Examenreglement Alfa-college mbo opleidingen en formele educatie ce O&K Geldig vanaf 1 augustus 2016.
TEN GELEIDE Dit examenreglement maakt deel uit van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van iedere opleiding en is vastgesteld door het bevoegd gezag van het Alfa-college. Het geldt voor alle examenonderdelen die in het kader van de WEB, met uitzondering van de VAVO, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag worden geëxamineerd. Daar waar bijzondere regels gelden voor de centrale examens, worden deze afzonderlijk vermeld. -----------------------------------
INHOUD 1. REGELING VAN HET EXAMEN... 1 Artikel 1.1 Gelegenheid... 1 Artikel 1.2 Examenorganisatie... 1 Artikel 1.3 Toegang en deelname... 1 Artikel 1.4 Inschrijving als examendeelnemer... 2 Artikel 1.5 Vrijstelling... 2 Artikel 1.6 Het examen... 2 Artikel 1.7 Aantal examengelegenheden... 3 Artikel 1.8 Fraude en onregelmatigheden... 3 Artikel 1.9 Uitslag van het examen... 5 Artikel 1.10 Herkansing... 5 Artikel 1.11 Diploma, certificaat, schoolverklaring... 6 Artikel 1.12 Bezwaar en beroep... 6 Artikel 1.13 Examineren op een hoger niveau (generieke examens)... 6 2. UITVOERING VAN HET EXAMEN... 8 Artikel 2.1 Handboek examinering en protocol... 8 Artikel 2.2 Examinatoren... 8 Artikel 2.3 Examenorganisatie examens... 8 Artikel 2.4 Gang van zaken tijdens de examinering... 8 Artikel 2.5 Aangepaste examinering... 9 Artikel 2.6 Recht op inzage examens... 9 Artikel 2.7 Bewaartermijn examens... 10 3. Samenstelling en beoordeling examens... 11 Artikel 3.1 Vaststelling van examens... 11 Artikel 3.2 Toezicht op het examen... 11 Artikel 3.3 Beoordeling examens... 11 Artikel 3.4 Geldigheidsduur beoordelingen... 11 4. BEZWAAR EN BEROEP... 12 Artikel 4.1 Bezwaar examens... 12 Artikel 4.2 Commissie van beroep voor de examens... 12 Artikel 4.3 Beroep... 12
5. SLOTBEPALINGEN... 14 Artikel 5.1 Geheimhouding... 14 Artikel 5.2 Onvoorziene omstandigheden... 14 Artikel 5.3 Aanspreektitel... 14 6. BEGRIPPENLIJST... 15 BIJLAGE A Beleid met betrekking tot afwijkende examinering... 19
1. REGELING VAN HET EXAMEN Artikel 1.1 Gelegenheid Het bevoegd gezag van het Alfa-college geeft de deelnemer conform het gestelde in artikel 7.4.2 eerste lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs, hierna te noemen de wet, gelegenheid examen af te leggen. Artikel 1.2 Examenorganisatie 1 Ten behoeve van de officiële vaststelling van het diploma is er per locatie een Locatie Examencommissie (LEC) ingesteld. De LEC is verantwoordelijk voor een deugdelijke en geborgde diplomering en voor het borgen van de kwaliteit van de sub-examencommissie. De commissie heeft de bevoegdheid om te beslissen of een deelnemer wel of geen diploma krijgt. In de diplomeringsvergadering die elke 4 weken plaatsvindt, wordt een deelnemer officieel vastgesteld voor diplomering. De vaststellingsdatum van het diploma is tevens de datum waarop de onderwijsovereenkomst wordt beëindigd. Bij diplomering hebben de opleidingsmanager en de regiodirecteur tekenbevoegdheid namens het College van Bestuur. De LEC legt verantwoording af aan het College van Bestuur. 2 Per cluster van verwante kwalificaties is een Creboregieteam ingesteld (CRT). Het CRT draagt zorg voor samenhang van locatie overstijgende examinering door middel van het opstellen of wijzigen van de onderwijs- en examenregeling (OER) en de ontwikkeling en het vaststellen van examenproducten. Een opleidingsmanager is met het voorzitterschap belast. Naast de voorzitter van het CRT maken ook collega opleidingsmanagers, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van dezelfde kwalificatie(s) in een andere regio deel uit van het CRT. De functies van secretaris en plaatsvervangend voorzitter worden vervuld door leden van het CRT die daarvoor door de voorzitter worden aangewezen. Het CRT legt verantwoording af aan de LEC. 3 Per kwalificatie (of een cluster van verwante kwalificaties) is een sub-examencommissie ingesteld. De sub-examencommissie bestaat uit de opleidingsmanager die in een regio voor de kwalificatie(s) verantwoordelijk is en docenten. De sub-examencommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de examinering voor (een cluster) van verwante kwalificaties en draagt deelnemers voor aan de LEC t.b.v. diplomering. De sub-examencommissie vergadert tenminste elke zes weken. Ten behoeve van de behartiging van de dagelijkse gang van zaken kan de sub- examencommissie taken delegeren aan personen of subgroepen uit een opleiding of groep van opleidingen op de uitvoeringslocaties. De sub-examencommissie legt verantwoording af aan de LEC. 4 De Commissie Generieke Examinering (CGE) adviseert de Creboregieteams t.a.v. de inhoud van de examenplannen voor wat betreft de generieke vakken, draagt zorg voor de inkoop/ontwikkeling en vaststelling van examenproducten van de generieke vakken en voert regie op de afname van de centrale examens. Artikel 1.3 Toegang en deelname 1 De deelnemer is op grond van zijn inschrijving automatisch ingeschreven voor de eerste examengelegenheid als bedoeld in artikel 1.7 van dit reglement, tenzij in de OER van de opleiding 1
