de gemeente OVERIJSE, die woonplaats kiest bij Advocaat M. SENELLE, kantoor houdende te 1000 BRUSSEL, Terhulpensesteenweg 110, bus 5 tegen :

Vergelijkbare documenten
de VZW VLAAMS BLOK JONGEREN, gevestigd te Brussel, Madouplein 8, bus 9 tegen :

die woonplaats kiest bij advocaat N. DE CLERCQ, kantoor houdende te BRUGGE, Stockhouderskasteel, Gerard Davidstraat 46 bus 1 tegen :

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 31 mei 2007 in de zaak A /X-8757.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Victor VAN DEN EYNDE, die woonplaats kiest bij advocaat J. DE RIECK, kantoor houdende te 3000 LEUVEN, Vaartstraat 70. tegen :

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 15 april 2010 in de zaak A /VII

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 29 augustus 2007 in de zaak A /XII-5161.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

';JA, 'i A R R EST. I. In zake. Julien VALCKE, die woonplaats kiezen bij Advocaat M. DENYS, kantoor houdende te 1000 BRUSSEL, Grote Hertstraat 12

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.

KOPIE RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R EST. DER A A D V A N STA T E, Xe KAM E R,

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

II. Verloop van de rechtspleging

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 23 april 2007 in de zaak A /IX-3642.

Gezien het verslag opgemaakt door auditeur G. DE BLEECKERE;

In zake 1. de n.v. DUMOBEL, 2. Eliane STELLAMANS, die woonplaats kiezen bij Advocaat J. BLANCKE, kantoor houdende te 3080 TERVUREN, Puttestraat 78

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent;

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 7 januari 2008 in de zaak A /X

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

A R R E S T. nr van 22 december 2017 in de zaak A /X tegen :

waarbij het cassatieberoep toelaatbaar wordt verklaard;

Gelet op de kennisgeving van het verslag aan. partijen; IX \6

De melding heeft betrekking op een terrein gelegen te Hofmeierlaan Brugge, kadastraal gekend in BRUGGE 18 AFD/DEEL ST-KRUIS, sectie B, 0279H

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

die woonplaats kiest bij advocaat S. De Vleeschauwer, kantoor houdende te Stekene, Kerkstraat 16 tegen :

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Uittreksel uit het vergunningenregister

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE VIIe KAMER A R R E S T

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE XIVe KAMER A R R E S T. nr van 9 juli 2019 in de zaak A /XIV-37.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 8 juli 2004 in de zaak A /XII-662.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Xe KAMER A R R E S T. nr van 14 september 2018 in de zaak A /X

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

B) PLANNEN EN VERORDENINGEN VAN TOEPASSING OP BETREFFENDE PERCEEL

tegen : tussenkomende partij :

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

GRIFFIE RAAD VAN STATE. KONfNKRIJK BELGIË 1040 Brussel, 18 januari Mr. STAELENS B. Stockhouderskasteel Gerard Davidstraat 46/1.

B) PLANNEN EN VERORDENINGEN VAN TOEPASSING OP BETREFFENDE PERCEEL

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

B) PLANNEN EN VERORDENINGEN VAN TOEPASSING OP BETREFFENDE PERCEEL

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 29 oktober 2015 in de zaak A /VII

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER A R R E S T. nr van 13 maart 2018 in de zaak A. 224.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

President Kennedypark 8b. tegen :

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Provincieraadsbesluit

II. Verloop van de rechtspleging

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

A R R E S T. nr van 19 januari 2018 in de zaak A /XII-8480

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

A R R E S T. nr van 23 januari 2012 in de zaak A /VII tegen :

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

A R R E S T. nr van 21 juni 2016 in de zaak A /X

Transcriptie:

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T nr. 72.630 van 20 maart 1998 in de zaak A. 74.900/X-7540. In zake : de gemeente OVERIJSE, die woonplaats kiest bij Advocaat M. SENELLE, kantoor houdende te 1000 BRUSSEL, Terhulpensesteenweg 110, bus 5 tegen : het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, dat woonplaats kiest bij Advocaat J. BOSSUYT, kantoor houdende te 8310 BRUGGE-ASSEBROEK, Bossuytlaan 35. ----------------------------------------------------- DE Wnd. VOORZITTER VAN DE Xe KAMER, Gezien het verzoekschrift dat de gemeente OVERIJSE op 7 juli 1997 heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging te vorderen van het besluit van de Vlaamse regering van 15 april 1997 houdende vaststelling van het plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse op het grondgebied van de gemeente Overijse voor een deel van het kaartblad 31/8, zoals vervat in de bijlage I van dit besluit; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op de artikelen 17 en 18; Gezien de nota van de verwerende partij; Gezien het verslag opgemaakt door Eerste Auditeur-afdelingshoofd J. HUBREGTSEN; X-7540-1/8

partijen; Gelet op de kennisgeving van het verslag aan Gelet op de beschikking van 20 februari 1998 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 4 maart 1998; Gehoord het verslag van Staatsraad J. BOVIN; Gehoord de opmerkingen van Advocaat M. SENELLE, die verschijnt voor de verzoekende partij, en van Advocaat J. BOSSUYT, die verschijnt voor de verwerende partij; Gehoord het eensluidend advies van Eerste Auditeur-afdelingshoofd J. HUBREGTSEN; Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Overwegende dat bij besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 1996 het ontwerpplan tot gedeeltelijke wijziging van het bij koninklijk besluit van 7 maart 1977 vastgesteld gewestplan Halle-Vilvoorde- Asse voorlopig wordt vastgesteld voor de delen van het kaartblad 31/8, begrensd zoals aangegeven op de kaarten die de bestemmingsgebieden aangeven (bijlage 1 van dit besluit), en wordt bepaald dat het plan met de bestaande fysische en juridische toestand (bijlage 2 van dit besluit), behoort tot de niet-normatieve delen van voornoemd gewestplan; dat dit besluit de bestemming van de erin aangegeven gronden, gelegen te Overijse (Jezus-Eik) aan de Witherendreef en de Rozenlaan, wijzigt van natuurgebied in woonparkgebied; dat dit besluit is gemotiveerd door de overweging "dat het Vlaams Gewest werd veroordeeld tot het betalen van planschade voor het eigendom Aldenweld-Grosjean (,...) dat een herstel in natura wordt voorzien volgens artikel 37, lid 7, van de X-7540-2/8

wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw (,...) dat voor de percelen die bij het eigendom Aldenweld-Grosjean aansluiten en er één geheel mee vormen eveneens een bestemmingswijziging wordt voorzien (,...) dat het geheel als woonparkgebied wordt bestemd"; dat de betrokken gronden, met uitzondering van deze palende aan de Rozenlaan, krachtens de voorschriften van het bij ministeriëel besluit van 14 april 1989 goedgekeurd bijzonder plan van aanleg "Hoog Jezus Eik" genaamd, van de gemeente Overijse, bestemd zijn tot "natuurgebied"; dat de gemeenteraad van Overijse op 16 december 1996 een ongunstig advies heeft uitgebracht wat de "opportuniteit" betreft, wegens A. strijdigheid met de "beleidsdocumenten, die het kader aangeven voor de gewenste ruimtelijke structuur", met name "1. strijdigheid met het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen", "2. strijdigheid met het provinciaal structuurplan Vlaams-Brabant", "3. strijdigheid met het gemeentelijk structuurplan Overijse", "4. strijdigheid met het gemeentelijke natuurontwikkelingsplan", en B. strijdigheid met het actieplan van de Vlaamse regering goedgekeurd op 26 juni 1996, en, wat de "onwettelijkheid" betreft, wegens strijdigheid met de voorschriften van het bijzonder plan van aanleg nr. 44 "Hoog Jezus Eik", van de gemeente Overijse, goedgekeurd bij ministeriëel besluit van 14 april 1989; dat de bestendige deputatie van de provincieraad van Vlaams-Brabant op 17 december 1996 een ongunstig advies heeft uitgebracht; dat de Regionale commissie van advies voor de ruimtelijke ordening voor Vlaams-Brabant op 10 februari 1997 een ongunstig advies heeft uitgebracht; dat bij het bestreden besluit van de Vlaamse regering van 15 april 1997 de "wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1977 houdende vaststelling van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (...) definitief (wordt) vastgesteld voor een deel van het kaartblad 31/8, zoals vervat in de bijlage 1 van dit besluit", en wordt bepaald dat "het plan met de X-7540-3/8

