INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3 2 Resultaten grondradar en dieptedetectie tuinen 5 2.1 Grondradardetectie 5 2.2 Dieptedetectie tuinen 6 3 Handmatige dieptedetectie 7 3.1 Voorbereidende werkzaamheden 7 3.2 Uitvoering dieptedetectie 8 3.3 Detectieresultaat 10 3.4 Aanvullende detectie 10 3.5 Herstellen situatie 11 4 CONCLUSIE 12 Bijlage A: Vrijgavetekening 13 Bijlage B: Objectenlijst 14 Bijlage C: Detectiegegevens 15 PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 2 van 15
1 INLEIDING Tijdens een Brits bombardement op 3 oktober 1941, is ter plaatse van de Claes de Vrieselaan nummer 27 te Rotterdam een brisantbom ingeslagen. Vermoedelijk is deze brisantbom niet ontploft. Voor zover bekend is de zogeheten blindganger in de Tweede Wereldoorlog en daarna niet geruimd. De blindganger is geregistreerd bij de gemeente Rotterdam als blindganger 29. Bij het voornemen van de huidige bewoners van de panden aan de Claes de Vrieselaan, 25A, 27B, en 29A om de fundering te gaan herstellen is de mogelijkheid van aanwezigheid van de blindganger aan het licht gekomen. Figuur 1 - aanzicht straatzijde PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 3 van 15
Om vast te stellen of er inderdaad een blindganger aanwezig is in de grond onder de panden heeft de gemeente Rotterdam opdracht gegeven om door middel van detectietechnieken de blindganger op te sporen. Van den Herik heeft in het pand met nummer 27B oppervlaktedetectie uitgevoerd met gebruik van grondradar 1. In de tuin van de nummers 27B en 29A is met een minirupsdrukstelling dieptedetectie uitgevoerd 2. Uit de gegevens van de radardetectie en dieptedetectie blijkt na interpretatie dat de blindganger niet binnen de gedetecteerde gebieden ligt. Vervolgens is door Van den Herik handmatige dieptedetectie in het pand met nummer 27B uitgevoerd 3. Dit proces verbaal van oplevering beschrijft de uitgevoerde detectiewerkzaamheden en de resultaten hiervan. Voornamelijk wordt ingegaan op de handmatige dieptedetectie in het pand met nummer 27B. 1 Projectplan, 10371 DP 46.2 Dieptedetectie in de tuinen Blindganger 29 Claes de Vrieselaan d.d. 23-11-2015 2 Projectplan, 10371 DP 46.1 Oppervlaktedetectie Blindganger 29, Claes de Vrieselaan d.d. 11-11-2015 3 Projectplan, PP OCE 1 v1, d.d. 29-09-2016 PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 4 van 15
2 Resultaten grondradar en dieptedetectie tuinen 2.1 Grondradardetectie Met grondradar is gedetecteerd in de panden met nummer 27B en 29A en in de tuinen van panden 25A, 27B en 29A. Met het Opera Duo-grondradarsysteem zijn 113 meetlijnen opgenomen. Deze metingen zijn geïnterpreteerd op aanwijzingen voor de aanwezigheid van een blindganger. Figuur 2 - grondradar detectie De resultaten van de grondradar is dat er tot 1,5 m mv à 2 m mv is gemeten en dat er geen object zijnde mogelijke blindganger is gedetecteerd. Wel is in de slaapkamer van het pand met nummer 27B een afwijking net onder de gewapende vloer te zien. Uit de radardata is niet af te leiden wat deze afwijking veroorzaakt 4. 4 Voortgangsrapportage Grondradardetectie 10371 DO46 VR 1 v1 d.d. 16-11-2015 PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 5 van 15
2.2 Dieptedetectie tuinen Dieptedetectie in de tuinen is uitgevoerd met een minirupsdrukstelling met een magnetometer tot 12,5 m mv. In de tuinen zijn 34 locaties met een onderlinge afstand van 1,5 m onderzocht. Hierdoor is een vlakdekkend beeld van ferromagnetische verstoringen in de ondergrond verkregen. Figuur 3 Inhijsen dieptedetectie stelling Na uitvoering van de dieptedetectie is in de tuin van woning 27 een object opgegraven. Dit betrof een stuk bandijzer van 1 m lang en 3 cm breed, waarvan de herkomst niet te bepalen is. Op een diepte van 9,5 m mv is bij de achterdeur een afwijking gemeten. Nadere detectie in de woning moet hierover verdere duidelijkheid geven. 5 5 Voortgangsrapportage Dieptedetectie tuinen, 10371 DO46.2 VR 1 v2 d.d. 18-12-2017 PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 6 van 15