anders is vermeld. 2 Voor de toegang tot bepaalde examenonderdelen kan vereist worden dat delen van het onderwijs met succes zijn afgerond en/of andere examenonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. Indien hiervan sprake is, wordt dit in de OER en/of studiewijzer van de opleiding vermeld. Artikel 1.4 Inschrijving als examendeelnemer Personen die uitsluitend tot de examenvoorzieningen wensen te worden toegelaten, kunnen zich als examendeelnemer in laten schrijven. Aan de inschrijving ligt een examenovereenkomst tussen bevoegd gezag en de deelnemer ten grondslag. Alle bepalingen van dit reglement zijn ook van toepassing op examendeelnemer. Voor de inschrijving als examendeelnemer is aan het bevoegd gezag een door de examencommissie te bepalen vergoeding verschuldigd. Artikel 1.5 Vrijstelling Op verzoek van de deelnemer kunnen reeds behaalde resultaten aanleiding zijn voor het verlenen van een vrijstelling voor het afleggen van één of meer examenonderdelen. Een vrijstelling kan worden aangevraagd bij de voorzitter van de sub-examencommissie. De sub-examencommissie baseert zich bij het verlenen van vrijstellingen op de vrijstellingsregeling van het Alfa-college. Deze vrijstellingsregeling is te vinden op de website van het Alfa-college onder het kopje Scholieren en studenten > van aanmelding tot eerste schooldag. Artikel 1.6 Het examen 1 Het examen voor Nederlands, rekenen en Engels bestaat uit centrale examens en/of een instellingsexamen. De centrale examens zijn de in opdracht van het College voor Toetsen en Examens (CvTE) ontwikkelde examens voor Nederlands (lezen/luisteren), rekenen en Engels (lezen/luisteren). Het centraal examen mag pas worden afgenomen als ten minste de helft van de voor de deelnemer geldende studieduur is verstreken. Het instellingsexamen is het examen dat is vastgesteld door de Commissie Generieke Examinering (CGE) en wordt afgenomen door of in opdracht van de instelling. 2 Het examen voor het behalen van een kwalificatie bestaat uit een aantal exameneenheden. Een exameneenheid bestaat uit één of meer examenonderdelen. Een exameneenheid komt overeen met een deelkwalificatie, dan wel met een kerntaak en bestaat uit meerdere examenonderdelen. Een examenonderdeel is een onderdeel van een exameneenheid. 3 Het examen voor het behalen van een keuzedeel bestaat uit één of meerdere exameneenheden. 4 Examinering heeft betrekking op de kwalificatie-eisen van de exameneenheid. In de OER wordt aangegeven welke onderwijs- en vormingsdoelen in de beroepspraktijkvorming worden gerealiseerd. De wijze waarop de examenonderdelen worden afgenomen (examenvorm) is in de OER van de opleiding beschreven. 5 De eindbeoordeling van een exameneenheid wordt pas vastgesteld als alle examenonderdelen zijn beoordeeld. Datum en tijdstip van examengelegenheden worden onder 2
verantwoordelijkheid van de sub-examencommissie vastgesteld. Artikel 1.7 Aantal examengelegenheden 1 De deelnemer heeft gedurende zijn opleiding voor elk examenonderdeel als bedoeld in artikel 1.6.2, twee examengelegenheden. Indien er voor een examenonderdeel meer dan twee examengelegenheden zijn toegestaan, wordt dit per examenonderdeel vermeld in de OER. 2 Deelnemers die een onvoldoende beoordeling hebben behaald voor een examenonderdeel, mogen deelnemen aan een volgende gelegenheid. Voor de centrale examens geldt dat ook deelnemers die een voldoende beoordeling hebben behaald, mogen deelnemen aan een volgende gelegenheid. 3 Deelnemers die niet voldoen aan een te behalen minimum beoordeling voor een examenonderdeel, moeten deelnemen aan een volgende examengelegenheid. Het hoogste van de behaalde beoordelingen geldt. 4 Als deelnemers gebruik willen maken van een volgende gelegenheid, dienen zij zich daarvoor in te schrijven volgens de door de sub-examencommissie vast te stellen regels. 5 Een kandidaat die zich heeft ingeschreven voor een examenonderdeel en die verhinderd is deze gelegenheid te benutten dan wel daarvan geen gebruik maakt, meldt zich af bij de subexamencommissie. 6 Indien een deelnemer van geen enkele examengelegenheid gebruik heeft kunnen maken, dient de deelnemer een verzoek in bij de sub-examencommissie voor een nieuwe gelegenheid. De deelnemer dient aan te tonen dat er sprake is van een overmachtssituatie. 7 In gevallen waarin de toepassing van dit artikel leidt tot kennelijke onbillijkheid, aan te tonen door de deelnemer, kan de sub-examencommissie anders besluiten. Artikel 1.8 Fraude en onregelmatigheden Punt 1 t/m 3 gaan over fraude en onregelmatigheden bij beroepsgerichte examinering. Punt 4 gaat over fraude en onregelmatigheden bij de centrale examens. 1 De sub-examencommissie kan maatregelen treffen tegen deelnemers die ten aanzien van de examinering fraude of onregelmatigheden plegen. Onregelmatigheden en fraude kunnen betrekking hebben op zowel individuele deelnemers als groepen deelnemers. Er wordt van onregelmatigheden gesproken als zaken tijdens het examenproces of examen anders verlopen dan is afgesproken, zonder dat daarbij een vooropgesteld doel in het spel is. Als onregelmatigheden wordt in ieder geval aangemerkt: Het niet opvolgen van instructies van surveillanten of examinatoren. Het verstoren van de orde van de examenzitting door de examenkandidaat. Een verstoorde examenzitting door oorzaken buiten de examenkandidaat om. Voorbeelden van onregelmatigheden zijn spreken/fluisteren, het afgaan van de telefoon, geluidsoverlast, uitvallen van computers, het onwel worden van een betrokkene etc. 3