bestaande fysische en juridische toestand, behorende tot de niet-normatieve delen van voornoemd definitief vastgesteld gewestplan, (...) vervat (is) in de bijlage 2 bij dit besluit"; dat dit besluit de gronden gelegen langs de Witherendreef tot op een diepte van 80 meter, de goedgekeurde verkaveling langs de Rozendreef, evenals het perceel kadastraal bekend Sectie N, nr. 33/2 w2, bestemt tot woongebied; dat dit besluit is gemotiveerd als volgt : "Overwegende dat van het advies van de Commissie van Advies voor de ruimtelijke ordening voor de streek Vlaams Brabant op de hiernavolgende punten en om de erna vermelde redenen gedeeltelijk afgeweken wordt : - voor de gronden langs de Rozenlaan en de hoek met de Witherendreef die deel uitmaken van een goedgekeurde verkaveling; - voor de gronden gelegen langs de Witherendreef, omwille van de bestaande bebouwing en omdat die weg uitgerust is en de aanpalende gronden overigens geheel als woonpark voorzien en reeds grotendeels bebouwd zijn; - voor een achterliggend met woning bebouwd perceel ontsloten via het rondpunt in de Rozenlaan; aangezien dit rekening houdt met gelijkaardige gerechtelijke uitspraken inzake planschade en het al dan niet mogen bouwen langs uitgeruste wegen; Overwegende dat de gronden volgens de in voorbereiding zijnde structuurplannen voor Vlaanderen en Vlaams-Brabant liggen in het buitengebied; dat de gronden deel uitmaken van de vallei van de Dijle, Ijse, Lane en Voer, evenals van de uitloper van de grote bosentiteit Bos van de Marnix en in zulk gebied de natuurlijke structuur moet bewaard en versterkt worden en dat daarom het beboste deel van het betreffend gebied als natuurgebied wordt weerhouden; Overwegende dat het voor het beleid voor het behoud van de Groene Gordel in de Vlaamse Rand rond Brussel, bevestigd in het actieplan van de Vlaamse regering voor de Vlaamse Rand rond Brussel goedgekeurd op 26 juni 1996, nodig is dat het Vlaamse Gewest de gronden die nog open zijn en die aansluiten bij een bosgebied als natuurgebied behoudt, overeenkomstig de voorzieningen van het bij koninklijk besluit vastgesteld gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse, uitgenomen de aanpalende gronden aan de uitgeruste weg Witherendreef; Overwegende dat het beleid van de gemeente Overijse voor het behoud van de open ruimte in de Groene Gordel, zoals voorzien door het bijzonder plan X-7540-4/8

van aanleg nr. 44 en goedgekeurd bij ministerieel besluit van 14 april 1989, wordt ondersteund voor het voornamelijk beboste deel van het gebied dat deel uitmaakt van de uitloper van het Bos van Marnix, dat de gemeente Overijse onverminderd kan verdergaan in het voeren van haar beleid voor het behoud van groen en ter vrijwaring van open ruimte o.a. in de woonuitbreidings- en woonreservegebieden en in de woonparken via haar woon- en huisvestingsbeleid en haar gemeentelijke structuurplanning en plannen van aanleg; Overwegende dat de gronden slechts op een 800 meter van het centrum van het dorp en op ongeveer 600 meter van het Vlaams Cultureel Centrum De Bosuil gelegen zijn; dat rekening wordt gehouden met de bestaande bebouwing en met een vergunde verkaveling dat hier dus weinig sprake is van een exentrische ligging ten opzichte van de woonkern Jezus-Eik "; Overwegende dat de verwerende partij opwerpt dat de vordering niet ontvankelijk is; dat er vooralsnog geen noodzaak bestaat om over de opgeworpen exceptie uitspraak te doen; dat een onderzoek van en een uitspraak over die exceptie zich slechts zouden opdringen indien zou blijken dat de grondvoorwaarden voor schorsing vervuld zijn; Overwegende dat krachtens artikel 17, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State slechts tot schorsing van de tenuitvoerlegging kan worden besloten onder de dubbele voorwaarde dat ernstige middelen worden aangevoerd die de vernietiging van de aangevochten akte of verordening kunnen verantwoorden en dat de onmiddellijke tenuitvoerlegging van de bestreden akte of verordening een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kan berokkenen; X-7540-5/8

