Ook van Astrid Lindgren: Lotta uit de Kabaalstraat Karlsson van het dak Madieke van het rode huis Pippi Langkous De kinderen van Bolderburen De bende

Vergelijkbare documenten
Lindgren-Bolderburen-bw(01) :54 Pagina 1 Wij uit Bolderburen

2

De gebroeders Leeuwenhart


Karlsson van het dak

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december Kerstverhaal

Verhaal: Jozef en Maria

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

De magische deur van KASTEEL013

Liedbijlage. Groepen 1-3. Cd Pyramide 2008-I, track 66. Groepen 3-4. Cd Pyramide 2008-I, track 67

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Licht Een vertelling

Velde-Stijn-Uitvinding-druk :35 Pagina 1 Stijn, uitvinder

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

Boekverslag Engels The skeleton man door Joseph Bruchac

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

Mirjam Oldenhave. fixit. Met tekeningen van Rick de Haas. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

Weg met die krokodil!

Edward van de Vendel. De grote verboden zolder

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua



Een buik van wol. Tom! Tom! Cato kwam hard aan rennen. En zei: vandaag word mevr. Catharina. 90 jaar en ik wil haar een heel mooi cadeau

E H E I M G E H E I M H E I M

Het Drakenfeestje Tekst Mathias Dellaert Illustraties Siri Austvik

Het. Boekenliefje. Helen Docherty & Thomas Docherty. Clavis

De steen die verhalen vertelt.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Op weg met Jezus. eerste communieproject. hoofdstuk 1 De droom van Jesaja. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug.

KINDEREN VAN HET LICHT

Juf Waz Noenka op de vlucht

Geschreven voor Ivy en Tess. met hun woordje Brompeltje

Haarbandjes en wedstrijdkriebels

Het mannetje van Plar Anne Cassidy. Met tekeningen van Tony Ross

De boerderij naast de onze is van meneer en mevrouw Kreitjes. Ze hebben twee kinderen, twee jongens. Flip en Willem heten ze. Zo nu en dan ga ik bij

EN TOEN KWAMEN DE MONSTERS

Wij zijn twee vrienden... jij en ik

Kijk ook op:

De sprookjesverzamelaar

Het Drakenfeestje. Tekst Mathias Dellaert Illustraties Siri Austvik

Lees ook: De regels van Floor Floor gaat door! (Getipt door de Nederlandse Kinderjury) Floor gaat ervoor!

DE NAAM JON FOSSE. NAMNET (1995) Een toneelstuk. Vertaling Tom Kleijn ********** PERSONEN. Meisje Jongen Zus Moeder Vader Bjarne ***********

De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

Hans Kuyper. F-Side Story. Tekeningen Annet Schaap. leopold / amsterdam

Het feest van de olifant

Verhaal van puppy Sepp

De jongen die niet griezelen kon

Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12. Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo?

Het raam achter het gordijn stond op een kier. Uit de nacht kwamen geluiden de kamer van Dolfje binnen. Tsjirpende krekels, brullende kikkers,

Wat was de reden dat het volk van God begon te klagen en wat riepen de mensen uit?

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Ruth 1. Ruth en Noömi

Ankie. het meisje uit de bossen van Karoetsja. Antoon Kersten ooit geschreven voor zijn kleindochter Karin. blad 1

Jimmy s thuiskomst. Er was echter één huis waar geen lichtjes brandden. Het leek haast alsof niemand daar kerstmis vierde.

Nieuwsbrief van: Sinterklaas

Kikker in de kou. geschreven door Max Velthuijs

JAN STEVENS. Voorjaarsdroom. De Wielewaal" Dordrecht 1945

Er was eens een meisje dat zich heel alleen voelde. Haar naam was Sterre. Ze hield van lezen, maar ze had maar één boek:

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018

Om een of andere reden zijn ze daar allebei heel tevreden

De kleine draak vindt het drakenland Iris Kater. Vandaag wil ik jullie iets vertellen over een kleine draak.

Kikkertje en de geheime schatkistjes

R o o d k a p j e - M a r i o n S n ij d e r s. d e

Stijn, uitvinder: Bommetje!

