COMOL5 V.O.F. Fascinatio Boulevard 522 2909 VA Capelle aan den IJssel Postbus 4346 3006 AH Rotterdam Telefoon +31 55-538 22 22 Nadere analyse en motivatie extra te kappen bomen (Rijnlandroute, cluster 7a-6) Auteur(s) H. Post A. Theunissen, European Tree Technician Datum gewijzigd 12 oktober 2017 Referentie 1709-1185 DocumentCode P_WPK- 5.1.1_RE_RAP_01055 Versie 1.0 Project 15082 Rijnlandroute Status Definitief
Status Definitief Datum gewijzigd 12 oktober 2017 Referentie 1709-1185 Revisiebeheer Revisie Status Datum Belangrijke veranderingen 1.0 Definitief 12-10-2017 Eerste opzet Interne goedkeuring Naam Functie Afdeling Handtekening Datum Ernst van Rijn Projectarchitect 12-10-2017 Han de Jong Ontwerpleider 12-10-2017 Hans Mortier Ontwerpmanager 12-10-2017
RIJNLANDROUTE Nadere analyse en motivatie extra te kappen bomen (Rijnlandroute, cluster 7a-6) versie 1.0 / 12-10-2017 wurck architectuur stedenbouw landschap
4 RijnlandRoute/Bomencompensatieplan aanvulling (cluster 7a-6)
Nader analyse en motivatie extra te kappen bomen COMOL5 V.O.F. Fascinatio Boulevard 522 2909 VA Capelle aan den IJssel Postbus 4346 3006 AH Rotterdam Telefoon +31 55-538 22 22 Fax +31 55-538 22 44 Datum gewijzigd 12 oktober 2017 Referentie 1709-1185 Documentcode P_WPK- 5.1.1_RE_RAP_01055 versie 0.1 Project 15082 Rijnlandroute Status Concept door wurck Boom Ontzorging wurck architectuur stedenbouw landschap 5
Nadere analyse en motivatie extra te kappen bomen (Rijnlandroute, cluster 7a-6)/ versie 27 09 2017 1 Inleiding Voor de realisatie van het Rijnlandroute worden er in de gemeente Leiden houtopstanden (langs de A44 en de A4), bomenrijen en solitaire bomen gekapt. De te rooien beplantingen zijn, voor het gehele plangebied, in een vroeg stadium geïnventariseerd door bureau Tauw. Door bureau Boomontzorging is tevens een waardebepaling uitgevoerd voor de te rooien beplanting als geheel. Vanuit de APV legt de gemeente als bevoegd gezag een herplantplicht op bij de vergunningsvoorschriften. De wijze waarop aan de herplantplicht zal worden voldaan is vastgelegd in het Bomencompensatieplan Rijnlandroute (uitgangspunten voor herplant; juli 2017). In het rapport wordt ingegaan op de wijze waar en waarop de herplant van de houtopstanden, bomenrijen en solitaire bomen plaats zal vinden. In het bomencompensatieplan worden de te kappen opstanden gecompenseerd in oppervlakte, aantal, kwaliteit en waarde. De extra te kappen beplantingen zijn geïnventariseerd en ook getaxeerd door bureau Boomontzorging (september 2017). Dit rapport is één van de bijlagen bij de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het kappen van deze extra bomen. Het totale aantal bomen dat echter wordt aangevraagd bedraagt 889. Het betreft 16 solitaire bomen en 873 bomen in bosverband. Deze solitaire bomen (cluster 7a-5) worden in een aparte notitie al aangevraagd. De voorliggende notitie behandelt de bomen in bosverband in het talud van de A44 ten noorden van de Plesmanweg en aangrenzende gronden. De totale oppervlakte van de te kappen bosvakken bedraagt 0,64 hectare. De verschillende elementen worden in de volgende paragrafen nader toegelicht en geanalyseerd. In de bomentaxatie is het totaal onderverdeeld in verschillende elementen. Een aantal elementen (15 a, b en c) zijn in deze notitie voor het behoud van het overzicht samengevoegd. Voor het kappen van de eerder geïnventariseerde houtopstanden is al een omgevingsvergunning voor kappen aangevraagd en verleend. Bij de nadere uitwerking van de plannen van de Rijnlandroute is aan het licht gekomen dat er op enkele locaties extra beplanting moeten worden gerooid. Ook blijken er op enkele locaties nog bomen te staan die gekapt moeten worden, maar in eerdere inventarisaties niet zijn meegenomen. Het aantal extra te kappen bomen is ten opzichte van het totaal gering. Het is waarschijnlijk dat de locaties bij de eerste inventarisatie simpelweg over het hoofd zijn gezien of onder tijdsdruk zijn vergeten. Bij de voorliggende locaties in het talud van de A44 is waarschijnlijk uitgegaan van de veronderstelling dat deze beplanting behouden kon blijven. Het wijzigen van het talud en de noodzaak kabels en leidingen aan te leggen maakt dit echter onmogelijk. Dit was in een vroeg stadium van de planvorming al bekend. De houtopstanden hadden bij de initiële inventarisatie meegenomen kunnen en moeten worden. 6 RijnlandRoute/Bomencompensatieplan aanvulling (cluster 7a-6)
Fig u u r 1: O ve r z i c ht va n d e ex tra te kap p e n b o me n (Clu ste r 7a-6 ) 1 :4 0 0 0 en 1 :2 0 0 0 7
