Verslag Praktijkbijeenkomst Beheeradviezen Index N&L Sessie 2: Landgoed De Kranenkamp, Schalkhaar

Vergelijkbare documenten
Verslag. Praktijkbijeenkomst Beheeradviezen Index N&L. Sessie 1: Landgoed Heerlijkheid De Eese Eesveen

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Bermenplan Assen. Definitief

Nota van beantwoording Natuurbeheerplan 2017 herziene versie natuurbeheer

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan!

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

Eisen inrichting en beheer Landgoed De Pirk

Beleid Natuurvriendelijk maaien gestart in 2015.

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Een kijkje in de SNL-keuken

Natuurcompensatieplan aanleg gasontvangststation nabij Halfweg (gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude)

INRICHTING & BEHEER EN STARING ADVIES

Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree

Een kijkje in de SNL-keuken

Drie aardkundige monumenten

Beplantingen Elzensingel Enkele rij, 3 stuks per meter. Minimale lengte 10 m. Planten bosplantsoen (60-100cm) 1 m 4,20

2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg

Het Agrarisch Natuurbeheer in vogelvlucht

Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Natte dooradering

reconstructieplan Fogelsanghstate ontwerp L.P.Roodbaard 1840

JAARVERSLAG Inhoud. 1. Stichting Part-Ner. 2. Belangrijkste werkzaamheden Samenwerking met andere organisaties. 4.

Veenweiden en KRW Nutriënten. Verbinden van doelen en instrumenten. Wim Dijkman

Beheerplan landgoed Nieuw Cruysbergen

Bij-scholing voor de groenprofessional. Titel presentatie. subtitel

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

1. Onderhoudsgroep: snoeien, zagen, hout afvoeren; sloten op diepte houden. 2. Knotgroep: snoeien, zagen, hout afvoeren, open ruimten creëren;

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

Compensatieplan Meerdink

Subsidie natuurbeheer voor kleine particuliere beheerders

Omgevingsverordening Bijlage 10 Wezenlijke kenmerken en waarden van de Ecologische Hoofdstructuur

Natte Natuurparel Nemerlaer

Januari 2016 SNOEIPLAN Golfclub Kromme Rijn

NIEUWSBRIEF SEPTEMBER 2018

Oevers 2x maaien Oever 2

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK

Brabants Landschap Postbus ZH Haaren Tel: Fax: KWALITEITSIMPULS LANDSCHAP-

Landgoed Nabbegat inrichtingsschets

Van landbouw naar natuur. Natuurontwikkeling door particulieren met subsidie van de provincie Utrecht

Pierikstraat 16 Gaanderen

Verslag Excursie Kombos Ravon Utrecht

6. Ontwerp. N 20m. Visualisatie bovenaanzicht

REPORTAGE: HOPPER JEUGDVERBLIJF MERKENVELD, LOPPEM (ZEDELGEM)

Knelpunten van de Natuurzoom.

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK

bosplantsoen Dunnen van

Betaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven. Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden

Hanneke Hietink Hanneke Hietink

Inventarisatie Dotterbloemen Rietlanden Kockengen. April 2012

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS

Beleidsplan

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen

Werkzaamheden Natuurtuin het hele jaar rond.

Bijlage C: Pakketten maatregel fijne dooradering behorende bij Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant

Veel gestelde vragen toekomstig beheer en onderhoud Ramelerwaterleiding

Bijlage 1. Toelichting Aanvraag Omgevingsvergunning Stroomlijn Nederrijn en Lek spoor 1 Molenwaard

Waarom Ecologisch Bermbeheer?

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Paarden in bloemenweiden. Filippien Koornneef

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

DETAILKAARTEN ECOLOGIE, KABELTRACÉS NETUITBREIDING KOP VAN NOORD-HOLLAND

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

WAT IS EEN HOUTWAL OF HOUTSINGEL?

Ecologisch bermbeheer

Bijlage 1 behorende bij artikel 23, lid 1 van het Openstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel natuur en SKNL

Hanneke Hietink. Particulier beheer 12 hectare Gecertificeerd sinds 2013 Part-Ner Natuurcolletief Utrecht

NOTA VAN INLICHTINGEN. Openbare verkoop bij inschrijving van percelen grond binnen en buiten het Natuur Netwerk Brabant (NNB)

Bert Dijkstra. Pingo Programma Drenthe, Beheer en beleid; 23 november VBNE

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch

Ervaringen met de bestrijding van reuzenbalsemien. 13 september 2011

Projectplan GOB. Datum: Oktober /16

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

Weidevogelbeheer 2016

Wat is essentaksterfte?

