balans & vooruitzichten



Vergelijkbare documenten
INCASSO (in miljarden euro)

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

HERVORMING VAN DE WET OP DE AANVULLENDE PENSIOENEN: WAT IS NIEUW?

Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

STANDPUNT VERZEKERINGEN

Regeringsverklaring. woensdag 31 december "Werken aan het vertrouwen"

Groenboek over pensioenen

Commissie publiceert Groenboek over aanvullende pensioenen in de interne markt

De premies die de tijdelijke handelsvennootschap (THV) DIB-Ethias Lokale Contractanten ontvangt, worden op verscheidene manieren beschermd:

Agenda. 2011, een bewogen jaar Waarheen met onze pensioenen? Besluit Questions & Answers

Kerncijfers verzekeren in Nederland. augustus 2012

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014

Persconferentie 3 maart Jaaroverzicht 2014 Zoom op schadeverzekeringen en natuurrampen De groepsverzekering in de lagerente-omgeving

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan?

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2011

PERSBERICHT. Versterking kapitaalpositie ING met 10 miljard euro

PENSIOENSPAREN ZO DOE JE HET

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2014

Rendementsgarantie 2e pensioenpijler: eindelijk oplossing! De tweede pijler wordt gevormd door ondernemingspensioenstelsels en sectorale stelsels

medische verzekeringen sinds 1944 AMMA VERZEKERINGEN De Huisarts BUITENBEENTJE AMMA VERZEKERINGEN medische verzekeringen sinds 1944

Evaluatie van de pensioenbonus

KERNCIJFERS VERZEKEREN IN NEDERLAND. december 2016

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

De kracht van een pertinente en duurzame strategie PERSCONFERENTIE

De uitdagingen van de tweede pijler voor loontrekkenden

Apra Leven is een Belgische verzekeringsonderneming die onder het prudentieel toezicht staat van de Bank (tot 31 maart 2011 was dit de CBFA).

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Bijlage 1 bij Circulaire WAP nr. 7 over de regels betreffende het paritair beheer en het toezichtscomité INHOUD

Deze mededeling geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste vaststellingen van dit onderzoek.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

10 JAAR NA DE FINANCIËLE CRISIS

Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Pensioenplan voor de arbeiders van de grind- en zandgroeven

Door een aantal wettelijke beschikkingen moest een einde komen aan dergelijke vorm van aanvullende pensioenfondsen.

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR

Doel is om voor deelnemers een beeld te schetsen van hoe het pensioen in elkaar steekt en hoe hun eigen pensioen er voorstaat.

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei

Veralgemening van de 2de pijler in pensioen en hospitalisatieverzekering. AG Employee Benefits. Trust in expertise. Jean-Michel Kupper

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003

VERZEKERINGSMAKELAAR HOUDT STAND! - DISTRIBUTIEKANALEN VAN DE VERZEKERING, CIJFERS 2014 (ASSURALIA)

GEDRAGSREGELS VAN DE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERAAR

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET

Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2015

Verzekeringen gewaarborgd inkomen: verlenging van de looptijd omwille van de verlenging van de wettelijke pensioenleeftijd.

Opgelet voor de "WAP-rendementsgarantie" in uw groepsverzekering!

Pensioenplan voor de arbeiders van de baksteensector

Zaken die niet meer zo zeker zijn

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Sociaal sectoraal pensioenstelsel Transparantieverslag 2008

Aan het college van burgemeester en schepenen,

Deelnemersbijeenkomst

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

Globaal (categorie A en B) Lid Kredietgevers (categorie B) Niet-lid Totaal

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

De dekkingsgraad van het Pensioenfonds is bijna elke maand anders. Dat komt vooral door de rentestand en onze beleggingsopbrengsten.

Position Paper DNB Concept Wetsvoorstel variabele pensioenuitkeringen 14 augustus 2015

Eurobarometer Standaard 82. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2014 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

CVO september 2014 BERICHT VAN WIJZIGING VAN VERZEKERINGSTUSSENPERSOON. Nieuw model. Verklarende nota 1

Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2016

Verkort Jaarverslag 2013

GROEPSVERZEKERING. Brochure werknemer. Mijn werk, mijn groepsverzekering, mijn toekomst!

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 24

Nieuwe regels voor de aanvullende pensioenen vanaf 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nieuwe uitdagingen voor de ziekenfondsen

De vzw Accesso werd opgericht op initiatief van Assuralia, Febelfin, de Beroepsvereniging van het Krediet, AG Insurance en Belfius Insurance.

Studiedag over pensioenen

Nieuw rapport Europese Commissie: onze pensioenen zijn wél betaalbaar

many lives blijf uw leven beleven ook tijdens uw pensioen pension plan

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

Date de réception : 27/12/2011

VIP-PLAN VOOR BEDRIJFSLEIDERS EN WERKNEMERS

De verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme

Polsslag Ondernemend Limburg juli 2015: +4,8 Ondernemersvertrouwen op hoogste peil in 4 jaar Nog geen hitterecords voor Limburgse economie

Financiële Informatiefiche voor fiscale levensverzekering

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

SECTORPENSIOENPLAN VOOR DE ARBEIDERS VAN DE BETONINDUSTRIE

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Oudedagsvoorziening nu en straks. Casper van Ewijk Netspar & Universiteit van Amsterdam

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Sectoraal pensioenstelsel voor de diamantsector Transparantieverslag 2018

MeDirect. Online vermogensbeheer, op maat gemaakt en toegankelijk voor iedereen. Hoe creëert u voor uzelf een bijkomend inkomen voor u pensioen?

Pensioensparen. Zo doe je het

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

Top Rendement Invest Pluk de vruchten van uw belegging! 4,67 % gemiddeld over de laatste 9 jaar 1!

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Bankverzekeren, klantentevredenheid, inkomstendiversifiëring: de kracht van een pertinent businessmodel PERSCONFERENTIE

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen

CONTROLEDIENST VOOR DE VERZEKERINGEN DE VOORZITTER

SOCIAAL FONDS VAN DE BETONINDUSTRIE. in samenwerking met. Sectorpensioenplan. voor de arbeiders van de betonindustrie. SFBI Sectorpensioenplan 1

COUNTRY PAYMENT REPORT 2015

Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN

Transcriptie:

balans 2011 2012 & vooruitzichten

Inhoud 3 I nleiding door Bart de Smet Voorzitter 5 V oorwoord door PhIlIPPe Colle Gedelegeerd Bestuurder 7 a lgemene omgeving 19 PerSoonSVerzekerIngen 31 SChadeVerzekerIngen 39 assuralia en zijn organisatie 45 english Summary

