Gemeente Buren Postbus 23 42 BA MAURIK uvj brief van: uw kenmerk: ons kenmerk: behandeld door: bijlage(n): onderwerp: RI/14/1741 Inwonerszaken 1 Aanvulling vergelijking Wmomodelverordening en de lokale verordeningen Jeugd en Wmo Maurik, 27 oktober 214 verzonden: 2 7 OHÏ. 214 Geacht raadslid, Na de voorbespreking van de lokale verordeningen Jeugd en Wmo kreeg u van het college een overzicht waarin de verschillen stonden opgesomd tussen de modelverordening van de VNG en de lokale verordeningen. Vanuit de PvdA-fractie kwam mondeling nog een verduidelijkende vraag, Deze vraag beantwoordt het college door tekst toe te voegen aan de vergelijking die u al eerder kreeg. Deze tekst is in geel aangegeven in het overzicht. Volgens het college is het goed dat alle partijen deze aanvulling ontvangen. Met vriendelijke groet, liiiilliiill De Wetering 1 Postbus 23 42 BA Maurik Tel.: 14 344 Fax: (344) 5792 E-mail: gemeente@buren.nl KvK: 3278157 Bank Nederlandsche Gemeente IBAN nummer: NL27 BNGH 285 15 82 BTW: NL87287684B2
Vergelijk tussen de Verordeningen Jeugd en Wmo gemeente Buren vs. de modelverordeningen van de VNG. De VNG maakte modelverordeningen voor zowel Jeugd als Wmo. Voor de Wmo kwam de VNG zelfs twee keer met een verordening. Op basis van deze modelverordening ging een ambtelijke werkgroep aan de slag om een voorstel te maken dat bruikbaar is in de verschillende gemeentes. Zowel de VNGmodelverordeningen als de verordening die de ambtelijke werkgroep maakte kennen twee hoofdvarianten. In de ene variant delegeert de raad een aantal zaken door naar het college. In de andere variant legt de raad zelf alles vast in de verordening. Het college volgde in principe de tweede variant. Op een paar onderdelen wijkt de gemeente af. Daarnaast voegde het college nog een paar zaken toe, die in de oorspronkelijke verordening ontbraken. Ook wijzigde het college de volgorde van de artikelen. In de huidige vorm volgt de verordening de procedure van aanvraag. Dat maakt de verordening begrijpelijker voor de gebruiker. Hieronder staat per artikel aangegeven welke verschillen er zijn. Eerst het overzicht van de Verordening Jeugd, daarna de Verordening Wmo. Artikel 1. Begripsbepalingen Over het algemeen wijkt dit artikel niet af. We voegden een aantal begrippen toe. Deze begrippen komen uit ons regionaal beleidskader: O beleidsregels beschikking gebiedsteam gesprek gezinsplan ingezetene melding onverwijld verwijzing woonplaatsbeginsel Artikel 2. Vormen van jeugdhulp De modelverordening geeft hier alleen aan dat de gemeente de verschillende vormen van hulp moet benoemen en daarbij aangeven of dit betreffende vorm van hulp vrij toegankelijk is, of toegankelijk na beschikking door de gemeente. Omwille van de flexibiliteit in de uitvoering stelt het college voor deze opsomming in nadere regels op te nemen. Daarmee volgt het college variant A uit de VNGmodeiverordening. Variant B geeft een opsomming van de verschillend vormen van jeugdhulp. Artikel 3. Toegang jeugdhulp vla de huisarts, medisch specialist of Jeugdarts In de modelverordening staat hier de mogelijkheid om iedere vena/ijzing door een arts of specialist te laten vast te laten leggen door de gemeente in een beschikking. Het college neemt dit niet over. In de modelverordening staan twee varianten: Variant A: Het college legt op verzoek van de ouders de voorziening bij beschikking vast Variant B: Het college legt de individuele voorziening bij beschikking vast. Beide varianten zorgen voor een extra stap in het proces, waarbij variant B in alle gevallen voor een extra stap zorgt, tena/ijl variant A dat alleen op verzoek van de ouders zou doen. Maar het staat ouders altijd al vrij om naar het gebiedsteam te gaan, als ze het niet eens zijn met een verwijzing door de huisarts. Toelichting: Een de arts maakt zelfstandig een afweging. De gemeente heeft daar geen invloed op. Het zou vreemd zijn als de gemeente hiervoor een beschikking zou maken, omdat dit in feite niets toevoegt. De vreemde situatie kan zich dan voordoen dat een inwoner bezwaar maakt bij de gemeente voor een besluit dat een arts nam.