Inrichtingsplan natuurontwikkeling

BEHEERPLAN BATENDIJK (ONG.) TE BORCULO

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

Herbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg

Samen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi!

Notitie beoordeling houtwal

Landschapspark De Danenberg. Landschapsvisie De Danenberg Landschapspark De Danenberg

2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2016 Herstel en aanleg

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg

grazers helpen de natuur.

Provinciaal blad RECTIFICATIE. Gedeputeerde staten van Noord-Holland;

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Kwalitatieve beoordeling perenboomgaard, Schalkwijk

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad, 5 februari het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 februari 2013 SWS/PWB. 5 februari 2013 mw. M.

foto inzet: Staf de Roover

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.

Verslag bijeenkomst beheerplan landgoed Nieuw- Cruybergen

Notitie Verlagen maaifrequentie bermen 2013

Boeren voor Natuur. Natuurbeheer door landbouwbedrijven. Anton Stortelder

Transcriptie:

Verslag Praktijkbijeenkomst Beheeradviezen Index N&L Sessie 2: Landgoed De Kranenkamp, Schalkhaar 26-06-2015 ir. Paul de Dooij Adviesbureau De Natuurmakelaar Projectpartners: Uitvoerenden:

Achtergrond BIJ12, VBNE, Kennisnetwerk OBN en FPG/de Stichting Part-Ner hebben de handen in elkaar geslagen om beheeradviezen uit te werken voor natuurbeheertypen van de Index Natuur & Landschap (INL). Voor BIJ12 (en de provincies) is een duidelijke informatievoorziening omtrent de INL van belang. De beheeradviezen zullen digitaal ontsloten worden via www.portaalnatuurenlandschap.nl dat door BIJ12 opgezet is. De VBNE beschikt vanuit het Kennisnetwerk OBN beschikt over het netwerk en de expertise om de inhoudelijke invulling van de beheeradviezen te organiseren. Part-Ner organiseert de toetsing van de beheeradviezen in de praktijk. De praktijkbijeenkomsten gelden daarom tevens als terreinbezoek in het kader van de SNL-certificering vanuit Part- Ner. Hier kunnen onder andere leden van de FPG gebruik van maken. Op basis van een prioritering van natuurbeheertypen door Part-Ner zijn 8 typen geselecteerd waarvoor beheeradviezen worden uitgewerkt. De uitwerking wordt gedaan door twee gespecialiseerde ecologische adviesbureaus (Ecologica en Altenburg & Wymenga). BIJ12, VBNE, OBN, FPG en Part-Ner zorgen gezamenlijk een gestroomlijnde kennisontsluiting waarbij communicatiemiddelen (o.a. websites, nieuwsbrieven, vakbladen) elkaar complementeren. Inleiding praktijkbijeenkomst In deze tweede praktijkbijeenkomst worden de beheeradviezen van de natuurbeheertypen N17.03 Park- en stinzenbos en N10.02 Vochtig hooiland gepresenteerd. We zijn te gast op landgoed De Kranenkamp in Schalkhaar waar beide natuurbeheertypen aanwezig zijn. Dit landgoed wordt beheerd door Stichting IJssellandschap. In totaal zijn we met 21 personen waarvan het overgrote deel eigenaar / beheerder is. We worden ontvangen in een grote tipitent bij restaurant NuNu dat gelegen is naast het landgoed. De bijeenkomst start met een welkomstwoord van de beheerder van het landgoed (Gerben Visser). Het landgoed is houder van een SNLcertificaat natuurbeheer en maakt daarvoor gebruik van het certificeringsmodel van Part-Ner. Vervolgens geeft Wim Wiersinga een korte presentatie over het Kennisnetwerk OBN en het project voor de beheeradviezen. Vanuit OBN worden op basis van praktijkvragen uit natuurbeheer gerichte onderzoeken gecoördineerd. OBN bestaat uit verschillende deskundigenteams die gekoppeld zijn aan landschapstypen. Via de website www.natuurkennis.nl wordt de kennis van OBN ontsloten o.a. via teksten over natuurbeheertypen, onderzoeksrapporten en beheeradviezen. Presentatie N17.03 Park- en stinzenbos Het beheeradvies voor het natuurbeheertype N17.03 Park- en stinzenbos wordt gepresenteerd door Johan Zwanenburg van ecologisch adviesbureau Ecologica. Tijdens de presentatie worden de onderdelen van het concept beheeradvies toegelicht. Tijdens de presentatie kunnen de deelnemers vragen stellen en opmerkingen maken. De volgende punten komen aan de orde: 1. Voor de stinzenflora is een losse bodem met een neutrale-hoge ph en een goede strooiselomzetting door bodemfauna van groot belang. Bij een lage ph stagneert de strooiselafbraak. Om verzuring door strooisel van beuk en eik tegen te gaan is voornamelijk de aanplant van lindes (of esdoorn of hazelaar) geschikt. De lindes fungeren als een soort kalkpomp. 2. Wanneer bemesting nodig is kan hiervoor slootbagger gebruikt worden. Van belang is om de slootbagger eerst op een hoop op te laten drogen voordat je het gebruikt; wanneer je het direct op het land brengt ontstaat er een verstikkende laag op de bodem. 3. Maaien en afvoeren gebeurt grotendeels binnen de ontheffingsperiode van de Flora- en Faunawet. Van belang is om te werken volgens de Gedragscode Natuurbeheer en goed te inventariseren. 4. Een praktijkervaring die goed werkt is een half jaar na het maaien nogmaals handmatig te maaien met een zeis (met vrijwilligers). Hierdoor is er minder opschot (vooral van braam en brandnetel) en hoeft er dus minder afgevoerd te worden. Ook werkt het goed om bramenstruiken te rooien waarbij de bodem losgemaakt wordt. 5. Stinzenflora heeft veel zonlicht nodig. Hierdoor kan het zinvol zijn om het parkbos te dunnen. Bij een voedselrijke bodem loop je hierbij wel het risico op woekering van brandnetel. 6. Aan de zaal wordt gevraagd of men veel last heeft van essentaksterfte. Dit valt mee op de landgoederen van de deelnemers en het gaat hierbij vaak om slechts enkele gevallen. Voornamelijk in Flevoland komt de essentaksterfte op grote schaal voor. De ecoloog benadrukt dat je essen met deze ziekte niet om moet zagen omdat de ziekte zich dan makkelijk kan verspreiden.

