I Agenda voor de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 19 juni

Vergelijkbare documenten
De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;

Ontwerpverordening op de kosten. kwaliteitsbeoordelingen

Ontwerpverordeningen tbv Ledenvergadering d.d. 19 juni 2017

Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen

De accountantspraktijk waarbij één accountant werkzaam is of waaraan één

De accountantspraktijk waarbij één accountant werkzaam is of waaraan één

Verordening op de kwaliteitstoetsing NOvAA

Verordening op de kwaliteitstoetsing NIVRA

Verordening op de Raad voor Toezicht

Verordening op de Raad voor Toezicht

Onderwerp: Voorstel tot wijziging procedure rondom toetsing van accountantskantoren

Commissiereglement NBA

Verordening Kwaliteitsonderzoek Zoals gewijzigd in de bijeenkomst van de Ledenvergadering op 20 juni 2011 Tekst geldend op 1 juli 2011

Artikel 3 De korting, bedoeld in artikel 7 van de Algemene contributieverordening, wordt vastgesteld op: 0.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verordening tot wijziging van de Verordening gedragscode

Convenant inzake samenwerking op het gebied van toezicht op accountantsorganisaties. tussen

Hoofdstuk 3 Verordeningen en overige besluiten / 41. Hoofdstuk 4 De financiën van de beroepsorganisatie / 52

Commissie voor de bezwaarschriften NIVRA-NOvAA

Bol Accountants heeft door middel van deze procedure klachtenregeling invulling gegeven aan de klachtenregeling.

Nadere voorschriften inzake de werkwijze van de ledengroep van openbaar accountants (Nadere voorschriften ledengroep openbaar accountants)

Commissie voor de bezwaarschriften. Jaarverslag 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants,

Beleidsregels voor de toetsing van de realisatie van de eindtermen van de praktijkopleiding en het geven van een aanwijzing

Commissie voor de bezwaarschriften. Jaarverslag 2013

Nadere voorschriften inzake de werkwijze van de Ledengroep van Intern en Overheidsaccountants (Nadere voorschriften werkwijze LIO)

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

- de NBA haar leden helpt hun bijzondere rol in de maatschappij te vervullen;

Vergaderstukken. Bestuur, verantwoording & toezicht. in de semipublieke sector Een accountantsperspectief. Juni 2015

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants,

Het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden,

Stichting Kunst in het Kerkje Velp/Grave

Reglement Centraal College van Deskundigen IKB Vleeskalveren 2008

Verordening op de ledengroepen

Procedureverordening planschade Arnhem 2011

Reglement Tuchtcommissie

Reglement externe kwaliteitstoetsing interne audit functies van IIA Nederland

Nadere voorschriften permanente educatie zoals die gelden per 1 januari 2014

Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2014

AGENDA. 1. Opening en mededelingen.

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN

REGELING MELDING ONREGELMATIGHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Bestuur, verantwoording & toezicht. Vergaderstukken. in de semipublieke sector Juni Een accountantsperspectief

2. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit drie personen. Het bestuur benoemt de leden van het Verantwoordingsorgaan.

Huishoudelijk reglement van Ondernemersvereniging MKB Duiven

besluit van de gemeenteraad

Alvorens in te gaan op de door u bij het consultatiedocument gestelde vragen zouden we graag een aantal algemene punten willen behandelen.

Stichting Administratiekantoor van aandelen Telegraaf Media Groep N.V.

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA

REGLEMENT BESTUURSRAAD (RAAD VAN TOEZICHT) STICHTING DE KEMPEL

Reglement Raad van Toezicht. Stichting Hogeschool Leiden CONCEPT ALGEMEEN

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/1384 Wtra PE van 27 november 2015 van

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

NBA t.a.v. P.J.A.M. Jongstra RA Postbus AD Amsterdam 19 april Betreft: Consultatiedocument Nadere Voorschriften Kwaliteitssystemen

Doorlopende tekst van Verordening gedrags- en beroepsregels (VGBA) uitgaande van aanvaarding van door het bestuur ingediende amendementen 1

BNG Regeling melding (vermeende) misstand

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van

Huishoudelijk reglement EHBO Vragender

Verordening op de ledenvergadering

Verordening op de praktijkopleidingen

ANTILLIAANSE AANNEMERS VERENIGING HUISHOUDELIJK REGELMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT. van de afdeling Jong. van de Personeelsvereniging van het RIVM/BBio/PD-ALT

Reglement auditcommissie NSI N.V.

Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim. Reglement van de Raad van Toezicht

Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de. lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen;

Reglement, werkwijze en taakverdeling RVC

7.c Kennisgeving door de raad van commissarissen van de voor benoeming voorgedragen

Blad 1 Naam en Zetel Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting Oud-Zeilend-Hout 2. Zij heeft haar zetel te Slochteren Doel Artikel 2 Het doe

Verordening op de praktijkopleidingen

4 Modelreglement COR; Modelreglement GOR

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS OPENBARE BIBLIOTHEKEN

Algemene contributieverordening 2007 Zoals gewijzigd in de bijeenkomst van de Ledenvergadering op 16 december Tekst geldend vanaf 1 januari

Reglement externe kwaliteitstoetsing interne audit functies van IIA Nederland

Agenda Ledengroepvergadering Ledengroep Openbaar Accountants op 19 december 2017

Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland.

I Agenda voor de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 17 mei

Verslag van de werkzaamheden en 2009

AFDELINGSREGLEMENT. Afdelingsreglement NHV d.d

Huishoudelijk reglement NVFB

Reglement Verantwoordingsorgaan

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

Controleverordening voor de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Groningen

Stichting Administratiekantoor van aandelen Telegraaf Media Groep N.V.

Wijzigingsvoorstellen Statuten en Huishoudelijk Reglement ter besluitvorming op C100

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT KBO AFDELING ZEEWOLDE

Ontwerp-Controleverordening VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d.

SWI\GZE\LJA\ \ STATUTEN DOORLOPENDE TEKST STICHTING JONGE BALIE ACTIVITEITEN AMSTERDAM

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Reglement Geschillenadviescommissie Saxion

Klachtenregeling VeWeVe

VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN

VRAGENLIJST MONITORING ACCOUNTANTSKANTOREN. Introductie vragenlijst monitoring accountantskantoren. Vertrouwelijk

Nederlandse Vereniging Psychomotorische kindertherapie. KLACHTENREGLEMENT Herziene versie januari 2007

Reglement van de Commissie van Beroep

HUISHOUDELIJK REGLEMENT GEBIEDSCOÖPERATIE RIJN, VECHT EN VENEN U.A.

