INFORMATIE BLAD VERGELIJKING VAN DE EFFECTEN VAN DE ZIEKTE EN DE NEVENEFFECTEN VAN DE VACCINS Prof Dr Dirk Devroey (VUB) Bron: The Australian Immunisation Handbook 10th Edition en de recente literaruur ZIEKTE GEVOLGEN VAN DE ZIEKTE NEVENWERKING VAN HET VACCIN Difterie - bacteriën verspreiden zich door luchtdruppeltjes; veroorzaakt ernstige keel en ademhalingsmoeilijkheden. Hepatitis A - virus verspreid door contact of inname van fecaal besmet water / voedsel of door contact met het fecale materiaal van een persoon die is geïnfecteerd met hepatitis A. Hepatitis B - virus voornamelijk verspreid door bloed, seksueel contact of van moeder op pasgeboren baby; veroorzaakt acute hepatitis (leverinfectie) of chronische infectie ('drager'). Hib - bacteriën verspreiden zich door luchtdruppeltjes; veroorzaakt meningitis (infectie van de weefsels rondom de hersenen), epiglottitis (ademhalingsobstructie), septikemie (infectie van de bloedbaan) en septische artritis (infectie in de gewrichten). Humaan papillomavirus - verspreidt zich voornamelijk via seksueel contact; tot 80% van de bevolking zal op enig moment in hun leven met HPV zijn besmet. Sommige HPVtypen zijn geassocieerd met de ontwikkeling van kanker. Tot 1 op 7 patiënten overlijdt. De bacteriën maken een toxine vrij, dat zenuwverlamming en hartfalen kan veroorzaken. Ten minste 7 van de 10 volwassen patiënten ontwikkelen geelzucht (gele verkleuring van de huid en ogen), koorts, anorexia (verminderde eetlust), misselijkheid, braken, (lever)pijn of malaise (vermoeidheid). Ongeveer 1 op de 4 chronische dragers ontwikkelt cirrose of leverkanker. Ongeveer 1 op 20 meningitispatiënten sterft en ongeveer 1 op de 4 overlevenden heeft permanente hersen- of zenuwbeschadiging. Epiglottitis is snel en onveranderlijk fataal zonder behandeling. Ongeveer 7 op de 10 baarmoederhalskankers wereldwijd zijn geassocieerd met HPV-16 en 1 op 6 met HPV-18. Ongeveer 1 op de 5 zal plaatselijke zwelling, roodheid of pijn op de injectieplaats hebben. Ongeveer 1 op 20 heeft plaatselijke zwelling, roodheid of pijn op de injectieplaats en 2 op de 100 zullen koorts hebben. Anafylaxie treedt op bij ongeveer 1 op 1 miljoen. Er is GEEN oorzakelijke link tussen het hepatitis B vaccin en multiple sclerose. Ongeveer 1 op 20 heeft plaatselijke zwelling, roodheid of pijn op de injectieplaats. Ongeveer 1 op 50 heeft koorts. Ernstige bijwerkingen zijn zeer zeldzaam. Ongeveer 8 op 10 zal pijn hebben en 2 op 10 lokale zwelling, roodheid of pijn op de injectieplaats. Hoofdpijn, koorts, spierpijn en vermoeidheid kunnen voorkomen bij maximaal 3 op de 10 mensen.