Indien de examenzitting is verstoord door oorzaken buiten de examenkandidaat om, kan de examenkandidaat hiervan schriftelijk bezwaar indienen bij de sub-examencommissie zoals vermeld in artikel 4.1.1. Er is sprake van fraude indien (onderdelen) van het gehele examenproces opzettelijk zijn beïnvloed met als doel een ander resultaat uit het examen te verkrijgen waardoor een juist oordeel over de kennis, inzicht en vaardigheden van de deelnemer niet mogelijk is. Bij een Proeve van Bekwaamheid (PvB) is een deelnemer vaak vooraf al op de hoogte van de opzet en inhoud van de proeve. Bij beroepsgerichte examinering, zowel bij een PvB als een theorieexamen, wordt onderstaande als fraude aangemerkt: Spieken of gelegenheid en/of aanleiding geven tot spieken. Het plegen van plagiaat. Het vervalsen van één of meerdere handtekeningen. Het samenwerken met andere examenkandidaten, zonder toestemming vooraf. Het verwisselen of uitwisselen van de exameninstrumenten tijdens het examen. Het vóór het examen in het bezit hebben van de exameninstrumenten, die niet openbaar zijn. Diefstal en/of verkoop van examens. Het bij het examen wc bezoek daaronder begrepen beschikken over of gebruiken van (voorgeprogrammeerde) rekenmachines, spy pen, camera s, computers, ingeschakelde mobiele telefoons, andere apparaten met vergelijkbare functies en andere gegevensdragers, zonder toestemming vooraf. Het zonder toestemming zoeken naar of raadplegen van informatie tijdens een examen. Het deelnemen aan een examen zonder toestemming. Het presenteren van door anderen ontwikkelde ideeën als eigen werk. 2 Bij (vermoeden van) fraude of onregelmatigheden begaan door de examenkandidaat tijdens of na de examenzitting (uitgezonderd centrale examens) is het volgende van toepassing: De examenkandidaat wordt terstond hierover ingelicht door de betrokken medewerker bij het examen en wordt - indien mogelijk - in staat gesteld om het examen af te maken. De vermeende fraude/onregelmatigheid wordt genoteerd op het examenprotocol en wordt gemeld bij de sub-examencommissie. De examenkandidaat wordt schriftelijk geïnformeerd over de melding en het vervolgproces. Het resultaat van het examen wordt in afwachting van de behandeling nog niet meegedeeld aan de examenkandidaat. De vermeende fraude/onregelmatigheid wordt onderzocht en de examenkandidaat en fraudemelder worden gehoord alvorens de sub-examencommissie een uitspraak doet over de te nemen maatregel(en). De genomen maatregel(en) wordt binnen vier weken (m.u.v. schoolvakanties) schriftelijk aan de examenkandidaat meegedeeld (bij minderjarigheid ook aan de ouders/verzorgers). 3 Maatregelen Als de sub-examencommissie oordeelt dat de melding van fraude of een onregelmatigheid niet gegrond is, beoordeelt de examinator alsnog het examen. Als de examenkandidaat het examen heeft moeten afbreken, krijgt hij de gelegenheid om het examen af te maken of te starten met een nieuw 4
examen. Als de sub-examencommissie (of de Commissie van Beroep voor de examens in het geval van een ingediend bezwaar) oordeelt dat de melding van fraude/onregelmatigheid gegrond is, kunnen de volgende maatregelen (al dan niet in combinatie) worden genomen: Het ongeldig verklaren van de examenafname en het examen opnieuw laten afnemen. Dit geldt in het geval een onregelmatigheid buiten de schuld van de examenkandidaat de voortzetting van het examen ernstig heeft verstoord. Het ongeldig verklaren van de uitslag van het gemaakte examen waarbij de gelegenheid vervalt. Het opleggen van de verplichting tot overdoen van het examenonderdeel. Het ontnemen van het recht van het benutten van de volgende examengelegenheid voor het desbetreffende examenonderdeel. Het definitief verwijderen van de deelnemer van het Alfa-college indien de fraude/onregelmatigheid van zodanige strekking is dat het wordt gekwalificeerd als ernstig wangedrag, zoals beschreven in artikel 8 van de Algemene voorwaarden van het Alfa-college. NB: Volgens artikel 12, lid g van de Algemene voorwaarden die onderdeel zijn van de Onderwijsovereenkomst van het Alfa-college, kan de onderwijsovereenkomst (en dus de inschrijving) tevens beëindigd worden als een deelnemer het Alfa-college onjuist of onvolledig informeert over feiten en omstandigheden die de kans op het behalen van een diploma kunnen beïnvloeden. 4 Fraude en onregelmatigheden bij centrale examens Evenals bij de beroepsspecifieke- en instellingsexamens is het bij de centrale examens aan de subexamencommissie om passend te handelen als zich een onregelmatigheid of vorm van fraude voordoet. Wat bij de centrale examens onder fraude wordt verstaan is beschreven in het Examenprotocol centrale examinering mbo van het CvTE 1. In een aantal gevallen kan de sub-examencommissie zelf een besluit nemen voor een maatregel aan de hand van het Examenprotocol van het CvTE. Er kan zich echter ook een onregelmatigheid voordoen waarbij het aan de Inspectie van het Onderwijs is om een dergelijk besluit te nemen. Artikel 1.9 Uitslag van het examen 1 De einduitslag van het examen wordt door de sub-examencommissie, na afsluiting van álle exameneenheden, vastgesteld en zo spoedig mogelijk aan de deelnemer bekendgemaakt. Dit vindt minimaal 6-wekelijks plaats (conform artikel 1.2). 2 Indien zowel het centraal examen 2F of 3F als het centraal examen ER voor het onderdeel rekenen is afgelegd en beide resultaten een 6 of hoger zijn, dan wordt standaard het resultaat op het 2F of 3F examen gebruikt voor het bepalen van de eindwaardering voor diplomering. Om van deze standaard af te wijken, kan de deelnemer een verzoek indienen bij de sub-examencommissie. 3. Indien het examenonderdeel Nederlandse taal of rekenen op meerdere referentieniveaus (2F en 3F) is afgelegd, wordt standaard het hoogste referentieniveau gebruikt voor het bepalen van de eindwaardering voor diplomering. Om van deze standaard af te wijken, kan de deelnemer een verzoek indienen bij de sub-examencommissie. 1 De meest recente versie is te vinden op www.examenbladmbo.nl. 5
