CERTIFICATIESCHEMA (Inclusief Examen- en Certificatiereglement)

Vergelijkbare documenten
CERTIFICATIESCHEMA (Inclusief Examen- en Certificatiereglement)

Examenprotocol Infra Kwaliteit SW-010(5)

Examenprotocol Infra Kwaliteit SW-010(1) 2019

CERTIFICATIESCHEMA. (Inclusief Examen- en Certificatiereglement) voor het TCVT Certificaat van Vakbekwaamheid

Certificatieschema Machinist Grondverzetmachine met hijsfunctie* W4-05 blad 1 van 54 CERTIFICATIESCHEMA. (Inclusief Examen- en Certificatiereglement)

Examenreglement Fittest Examen. Vastgesteld door AVAG Bestuur Opgesteld door: AVAG werkgroep Fittest. Versie: 3.0

Certificatieschema Machinist Autolaadkraan met hijsfunctie* W4-04 blad 1 van 53 CERTIFICATIESCHEMA. (Inclusief Examen- en Certificatiereglement)

Certificatie en examinering

CERTIFICATIESCHEMA. (Inclusief Examen- en Certificatiereglement) voor het TCVT Certificaat van Vakbekwaamheid. Machinist Mobiele Torenkraan*

Certificatieprocedure Voor

CERTIFICATIESCHEMA. Machinist Verreiker met Hijsfunctie* (wettelijk verplicht type A)

UITVOERINGS VOORSCHRIFTEN. Ingangsdatum 1 april 2012

PERSOONSCERTIFICERING W1

Stichting Jachtopleidingen Nederland. Reglement op het examen KENNIS & BEHEER VAN REEËN

Certificatieschema. Examinatorcertificatie Start Veilig. Opgesteld door Goedkeuring en Actuele versie. Document. Pagina code

CERTIFICATIESCHEMA Inclusief Examen- en Certificatiereglement

CERTIFICATIESCHEMA. (Inclusief Examen- en Certificatiereglement) voor het TCVT Certificaat van Vakbekwaamheid. Machinist Mobiele Torenkraan*

UITVOERINGS VOORSCHRIFTEN EXAMINERING verplaatsen van lasten Ingangsdatum 1 april 2014

CERTIFICATIESCHEMA. Machinist Verreiker met Hijsfunctie* (wettelijk verplicht type A)

CERTIFICATIESCHEMA. (Inclusief Examen- en Certificatiereglement) voor het TCVT Certificaat van Vakbekwaamheid

Pagina 1 van 7 STIPEL 40150:2019 VOP TR (BEI BHS)

Examenreglement. PCE-examens

Examenreglement. Stichting Vakopleidingen Sloopbedrijf

Uitvoering Certificatie STIPEL

Certificatieschema VOP-HS VOLDOEND ONDERRICHT PERSOON HOOGSPANNING

INFOBLAD 01. Toelichting op nieuw TCVT schema W3-11

Examenreglement Wijn SDEN-niveau 1 t/m 3. Opgesteld door Stichting Dranken Examens en Normering

TSJ 23 versie 8 juni 2011

Pagina 1 van 7 STIPEL 40120:2019 THP TR (BEI BHS)

Examenreglement RAS-Examenbureau

Examenreglement SW-013(4)

Examenreglement CIHEX 2015

Examenreglement Quasir Opleiding klachtenfunctionaris zorgsector

Certificatieschema BEI-VPs LS Vakbekwaam Persoon service Laagspanning

Certificatieschema. Personeelscertificatie Start Veilig. Opgesteld door Goedkeuring en Actuele versie. Document. Pagina code

Certificatieschema VOP MS Distributie (VOP MS)

b. De examencommissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een aantal leden.

