Afdeling Stadsontwikkeling Team Beleidsontwikkeling De Wmo-cliëntenraad p/a Zorgbelang Noord-Holland Schipholpoort MB HAARLEM

Transcriptie

1 gemeentebestuur PURMEREND Archiefexemplaar Postbus AA Purmerend telefoon telefax Afdeling Stadsontwikkeling Team Beleidsontwikkeling p/a Zorgbelang Noord-Holland Schipholpoort MB HAARLEM VERZONDEN ' 0 &tr\ 2014 uw brief van 18 augustus 2014 uw kenmerk Onderwerp: reactie op advies Wmo-cliëntenraad t.a.v. verordening jeugdhulp Purmerend 2015 Geachte leden van de Wmo-cliëntenraad, Graag willen wij de Wmo-cliëntenraad via deze weg bedanken voor het advies op de concept 'Verordening jeugdhulp Purmerend 2015'. U heeft de tijd genomen om een uitgebreid advies uit te brengen op een zeer technisch vraagstuk. Dè feedback en opmerkingen vanuit de Wmo-cliëntenraad hebben ertoe bijgedragen dat er nu een verordening jeugdhulp ligt voor 2015, waarin de gemaakte keuzes goed zijn afgewogen. Middels deze brief reageren wij ook graag op uw opmerkingen ten aanzien van de concept verordening. Daar waar wij besloten hebben uw opmerkingen in de verordening te verwerken, dan wel mee te nemen bij de uitwerkingen in de praktijk, of om weloverwogen redenen af te wijken van uw advies, geven wij dat hieronder per artikel aan. Algemeen U vraagt naar de passage uit de toelichting bij de verordening, waarin staat dat de Jeugdwet ruimte biedt om andere regels op te nemen in de verordening en dat de verordening hier spaarzaam gebruik van maakt om "een meer compleet beeld te geven van de rechten en plichten van burgers en de gemeente". Hiermee wordt bedoeld dat, aanvullend op de wettelijke vereiste onderdelen van de verordening jeugdhulp, enkele bepalingen zijn toegevoegd. Zoals de artikelen over de vertrouwenspersoon en de klachtenregeling. Het is geen wettelijke vereiste om deze artikelen op te nemen in de verordening, want beide zijn al respectievelijk in de Jeugdwet en de Algemene wet van bestuur geregeld. Om een meer compleet beeld te schetsen zijn de bepalingen toch opgenomen in de verordening. Dergelijke toevoegingen zijn 'spaarzaam' ingezet, om te voorkomen dat de verordening een verzameling bepalingen wordt die niet specifiek voor de jeugdhulp gelden maar al elders zijn vastgelegd, bijvoorbeeld in de wet. De focus van deze verordening blijft daarmee op de jeugdhulp specifiek. bijlage(n): Geen behandeld door: telefoonnummer M. Zandbergen Stadhuis bezoekadres: Purmersteenweg 42 'rekeningnummer: NL35 BNGH Werkplein. Purmerend Waterlandlaan 22-36

2 blz. 2 Een tweede algemene opmerking die u in uw advies maakt, betreft de verschillende keuzes die de gemeente Purmerend maakt tussen de verordeningen Wmo en jeugdhulp. Wij delen uw mening dat, waar mogelijk, een gezamenlijke koers gevolgd moet worden. Zoals op het gebied van de regels omtrent het persoonsgebonden budget. De uitwerking van deze artikelen uit de beide verordeningen wordt dan ook gezamenlijk opgepakt. Echter, de jeugdhulp is op vele vlakken ook dusdanig anders dan de Wmo, dat er op andere vlakken bewust wordt gedifferentieerd tussen beide. Neem bijvoorbeeld de ambulante jeugdhulp die in de gezinnen plaatsvindt. De situatie in een gezin, rondom het opvoeden en opgroeien van kinderen en alles wat daar bij komt kijken, is continu aan verandering onderhevig. Bepalen wat er nodig is aan zorg (de toegang) vereist een grote flexibiliteit van zowel de jeugdhulpverleners als het systeem dat hen daarbij moet ondersteunen. Vandaar dat wij in de verordeningen soms ook afwijkende keuzes maken. Onderstaand zullen wij deze keuzes per artikel toelichten. Artikel 1. Begripsbepalingen Uw opmerking: wanneer de uitgebreidere variant van de modelverordening als uitgangspunt wordt genomen, moet de begrippenlijst ook worden aangepast. Gezien het eerdergenoemde is de opmerking niet langer van toepassing, zie voor een nadere toelichting ook artikel 4 over de toegang tot jeugdhulp. Wel is - ten opzichte van de concept verordening - het begrip 'plan' (hulpverleningsplan, gezinsplan, e.d.) extra toegevoegd in de verordening. Artikel 2. Vormen van jeugdhulp Uw opmerking: presentatie in