Tegenspoed overwinnen 2011-2012 is voor de verzekeraars niet In die context heeft het land geleden Soms is er niet veel nodig om die stille echt een periode waarin ze in ideale onder de lange periode van politiek kracht nog verder te ontwikkelen. Zo omstandigheden kunnen werken, al is immobilisme. Daardoor is het niet stelt de groepsverzekering een jongere hun activiteit nu ook geen nachtmer- mogelijk geweest belangrijke hervor- die als arbeider aan de slag gaat in een rie geworden. Verzekeraars stellen zich mingen op touw te zetten waaraan de sector die geleidelijk zijn inspanningen borg voor zekerheid, niet alleen voor de verzekeraars een significante bijdrage inzake bedrijfspensioen opvoert, in toekomst maar ook in onzekere tijden. zouden kunnen leveren, of het er nu staat een aanzienlijk betere levensstan- Als zodanig moeten zij in staat zijn stor- om gaat de structuren van onze maat- daard te bereiken aan het einde van zijn men te doorstaan, zelfs in een moeilijke schappij doeltreffender te maken of de loopbaan. Het hangt enkel van onze omgeving. 2010 vertoonde een ople- toekomst van verschillende genera- bewindslieden af om die mogelijkhe- ving na de crisisjaren 2008 en 2009. In ties tegelijk voor te bereiden. Jammer den voor iedereen bereikbaar te maken. 2011 kreeg de sector te maken met een genoeg hebben hun voorstellen ook teruglopende vraag, aanzienlijke lasten niet als uitgangspunten gediend voor Om uit de crisis te raken en te voorko- in de meeste takken en beleggingsop- de begin december geïnstalleerde men dat een dergelijke situatie zich brengsten die veeleer zorgwekkend regering. opnieuw voordoet, herziet de over- Of ze die uitdaging nu aannemen door dan opbeurend waren. Nu de conjunc- heid het reglementaire kader voor de deel te nemen aan de werkzaamheden tuur ongekende dieptepunten bereikt, Desondanks verheug ik mij erover dat sector. Het kost de verzekeraars heel van de beroepsvereniging dan wel moeten de verzekeraars zich dan ook in de verzekering niet in haar rol tekort- wat moeite om aan te tonen dat ze wel- door in de praktijk het aanspreekpunt de eerste plaats vastberaden tonen. geschoten is. De Europese Commissie iswaar door de crisis getroffen zijn, maar voor het publiek te zijn, ik ben al deze wees er onlangs op dat de Belgische dat ze veeleer een factor van stabiliteit mensen erkentelijk voor hun aandeel Het land wordt weliswaar geconfron- verzekeraars volgens de consumenten dan van ontsporing zijn. Stap voor stap in de stevigheid van de verzekering en teerd met grote uitdagingen zoals het op het stuk van keuze, vertrouwen, worden er nu regels aangepast die niet hun vermogen om zich aan een veel- absolute niveau van de overheids- opvangen van eventuele problemen en op maat van de verzekering gesneden eisende omgeving aan te passen. Ik schuld, de lage arbeidsdeelname van tevredenheid uitstekend presteren in waren. In de ondernemingen is de reken erop dat ze hun werk in 2012 met de vijftigplussers en de financieringslast vergelijking met hun collega s in andere medewerkers echter nauwelijks rust dezelfde energie voortzetten, in syner- van de toezeggingen aan de huidige en Europese landen. Dat is des te belang- gegund: niet alleen dienen ze de dwin- gie met de verschillende gesprekspart- toekomstige sociale uitkeringsgerech- rijker omdat de verzekering een grote gende termijnen van de autoriteiten ners van de sector. tigden. Toch nuanceren de verzeke- plaats inneemt in de samenstelling van in het oog te houden, maar daarnaast raars dit beeld: de werkloosheid en het het vermogen van de Belgisch huishou- moeten ze paraat blijven staan voor de begrotingssaldo zijn ongetwijfeld aan- dens dankzij de zekerheid en het ren- particulieren, bedrijven en instellingen Bart De Smet dachtspunten, al zijn ze niet ondraaglijk dement die ze tegelijkertijd biedt, zoals die op hen vertrouwen. V oorzitter en blijft de binnenlandse spaarquote door het pensioensparen geïllustreerd hoog. wordt. 2-3 i nleiding

Perspectieven bieden en samen oplossingen uitdokteren Een jaar geleden, in februari 2011, noteerde ik in dit voorwoord: Het wachten op een politieke doorbraak duurt pijnlijk lang. We weten hoe het verhaal verder ging. In de achteruitkijkspiegel blijven kijken heeft geen zin. We moeten vooruit kijken en vooruitgaan. De uitdagingen zijn immens. Samen oplossingen uitdokteren die werkbaar en efficiënt zijn en zo de mensen nieuwe perspectieven bieden. We leven met ons allen langer en daar moeten we blij om zijn. De gemiddelde levensduur bedraagt in België voor een man 77 jaar en voor een vrouw zelfs meer dan 82 jaar. De komende decennia zal de levensverwachting nog toenemen. Ons sociaal-economisch model heeft nood aan bijsturing of hervorming als we er willen voor zorgen dat we die extra jaren ook onbekommerd doorbrengen. Ook Assuralia heeft dat gedaan. Alle visies werden gebundeld in een groenboek. Zo zijn de geesten gerijpt. Het bewustzijn dat het wettelijke pensioen voor heel wat mensen niet zal volstaan raakte breed verspreid. Intussen heeft de nieuwe regering een reeks pensioenhervormingen opgestart die ons langer aan het werk zullen houden. In het kader van dit nieuwe pensioenbeleid vraagt Assuralia respect voor de op dit ogenblik te krap is om de eerste grote stap te zetten of om de huidige bijdragevoet op te trekken, dan is het niettemin belangrijk dat de sociale partners de tijdslijn bewaken zodat ze de betrokken werknemers een reëel en duurzaam perspectief kunnen bieden. In acht op de tien gevallen gaan de geïnteresseerden voor hun aanvullend beroepspensioen in zee met een verzekeraar. De zekerheid en de gemoeds- complementaire waarde van onze drie rust van een gewaarborgd kapitaal en De sanering van de financiële huishouding van ons land is inmiddels de politieke topprioriteit geworden. Beslist even dringend is het uittekenen van een beleid met als doelstelling de immer onderschatte gevolgen van de vergrijzing zo goed mogelijk op te vangen. Assuralia staat paraat om hier voluit aan mee te werken. Nieuwe maatregelen om langer aan het werk te blijven staan in de steigers. Onze buurlanden hebben die moeilijke stap al gezet. Hoe je die ingrepen op de arbeidsmarkt ook kneedt of verpakt, ze zijn nooit populair. Zeker niet bij 40 en 50plussers, een generatie die haar ouders uit de arbeidsmarkt zag stappen op een gemiddelde leeftijd van 57 à 58 pensioenpijlers. De veralgemening en verdere verdieping van het aanvullende pensioenstelsel moet volgens Assuralia het streefdoel zijn. Voor de tweede pijler bestaat hier duidelijk een draagvlak voor, zowel bij werknemers als bij werkgevers en hun respectieve vertegen- rendement bepalen mede deze keuze. Een vergrijzende bevolking betekent niet enkel dat je gepensioneerden de kans moet gunnen om over een degelijk inkomen te beschikken. Mensen leven langer waardoor het aantal zorgbehoevenden thuis of in bejaardencentra toeneemt. Beleidsmakers moeten er jaar. Dit lang geïdealiseerde of geculti- woordigers. Dat bleek opnieuw tijdens ook op toezien dat voldoende opvang veerde scenario is (helaas) voltooid ver- de ontmoetingsdag die onze beroeps- en tewerkstelling in de zorgsector leden tijd. vereniging eind 2011 organiseerde over wordt gewaarborgd. Verzekeraars zijn de pensioenplannen voor de sectoren. ook op dit terrein geschikte partners Maar langer werken is slechts een stukje Pro memorie: 38 sectoren hebben al met een rijke ervaring in het aanbieden van de puzzel. We moeten er ook voor een pensioenplan, 6 bevinden zich van lange termijn oplossingen. zorgendatdemensennaafloopvan in de opstartfase. Bij de sectoren die hun actieve carrière kunnen rekenen nog geen aanvullende pensioenvoor- Het introduceren van een zorg- of op een inkomen dat hun levensstan- ziening hebben opgezet groeit alvast afhankelijkheidsverzekering binnen de daard ondersteunt. De afgelopen jaren de belangstelling. De huidige eco- groepsverzekering kan een oplossing zijn ontelbare debatten en symposia nomische context fnuikt echter hun zijn. De overheid moet er nog mee georganiseerd over de pensioenen. enthousiasme. Als de financiële ruimte instemmen. Assuralia zal daarom haar 4-5 V oorwoord