Transcriptie:

VERGADERSTUKKEN 2017 Ten behoeve van de zesde bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA te houden op maandag 19 juni 2017, aanvang 14.00 uur in Spant! te Bussum 1

2

Inhoudsopgave I Agenda voor de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 19 juni 2017 5 II Toelichting op de agenda 7 5. Verkiezingen 8 a. Verkiezing van nieuwe bestuursleden 8 b. Verkiezing van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter 9 c. Vaststelling van het rooster van aftreden 10 d. Benoeming van de accountant en de plaatsvervangend accountant 11 6. Jaaroverzicht 2016 12 7. Jaarrapport 2016 13 9. Ontwerpverordeningen 14 a. Ontwerp-Contributieverordening 2018 14 b. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de ledengroepen 14 c. Ontwerpverordening op de kwaliteitsbeoordelingen 14 d. Ontwerpverordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen 22 e. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de beroepsprofielen 24 f. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de klachtbehandeling 24 g. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen 25 III Notulen 27 a. Notulen van de vijfde bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 17 mei 2016 28 b. Actiepunten naar aanleiding van de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 17 mei 2016 43 IV Gremia-overzicht 45 V Ontwerpverordeningen 49 a. Ontwerp-Contributieverordening 2018 50 b. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de ledengroepen 51 c. Ontwerpverordening op de kwaliteitsbeoordelingen 52 d. Ontwerpverordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen 61 e. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de beroepsprofielen 67 f. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de klachtbehandeling 68 g. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen 69 3

4

I. AGENDA LEDENVERGADERING 5

Agenda voor de bijeenkomst van de ledenvergadering van de NBA d.d. 19 juni 2017 1. Opening 2. Mededelingen en ingekomen stukken 3. Jaarrede van de voorzitter 4. Notulen Het vaststellen van de notulen van de bijeenkomst van de ledenvergadering d.d. 17 mei 2016 5. Verkiezingen a. Verkiezing van nieuwe bestuursleden b. Verkiezing van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter c. Vaststelling van het rooster van aftreden d. Benoeming van de accountant en de plaatsvervangend accountant 6. Jaaroverzicht 2016 Het bespreken van het overzicht van de belangrijkste activiteiten van de NBA in 2016 7. Jaarrapport 2016 Het vaststellen van de rekening aan de hand van de onderstaande stukken en het verlenen van décharge op basis van deze stukken. a. Verslag b. Jaarrekening c. Overige gegevens 8. Herziene begroting 2017 en begroting 2018 Het bespreken van het jaarplan 2017 en het vaststellen van de herziene begroting voor het boekjaar 2017 en de begroting voor het boekjaar 2018. 9. Ontwerpverordeningen Het vaststellen van de in de vergaderstukken opgenomen ontwerpverordeningen 10. Stand van zaken visietraject 11. Rondvraag 12. Sluiting 6

II. TOELICHTING OP DE AGENDA NBA Vergaderstukken 2017 7

5 Verkiezingen A Verkiezing van nieuwe bestuursleden Het bestuur van de NBA bestaat formeel uit 13 personen: 10 personen die door de ledenvergadering zijn benoemd en 3 personen die door de afzonderlijke ledengroepbesturen zijn afgevaardigd. De ledenvergadering van de NBA kan zich uitsluitend uitspreken over de benoeming en het rooster van aftreden van de eerstgenoemde groep personen. Conform het rooster van aftreden leggen In juni 2017 vier bestuursleden hun functie neer. Het betreft twee door de ledenvergadering benoemde personen, te weten de heren drs. S. Groustra AA RB MBA (openbaar accountant) en G.M. van de Luitgaarden RA (accountant in business), alsmede twee uit de ledengroepbesturen afgevaardigde personen, namelijk de heren drs. M.T. Eggermont RA (accountant in business) en P. Scholte RA (overheidsaccountant). Het bestuur heeft zich bij het zoeken naar geschikte kandidaten gericht op de vacatures die ontstaan door het vertrek van de twee door de ledenvergadering benoemde personen. Bij dit zoeken heeft het bestuur de afspraken in acht genomen die in het verleden zijn gemaakt over de samenstelling van het bestuur en die in de verordening op het bestuur zijn vastgelegd. Vanwege het feit dat in mei 2016 de ledenvergadering in de vacature van een accountant in business een openbaar accountant heeft benoemd, heeft het bestuur dit jaar niet gezocht naar een openbaar accountant en een accountant in business, maar naar twee accountants in business (een AA en een RA). Het bestuur stelt dientengevolge thans voor om de volgende twee personen te benoemen tot lid van het bestuur: De heer J. (Jan) Wietsma AA (1962) is directielid bij MKB-kredietcoach. Hij heeft in 2012 het initiatief genomen voor het opzetten van deze organisatie, waarmee hij een brug wil slaan tussen de ondernemer en de financier op het terrein van ondernemerschap, financiering en groei. Vanaf 1999 is de heer Wietsma, als adviseur bij Full Finance Consultants, betrokken bij vraagstukken van accountantskantoren op het terrein van visieontwikkeling en strategievorming. Binnen de NBA is hij sinds 2013 actief. In dat jaar werd hij lid van het ledengroepbestuur van de Accountants in Business. Daar heeft hij zich vooral ingezet om leden te faciliteren bij dilemma s waar zij in hun dagelijkse beroepsuitoefening tegenaan lopen. Tevens was hij in 2015 lid van de werkgroep die het 53-puntenplan vertaald heeft naar de praktijk voor de niet-oob-kantoren. Als bestuurslid van stichting BopInc zet de heer Wietsma zich in voor het stimuleren van innovatie in de zogenaamde Base of the Pyramid (BoP) in ontwikkelingslanden. 8

De heer Wietsma motiveert zijn ambitie voor het bestuur als volgt. De NBA is druk doende zich opnieuw te positioneren. Het onlangs gestarte visietraject maakt daar onderdeel van uit. Daarbij gaat het om vragen als: Wat is de relevantie van de NBA in een snel veranderende wereld? Hoe gaan we als beroep om met het grote speelveld aan stakeholders? Hoe zorgen we ervoor dat onze leden kwalitatief goed werk blijven leveren? Daarbij vind ik het belangrijk om oog te hebben voor het individuele lid: Hoe borgen we zijn passie? Maar ook een onderwerp als het versterken van de onderlinge betrokkenheid in ons gediversifieerde beroep verdient alle aandacht. Het lijkt mij een mooie, maar ook verantwoordelijke taak om aan de discussies over deze onderwerpen deel te nemen en bij te dragen aan de besluitvorming en de implementatie. Mevrouw drs. M.L. (Marianne) van der Zijde RA (1964) werkt sinds twee jaar als zelfstandige (Marianne van der Zijde Accountancy Advies). Zij wordt gevraagd door besturen van accountantsorganisaties om hen een spiegel voor te houden, in overleg met betrokkenen een verandertraject in gang te zetten, mee te doen en ervoor te zorgen dat ook daadwerkelijk resultaten worden bereikt. Daarnaast schrijft zij regelmatig een opinie voor Accountant. nl met als doel haar ervaringen te delen. Zij is niet bang om een uitgesproken of impopulair standpunt in te nemen om de discussie op scherp te zetten. Daarnaast wordt zij gevraagd als gastspreker. Mevrouw Van der Zijde was hiervoor 11 jaar werkzaam bij de AFM in het Toezicht op Accountantsorganisaties, in de latere jaren als hoofd van de afdeling. Daarvoor is zij 15 jaar werkzaam geweest in het openbaar beroep bij de mkb-praktijken van achtereenvolgend twee Big 4 kantoren. Tevens is zij betrokken geweest bij het onderwijs aan accountants. Mevrouw Van der Zijde is naast haar professionele werk altijd bestuurlijk actief geweest in de goededoelensector. Op dit moment is zij penningmeester van Action Aid Nederland en van De Trintel. Gevraagd naar haar ambitie in het bestuur van de NBA geeft mevrouw Van der Zijde aan: Hoe ziet een duurzame toekomst voor het accountantsberoep eruit? Hoe anticiperen we op de toenemende digitalisering en de veranderende maatschappelijke verwachtingen? Hoe weten we de verbinding tussen de verschillende ledengroepen te behouden en te versterken? Dat zijn belangrijke vraagstukken die mij bijzonder interesseren. Met mijn brede praktijk- en toezichtservaring en onafhankelijke positie wil ik constructief een bijdrage leveren aan de beantwoording van die vragen met als doel een toekomstbestendig, vitaal en voor jongeren aantrekkelijk beroep. B Verkiezing van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter Volgens artikel 15 van de Wab worden, door de ledenvergadering en uit de bestuursleden, jaarlijks de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter benoemd. Het bestuur draagt ter benoeming aan u voor de heer drs. P.J.A.M. Jongstra RA voor de functie van voorzitter en mevrouw D.M. Clement AA RA voor de functie van plaatsvervangend voorzitter. De heer drs. P.J.A.M. (Pieter) Jongstra RA (1956) is op dit moment voorzitter van het bestuur van de Koninklijke NBA en daarnaast is hij commissaris bij APG. Tot 1 juli 2014 was de heer Jongstra als partner verbonden aan EY. In de laatste vijftien jaar is de heer Jongstra, naast openbaar accountant, ook bestuurder geweest bij EY, zowel in Nederland als bij de internationale organisatie van EY. In Nederland was hij voorzitter van EY Accountants van 2003 tot 2006, waarbij hij onder meer gewerkt heeft in NIVRA-verband aan de totstandkoming van het toezicht op accountants. Van 2009-2013 was de heer Jongstra voorzitter van het bestuur van EY. In die periode heeft hij ook de Big 4 vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur van VNO-NCW en is hij betrokken geweest bij de wijzigingen in de accountantswetgeving. De heer Jongstra bekleedt onbetaalde bestuursfuncties bij Stichting Ondersteuning Nederlandse Bach Vereniging en de Koning Willem I Stichting. 9

