De erkende boekhouder(-fiscalist) houdt zich tevens bezig met: - sociaalrechtelijke materies - vennootschapsrecht - adviesverlening inzake steunmaatregelen, milieuaspecten van de onderneming, - bijstand bij het opstellen van een financieel plan (vb. verplichte tussenkomst bij de oprichting van een S-BVBA) De erkende boekhouder-fiscalist BIBF wordt dan ook aanzien als "de naaste adviseur van de zelfstandige ondernemer en de KMO SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN: 1) De integratie van de boekhoudkundige bediende, op vrijwillige basis, die beantwoordt aan de wettelijke vereisten om de titel van erkend boekhouder(- fiscalist) te dragen lidmaatschap BIBF van interne boekhouder De wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen voorziet in de oprichting van twee Instituten, enerzijds IAB en anderzijds BIBF met als uiteindelijk doel alle boekhoudkundige en fiscale beroepsbeoefenaars in één wettelijk kader onder te brengen. Hoewel thans een groot deel van deze beroepsbeoefenaars onderdak heeft gevonden bij één van deze Instituten is er één groep in de kou blijven staan, nl. de boekhoudkundige bediende. Titel VI van de wet van 22 april 1999 betreffende het BIBF voorziet thans enkel in de mogelijkheid, tevens verplichting, tot inschrijving bij het BIBF voor de boekhoudkundige en fiscale beroepsbeoefenaars die het beroep als zelfstandige uitoefenen. De boekhouder die in, privaat of publiekrechtelijk, dienstverband werkt beschikt in de huidige stand van zaken niet over de mogelijkheid een erkenning bij het BIBF te bekomen en dit ondanks het feit dat deze vaak over het zelfde diploma beschikt en dezelfde taken uitvoert als de zelfstandige beroepsbeoefenaar. Het BIBF ontvangt zowel vanuit de wereld van de boekhoudkundige bedienden zeer regelmatig signalen dat er een grote behoefte is aan de erkenning van de in dienstverband werkende boekhouder of boekhouder-fiscalist. Ook vanuit de hoek van zelfstandige beroepsbeoefenaar is er een grote vraag naar dergelijke erkenning. Enerzijds zijn er die zelfstandige beroepsbeoefenaars die bijvoorbeeld hun professionele carrière wensen te heroriënteren doch zonder hierbij de meerwaarde, geboden door de BIBF titel, te willen opgeven. Anderzijds is er ook de vraag vanuit de boekhoudsector, als mede de opmerking vanuit de onderwijswereld, om aan hun werknemers de mogelijkheid te geven een titel te bekomen om alzo een meerwaarde te creëren en het beroep van boekhouder aantrekkelijker te maken. Hierbij moet herinnerd worden aan het feit dat het beroep van boekhoudkundige bediende nog steeds een knelpuntberoep is. 3

Niet onbelangrijk hierbij is bovendien dat vele schoolverlaters hun beroepsactiviteit (als boekhouder) aanvatten binnen het bediendenstatuut. Een aantal onder hen zal zich op termijn vestigen als zelfstandige beroepsbeoefenaar (al dan niet eerst in bijberoep). Dit gebeurt veelal vele jaren nadat zij de schoolbanken hebben verlaten. In de huidige wetgeving dient dergelijke beginnende zelfstandige boekhouder (in bijberoep of hoofdberoep) op het ogenblik dat hij/zij beslist zijn/haar beroepsactiviteiten op zelfstandige basis aan te vatten zich in te schrijven bij het BIBF. In concreto betekent dit dus : het volgen van de stage en het afleggen van het praktisch bekwaamheidsexamen. Dit is niet altijd evident indien men de schoolbanken al een tijdje vaarwel heeft gezegd. Door de vrijwillige toetreding tot het BIBF als bediende mogelijk te maken, kan dit inschrijvingsparcours (met stage en examen), voor zij die dit wensen, reeds vlak na het schooltraject worden gestart. Bij een latere vestiging als zelfstandige beroepsbeoefenaar zijn er dan ook geen verdere formaliteiten meer nodig vermits de inschrijving op het tableau van de interne of de externe boekhouders op dat moment louter afhangt van een sociaal statuut. In die zin is dit initiatief dan ook een belangrijke stimulans voor het zelfstandig ondernemerschap in het algemeen en de zelfstandige beroepspraktijk van erkend boekhouder(-fiscalist) in het bijzonder. Als naaste adviseur van vele andere zelfstandigen en KMO s in ons KMO land, is dit een belangrijke meerwaarde voor het deskundig