stel nu dat de arts de toegang tot een voorziening weigert en een inwoner gaat hier niet mee alkkoord, dan kan die inwoner zich alsnog wenden tot het gebiedsteam. Het gebiedsteam neemt een besluit en dat besluit staat uiteraard open voor bezwaar. Het weglaten van deze bepaling beperkt de inwoner niet in zijn mogelijkheid om bezwaar te maken. Artikel 4. Toegang jeugdhulp via de gemeente, melding hulpvraag Geen wijziging. Het college stelt voor om de raad het proces van toegang vast te laten stellen. Het college volgt hiermee variant A van de modelverordening van de VNG. Dit voorstel slaat op de artikelen 4 tot en met 8 van de verordening Jeugdhulp 215. Kiezen voor variant B betekent dat de raad deze artikelen door het college laat vaststellen. Het college adviseert om de raad deze artikelen vast te laten stellen; het gaat hier om de meest basale stappen in het proces van toewijzing. Artikel 5. Informatie en identificatie Geen wijziging Artikel 6. Onderzoek Geen wijziging Artikel 7. Verslag Twee zaken toegevoegd: de mogelijkheid voor cliënt om ander inzicht aan te geven op het verslag; de mogelijkheid om het verslag aan te merken als een aanvraag voor een individuele voorziening. Artikel 8. Aanvraag : Het college kan het ondertekend verslag van het gesprek aanmerken als aanvraag als de jeugdige of zijn ouders dat op het verslag heeft aangegeven. Artikel 9. Voorwaarden en welgeringsgronden De modelverordening geeft geen weigeringsgronden, dit artikel voegen we dus lokaal toe. Artikel 1. Beschikking Ongewijzigd. De modelverordening geeft twee varianten: A: alleen het noemen dat in de beschikking afspraken worden vastgelegd B: opnoemen welke onderwerpen in ieder geval genoemd moeten worden in de beschikking. Het college stelt voor om variant B te kiezen, omdat deze variant concreter is. Inwoners weten zo bij voorbaat wat er in ieder geval in een beschikking staat. Artikel 11. Persoonsgebonden budget De modelverordening kent hier vijf varianten, maar de basis is de vraag of de raad voor dit artikel de kaders stelt, of dat het college hiervoor nadere regels gaat vaststellen. Het college stelt voor om voor het vaststellen van de hoogte van het persoonsgebonden budget (pgb) de variant B van de concept modelverordening VNG te kiezen. Dit betekent dat de raad de wijze van het vaststellen van het pgb bepaalt. Voor wat betreft de voorwaarden voor een pgb uit het sociaal netwerk kiezen we voor variant AA. Dit betekent dat ook op dit onderdeel de raad deze voorwaarden kader stellend bepaalt en niet delegeert aan het college (variant BB). Verder is dit artikel zoals de modelverordening, waarbij regels 7, 8 en 9 zijn toegevoegd. Het college stelt voor om de raad de regels rond de wijze van vaststellen van de hoogte van het PGB vast te laten stellen door de raad. Voor artikel 6 stelt het college voor dat de raad deze bevoegdheid aan het college delegeert. Directe sturing kan gewenst zijn om in het geval van misbruik snel in te kunnen grijpen. Het college volgt hiermee variant BB van de modelverordening van de VNG. Artikel 12. Controle Regel 1 staat in het VNG-model onder artikel 11, regel 5 Regel 2 is toegevoegd Artikel 13. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering.