Artikel 1.10 Herkansing 1 Indien bij de bepaling van de uitslag als bedoeld in art. 1.9 blijkt dat de deelnemer niet is geslaagd voor een bepaalde exameneenheid heeft hij recht op een eenmalige herkansing van één examenonderdeel van deze eenheid, mits hij daardoor alsnog kan slagen. 2 De sub-examencommissie bepaalt het tijdstip van herkansing, dat ook kan vallen in een volgend semester of studiejaar, waarbij gebruik gemaakt kan worden van de overeenkomstige examinering van een ander deelnemerscohort. 3 Herkansing van praktische examenonderdelen kan plaatsvinden binnen de lopende beroepspraktijkvormingsovereenkomst. Indien deze reeds beëindigd is, kan de subexamencommissie de betrokken bpv-verzorgende organisatie verzoeken mee te werken aan de examinering ofwel een andere oplossing bieden. Artikel 1.11 Diploma, certificaat, schoolverklaring 1 Indien een deelnemer alle exameneenheden heeft behaald die deel uitmaken van de in de onderwijsovereenkomst afgesproken opleiding, wordt namens het bevoegd gezag het diploma uitgereikt. 2 Een certificaat wordt uitgereikt als een certificeerbare eenheid of certificeerbare eenheden van een kerntaak die onderdeel uitmaakt van de kwalificatie, zoals vermeld in de OER, is/zijn afgesloten. Via een Algemene maatregel van bestuur (besluit minister) kan er aan een keuzedeel een certificaat verbonden zijn. Een certificaat wordt uitgereikt als de deelnemer het Alfa-college verlaat of als de deelnemer voortijdig stopt met de opleiding. 3 Indien is aangetoond en vastgelegd dat een deelnemer een omschreven deel van de opleiding heeft behaald voordat aan de eisen van het verstrekken van een diploma of een certificaat is voldaan, wordt een schoolverklaring uitgereikt. Artikel 1.12 Bezwaar en beroep 1 Deelnemers kunnen tegen een beslissing van de sub-examencommissie schriftelijk bezwaar maken en daarna eventueel beroep aantekenen volgens de regels van hoofdstuk 4 van deze regeling. 2 Het aantekenen van een beroep bij de Commissie van beroep voor de examens is slechts mogelijk, nadat de deelnemer reeds schriftelijk bezwaar heeft aangetekend bij de subexamencommissie en daarop een voor hem onbevredigende uitslag heeft verkregen. Artikel 1.13 Examineren op een hoger niveau (generieke examens) Mits de voortgangsresultaten hier aanleiding toe geven, is het voor de exameneenheid Nederlandse taal en/of rekenen in overleg met de docent mogelijk om alle examenonderdelen op het hogere referentieniveau 3F af te leggen. Dit vervangt alle examenonderdelen op 2F-niveau en de daarbij horende regels, waaronder de zak-/slaagregeling. Voor Engels lezen/luisteren is het mogelijk het pilotexamen lezen/luisteren op het hogere ERK-niveau B2 af te leggen (in plaats van B1). Deelnemers die van deze gelegenheid gebruik willen maken, moeten 6
ook het pilotexamen Engels lezen/luisteren B1 afleggen. Het behaalde resultaat op Engels B2 telt niet mee voor het resultaat voor de exameneenheid Engels voor diplomering in 2016-2017. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de vakdocent Engels. 7
2. UITVOERING VAN HET EXAMEN Artikel 2.1 Handboek examinering en protocol 1 Voor de uitvoering van de examens geldt het handboek examinering. 2 Voor de uitvoering van de centrale examens geldt het Examenprotocol van het CvTE. Artikel 2.2 Examinatoren De sub-examencommissie benoemt de examinatoren. Artikel 2.3 Examenorganisatie examens 1 Alle gegevens met betrekking tot de inhoud, afnameperiodes en vorm van het examen worden in de OER opgenomen. De OER wordt voor aanvang van de opleiding aan de deelnemers bekendgemaakt. 2 Deelnemers worden uiterlijk één week voor de examendatum geïnformeerd over de tijd, duur en plaats van afname van een examenonderdeel. Tevens worden uiterlijk één week voor de examendatum eventuele richtlijnen en voorwaarden met betrekking tot de afname van het examenonderdeel bekendgemaakt. Artikel 2.4 Gang van zaken tijdens de examinering 1 Gang van zaken bij beroepsgerichte examens De aanwezige examinator, toetsleider of surveillant controleert de legitimatiebewijzen van de deelnemers. Aanwezige deelnemers en eventuele bijzonderheden tijdens het examen worden door de examinator, toetsleider of surveillant op het protocol genoteerd. Aan het eind van het examen leveren de deelnemers het examenmateriaal en uitwerkingen in bij de aanwezige examinator, toetsleider of surveillant. Het examenwerk wordt beoordeeld volgens vooraf vastgestelde criteria. Na de beoordeling van het examenonderdeel draagt de docent/examinator van het Alfa-college de beoordelingsformulieren, beslismodellen en de protocollen over aan het Servicepunt op de desbetreffende locatie. Mobiele communicatiemiddelen (en ander materiaal waarmee foto s gemaakt kunnen worden) moeten tijdens het examen uitgeschakeld zijn en mogen niet zichtbaar aanwezig zijn. Overtreding wordt aangemerkt als fraude tenzij is aangegeven dat deze hulpmiddelen zijn toegestaan bij het maken van het examen. Tijdens de examens van beroepsspecifieke of instellingsexamens mogen deelnemers maximaal een kwartier na aanvang van het examen nog worden toegelaten (dit ter beoordeling van de verantwoordelijke examinator of surveillant). Deelnemers die bij aanvang van een examengelegenheid niet aanwezig zijn, kunnen slechts met toestemming van een van de sub-examencommissie of een daartoe door de subexamencommissie aangewezen persoon, alsnog aan het examen deelnemen. Er wordt geen tijdverlenging toegestaan tenzij de sub-examencommissie anders besluit. 8