de tekst is onoverzichtelijk. Wij zijn het eens met uw opmerking, de presentatie in de tekst is in de definitieve tekst daarom onder elkaar gezet om de onoverzichtelijkheid van de opsomming weg te nemen. Bovendien zijn de gebruikte termen inmiddels gelijk getrokken met de termen die er regionaal (o.a. bij het inkopen van de zorg) gebruikt worden, om verwarring te voorkomen. Artikel 3. Toegang via huisarts, jeugdarts en medisch specialist Uw opmerking: de uitgangspunten, zoals mondeling toegelicht door de gemeente tijdens de vergadering van juli 2014, worden door de Wmo-cliëntenraad onderschreven. Ter kennisname. Artikel 4. Toegang jeugdhulp via gemeente Uw advies: in de verordening heeft de gemeente Purmerend gekozen voor de variant uit de modelverordening, waarbij de procedureregels omtrent toegang in nadere regels worden uitgewerkt. adviseert om te kiezen voor de uitgebreide variant, waarbij de procedureregels omtrent toegang wél in de verordening worden vastgelegd. De toegang tot individuele voorzieningen voor jeugdhulp is een belangrijk thema binnen de decentralisatie en is volop in ontwikkeling. Er wordt in de praktijk geëxperimenteerd en allerlei praktische zaken worden ingeregeld. Echter, vanaf 1 januari 2015 zal pas echt kunnen blijken hoe de ontwikkelde werkwijzen in de praktijk hun weg vinden. Juist op dit onderwerp willen we daarom een flexibele werkwijze creëren, waarbij de praktijk en de situatie van het gezin leidend is. Een nadere uitwerking in deze verordening van de procedure rondom toegang en de stappen en onderdelen die daar een rol bij spelen, zou die flexibiliteit belemmeren. Door de procedure in nadere regels vast te stellen kan deze indien nodig sneller gewijzigd worden. Deze nadere regels zijn een uitwerking van de verordening en worden vastgesteld door het College. Ze hebben daarmee eenzelfde status als de verordening zelf en zijn ook net zo bindend wat betreft de rechten en plichten van de

3 gemeente en haar inwoners. Echter, op het moment dat in de praktijk blijkt dat een bepaling uit de nadere regels belemmerend werkt voor jeugdigen en/of ouders uit Purmerend, dan kan deze (in tegenstelling tot bepalingen uit de verordening zelf) veel sneller gewijzigd worden. Kortom, de keuze om de procedureregels rondom toegang uit te werken in nadere regels, is zeer weloverwogen geweest. De gemeente blijft dan ook bij deze keuze. Artikel 5. Inhoud beschikking Uw advies: de gemeente heeft gekozen voor de beknopte variant uit de modelverordening. adviseert om voor de meer uitgebreide variant te kiezen, waardoor de verordening meer in overeenstemming komt met de Wmo-verordening. Omtrent de inhoud van de beschikkingen voor individuele voorzieningen voor jeugdhulp maakt de gemeente Purmerend een bewuste keuze om af te wijken van de beschikkingen voor voorzieningen in het kader van de Wmo. De praktijk wijst uit dat deze laatstgenoemde voorzieningen veel beter te vatten zijn in een gedetailleerdere beschikking. Voor jeugdhulp geldt dat niet of nauwelijks. Zo was het tot voor kort nog zo dat voor Jeugd- en Opvoedhulp een uitgebreide indicatie moest worden afgegeven door Bureau Jeugdzorg. Op het moment dat de hulpverlening begon, kon de situatie in een gezin alweer dusdanig veranderd zijn dat de indicatie niet meer toereikend was. Met extra administratieve last en regeldruk voor de jeugdhulpverlener tot gevolg, en een vertraging voor gezinnen wat betreft het inzetten van de juiste hulp. De gemeente Purmerend wil wat betreft de beschikkingen die afgegeven kunnen worden voor individuele voorzieningen zoveel mogelijk aansluiten bij wat er in de praktijk wel en niet werkt. En wat de minste bureaucratische en administratieve lasten (en dus meer tijd voor de daadwerkelijke hulpverlening in het gezin) met zich mee brengt. Daarom kiezen we voor het hulpverleningsplan als de basis voor een besluit om een individuele voorziening toe te kennen dan wel af te wijzen. In de praktijk zullen de punten uit uw advies (zoals het beoogde resultaat, de verwachte duur, e.d.) daar ook in terug komen. Naast onze reactie op uw advies willen wij u