Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : 1. Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst



Vergelijkbare documenten
Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat)

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat)

Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat)

DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat)

DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

BRANDVEILIGHEID EN VLUCHTWEGEN

BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht :

BNA Roadshow Bouwbesluit Programma. Nieuwe en gewijzigde begrippen Gebruiksfuncties Algemene begrippen Personenbenadering

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

ACHTERGRONDEN BIJ DE VOORSCHRIFTEN VOOR ONTVLUCHTING

WAND, BINNEN, DRAGEND, CELLENBETON, BLOKKEN BLOKELEMENTEN of PANELEN (attest, productcertificaat)

AANPASSING VAN DE VOORSCHRIFTEN VOOR ONTVLUCHTING IN HET BOUWBESLUIT 2003

Brandpreventie. Werk nr Datum: HOOFDGEBOUW (2014)

DAKBEDEKKING, BAANVORMIG (attest, productcertificaat, procescertificaat)

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, SEGMENT, HOUT (attest, productcertificaat)

Bouwbesluit 2012 De wijzigingen

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw

VEREENVOUDIGING VAN DE BRANDVEILIGHEIDSEISEN VOOR BESTAANDE BOUW IN HET BOUWBESLUIT 2003

PLATEN, CEMENTGEBONDEN, VEZELVERSTERKTE (attest-met-productcertificaat) BRL 4202 "Vezelversterkte cementgebonden platen voor natte ruimten" ( )

DAKPLAAT/GEVELPLAAT, VEZELCEMENTPLAAT, GEPROFILEERD, ASBESTVRIJ (attest, productcertificaat)

WAND, BUITEN, DRAGEND, CELLENBETON, BLOKKEN BLOKELEMENTEN of PANELEN (attest, productcertificaat)

ADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

Door: Ing. M. Konings. Highlights Bouwbesluit 2012

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht :

Garage naast een woning: brandveiligheid

Het Bouwbesluit Vluchten bij brand

Checklist bijeenkomstfunctie

De eisen voor de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO)

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Verbouwing gezondheidszorgcomplex aan de Zuiderweg 15 te Schagen. Rapportage brandveiligheid

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

Brandwerendheid in een brandoverslagsituatie

Checklist woonfunctie

> Brandveiligheid volgens het Bouwbesluit 2003

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Colofon. De naam Promat Handboek Bouwkundige Brandpreventie is beschermd.

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM

Bouwbesluit veranderd, verbeterd, verhelderend? ir. B. Kersten, ing. E. van den Brink,

AANPASSING VAN DE VOORSCHRIFTEN VOOR ONTVLUCHTING IN HET BOUWBESLUIT 2003

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2

Ambulance Zorg Limburd Noord is voornemens een nieuwe ambulancepost in Weert in te realiseren.

NIEUWSBRIEF 2019-ERB-P001

Brandveiligheidstoets Nieuwbouw fustopslag & expeditie FruitNL te Ommeren

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

Samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus AD HILVARENBEEK

Goede voorbereiding technische plantoets is vereist

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

Utrechtsestraatweg AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold. Strevelsweg 700/ AS Rotterdam De heer G. Zeck

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.

Rapportage Brandveiligheid

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

VLOER, BEGANE GROND, COMBINATIEVLOER, BETONBALKEN en EPS- VULELEMENTEN (attest, productcertificaat)

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c

Vastgoedtransformatie. het Bouwbesluit. 31 mei Patrick van Loon. Vergunningverlener Stadsontwikkeling

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

Woongebouw familie James Callantsoog. Rapportage brandveiligheid

Verdiepingsmodule brandveiligheid. Programma Korte herhaling wijzigingen en begrippen algemeen Wijzigingen brandveiligheid

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat 79 Hippolytushoef

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan

GEVELELEMENT, HOUT (attest, productcertificaat, procescertificaat)

rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:

Regeling Bouwbesluit bestaande bouw VROM

Toetsing brandpreventie

Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status:

Zorgboerderij Hagelkruisweg 20 te Hegelsom. Rapportage brandveiligheid

Prestatie eisen, artikelen brandveiligheid stallen.