begeleiden van deze ondernemingen die het hart van de Belgische economie vormen Het toekennen van een wettelijk beschermde beroepstitel, op vrijwillige basis, aan de interne erkende boekhouders (-fiscalisten) die hun beroep uitsluitend in dienstverband uitoefenen, kan ook een positieve bijdrage leveren in het actuele debat inzake behoorlijk bestuur. Vele van dergelijke boekhoudkundige bedienden worden, omwille van hun knowhow en bedrijfkennis, nauw betrokken bij het beleid van hun werkgever. Via dit wetsontwerp zullen zij tevens onderworpen worden aan de plichtenleer van hun beroep. Dit geeft bijkomende garanties inzake deugdelijk bestuur. Een juiste en getrouwe boekhouding vormt immers de basis om tot een corporate governance te komen. De voorgestelde aanpassing van de wet van 22 april 1999 beantwoordt dus aan reële maatschappelijke en economische noden. Naar analogie met de accountants en bedrijfsrevisoren, is er geen verplichting tot inschrijving op het tableau van de interne boekhouders. De verplichte inschrijving zal enkel blijven bestaan voor zij die het beroep uitoefenen als zelfstandige. Aldus zullen de drie economische beroepsgroepen - boekhouder(-fiscalist), accountant, belastingconsulent en bedrijfsrevisor - een gelijkaardige structuur kennen en zal binnen elke categorie kunnen gekozen worden voor het interne of externe statuut. Een ontwerptekst in die zin is reeds goedgekeurd door de Hoge Raad voor de Economische Beroepen en dit initiatief kan dus op relatief korte termijn gerealiseerd worden. 4

2) E - government en administratieve vereenvoudiging Het BIBF en haar leden steunen ten volle de verdere administratieve vereenvoudiging en de ontwikkeling van een E-government. Wij menen dan ook dat er op de ingeslagen weg moet worden verder gegaan in overleg met onze sector. Het Instituut was en is nog steeds actief betrokken bij het overleg en de implementatie van de toepassingen TOW, Myminfin, Intervat, Vatlist, Biztax, KBO, Myminfin Pro.. Wij blijven ook in de toekomst ter beschikking van alle overheidsinstanties om vanuit onze specifieke knowhow alle verdere initiatieven inzake vereenvoudiging en elektronisering van de overheidsinformatie te ondersteunen. In het contact tussen de overheid en ondernemer/burger speelt de erkende boekhouderfiscalist, als adviseur en tussenpersoon, een belangrijke rol en dit zowel op kwalitatief als kwantitatief vlak. Administratieve vereenvoudiging gaat echter veel verder dan het implementeren van nieuwe systemen en het verder informatiseren van documenten en gegevensuitwisseling. Ook binnen het bestaande systeem kunnen bepaalde procedures in de praktijk soepel worden toegepast en worden aangepast aan de dagdagelijkse beroepspraktijk. Een constructief en regelmatig overleg met de boekhoudkundige en fiscale beroepsbeoefenaars is een efficiënte manier om dit te verwezenlijken. Het BIBF is dan ook vragende partij om het bestaande overlegorgaan van de economische beroepen, de FOD Financiën en het kabinet van de bevoegde Minister van Financiën terug op te starten. In dit overlegorgaan van gelijkwaardige partners kan niet alleen wederzijdse informatie uitgewisseld worden, maar kunnen tevens suggesties geformuleerd worden om bestaande applicaties te verbeteren alsook kunnen nieuwe initiatieven op wetgevend vlak toegelicht en afgetoetst worden aan de dagdagelijkse beroepspraktijk. Hierdoor kan de bestaande win-win relatie tussen overheid en economische beroepen verder worden uitgediept. Concreet formuleren wij volgende concrete suggesties om de werking van E-government efficiënter en eenvoudiger te laten functioneren: - Het BIBF en de erkende boekhouders-fiscalisten zijn bereid verder mee te stappen in het project van de elektronische aangiftes. Daartegenover verwachten zij een perfecte elektronische dienstverlening van de elektronische overheid, in die zin dat de applicaties vlot toegankelijk en klantgericht moeten zijn en tenslotte dat een perfecte werking van deze toepassingen wordt gegarandeerd, ook in piekperiodes zoals bijvoorbeeld de laatste vijf dagen voorafgaand aan de uiterste indieningsdatum van bijvoorbeeld Tax on Web, Belcotax, BizTax, enz... - Een automatische volmacht van de erkende boekhouder(-fiscalist) om zijn cliënten te vertegenwoordigen ten aanzien van de administratie, zonder dat hiervoor een schriftelijke volmacht dient opgemaakt te worden. Net als voor de advocaten worden de boekhoudkundige en fiscale professionals, lid van één van de beroepsinstituten, geacht hun cliënten rechtsgeldig te vertegenwoordigen. Op die manier kan heel wat overbodige administratieve rompslomp vermeden worden. 5