2 Gang van zaken bij de centrale examens Maximaal 30 minuten na de start van het examen mag nog aan het examen begonnen worden. De totale tijdsduur blijft ongewijzigd. Indien de deelnemer meer dan 30 minuten te laat is, wordt dit aangemerkt als een gemiste examenkans. Minimaal 30 minuten na het begin van het examen en nadat laatkomers zijn binnen gelaten, mag een deelnemer de examenruimte verlaten. Het is niet toegestaan mobiele telefoons (en ander materiaal waarmee foto s gemaakt kan worden) mee te nemen in de examenzaal. Het is niet toegestaan mobiele communicatiemiddelen (en ander materiaal waarmee foto s gemaakt kunnen worden) mee te nemen in de examenzaal. Overtreding wordt aangemerkt als fraude tenzij is aangegeven dat deze hulpmiddelen zijn toegestaan bij het maken van het examen. Bij deelname aan het centraal of pilotexamen Nederlands, rekenen en Engels dient de deelnemer zich te legitimeren met een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs). Indien een deelnemer niet beschikt over een paspoort, identiteitskaart of rijbewijs, voldoet een verblijfsvergunning. Artikel 2.5 Aangepaste examinering 1 Ten aanzien van deelnemers met een beperking of een extra ondersteuningsvraag kan de sub-examencommissie toestaan dat het examenonderdeel in afwijkende vorm wordt afgenomen dan wel bepaalde faciliteiten worden toegekend. Voor de centrale examens worden de regels van het CvTE gehanteerd (zie bijlage A). 2 De deelnemer dient de aanvraag voor de gewenste voorziening zes weken voor aanvang van het examenonderdeel bij de sub-examencommissie in, met deskundigheidsverklaring zo mogelijk onder overlegging van een attest van een medicus of een andere deskundige. Als er zes weken voor aanvang van het examenonderdeel geen voorziening is aangevraagd, is een beroep op dit artikel uitgesloten (zie bijlage A). 3 In verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal kan een deelnemer recht hebben op een verlenging met ten hoogste 30 minuten van het centraal examen voor het onderdeel Nederlandse taal en rekenen of voor een ander examenonderdeel waarbij het gebruik van Nederlandse taal van overwegende betekenis is. Hiervoor dient eerst in overleg met de docent/coach een taalpas aangevraagd te worden. Om voor een taalpas in aanmerking te komen moet de beheersing van de Nederlandse taal onvoldoende zijn, heeft de deelnemer ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland gevolgd met inbegrip van het studiejaar waarin het examen wordt afgelegd en is Nederlands niet de moedertaal. Artikel 2.6 Recht op inzage examens 1 Gedurende vijf werkdagen na bekendmaking van de voorlopige beoordeling van een examenonderdeel hebben deelnemers recht op inzage van instellingsexamens en beroepsspecifieke examens. Indien door omstandigheden binnen deze termijn geen gebruik kan worden gemaakt van dit recht, kan een verzoek worden ingediend bij de sub-examencommissie voor de bepaling van een 9
ander tijdstip. Dit verzoek moet binnen vijf werkdagen na bekendmaking van deze voorlopige beoordeling worden ingediend. 2 Voor gemaakt examenwerk van het centraal examen Nederlands en Engels bestaat de mogelijkheid tot inzage in het door de deelnemer gegeven antwoord, het juiste antwoord en het aantal punten dat voor de vraag is behaald. De opgaven zelf kunnen niet worden ingezien. De termijn waarbinnen inzage plaats kan vinden beslaat vier weken na publicatie van de resultaten van het desbetreffende examen Nederlands of Engels. Voor inzage in het gemaakt examenwerk van het centraal examen Nederlands of Engels moet de deelnemer binnen vijf werkdagen na publicatie van het resultaat een verzoek indienen bij de subexamencommissie. 3 Voor gemaakt examenwerk van het centraal examen rekenen 2F en 3F bestaat de mogelijkheid tot inzage in het rekenexamen. Dit betreft de opgaven, het door de deelnemer gegeven antwoord, het juiste antwoord en het aantal punten dat voor de vraag is behaald. Voor gemaakt examenwerk van het pilotexamen rekenen 2A betreft het de door de deelnemer gegeven antwoord, het juiste antwoord en het aantal punten dat voor de vraag is behaald. De opgaven zelf kunnen niet worden ingezien. De termijn waarbinnen inzage van het gemaakt examenwerk centraal examen rekenen 2F of 3F of het pilotexamen rekenen 2A plaats kan vinden, start op de eerste dag na de laatste afnamedatum van het desbetreffende rekenexamen en eindigt vier weken na publicatie van de resultaten van het desbetreffende examen rekenen. Voor inzage in het gemaakt examenwerk van het centraal rekenen of het pilotexamen 2A moet de deelnemer binnen vijf werkdagen na publicatie van het resultaat een verzoek indienen bij de subexamencommissie. 4 Voor de inzage van de centrale examens zijn de richtlijnen t.b.v. geheimhouding uit artikel 2 van het Examenprotocol centrale examinering mbo van het CvTE 2 van toepassing. 5 Gemaakt examenwerk van centrale examens, instellingsexamens en beroepsspecifieke examens kan worden ingezien onder toezicht van een daartoe door de sub-examencommissie aangewezen medewerker van het Alfa-college. Na afloop van deze periode komt het gemaakte examenwerk toe aan het bevoegd gezag. Artikel 2.7 Bewaartermijn examens 1 De beoordelingsformulieren en beslisdocumenten van instellingsexamens en beroepsspecifieke examens van deelnemers worden bewaard. De bewaartermijn bedraagt minimaal anderhalf jaar. De termijn gaat in na diplomering of, indien van toepassing, na beëindiging van de onderwijsovereenkomst. 2 Examenwerk van de centrale examens wordt, tezamen met de examenopdracht(en) en beoordelingscriteria, door het CITO bewaard. 2 De meest recente versie is te vinden op www.examenbladmbo.nl. 10