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Bouwbesluit Brandveiligheid en gebouwontwerp

Het nieuwe Bouwbesluit

Biomassacentrale Ooms. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol

BRL 2701 "Metalen gevelelementen" ( ) + wijzigingsblad ( ) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

VBE Themabijeenkomst Rookwerendheid

Adviesvraag Aanvrager verzoekt de adviescommissie antwoord te geven op de volgende vragen:

Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving

Hoofdstuk 2 Veiligheid. Constructieve veiligheid.

Gemeente Heerhugowaard D. Kooij Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Beste meneer Kooij,

ADVIES. Datum: 22 oktober 2014

Beschrijving ADVIES. Adviescommissie praktijktoepassing Brandveiligheidsvoorschriften. Postbus AM Delft.

Wegwijs worden in het Bouwbesluit: opzoeken relevante onderwerpen-1

Seniorenappartementen Graafdijk Oost. Rapportage brandveiligheid

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht :

Rookwerendheid van Attema Brandwerende Doorvoer

Transcriptie:

Infobrief 1: Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : De Nederlandse regelgeving op het gebied van brandveiligheid zit ingewikkeld in elkaar. Naast een korte toelichting op deze regelgeving en de hierin voorkomende begrippen wordt in deze infobrief ingegaan op 2 aspecten: 1) normen op gebied van brand- of rookwerende doorvoeringen, en 2) regelgeving over onderhouden van doorvoeringen. Doel hiervan is vooral te laten zien hoe de regelgeving in elkaar zit. Hoe komen we bijvoorbeeld van Bouwbesluit naar de juiste norm voor het bepalen van de brandwerendheid van kunststof leidingen? en waar is aangegeven waar en hoe vaak onderhoud aan doorvoeringen moet plaatsvinden en op welke wijze wij dit onderhoud registreren? In volgende infobrieven zal nader worden ingegaan op de normen voor het bepalen van de brand- en rookwerendheid bij doorvoeringen, en het onderhouden van deze doorvoeringen. Van Woningwet naar normen voor de bepaling van brandwerendheid en rookwerendheid Conform de Woningwet, artikel 2 van afdeling 1 Voorschriften betreffende het bouwen en de staat van bestaande bouwwerken en standplaatsen, moeten nieuw te bouwen gebouwen alsook bestaande bouwen voldoen aan de voorschriften die in Bouwbesluit 2003 worden gegeven (aan respectievelijk nieuwbouw en bestaande bouw). Door het voldoen aan de eisen uit het Bouwbesluit (en hoofdstuk 2 van de Bouwverordening) wordt een bouwvergunning verkregen. Het Bouwbesluit 2003 bevat in hoofdstuk 2 voorschriften op het gebied van veiligheid, waaronder ook de brandveiligheid. In elke afdeling wordt een ander aspect van de (brand)veiligheid behandeld. Elke afdeling begint met de functionele eis; met deze eis wordt het doel van het voorschrift aangegeven. Daarna volgt een tabel waarin voor elke gebruiksfunctie is aangegeven welke voorschriften van toepassing zijn. Deze voorschriften bevatten prestaties waarmee aan de eerder omschreven functionele eis kan worden voldaan. Om te bepalen of aan de prestaties wordt voldaan, worden waar nodig Nederlandse normen (NEN) of als Nederlandse aanvaarde Europese normen (NEN-EN) aangestuurd. Dit zijn de zogenaamde 1e lijns normen. In de norm zelf wordt vaak doorverwezen naar andere normen met bepalingsmethoden; dit zijn de 2e lijns normen. pagina 1/11

Het stroomschema om te komen tot de normen voor het experimenteel bepalen van de brandwerendheid cq. voor het bepalen van de rookwerendheid ziet er, voor wat betreft doorvoeringen van leidingen, kabels en kanalen uit als onderstaand aangegeven. In de stroomschema s is onderscheid gemaakt in de regelgeving zoals die op dit moment (2008) geldt en in de toekomstige regelgeving. afdeling 2.13/2.14: (verdere) beperking van uitbreiding van brand artikel 2.106/2.118: prestatie-eis aan wbdbo (60 of 30 minuten) bepalingsmethode wbdbo-eis => NEN 6068 2008 Toekomst NEN 6068 vertaling wbdbo-eis in eis brandwerendheid NEN 6068 vertaling wbdbo-eis in eis brandwerendheid experimentele bepaling brandw- experimentele bepaling brandwerendheid luchtkanalen zonder brandkleppen: NEN 6076 erendheid (alle constructies): NEN 6069 experimentele bepaling brandw- erendheid luchtkanalen met brandkleppen: NEN 6077 experimentele bepaling brandwerendheid overige constructies: NEN 6069 NEN 6069 aansturing Europese normen: doorvoeringen: NEN-EN 1366-3 NEN 6069 aansturing Europese normen: 1366-1 brandkleppen: NEN-EN 1366-2 doorvoeringen: NEN-EN 1366-3 ventilatiekanalen: NEN-EN pagina 2/11