Influenza - virus verspreid door respiratoire druppels; veroorzaakt koorts, spier- en gewrichtspijn, longontsteking. Ongeveer 1 op 10 tot 1 op de 5 personen krijgt elk jaar griep. Mazelen - zeer besmettelijk virus verspreid door respiratoire druppels; veroorzaakt koorts, hoest en huiduitslag. Meningokokkeninfectie - bacteriën verspreid door respiratoire druppeltjes; veroorzaakt bloedvergiftiging (infectie van de bloedbaan) en meningitis (infectie van de weefsels rondom de hersenen). Bof - virus verspreid door speeksel; veroorzaakt gezwollen nek en speekselklieren en koorts. Er zijn naar schatting 1000 sterfgevallen bij mensen ouder dan 50 jaar elk jaar in België. Veroorzaakt verhoogde ziekenhuisopname bij zeer jonge kinderen (jonger dan 5 jaar) en ouderen. Andere risicogroepen zijn zwangere vrouwen, obese mensen, diabetici en anderen met bepaalde chronische medische aandoeningen. Ongeveer 1 op de 15 kinderen met mazelen ontwikkelt longontsteking en 1 op de 1000 ontwikkelt encefalitis (hersenontsteking). Voor elke 10 kinderen die mazelencefalitis krijgen, sterft 1 en velen hebben permanente hersenschade. Ongeveer 1 op 100 000 ontwikkelt SSPE (hersendegeneratie), wat altijd dodelijk is. Ongeveer 1 op de 10 patiënten sterft. Van degenen die overleven, hebben 1 tot 2 op de 10 blijvende problemen op de lange termijn, zoals verlies van ledematen en hersenbeschadiging. Eén op de 5000 kinderen ontwikkelt encefalitis (hersenontsteking). Eén op de vijf mannen (adolescent / volwassene) ontwikkelt een ontsteking van de teelballen. Af en toe veroorzaakt de bof onvruchtbaarheid of permanente doofheid. roodheid of pijn op de injectieplaats. Koorts komt voor bij ongeveer 1 op de 10 kinderen in de leeftijd van 6 maanden tot 3 jaar. Het Guillain-Barrésyndroom komt voor bij ongeveer 1 op 1 miljoen. Er is GEEN causaal verband aangetoond tussen het H1N1 vaccin en narcolepsie, Er is GEEN causaal verband aangetoond tussen het Guillain-Barré syndroom en het griep vaccin. roodheid of pijn op de injectieplaats of koorts. Ongeveer 1 op de 20 ontwikkelt een huiduitslag, die niet-infectieus is. Laag aantal bloedplaatjes (veroorzaakt bloeduitstortingen of bloedingen) treedt op na de 1e dosis van het MMR-vaccin met een verhouding van ongeveer 1 op 20.000 tot 30.000. Ernstige bijwerkingen zijn zeer zeldzaam (<1 per miljoen vaccins). roodheid of pijn op de injectieplaats, koorts, prikkelbaarheid, verlies van eetlust of hoofdpijn (conjugaatvaccins). Ongeveer 1 op 2 heeft een lokale reactie (polysaccharidevaccin). Ongeveer 1 op de 100 kan zwelling van de speekselklieren ontwikkelen. Ernstige bijwerkingen zijn zeer zeldzaam.
Kinkhoest - bacteriën verspreiden zich door luchtdruppeltjes; veroorzaakt 'kinkhoest', met langdurige hoest die tot 3 maanden aanhoudt. Pneumokokkeninfectie - bacteriën verspreid door respiratoire druppels; veroorzaakt bloedvergiftiging (infectie van de bloedbaan), meningitis (infectie van de weefsels rondom de hersenen) en af en toe andere infecties. Polio - virus verspreid in uitwerpselen en speeksel; veroorzaakt koorts, hoofdpijn en braken en kan overgaan tot verlamming. Rotavirus - verspreid via fecale-orale route; veroorzaakt gastro-enteritis, die ernstig kan zijn. Ongeveer 1 op 125 baby's jonger dan 6 maanden met kinkhoest sterft aan longontsteking of hersenschade. Ongeveer 3 op de 10 mensen met meningitis sterft. Een derde van alle gevallen van pneumonie en tot de helft van de hospitalisaties van