pleidooi voor dergelijke formule blijven herhalen. Enkele cijfers illustreren alvast waar het schoentje knelt. 30% van de bevolking eindigt zijn dagen in een rusthuis. Vaak volstaat het wettelijke pensioen niet om de kost van dat verblijf te dragen. Ongeveer 60% van de bevolking heeft nood aan een of andere thuiszorg in de laatste vijf jaar van het leven. De sociale zekerheid komt hier niet of nauwelijks tussenbeide. stap: met een uitkering van 130 euro per maand beantwoordt zij echter onvoldoende aan de groeiende behoefte. Nieuwe aanvullende formules dringen zich dus op. Tot op heden bleef het wettelijke poortje naar de vrijwillige toevoeging van een zorgluik in de groepsverzekering gesloten. De verzekeraars hopen dat de federale regering dit positieve voorstel van onze sector een eerlijke kans wil geven. projecten staan op de rails om een oplossing te bieden voor de nieuwe noden van de verzekerden, vaak in samenwerking met de overheid. U leest er alles over in dit jaarverslag. Assuralia beschouwt de verplichte Vlaamse zorgverzekering als een eerste Onze beroepsvereniging is niet enkel begaan met de vergrijzing. Heel wat Philippe Colle g edelegeerd Bestuurder

Algemene omgeving t endensen terugblik op 2011 6-7 A lgemene omgeving

A lgemene omgeving Samenloop van omstandigheden Voor de verzekering was 2011 een jaar van onverwachte omstandigheden en risico s. Niets ongewoons voor verzekeraars, die als beroep precies het beheersen van risico s hebben? Zij mogen zich toch niet laten verrassen door risico s die voor statistische waarneming in aanmerking komen, en moeten zich kunnen aanpassen, ook al verschijnt er in een reeks min of meer voorspelbare factoren af en toe een zwarte zwaan (dat wil zeggen een hoogst onwaarschijnlijke gebeurtenis met een grote impact), zou je denken. Bij een samenloop van omstandigheden kan er echter ook sprake zijn van een reeks met elkaar verbonden eventualiteiten. In die zin is het wel degelijk een aaneenschakeling van volslagen nieuwe factoren die een stempel gedrukt heeft op de sector, die nauwelijks van de crisis van eind 2008/begin 2009 hersteld was. Als gevolg van die crisis, die voortkwam uit roekeloze kredieten die de kopers van derivaten van die portefeuilles uiteindelijk met toxische producten opgezadeld hebben, dienden de regeringen de banken te hulp te schieten, wat de schuldenlast van de overheden verzwaarde. Even leek het vertrouwen terug te keren. Maar tien jaar na de invoering van de euro, waardoor de verzekeraars zonder wisselkoersrisico op een veel grotere beleggingsruimte terecht konden, was de crisis er weer. Initiële politieke vergissingen, conjuncturele tegenvallers en structurele weeffouten van de eenheidsmunt of eigenlijk het gebrek aan begrotingsdiscipline in verschillende landen van de eurozone en het getalm over de reddingsplannen, stortten de financiële markten in een ongewoon lange paniektoestand. Telkens als de overheden olie op de woelige golven gooiden, bleek de storm maar voor enkele dagen te gaan liggen en vervolgens weer in alle hevigheid los te barsten. Voor de verzekeringssector zal 2010 de geschiedenisboeken ingaan als het jaar van de stabiele vooruitgang na de crisis van 2008-2009. Het totale premie-inkomen bedroeg 29,4 miljard euro in 2010, wat in vergelijking met 2009 een groei betekent van 3,4%. De premie-inkomsten Leven groeiden iets sneller dan de premie-inkomsten bij de schadeverzekeringen. Toch stegen de premie-inkomsten voor bijna alle schadeverzekeringen, behalve in de takken Krediet en Borgtocht, Arbeidsongevallen en Transport. De eerste schatting voor 2011 wijst op een daling van het premie-inkomen met ongeveer 300 miljoen euro. In het totaal komt het incasso van de Belgische ver- INCASSO (in miljarden euro) 35 30 25 20 15 10 5 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Niet - Leven Leven Individueel tak 21 Leven Groep Leven Individueel tak 23 Bron: Assuralia

Incasso Bron: Assuralia, extrapolatie na 3de trimester 2011 Verrichtingen Incasso s Nominale groei (miljoenen euro) (in %) 2010 2011 2010-09 2011-10 (schatting) (schatting) Totaal niet-leven en leven 29.414 29.141 3,4% -0,9% Totaal leven 19.103 18.494 4,0% -3,2% Leven individueel 14.349 13.678 5,7% -4,7% Gewaarborgde rente (tak 21-22) 12.146 11.421 3,6% -6,0% Beleggingsfondsen (tak 23) 1.841 2.020 34,1% 9,7% Kapitalisatie (tak 26) 362 236-24,5% -34,7% Leven groep 4.754 4.817-0,8% 1,3% Gewaarborgde rente 4.629 4.705 1,9% 1,7% Beleggingsfondsen 125 111-50,1% -10,9% Totaal niet-leven 10.311 10.647 2,4% 3,3% Ongevallen, zonder AO 423 435 2,2% 2,9% Arbeidsongevallen (AO) 1.083 1.072-2,6% -1,1% Ziekte 1.259 1.323 5,0% 5,1% Auto 3.326 3.451 3,7% 3,8% Brand 2.347 2.455 1,9% 4,6% Algemene BA 792 798-0,4% 0,7% Andere verrichtingen niet-leven 1.080 1.113 4,1% 3,0% zekeringsmarkt in 2011 uit op iets meer dan 29,1 miljard euro, wat ten opzichte van 2010 een daling van 0,9% betekent. In 2011 maakt de Belgische verzekeringsmarkt 8,2% uit van het Bruto Binnenlands Product. Dit is minder dan in 2009 en 2010, toen de penetratiegraad respectievelijk 8,4% en 8,3% bedroeg. De penetratiegraad voor de producten Niet-Leven blijft gelijk op 3%, maar bij de producten Leven daalt hij van 5,4% in 2009 naar 5,2% in 2011. Nochtans groeit het premie-inkomen Leven over deze periode, maar de Belgische economie groeit intussen sterker. De schadeverzekeringen, die wat de omzet betreft goed bestand zijn tegen economische schommelingen, tekenen ook in 2011 een lichte groei op. In de nasleep van de economische crisis daalt het premie-inkomen in de tak Arbeidsongevallen nog lichtjes. Bij Andere verrichtingen niet-leven is er in 2011 een groei van het premie-inkomen voor de takken Krediet en Borgtocht, Transport en Rechtsbijstand terwijl er een daling van het premie-inkomen is voor de takken Hulpverlening en Diverse geldelijke verliezen. Op het eerste zicht lijkt de nominale premiegroei Niet-Leven van 3,3% in 2011 belangrijker dan de 2,4% premiegroei in 2010. In reële cijfers geeft dit echter een ander beeld. Aangezien de inflatie voor 2010 op 2,2% ligt, bedraagt de reële groei van het premie-inkomen Niet-Leven 0,2%. In 2011 ligt het inflatiecijfer op 3,5%. Hierdoor komt de reële groei Niet-Leven in 2011 uit op -0,2%. Tussen 2009 en 2011 groeit het premie-inkomen Niet-Leven exact even snel als de index der consumptieprijzen, namelijk +5,8%. Het premie-inkomen Leven daalt in 2011 met 3,2% tot 18,5 miljard euro. Dit blijkt althans uit de beschikbare cijfers bij het ter perse gaan van dit verslag. Bij de levensverzekering kennen de individuele producten met gewaarborgde rente een achteruitgang, deels uit vrees voor regeringsmaatregelen om bepaalde verzekeringsproducten (extra) te belasten. De collectieve producten met gewaarborgde rente kennen daarentegen een lichte vooruitgang. De 8-9 A lgemene omgeving