3) Bestaande automatische uitstelregeling voor elektronische aangifte in personenbelasting en vennootschapsbelasting behouden en de indieningsdata op elkaar afstemmen Het BIBF is tevreden met de huidige regeling inzake automatisch uitstel voor het indienen van de aangiftes in de personen- en vennootschapsbelasting indien deze via elektronische weg (TOW, BizTax) gebeuren door een mandataris, zoals een erkend boekhouder(- fiscalist). Deze uitstelregeling die de mandatarissen toelaat om tegen 31 oktober van het aanslagjaar de aangifte personenbelasting via TOW in te dienen, laat de beroepsbeoefenaar toe om de vele aangiftes die hij moet verwerken, efficiënt, volledig en correct in te dienen binnen een redelijke termijn die tegelijk een efficiënte organisatie van zijn kantoor alsook een haalbare vakantieregeling ten aanzien van zijn personeel toelaat. Onontbeerlijk voor een efficiënte kantoororganisatie is evenwel dat de E-government applicaties ( TOW, BizTax, intervat,.) efficiënt werken en toegankelijk zijn, ook in piekperiodes. Wat betreft de uiterste indieningstermijn voor de mandatarissen van de vennootschapsbelasting via Biztax is overleg wenselijk met ons Instituut teneinde een optimale spreiding te bekomen tussen de verschillende indieningstermijnen. Er dient vermeden te worden dat alle aangiftetermijnen (BTW, personenbelasting en vennootschapsbelasting) binnen een kort tijdsbestek in dezelfde periode vallen. Namens de erkende boekhouders(-fiscalisten) vragen wij van de regering dat dit systeem van bijzondere aangifteperiodes voor de economische beroepsbeoefenaars/mandatarissen behouden blijft en dat de sector wettelijke garanties krijgt dat dit ook in de toekomst zo zal zijn. Op die manier is een voorafgaande efficiënte planning mogelijk, hetgeen tevens een soepele samenwerking tussen enerzijds de adviseurs van de ondernemingen/belastingplichtigen en anderzijds de fiscus bevordert waarbij beiden een win-win relatie hebben. 4) Invoering van de IFRS normen in het Belgische boekhoudrecht Het BIBF is geen vragende partij om deze normen in te voeren voor de KMO s in België. Wij pleiten voor overleg dienaangaande binnen de Commissie voor Boekhoudkundige Normen, waarin het Instituut vertegenwoordigd is. Deze normen kunnen geleidelijk ingevoerd worden voor de grote ondernemingen en kunnen indirect, via implementatie in het Belgische boekhoudrecht, hun ingang vinden bij de vele KMO s die ons land rijk is. Een verplichte toepassing van deze normen voor KMO s lijkt ons momenteel praktisch niet haalbaar. 6

5) Wetgeving ten behoeve van de zelfstandige ondernemers en bedrijfsleiders Oorzaak van vele mislukkingen bij startende zelfstandige ondernemers is veelal een onrealistische inschatting van de kosten en baten, voornamelijk gedurende de eerste 3 jaren van hun zelfstandig avontuur. Om die reden pleiten wij voor: - een verplichting tot het opmaken van een financieel plan voor alle ondernemers alsook de verplichting (of minstens de aanmoediging) om een beroep te doen op de bijstand van de economische beroepsbeoefenaars bij het opmaken van dergelijk financieel plan. Het opmaken van een financieel plan is momenteel enkel verplicht voor startende vennootschappen die van de beperkte aansprakelijkheid genieten. Het zou bijzonder nuttig en zelfs economisch noodzakelijk zijn om de opmaak van een financieel plan te voorzien voor elke startende onderneming en dit zowel als natuurlijke persoon als voor elke vennootschapsvorm. De bijstand van een boekhoudkundige beroepsbeoefenaar garandeert een realistischere inschatting van de slaagkansen van de startende ondernemer. Aanvullend kan ook gedacht worden aan een fiscale aftrek of subsidie indien het financieel plan