Certificatieschema THP HS LNB (THP LNB)

TCVT CertifICatie voor veilig hijsen

PRAKTIJKDAG- en EXAMENREGELS BLVA- Basis

Certificatieschema VOP-HS VOLDOEND ONDERRICHT PERSOON HOOGSPANNING

CERTIFICATIESCHEMA Inclusief Examen- en Certificatiereglement

Certificatieschema. Persoonscertificatie Start Veilig. Opgesteld door Goedkeuring en Actuele versie. Document. Pagina code

Certificatieschema VIAG-AVP VIAG-Allround Vakbekwaam Persoon

Technisch Beheerder Mechanische Beveiliging (TBMB)

Monteur Beveiligingsinstallaties

Certificatieschema BEI-IV LS Installatieverantwoordelijke Laagspanning

CERTIFICATIESCHEMA. (TCVT schema) voor het. TCVT Certificaat van Vakbekwaamheid. Keurmeester Hijs- en Hefgereedschap

DET NORSKE VERITAS EXAMENREGLEMENT CERTIFICATIE VAN VAKBEKWAAMHEID

Certificatieschema BEI-AVPmb LS Allround Vakbekwaam Persoon. Laagspanning

TSJ 23 versie december 2014 vastgesteld in het CCvD dd en in het bestuur dd

Examenreglement. voor het afnemen van het examen INBOUWSPECIALIST BEVEILIGINGSSYSTEMEN

TSJ 23 versie september 2016 vastgesteld in het CCvD d.d en in het bestuur d.d

Installatiedeskundige Beveiligings-camerasystemen CCTV

OPLEIDIN GENSTRUCTUUR BESTUURDER MOBIELE KRAAN

CERTIFICATIESCHEMA (type B)

Examen Preventiemedewerker

Examenreglement Contactlensspecialist

Examenreglement RAS-Examenbureau

EXAMENREGLEMENT FACTORING MANAGEMENT

Examenreglement Stichting VVRV

Leveringsvoorwaarden Certium B.V.

Inhoudsopgave EXAMENREGLEMENT. Code: Versienummer: Datum: Pagina: REGL / 10

CERTIFICATIESCHEMA. voor het TCVT Certificaat van Vakbekwaamheid. Hijsbegeleider

Certificatieschema BEI-VOP LS Voldoend Onderricht Persoon Laagspanning

Algemene voorwaarden HTM examens Q-CBT-CT-TR en Q-CBT-CO

Examenreglement SVCK

IBEX EXAMENREGLEMENT CERTIFICATIE VAN VAKBEKWAAMHEID. Voor IECEX 05 examens module 001

Reglement voor de beoordeling van de vakbekwaamheid

Certificatieschema BEI-VOPt LS Voldoend Onderricht Persoon toeganghebbend Laagspanning

Certificatieschema VIAG-VOP VIAG-Voldoend Onderricht Persoon

IBEX EXAMENREGLEMENT CERTIFICATIE VAN VAKBEKWAAMHEID. Voor alle Vakbekwaamheidsprofielen conform de

EXAMENREGELEMENT Versie en ingangsdatum 19 maart 2015

Certificatieschema VIAG-VOPt VIAG-Voldoend Onderricht Persoon toeganghebbend

Certificatieschema en Examenreglement voor de opleiding en het examen Ladingzekeren

Examenreglement Stichting Nederlands Examen Instituut

PERSOONSCERTIFICERING W5-02

Beroep: Indien u het niet eens bent met de uitkomst van een besluit op een ingediend bezwaar kunt u in beroep gaan.

Toetsreglement Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS)

Certificatieschema BEI-VP LS Vakbekwaam Persoon Laagspanning

Examenreglement. Examens Bodemenergie

E X A M E N R E G L E M E N T

Examenreglement MBO Utrecht

Verreiker: Gebruik als multifunctioneel werktuig.

Examenreglement MBO Utrecht

Examenreglement Examens Betonkernactivering

Bijlage 2: Beoordelingsdocument externe examenorganisaties

EXAMENREGLEMENT LEERGANG COMPLIANCE OFFICER LEERGANG COMPLIANCE PROFESSIONAL LEERGANG COMPLIANCE OFFICER IN DE ZORG

De heer de Brabander werkt bij de Stichting TCVT, de heer Struikman bij het Ministerie van SZW

Reglement en Bezwaarprocedure

STE EXAMENBUREAU EXAMENREGLEMENT. Examenreglement EPBD. Inhoudsopgave

Het examenreglement. Dit examenreglement is vastgesteld door het hoofdbestuur van de NBV

EXAMENREGLEMENT CURSUSSEN NATIONAAL DUIKCENTRUM

Goedgekeurd en vastgesteld door: College van Deskundigen van Sectorinstituut Transport en Logistiek. Certificatieschema ladingzekeren v5 April

Examenreglement Van de examendienst van IPC Groene Ruimte BV

UITVOERINGS VOORSCHRIFTEN EXAMINERING werken met een verreiker voor heffen en hoogwerken Ingangsdatum 1 april 2012