Artikel 14. Kwaliteitseisen uitvoering Artikel 15. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering, de modelverordening kent hier geen varianten. Artikel 16. Vertrouwenspersoon Artikel 17. Klachtregeling Artikel 18. Inspraak en medezeggenschap De modelverordening kent hier geen varianten Regel 5 is toegevoegd Artikel 19. - Indexering Artikel 2. Evaluatie Artikel 21. Nadere regels en hardheidsclausule Artikel 22. Inwerkingtreding en citeertitel Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren 215 Artikel 1. Begripsbepalingen We voegden de volgende begrippen toe: Beleidsregels O Besluit Hoofdverblijf Ingezetene Onverwijld Persoonlijk plan Uitvoeringsbesluit We kozen voor het vaststellen van de procedureregels voor variant B. Dit betekent dat de raad deze procedureregels vaststelt in de artikelen 2 tot en met 7. We maken geen gebruik van de mogelijkheid deze procedureregels te delegeren aan het college. Artikel 2. Melding Regel 1 aangevuld met hoe de melding plaatsvindt Regel 3 toegevoegd Artikel 3. Cliëntondersteuning Artikel 4. Persoonlijk plan Artikel 5. Informatie en Identificatie
Artikel 6. Onderzoek Artikel 7. Verslag Regel 1 is aangevuld met bevindingen van zowel de cliënt als ook de medewerker; mede op advies van de Wmo-raad Regel 3 is de termijn waarbinnen het verslag moet worden teruggestuurd weggelaten Voor de artikelen 8 tot en met 12 biedt de modelverordening geen keuzemogelijkheid tussen kader stellend door de raad of delegatie aan het college. Artikel 8. Aanvraag Regel 1 is toegevoegd Regel 2 is specifiek de elektronische wijze van indienen toegevoegd Artikel 9. Advisering Regel 2 is toegevoegd Artikel 1. Criteria voor maatwerkvoorziening Regel 5 en 6 zijn toegevoegd. Artikel 11. Voorwaarden en weigeringsgronden. In de modelverordening worden geen weigeringsgronden genoemd. Voor gebruikers is het belangrijk ook duidelijkheid te hebben wanneer een maatwerkvoorziening niet wordt toegekend. Artikel 12. Beschikking Artikel 13. Persoonsgebonden budget We kozen voor het vaststellen van de hoogte van het persoonsgebonden budget (pgb) de variant B van de concept modelverordening VNG. Dit betekent dat de raad de wijze van het vaststellen van het pgb bepaalt. Hierbij is er voor gekozen niet de laatste versie van de modelverordening te volgen. In deze laatste versie wordt de hoogte van het pgb per product beschreven. In de concept modelverordening zijn de kaders beschreven, zonder de producten. Deze sluit beter aan bij onze huidige verordening en dus werkwijze waar ook al geen producten meer in worden beschreven. Voor wat betreft de voorwaarden voor een pgb uit het sociaal netwerk kiezen we voor variant AA. Dit betekent dat ook op dit onderdeel de raad deze voorwaarden kader stellend bepaalt en niet delegeert aan het college (variant BB). van de concept modelverordening Artikel 14. Controle Regel 1 staat in de modelverordening onder artikel 15 lid 7 Artikel 15. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering m.u.v. lid 7. Apart beschreven onder artikel 14. Artikel 16. Bijdrage in de kosten Voor de bijdrage in kosten ('eigen bijdrage') kiezen we voor variant A: de raad stelt de kaders vast in de verordening. Variant B waarin de raad deze bevoegdheid delegeert aan het college wordt dus niet overgenomen Regel 6 en 7 toegevoegd Voor de overige artikelen met uitzondering van artikel 2 biedt de modelverordening geen keuzemogelijkheid tussen kader stellend door de raad of delegatie aan het college. Artikel 17. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Artikel 18. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden Artikel 19. Meldingsregeling calamiteiten en geweld Artikel 2. Jaarlijkse waardering mantelzorgers We kiezen voor variant B. Dit betekent dat de raad de vaststelling van de wijze van waardering delegeert aan het college. Artikel 21. Klachtregeling, waarbij tekstueel aangepast naar 'te beschikken over' in plaats van 'stellen vast' Artikel 22. Medezeggenschap, waarbij tekstueel aangepast naar 'te beschikken over' in plaats van 'stellen vast' Artikel 23. Betrekken van ingezetenen bij het beleid Artikel 24. Indexering Artikel 25. Evaluatie Artikel 26. Nadere regels en hardheidsclausule Artikel 27. Intrekking oude verordening en overgangsrecht Regel 4 en 6 toegevoegd Artikel 28. Inwerkingtreding en citeertitel