3 Handmatige dieptedetectie Vanwege de resultaten van hierboven beschreven onderzoeken is besloten om in de woning met nummer 27B dieptedetectie uit te voeren. Er zijn 23 locaties bepaald welke gedetecteerd dienen te worden voor een vlakdekkend onderzoek. Besproken is dat wanneer er bij detectie van de mogelijke blindganger afstemming is tussen de Gemeente Rotterdam en Van den Herik alvorens een volgende locatie wordt onderzocht. Figuur 4 - Boorplan De werkzaamheden voor de handmatige dieptedetectie zijn op te splitsen in: voorbereidende werkzaamheden; dieptedetectie (handboring en detectie); herstellen situatie. 3.1 Voorbereidende werkzaamheden Voorafgaande aan de werkzaamheden zijn de spullen van de bewoner uit de benedenverdieping verwijderd. De gemeente Rotterdam heeft voor de bewoner tijdelijk ander onderdak geregeld. Na het verplaatsen van de spullen is een stofschot geplaatst tussen de benedenverdieping en de bovenverdieping om verspreiding van stof en vuil tegen te gaan. PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 7 van 15
Figuur 5 - Stofschot Om de dieptedetectie uit te kunnen voeren worden gaten geboord in de betonvloer. In de geboorde gaten zijn stalen ringen (Staalklasse S235, 5mm) geplaatst om scheuren van de vloer te voorkomen. De locaties van de boringen zijn bepaald in overleg met de bouwkundige van de Gemeente Rotterdam. De firma Quatro heeft een statusopname gemaakt van het huis om de situatie tijdens de werkzaamheden te kunnen monitoren. Figuur 6 - Gaten met stalen ringen 3.2 Uitvoering dieptedetectie De handmatige dieptedetectie is uitgevoerd door het detecteren met de magnetometer en vervolgens uitvoeren van een handmatige pulsboring tot de door middel van detectie gedetecteerde diepte. Dit proces wordt uitgevoerd om te voorkomen dat tijdens het boren een explosief wordt geraakt. PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 8 van 15
De gebruikte detector is een magnetometer (Vallon VSM). Bij het pulsboren wordt een plastic casing in het gat geplaatst om te voorkomen dat het geboorde gat direct instort. Bovenstaande proces is herhaald tot de ondergrens van het verdachte gebied op 12,5 m NAP is bereikt. Figuur 7 Boorwerkzaamheden Na het bereiken van de einddiepte wordt in één constante meting het gehele boorgat gemeten met de detector. Deze detectiegegevens worden digitaal opgeslagen om nader geinterpreteerd te worden met behulp van de daarvoor ontwikkelde software Vallon EVA 2000. Figuur 8 - Uitvoering detectie PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 9 van 15
3.3 Detectieresultaat Bij de uitvoering van de detectie in locaties 8 en 9 (zie figuur 8) is de boor ploeg niet op de gewenste diepte gekomen, dit omdat er op respectievelijk 2,5 m en 3 m onder maaiveld veel puin aanwezig is. In de locaties 6 en 7 (zie figuur 8) zijn bij het boren bodemvreemde materialen uit de grond gekomen die lijken af te komen van de schade aan het pand bij indringen van het CE zijnde afwerpmunitie. In locatie 11 is een verstoring in de meetdata waargenomen. Bij nadere interpretatie blijkt er een significante uitslag in de meetdata aanwezig. Deze significante uitslag is, dan wel kleiner, ook waar te nemen in de locatie 10. Dat houd in dat de karakteristieken van het gedetecteerde object voldoen aan de karakteristieken van een CE zijnde afwerpmunitie van 250 lb, 500 lb of 1000 lb. Na interpretatie van de meetgegevens van locatie 11 is contact opgenomen met de opdrachtgever. In overleg is besloten extra boringen te plaatsen rondom het gedetecteerde object. Dit maakt het mogelijk meer informatie over het object te verzamelen, waardoor mogelijk een exactere uitspraak gedaan kan worden over het object. 3.4 Aanvullende detectie Als vervolg op de geplande detectie is aanvullende detectie uitgevoerd op 5 locaties rondom locatie 11. Deze locaties zijn door de Senior OCE-deskundige in overleg met de bouwkundige van de Gemeente Rotterdam bepaald. Op deze locaties zijn op dezelfde wijze als de reguliere detectie boringen geplaatst tot 12,5 m NAP. Op locatie 1E is dit niet gelukt vanwege een mogelijke aanwezige betonprop in de ondergrond. In de overige boringen is detectie uitgevoerd. Om een zo duidelijk mogelijk meetresultaat te verkrijgen is hiervoor gebruik gemaakt van een passief meetsonde VSM en een actieve sonde VMXB1. Locatie 3 E geeft in de meetdata ook een duidelijke verstoring welke een grotere waarde geeft dan locatie 11. Hieruit zou geredeneerd kunnen worden dat het object meer richting locatie 3 E ligt. Figuur 8 - Detectieraster met extra punten PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 10 van 15