A lgemene omgeving levensverzekeringen tak 23 individueel, die verbonden zijn aan beleggingsfondsen, stijgen en komen in 2011 uit op een incasso van 2 miljard euro. Dit betekent een vooruitgang van 9,7 % ten opzichte van 2010. Een mooie groei, maar het premie-inkomen ligt nog ver af van de zes miljard euro van zes jaar geleden. De levensverzekeringsproducten met gewaarborgde rente blijven als spaarvorm een vaste waarde bij het grote publiek. Deze verzekeringen waarborgen immers, als enige, een rendement op lange termijn, en dat is een uniek voordeel voor de klant. De laatste jaren hebben aangetoond dat andere beleggingsopties het risico inhouden dat de waarde van zorgvuldig opgebouwde activa snel kan kelderen. Met een globaal verlies van 4 miljard euro was 2008 een zeer slecht jaar voor de verzekeringssector. In 2009 werd er een sectorwinst van 865 miljoen euro genoteerd en in 2010 was er een winst van 1.355 miljoen euro. 2011 is voor de sector een enorm wisselvallig jaar geworden, zowel qua resultaten als qua latente meerwaarden. Na het tweede kwartaal van 2011 leek de sector op koers om het resultaat van 2010 te evenaren, terwijl de resultaten van het derde kwartaal aantonen dat dit niet het geval zal zijn. Er zijn ondertussen eenmalige afboekingen gebeurd die een belangrijke invloed hebben op het resultaat. De meeste van die afboekingen zijn afwaarderingen op Griekse overheidsobligaties. Zo zal het netto sectorresultaat in 2011 terugvallen tot een lager niveau dan dat van 2009 of 2010. Aan de hand van de definitieve cijfers, die in het najaar op www.assuralia.be beschikbaar zullen zijn, zal deze eerste balans verfijnd kunnen worden. Het einde van overheidspapier als veilige belegging? Hoewel de vertrouwenscrisis de openbare financiën harder treft dan de financiële sector, en de banken meer dan de verzekeringsondernemingen, hebben deze laatste waardeverminderingen op hun activa moeten slikken, ofwel door onder marktvoorwaarden activa te verkopen waarop koortsachtig gespeculeerd werd, ofwel door deel te nemen aan de haircut op de Griekse overheidsschuld, ofwel door afboekingen. EVOLuTIE RENDEmENT BELgISChE 10-jARIgE OLO* (2005-2011) 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% 2006 2006 2007 2008 2009 2010 2011 * OLO = Obligation linéaire / lineaire obligatie Bron: NBB

Dergelijke bijsturingen waren vroeger ondenkbaar voor Europese staatsleningen, die ruimschoots aanwezig zijn in de portefeuilles van de verzekeraars, al diversifiëren die wel tussen openbare en private emittenten en tussen openbare emittenten onderling. Nu hebben de verzekeraars hun posities in Belgische obligaties versterkt, omdat ze ervan overtuigd zijn dat de fundamentals van de Belgische economie gezond zijn. Zo is de werkgelegenheidsgraad vrij hoog, het begrotingstekort verre van alarmerend en de spaarquote bij de hoogste in Europa. Deze ontwikkelingen doen zich voor terwijl de hervormingen van het reglementaire kader die nu voor de verzekeringsondernemingen doorgevoerd worden, hun actief-passiefbeheer op losse schroeven zetten door overdreven veel aandacht te schenken aan het principe van de dagwaarde of de waan van de dag? en daarbij vergeten dat de verzekeraars uiteraard ook institutionele beleggers op lange termijn zijn. Een factor van stabiliteit die de economie hard nodig heeft, wordt zo op een wel heel slecht moment aan het wankelen gebracht. De sector heeft niettemin bevestigd dat de solvabiliteit van de ondernemingen, ondanks die samenloop van ongunstige gegevens, standhoudt en het vertrouwen van de consumenten verdient. Dat geldt voor België, net zoals dat geldt voor Europa in het licht van de in 2011 uitgevoerde impactstudies wat ook de mate van precisie ervan was en stresstests (samen met een analyse van de blootstelling aan soevereine schuld). De verzekeraars staan voor een levensgroot dilemma: het aanhouden van activa toegewezen aan voor hun solvabiliteitsmarge, in casu overheidspapier, onder de dreiging dat ze tegen marktwaarde geboekt moeten worden, terwijl een beroep op andere activa evidente volatiliteitsrisico s inhoudt. Die factor versterkt het pleidooi voor een toezicht en voor rapporteringsvereisten die meer rekening houden met de zwakke blootstelling van de verzekeraars aan de huidige onrust en met hun rol als financiële tussenpersonen die op lange, zelfs heel lange termijn werken. Een zwarte zwaan aan de Belgische hemel Dat algemene oordeel wordt niet gelogenstraft door het geval APRA Leven. Voor de eerste keer sinds het bestaan van de wet die een algemeen toezicht op de verzekeringsactiviteiten in België heeft ingevoerd (1975), verliest een verzekeringsonderneming haar toelating, als gevolg van een atypisch en riskant investeringsbeleid dat zich met name richtte op vastgoedmarkten in landen die met een abrupte conjunctuuromslag af te rekenen kregen. Ondanks de procedures inzake controle van de rekeningen en toezicht diende de onderneming ontbonden te worden. Hopelijk kunnen de lessen die uit deze ervaring zijn getrokken, door een nauwgezetter toezicht en striktere eisen voor risicobeheersing en kapitaalvorming zoals die zullen voortvloeien uit de binnenkort in te voeren nieuwe solvabiliteitsregels, ervoor zorgen dat een dergelijk geval zich niet meer zal voordoen. In het geval van APRA zijn de individuele verzekerden uit de problemen geholpen door het optreden van het Bijzonder Beschermingsfonds dat onlangs op kosten van de ondernemingen opgericht is, terwijl de bij een pensioenregeling aangesloten personen door de betrokken werkgevers gesteund zullen zijn. Solvabiliteit II: de laatste loodjes Het aftellen naar de inwerkingtreding van de Solvency II-richtlijn is volop bezig bij het verschijnen van dit verslag. Dat proces is gepaard gegaan met een intense en soms gespannen dialoog tussen de belangrijkste partijen daarin, namelijk de Europese Commissie en het Europese Parlement, de Europese autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (meestal met het Engelse letterwoord EIOPA aangeduid) en de nationale toezichthouders enerzijds en de marktpartijen anderzijds. Ook nu dienen er nog belangrijke beslissingen genomen te worden. Die hebben onder andere betrekking op technische kwesties die een grote impact kunnen hebben op de voorwaarden waaronder de verzekeraars hun producten zullen kunnen aanbieden of zich op de kapitaalmarkt financieren. Het gaat dan vooral om producten met langetermijnverplichtingen zoals pensioenen, renten en vergoedingen voor lichamelijk letsel, zonder de klanten 10-11 A lgemene omgeving

