Evenwicht 1 C Bij constante druk neemt door toevoegen He het volume toe minder gasdeeltjes per L evenwicht verschuift naar kant met meeste gasdeeltjes meer P B Bij volumevergroting verschuift het evenwicht naar de kant met de meeste gasdeeltjes, dus naar rechts D Toevoegen van een vaste stof heeft geen invloed op de evenwichtsligging; bij langzaam indampen verandert de temp. niet en dus ook het ionenproduct niet; toevoegen van HNO onttrekt OH evenwicht verschuift naar rechts, naar meer Cu +
Structuur 1 B X Z, bijvoorbeeld X = 1+, 1 valentie-elektron en Z =, 6 valentie-elektronen; X is vast, dus metaal D 89,5 Tl 04,4 = = 0,667 = Tl O 10,5 O ; O = Tl = + 16,00 A Een verzadigde verbinding zou de formule C 10 H 0 O hebben; deze verbinding heeft dus een tekort van H één dubbele binding of ringstructuur; een drievoudige binding kan dus niet 4 A bindingssterkte neemt af in volgorde H-brug > dipool-dipool > Van der Waals; in 1- propaanamine wordt de H-brug het minst afgeschermd
Insecticide 1 Broom-in-het-donker is een reagens voor onverzadigde verbindingen. Er treedt geen reactie op, dus een molecuul gammexaan bevat geen dubbele en drievoudige bindingen / in een molecuul gammexaan komen alleen enkelvoudige bindingen tussen koolstofatomen voor. Berekening van het aantal mmol zilverchloride dat is neergeslagen: 40 delen door 14, Aantal mmol chlooratomen in 145 mg gammexaan = aantal mmol neergeslagen zilverchloride Berekening van het aantal mmol gammexaan dat heeft gereageerd: 145 delen door 91 Berekening van het aantal chlooratomen per molecuul gammexaan (is gelijk aan het aantal mmol chlooratomen per mmol gammexaan): aantal mmol chlooratomen delen door aantal mmol gammexaan Berekening massa van 6 chlooratomen: 1 u Berekening van het verschil tussen de molecuulmassa van gammexaan en de massa van 6 chlooratomen: 91 u minus de berekende massa van 6 chlooratomen Constatering dat dit verschil groter is dan de massa van 6 koolstofatomen en kleiner dan de massa van 7 koolstofatomen. 4 Voorbeelden van juiste structuurformules (met een hoge symmetrie) zijn: Voorbeelden van onjuiste structuurformules die een iets lagere symmetrie hebben, zijn: Voorbeelden van structuurformules met een te lage symmetrie: Identieke structuurformules (bijvoorbeeld dezelfde structuurformule in verschillende notatie of dezelfde structuurformule in verschillende conformatie) moeten als één structuurformule worden opgevat.
Analyse 1 E E B 4 C 1,5 Fe O 4 Fe O ; 0,498 : 0,500 = 96,% 159,7 5 6 pv 1,015 10 50 10 pv = nrt n = = = 1,0 10 0,74 g g mol = 6, RT 8,145 95,65-1,0 10 mol mol 14 NH ipv NH ; dit levert voor N = 4 5 u 4,01 g mol = 0,1005 mol per L 10,00 ml 1,005 mmol; 0,50 ml 0,05000 = 1,05 mmol; 40,00 mol L % afwijking mag niet; er is teveel ml zoutzuur nodig (omdat het in de buret verdund werd)
Melkzuur 1 K z (HM) = 1,4 10 4 x K z = ( > 10 x is niet verwaarloosbaar),0 10 x [ ] met abc-formule of de equationsolver geeft dit x = [H O + ] =,4 10 ph =,4 K z (HM) K = = K (H CO ) z 1,4 10 4,5 10 4 7 =,1 10 K z (H CO ) = [H O + ] 4 Bij ph = 7,40 is [H CO ] = [HCO ] [HCO ] K z (H CO) = = [H CO ] [H CO ] + [H O ] 0,0 11, = 1,9 10 ph = 7,5: [H O + ] = 4,47 10 8 1,9 10 + x = 0,0 x x =,5 10 4 mol L 1,5 10 4 mol 8 4,47 10 7 4,5 10 7 4,5 10 7,40 10 = 11(,) = 0,099 1,099x = 0,00 1,9 10 + 5 K z (HCO ) = [H O + 7,40 [CO ] [HCO ] [HO ] 10 ] = = = 8, 10 11 [HCO ] [CO ] K z (HCO ) 4,8 10 [CO ] = 0,0 / 8, 10 =,7 10 5 mol L 1 [Ca + ] = 5 10 9 /,7 10 5 = 10 4
Explosief kunstmest 1 H N (A) (B) NH O O (C) NO H O O NO NH (D) O + H O (E) (B) (F) HNO NH 4 NO N O (G) + H O N + H NH N + O NO 4 NH + 5 O 4 NO + 6 H O NO + O NO 4 NO + O + H O 4 HNO NH + HNO NH 4 NO NH 4 NO N O + H O