3. SAMENSTELLING EN BEOORDELING VAN HET EXAMEN Artikel 3.1 Vaststelling van examens Het Creboregieteam stelt het examen, de exameneenheden en de examenonderdelen voor aanvang van de opleiding vast. Er is geen verschil in moeilijkheidsgraad tussen het examenonderdeel dat bij de eerste gelegenheid, volgende gelegenheden en bij de herkansing wordt aangeboden. Artikel 3.2 Toezicht op het examen Het toezicht op de uitvoering van de examinering berust bij de Inspectie van het onderwijs. Artikel 3.3 Beoordeling examens 1 Bij de beoordeling van beroepsspecifieke examens geldt dat elke deelnemer op gelijke wijze wordt beoordeeld aan de hand van normen die vastgelegd zijn in een beoordelingsvoorschrift. Deelnemers moeten op de hoogte zijn van het maximale aantal punten dat per vraag of onderdeel behaald kan worden. De examinator beoordeelt het examenonderdeel aan de hand van vooraf vastgestelde criteria. Indien en voor zover het examinering betreft die blijkens de OER in de beroepspraktijkvorming moet worden gerealiseerd, betrekt de examinator bij de beoordeling het oordeel van de praktijkbeoordelaar. 2 Bij de beoordeling van instellingsexamens Nederlands en Engels geldt dat elke deelnemer op gelijke wijze wordt beoordeeld aan de hand van normen die zijn vastgelegd in een beoordelingsvoorschrift. Deelnemers moeten op de hoogte zijn van het maximale aantal punten dat per vraag of onderdeel behaald kan worden. De examinator beoordeelt het examenonderdeel aan de hand van vooraf vastgestelde criteria. In verband met deskundigheidsbevordering van docenten en kwaliteitsmonitoring van de betrouwbaarheid van de afname en beoordeling, kan het voorkomen dat het instellingsexamen voor spreken en/of gesprekken voeren wordt opgenomen. Indien een deelnemer hier bezwaar tegen heeft, kan dit bij aanvang van het examen worden aangegeven. Artikel 3.4 Geldigheidsduur beoordelingen 1 Voldoende beoordelingen, behaald voor beroepsspecifieke examenonderdelen binnen een opleiding, hebben een geldigheid voor deze opleiding die gelijk is aan de opleidingsduur plus 1 jaar. 2 Resultaten, behaald voor examenonderdelen van Nederlands, rekenen en/of Engels (mbo niveau 4) hebben een onbeperkte geldigheid binnen dezelfde opleiding. Bij het toekennen van vrijstellingen voor Nederlands, rekenen en/of Engels (mbo niveau 4) geldt dat de beoogde diplomadatum binnen 2 studiejaren ligt na het studiejaar van diplomering of uitschrijving van de vorige opleiding. Een studievertraging binnen de opleiding heeft geen invloed op de eerder verkregen vrijstelling. 11
4. BEZWAAR EN BEROEP Artikel 4.1 Bezwaar examens 1 Bezwaar instellingsexamens en beroepsgerichte examens Een deelnemer kan binnen twee weken (met uitzondering van schoolvakanties) schriftelijk bezwaar aantekenen bij de sub-examencommissie tegen maatregelen, beslissingen of voorgevallen onregelmatigheden met betrekking tot het examen of toelating tot een examen. De termijn vangt aan op de dag dat de maatregel of beslissing aan de deelnemer bekend is gemaakt. De sub-examencommissie doet schriftelijk uitspraak binnen de in artikel 4.3.3 genoemde termijn. 2 Bezwaar centrale examens Wanneer een deelnemer vragen en opmerkingen heeft over de centrale examens taal en rekenen kan hij daarvoor terecht bij de MBO Examenlijn van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB). JOB heeft speciaal voor de centrale examens een website ontwikkeld en een klachtenlijn ingesteld. Website examenlijn: http://www.mbo-examenlijn.nl Het is niet mogelijk om over de inhoud van het centrale examen bezwaar te maken bij de subexamencommissie of om in beroep te gaan bij de Commissie van beroep voor de examens. Artikel 4.2 Commissie van beroep voor de examens Het bevoegd gezag stelt conform artikel 7.5.1 eerste lid van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, een Commissie van beroep voor de examens in en benoemt daarin de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, een even aantal leden en een even aantal plaatsvervangende leden. Aan de commissie wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd. Artikel 4.3 Beroep 1 Beroepsschrift Een deelnemer kan binnen 2 weken schriftelijk een beroep aantekenen bij de Commissie van beroep voor de examens tegen de schriftelijke uitspraak van de sub-examencommissie op het bezwaar. De termijn vangt aan op de datum waarop de uitspraak op het bezwaar is bekendgemaakt. De deelnemer stuurt het beroepsschrift naar het volgende adres: Commissie van beroep voor de examens Postbus 212 9700 AE Groningen De secretaris voorziet het beroepsschrift van een datum van ontvangst. Deze datum is doorslaggevend voor de termijnstelling van artikel 4.5. De commissie stelt de sub-examencommissie op de hoogte van het ingestelde beroep en behandelt het volgens het "Beroepsreglement examens Alfa-college". 2 Vorm en inhoud Het bezwaar- of beroepsschrift dient tenminste te bevatten: naam en adres van de indiener naam van de opleiding die de indiener volgt naam en eventueel code van het examen waarop het beroep betrekking heeft 12