afdeling 2.16: beperking van verspreiding van rook artikel 2.137: prestatie-eis aan wrd (30 minuten) bepalingsmethode wrd => NEN 6075 2008 Toekomst NEN 6075 vertaling wrd-eis in eis rookwerendheid NEN 6075 vertaling wrd-eis in eis rookwerendheid Alle doorvoeringen: Luchtkanalen NEN-EN 1366-2: rookwerendheid = 1,5x brandwerendheid op criterium vlamdichtheid op afdichting [E] rookwerendheid = grenswaarde waarbij wordt voldaan aan criterium rookdoorgang bij midden- en hoge temperatuur (Sm) of bij middentemperatuur (Sa) experimentele bepaling brand- Overige doorvoeringen werendheid luchtkanalen zonder brandkleppen: NEN 6076 NEN 6069: experimentele bepaling brandwerendheid luchtkanalen met brandkleppen: NEN 6077 experimentele bepaling brandwerendheid overige doorvoeringen: NEN 6069 NEN 6069 aansturing Europese normen: rookwerendheid = 1,5x brandwerendheid op criterium vlamdichtheid op afdichting [E] NEN 6069 aansturing Europese normen: doorvoeringen: NEN-EN 1366-3 doorvoeringen: NEN-EN 1366-3 pagina 3/11

Van Woningwet naar eisen aan onderhoud aan rook- en brandscheidingen Conform de Woningbouw, artikel 8 (1e lid) moet elke gemeente een bouwverordening vaststellen. In deze bouwverordening zijn volgens artikel 8 (2e lid, onderdeel a) voorschriften opgenomen over het brandveilig gebruik van bouwwerken. Om een gebruiksvergunning te verkrijgen dient aan deze voorschriften te worden voldaan. Omdat elke gemeente een eigen bouwverordening mocht opstellen, konden de eisen om een gebruiksvergunning te verkrijgen per gemeente verschillen. Om hierin landelijke uniformiteit te verkrijgen is per 1 november 2008 het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (kortweg Gebruiksbesluit ) van kracht geworden (via Algemene Maatregel van Bestuur artikel 8, 8e lid). In dit Gebruiksbesluit worden ook voorschriften uit de 8.40 AmvB s (Wet Milieubeheer) ondergebracht zodat sprake is van één besluit over brandveilig gebruik van bouwwerken en opslag van brandbare niet-milieugevaarlijke opslag (in bouwwerken / open erven en terreinen). In dit Gebruiksbesluit staat voorschriften over het onderhouden van doorvoeren. Artikel 2.1.6 Branddoorslag en brandoverslag bij doorvoeren Na het aanbrengen of wijzigen van een kabel-, leiding- of andere doorvoer in of door een scheidingsconstructie waarvoor op grond van de afdelingen 2.13, 2.14, 2.19, 2.22 en 2.23 van het Bouwbesluit 2003 een eis met betrekking tot de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag geldt, wordt de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van de scheidingsconstructie op adequate wijze gecontroleerd. Artikel 2.3.4 Rookdoorgang bij doorvoeren. Na het aanbrengen of wijzigen van een kabel-, leiding- of andere doorvoer in of door een scheidingsconstructie waarvoor op grond van de afdelingen 2.16, 2.22 en 2.23 van het Bouwbesluit 2003 een eis met betrekking tot de weerstand tegen rookdoorgang geldt, wordt de weerstand tegen rookdoorgang op adequate wijze gecontroleerd. Op grond van artikel 2.10.1 dienen de onderhoudswerkzaamheden en controleactiviteiten te worden vastgelegd. Dit logboek dient in het bouwwerk aanwezig te zijn. In de volgende infobrief wordt nader ingegaan op het onderhouden van doorvoeren. pagina 4/11