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

Certificatieschema VOP-LS VOLDOEND ONDERRICHT PERSOON LAAGSPANNING

Examenreglement parkeercontroleur VEXPAN

UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken met een roterende en/of starre verreiker voor heffen Ingangsdatum 1 januari 2017

Transcriptie:

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl van 45 Identificatiecode: TCVT W4-2 / 9-2 CERTIFICATIESCHEMA (Inclusief Examen- en Certificatiereglement) voor het TCVT Certificaat van Vakbekwaamheid Machinist Torenkraan* * torenvormige hijskraan waarvan het maximum bedrijfslastmoment tonmeter of meer bedraagt of de giek 2 meter of hoger boven het vlak van de ondersteuning van de kraan bevestigd is (zie Arboregeling paragraaf 7.3 art 7.6) Opgesteld door: Werkkamer 4 Vakbekwaamheid Verticaal Transport Goedgekeurd door: d.d. 7-9-2 Vastgesteld door: Bestuur d.d. 7-9-2 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van. W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 2 van 45 W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 3 van 45 INHOUD. Inleiding... 5 2. Examenreglement... 7 2. Doelstelling... 7 2.2 Toelatingsvoorwaarden... 7 2.3 Algemene regels bij uitvoering van het examen... 8 3. Certificatiereglement... 3. Doelstelling... 3.2 Algemene regels bij certificatie... 3.3 Goedkeuring exameninstellingen... 2 3.4 Geschillen... 3 4. Overgangsregeling... 5 4. Het huidige deskundigheidsbewijs machinist torenkraan... 5 4.2 Overgangsperiode... 5 4.3 Inpassingsregeling... 5 5. Theorie-examen... 7 5. Eindtermen... 7 5.2 Toetstermen... 7 5.3 Cesuur Theorie-examen... 25 6. Praktijkexamen... 27 6. Eindtermen en activiteiten... 27 6.2 Toetstermen... 28 6.3 Voorbeeld toetsformaat praktijkexamen... 33 6.4 Opbouw examen... 34 6.5 Minimale eisen te stellen aan examenmiddelen en examenlocatie... 35 6.6 Uitvoering... 37 6.7 Cesuur... 38 W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 4 van 45 W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 5 van 45. INLEIDING Met betrekking tot verticaal transport zijn er voortdurende technische ontwikkelingen. Bovendien is de regelgeving aan wijzigingen onderhevig. Om ervan verzekerd te zijn dat de en kunde van de betrokkenen met betrekking tot arbeidsveilig handelen, toepassing van technische middelen, van de wettelijke bepalingen etc. op voldoende niveau blijft, is door de overheid gekozen voor een certificatieregeling die leidt tot het persoonscertificaat Machinist Torenkraan. Conform artikel 7.6 van de Arbeidsomstandighedenregeling is het persoonscertificaat Machinist torenkraan onderverdeeld in de volgende drie categorieën: - Mobiele torenkraan MTK; - Toptorenkraan TTK; - Loopkattorenkraan LTK. Certificering tot machinist torenkraan kan voor één of meer van deze categorieën plaatsvinden. Exameninstelling TCVT Centrale Itembank examenreglement examen sa m en ge s te ld e x a m e npa k ke t Examencommissie certificatiereglement initiele certificatie periodiek toezicht hercertificatie Itembank theorievragen praktijk opdrachten toetstermen toetsmatrijs persoonscertificaat eindtermen Certificatie-instelling wenken voor werkgever TCVT Centrale Examencie profiel Werkkamer Vakbekwaamheid werkveld bedieningsregistratie in TCVT Praktijkregsiter ervaringen met vakbekwaamheidsprofiel Centraal College van Deskundigen Verantwoordelijk voor: - profiel - eindtermen - toetsmatrijs Het vereiste vakbekwaamheidsprofiel van de machinist is door de werkkamer Vakbekwaamheid van de zowel voor het theoriegedeelte als het praktijkgedeelte uitgewerkt in eindtermen. Vervolgens zijn daar de toetstermen van afgeleid. Per toetsterm zijn daarna theorievragen en praktijkopdrachten opgesteld. Deze zijn opgenomen in de Itembank onder supervisie van de certificatieinstelling. Voor elk examen wordt een examenpakket samengesteld. Dit pakket bevat theorievragen en praktijkopdrachten conform de verdeling van de toetsmatrijs. Het wordt door de exameninstelling gehanteerd bij de examinering van de kandidaten. Het certificatieschema Machinist Torenkraan (W4-2) is door de werkkamer Vakbekwaamheid Verticaal Transport opgesteld, door het goedgekeurd en vastgesteld en door het bestuur bekrachtigd. Meer informatie over de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport, Postbus 22 672 AA Bennekom, is te vinden op de internetpagina www.tcvt.nl. W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 6 van 45 W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 7 van 45 2. EAMENREGLEMENT Dit reglement bevat bepalingen voor de voorbereiding, uitvoering en beoordeling van examens ten behoeve van het Persoonscertificaat Machinist Torenkraan. 