A lgemene omgeving daarvoor de excessieve kapitaalkosten die voortvloeien uit zeer volatiele solvabiliteitsmarges te moeten aanrekenen of hun keuze te beperken. Assuralia vindt het bijzonder belangrijk dat marktspelers met een kleinere portefeuille en een beperkter personeelsbestand voor een vereenvoudigde toepassing in aanmerking kunnen komen. Het proportionaliteitsbeginsel is trouwens een van de uitgangspunten van de richtlijn zelf. Nu is het zaak dat principe te laten doordringen in de werkzaamheden die de richtlijn vaste vorm moeten geven, niet alleen tot aan de inwerkingtreding van het nieuwe stelsel maar ook daarna. Zo blijft de verscheidenheid die de markten kenmerkt in stand, zowel wat de kleinere verzekeraars betreft als de grotere bedrijven die in een bepaald verzekeringssegment soms minder prominent aanwezig zijn. In de praktijk moet er een evenwicht bestaan tussen de eisen van de toezichthouders en de informatie die elke onderneming moet verschaffen. De Solvabiliteit II-richtlijn staat immers toe dat de ondernemingen hun eigen methodes gebruiken en moedigt ze daartoe zelfs aan. Dat vereist van de leiders van verzekeringsondernemingen dat ze nadenken over hun risicotolerantie en over de dekking van die risico s. Dat betekent vervolgens dat die verschillende methodeswordenopgezetopeenredelijkemanierdierekeninghoudtmetdekenmerken van elke verzekeraar, en worden goedgekeurd vóór het startsein voor de toepassing van de nieuwe richtlijn. Overigens moet worden voorzien in een geleidelijke overgang gedurende verschillende boekjaren naar de volledige toepassing van de richtlijn. Om het weerstandsvermogen zoals dat uit de jongste studies naar voren komt te bevestigen, moeten de uitvoeringsmaatregelen oordeelkundig bijgesteld worden om met name rekening te houden met het feit dat de verzekeraars beleggers op lange termijn zijn. Gezien de wet- en regelgevende agenda is een aantal aspecten van die aanpassingen uitgesteld: begrijpelijk, maar niettemin hachelijk in deze fase van het aftellen naar het aannemen van de nieuwe normen. Dat maakt de keuzes die in de loop van 2012 gemaakt moeten worden alleen maar belangrijker en ondernemingen zowel als prudentiële toezichthouders zullen klaar moeten staan om de daaruit voortvloeiende methoden onmiddellijk toe te passen. Coherentere boekhouding Naast de modernisering van de solvabiliteitseisen staat er een ander belangrijk project op stapel, namelijk de komende overgang naar internationale boekhoudstandaarden (de zogenoemde IFRS) die de jaarrekeningen van de verzekeringsondernemingen consistenter en beter vergelijkbaar moeten maken. Deze hervormingen vinden plaats op een schaal die ruimer is dan de Europese ruimte, waarbij het samenspel met de Verenigde Staten moeizaam verloopt en de agenda nog wat ingewikkelder maakt. Ze impliceren niettemin dat de Europese autoriteiten het licht op groen zetten voor de bepalingen waaraan nu gewerkt wordt. Twee aspecten betreffen meer bepaald de verzekering, namelijk de boekhouding van de verzekeringsovereenkomst enerzijds en die van de financiële instrumenten die het belangrijkste deel van de activa van de verzekeraars uitmaken anderzijds. Voor de verzekeraars gaat het erom dat de boekhouding een getrouwe weergave van hun intrinsieke financiële toestand is en er geen vertekend beeld van geeft dat opnieuw leidt tot excessieve volatiliteit in de bekendgemaakte cijfers. Ook hier gaan de inspanningen om realistisch met de verzekeringspraktijk rekening te houden gepaard met een strak tijdschema voor de verzekeraars, die zich nu al op de invoering van het nieuwe boekhoudstelsel voorbereiden. Wereldwijde dimensie Hoewel de hervorming van de solvabiliteitsvereisten en die van de boekhoudregels technisch kunnen lijken en zich afspelen op een niveau waar de stem van Europa doorslaggevend is, moet het duidelijk zijn dat het zwaartepunt van de krachtlijnen van de financiële regulering na de crisis van 2008 verschoven is. Voortaan staat de financiële stabiliteit op de agenda van de G20 en worden de grote keuzes vastgesteld binnen een groep landen die gaat van Australië tot Zuid-Afrika, natuurlijk met inbegrip van de Verenigde Staten, Europa, Japan en

de belangrijkste groeilanden (BRIC). De Financial Stability Board (FSB) is als het ware de gewapende arm van die aanpak. De Bretton Woodsinstellingen IMF en Wereldbank gaan na of de macro-economische voorschriften op de sectorale realiteit aansluiten. Ten slotte beheren de Bazelse instellingen, de Bank voor Internationale Betalingen voorop, de sectoren waaruit de wereld van het geldwezen bestaat, waarbij de internationale vereniging van verzekeringstoezichthouders (IAIS) bevoegd is voor de verzekeringsbranche. Toch brengt de verzekering geen groot systeemrisico teweeg dat in de sector en daarbuiten een kettingreactie van faillissementen op gang kan brengen. De boodschap is aangekomen aangezien de IAIS die specificiteit van de sector bevestigd heeft: voor zover de verzekeraars zich niet wagen aan activiteiten die van hun corebusiness afwijken, zal hun model hen behoeden voor systeemrisico s die uit hun portefeuille zouden voortkomen. De IAIS besluit dat, wat de verzekering betreft, situaties van vereffening van ondernemingen met een aangepast reglementair kader opgevangen moeten worden zonder klakkeloos het voor de banken geldende systeem over te nemen en toe te passen. De verzekeraars zullen deze boodschap overbrengen aan de Europese instantie die zich met het systeemrisico bezighoudt en deel uitmaakt van het Europese raamwerk voor financieel toezicht. Overigens is Bazel vandaag het centrum van nieuwe vormen van coördinatie van de principes voor het verzekeringstoezicht door middel van Insurance Core Principles, die de kern vormen van wat een verzekeringstoezicht die naam waardig zou moeten zijn, en van een Common Framework dat, liefst op een consistente wijze, toepasselijk is op internationale groepen om te voorkomen dat bepaalde verzekeraars onder een soort afzonderlijk statuut werken. Al deze maatregelen verkleinen de autonomie van wetgevers die zich op steeds symbolischere grenzen beroepen om naar eigen goeddunken te handelen. Compliance officers opleiden, natuurlijk wel... Al sinds verschillende jaren heeft er zich in de sector een nieuwe functie ontwikkeld, namelijk die van compliance officer, dat wil zeggen de persoon die moet toezien op de naleving van reglementen en procedures die op een onderneming (in casu een verzekeringsonderneming) van toepassing zijn. Die personen moeten meer bepaald erkend zijn door de Autoriteit voor Financiele Diensten en Markten, die de voorwaarden voor die erkenning vastlegt in een reglement. De circulaire van de voormalige Commissie voor het Bank-, Financieen Assurantiewezen (CBFA) over die functie zal worden herzien. In andere dossiers, zoals dat van de Griekse leningen, zijn er daarentegen organisaties opgericht die zowel bankiers en verzekeraars vertegenwoordigen om voor een vertegenwoordiging van de verschillende segmenten van de financiële sector op internationaal vlak te zorgen, zodat de verzekeraars op heel wat meer fronten aanwezig moeten zijn om hun stem daar waar nodig te laten horen. De internationale samenwerking tussen verzekeraars is dan ook intensiever geworden, zowel via de nationale verenigingen als door het streven naar synergie met de voor specifieke aspecten, zoals financieel beheer of risicobeheer, opgezette structuren om een zo groot mogelijke overtuigingskracht aan de dag te kunnen leggen. Die voorwaarden omvatten onder andere de vereiste van een opleiding en het slagen voor een examen. Assuralia en zijn opleidingscentrum werken die opleiding uit. Dat neemt niet weg dat compliance officers nog andere verantwoordelijkheden hebben dan hun plichten tegenover de FSMA. Assuralia zou het dan ook betreuren dat het wettelijke kader van die in de ondernemingen cruciaal geworden functie in overdreven mate opgesplitst zou worden als elke autoriteit die ter zake enige bevoegdheid heeft, haar eigen specifieke eisen zou opleggen. 12-13 A lgemene omgeving