Bouwbesluit 2003 in een notendop Indeling in brandcompartimenten Om uitbreiding van brand naar andere bouwwerken en naar gedeelten van bouwwerken te voorkomen en daarmee de omvang van een brand beperkt te houden, zijn eisen geformuleerd met betrekking tot de indeling van gebouwen in brandcompartimenten. Hiermee wordt in beginsel de omvang van een brand beperkt gehouden. Voor alle gebruiksfuncties, met uitzondering van een logiesfunctie en een celfunctie, geldt dat het oppervlak van het brandcompartiment maximaal 1.000 m2 mag bedragen. Voor de logiesfunctie en (onder voorwaarden) de celfunctie geldt een maximaal oppervlak van 500 m2. Grotere oppervlakken zijn slechts mogelijk indien (installatietechnische) voorzieningen zijn getroffen waarmee een gelijkwaardige mate van veiligheid wordt gerealiseerd. Ruimten met een verhoogd risico op het ontstaan van brand (zoals stookruimten met een opgesteld vermogen > 130 kw, technische ruimten > 50 m2 en ruimten voor opslag brandgevaarlijke stoffen) vormen altijd een apart brandcompartiment. In een brandcompartiment mogen geen brand- en rookvrije vluchtroutes zijn gelegen. Indeling in subbrandcompartimenten Om verdere branduitbreiding binnen het brandcompartiment te voorkomen, moeten bij bepaalde gebruiksfuncties de brandcompartimenten in subbrandcompartimenten worden onderverdeeld. Subbrandcompartimenten zijn nodig bij gebruiksfuncties waarin bijvoorbeeld mensen slapen of ziek te bed liggen, omdat die mensen meer tijd nodig hebben om een brandcompartiment te verlaten. Dit is het geval bij woonfuncties, logiesfuncties, bijeenkomstfuncties voor kinderopvang, gezondheidszorgfuncties voor aan bed gebonden patiënten en celfuncties. Wbdbo-eisen en zelfsluitende deuren (fig. 1) Om de uitbreiding van brand te beperken, moet tussen een brandcompartiment c.q. subbrandcompartiment en een andere ruimte een bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) aanwezig zijn. pagina 5/11

Tussen een brandcompartiment en een andere besloten ruimte geldt als basiseis een wbdbo van 60 minuten. In bepaalde situaties (laagbouw of lage permanente vuurbelasting) mag de eis worden gereduceerd tot 30 minuten. De eis mag nooit worden gereduceerd als die andere ruimte een al dan niet besloten veiligheidstrappenhuis is. Tussen subbrandcompartimenten binnen hetzelfde brandcompartiment geldt voor woonfuncties in een woongebouw een basiseis van 60 minuten. Onder bepaalde voorwaarden mag deze eis worden gereduceerd naar 30 minuten. Tussen het subbrandcompartiment (= de woning) en de rookvrije vluchtroute (= gemeenschappelijke verkeersruimte) mag altijd een wbdbo-eis van 30 minuten worden aangehouden. Voor zogenaamde megawoningen (woonfunctie met een gebruiksoppervlakte > 500 m2) en voor de meeste utiliteitsbouwfuncties geldt een basiseis van 30 minuten; deze eis geldt zowel tussen de subbrandcompartimenten als tussen een subbrandcompartiment en de rookvrije vluchtroute. fig. 1 Om de wbdbo-eis te realiseren zal de scheidingsconstructie tussen het (sub) brandcompartiment en de andere ruimte brandwerend moeten worden uitgevoerd. De brandwerendheid is hierbij even groot als de wbdbo-eis. Afhankelijk van de richting van de wbdbo-eis moet deze brandwerendheid in één of twee richtingen aanwezig zijn. In de scheidingsconstructies mogen slechts zelfsluitende deuren voorkomen. Voor de woningtoegangsdeur (indien gelegen tussen subbrandcompartiment en rookvrije vluchtroute) en de celdeur geldt deze verplichting niet. pagina 6/11