2. Doelstelling Dit examenreglement is onderdeel van het persoonscertificatieschema Machinist Torenkraan (W4-2). De examinering geschiedt onder verantwoordelijkheid van de certificatie-instelling en bestaat uit twee delen: - het praktisch examen; - het theoretisch examen; Indien de exameninstelling geen organisatorisch onderdeel is van de certificatie-instelling, hebben beide zich aan elkaar verbonden door middel van een overeenkomst. De certificatie-instelling dient het examenreglement en het kwaliteitssysteem van de exameninstelling geaccordeerd te hebben. In het bijzonder gaat het om het opstellen van de open en meerkeuze theorievragen en praktijkopdrachten. Tevens houdt de certificatie-instelling toezicht op de uitvoering van de examens. 2.2 Toelatingsvoorwaarden 2.2. Inschrijving Kandidaten die deel willen nemen aan het examen dienen zich voor inschrijving te vervoegen bij een voor het (de) desbetreffende certificatieschema( s) erkende certificatie-instelling. Deze zal in het ker van haar samenwerking met de exameninstelling de aanvraag doorleiden ter afhandeling. Kandidaten die zich melden bij de exameninstelling zullen door deze voor registratie worden doorgeleid naar de certificatie-instelling. 2.2.2 Identificatie - De kandidaat toont desgevraagd tijdens het examen het aan hem of haar toegezonden bewijs van inschrijving. - De kandidaat legitimeert zich desgevraagd met een geldig identiteitsbewijs. Als zodanig worden aangemerkt: - een geldig paspoort; - een rijbewijs; - een Europees identiteitsbewijs. - Indien een kandidaat niet in staat is één van de bedoelde bewijzen te tonen, dient hem of haar het recht tot deelname c.q. verdere deelname aan de examens te worden ontzegd. 2.2.3 Bericht ministratie De kandidaat die zich op geldige wijze heeft aangemeld, ontvangt minimaal 5 werkdagen voor het examen bericht van de ministratie van de exameninstelling waar en op welk tijdstip het examen plaats vindt. 2.2.4 Aanwezigheid De examenkandidaat dient een kwartier voor aanvang van het examen op de locatie vermeld op het bericht (2.2.3) aanwezig te zijn en dient de presentielijst af te tekenen. De kandidaat dient te beschikken over goedsluitende werkkleding, een goedgekeurde helm, veiligheidsschoenen en werkhandschoenen. Indien de kandidaat binnen 3 minuten na het tijdstip van aanvang verschijnt kan hij zonder wijziging van de examenregeling deelnemen. Indien de kandidaat meer dan 3 minuten na het tijdstip van aanvang verschijnt heeft hij geen toegang tot de examenlocatie. Gedurende deze 3 minuten is het de kandidaten niet toegestaan de examenlocatie te verlaten. W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 8 van 45 2.3 Algemene regels bij uitvoering van het examen 2.3. Examenlocatie Het theorie examen wordt afgenomen in de Nederlandse taal op een locatie die voldoet aan de volgende eisen: - op de locatie dient een ruimte voor de opvang van de kandidaten beschikbaar te zijn; - er dienen nabij de examenlocatie sanitaire voorzieningen beschikbaar te zijn; - nabij de locatie dient voor de toezichthouder een telefoon (bij voorkeur voorzien van een rechtstreekse buitenlijn) beschikbaar te zijn; - de lichtcapaciteit van de examenlocatie dient voldoende te zijn; - elke examenlocatie dient in examenopstelling ingericht te zijn, waarbij een minimale tussenruimte van 75 cm in acht genomen moet worden tussen de tafels onderling; - voor elke kandidaat dient aanwezig te zijn een tafel (minimaal 5x7 cm) met daarop het kandidaatsnummer en een stoel; - voor de toezichthouder dient een bij voorkeur grotere tafel en stoel aanwezig te zijn; - in de directe omgeving van elke examenlocatie mogen geen storende invloeden (geluidsoverlast) optreden; - de ruimte dient voldoende geventileerd en verwarmd te zijn. Het praktijkexamen wordt afgenomen op een locatie die voldoet aan de eisen vermeld in par. 3. 