Sam en de Wonderolie Museum Catharijneconvent 2016

Simone Foekens. met illustraties van Melanie Broekhoven SpecialBooX, Zuid-Beijerland. Kinderbijbel

We bespieden de Watergeest

Het geheim van de olympische vlam

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Zombie! Tommy Donbavand. Met tekeningen van Tom Percival

Beste verpleegkundigen, hulpverleners en leerkrachten,

De wonder- baarlijke Merlijn

Boekverslag Nederlands Raak me dan, als je kan

2015 Marianne Busser en Ron Schröder 2015 Illustraties: ivan en ilia 2015 Moon, Amsterdam Ontwerp omslag en binnenwerk: Petra Gerritsen

geheim nooit aan iemand anders vertelt. En vooral niet aan grote mensen. Dat zou rampzalige gevolgen hebben. Ze zouden zeggen dat ik een gevaarlijke

E H E I M G E H E I M H E I M

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

Extra materiaal nummer 8.1 Groep 5&6

Boekverslag Nederlands Vluchten voor een glimlach

De kleine wildebras. Th. Storm. Magda Stomps. Zie voor verantwoording:

Liedboekje kinderkoor de Bubbel. september t/m december 2017

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Ernst Knijff Tineke van der Meer De ware koning

Les 13: Geboorte van Jezus.

ISBN Daniel Nesquens Sergio Mora Tattoo-papa De Vier Windstreken. De Vier Windstreken

De verloren zoon. Scholendienst in de Hoflaankerk met de Nieuwe Park Rozenburgschool 17 februari 2013

Johanna Kruit. Gedichten, geïnspireerd door bomen. Geheimen

Roodkapje. Jacob Grimm en Wilhelm Grimm. bron Jacob Grimm en Wilhelm Grimm, Roodkapje. Van Holkema & Warendorf, Amsterdam 1905.

Schilndler s list gaat over de tweede wereld oorlog. Schindler wil gebruik maken van de joden.

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

De slappe lach die je gelukkig maakt

Eerste druk, september Tiny Rutten

Langetermijn weersvoorspelling

Niet in slaap vallen hoor!

Transcriptie:

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina A

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina B

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina C

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina D Ook van Astrid Lindgren: Lotta uit de Kabaalstraat Karlsson van het dak Madieke van het rode huis Pippi Langkous De kinderen van Bolderburen De bende van de Witte Roos Emiel van de Hazelhoeve Ronja de roversdochter De gebroeders Leeuwenhart Samen op het eiland Zeekraai

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina 1 Astrid Lindgren Mio, mijn Mio vertaald door Saskia Ferwerda met tekeningen van Els van Egeraat Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina 2 Kijk ook op: www.ploegsma.nl www.astridlindgren.com Tiende druk 2014 ISBN 978 90 216 6765 2 / NUR 282 Oorspronkelijke titel: Mio, min Mio Verschenen bij: Rabén & Sjögren, Stockholm 1954 Tekst: Saltkråkan AB, Zweden Omslagillustratie: Els van Egeraat 2009 Binnenwerkillustraties: Els van Egeraat 1994 Omslagontwerp: Steef Liefting Vertaling: Saskia Ferwerda Nederlandse uitgave: Uitgeverij Ploegsma bv, Amsterdam 1967 Alle rechten voorbehouden. Uitgeverij Ploegsma drukt haar boeken op papier met het FSC-keurmerk. Zo helpen we waardevolle oerbossen te behouden.

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina 3 Inhoud 1 Hij reist door dag en door nacht 5 2 In de rozenhof 14 3 Miramis 23 4 Vinden de sterren het fijn als je voor ze speelt? 30 5 De put die s avonds fluistert 38 6 Hij reed door het Donkere Woud 49 7 De betoverde vogels 62 8 In het Dode Woud 72 9 Het diepste hol in de donkerste berg 83 10 Een klauw van ijzer 94 11 Zo n gevaarlijk zwaard heb ik nog nooit in mijn burcht gezien 106 12 Mio, mijn Mio 122

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina 4

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina 5 1 Hij reist door dag en door nacht Heeft er iemand naar de radio geluisterd de vijftiende oktober van het vorige jaar? Heeft er iemand gehoord dat ze naar een verdwenen jongen vroegen? Ze zeiden het volgende: De politie in Stockholm verzoekt aanhouding van de negenjarige Bo Vilhelm Olsson, die sinds gisteravond zes uur verdwenen is uit zijn huis, Upplandsstraat 13. Bo Vilhelm Olsson heeft blond haar en blauwe ogen en was bij zijn verdwijning gekleed in een korte, bruine broek, een grijze, gebreide trui en een kleine, rode muts. Met mededelingen over de verdwenen jongen kan men zich wenden tot de opsporingsdienst van de politie. Ja, dat zeiden ze. Maar er kwamen nooit mededelingen binnen over Bo Vilhelm Olsson. Hij was weg. Niemand is ooit te weten gekomen waar hij is heen gegaan. Niemand weet het. Alleen ik. Want ik bén Bo Vilhelm Olsson. Ik zou wel willen dat ik tenminste alles eens aan Benka kon vertellen. Ik speelde meestal met Benka. Hij woont ook in de Upp landsstraat. Hij heet eigenlijk Bengt, maar ze noemen hem allemaal Benka. En natuurlijk zegt niemand Bo Vilhelm Olsson tegen mij. Ze zeggen alleen maar Bosse. Ze zéíden alleen maar Bosse, bedoel ik. Nu ben ik verdwenen, en dus kunnen ze niets zeggen. Alleen tante Edla en oom Sixten zeiden Bo Vilhelm tegen mij. Nou ja, oom Sixten zei eigenlijk niets. Hij praatte gewoon nooit met me. Ik was het pleegkind van tante Edla en oom Sixten. Ik kwam 5