De heer Jongstra geeft aan: De belangrijkste uitdaging voor het accountantsberoep blijft het vertrouwen te herwinnen. Als sector hebben wij daarvoor een robuust programma. De uitvoering daarvan gaat goed. Het zichtbare effect in wezenlijke veranderingen in cultuur en gedrag vergt meer tijd, zoals wij vanaf het begin hebben aangegeven. Het afgelopen jaar hebben wij ook geprobeerd de aansturing van de NBA te veranderen. Uiteindelijk was daar onvoldoende draagvlak voor en het spijt mij dat wij daardoor de ALV van december hebben geannuleerd. Ook zijn wij in het afgelopen jaar gestart met een visieproces dat erop is gericht ons een beeld te vormen hoe de accountant van de toekomst eruit zal zien, zodanig dat het beroep aantrekkelijk blijft voor huidige en aankomende accountants. De eerste reacties op dit initiatief zijn positief. Ik hoop van u het vertrouwen te krijgen dit proces in het komend en laatste jaar als uw voorzitter te mogen voltooien. Mevrouw D.M. (Diana) Clement AA RA (1965) is als partner verbonden aan Borrie, een op het mkb gerichte accountantsorganisatie met vestigingen in Amsterdam en Rotterdam. Zij is tevens lid van het dagelijks bestuur van Borrie. In de periode van 2007 tot en met 2011 maakte mevrouw Clement deel uit van het NOvAAbestuur. In 2011 vervulde ze daarbij de functie van voorzitter. In de zomer van 2014 maakte ze deel uit van de Werkgroep toekomst accountantsberoep. Thans is mevrouw Clement plaats vervangend voorzitter van de Koninklijke NBA, voorzitter van het ledengroepbestuur Openbaar Accountants en lid van de Financiële Commissie. Haar ambitie als plaatsvervangend voorzitter van de NBA licht mevrouw Clement als volgt toe: Ik heb een passie voor het beroep van accountant. Het is een mooi beroep, waar ik mij ook in bestuurlijke zin actief voor wil inzetten. Daarbij wil ik vooral het gezicht zijn van de mkb accountants, hun belangen behartigen en de contacten met de voor deze groep accountants belangrijke stakeholders onderhouden. Een van mijn speerpunten daarbij is om bij te dragen aan het herstel van het vertrouwen in het accountantsberoep als geheel en in die van de mkb accountant in het bijzonder. Met name door de implementatie te bevorderen van de aanbevelingen uit het rapport In het publiek belang, waarvan ik een van de opstellers ben. In dat kader denk ik ook graag mee over de toekomstige rol van de NBA, de visie op het beroep en uiteindelijk de governance die daar het best bij past. C Vaststelling van het rooster van aftreden Voor bestuursleden die door de ledenvergadering zijn benoemd, geldt een zittingstermijn van vier jaar (artikel 12, vierde lid, Wab), na afloop waarvan zij niet terstond herbenoembaar zijn. Deze bestuursleden treden af volgens een door de ledenvergadering vast te stellen rooster (artikel 12, derde lid, Wab). Het rooster wordt zodanig ingericht dat, voor zover mogelijk, telkens hetzelfde aantal bestuursleden aftreedt. Een bestuurslid dat is benoemd ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd had moeten aftreden. Het desbetreffende bestuurslid is dan (eenmalig) terstond herbenoembaar (artikel 12, vierde lid Wab). De drie bestuursleden die niet door de ledenvergadering zijn benoemd, maar die als afgevaardigde namens de ledengroep in het bestuur zitting hebben, vallen buiten het door de ledenvergadering vast te stellen rooster van aftreden. Voor hen geldt het door de ledengroep vastgestelde rooster van aftreden. Het bestuur stelt u voor onderstaand rooster van aftreden vast te stellen: 2018 drs. P.J.A.M. Jongstra RA, mevrouw drs. V.W.J. Kooistra-Voorwald RA RC; 2019 mevrouw T. Mulder AA RB, R.J. Smit AA; 2020 M.F. Buijs RA, drs. M.A. Hogeboom RA, drs. E.F. Spiegel CMA RA, drs. J.W. Stoker RA; 2021 J. Wietsma AA, mevrouw drs. M.L. van der Zijde RA. Alle bestuursleden treden af ten tijde van een ledenvergadering. De heer Jongstra is op 1 januari 2015 in functie getreden. Dit betekent dat zijn zittingstermijn loopt tot en met 31 december 2018. 10

D Benoeming van de accountant en de plaatsvervangend accountant Op grond van artikel 29, eerste lid, Wab benoemt de ledenvergadering voor elk boekjaar een accountant die is belast met de controle op de financiële verantwoording, alsmede een plaatsvervanger voor deze. Het bestuur stelt u voor om de heer drs. W.J.O. Castricum RA te benoemen tot accountant en mevrouw M. van Dijke RA tot plaatsvervangend accountant voor de controle die betrekking heeft op het boekjaar 2018. 11

6 Jaaroverzicht 2016 In het jaaroverzicht brengt de NBA verslag uit over haar werkzaamheden in het verstreken kalenderjaar. Dit jaaroverzicht, dat een weergave is van de belangrijkste activiteiten van de NBA, is evenals voorgaande jaren uitsluitend in digitale vorm te raadplegen via de website van de NBA. Lezers van de digitale versie van het verslag van de werkzaamheden kunnen, om het jaaroverzicht in te zien, hier klikken. Er is geen wettelijke bepaling die voorschrijft dat de ledenvergadering het jaaroverzicht vaststelt. Wel dient het bestuur een verslag over de werkzaamheden van de beroepsorganisatie in het afgelopen jaar aan de minister van Financiën te sturen (artikel 33, tweede lid, Wab). Het jaaroverzicht wordt door het bestuur gezien als dit verslag van de werkzaamheden. Indien er naar aanleiding van het jaaroverzicht vragen of opmerkingen zijn, dan kunnen die bij dit agendapunt naar voren worden gebracht. 12