2.3.2 Examenmiddelen Examenmiddelen dienen te voldoen aan de eisen zoals vermeld in par. 2.3. (theorie-examen) en par. 6.5 (praktijkexamen). 2.3.3 Wijze en duur van het examen De wijze en duur van het examen is vastgelegd in par. 5.3 (theorie-examen) en par. 6.4 (praktijkexamen). 2.3.4 Orde tijdens het examen De kandidaat dient zich gedurende zijn/haar verblijf op de examenlocatie te houden aan de instructies van de toezichthouder dan wel examinator, voor, tijdens en na het examen. 2.3.5 Inname examenwerkstukken De toezichthouder neemt alle examenwerkstukken in en zorgt voor een eenduidige identificatie conform de in het kwaliteitssysteem van de betreffende certificatie-instelling vastgelegde werkwijze. 2.3.6 Regeling bij afwezigheid Indien een kandidaat wegens bijzondere omstandigheden niet aanwezig heeft kunnen zijn bij een examen, kan de kandidaat zich opnieuw aanmelden zonder examengeld te betalen. Onder bijzondere omstandigheden worden verstaan: - ziekte; - overlijden familielid tot in de tweede gra; - andere door de exameninstelling te bepalen omstandigheden. De kandidaat dient schriftelijk een beroep te doen op deze regeling bij de exameninstelling onder verwijzing naar de meegeleverde bewijsstukken. 2.3.7 Regeling aangepast examen Ten aanzien van specifieke doelgroepen en gehandicapten kan worden toegestaan dat een toets in afwijkende vorm wordt afgenomen. De afwijkende vorm moet voldoen aan de toetstechnische eisen zoals validiteit en betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstelling van de afwijkende toetsvorm mogen niet anders zijn dan de beoogde doelstelling en het niveau van de oorspronkelijke toets. Dit ter beoordeling van de certificatie-instelling. W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 9 van 45 2.3.8 Gedragsregels voor kandidaten In de hiernavolgende gevallen is de exameninstelling gerechtigd een kandidaat de deelneming of de verdere deelneming aan het examen te ontzeggen, indien de kandidaat ter beoordeling van de toezichthouder: - zijn/haar uitrusting niet compleet is (persoonlijke beschermingsmiddelen); - aanstootgevend gedrag vertoont; - blijkt geeft van dronkenschap en/of druggebruik; - sche veroorzaakt; - naar oordeel van de examinator over te weinig beheersing van het vak beschikt; - door te weinig beheersing van de middelen een gevaar voor anderen en zichzelf vormt; - op onrechtmatige wijze deelneemt aan het examen; - frauduleuze handelingen verricht tijdens het examen. De kandidaat wordt als niet geslaagd beschouwd. De kandidaat behoudt de mogelijkheid om zich aan te melden voor een nieuw examen. Bij geconstateerde afwijkingen maakt de toezichthouder een proces-verbaal aan de exameninstelling. Indien de onregelmatigheid of onrechtmatigheid wordt ontdekt na afloop van het examen, kan de Exameninstelling de kandidaat de cijferlijst onthouden of kan hij bepalen dat de betrokken kandidaat de cijferlijst slechts kan worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de voorzitter van het examen aan te wijzen onderdelen en op de door hem te bepalen wijze. 2.3.9 Cijferwaardering uitslagen Indien aan een examenonderdeel een cijfer is toegekend op een schaal van t/m, dan heeft dit cijfer de volgende betekenis: 2 3 4 5 zeer slecht slecht gering onvoldoende bijna voldoende 6 7 8 9 voldoende ruim voldoende goed zeer goed uitmuntend Het examen bestaat uit een theorietoets en een praktijkopdracht. Om gecertificeerd te kunnen worden dient men voor de theorie- en de praktijktoets afzonderlijk een voldoende gehaald te hebben. Als bewijs daarvan wordt het persoonscertificaat verleend zonder vermelding van het cijfer. 