A lgemene omgeving Eindelijk een regeringsprogramma De nationale wetgevende actualiteit is miniem gebleven door de langdradige regeringsonderhandelingen. Het deel van het eind 2011 tot stand gekomen akkoord dat de gefedereerde entiteiten autonomer wil maken, zendt geen schokgolven door het beleid op het vlak van de verzekering, hoewel de regionalisering van de verkeersveiligheid (vergezeld van een coördinatie die het voeren van nationale bewustmakingscampagnes wel nog mogelijk maakt), de brandweer en het Rampenfonds invloed heeft op de takken Auto en Brand. Dat betekent natuurlijk niet dat de sector of zijn beroepsvereniging geen aandacht heeft voor de beslissingen die de gefedereerde entiteiten nemen in de domeinen waarvoor ze bevoegd zijn, bijvoorbeeld de preventie van overstromingen of het beheer van het wegennet. Het deel van het akkoord over een efficiëntere federale Staat handelt vooral over het communautaire en de begrotingsbeheersing. Het voorgestelde beleid stelt zich weliswaar ten doel de werkgelegenheid van oudere werknemers op verschillende manieren aan te moedigen, waaronder het anders belasten van de tweedepijlerpensioenen, maar de uitdagingen van de vergrijzing blijven levensgroot. Het regeringsprogramma voorziet weliswaar in een uitbreiding van de aanvullende bedrijfspensioenen (zonder de praktische voorwaarden daarvan toe te lichten), maar besnoeit tegelijk op de via beroepspensioenen gevormde voordelen. Daarom heeft Assuralia erop gewezen dat de betrokken werknemers al in zeer grote mate aan de solidariteit bijdragen en dat die pensioenen in ieder geval veel meer een kwestie van voorzorg dan van voorrecht zijn, gezien de geringe dekkingsgraad van het wettelijke pensioen in verhouding tot het laatste loon van die werknemers. De sector heeft zich ook met succes verzet tegen de suggesties om al te zeer te tornen aan het statuut van het pensioensparen of van de fiscaliteit voor contracten van meer dan acht jaar. De laatste jaren hebben de opeenvolgende heffingen zoals de belasting van 1,1 % op de individuele polissen en de bijdrage aan het beschermingsfonds de ontwikkeling van de branche afgeremd en de resultaten voor toekenning van winstdeelnames aanzienlijk afgeroomd. Het is dus mooi geweest. En er is blijkbaar naar de verzekeraars geluisterd, want het begrotingsakkoord van eind november 2011 heeft dan nog wel een impact op de verzekering, het heeft geen overmatig negatieve invloed op de voorzorg. Aantal werknemers met een contract van onbepaalde duur Verdeling vrouwen / mannen (situatie op 31.12) Vrouwen mannen Totaal 2006 12.145 11.607 23.752 2007 12.408 11.640 24.048 2008 12.647 11.653 24.300 2009 12.599 11.365 23.964 2010 12.489 11.206 23.695 Bron: Assuralia

De nieuwe regering neemt het op voor de consument en belooft de prijsontwikkeling in het oog te houden; de verzekering is daarbij niet uitdrukkelijk vernoemd, maar de bedoeling is wel om zo nodig in die ontwikkeling in te grijpen. In dit verband is de autoverzekering de dienst die het gevoeligst is voor een dergelijk kritisch onderzoek, al stelt de sector gewoon vast dat de Belgische huishoudens in 1978 17,40 promille van hun uitgaven aan de post verzekeringen betreffende vervoermiddelen besteedden, terwijl dat cijfer in 2009... 17,39 promille bedroeg voor een dekking die sindsdien fors is uitgebreid (we hoeven maar te denken aan de dekking van de zwakke weggebruikers). Bovendien onderstreept het Consumer Scoreboard van de Europese Commissie de uitstekende score die de consumenten aan de belangrijkste verzekeringen geven: het Belgische resultaat overtreft meestal dat van de buurlanden. Het regeerakkoord bevestigt vervolgens de wens om de consumenten de mogelijkheid te bieden collectieve rechtsvorderingen tot schadevergoeding in te stellen. Veeleer dan aan struisvogelpolitiek te doen, heeft Assuralia er in dit dossier de voorkeur aan gegeven aan het debat deel te nemen. De beroepsvereniging heeft duidelijk uitgelegd dat de verzekeraars geen vragende partij zijn voor dergelijke procedures en gepleit voor het bevorderen van minnelijke regelingen van geschillen. Ze heeft daarbij gewezen op de noodzakelijke waarborgen die op Europese schaal in acht genomen moeten worden als de communautaire wetgever die weg zou inslaan op gebieden zoals de gevolgen van overtredingen van onder andere het mededingingsrecht, het consumentenrecht of het milieurecht. Het zou moeilijk te begrijpen zijn dat België hier zijn eigen gang gaat en daarna zijn koers moet bijstellen op grond van de uitkomst van de Europese werkzaamheden die nu bezig zijn. Ten slotte verheugen de verzekeraars zich over het voornemen om de gerechtelijke achterstand weg te werken en onze hoven en rechtbanken doeltreffender te maken, net als de rechtzoekenden, die ook gebaat zouden zijn met een doortastender werkende justitie. Meer efficiëntie in dit domein brengt voor de verzekering besparingen mee in het administratieve beheer en de interestlasten. De sector wil niets liever dan een snelle dienstverlening te kunnen garanderen. Administratieve vereenvoudigingen Aangezien de verzekering een levende materie is, onder andere door het verschijnen van nieuwe risico s en frequente wetswijzigingen, zijn aanpassingen van de verzekeringsovereenkomsten een middel om op nieuwe ontwikkelingen in te spelen. Al sinds een hele tijd zijn de belanghebbende partijen het erover eens dat die wijzigingen rechtmatig zijn, al dienen ze met de nodige omzichtigheid doorgevoerd te worden om geen afbreuk te doen aan de bescherming van de consument. Een werkgroep in de Commissie voor Verzekeringen legt de laatste hand aan een voorontwerp van wet die op dit vlak rechtszekerheid moet garanderen. Momenteel moet de verzekeraar een door de verzekeringnemer ondertekend polisbijvoegsel kunnen overleggen, waardoor hij verplicht is een archief van honderdduizenden aldus goedgekeurde verzekeringsovereenkomsten bij te houden. Het idee is nu dat de verzekeraar die instemming mag bewijzen door het feit dat de verzekeringnemer de nieuwe premie betaald heeft. Assuralia is blij dat die werkzaamheden vorderen, zowel voor wijzigingen als gevolg van nieuwe regelgeving als van andere factoren. Nu moet er nog overeenstemming gevonden worden over de termijnen waarin de verzekeringnemer zich over de aangekondigde wijzigingen moet uitspreken. Het tweede punt dat geregeld moet worden, betreft het archiveren van de voorwaarden die de wederzijdse verplichtingen vastleggen, om met zekerheid de exacte bewoordingen terug te vinden die op een verzekerde gebeurtenis van toepassing zijn. Dat zou kunnen gebeuren in het dossier Mijn verzekeringen van de klant bij zijn verzekeraar wat in het internettijdperk logisch lijkt of, als standaardprocedure, bij instellingen die daartoe gemachtigd zijn. 14-15 A lgemene omgeving