7. De vraag wordt gesteld of je ook tevéél beheermaatregelen kan nemen voor het park- en stinzenbos. Een voorbeeld is om broeihopen aan te leggen voor ringslangen. Dit zou mensen juist af kunnen schrikken. De ecoloog geeft aan dat dit wel mee zal vallen aangezien de populatiegroei van ringslangen afhankelijk is van het voedselaanbod (b.v. in de vorm van kikkerpoelen). Presentatie N10.02 Vochtig hooiland Het tweede beheeradvies dat deze dag aan de orde komt is die van het natuurbeheertype N10.02 Vochtig Hooiland. De presentatie wordt verzorgd door Marion Brongers van ecologisch adviesbureau Altenburg & Wymenga. Ook hier kunnen de deelnemers tijdens de presentatie vragen stellen en opmerkingen maken. Hierbij komen de volgende punten naar voren: 1. Idealiter zou de grondwaterstand voor vochtig hooiland niet onder ongeveer een halve meter beneden maaiveld moeten komen (in de zomer). Een landgoedeigenaar merkt op dat er op zijn landgoed vochtig hooiland is met een keileemlaag waar het grondwater in zomer kan zakken tot 1,20 m onder het maaiveld. Toch zijn er ca. 500 bloeiende orchissen te vinden op een oppervlakte van slechts 1,5 ha. vochtig hooiland. De ecoloog merkt op dat dit op keileem vaker het geval is. Het hoeft geen probleem te zijn als de droge periode niet te lang duurt. Maar het kan ook een tijdelijk succes zijn, waarbij de vegetatiekwaliteit na verloop van tijd afneemt. 2. Er wordt opgemerkt dat retentiegebieden van laaglandbeken lastig onder te brengen zijn onder de typering van vochtig hooiland. Dit komt doordat het gebied geregeld overstroomd raakt waarbij ook veel slib wordt afgezet. De ecoloog geeft aan dat door de dynamiek het inderdaad lastig is om dit type gebieden onder te brengen onder een bepaald subtype van dit natuurbeheertype. 3. Eén maal per jaar maaien en afvoeren is in minder voedselrijke situaties gebruikelijk voor (de meest voorkomende subtypen van) vochtig hooiland. Bij voedselrijkere omstandigheden blijkt uit ervaring dat 2 maal maaien per jaar (half juni en september) goed werkt voor de instandhouding van vochtig hooiland. Tip hierbij is om voor het maaien plekken met rietorchis af te rasteren zodat deze de tijd krijgt om zaad te zetten. 4. Opgemerkt wordt dat de algemene beschrijving van het natuurbeheertype vochtig hooiland vanuit de Index N&L veel zeldzame soorten bevat. De aanwezigheid van deze zeldzame soorten wordt voornamelijk bepaald door het omliggend gebied. Het is dus niet realistisch om alle zeldzame soorten op een bepaalde plek te verwachten en de provincie zou hier rekening mee moeten houden in hun aanwijzing van natuurbeheertypen op gebieden. 5. Een agrariër geeft aan dat hij graag een experiment zou willen uitvoeren met drainagebuizen als onderdeel van het instandhoudingsbeheer van vochtig hooiland. Dit kost echter veel geld en brengt onzekerheden mee. Mogelijk kan het OBN-onderzoek hier een rol in spelen. Foto 1: Ecoloog Marion Brongers presenteert het beheeradvies van het vochtig hooiland en gaat met de deelnemers in discussie.