Indeling in rookcompartimenten Om de verspreiding van rook naar andere bouwwerken en naar andere gedeelten van hetzelfde bouwwerk te beperken en daarmee een veilige ontvluchting uit een gebouw mogelijk te maken, zijn in het Bouwbesluit eisen geformuleerd met betrekking tot de indeling van brandcompartimenten in rookcompartimenten. Deze eisen hebben mede ten doel om de in een rookcompartiment verblijvende personen in de gelegenheid te stellen het bedreigde gedeelte van het bouwwerk, zijnde het rookcompartiment waarin de brand woedt, te verlaten. De indeling van een brandcompartiment in rookcompartimenten geschiedt bij utiliteitsbouwfuncties op basis van een aantal criteria waaronder de maximaal toegestane loopafstand in een rookcompartiment, het maximale hoogteverschil dat mag worden overbrugd, en het maximale oppervlak van een rookcompartiment met één toegang. Bij woonfuncties (galerij en corridorflats) wordt deze indeling voornamelijk bepaald door de maximale lengte van de rookvrije vluchtroute. Wrd-eisen en zelfsluitende deuren Om de verspreiding van rook te beperken moet tussen een rookcompartiment en een andere besloten ruimte binnen hetzelfde brandcompartiment een weerstand tegen rookdoorgang (wrd) aanwezig zijn van tenminste 30 minuten. Om aan deze eis te voldoen zal de scheidingsconstructie tussen genoemde ruimten 30 minuten rookwerend moeten worden uitgevoerd. In deze scheidingsconstructie mogen slechts zelfsluitende deuren voorkomen. Rookvrije vluchtroutes, brand- en rookvrije vluchtroutes +++(fig.2) Voor zowel het vaststellen van de wbdbo-eisen als de eisen aan het materiaalgedrag bij brand, is het van belang te weten wanneer een (gemeenschappelijke) verkeersruimte als rookvrije vluchtroute of als brand- en rookvrije vluchtroute moet worden aangemerkt en wat het verschil hierin is. Vanaf de toegang van een rookcompartiment en een subbrandcompartiment moet via rookvrije vluchtroutes naar een veilige plaats (buiten of een ander brandcompartiment) worden gevlucht. De gehele route die vanaf de toegang van het rookcompartiment of het subbrandcompartiment begint tot deze veilige plaats is een rookvrije vluchtroute. Een rookvrije vluchtroute is een route, die gezien vanuit het rookcompartiment of subbrandcompartiment waarin de pagina 7/11

brand woedt, gevrijwaard is van rook. Rookvrije vluchtroutes zijn altijd in een (groot) brandcompartiment gelegen en zijn dus niet per definitie gevrijwaard van brand. fig. 2 In bepaalde situaties moet de route waarover naar de veilige plaats wordt gevlucht tevens gevrijwaard zijn van brand. Veiligheidstrappenhuizen moeten bijvoorbeeld altijd als brand- en rookvrije vluchtroute worden aangemerkt. In utiliteitsgebouwen moeten ook alle trappenhuizen waarin een trap is gelegen die een hoogteverschil van meer dan 8 m overbrugt als brand- en rookvrij vluchtroute worden aangemerkt. Indien sprake is van samenvallende vluchtroutes kan ook een (gemeenschappelijke) verkeersruimte als branden rookvrije vluchtroute aangemerkt moeten worden. Aan brand- en rookvrije vluchtroutes worden zwaardere eisen aan het materiaalgedrag bij brand gesteld, zodat de kans op het ontstaan van een brand in deze ruimte klein is. Brand- en rookvrije vluchtroutes zijn altijd buiten een brandcompartiment gelegen. pagina 8/11