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina 6 bij ze toen ik één jaar oud was. Daarvoor woonde ik in een kindertehuis. Daar haalde tante Edla mij. Zij wilde eigenlijk een meisje hebben, maar dat kon ze niet krijgen. Daarom nam ze mij. Maar oom Sixten en tante Edla houden niet van jongens. Niet als ze acht of negen jaar worden, tenminste. Ze vonden dat het te veel lawaai in huis gaf, en dat ik te veel vuil mee naar binnen bracht als ik in het Tegnérpark had gespeeld, en dat ik mijn kleren liet slingeren, en dat ik te hard praatte en lachte. Tante Edla zei altijd dat de dag dat ik in huis was gekomen, een ongeluksdag was geweest. Oom Sixten zei niets. Ja toch, soms zei hij: Hé, jij daar. Maak dat je naar buiten komt, zodat ik je niet hoef te zien. Ik was meestal bij Benka. Zijn vader praatte altijd veel met hem en hielp hem met modelvliegtuigen maken en zette strepen op de keukendeur om te zien hoeveel Benka groeide, en zo. Benka mocht lachen en praten en zijn kleren laten slingeren zo veel hij maar wilde. Zijn vader hield toch van hem. En alle jongens mochten bij Benka thuis komen spelen. Bij mij mocht niemand komen, want tante Edla zei dat ze geen geloop van kinderen wou hebben. Dat vond oom Sixten ook. Wij hebben genoeg aan één zo n lummel van een jongen, zei hij. Soms, als ik s avonds in bed lag, wenste ik wel eens dat Benka s vader ook mijn vader was. En dan vroeg ik me af wie mijn werkelijke vader wel was, en waarom ik niet bij hem en bij mijn echte moeder mocht zijn in plaats van in het kindertehuis en bij tante Edla en oom Sixten. Tante Edla had me verteld dat mijn moeder was gestorven toen ik geboren werd. Wie mijn vader was, wist niemand, zei ze. Maar je kunt wel rekenen dat het een schooier was, zei ze. Ik haatte tante Edla om wat zij over mijn vader zei. Misschien was het wel waar dat mijn moeder was gestorven toen ik geboren werd. Maar ik wíst dat mijn vader 6

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina 7 geen schooier was. Ik lag wel eens om hem te huilen. Wie wel lief voor mij was, dat was tante Lundin van de fruitwinkel. Zij gaf mij af en toe lekkers en vruchten. Nú vraag ik me wel eens af wie tante Lundin eigenlijk is. Want het is bij haar begonnen, die dag in oktober van het vorige jaar. Die dag had tante Edla verschillende malen tegen mij gezegd dat het een ongeluk was dat ik in huis was gekomen. Vlak voor zes uur s avonds zei ze tegen me dat ik vlug even naar een bakker in de Koninginnestraat moest gaan om een soort beschuitjes te kopen die zij lekker vond. Ik zette mijn rode muts op en ging op weg. Toen ik voorbij de fruitwinkel kwam, stond tante Lundin in de deur. Zij pakte mij onder de kin en keek mij zo lang en wonderlijk aan. Toen zei ze: Wil je een appel hebben? Alstublieft, zei ik. En toen gaf ze mij een mooie, rode appel, die er lekker uitzag. Daarna zei ze: Wil je een briefkaart voor me op de bus doen? Ja, dat wil ik best, zei ik. Toen schreef ze een paar regels op een kaart en gaf die aan mij. Dag Bo Vilhelm Olsson, zei tante Lundin. Dag hoor, dág Bo Vilhelm Olsson. Dat klonk zo vreemd. Anders zei ze altijd gewoon Bosse. Ik rende naar de brievenbus bij het volgende huizenblok. Juist toen ik de kaart erin wou stoppen, zag ik dat hij glansde en straalde als vuur. Ja, de letters die tante Lundin had geschreven, glansden met een vlammend schrift. Ik kon niet laten ze te lezen. En dit stond er op de kaart: 7