Excursie De excursie bestaat uit een wandeling op landgoed de Kranenkamp onder begeleiding van Gerben Visser van Stichting IJssellandschap. Stichting IJssellandschap heeft ca. 4.000 ha. in eigendom waarvan de helft natuurgebied is en de andere helft agrarisch gebied. De gebieden waren oorspronkelijk eigendom van bejaardenen weeshuizen waardoor het ook specifieke cultuurhistorische waarden heeft. We beginnen de wandeling in een parkbos met een oorspronkelijk Franse stijl (veel rechte lijnen) dat in de loop der tijd vermengd is met Engelse stijl (meer kronkelende elementen zoals waterpartijen). In het gebied is een lichte glooiing van hoog naar laag te zien. Het parkbos is voornamelijk begroeid met eiken en beuken en rododendron groepen. Er zijn vrijwel geen stinzenplanten (maar wel plantensoorten van ouder bos zoals lelietje van dalen en salomonszegel) te vinden. Dit wordt voornamelijk verklaard doordat het landhuis er al geruime tijd niet meer is. Het natuurbeheertype park- en stinzenbos kan eigenlijk opgedeeld worden in 2 subtypen: parkbos en stinzenbos. Ook kan er een verdere typering aangebracht worden op basis van de aanwezige struiksoorten. In 2005 is via een lump sum beheerpakket van de provincie het park verder ontwikkeld als wandelpark met zichtassen en is de poel uitgebaggerd. De bagger is toen niet gebruikt als bemesting voor het parkbos. Blijkbaar bestaan hier dus verschillende inzichten over. Het beheer van het parkbos bestaat uit het checken van de bomen (1 keer per 5 jaar), dunnen om verdichting tegen te gaan en om te voorkomen dat beuken over de eiken heen groeien, de struiklaag van rododendron in stand te houden, opslag verwijderen met de bosmaaier en het aanplanten van eiken langs bepaalde lanen. Opgemerkt wordt dat beuken eigenlijk alleen op de hoeken en randen van een parkbos horen te staan, de rest zou voornamelijk eik moeten zijn. Er is bij dit parkbos niet gekozen om lindes te introduceren (om verzuring tegen te gaan) omdat dat niet binnen de karakteristiek en cultuurhistorie van het landgoed past. Een beheerder van Natuurmonumenten merkt op dat hij stinzenplanten (o.a. bosanemoon, lelie van dalen en sneeuwklokje) los rooit en ze dan ik kratten doet die hij in het bos laat staan. In het najaar kunnen deze planten dan weer (elders) geplant worden. We lopen langs een poel die verwilderd is met riet en waar waterdrieblad groeit. Dit komt niet overeen met het parkbeeld maar het waterdrieblad vormt een bijzondere natuurwaarde. Er wordt opgemerkt dat de poel deels opgeschoond zou kunnen worden (evt. in fases) zodat het waterdrieblad behouden blijft en de poel toch (deels) in het parkbeeld past. Foto 2: Indruk van het parkbos waarin opvalt dat er geen ondergroei van stinzenplanten te vinden is.