wordt opgemaakt door een erkende beroepsbeoefenaar. - Gelijkschakeling van de bezwaarprocedures inzake directe en indirecte belastingen. - De benoeming van de vereffenaar dient overeenkomstig de Wet van 2 juni 2006 door de rechtbank van koophandel te worden bevestigd binnen de vierentwintig uur. Deze formaliteit lijkt ons overbodig indien een erkend beroepsbeoefenaar (lid van het BIBF, IAB of IBR) wordt aangesteld als vereffenaar. Deze beroepsbeoefenaars zijn immers onderworpen aan een strikt, wettelijk georganiseerd, deontologisch toezicht dat voldoende garanties biedt inzake hun integriteit. Een voorafgaandelijke tussenkomst van de rechtbank is ons inziens dan ook overbodig. - De berekening van de sociale bijdragen van zelfstandige op basis van de inkomsten van het lopende jaar (op basis fiscale aangifte) en niet langer op basis van de inkomsten van drie jaar geleden. Juist door deze (her)berekening van de sociale bijdragen, krijgen vele zelfstandige ondernemers te kampen met onoverkomelijke financiële problemen in het 4 de jaar van hun activiteit. Dit is zeker het geval voor diegenen die zich niet professioneel laten bijstaan door een boekhoudkundige/fiscale beroepsbeoefenaar. Het initiatief dat Minister Laruelle ter zake uitwerkte, en dat tegemoet kwam aan deze verzuchting, verdient zeker verdere uitwerking. - Inzake de rechtspersonenbelasting zou het belastbaar tijdperk moeten overeenstemmen met het boekjaar (zoals dit het geval is in de vennootschapsbelasting) en zou het dus niet langer gebonden moeten zijn aan het kalenderjaar (momenteel verplichte rapportering per kalenderjaar). Op die manier zou een fiscale aangifte steeds overeenstemmen met een goedgekeurde jaarrekening, wat nu niet altijd het geval is bij een verkort of verlengd boekjaar of een boekjaar dat niet samenvalt met het kalenderjaar. Op die manier wordt tevens overeenstemming bereikt met de huidige VZW wetgeving die reeds in die zin werd aangepast. 7

- Het nemen van de nodige begeleidende maatregelen - in overleg met de banksector opdat hun kredietpolitiek de negatieve gevolgen niet versterkt van de financiële en economische crisis voor de zelfstandige ondernemers. Dit geldt zowel wat betreft het toekennen van de nodige (investerings)kredieten als wat betreft de absurde wederbeleggingsvergoedingen die vandaag worden aangerekend. 6) Een erkenning van de fiscale kennis en bekwaamheid van de fiscale beroepen Momenteel bestaat er op fiscaal vlak enkel een titelbescherming van de beroepstitels fiscalist en belastingconsulent. Het fiscaal advies, de fiscale bijstand en vertegenwoordiging van ondernemers en belastingplichtigen is momenteel niet voorbehouden aan bepaalde beroepsgroepen maar wordt gebruikelijk verleend door een aantal gereglementeerde beroepsbeoefenaars zoals erkende boekhouders, erkende boekhouders-fiscalisten, accountants, belastingconsulenten, bedrijfsrevisoren, advocaten, notarissen,.. Deze zijn allen onderworpen aan een strikte plichtenleer en een deontologisch toezicht alsook aan de verplichting om hun beroepsaansprakelijkheid te verzekeren. Dit biedt een belangrijke waarborg voor hun cliënten. Daarnaast zijn er nog personen, ondernemingen en instellingen die dezelfde fiscale dienstverlening verlenen ten aanzien van derden, zonder dat hierop enige externe controle wordt verricht en zonder dat deze dienstenverstrekkers onderworpen zijn aan de verplichtingen inzake diplomavereisten, volgen van een stage afgesloten met een praktisch bekwaamheidsexamen, permanente bijscholing, toezicht van een tuchtautoriteit, onafhankelijkheid, onderworpenheid aan witwaswetgeving noch aan de onderschrijving van een verzekering tegen hun beroepsaansprakelijkheid. De huidige samenleving vraagt meer en meer een responsabilisering van de vrije beroepsbeoefenaars. Als Instituut zijn wij hiervoor niet ongevoelig en willen wij onze verantwoordelijkheid opnemen. Tegelijk verwachten wij dan ook van de overheid dat, minstens bepaalde, activiteiten binnen het segment van de fiscale dienstverlening worden voorbehouden aan die erkende beroepsbeoefenaars die hiertoe voldoende garanties kunnen voorleggen inzake kennis, ervaring, bijscholing, deontologische controle teneinde de consument van deze diensten afdoende te beschermen. 8