inhoud en datum van de uitspraak van de sub-examencommissie op zijn bezwaarschrift argumentatie op grond waarvan de indiener zich niet kan vinden in de beslissing van de subexamencommissie op zijn bezwaar 3 Beslissingstermijn De commissie beslist binnen vier weken (met uitzondering van schoolvakanties) na indiening van het beroep. De commissie kan de termijn eenmaal verlengen met een maximum van twee weken. 13
5. SLOTBEPALINGEN Artikel 5.1 Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. Artikel 5.2 Onvoorziene omstandigheden In omstandigheden waarin dit reglement niet voorziet en wanneer onverwijld een beslissing moet worden genomen, beslist de voorzitter van de sub-examencommissie of diens vertegenwoordiger. Artikel 5.3 Aanspreektitel Waar in dit reglement gesproken wordt over deelnemer, kan ook gelezen worden: examenkandidaat. Waar in dit reglement gesproken wordt over hij kan hier uiteraard ook zij worden gelezen. 14
6. BEGRIPPENLIJST Beoordeling De weergave van resultaten in cijfers of woorden. Beroep Een schriftelijk protest tegen een beslissing op een bezwaarschrift. Dat protest is gericht tot een instantie die onafhankelijk is van degene die de beslissing genomen heeft. In examenzaken tekent men beroep aan bij de Commissie van beroep voor de examens. Bevoegd gezag Het College van Bestuur van het Alfa-college. Bezwaar Een schriftelijk protest tegen een beslissing. Dat protest is gericht tot de instantie die de beslissing genomen heeft. In examenzaken tekent men bezwaar aan bij de (sub-)examencommissie. Centraal Examen Door het CITO ontwikkelde examens voor Nederlands, Rekenen en Engels. Certificaat Een certificaat is een krachtens de wet erkend document waarmee is aangetoond en vastgelegd dat de bezitter in een kwalificatiedossier benoemde certificeerbare eenheden heeft behaald. CITO Centraal instituut toetsontwikkeling. Instituut dat in opdracht van het College voor Toetsen en Examens de centrale examens maakt en beoordeelt. College van Bestuur (CvB) Het College van Bestuur is het bevoegd gezag van het Alfa-college en is daarom eindverantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en voor de kwaliteit van het onderwijs en de examinering. College voor Toetsen en Examens (CvTE) De CvTE is namens de overheid verantwoordelijk om de kwaliteit van o.a. de centrale examens binnen het mbo te waarborgen en te zorgen voor een vlekkeloze afname. Commissie Generieke Examinering (CGE) De CGE draagt zorg voor de inkoop/ontwikkeling van de examenproducten voor de generieke vakken en voert regie op de afnameprocessen van de centrale examens. Commissie van beroep voor de examens De commissie die het beroep behandelt dat door een deelnemer is ingesteld tegen een voor hem onbevredigende beslissing op een bezwaarschrift. De Commissie van beroep voor de examens is een onafhankelijke commissie die werkt met een eigen reglement. Creboregieteam (CRT) Het Creboregieteam draagt zorg voor samenhang van locatie overstijgende examinering door middel van het opstellen van de OER en de ontwikkeling en het vaststellen van examenproducten. 15
Deelnemer Een deelnemer is iemand die op grond van een onderwijsovereenkomst is ingeschreven bij het Alfacollege als gebruiker van onderwijs- en examenvoorzieningen. Diploma Het bewijsstuk dat een persoon heeft voldaan aan door de minister van OCW vastgestelde kwalificatie-eisen die bij de kwalificatie (uitstroom) worden vermeld. Examen Het examen is een onderzoek waarmee op betrouwbare valide wijze wordt beoordeeld of een examenkandidaat voldoet aan de vooraf gestelde exameneisen. Examendeelnemer (of extraneus) Een examendeelnemer of extraneus is iemand die uitsluitend toegang heeft tot de examenvoorzieningen en daartoe is ingeschreven op grond van een overeenkomst. Exameneenheid Een exameneenheid komt overeen met een kerntaak. Een exameneenheid bestaat uit één of meerdere examenonderdelen. Examenkandidaat Een examenkandidaat is een deelnemer die het examen aflegt. Examenonderdeel Onderdeel van een exameneenheid. Examenplan Het examenplan van een opleiding is dat gedeelte van de OER waarin concreet vorm, inhoud en planning van de examinering worden beschreven. Het is van kracht voor alle uitvoeringslocaties van het Alfa-college. Examinator De examinator is de persoon die namens de sub-examencommissie belast is met het afnemen en het beoordelen van het examenonderdeel. Generieke (examen)onderdelen De onderdelen Nederlands, rekenen en Engels die op grond van de Wet Referentieniveaus deel uit maken van elk kwalificatiedossier. Generieke vakken Onder generieke vakken worden die vakken in het mbo verstaan die voor alle kwalificaties in het kwalificatiedossier zijn opgenomen. De generieke vakken in het mbo zijn Nederlands, rekenen, loopbaan en burgerschap en Engels (mbo-niveau 4). Instelling Het Alfa-college 16