In de detectiegegevens is duidelijk een significante uitslag aanwezig. Uit deze uitslag valt af te leiden dat op een diepte van 8 m onder het vloerniveau een verdacht object aanwezig is in de ondergrond. Volumeberekeningen konden geen uitsluiting geven over de grootte van het object, omdat er niet compleet rondom het object gemeten kon worden met de VMXB1. Het object voldoet daarom nog steeds aan alle karakteristieken van een CE zijnde afwerpmunitie zijnde 250 lb, 500 lb of 1000 lb. Figuur 9 - Significante uitslag Met de opdrachtgever en de constructeur is besproken om mogelijk een deel vloer te verwijderen. Na meerdere opties te hebben besproken heeft de opdrachtgever besloten dat de reeds verzamelde informatie voldoende is om eerst eventuele vervolg stappen te bespreken en daarmee de detectie werken zoals reeds begonnen te beëindigen. Met de gegevens die nu bekend zijn is het mogelijk om het object in een gebied van 2 m bij 2 m te positioneren. Om de ligging van het object in 3 dimensionaal vlak duidelijker te verkrijgen zal er meer detectie nodig zijn. De eventuele kuipconstructie t.b.v. het benaderen kan dan beter geplaatst worden en ook meer afgestemd worden op de omgeving. De opgenomen parabolen van de detectie zijn weergegeven in bijlage C. 3.5 Herstellen situatie In afwachting van mogelijke vervolg werkzaamheden is na het aanmerken van het verdachte object de benedenverdieping herstelt. Dit om bewoning weer mogelijk te maken. PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 11 van 15
De gaten in de vloer zijn afgevuld met mortel (sterkteklasse K70). De wanden van de ruimten op de benedenverdieping zijn gestuct en beschadigde kozijnen zijn geschilderd. Vervolgens zijn na het leggen van nieuwe vloerbedekking de meubels teruggeplaatst in de woning. 4 CONCLUSIE Onder de woning met nr 27B is op een diepte van 8 m een verdacht object aangemerkt. Dit object voldoet aan de karakteristieken van een CE zijnde afwerpmunitie van 250 lb, 500 lb of 1000 lb. Het is nog niet mogelijk om een type afwerpmunitie te benoemen als mogelijke CE aangezien er niet rondom het object gemeten kan worden. Een tekening van het detectieresultaat is opgenomen in bijlage A. Van den Herik geeft het advies om dit object te benaderen. Dit om identificatie van het object uit te voeren. Het benaderen dient zorgvuldig voorbereid te worden vanwege de ligging en het mogelijke type afwerpmunitie. Op 30 november 2016 heeft er een vergadering plaats gevonden met de opdrachtgever, uitvoerder, Senior OCE-deskundige en EODD, waarin gesproken is over de eventuele mogelijkheden om te benaderen. Op civiel technisch gebied zijn er meerdere mogelijkheden om op de diepte komen. De EODD heeft aan gegeven dat mede gezien de mogelijkheid van het aanwezig zijn van een ontsteker met chemisch lange vertrager en de risico s voor het ruimpersoneel alleen te gaan voor een benadering in een kuipconstructie waarbij het object van bovenaf te benaderen is. PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 12 van 15
BIJLAGEN Bijlage A: Vrijgavetekening PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 13 van 15
1 2 3 4 "B2" 6 8 10 5 7 9 2E 1E 3E 11 4E 5E versie C versie B versie A wijziging Resultaten OCE onderzoek betreft 18-04-2017 datum tw initialen Besteksnaam VAN DEN HERIK - SLIEDRECHT Opsporing Conventionele Explosieven Industrieweg 24 Postbus 191 3360 AD Sliedrecht tel.0184-412881 fax.0184-411937 8 Betreft onderdeel Resultaten uitgevoerd OCE Onderzoek Opdrachtgever Gemeente Rotterdam Projectnummer Formaat Schaal A3 1 : 100 Getekend Datum TW 18-04-2017 Tekeningnr. -VT-001
BIJLAGEN Bijlage B: Objectenlijst PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 14 van 15
Van den Herik Kust- en Oeverwerken BV Afdeling Opsporing Conventionele Explosieven Postbus 191, 3360 AD Sliedrecht tel: 0184-41 28 81, fax: 0184-41 19 37 OBJECTENLIJST Projectgegevens Projectnaam Claes de Vrieselaan 27b Blindganger Adm.nr. Registratie nr. Aangetroffen objecten Objectnr. X (REL) Y (REL) X Y diepte max-waarde magn. M tot opp auto Aangetroffen voorwerpen / CE [m] [m] [GPS] [GPS] [m[ [nt] [nam2] [m2] [meting] omschrijving diepte 1 2,62-1,15 8,03 16954 9405 2,49 Bijzonderheden: Form.; Objectenlijst
BIJLAGEN Bijlage C: Detectiegegevens PVO OCE 1 V1 Datum: 17-04-2017 pagina 15 van 15