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina 8 Aan de KONING HET LAND IN DE VERTE Degene die je zo lang hebt gezocht, is op weg. Hij reist door dag en door nacht, en hij draagt in zijn hand het teken, de gouden appel. Ik begreep er geen woord van. Maar ik werd zo wonderlijk koud over mijn hele lichaam. Ik haastte me de kaart in de brievenbus te stoppen. Wie was het, die door dag en door nacht reisde? En wie droeg er een gouden appel in zijn hand? Toen keek ik toevallig naar de appel, die ik van tante Lundin had gekregen. En de appel was van goud. Hij was van goud, zeg ik je. Ik had een gouden appel in mijn hand. Toen begon ik bijna te huilen. Niet helemaal, maar bijna. Ik voelde me zo alleen. Ik ging op een bank in het Tegnérpark zitten. Daar was geen mens. Ze waren allemaal naar huis gegaan om te eten. Het was schemerig in het park, en het regende een beetje. Maar in de huizen rondom was overal licht aan. Ik kon zien dat Benka s ramen ook verlicht waren. Nu zat hij daarbinnen erwten en pannenkoekjes te eten samen met zijn vader en moeder. Ik stelde me voor dat er overal waar licht aan was, kinderen samen met hun vaders en moeders zaten. Alleen ik zat hierbuiten in het donker. Alleen. Alleen met een gouden appel, waar ik niets mee wist te beginnen. Ik legde hem voorzichtig op de bank naast mij neer, terwijl ik piekerde. Er stond een straatlantaarn in de buurt, en zijn schijnsel viel op mij en op de appel. Maar het schijnsel viel ook nog op iets anders, dat op de grond lag. Dat was een gewoon bierflesje, leeg natuurlijk. Iemand had de hals dicht gestopt met een stukje hout. Zeker een van de kleine kinderen die s morgens gewoon- 8

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina 9 lijk in het park speelden. Ik raapte het flesje op en las het etiket. N.V. Stockholmse Bierbrouwerijen, Klasse II stond erop. En opeens, terwijl ik daar zit te lezen, zie ik dat er zich iets binnen in de fles beweegt. In Duizend-en-een-nacht, dat ik eens uit de bibliotheek heb geleend, staat iets over een geest die in een fles werd opgesloten. Maar dat was ver weg in Arabië en wel duizenden jaren geleden, en het zal ook wel geen gewoon bierflesje zijn geweest. Het zal wel heel zelden voorkomen dat er geesten in de bierflesjes van Stockholmse Bierbrouwerijen zitten. Maar hier was er in elk geval een. Het was een geest, werkelijk, die in het flesje zat. Maar het leek wel of hij eruit wilde. Hij wees op het stukje hout dat de halsopening afsloot, en keek mij toch zo smekend aan. Ik was nou niet bepaald gewend aan geesten, dus ik was bijna bang om het stukje hout weg te trekken. Maar eindelijk deed ik het, en met een hevig gebruis vloog de geest uit de fles en begon te 9

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina 10 groeien, te groeien, tot hij zo groot was dat hij eindelijk hoger was dan alle huizen om het Tegnérpark heen. Zo doen geesten, ze kunnen inkrimpen en zo klein worden, dat ze in een fles kunnen en het volgend ogenblik kunnen ze groeien en zo groot als huizen worden. Je kunt je niet voorstellen hoe bang ik werd. Ik beefde over mijn hele lichaam. En toen sprak de geest tegen mij. Zijn stem was één luid gebruis, en ik bedacht dat tante Edla en oom Sixten dat eens moesten horen, die altijd vinden dat je te hard praat. Kind, zei de geest tegen mij, je hebt me uit mijn gevangenis gered. Zeg zelf hoe ik je kan belonen. Maar ik wilde geen beloning hebben, alleen maar omdat ik een stukje hout uit een fles had gehaald. De geest vertelde dat hij de vorige avond in Stockholm was aangekomen, en toen was hij in de fles gekropen om te slapen. Want flessen zijn de beste slaapplaatsen die geesten maar kunnen bedenken. Maar terwijl hij sliep, had iemand de opening afgesloten. En als ik hem niet had gered, had hij misschien wel duizend jaar in de fles moeten blijven, tot het stukje hout verrot was. En dat zou mijn meester, de koning, niet behaagd hebben, zei hij min of meer voor zichzelf. Toen vatte ik moed en vroeg: Geest, waar kom je vandaan? Het was een ogenblik doodstil. Maar toen zei de geest: Ik kom uit het Land in de Verte. Hij zei het zo luid, dat het door mijn hoofd galmde en dreunde, en er was iets in zijn stem dat mij naar dat land deed verlangen. Ik voelde dat ik niet kon leven als ik daar niet mocht komen. En ik strekte mijn armen naar de geest uit en riep: Neem mij mee! O, neem mij mee naar het Land in de Verte! Daar is iemand die op mij wacht. 10