Extractie beter met kleine beetjes 1 Als je begint met een hoeveelheid W o S in oplosmiddel 1, verdeelt deze zich bij extractie over de twee lagen: W o = (C S ) 1 V 1 + (C S ) V Omdat D = ( C ) s : W o = (C S ) 1 V 1 + D(C S ) 1 V 1 = (DV + V 1 )(C S ) 1 C ( s ) 1 Na verwijderen van oplosmiddel is de resthoeveelheid S in oplosmiddel 1: V1 W 1 = (C S ) 1 V 1 = Wo DV V + 1 Herhalen van de extractie met een verse hoeveelheid V oplosmiddel verdeelt de hoeveelheid W 1 S op gelijke wijze. Na verwijderen van oplosmiddel is de resthoeveelheid S in oplosmiddel 1: V1 V W = (C S ) 1 V 1 = W1 DV V 1 = o + W 1 DV V enz. Dus na n extracties met een verse + 1 hoeveelheid V oplosmiddel is de resthoeveelheid S in oplosmiddel 1: n V 1 W n = W o DV V + 1 a) De restfractie S na 1 extractie met 100 ml chloroform: 1 W1 50 1 = = W o, 100 + 50 f = 0,15 Het percentage geëxtraheerd S is 100 1,5 = 86,5% b) De restfractie S na 4 extracties met telkens 5 ml chloroform is dan: 4 W4 50 4 = = W o, 5 + 50 f = 0,0 Het percentage geëxtraheerd S is 100, = 97,8% (Dit resultaat geeft aan dat opeenvolgende extracties met kleinere hoeveelheden extractiemiddel effectiever is dan een extractie ineens met de totale hoeveelheid extractiemiddel.) maximaal 4 punten 100,0 0,01 = 0,01 = 0,469 n n = 1, 5,0 + 100, 0 Er zijn dus 4 extracties nodig. n log 0,01 log 0,469 =,9
Oplaadbare batterij 1 Het juiste antwoord kan op verschillende manieren zijn geformuleerd, bijvoorbeeld: o RT 1 o pluspool: V + = V+ + ln met V F + = 0,490 of bij 5 C: V + = 0,490 0,059 log [OH ] [OH ] en o RT 1 o minpool: V = V + ln met V F = 0,809 of bij 5 C: V = 0,809 0,059 log [OH ] [OH ] Cd(s) + NiO(OH)(s) + H O(l) Ni(OH) (s) + Cd(OH) (s) V bron = V 0,059/n log Q; hierin is de concentratiebreuk Q = 1 o o V bron = V = V V 1 = 0,490 ( 0,809) = 1,99 V 4 700 mah = 0,700 A 600 s = 50,0 C 50,0 C 96485 C mol = 0,06 mol elektronen =ˆ 0,06 g = 0,01 mol Cd =ˆ 0,01 mol Cd 11,4 mol = 1,47 g Cd
Puzzel met zoete bijsmaak 1,5 g A 1,5 g A 14 g A 1 Het juiste antwoord is 1,48 C ( = = ; vriespunt = 0 14 1, 86 ). 100 g oplossing 87,5 g water kg water 180 0,8640 g A levert bij volledige verbranding 0,5184 g H O en 1,67 g CO 0,8640 g A bevat dus 18 0,5184 = 0,0576 g H en 1 44 1,67 = 0,456 g C en 0,8640 0,0576 0,456 = 0,4608 g O 180 g A (1 mol) bevat 180 0, 0576 = 1 g H ( = 1 mol), 180 0, 456 = 7 g C (= 6 mol) en 0,8640 0,8640 96 g O (= 6 mol) De molecuulformule van A = C 6 H 1 O 6 A voldoet aan de formule C n (H O) m Conclusie dat A (komt voor in de natuur, geeft een ph-neutrale oplossing is dus geen zuur ) een koolhydraat (sacharide, suiker, (poly)hydroxycarbonyl) is. 4 A is een hexose (een zes-suiker) en heeft dus in de structuurformule vijf hydroxygroepen en één carbonylgroep. A (een onvertakte carbonylverbinding) heeft in zijn niet-cyclische vorm asymmetrische centra: de carbonylgroep (CO-groep) is dus niet eindstandig (A is dus een ketohexose) Conclusie dat CH OHCO(CHOH) CH OH (bv. D-fructose) een mogelijke structuurformule is.
Peptidehormonen 1 matrijsstreng ' ACAATATAAGTTTTAACGGGGGAACCC 5' mrna 5' UGUUAUAUUCAAAAUUGCCCCCUUGGG ' oxytocine H N Cys Tyr Ile Gln Asn Cys Pro Leu Gly COOH De beide Cys-aminozuren kunnen met hun zijgroepen aan elkaar koppelen. Er ontstaat een ringstructuur met (sterke) zwavelbrug ( S S ) 4 Het derde aminozuur (gerekend vanaf N-uiteinde is Ile. Dit wordt vervangen door Phe. Phe heeft tripletcode 5' UUU of UUC met matrijs-dnacode ' AAA of AAG. Matrijs-DNA had op die plaats ' TAA. Er mag maar 1 base vervangen worden AAA TAA: dus de 1 e base in dit triplet T A. Het achtste aminozuur is Leu. Dit wordt vervangen door Arg. Arg heeft tripletcode 5' CGU(of C,A,G) of AGA(of G) met matrijs-dnacode ' GCA (of G,T,C) of TCT(of C). matrijs-dna had op die plaats ' GAA Er mag maar 1 base vervangen worden GAA GCA: dus de e base in dit triplet A C.