7 Jaarrapport 2016 In de Wab is ten aanzien van het financieel verslag onder andere het volgende bepaald: Binnen zes maanden na afloop van het boekjaar doet het bestuur aan de ledenvergadering rekening en verantwoording over zijn in het boekjaar gevoerde bestuur, onder overlegging van een balans en staat van baten en lasten met toelichting en met een verklaring van een accountant daarover (artikel 29, derde lid, Wab). De ledenvergadering stelt de rekening vast en verleent décharge aan het bestuur, behoudens in geval van later gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden (artikel 29, vierde lid, Wab). Tijdens de ledenvergadering zal de mevrouw Clement, lid van de Financiële Commissie, een korte toelichting geven op het jaarrapport 2016, waarna er gelegenheid is tot het stellen van vragen. De accountant belast met de controle van de jaarrekening, de heer drs. W.J.O. Castricum RA zal tijdens de vergadering aanwezig zijn om, indien gewenst, vragen over de controle te beantwoorden. Leden die specifieke vragen hebben met betrekking tot het jaarrapport 2016, wordt verzocht die vooraf (bij voorkeur schriftelijk of per e-mail en voor 1 juni 2017) kenbaar te maken aan de heer drs. F.A. van Schaik AA RA, secretaris van het bestuur van de NBA (f.vanschaik@nba.nl). Hierdoor kan mevrouw Clement zich op deze vragen prepareren en kan zij tijdens de ledenvergadering voor een zo concreet mogelijke beantwoording zorgdragen. Het jaarrapport 2016 is een afzonderlijk document. Het wordt aan de bijeenkomst van de ledenvergadering voorgelegd ter vaststelling en ter décharge van het bestuur. 13

9 Ontwerpverordeningen A Ontwerp-Contributieverordening 2018 Het bestuur stelt voor de contributie voor de contributiegroepen H, M, L en Z met respectievelijk 18, 12, 6 en 5 te verhogen ten opzichte van de tarieven die in 2017 gelden. De verhoging correspondeert voor de contributiegroepen H, M en L met de raming van het CPB van de mutatie van het consumentenprijsindexcijfer voor 2018 (1,4%). De contributietarieven komen daarmee te luiden zoals weergegeven in de Ontwerp-Contributieverordening 2018. Deze verordening behoeft na vaststelling door de ledenvergadering nog de goedkeuring van de minister van Financiën. B Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de ledengroepen Op 1 januari 2017 zijn de Nadere voorschriften kwaliteitssystemen (hierna: NVKS) in werking getreden. De NVKS worden toegepast vanaf 1 januari 2018. Met de NVKS wordt één set van kwaliteitsregels ingevoerd voor accountants die assurance of aan assurance verwante opdrachten uitvoeren op grond van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden. Na de invoering gelden de NVKS ook als uitgangspunt voor de toetsingen die worden uitgevoerd door de Raad voor Toezicht. De verordeningen die betrekking hebben op de toetsingen door de Raad voor Toezicht hanteren tot op heden echter een begrippenkader dat afwijkt van het begrippenkader dat in de NVKS wordt gehanteerd. Daarbij wordt enkele keren verwezen naar definities in de Verordening op de ledengroepen. In verband met die verwijzingen is een aanpassing van deze verordening noodzakelijk geworden. Deze verordening behoeft na vaststelling door de ledenvergadering nog de goedkeuring van de minister van Financiën. C Ontwerpverordening op de kwaliteitsbeoordelingen Algemeen Op 1 januari 2017 treden de NVKS in werking. De NVKS worden toegepast vanaf 1 januari 2018. Met de NVKS wordt één set van kwaliteitsregels ingevoerd voor accountants die assurance of aan assurance verwante opdrachten uitvoeren op grond van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden. Een uitzondering hierop betreft het kwaliteitssysteem voor wettelijke controles waarop specifieke regelgeving van toepassing is. Vanaf de toepassing van de NVKS gelden deze ook als uitgangspunt voor de toetsingen die worden uitgevoerd door de Raad voor Toezicht. De verordeningen die betrekking hebben op de toetsingen door de Raad voor Toezicht hanteren tot op heden echter een begrippenkader dat afwijkt van het begrippenkader dat in de NVKS wordt gehanteerd. Daarom is een 14

aanpassing van de verordeningen noodzakelijk geworden. Daarbij is ervoor gekozen om de oude verordeningen in zijn geheel te vervangen door nieuwe verordeningen. Tevens is de gelegenheid benut om de leesbaarheid en de toegankelijkheid van deze verordeningen te verbeteren en is de bestaande regeling op enkele punten verduidelijkt. Op drie punten is wel een inhoudelijke wijziging opgenomen. - Het begrip aanbevelingen wordt niet langer gehanteerd. - Een verbeterplan moet na de invoering van deze verordening tevens een analyse bevatten van de oorzaken die ten grondslag hebben gelegen aan de tekortkomingen die bij de toetsing zijn geconstateerd. - De regeling met betrekking tot de accreditatieverlening is gewijzigd. Voor de toelichting op de gewijzigde accreditatieregeling wordt kortheidshalve verwezen naar de toelichting op de artikelen 27 en 29. Artikelsgewijs Artikel 1 Dit artikel bevat de definities van de in de verordening gebruikte begrippen. In dat artikel zijn onder andere de begrippen accountantseenheid, kwaliteitsbeleid en kwaliteitssysteem nieuw opgenomen ten opzichte van de voorheen geldende verordening. Ook is het begrip aanwijzing in dit artikel gedefinieerd. Het begrip aanbeveling is niet gedefinieerd en komt in de verordening ook niet meer voor. De reden daarvan is dat een gedane aanbeveling veel aanleiding geeft voor discussies tussen getoetste accountantseenheden en de toetser of het toetsingsteam. Dit terwijl het een toetser of een toetsingsteam altijd vrij staat om aan een getoetste accountantseenheid een aanbeveling te doen. Artikel 2 In dit artikel is bepaald dat het bestuur aan de Raad voor Toezicht mandaat, volmacht en machtiging verleent voor de bevoegdheden welke in deze verordening zijn genoemd. Het artikel zelf vormt niet de grondslag voor het mandaat en de volmacht maar schept een verplichting voor het bestuur om het mandaat en de volmacht te verlenen. Het bestuur dient daarvoor een afzonderlijk besluit te nemen. Het tweede lid schept voor het bestuur de verplichting om in het mandaat- en volmachtsbesluit de mogelijkheid tot ondermandaatverlening op te nemen. De Raad voor Toezicht kan niet zijn volledige bevoegdheid ondermandateren. Een ondermandaat dient beperkt te zijn gelet op de taak waarvoor de Raad voor Toezicht is ingesteld. Artikel 3 In het eerste lid is in algemene zin bepaald dat het bestuur de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant beoordeelt. Deze bepaling vindt zijn grond in artikel 3, onderdeel a van de Wet op het accountantsberoep. Voor de beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van openbaar, intern of overheidsaccountants is in het tweede lid bepaald dat het bestuur ten minste eenmaal in de zes jaar toetst of het kwaliteitssysteem van een accountantseenheid in opzet en werking voldoet aan de verordeningen en nadere voorschriften die krachtens artikel 19 van de Wet op het accountantsberoep zijn vastgesteld. Met het derde lid worden wettelijke controles die betrekking hebben op organisaties van openbaar belang uitgezonderd van toetsingen op grond van deze verordening. Dergelijke onderzoeken blijven voorbehouden aan de AFM. Met het vierde lid wordt tot uitdrukking gebracht dat de periodieke toetsingen niet uitsluiten dat het bestuur bij een accountantseenheid een nader onderzoek of een thematisch onderzoek uitvoert. Met het vijfde lid wordt tot uitdrukking gebracht dat het bestuur voor de beoordeling van de beroepsuitoefening van openbaar, intern of overheidsaccountants maar ook accountants in business een incidentenonderzoek (zie artikel 21) en een onderzoek naar de niet-naleving van beroepsnormen die voor accountants gelden (zie artikel 22) kan instellen. 15