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina 11 De geest schudde zijn hoofd. Maar toen hield ik hem de gouden appel voor, en de geest slaakte een luide kreet: Je draagt het teken in je hand! Jij bent degene die ik ben komen halen! Jij bent degene die de koning zo lang heeft gezocht! Hij bukte zich en tilde mij in zijn armen op, en het zong en galmde om ons heen toen wij door de ruimte omhoogstegen. Wij lieten het Tegnérpark ver beneden ons, het donkere Tegnérpark en alle huizen waar de vensters verlicht waren, en waar kinderen zaten te eten met hun vaders en moeders. Terwijl ik, Bo Vilhelm Olsson, daarboven onder de sterren zweefde. We waren ver boven de wolken, en we gingen voort, sneller dan een bliksemstraal en met sterker gedreun dan de donder. Sterren en manen en zonnen fonkelden om ons heen. Soms was alles zo zwart als de nacht, en soms zo blinkend licht en wit, dat ik mijn ogen dicht moest doen. Hij reist door dag en door nacht, fluisterde ik bij mezelf. Dat had er op de briefkaart gestaan. En toen opeens strekte de geest zijn hand uit en wees naar iets heel in de verte, iets groens dat in helderblauw water lag, blinkend in de zon. Daar zie je het Land in de Verte, zei de geest. Wij daalden naar dat groene. En het was een eiland, dat op de zee dreef. En in de lucht was een geur als van duizend rozen en lelies en een wonderlijke muziek, die mooier was dan enige andere muziek in de wereld. Beneden aan het strand lag een groot wit slot, en daar landden wij. Er kwam iemand aanlopen langs het strand. Dat was mijn vader, de koning. Ik herkende hem zodra ik hem zag. Ik wist dat het mijn vader was. Hij opende zijn armen, en ik vloog hem meteen om de hals. Hij hield mij lange tijd tegen zich aan. We 11

Lindgren-Mio-bw-146x213-druk(10) 30-09-14 11:35 Pagina 12 konden niets tegen elkaar zeggen, toen. Ik klemde alleen mijn armen om zijn hals, zo stijf ik maar kon. O, wat wou ik graag dat tante Edla mijn vader de koning eens had kunnen zien, hoe mooi hij was, en hoe zijn kleren schitterden van goud en diamanten. Zijn gezicht leek op dat van Benka s vader, alleen was hij nog mooier. Het was jammer dat tante Edla hem niet kon zien. Dan zou ze gezien hebben dat mijn vader geen schooier was. Maar tante Edla had gelijk dat mijn moeder was gestorven toen ik geboren was. En die domme mensen van het kindertehuis hadden er nooit aan gedacht mijn vader de koning bericht te sturen waar ik was. Hij had negen lange jaren naar mij gezocht. Ik ben zo blij dat ik eindelijk terecht ben gekomen. Ik ben hier nu al tamelijk lang. En ik heb het de hele dag even fijn. En iedere avond komt mijn vader de koning mijn kamer in, en dan maken we modelvliegtuigen en praten we met elkaar. En ik groei en maak het goed in het Land in de Verte. Mijn vader de koning zet iedere maand een streep op de keukendeur om te zien hoeveel ik gegroeid ben. Mio, mijn Mio, wat ben je alweer een geweldig stuk gegroeid, zegt hij als we meten. Mio, mijn Mio, zegt hij, en dat klinkt zo zacht en warm. Per slot van rekening heet ik helemaal geen Bosse. Ik heb je negen lange jaren gezocht, zegt mijn vader de koning. Ik heb s nachts wakker gelegen en gedacht: Mio, mijn Mio. Dan kan ik toch wel weten dat je zo heet? Zie je wel. Die naam Bosse was verkeerd, zoals ook al het andere verkeerd was toen ik in de Upplandsstraat woonde. Nu is het goed gekomen. Ik houd zo veel van mijn vader de koning, en hij houdt zo veel van mij. 12