A lgemene omgeving Verandering van tussenpersoon vergemakkelijken Het evolutieve karakter van de verzekering komt ook tot uiting in de mogelijkheid voor de verzekeringnemer om het beheer van zijn verzekeringen aan een nieuwe tussenpersoon toe te vertrouwen. Nu is het gebruikelijk dat die overdracht van rechten verloopt via een pro-formaopzegging van het contract, zelfs al heeft noch de verzekeringnemer, noch de verzekeringsonderneming de bedoeling een einde te maken aan hun wederzijdse verplichtingen. Wat we vandaag onder plaatsingsmandaat verstaan een hardnekkig barbarisme geeft aanleiding tot moeilijkheden en betwistingen, vooral bij de aan de kant geschoven tussenpersoon. Daaraan zal een einde komen wanneer de klant een bericht van verandering van tussenpersoon dat klinkt al normaler kan gebruiken waarmee hij de verzekeringsonderneming zijn beslissing meedeelt om het beheer van de polis uitsluitend aan de in dat bericht genoemde tussenpersoon toe te vertrouwen en om het recht op commissieloon betreffende die polis aan de nieuwe tussenpersoon over te dragen. Die mededeling zou dan wel minstens drie maanden voor de vervaldag van de polis gedaan moeten worden en de overdracht zou op die vervaldatum effectief worden. De polis zelf en het recht op commissieloon worden in dit opzicht van elkaar gescheiden. toekenning van ecocheques is de verhoging van alleen de sectorale minimumloonschalen met 16 euro, met dien verstande dat deze verhoging geen enkele invloed op de eventuele bedrijfsloonschalen zal hebben. Het akkoord voorziet in de oprichting van acht specifieke werkgroepen, waarvan een aantal zich zal buigen over een door Assuralia aangebrachte problematiek, namelijk de vergrijzing van de sector. Bij ongewijzigd beleid, dat wil zeggen bij een jaarlijkse aanwerving van ongeveer duizend medewerkers, zal de sector geconfronteerd worden met de realiteit dat meer dan een derde van de werknemers 60 jaar oud zal zijn in 2015 en meer dan de helft ouder dan 50 jaar in 2020. Daarom heeft Assuralia duidelijk laten weten dat het een einde wilde maken aan het sectorale stelsel van brugpensioen vanaf 58 jaar, maar bereid was met de vakbonden na te denken over een betere loopbaanbegeleiding met het oog op een grotere motivering van oudere werknemers. Het Parlement speelt volop mee Assuralia wil in zijn jaarverslagen niet alleen terugblikken maar ook naar de toekomst kijken. Die benadering lijkt zeker aangewezen als het over de Europese besluitvorming met betrekking tot verzekeringskwesties gaat. Assuralia verheugt zich over de consensus die met de drie federaties van tussenpersonen (Feprabel, FVF en BVVM) bereikt is en hoopt dat de nieuwe regeling in 2012 in werking kan treden na een brede informatiecampagne. Sociaal: loon en loopbaan De sociale partners van de verzekeringssector hebben op 10 oktober 2011 een sectorakkoord voor 2011-2012 gesloten. Door de toekenning van voordelen in de vorm van ecocheques hebben ze de verhoging van de koopkracht van de werknemers, met 150 euro in 2011 en 190 euro vanaf 2012, kunnen verzoenen met de naleving van het koninklijk besluit van 28 maart 2011 dat de beschikbare loonmarges voor de jaren 2011 en 2012 vastlegt. De enige uitzondering op de Het Europese Parlement heeft sinds het Verdrag van Lissabon aan gewicht gewonnen in de totstandkoming van de Europese regels. Het laat zich gelden in concrete dossiers zoals de herziening van de solvabiliteitsregels voor verzekeringsondernemingen. Dat heeft voelbare gevolgen, zowel inhoudelijk als op het vlak van de (langere) tijd die nodig is om de besluitvorming af te ronden. Uitvoeringsbepalingen op Europees niveau In het verleden werd de uitvoering van Europese richtlijnen en verordeningen hoofdzakelijk aan de Lidstaten overgelaten, terwijl de Commissie (in samenwerking met EIOPA, de Autoriteit die het toezicht op het EU-niveau overkoepelt) nu zelf de uitvoeringsbepalingen in toenemende mate bepaalt. Dit heeft tot

gevolg dat de regels in toenemende mate gelijk worden getrokken in alle lidstaten. Daar staat tegenover dat politieke beslissingen niet noodzakelijk worden genomen met voldoende voeling met de specificiteitenvanonze nationale verzekeringsmarkt. EIOPA mist start niet De financiële crisis heeft EIOPA momentum bezorgd en zij is vast van plan om dat ten volle te benutten. Zo eist de kersverse Europese toezichthouder bijvoorbeeld erg uitdrukkelijk haar rol op voor het invullen van de zo belangrijke uitvoeringsbepalingen van de Solvency II-richtlijn. Daarnaast lanceert EIOPA meerdere publieke consultaties tegelijk, onder andere over de herziening van de pensioenfondsrichtlijn, de informatie- en verkoopspraktijken voor bepaalde renteproducten ( variable annuities ), interne klachtenbehandeling bij ondernemingen, de vereisten inzake de eigen analyse van de risico s en solvabiliteitsvoorzieningen (ORSA) en reporting. Distributie Als de nieuwe MiFID-regels worden doorgetrokken voor de verzekeringen, dan staat de Belgische verzekeringsdistributie voor een belangrijke hervorming. Geïnspireerd door het beleid in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische landen wilt de Europese Commissie bijvoorbeeld voor bepaalde levensverzekeringen een totaal verbod van commissielonen invoeren voor de onafhankelijke tussenpersonen. Ter illustratie: een (omstreden) evaluatierapport in opdracht van het Nederlandse ministerie van financiën vermeldt dat het provisieverbod de bedrijfsvoering van niet minder dan 10% van de onafhankelijke tussenpersonen in het gedrang heeft gebracht terwijl 22% melding maakt van aanzienlijke financiële problemen. De publicatie van de voorstellen ter herziening van de richtlijn verzekeringsbemiddeling (IMD) en ter invoering van bijzondere regels voor verpakte retail beleggingsproducten (PRIPs) is gepland voor februari-maart 2012. Discriminatie op basis van geslacht, leeftijd en handicap Door het fameuze en nogal cryptisch geformuleerde arrest van 1 maart 2011 mogen individuele verzekeringsovereenkomsten gesloten na 21 december 2012 nergens in de Europese Unie nog een onderscheid maken op basis van geslacht. Dat geldt zelfs wanneer geslacht een aantoonbaar relevante indicator is voor het te verzekeren risico. Geconfronteerd met de onzekerheid die dit arrest in heel Europa heeft veroorzaakt, bracht de Commissie in december 2011 richtsnoeren uit die preciseren hoe consumenten en verzekeraars het arrest moeten toepassen. Het is nu aan de markt om die toepassing nog tijdig voor mekaar te krijgen. Gelet op het feit dat deze demarche de premies omhoog duwt en tot kostelijke beheersmatige aanpassingen noopt, zijn heel wat lidstaten bovendien erg terughoudend geworden ten aanzien van het voorstel van richtlijn inzake discriminatie op basis van leeftijd en handicap. Hoewel het onwaarschijnlijk is dat de voorgestelde richtlijn als geheel in de komende maanden door de Raad van ministers geraakt, groeit de politieke consensus over het feit dat differentiatie op basis van leeftijd en handicap in de context van verzekeringen geenszins een ongeoorloofde discriminatie uitmaakt. Pensioenfondsen Terwijl het nog steeds wachten is op adequate solvabiliteitsregels voor verzekeringsactiviteiten op lange termijn, groeit de aandacht van de verzekeringssector voor de herziening van de richtlijn die het prudentiële regime voor pensioeninstellingen vastlegt. Net als in Solvency II streeft de Commissie er naar om alle risico s verbonden met het aanbieden en beheren van pensioenen op een exhaustieve en markt-consistente manier in kaart te brengen. Het spreekt voor zich dat het resultaat van deze herziening niet alleen bepalend zal zijn voor gelijke concurrentievoorwaarden in die hoedanigheid onder de beheerders van beroepspensioenen binnen de tweede pijler, maar ook het prudentiële kader 16-17 A lgemene omgeving