Artikel 4 Dit artikel vormt de grondslag voor het bestuur om jaarlijks informatie op te vragen bij de accountantseenheid. Het bestuur kan daarbij ook gebruik maken van de periodieke evaluaties van het kwaliteitssysteem door de accountantseenheid zelf. Een dergelijke periodieke evaluatie wordt voorgeschreven met de invoering van de NVKS. In het derde lid is bepaald wie binnen een accountantseenheid verantwoordelijk is voor de aanlevering van de jaarlijkse informatie. In onderdeel b van het derde lid wordt in dat verband degene genoemd die (mede) het dagelijks beleid binnen de accountantseenheid bepaalt. In de praktijk zal dat veelal de kwaliteitsbepaler zijn, gelet op de bepalingen in de NVKS. Artikel 5 In dit artikel worden de toetsingen of onderzoeken opgesomd waaraan een verantwoordelijke accountant medewerking moet verlenen. In het tweede lid is de verplichting opgenomen om de informatie te verstrekken die wordt gevraagd met de jaarlijkse monitoringvragenlijst en eventueel de informatie die wordt gevraagd over de periodieke evaluaties van het kwaliteitssysteem door de accountantseenheid zelf. In het derde lid is de verplichting opgenomen om de informatie te verstrekken die nodig is voor de beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant. Artikel 6 In dit artikel wordt bepaald dat het bestuur de toetsers aanwijst die worden belast met de uitvoering van periodieke toetsingen. Verder kan het bestuur op grond van dit artikel personen aanwijzen die beschikken over de specifieke kwalificaties om thematische of incidentenonderzoeken uit te voeren voor het verrichten van die onderzoeken. Verder bepaalt dit artikel dat het bestuur belast is met de opleiding van de toetsers. Artikel 7 Dit artikel bepaalt dat het bestuur een klacht bij de Accountantskamer in kan dienen als bij een beoordeling van de beroepsuitoefening van een accountant feiten of omstandigheden naar voren komen die grond kunnen opleveren tot het opleggen van een tuchtrechtelijke maatregel, of tot gegrondverklaring van een klacht kunnen leiden. Artikel 8 Dit artikel bepaalt dat het bestuur vaststelt welke accountantseenheden in een jaar in aanmerking komen voor een toetsing. Hiervoor worden de gegevens gebruikt die jaarlijks op grond van artikel 4 worden opgevraagd. Verder worden op grond van dit artikel nieuwe accountantseenheden geselecteerd en worden in principe accountantseenheden geselecteerd die zes jaar geleden voor het laatst zijn getoetst. Artikel 9 Dit artikel bepaalt dat de toetsingen en hertoetsingen worden uitgevoerd aan de hand van toetsingsprogramma s welke worden vastgesteld door het bestuur. De toetsingsprogramma s worden op grond van het tweede lid bekendgemaakt aan de leden van de NBA. Artikel 10 Dit artikel bepaalt dat het bestuur voor elke toetsing of hertoetsing een toetser of een toetsingsteam selecteert. Bij de selectie van een toetser of een toetsingsteam houdt het bestuur rekening met de aard en de omvang van de te toetsen accountantseenheid en feiten of omstandigheden die de objectiviteit van de toetsers aan kunnen tasten. 16

Artikel 11 Dit artikel bepaalt dat de datum waarop een toetsing of een hertoetsing plaatsvindt, ten minste zes weken van tevoren aan de te toetsen accountantseenheid bekend wordt gemaakt. Verder is in dit artikel een regeling opgenomen voor de vaststelling van een andere toetsingsdatum (lid 2 en 3). Ook bepaalt dit artikel dat de naam van de toetser of de samenstelling van het toetsingsteam voor de toetsingsdatum bekend wordt gemaakt. Dit is van belang omdat er aanleiding kan bestaan voor de te toetsen accountantseenheid om één of meerdere toetsers te wraken. Onder omstandigheden kan het bijvoorbeeld zo zijn dat een accountantseenheid niet getoetst wenst te worden door een openbaar accountant die is verbonden aan of werkzaam is bij een accountantseenheid die in dezelfde regio dezelfde markt bedient (leden 5 en 6). Artikel 12 Het eerste lid bepaalt dat een toetsing of een hertoetsing wordt afgerond met een eindoordeel. Op grond van het tweede lid kan een eindoordeel na een toetsing als volgt luiden: - het kwaliteitssysteem voldoet in opzet en werking aan het bepaalde bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep; - het kwaliteitssysteem behoeft verbetering en voldoet in opzet of werking op belangrijke onderdelen niet aan het bepaalde bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep; of - het kwaliteitssysteem voldoet in opzet en werking niet aan het bepaalde bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep. In het geval het eindoordeel luidt dat het kwaliteitssysteem niet voldoet, dan is er sprake van zeer ernstige tekortkomingen van het kwaliteitssysteem. In beginsel is dan de indiening van een klacht bij de Accountantskamer de aangewezen weg. In dergelijke gevallen volgt geen verbetertraject in de vorm van een verbeterplan, hetgeen overigens niet betekent dat de accountantseenheid zich niet dient te verbeteren. De accountantseenheid kwalificeert als een risico en zal dus extra worden gemonitord en zo nodig weer snel worden getoetst. In de verordening is de indiening van een tuchtklacht niet als verplichting opgenomen. Er zijn immers omstandigheden denkbaar waarin het niet opportuun is om zonder meer over te gaan tot de indiening van een tuchtklacht. Een eindoordeel na een hertoetsing kan als volgt luiden: - het kwaliteitssysteem voldoet in opzet en werking aan het bepaalde bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep; of - het kwaliteitssysteem voldoet in opzet en werking niet aan het bepaalde bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep. Een eindoordeel na een hertoetsing kan derhalve niet meer luiden dat het kwaliteitssysteem verbetering behoeft. Het stadium waarin een accountantseenheid in het kader van de toetsingen nog verbeteringen door kan voeren op basis van een verbeterplan, ligt in principe alleen na het eindoordeel na de eerste toetsing. Indien de uitkomst van een hertoetsing is dat het kwaliteitssysteem niet voldoet, dan zal in beginsel een advies aan het bestuur worden uitgebracht om een tuchtactie tegen de verantwoordelijke accountant(s) aanhangig te maken. Artikel 13 Dit artikel regelt de totstandkoming van het toetsingsverslag. Dit verslag wordt in concept opgesteld door de toetser of het toetsingsteam nadat zij eerst op hoofdlijnen de bevindingen met de accountantseenheid hebben besproken. De getoetste accountantseenheid kan op dit conceptverslag schriftelijk commentaar leveren. In dit artikel is tot uitdrukking gebracht dat de toetser of het toetsingsteam reageert op de schriftelijke reactie van de accountantseenheid en deze verwerkt in het definitieve toetsingsverslag als dat naar het oordeel van de toetser of het toetsingsteam nodig is. Daarmee is beoogd aan te geven dat de toetser of het toetsingsteam zich niet neer hoeft te leggen bij een reactie van een getoetste accountantseenheid. De toetser of het toetsingsteam kan volharden in een eerder ingenomen standpunt. De toetser of het toetsingsteam reageert wel op elk relevant onderdeel van de reactie van de getoetste accountantseenheid. Met de verwerking van dit commentaar maken de toetsers het toetsingsverslag definitief. 17