Toekomstig Bouwbesluit Op 14 juli 2008 is het 1e ambtelijk besluit concept wijziging Bouwbesluit 2008 gepubliceerd. De planning op dit moment is dat dit concept medio 2009 gepubliceerd wordt en per 1 januari 2010 van kracht wordt. Tot de daadwerkelijke publicatiedatum moeten nog veel aanpassingen worden gedaan, omdat door misverwijzingen en ontbreken van teksten nu een aantal onbedoelde neveneffecten ontstaan. Uit dit 1e ambtelijk besluit wordt echter wel duidelijk dat op het gebied van brandveiligheid veel wijzigingen ten opzichte van het huidige Bouwbesluit 2003 worden doorgevoerd. Onderstaand een korte opsomming van de belangrijkste wijzigingen: Er worden veel nieuwe begrippen ingevoerd en veel bestaande begrippen krijgen een andere benaming. Rookvrije vluchtroute wordt bijvoorbeeld beschermde verkeersruimte, brand- en rookvrije vluchtroute wordt extra beschermde verkeersruimte en veiligheidstrappenhuis wordt veiligheidsverkeersruimte. De rookcompartimentering verdwijnt; in plaats daarvan moeten brandcompartimenten in (grotere) subbrandcompartimenten worden onderverdeeld. Dit betekent echter niet dat er geen eisen meer worden gesteld aan de rookwerendheid. Tussen subbrandcompartimenten en andere besloten ruimten in hetzelfde brandcompartiment geldt in het nieuwe Bouwbesluit naast een wbdbo-eis ook een wrd-eis. NB. Net als in Bouwbesluit 2003 wordt geen wrd-eis gesteld tussen een brandcompartiment en een andere besloten ruimte. Dit is onlogisch. Verwacht wordt dat dit in de toekomst zal worden aangepast. Bezettingsgraadklassen verdwijnen; men gaat bij vluchten nu uit van concrete aantallen personen. Vluchten wordt op andere wijze opgezet; waar we nu in de basis uitgaan van 2 vluchtroutes wordt in het nieuwe concept in beginsel uitgegaan van 1 vluchtroute. Indien niet aan de voorwaarden bij deze ene vluchtroute wordt voldaan, zijn pas 2 vluchtroutes nodig. 2 vluchtroutes lijkt dus een uitzonderingsgeval. In plaats van eisen aan brandvoortplantingsklasse en eisen aan rookdichtheid wordt nu uitgegaan van de Euroklassering. Beide soorten eisen zijn daarbij samengevoegd in één afdeling. NB. Ook voor bestaande bouw wordt pagina 9/11

hiervan uitgegaan; dit is onlogisch. Naast de binnenzijde van de schacht (koker of kanaal) moet nu de binnenzijde van een andere holle ruimte onbrandbaar zijn indien grenzend aan meer dan één brand- of subbrandcompartiment en groter dan 0,015 m2. Onduidelijk is nog wat onder holle ruimten wordt verstaan. Is dit bijvoorbeeld ook een kunststof rioleringsbuis (dat niet in een schacht is gelegen)? Begrippen brandcompartiment gedeelte van een of meer gebouwen bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van brand subbrandcompartiment gedeelte van een brandcompartiment dat primair bedoeld is om slapende mensen te beschermen tegen brand vanuit een ander deel van dat brandcompartiment rookcompartiment gedeelte van een of meer gebouwen bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van rook brand- en rookvrije vluchtroute van brand gevrijwaarde rookvrije vluchtroute die uitsluitend door verkeersruimten voert rookvrije vluchtroute van rook gevrijwaarde route die begint bij een toegang van een rookcompartiment of een subbrandcompartiment, uitsluitend voert over vloeren, trappen of hellingbanen en eindigt op een veilige plaats, zonder dat gebruik behoeft te worden gemaakt van een lift besloten ruimte Een ruimte waarvan bij een eventuele brand de capaciteit van de rookafvoer en luchttoevoer niet voldoende is om te verzekeren dat altijd door die ruimte kan worden gevlucht zonder dat de adem hoeft te worden ingehouden pagina 10/11

niet besloten ruimte Een ruimte waarvan bij een eventuele brand de capaciteit van de rookafvoer en luchttoevoer voldoende is om te verzekeren dat altijd door die ruimte kan worden gevlucht of kan worden betreden voor reddingswerkzaamheden, zonder dat de adem hoeft te worden ingehouden bijdrage tot brandvoortplanting de mate waarin een bouwmateriaal(combinatie) een bijdrage levert aan de brandvoortplanting rookdichtheid de optische dichtheid per afgelegde lichtweg vuurbelasting de hoeveelheid warmte die vrijkomt per eenheid vloeroppervlakte bij volledige verbranding van alle in een ruimte / gebouw aanwezige brandbare materialen, met inbegrip van de materialen in de constructieonderdelen die zich binnen die ruimte / dat gebouw bevinden dan wel die ruimte / dat gebouw grenzen weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) de tijd gedurende welke de scheidingsconstructie tussen twee ruimten, - inclusief deuren, openingen, doorvoeringen en aansluitingen - weerstand biedt aan branddoorslag en brandoverslag onder standaardomstandigheden weerstand tegen rookdoorgang (wrd) De tijd gedurende welke de scheidingsconstructies tussen twee ruimten - inclusief deuren, openingen, doorvoeringen en aansluitingen weerstand bieden aan de rookverspreiding tussen de beschouwde ruimten in de beschouwde richting onder genormaliseerde omstandigheden. pagina 11/11