7) Een eigen definitie van het vrije beroep met erkenning van de specificiteit van dit beroep zowel op Belgisch als op Europees niveau Vandaag kunnen we vaststellen dat zowel op federaal als op Europees niveau de vrije beroepsbeoefenaars, waaronder de BIBF-leden, al te vaak gelijkgesteld worden met handelaars. De specificiteit van het vrije beroep heeft echter haar bestaansredenen. Wij vragen dan ook dat hiermee rekening wordt gehouden en dit zowel op Belgisch niveau als op Europees vlak. Zeker op het Europese niveau leidt de gelijkstelling met handelaars vaak tot een juridische (on)werkelijkheid die geheel voorbij gaat aan de maatschappelijke rol van de vrije beroepsbeoefenaars en van de voornoemde specificiteit van hun beroep. Een eigen definitie van het vrije beroep (die verdergaat dan de negatieve definitie die een vrije beroepsbeoefenaar definieert als een niet-handelaar ) is een eerste aanzet om de eigenheid van deze sector te erkennen. Het logische gevolg is dan ook een specifieke wetgeving telkens dit vereist is omwille van de eigenheid van het vrije beroep. Als voorbeeld kunnen we reeds de Belgische wetgeving inzake misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake vrije beroepen aanhalen. Dit is een goed voorbeeld waar specifieke situaties een specifieke wetgeving vereisen. 8) Actualisering van het reglementair kader van het BIBF : koninklijk besluit betreffende de stage en koninklijk besluit betreffende de plichtenleer van de erkende boekhouders(-fiscalisten) De huidige teksten van het stagereglement (KB van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders) en van de deontologie (KB van 23 december 1997 tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van Boekhouders) dateren van voor de grote wetswijziging die ons beroep heeft ondergaan via de Wet van 22/04/1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. Hierdoor is de terminologie van beide besluiten niet meer aangepast aan het wettelijk kader van 1999. Daarnaast hebben zowel de praktijkervaring als nieuwe maatschappelijke en wettelijke evoluties het beroep gewijzigd. Bij wijze van voorbeeld kan hier aangehaald worden dat de beroepsaansprakelijkheid van de economische beroepsbeoefenaars momenteel kan beperkt worden. Een ander voorbeeld is de evolutie die het vrije beroep, onder invloed van Europese regelgeving, heeft ondergaan op het gebied van het voeren van publiciteit. Met name de plichtenleer van ons beroep is nog niet aangepast aan deze maatschappelijke evoluties. 9

9) Europese voorstellen inzake de opmaak- en publicatieverplichting van de jaarrekening De Europese Commissie wenst, in het kader van de vereenvoudiging van het ondernemingsklimaat, de micro-entiteiten vrij te stellen van de publicatieverplichting/ openbaarmaking van hun jaarrekening. Een afzwakking van de eisen op het vlak van de boekhouding en de controle op de rekeningen zal, voor de ondernemingen en de derden die van deze financiële gegevens gebruik maken, onvermijdelijk leiden tot een aanzienlijke verhoging van de administratieve lasten, aangezien derden andere middelen zullen moeten aanspreken om deze informatie te bekomen. Een vermindering van de eisen ter zake zal de samenhang tussen de boekhouding en de fiscaliteit, waarop de vennootschapsbelasting al meer dan dertig jaar gebaseerd is, uithollen. In tal van lidstaten van de Europese Unie, waaronder België, maken de KMO s een wezenlijk deel uit van het bedrijfsleven. Als de geplande maatregelen worden uitgevoerd, zou in België 75 % van de ondernemingen geen jaarrekening meer moeten opmaken en 95 % van de ondernemingen geen gedetailleerde jaarrekening meer moeten publiceren. Wat zal er van de geloofwaardigheid van de KMO s overblijven ten aanzien van hun bankiers, leveranciers, werknemers, klanten, enz. als ze geen nauwkeurige financiële informatie meer over zichzelf zouden verstrekken? Een recente studie van de Dienst Administratieve vereenvoudiging toonde bovendien aan dat de door de EU commissie voorgestelde maatregelen niet leiden tot een effectieve administratieve vereenvoudiging of