Artikel 14 In het toetsingsverslag neemt de toetser of het toetsingsteam een voorstel voor een eindoordeel op. Ook als het voorstel luidt dat een voldoende eindoordeel moet worden gegeven, kunnen in het conceptverslag toch aanwijzingen worden gegeven voor verbeteringen van het kwaliteitssysteem. In het geval het voorstel luidt dat een behoeft verbetering eindoordeel moet worden gegeven, neemt de toetser of het toetsingsteam in het voorstel aanwijzingen op voor maatregelen ter verbetering van het kwaliteitssysteem. Diezelfde aanwijzingen dienen zij op te nemen als het voorstel luidt om een voldoet niet eindoordeel te geven. Daarnaast wordt bij een dergelijk voorstel de ernst van de geconstateerde tekortkomingen gemotiveerd door de toetser of het toetsingsteam. In het geval zich over de uitvoering van een toetsing of een hertoetsing een meningsverschil voordoet tussen de toetser(s) en de accountantseenheid, dan doet het bestuur een bindende uitspraak in het geschil. Artikel 15 Dit artikel regelt de totstandkoming van een eindoordeel. In de eerste plaats bepaalt artikel 15 dat het bestuur bij het tot stand brengen van het eindoordeel de informatie betrekt die is opgenomen in het definitieve toetsingsverslag, de schriftelijke reactie van de accountantseenheid en de reactie van de toetser of het toetsingsteam. Het bestuur beperkt zich tot een marginale toetsing van het definitieve toetsingsverslag. Bij de vaststelling van het eindoordeel kan het bestuur gemotiveerd afwijken van het voorstel zoals de toetser of het toetsingsteam dat tot uitdrukking heeft gebracht in het definitieve toetsingsverslag. Als uitgangspunt geldt dat het bestuur het eindoordeel uitbrengt binnen zes weken na ontvangst van het definitieve toetsingsverslag en de schriftelijke reactie van de accountantseenheid. Het bestuur kan die termijn verlengen en stelt de desbetreffende accountantseenheid op de hoogte van die verlenging. Artikel 16 In het geval een eindoordeel luidt dat het kwaliteitssysteem verbetering behoeft en niet voldoet aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden, dan dient de desbetreffende accountantseenheid een verbeterplan in. Het bestuur stelt vast wanneer het verbeterplan moet worden ingediend en bepaalt ook wanneer het verbeterplan moet zijn uitgevoerd. In het tweede lid van dit artikel is tot uitdrukking gebracht wat er inhoudelijk van een verbeterplan verwacht wordt. Het verbeterplan moet worden goedgekeurd door het bestuur. Het bestuur kan wel volstaan met een gedeeltelijke goedkeuring van een verbeterplan. Het bestuur geeft dan aan op welke onderdelen het verbeterplan tekortschiet. De beoordeling van het verbeterplan schort niet de termijn op waarbinnen het kwaliteitssysteem moet zijn verbeterd. Door de koppeling tussen de termijn waarbinnen het kwaliteitssysteem moet zijn verbeterd en het moment waarop de hertoetsing plaats zal vinden (artikel 16, derde lid juncto artikel 17, tweede lid), schort de tijd die het bestuur besteedt aan het beoordelen en goedkeuren van het verbeterplan dan ook evenmin de termijn op waarbinnen een hertoetsing plaats zal vinden. Artikel 17 Met een hertoetsing na afloop van de termijn waarbinnen het kwaliteitssysteem moet zijn aangepast, wordt geverifieerd of het kwaliteitssysteem daadwerkelijk in overeenstemming is gebracht met de eisen die daaraan gesteld mogen worden. Een hertoetsing vindt plaats na afloop van de termijn waarbinnen het kwaliteitssysteem moet zijn aangepast. Het moment waarop de hertoetsing plaatsvindt is dan ook niet afhankelijk van de wil van de betrokken accountantseenheid. Artikel 18 Om de kwaliteit van de beroepsuitoefening van accountants te beoordelen, voert de NBA periodiek toetsingen uit van de accountantseenheden waar zij werkzaam zijn. Als het eindoordeel naar aanleiding van een toetsing luidt dat het kwaliteitssysteem verbetering behoeft en in opzet of werking op belangrijke onderdelen niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep, dan vindt een hertoetsing plaats. In de regel vindt de hertoetsing plaats binnen een jaar na het eindoordeel. 18

In de praktijk van deze toetsingen doet zich echter een situatie voor die aanleiding geeft om in die bijzondere situatie af te zien van een hertoetsing. Het gaat hierbij om de situatie waarbij een accountantseenheid is getoetst en alleen de uitvoering van assurance-opdrachten grond heeft opgeleverd voor een eindoordeel in de zin van artikel 12, tweede lid, onderdeel b, van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen. Dit eindoordeel luidt dat het kwaliteitssysteem verbetering behoeft en op belangrijke onderdelen in opzet of werking niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep. Met name voor kleinere accountantseenheden kan een dergelijk oordeel aanleiding zijn om verder af te zien van de uitvoering van assurance-opdrachten en voortaan alleen nog maar aan assurance verwante opdrachten uit te voeren. Als de accountantseenheid dat schriftelijk verklaart, is een hertoetsing niet op zijn plaats. Die verklaring wordt dan gezien als het verbeterplan. De hertoetsing zou immers alleen een verificatie inhouden van de verklaring dat geen assuranceopdrachten meer worden uitgevoerd. In een dergelijke situatie wordt een accountantseenheid weer opgenomen in de reguliere toetsingscyclus (in beginsel eens in de zes jaar). Wel moet uit de jaarlijkse monitoringsvragenlijst ook blijken dat de accountantseenheid geen assurance-opdrachten meer uitvoert. Met artikel 18, wordt verder tot uitdrukking gebracht dat in deze situatie het bestuur in het eindoordeel geen termijn stelt waarbinnen het kwaliteitssysteem dient te worden aangepast en moet voldoen aan het bepaalde bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep. Artikel 19 Dit artikel bepaalt dat het bestuur aan de hand van een vooraf vastgesteld thema onderzoeken uit kan voeren bij accountantseenheden. In het geval het bestuur besluit tot een themaonderzoek, dient het een aantal zaken vooraf vast te stellen. Zo stelt het bestuur onder andere vast bij welke accountantseenheden een themaonderzoek wordt uitgevoerd. Naar aanleiding van een uitgevoerd themaonderzoek stelt het bestuur een verslag vast. Het bestuur kan over het verslag een mededeling doen. In een dergelijke mededeling worden alleen geanonimiseerde gegevens opgenomen. Artikel 20 Dit artikel vormt de grondslag voor een (mede) op risicogerichte benadering van de toetsingen. Een accountantseenheid kan op basis van risico-indicatoren aan een nader onderzoek worden onderworpen. Artikel 21 Signalen uit het maatschappelijk verkeer, bijvoorbeeld uit de pers, kunnen aanleiding vormen om nader onderzoek te verrichten naar een individuele accountant of een accountantseenheid. Een signaal uit het maatschappelijk verkeer zal in de regel niet voldoende zijn om een klacht bij de Accountantskamer in te dienen. Een incidentenonderzoek moet uitwijzen of de indiening van een klacht is aangewezen en, zo dat het geval is, daarvoor de grondslag vormen. Artikel 22 Het onderzoek dat met dit artikel wordt geregeld, is een onderzoek in het geval sprake is van een redelijk vermoeden van niet-naleving van voor accountants geldende beroepsnormen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een onderzoek in het geval sprake is van een vermoeden dat een accountant ten onrechte niet als openbaar accountant is geregistreerd. Een dergelijk onderzoek onderscheidt zich van een incidentenonderzoek zoals dat in deze verordening is genoemd, doordat het hier bedoelde onderzoek een aanleiding kan zijn om een toetsingstraject in te zetten, terwijl een incidentenonderzoek juist is bedoeld om te onderzoeken of er aanleiding kan zijn om een klacht bij de Accountantskamer in te dienen. 19