Foto 3: In het parkbos ligt een kronkelende waterpartij met een eiland met een karakteristiek prieel. Vanuit het parkbos wandelen we richting de percelen met vochtig hooiland. We lopen langs de wetering waar een aantal percelen zijn afgegraven. Dit vormt een waterbergingsgebied geïnitieerd door het waterschap vanwege de doelen uit de Kaderrichtlijn Water. In dit gebied wordt niets doen beheer toegepast waardoor er uiteindelijk een moerasbos zal vormen. In en langs de nabijgelegen sloten vinden we o.a. veldrus, holpijp en waterviolier. Dit duidt op mineraalrijk kwelwater. Foto 4: Al wandelend komen we langs een aantal afgegraven percelen langs de wetering die als retentiegebied fungeren. Aangekomen bij de percelen met vochtig hooiland merken we op dat er verschillen in hoogteniveaus zijn. De percelen zijn ingericht met inrichtingssubsidie van de provincie en waterschapsgelden. Gerben geeft aan dat de bodem van de watergang verhoogd is en de taluds juist verflauwd zijn. Ook is er een knijpconstructie in de beek aangebracht om het water langer vast te houden en langzamer af te laten wateren. De vochtige hooilanden

fungeren naast natuurgebied als waterbergingsgebied. De gebieden bestaan uit hogere delen en verlaagde delen. Het beheer van de hoge graslanden bestaat uit 2 keer maaien (eind juni, begin augustus). Dit wordt uitbesteed aan een agrariër die hiervoor het hooi krijgt. Op de hogere graslanden staat redelijk veel witbol. Er wordt opgemerkt dat dit bestreden kan worden door de vegetatie te maaien op het moment dat de meeste energie in de bovengrondse delen zit (doorgaans voor 15 juni) en weer in september, minimaal 3 jaar lang. De lagere graslanden worden 1 keer per jaar gemaaid rond eind augustus en begin september. Op de lage graslanden komen bijzondere soorten voor zoals de rietorchis, veldrus en de waterpunge. Om structuurvariatie aan te kunnen brengen kan er voor gekozen worden om op bepaalde plekken struiken en bomen door te laten schieten. Wat opvalt is dat er veel opschot is van wilgen in de lage delen van het hooiland. Daar is geen pasklare oplossing voor te geven. Het trekken van de zaailingen is te arbeidsintensief en bovendien ontstaan er dan veel kuilen. Er wordt opgemerkt dat een optie is om een periode intensiever te beheren om de wilgen terug te dringen: twee keer maaien of maaien en na-beweiden (met schapen). Dat is niet optimaal voor de kwetsbare soorten (vanwege zaadzetting en vraat), maar teveel opslag van wilgen is daarvoor ook niet gunstig. Het zaad van deze soorten is nu in de zaadbank aanwezig, zodat ze terug kunnen keren als de omstandigheden geschikter zijn. De ecologen merken op dat de beste optie waarschijnlijk is om consequent te blijven maaien tot de kruidlaag meer gesloten raakt; dan zal de wilg vanzelf afnemen. Daarna kan de eerste maaibeurt weer later worden uitgevoerd. Dan kunnen meer planten in bloei en tot zaadzetting komen. De vochtige hooilanden bevatten nu vele bijzondere soorten. De ecologen merken op dat het moeilijk kan zijn om dit op de lange termijn vast te houden vanwege het sluiten van de vegetatie. Foto 5: Uitkijkend over het vochtig hooiland licht Gerben Visser het gevoerde beheer toe.

Foto 6: In het vochtig hooiland zijn vele rietorchissen waar te nemen. Natraject In de discussie van de presentaties en tijdens de excursie zijn verschillende punten genoemd waarmee de beheeradviezen aangescherpt kunnen worden. Ook kunnen de deelnemers en overig geïnteresseerden nog aanvullende opmerkingen nazenden. Deze punten zullen door de ecologisch adviseurs verwerkt worden in de definitieve versies van de beheeradviezen. Dit verslag zal rondgestuurd worden naar de deelnemers van de praktijkbijeenkomst en biedt de basis voor nieuwsberichten en/of artikelen over dit initiatief.