kostenverlaging voor de ondernemingen. Samen met het IAB en het IBR publiceerde het BIBF vijf concrete voorstellen voor een grotere financiële transparantie en een doelmatige administratieve vereenvoudiging teneinde dit onderwerp in een correcte context te situeren. Dit opdat de voorgenomen plannen van de EU commissie daadwerkelijk zouden leiden tot een vermindering van de administratieve lasten voor onze ondernemingen. Deze voorstellen zijn : 1. de financiële transparantie van de ondernemingen tot een prioriteit van het buitenlands beleid van de Europese Unie maken; 2. de kleine ondernemingen toestaan om een verkorte toelichting bij hun jaarrekening te publiceren die enkel volgende elementen moet bevatten: het aantal en de kost van de tewerkgestelde personen, de verwezenlijkte bruto-investeringen en -desinvesteringen, een samenvatting van de waarderingsregels en de vermelding van de elementen, zelfs buiten balans, die nuttig zijn voor een beter begrip van de jaarrekening; in voorkomend geval, de financiële overzichten van de kleine ondernemingen uniformeren in de vorm van een uniek, elektronisch en meertalig schema; 10

3. de uitbreiding van de elektronische financiële verslaggeving bij de Lidstaten aanmoedigen (zie de Belgische Balanscentrale, XBRL, enz.). Door de XBRL-technologie en taxonomie te steunen maakt de Europese overheid de financiële overzichten van de ondernemingen begrijpelijker voor lezers in andere talen; 4. op het vlak van de ondernemingsstatistieken enkel vereisen dat de Lidstaten datgene meedelen wat kan worden afgeleid uit de gepubliceerde rekeningen of andere bronnen die geen ad hoc verklaring vanwege de ondernemingen vergen en de eisen van de verschillende directoraten-generaal van de Commissie op dat vlak beter op elkaar afstemmen; 5. de Lidstaten die de letter en/of de geest van de Europese wetgeving inzake financiële transparantie niet naleven, actief vervolgen voor het Hof van Justitie. De uitvoering van deze voorstellen, die het resultaat zijn van uitvoerige debatten en raadplegingen georganiseerd binnen de economische beroepen en de Belgische socioeconomische entiteiten, zal een belangrijk positief effect hebben op alle kleine of grote ondernemingen met of zonder winstoogmerk. Deze voorstellen inzake boekhouding, audit en vennootschapsrecht beantwoorden aan een gemeenschappelijke wens van financiële transparantie, van harmonisering op Europees vlak en van een vlottere toegang tot de financiële verslaggeving door de ontwikkeling van de informaticatechnologieën. 10) Evenwichtige en gelijke verdeling lasten en baten tussen belastingplichtige en fiscus Het BIBF pleit voor een grotere logica en een gelijke behandeling in fiscale zaken tussen belastingplichtigen enerzijds en de fiscus anderzijds. Enkele voorbeelden kunnen dit aandachtspunt goed illustreren: In de BTW reglementering : de betaling van de BTW moet gebeuren telkens op de 20 ste van de maand. Nalatigheidsintresten worden aangerekend vanaf de 21 ste. Bij teruggave van BTW aan de belastingplichtige, kan de fiscus een paar maanden nadien terugbetalen zonder dat er enige intresten verschuldigd zijn. Inzake directe belasting : gelijkschakeling van de jaarlijks vastgestelde intrestvoet rekening-courant zowel voor debet- als creditintresten. Jaarlijks wordt door de fiscus de intrestvoet voor de Debet RC vastgelegd. Het zou logisch zijn mocht dezelfde intrestvoet ook vastgelegd worden voor de Credit RC. Zo wordt zowel de vordering op, als de schuld aan een vennoot/zaakvoerder op dezelfde wijze behandeld. Dit creëert ook meer rechtszekerheid, gezien nu bij de Credit RC enkel verwezen wordt naar een marktconforme rentevoet. Wanneer die rentevoet niet gerespecteerd wordt, kan overgegaan worden tot herkwalificatie van de intrest tot een dividend. Marktconform kan voor elke situatie anders zijn en is daarom voor willekeur vatbaar. 11

Door een gelijkschakeling van de Creditrentevoet met de vastgelegde Debetrentevoet, conform de marktrente, wordt dit uitgesloten. Een ander heikel punt is de redelijke toepassing van de belasting geheime commissielonen aan 309 % bij niet (of niet correcte) vermelding op de fiscale fiche * * * 12