Artikel 23 en 24 Deze artikelen regelen de gevallen waarin informatie over een accountantsorganisatie wordt verstrekt aan de AFM. Artikel 25 Dit artikel bevat in algemene zin de bevoegdheid van het bestuur om aan een accountantseenheid een vrijstelling te verlenen van een toetsing, een hertoetsing of een thematisch onderzoek. Verder bevat dit artikel de grondslag om een verleende vrijstelling eenmalig te verlengen. Artikel 26 In dit artikel is een verdere uitwerking gegeven aan de vrijstellingsregeling zoals die op toetsingen en hertoetsingen wordt toegepast. Een accountantseenheid kan in omstandigheden verkeren waarbij het niet opportuun is om een toetsing uit te voeren. De omstandigheden die aanleiding kunnen zijn om tijdelijk van een toetsing af te zien, zijn opgenomen in het tweede lid. Een voorbeeld van een omstandigheid die ertoe leidt dat tijdelijk wordt afgezien van een toetsing, is die waarbij er in de opbouwfase van een accountantseenheid nog geen of weinig afgeronde dossiers zijn. In een dergelijke situatie zou een toetsing een onvoldoende representatief beeld opleveren van de werking van het kwaliteitssysteem van een accountantseenheid. In dergelijke gevallen bestaat de mogelijkheid van een tijdelijke vrijstelling. Het gaat er bij deze tijdelijke vrijstelling om, dat het aantal afgeronde opdrachten in de opbouwfase van een accountantseenheid te beperkt is om een representatief beeld te krijgen van het kwaliteitssysteem. Afgezien van de vrijstelling waarop een beroep kan worden gedaan als een accountantseenheid zich in een afbouwfase bevindt, kan deze vrijstellingsmogelijkheid dus geen grond vormen voor de verlening van een tijdelijke vrijstelling als sprake is van een kleine accountantseenheid met een beperkt aantal opdrachten. Ook kan bijvoorbeeld een tijdelijke vrijstelling worden verleend wanneer het aannemelijk is dat een accountantseenheid binnen afzienbare tijd ophoudt te bestaan. Een tijdelijke vrijstelling wordt verleend voor ten hoogste een jaar. Artikel 27 In dit artikel is de kern van de nieuwe regeling opgenomen die geldt voor de accreditatie door de NBA van koepelorganisaties. De accreditatie beoogt dubbele toetsingen te voorkomen van accountantseenheden die zijn aangesloten bij een koepelorganisatie. Daarvoor is in de verordening als uitgangspunt opgenomen dat accountantseenheden zijn vrijgesteld van toetsingen zolang zij (tevens) binnen het bereik van toetsingen door een geaccrediteerde koepelorganisatie vallen. De regeling in dit artikel is aanzienlijk uitgebreid ten opzichte van de regeling zoals die voor de invoering van deze verordening gold. In de eerste plaats is een regeling opgenomen voor het tussentijds beëindigen van de accreditatie (lid 5). De omstandigheden die aanleiding kunnen geven voor een dergelijke tussentijdse beëindiging zijn (limitatief) opgesomd. In de eerste plaats geldt daarvoor dat de accreditatie kan worden beëindigd als de koepelorganisatie niet langer voldoet aan de eisen die bij of krachtens deze verordening zijn gesteld. De accreditatie kan ook worden beëindigd als een geaccrediteerde koepelorganisatie op een zodanig negatieve wijze in de publiciteit komt dat voortzetting van de accreditatie in redelijkheid niet langer van de NBA kan worden verlangd of de koepelorganisatie fuseert met een organisatie waaraan niet een accreditatie is verleend. Verder is een regeling opgenomen voor het geval het bestuur besluit om een accreditatie na een langdurige relatie met een geaccrediteerde koepelorganisatie niet opnieuw te verlenen (lid 6). In een dergelijk geval wordt, nadat is besloten de accreditatie niet opnieuw te verlenen, de eerder verleende accreditatie van rechtswege met een jaar verlengd. De achtergrond daarvan is, dat als een accreditatie meerdere keren opnieuw is verlengd, rekening moet worden gehouden met de belangen van een koepelorganisatie. Met de verlenging van rechtswege wordt een termijn geboden waarin een geaccrediteerde koepelorganisatie die niet opnieuw een accreditatie zal verkrijgen, de bedrijfsvoering aan kan passen. 20

Dit laat overigens onverlet dat de afwijzing van een verzoek tot accreditatie of de beëindiging van een accreditatie moet worden gezien als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen een dergelijk afwijzing kan een belanghebbende dan ook de bestuursrechtelijke rechtsmiddelen van rechtsbescherming aanwenden. Ook is in dit artikel een regeling opgenomen waarin is opgesomd welke categorieën van nadere voorschriften het bestuur aan een accreditatie kan verbinden (lid 7). Deze regeling laat onverlet dat het bestuur ook nog een (uitvoerings)overeenkomst met een geaccrediteerde koepelorganisatie af kan sluiten. Ten slotte is in de leden 8 tot en met 11 vastgelegd welke informatie een geaccrediteerde koepelorganisatie aan het bestuur verstrekt. Artikel 28 Dit artikel bepaalt dat de kosten van een accreditatie worden gedragen door de koepelorganisatie. De door te bereken kosten worden vastgelegd in de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen. Artikel 29 In dit artikel is als uitgangspunt genomen dat de accountantseenheden die lid zijn van, of aangesloten zijn bij een geaccrediteerde koepelorganisatie, zijn vrijgesteld van toetsingen door de NBA. Om te kunnen beoordelen of de door de koepelorganisatie uitgevoerde toetsingen of hertoetsingen gelijkwaardig zijn aan de toetsingen of hertoetsingen zoals die door de NBA worden uitgevoerd, is in het tweede lid de mogelijkheid opgenomen om bij een accountantseenheid die lid is van een geaccrediteerde koepelorganisatie een beoordeling uit te voeren van de door de koepelorganisatie uitgevoerde toetsing of hertoetsing. Die beoordeling heeft de vorm van een door de NBA uitgevoerde toetsing, maar dat begrip is in dit lid bewust niet gebruikt. De reden daarvan is, dat de NBA aan een dergelijke beoordeling geen kosten verbindt voor de betrokken accountantseenheid. Uit het gebruik van het begrip toetsing zou kunnen worden afgeleid dat er aan de beoordeling wel kosten zijn verbonden. Op de vrijstelling zoals die in het eerste lid is opgenomen, geldt een aantal uitzonderingen. In de eerste plaats kan het bestuur de vrijstelling buiten toepassing laten als uit een toetsing van een accountantseenheid door een koepelorganisatie blijkt dat het kwaliteitssysteem in opzet of werking niet voldoet aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden. Het bestuur kan dan beoordelen of het zelf een toetsing uit zal voeren of mogelijk zelfs een tuchtklacht in zal dienen. Datzelfde geldt voor de situatie waarin uit een hertoetsing van een accountantseenheid door een koepelorganisatie blijkt dat het kwaliteitssysteem in opzet of werking niet voldoet aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden. Accountantseenheden die zijn aangesloten bij een koepelorganisatie, zijn vrijgesteld van een toetsing zolang het bestuur nog niet heeft beslist op een accreditatieverzoek van die koepelorganisatie (lid 4). Accountantseenheden die een verzoek tot aansluiting bij een al geaccrediteerde koepelorganisatie hebben ingediend, zijn gedurende de behandeling van dat verzoek eveneens vrijgesteld van een toetsing door het bestuur (lid 5). Dat geldt echter niet als aan de accountantseenheid vóór de indiening van dat verzoek op grond van artikel 11, eerste lid al een concrete datum bekend is gemaakt waarop de toetsing plaats zal vinden (lid 6). In de leden 4 en 5 wordt uitsluitend het begrip toetsing gebruikt. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht dat de regelingen niet gelden als een accountantseenheid vóór de bedoelde aanvragen al is aangewezen voor een hertoetsing. De aanwijzing voor een hertoetsing blijkt uit het daaraan voorafgaande eindoordeel. Als er nog geen datum is vastgesteld voor een hertoetsing, kan dus niet gezegd worden dat er geen aanwijzing is geweest voor een hertoetsing. 21