2 Leiden West (locaties 15a/b/c en 16a/b) Het betreft in totaal 4 bosopstanden (in de tekening zijn 15a/b/c samengevoegd tot één vak). Het zijn bosopstanden die op het huidige talud van de A44 staan ten noorden van de kruising met de Plesmanweg. De totale oppervlakte voor 15 a/b/c en 16 a/b bedraagt 0,64 ha. De beplanting van 15a/b/c bestaat uit gewone iep (Ulmus x hollandica). De beplanting van locatie 16 a/b bestaat grotendeels uit zwarte els (Alnus glutinosa) Zoals een vergelijk van de huidige en toekomstige situatie laat zien wordt het profiel van de A44 verbreed en komt de afslag meer naar het westen te liggen. Het toekomstig profiel van de A44 is formeel vastgelegd en kan niet meer gewijzigd worden. Om dit nieuwe profiel aan te kunnen leggen zullen ook de taluds moeten worden aangepast. Daarnaast zullen in de taluds en in de aangrenzende gronden kabels en leidingen moeten worden aangelegd dit gaat ten kosten van de bomen in vak 15c en 16b. Het handhaven van de bestaande beplanting is dan ook onmogelijk. Figuur 2: Beplantingstrook 15a/b/c op het talud van de afslag van A44 gezien vanuit het zuiden. De nieuwe beplanting wordt daar waar mogelijk op dezelfde plek als de huidige beplanting teruggeplaatst. Er wordt wel een ander assortiment toegepast (bosplantsoen). In het huidige masterplan waarin ook de landschappelijke inpassing van de Rijnlandroute is vastgelegd wordt het talud op de locatie 15a/b niet beplant. Het talud blijft open. Uitgaande van de eerdere inventarisaties is in het masterplan ook verondersteld dat de afschermende functie van de beplanting hier overgenomen kan worden door de bestaande beplanting buiten het werkgebied van de Rijnlandroute. Nu dit niet het geval blijkt te zijn wordt ervoor gekozen om het talud en de aangrenzende gronden opnieuw te beplanten. Op deze wijze wordt het weghalen van de iepenbeplanting gecompenseerd door het terugplanten van bosplantsoen op dezelfde locatie. Deze vorm van beplanten sluit ook aan op het oorspronkelijke gedachtengoed uit de het Landschapsplan. De bomen in de bosjes zjjn geen van allen verplantbaar. Door het opgroeien in bosverband zijn zowel de wortelkluiten als de kronen met elkaar verstrengeld en zijn de stammen relatief zwak doordat de bomen in elkaar luwte zijn opgegroeid. Verplanten zou leiden tot grote schade aan de wortelkluiten en de kronen, en op instabiliteit van de verplantte bomen. Na aanplant is de kans op aanslaan en duurzaam behoud daardoor zeer gering. Figuur 3: Beplantingsstrook 16 a/b op het talud van de afslag van de A44 gezien vanuit het noorden. 8 RijnlandRoute/Bomencompensatieplan aanvulling (cluster 7a-6)
15c 15a 15c 15a 15b 15b 16b 16b 16a 16a Fig u u r 4: H u i d i ge si t u at ie met aan d e n o ord z ij d e lo catie 15a/b/c en aan de zui dzi jde l ocat i e 1 6 a/b Fi guur 5 : De l ocat i e s 1 5 a / b/c e n 1 6 a / b ge pro j e cte e rd i n de to e komst i g s i t uat i e. In de ni e uwe si t uat i e zal zowel op l ocat i e 1 5 a / b/c a l s o p l o cat i e 1 6 a / b ni e uwe be pl a nt i ng a a nge le gd. Loca t i e 1 5 a/b zou oorspro nke l i j k ni et wo rde n be pl a nt. 9
3 Conclusie De extra te kappen bosopstanden betreffen locaties die in het verlengde liggen van de eerdere aanvragen. Het is waarschijnlijk dat indien ten tijde van de oorspronkelijke inventarisatie het ontwerp van de weg op papier en in het veld al beter inzichtelijk was geweest deze extra bosopstanden waren meegenomen bij de eerste inventarisatie. Het wegontwerp, inclusief de omgevingsinrichting, ligt al langere tijd vast en zal alleen nog verder worden uitgewerkt. Daarmee wordt direct duidelijk dat de bomen op de locaties die nu extra worden aangevraagd niet kunnen worden gehandhaafd. Verplanten van individuele bomen uit de bospercelen is niet zinvol. De bomen uit de bospercelen zijn daarvoor niet geschikt. Met het bomencompensatieplan wordt zorggedragen voor een ruime compensatie van de bestaande beplanting in omvang, oppervlakte, kwaliteit en waarde. De extra te kappen bomen vertegenwoordigen een beperkte oppervlakte, een matige kwaliteit en een geringe waarde. Compensatie van de bospercelen is niet voorzien in het bomencompensatieplan. Het deel 15a/b/c kan op de huidige locatie op het nieuwe talud en de aangrenzende gronden worden herplant en op deze wijze worden gecompenseerd. Op de locatie 15 a/b was geen nieuwe aanplant van nieuwe beplanting voorzien, maar aanleg van beplanting op deze locatie past binnen de hoofdlijnen van het masterplan als directe uitwerking van het landschapsplan. Het nieuwe talud bij locatie 16 a/b wordt opnieuw beplant en kan daarmee als compensatielocatie dienen. 10 RijnlandRoute/Bomencompensatieplan aanvulling (cluster 7a-6)
Figuur 6: Profiel 8 11
Figuur 6: Profiel 9 12 RijnlandRoute/Bomencompensatieplan aanvulling (cluster 7a-6)
13