Overwegende dat, wat de tweede in artikel 17, 2, gestelde voorwaarde betreft, verzoekende partij laat gelden dat "alle beleidsdoelstellingen van het Ruimtelijk Structuurplan Overijse, zowel inzake wonen, natuur, landschap, enz., wijzen op de noodzaak tot behoud van (de) natuurbestemming van (het) betrokken gebied(,) met name dat dit gebied zeker niet in aanmerking kan komen voor woningbouw, dat de onwikkeling van dit woonpark de verdere ongewenste verstedenlijking van de Rand rond Brussel in de hand zal werken, dat de natuurlijke en landschappelijke waarden maximaal dienen beschermd en dat in het bijzonder de natuurlijke structuur waarvan het Zoniënbos deel uitmaakt, maximaal moet worden beschermd", dat "alle beleidsdoelstellingen van het Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan Overijse (...) erop (wijzen) dat het gebied, dat het voorwerp uitmaakt van de gewestplanwijziging, zeker niet in aanmerking kan komen voor woningbouw", en dit om dezelfde redenen, dat "door de bestreden beslissing (...) bijgevolg zowel aan het Ruimtelijk Structuurplan Overijse als aan het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan Overijse de facto een einde (wordt) gesteld, hetgeen een moeilijk te herstellen ernstig moreel nadeel aan (haar) en in het bijzonder aan haar beleid impliceert"; dat zij voorts stelt "dat de bestreden gewestplanwijziging de gemeentelijke autoriteit (verder) ondermijnt daar de verplichting op de gemeente rust om een bestaande gemeentelijke verordening in overeenstemming te brengen met de voorschriften van een gewestelijke verordening"; dat de verzoekende partij tenslotte aanvoert dat "de voorliggende gewestplanwijziging van kracht werd binnen 15 dagen (na) de bekendmaking in het B.S. (op 6.05.1997)" zodat "de litigieuze gewestplanwijziging aanleiding (zal) kunnen geven tot het afleveren van vergunningen overeenkomstig de gewijzigde bestemming van woonparkgebied, zoals opgenomen in de bestreden beslissing", dat "algemeen (...) aanvaard (wordt) dat het nadeel dat voortvloeit uit het oprichten van een X-7540-6/8

bouwwerk als principieel moeilijk herstelbaar moet beschouwd worden, gezien de gangbare administratieve praktijk om bouwovertredingen te gedogen of te regelen via een transactie of mits de betaling van een meerwaardesom", en dat "door de oprichting van een constructie in strijd met de geldende voorschriften het gezag van de gemeente (zal) worden getart en het vertrouwen van de burger worden geschokt"; Overwegende dat uit de gegevens van de zaak blijkt dat de gronden die het voorwerp zijn van de wijziging van de bestemming natuurgebied in woonparkgebied ofwel reeds grotendeels bebouwd zijn en gelegen zijn aan een uitgeruste weg, ofwel gelegen zijn in een goedgekeurde verkaveling; dat de voorgenomen wijziging van de bestemming van de overige in het wijzigend ontwerpgewestplan opgenomen gronden niet in het bestreden besluit werd gehandhaafd; dat deze gronden inderdaad hun oorspronkelijke bestemming natuurgebied hebben behouden; dat in deze omstandigheden niet kan worden aangenomen dat de beleidsbevoegdheid van de verzoekende partij inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw door het bestreden besluit dermate in het gedrang wordt gebracht dat dit als een ernstig nadeel in de zin van artikel 17, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan worden beschouwd; Overwegende dat niet is voldaan aan één van de twee door artikel 17, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, bepaalde cumulatieve voorwaarden; dat deze vaststelling volstaat om de vordering tot schorsing af te wijzen, X-7540-7/8

B E S L U I T : Artikel 1. De vordering tot schorsing wordt verworpen. Artikel 2. De kosten worden voorbehouden. Aldus te Brussel uitgesproken in openbare terechtzitting, op twintig maart 1900 achtennegentig, door : de H. J. BOVIN, wnd. kamervoorzitter, staatsraad, Mevr. A. WIJNANTS, griffier. De griffier, De voorzitter, A. WIJNANTS. J. BOVIN. X-7540-8/8