Artikel 30 Dit artikel regelt de geheimhouding van de gegevens welke zijn verkregen in het kader van een toetsing. Van deze gegevens kan geen ander gebruik worden gemaakt dan is bepaald in deze verordening, tenzij bij wet anders is bepaald. Artikel 31 Dit artikel bepaalt dat het bestuur beslissingsbevoegd is in geschillen die procedureel van aard zijn. Artikel 32 Met dit artikel wordt de verordening die eerder betrekking had op de kwaliteitsbeoordelingen ingetrokken. Artikel 33 Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze verordening en de citeertitel van de verordening. Deze verordening behoeft na vaststelling door de ledenvergadering nog de goedkeuring van de minister van Financiën. D Ontwerpverordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen Algemeen Op 1 januari 2017 treden de NVKS in werking. De NVKS worden toegepast vanaf 1 januari 2018. Met de NVKS wordt één set van kwaliteitsregels ingevoerd voor accountants die assurance of aan assurance verwante opdrachten uitvoeren op grond van de NV COS. Een uitzondering hierop betreft het kwaliteitssysteem voor wettelijke controles waarop specifieke regelgeving van toepassing is. Na de invoering gelden de NVKS ook als uitgangspunt voor de toetsingen die worden uitgevoerd door de Raad voor Toezicht. De verordeningen die betrekking hebben op de toetsingen door de Raad voor Toezicht hanteren tot op heden echter een begrippenkader dat afwijkt van het begrippenkader dat in de NVKS wordt gehanteerd. Daarom is een aanpassing van de verordeningen noodzakelijk geworden. Daarbij is ervoor gekozen om de oude verordeningen in zijn geheel te vervangen door nieuwe verordeningen. De wijzigingen in deze verordening vloeien voort uit de wijziging van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen in verband met de invoering van de NVKS. Inhoudelijke veranderingen zijn hiermee niet beoogd. De tarieven die zijn opgenomen in de nu geldende Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen zijn evenmin aangepast. Wel is nu een bepaling opgenomen op basis waarvan een tarief in rekening kan worden gebracht voor een zogeheten voortgezette toetsing (zie toelichting op artikel 3). Ook is de gelegenheid benut om de leesbaarheid en de toegankelijkheid van deze verordeningen te verbeteren en is de bestaande regeling op enkele punten verduidelijkt. Artikelsgewijs Artikel 1 Dit artikel bevat de definities van de gebruikte begrippen. Artikel 2 In dit artikel is vastgelegd dat de genoemde tarieven exclusief omzetbelasting gelden. 22

Artikel 3 In dit artikel is in het eerste lid en derde lid een opsomming opgenomen van de handelingen waarvoor het bestuur een tarief in rekening brengt ter vergoeding van de kosten bedoeld in artikel 30 van de Wet op het accountantsberoep. Dit (wets) artikel bepaalt dat de NBA de kosten die zij verricht ter beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant in rekening kan brengen bij haar leden of de kantoren waarbij deze leden werkzaam zijn. De van toepassing zijnde tarieven zijn opgenomen in bijlage 1 bij de verordening. In bijlage 1 zijn onder andere de tarieven opgenomen die gelden voor toetsingen. Met betrekking tot de uitvoering van die toetsingen heeft de Raad voor Toezicht beleid vastgesteld. Dat beleid komt er in het kort op neer, dat als bij een toetsing tekortkomingen worden geconstateerd die snel kunnen worden hersteld, de vorming van het eindoordeel wordt uitgesteld. De betrokken accountantseenheid krijgt dan een termijn om de tekortkomingen te herstellen, waarna de toetser(s) de accountantseenheid opnieuw bezoeken om vast te stellen of de tekortkomingen inderdaad zijn hersteld. Aan het opnieuw bezoeken van de accountantseenheid zijn kosten verbonden. Aan de betrokken toetsers moet daarvoor immers een aanvullende vergoeding worden betaald. Deze vergoeding wordt (aanvullend) doorberekend aan de betrokken accountantseenheid. Dat gebeurt naast de doorberekening op grond van onderdeel 2 van bijlage 1. De grond voor de aanvullende doorberekening is opgenomen in onderdeel 3 van bijlage 1. De doorberekening geschiedt op basis van een tarief per door de toetsers besteed uur. Uit het beleid blijkt dat de toetsers voorafgaand aan de aanvullende toetsing aan de betrokken accountantseenheid doorgeven hoeveel uren zij aan de aanvullende toetsing denken te besteden. Uit het vierde lid volgt dat een accountantseenheid die is aangesloten bij een geaccrediteerde koepelorganisatie, niet het jaarlijkse tarief per accountant verschuldigd is. In het vijfde lid is tot uitdrukking gebracht dat het tarief dat in rekening wordt gebracht voor een toetsing of hertoetsing wordt bepaald op basis van de categorie waarin een accountantseenheid door het bestuur wordt ingedeeld op grond van omvang en werkzaamheden. Artikel 4 Dit artikel bevat de opsomming van de categorieën van accountantseenheden. Met de definities van de categorieën I, II en IV wordt tot uitdrukking gebracht dat het op incidentele basis verrichten van een assurance-opdracht, niet leidt tot de indeling in de daaropvolgende categorie, waarin een hoger tarief geldt dat voor een toetsing of hertoetsing in rekening wordt gebracht. De uitzondering is niet bedoeld voor accountantseenheden die weliswaar een beperkt aantal assurance-opdrachten verrichten, maar deze wel in een vaste frequentie verrichten. Een jaarlijks terugkerende controle-opdracht, leidt dus wel tot indeling in een hogere categorie, maar een incidenteel uitgevoerde beoordelingsopdracht niet. De belangrijkste vraag die gesteld wordt bij een indeling in categorie III en V, is die of de accountantseenheid één of meer assurance-opdrachten verricht. Met de toevoeging dat het moet gaan om het structureel verrichten van één of meer assurance-opdrachten, wordt duidelijkheidshalve tot uitdrukking gebracht dat indeling in een lagere categorie aan de orde is als het verrichten van één of meer assurance-opdrachten niet een structureel karakter heeft. Bij het uitvoeren van een doorlopende beoordelingsopdracht is bijvoorbeeld wel een indeling in categorie III of V aan de orde, terwijl het afgeven van een subsidieverklaring met onregelmatige tussenpozen, indeling in een lagere categorie rechtvaardigt. Artikel 5 Met dit artikel wordt tot uitdrukking gebracht dat de doorberekening van de kosten door middel van een factuur plaatsvindt. 23