Instellingsexamen Een vastgesteld examen of examenonderdeel die wordt afgenomen door of in opdracht van de instelling. Kerntaak Een kerntaak is een substantieel deel van de beroepsuitoefening naar belang, omvang (tijdbeslag of frequentie) of beide. Een kerntaak bestaat uit een geheel van inhoudelijk met elkaar samenhangende werkprocessen, kenmerkend voor de beroepsuitoefening of voor het desbetreffende keuzedeel. Keuzedeel Een keuzedeel is een verrijking van de kwalificatie. Hiermee kan de deelnemer zijn vakmanschap verbreden of verdiepen. Kwalificatie Een kwalificatie is de officiële benaming van een beroep zoals die voorkomt in de door de minister vastgestelde landelijke kwalificatiestructuur waarop de opleiding gericht is. Locatie Examencommissie (LEC) De LEC is verantwoordelijk voor een deugdelijke en geborgde diplomering en voor het borgen van de kwaliteit van de sub-examencommissie. De commissie heeft de bevoegdheid om te beslissen of een deelnemer wel of geen diploma krijgt. Onderwijs- en examenregeling (OER) De OER is het document waarin de belangrijkste kenmerken van de opleiding, waaronder inhoud en inrichting, de studieduur voor een groep of groepen van deelnemers en de toetsing en examinering, worden vastgelegd. Ook wordt in de OER vastgelegd welke opleidingstrajecten voldoen aan de eisen van de Wet studiefinanciering of de eisen voor tegemoetkoming van de studiekosten voor studerenden tot 18 jaar Opleidingsmanager Medewerker van het Alfa-college die belast is met de dagelijkse leiding van een cluster van opleidingen en de voorzitter is van de sub-examencommissie. Pilotexamen Centraal examen dat bij wijze van proef wordt afgenomen in een periode voorafgaand aan de invoering van centrale examinering voor het betreffende examenonderdeel. Schoolverklaring Een schoolverklaring is een document waarmee is aangetoond en vastgelegd dat de bezitter een omschreven deel van de opleiding heeft behaald. Studiejaar Een studiejaar loopt van 1 augustus t/m 31 juli. Sub-examencommissie De sub-examencommissie heeft de bevoegdheid om deelnemers voor diplomering aan te dragen aan de LEC. De sub-examencommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het totale examenproces voor de onder hem vallende cluster van opleidingen. 17
Taalpas De taalpas is een pas die kan worden aangevraagd indien de bij artikel 2.5.3 vermelde punten op een deelnemer van toepassing zijn. Op vertoon van de taalpas heeft een deelnemer recht op ten hoogste 30 minuten extra tijd voor het examenonderdeel Nederlandse taal, rekenen of voor een ander examenonderdeel waarbij het gebruik van Nederlandse taal van overwegende betekenis is. Toetsleider De toetsleider is de persoon die namens de sub-examencommissie belast is met het plannen, organiseren en afnemen van de centrale examens. Uitslag De door de sub-examencommissie vastgestelde beoordeling van een examenonderdeel, exameneenheid of diploma. Vrijstelling Het recht om niet deel te nemen aan een bepaald examenonderdeel omdat aan de beoordelingscriteria voor dit examenonderdeel aantoonbaar is voldaan. Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) De Wet van 31 oktober 1995, houdende bepalingen met betrekking tot de educatie en het beroepsonderwijs (Wet educatie en beroepsonderwijs), Staatsblad 1995 501, met inbegrip van alle naderhand afgekondigde wijzigingen. Wet referentieniveaus Nederlands en rekenen De Wet van 29 april 2010, houdende bepalingen met betrekking tot de referentieniveaus Nederlands en rekenen, Staatsblad 2010 194, met inbegrip van alle naderhand afgekondigde wijzigingen. 18
BIJLAGE A Beleid met betrekking tot aangepaste examinering bij artikel 2.5 van het EXAMENREGLEMENT Binnen het juridisch kader van wet- en regelgeving beschouwt het Alfa-college het verkrijgen van een aanpassing van het examen dan wel de toekenning van bepaalde faciliteiten als een recht van de deelnemer. Het College van Bestuur heeft hierop beleid geformuleerd, waarvan hieronder een korte samenvatting volgt. Aanpassing heeft uitsluitend betrekking op de wijze van examineren; inhoudelijk mag niet van de door de minister vastgestelde inhouden afgeweken worden. Aanpassing kan betrekking hebben op de tijdsduur, op de examenomstandigheden (vorm, moment, context) of op een combinatie van beide. De aanpassing kan een algemene geldigheid hebben, maar kan ook beperkt blijven tot bepaalde examens. De gewenste aanpassing van een instellingsexamen en/of beroepsgericht examen dan wel een gewenste faciliteit moet uiterlijk zes weken voor aanvang van het examen aangevraagd worden bij de sub-examencommissie. Hiervoor is een formulier beschikbaar. Kandidaten met een handicap moeten een recent attest bijvoegen of moeten meewerken aan deskundig onderzoek. Deelnemers met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal die met inbegrip van het studiejaar waarin het examen wordt afgelegd, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is kunnen een verlenging van 30 minuten aanvragen voor het centraal examen voor het onderdeel Nederlandse taal, rekenen of voor een ander examenonderdeel waarbij het gebruik van Nederlandse taal van overwegende betekenis is. Voor de centrale examens worden de regels van het CvTE gehanteerd. Het CvTE levert aangepaste centrale examens voor de examenonderdelen waarvoor centrale examen worden geleverd: a. Ten behoeve van deelnemers met een leesbeperking (dyslexie) b. Ten behoeve van deelnemers met een auditieve beperking c. Ten behoeve van deelnemers met een visuele beperking d. Elke andere aanpassing die voortvloeit uit artikel 2c van de Regeling aangepaste wijze of vorm van examineren centrale examens mbo. Voor gedetailleerde informatie kan men zich wenden tot de opleidingsmanager of de subexamencommissie. 19