A lgemene omgeving voor de activiteiten van verzekeringsondernemingen binnen de tweede pijler zou moeten beïnvloeden. Collectieve vordering en alternatieve geschillenbeslechting De opwinding van de voorbije jaren rond de collectieve vordering leidt nu stilaan tot een aantal eerste concrete initiatieven. In het najaar van 2011 schetste de Commissie een concreet instrument met betrekking tot alternatieve manieren om geschillen tussen het bedrijfsleven en particulieren (B2C) op te lossen (alternatieve geschillenbeslechting). Een gelijkaardig voorstel voor de regeling van geschillen tussen bedrijven onderling (B2B) wordt voorbereid tegen het einde van 2012. Inzake de collectieve vordering plant de Commissie de publicatie van een regelgevend voorstel in de loop van juni 2012, zij het toegespitst op schade ten gevolge van inbreuken op het mededingingsrecht. Voor Assuralia blijft het belangrijk om ook op dit domein de uitwassen te voorkomen die kenmerkend zijn voor de class actions in de VS, omdat zij de toegang tot en het bereik van aansprakelijkheidsverzekering, rechtsbijstandsverzekering en herverzekering negatief beïnvloeden.

Persoonsverzekeringen 18-19 p ersoonsverzekeringen

Ap ersoonsverzekeringen lgemene omgeving Leven Nu het onevenwicht tussen jong en oud binnen de bevolking steeds duidelijker wordt en de mensen beetje bij beetje aanvoelen dat het wettelijke pensioen alleen later niet zal volstaan, zou men een groei verwachten van de individuele en collectieve levensverzekering. De cijfers wijzen echter in een andere richting: de groepsverzekering ging er in 2010 met 0,8 % op achteruit en de individuele verzekering, die toen nog met 5,7 % steeg, zakt in 2011 weer weg. Overigens moeten de verzekeraars een staatswaarborgfonds voeden dat moet optreden wanneer een verzekeraar ten onder gaat. gemaakt zijn, lijkt de boodschap te zijn aangekomen. Ze beperken zich ertoe de vervroegde uitbetaling van aanvullende pensioenen enigszins minder aantrekkelijk te maken en de fiscale voordelen van het langetemijnsparen af te toppen. De belasting van 16,5 % op de vervroegde uitkering op 60 jaar stijgt tot 20 % op die leeftijd, en tot 18 % op 61 jaar. Het fiscale voordeel wordt teruggebracht tot een uniform percentage, namelijk 30 %, terwijl dat voordien tussen 30 en 40 % lag volgens het inkomen van de betrokkene. De verzekeraars vertrouwen erop dat die op zich onprettige, maar noodzakelijke maatregelen onder meer om de activiteitsgraad van de 60- tot 65-jarigen te verhogen, zullen bijdragen aan de sanering van de openbare financiën zonder de inspanning inzake langetermijnvoorzorg van de burger teniet te doen. In deze benauwde context zou het misplaatst geweest zijn te raken aan het vertrouwenscontract met de burger, dat stabiele fiscaliteit op lange termijn veronderstelt. De individuele levensverzekering maakte het al mee toen in 2006 een bescheiden taks van 1,1 % geheven werd. Vijf jaar later is het premie-inkomen nog altijd niet op het peil van weleer. Gelet op de begrotingskeuzes die eind 2011 Intussen weegt de financiële crisis op de rendabiliteit van de verzekeraars en het vertrouwen van de burger. Een stijgende langetermijnrente zou de verzekerde ertoe kunnen aanzetten zijn levensverzekeringsovereenkomst af te kopen. Mocht hij die beslissing nemen binnen de eerste acht jaar, dan stijgt de roerende voorheffing daarop van 15 naar 21 %. gemiddelde PREmIE LEVENSVERZEKERINg PER INWONER IN BELgIË (in euro) 3.000 2.500 2.000 1.500 Leven groep 1.000 500 0 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Leven Individueel tak 23 Leven Individueel tak 21 Bronnen: CBFA / NBB + eigen berekening Assuralia

De levensverzekeraars zelf hebben nogal wat staatsobligaties in portefeuille, hetgeen tot minderwaarden zou kunnen leiden. Gelukkig kunnen de verzekeraars tegen een stoot aangezien hun dekkingsoverschot dit is het verschil tussen de technische voorzieningen en de dekkingswaarden in vergelijking met hun toezeggingen 11 % bedroeg in 2010, en nog 10 % eind 2011. Bovendien ligt hun solvabiliteitsmarge nog altijd beduidend hoger dan wat prudentieel vereist is. Het hele jaar 2011 hebben de levensverzekeraars dan ook benadrukt dat ze hun verbintenissen zeer rigoureus beheren. In de onmiddellijke toekomst moeten ze zich voorbereiden op het aanbieden van gelijke premies voor mannen en vrouwen, moeten ze de overheden doen inzien dat complexe producten en risicovolle producten niet hetzelfde zijn en moeten ze, ten slotte, de onvervangbare rol benadrukken van de aanvullende pensioenen. Voorwaar, een niet eenvoudige opdracht binnen een context van loonmatiging en besparingen in het algemeen. Gendergelijkheid heeft een prijs Statistieken bewijzen dat vrouwen ongeacht de duur van de verzekering een beduidend kleiner overlijdensrisico kennen dan mannen. Bijgevolg is het geslacht, samen met de leeftijd, een van de meest doeltreffende en bepalende actuariële criteria bij de beoordeling van een individueel levensverzekeringsrisico. Precies daarom hadden de verzekeraars een uitzondering verkregen op de eind 2007 in werking getreden Europese richtlijn die iedere vorm van discriminatie op basis van het geslacht verbiedt wat betreft de toegang en het aanbod van goederen en diensten. In een arrest van 1 maart 2011 heeft het Europees Hof van Justitie verklaard dat deze aan de verzekeraars toegestane uitzondering om in hun premies af te wijken van de algemene regels op de gelijkheid tussen mannen en vrouwen nietig is vanaf 21 december 2012. Het Hof heeft geoordeeld dat het om een overgangsmaatregel ging en dat niets de verlenging ervan rechtvaardigt. Die rechtspraak zal waarschijnlijk voor zowel de consumenten als de verzekeraars aanzienlijke gevolgen hebben. Consumenten zullen de premieverhogingen vooral voelen voor producten waar het verschil in sterftegraad vertaald wordt in een lagere premie, zoals de overlijdensverzekering voor vrouwen en renteproducten voor mannen. Aangezien het om strikt individuele producten gaat, sluit de cliënt die polissen vaak louter in zijn eigen belang. Nu de verzekeraars niet langer de actuariële geslachtsfacor mogen hanteren, zullen ze veel complexere gemiddelde RESERVE PER INWONER IN BELgIË (in euro) 15.000 10.000 Leven Groep 5.000 Leven Individueel tak 23 0 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Leven Individueel tak 21 Bronnen: CBFA / NBB + eigen berekening Assuralia 20-21 p ersoonsverzekeringen - l even