met betrekking tot de beschikkingen graag informeren over een wijziging van de verordening ten opzichte van de concept verordening die u toegezonden is. Het betreft een zogenaamde 'kan-bepaling' die is opgenomen ter aanvulling op artikel 5: "Het college l<an de te verlenen individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vastleggen in een beschikking." Dezelfde bepaling is opgenomen bij artikel 3, lid 2, ter vervanging van de bepaling uit de concept verordening. Met het toevoegen van deze 'kan-bepaling' wil de gemeente de ruimte creëren die benodigd is om uit te kunnen werken in welke gevallen er wél, en in welke gevallen er niet, een beschikking wordt afgegeven. Doen wij dit niet, dan zijn we vanaf 1 januari 2015 verplicht om in alle gevallen een beschikking af te geven. Om te voorkomen dat de gemeente talloze beschikkingen moet gaan afgeven die hetzelfde luiden als hetgeen de jeugdige naar het oordeel van de jeugdhulpaanbieder nodig heeft (en we daarmee een onnodige en bovendien vertragende stempelfabriek creëren), zijn deze bepalingen gewijzigd in 'kanbepalingen'. Dit doen wij na overleg met onder andere de VNG. Bij het VNG-project 'inrichting declaraties' is gebleken dat een keuze om alles te beschikken in de praktijk leidt tot grote administratieve lasten, zonder dat daar een duidelijke meerwaarde tegenover staat. Ook hebben wij contact gehad met diverse andere gemeenten in de regio ZaanstreekWaterland en Stadsregio Amsterdam. Op basis daarvan wordt er nu dus gekozen voor de 'kan-bepaling', om vervolgens uit te kunnen werken in welke gevallen er wel en niet beschikt zal gaan worden, waarbij we ook afstemmen met de gemeenten in de regio. De reden dat wij deze bepaling niet eerder hebben opgenomen, is omdat wij er van uit gingen dat het afgeven van beschikkingen voor toegekende dan wel afgewezen individuele voorzieningen een wettelijke vereiste is en dat dit bovendien de enige manier was om de door de cliënt gewenste zekerheid te kunnen waarborgen. Beide blijken echter niet het geval. De wet schrijft niet voor dat in alle gevallen een beschikking moet worden afgegeven. blz. 3

4 blz. 4 Bovendien biedt een individuele opdracht van het college aan een jeugdhulpaanbieder de gewenste rechtszekerheid aan cliënten, daar is een beschikking niet voor nodig. Om deze door cliënten gewenste zekerheid toch voldoende te kunnen waarborgen, is er nog een bepaling toegevoegd waarin staat dat er op verzoek van de jeugdige of zijn ouders te allen tijde een beschikking door het college zal worden afgegeven over de toegekende dan wel afgewezen individuele voorziening. Wensen de jeugdige of zijn ouders dat het college een beschikking afgeeft, dan zal dit dus altijd gebeuren. Er worden afspraken met de jeugdhulpverleners gemaakt om te zorgen dat hun cliënten daar van op de hoogte zijn. Artikel 6. Regels omtrent pgb Uw advies: in de concept verordening Wmo is nader uitgewerkt hoe de hoogte van het pgb tot stand komt. U adviseert om dat in de verordening jeugdhulp ook te doen. De gemeente is het eens met uw opmerking, in de definitieve versie van de verordening zijn de bepalingen dan ook uitgebreid, waarbij de uitgebreidere variant van de modelverordening is gehanteerd. Nadere uitwerking van het vraagstuk rondom pgb's wordt gezamenlijk opgepakt voor jeugdhulp en Wmo. Artikel 7. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering Uw opmerking: in de ledenbrief van de VNG over de Wmo-verordening staat dat het nog de vraag is of onder dit artikel ook de situatie valt dat de gemeente teveel pgb heeft betaald dan wel een fout heeft gemaakt. Het uitgangspunt dient te zijn dat cliënten niet de dupe mogen worden van fouten die zijn gemaakt door de gemeente, u onderschrijft dit uitgangspunt en adviseert dat dit ook geldt voor jeugdhulp. Wij onderschrijven dat we te allen tijde moeten willen voorkomen dat cliënten de dupe worden van fouten gemaakt door de gemeente. Wanneer er sprake is van een situatie zoals door u geschetst, dan zal eventuele terugvordering per individuele situatie worden bekeken. Artikel 8. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering Uw opmerking: de formulering van dit artikel vereist dat de gemeente uitgebreid vooronderzoek doet naar de aanbieder, bijvoorbeeld naar cijfers over ziekteverzuim. Wij zijn het eens met hetgeen u opmerkt. Voor de inkoop van deze zorgvormen heeft de gemeente Purmerend een opdracht gegeven aan de regionale inkooporganisatie, die voor de regio Zaanstreek-Waterland de inkoop van de niet vrij-toegankelijke jeugdhulp verzorgt. Inhoudelijk is de gemeente nauw betrokken, onder andere via een ambtelijke schil die de inkooporganisatie voorziet van input. De inkooporganisatie houdt o.a. rekening met de punten die in dit artikel genoemd worden. Artikel 9. Vertrouwenspersoon Uw opmerking: de Wmo-cliëntenraad heeft naar aanleiding van een eerder gestelde vraag over dit onderwerp, per aanvullende informatie gekregen over de aanpak rondom het vertrouwenswerk. U vindt dit een uitstekende aanpak en blijft graag op de hoogte van de ontwikkelingen. Ter kennisname. De gemeente zal u op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Artikel 10. Klachtenregeling Uw opmerking/advies: er is nu geen toegankelijke en bruikbare klachtenregeling voor cliënten. U doet enkele suggesties voor het opstellen van een meer toegankelijke en bruikbare klachtenregeling.

5 blz. 5 Wij delen gedeeltelijk uw suggesties, bijvoorbeeld het uitgangspunt dat de klachtenregeling bekend moet zijn onder jeugdigen en ouders, en nemen deze dan ook mee in de uitvoeringspraktijk. Desalniettemin wijzen wij u er graag op dat de klachtenregeling van de gemeente Purmerend niet alleen voorziet in de opvang van klachten over leden van het college en de gemeenteraad. Ook klachten over gedragingen van gemeenteambtenaren kunnen via de huidige klachtenregeling worden opgepakt. Artikel 11. Inspraak en medezeggenschap Uw opmerking: de Wmo-cliëntenraad wijst er wellicht ten overvloede op dat zij samen met de Cliëntenraad WWB een traject is ingegaan om samen te kijken hoe brede participatie en medezeggenschap in Purmerend kan worden vormgegeven. De gemeente Purmerend is zoals u al aangeeft op de hoogte van (en betrokken bij) deze ontwikkelingen en pakt de verdere doorontwikkeling van cliëntenparticipatie rondom de zorg voor jeugd graag in samenhang met de door u genoemde ontwikkelingen op. Evaluatie Uw advies: de evaluatie van het beleid is in de concept verordening niet opgenomen, u adviseert om dat wel te doen. Wij zijn het eens met uw suggestie en hebben de evaluatie van het beleid (en waar nodig ook evaluatie en wijziging van de verordening zelf) opgenomen in de verordening jeugdhulp. Hardheidsclausule Uw opmerking: er is geen hardheidsclausule opgenomen in de conceptverordening, ook in de modelverordening van de VNG staat geen hardheidsclausule. U vraagt of er desondanks overwogen is om deze clausule toe te voegen en zo ja, waarom hier niet voor gekozen is. In de tijd tussen onze bespreking van de concept verordening en het ontvangen van uw advies hebben wij optie van het toevoegen van een hardheidsclausule overwogen en inmiddels is deze toegevoegd aan de verordening jeugdhulp. Wij delen namelijk het uitgangspunt dat het college moet kunnen afwijken van de verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheid leidt. Vervolg De verordening jeugdhulp wordt in oktober 2014 besproken in de gemeenteraad. In de aanloop naar 1 januari 2015 zullen wij regelen wat er geregeld moet worden om op tijd klaar te zijn. Na de jaarwisseling breekt vervolgens een spannende periode aan; dan begint de daadwerkelijke uitvoering van de jeugdhulp onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Maar zover is het nog niet. Bovendien, het 'eindpunt' van de transformatie ligt veel verder dan 1 januari Ook na de jaarwisseling zullen wij niet stil blijven staan, maar de zorg voor jeugd blijven verbeteren waar mogelijk. U heeft aangegeven graag op de hoogte gehouden te worden van de ontwikkelingen. zal betrokken worden bij relevante deelonderwerpen en in de gelegenheid worden gesteld om daar een advies op uit te brengen. Wij kijken uit naar deze verdere samenwerking. Hoogachtend,