pneumonie bij volwassenen wordt veroorzaakt door een pneumokokkeninfectie. Hoewel veel infecties geen symptomen veroorzaken, sterven er tot 3 op de 10 patiënten met paralytische polio, en veel patiënten die overleven, zijn permanent verlamd. De ziekte kan variëren van milde diarree tot ernstige dehydraterende diarree en koorts, wat kan leiden tot de dood. Bij kinderen jonger dan 5 jaar, vóór introductie van het vaccin, werd een belangrijk aantal opgenomen in het ziekenhuis, hadden huisartsenbezoeken nodig of brachten een bezoek nodig aan de spoedafdeling. Ongeveer 1 op de 5 heieft lokale zwelling, roodheid of pijn op de injectieplaats of koorts (geconjugeerd vaccin). Tot 1 op 2 heeft plaatselijke zwelling, roodheid of pijn op de injectieplaats (polysaccharidevaccin). Lokale roodheid, pijn en zwelling op de injectieplaats komen vaak voor. Tot 1 op de 10 heeft koorts, huilen en verminderde eetlust. Ernstige bijwerkingen zijn zeer zeldzaam met het inspuitbaar vaccin. Vaccin geassocieerde paralytische poliomyelitis treedt alleen op bij het oraal poliovirus vaccin. Maximaal 3 op de 100 kunnen diarree of braken ontwikkelen in de week na ontvangst van het vaccin. Ongeveer 1 op de 17 000 baby's kan in de eerste paar weken na de 1e of 2e vaccindosis een darminvaginatie ontwikkelen.
Rodehond - virus verspreid door respiratoire druppels; veroorzaakt koorts, uitslag en gezwollen klieren, maar veroorzaakt ook ernstige misvormingen bij baby's van besmette zwangere vrouwen. Tetanus - veroorzaakt door toxine van bacteriën in de bodem; veroorzaakt pijnlijke spierkrampen, convulsies, kaak. Varicella (waterpokken) - zeer besmettelijk virus; veroorzaakt laaggradige koorts en vesiculaire uitslag (met vloeistof gevulde vlekken). Reactivering van het virus later in het leven veroorzaakt herpes zoster (gordelroos). Patiënten ontwikkelen meestal uitslag, pijnlijke gezwollen klieren en pijnlijke gewrichten. Eén op de 3000 ontwikkelt een laag aantal bloedplaatjes (veroorzaakt bloeduitstortingen of bloedingen); 1 op 6000 ontwikkelt encefalitis (hersenontsteking). Tot 9 op de 10 baby's die tijdens het eerste trimester van de zwangerschap zijn geïnfecteerd, hebben een belangrijke aangeboren afwijking (waaronder doofheid, blindheid of hartafwijkingen). Ongeveer 2 op de 100 patiënten overlijdt. Het risico is het grootst voor zeer jong of oud. Eén op de 100.000 patiënten ontwikkelt encefalitis (hersenontsteking). Infectie tijdens de zwangerschap kan leiden tot congenitale misvormingen bij de baby. Infectie bij de moeder rond de b leevalling leidt in maximaal een derde van de gevallen tot ernstige infecties bij de pasgeboren baby. roodheid of pijn op de injectieplaats. Ongeveer 1 op 20 heeft gezwollen klieren, stijve nek of gewrichtspijn. Ongeveer 1 op de 20 heeft uitslag, wat niet-infectieus is. Laag aantal bloedplaatjes (veroorzaakt bloeduitstortingen of bloedingen) treedt op na de 1e dosis van het MBR-vaccin, met een ratio van ongeveer 1 op 20 000 tot 30 000. Ongeveer 1 op de 5 heeft een lokale reactie of koorts. Ongeveer 3 tot 5 op de 100 kunnen een lichte varicella-achtige uitslag ontwikkelen. Ernstige
Stappenplan om te reageren op ouders Luister, evalueer en categoriseer Herken legitieme bezorgdheden Zorg voor een context Weerleg foute informatie Geef correcte informatie Erken dat het de beslissing van de ouders is om al dan niet te vaccineren Informeer hen over de mogelijke gevolgen Maak een duidelijke aanbeveling