2.3. Bekendmaking resultaten De uitslag van elke toets wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 2 dagen na afname van de toets, schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt. 2.3. Inzagerecht en bewaartermijn De bewaartermijn van het examenwerk en examenresultaten is minimaal conform de geldigheidstermijn van het certificaat. Tevens is de archiefwet van toepassing De bewaartermijn gaat in op de dag van het bekend worden van de uitslag van een toets. Gedurende deze periode hebben belanghebbenden recht op inzage, na een schriftelijk aan de exameninstelling gericht verzoek. Inzage kan slechts op de vestigingsplaats van de exameninstelling. De certificatie-instelling heeft inzagerecht in het register van examenresultaten. 2.3.2 Beheer Itembank De exameninstelling dient de itembank in te richten volgens het certificatieschema en door de certificatie-instelling te laten goedkeuren. De itembank dient onder strikte geheimhouding door de exameninstelling geoperationaliseerd te worden. Wijzigingen van de itembank dienen ter fiattering aan de certificatie-instelling te worden voorgelegd. 2.3.3 Geheimhouding Medewerkers van de exameninstelling dragen zorg voor de absolute geheimhouding van de examenopgaven, voor zover deze opgaven geen onderdeel uitmaken van een publieke norm. Verificatie hiervan en van de implementatie dient te geschieden door de certificatie-instelling. W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl van 45 W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl van 45 3. CERTIFICATIEREGLEMENT Certificering vindt plaats als met goed gevolg een examen is afgelegd op basis van de vastgestelde eindtermen. De certificatie-instelling voert een periodiek toezicht uit op het voldoen aan de certificatiecriteria gedurende de certificatieperiode. 3. Doelstelling Dit reglement omschrijft de algemene werkwijze bij certificatie, periodiek toezicht en hercertificatie van een machinist verticaal transport. 3.2 Algemene regels bij certificatie 3.2. Kwalificatie beoordelaars (auditoren) van de certificatie-instelling De beoordelaar (auditor) van de certificatie-instelling wordt, naast de kwalificatiecriteria conform het kwaliteitssysteem van de certificatie-instelling, beoordeeld op de volgende kwalificatiecriteria: - Op de hoogte zijn van de inhoud van het certificatieschema; - Te werken volgens de beoordelingschecklisten van de certificatie-instelling. 3.2.2 Certificatie beslissing De kandidaat wordt gecertificeerd indien hij zowel aan de slagingsnorm van de theorietoets, als aan de slagingsnorm van de praktijktoets voldoet. De certificatiebeslissing wordt genomen door een functionaris van de certificatie-instelling die niet betrokken is geweest bij de beoordeling van de betreffende toets en daartoe is gekwalificeerd en aangesteld conform het kwaliteitssysteem van de certificatie-instelling. 3.2.3 Periodiek toezicht door de certificatie-instelling De certificatie-instelling zal op de door haar uitgegeven certificaten van vakbekwaamheid welke 3,5 jaar of ouder zijn, op basis van een steekproef de registratie van de bedieningservaring controleren. Op basis van haar bevindingen kan de certificatie-instelling besluiten tot opschorting, intrekking dan wel ongeldig verklaren van het betreffende certificaat. 3.2.4 Geldigheidsduur en hercertificatie De geldigheidsduur van het certificaat is vijf (5) jaar. Hercertificatie kan geschieden door de certificatie-instelling indien is vastgesteld dat is voldaan aan de condities vermeld in 3.2.5 3.2.5 Condities hercertificatie De condities waaronder het certificaat geldig blijft zijn:. Om voor verlenging in aanmerking te komen moet de houder aantonen in die vijf (5) jaar tenminste twee jaar te hebben gewerkt op de machine waarvoor het certificaat geldig is. Van deze twee jaar moet tenminste een half jaar vallen in de laatste drie jaar van de periode van vijf jaar. 2. De praktijkervaring kan worden aangetoond door aantekening van de praktijkervaring van de houder op de betreffende machine in het zogenaamde TCVT Praktijkregister. Deze praktijkervaring moet minimaal elke drie maanden door de werkgever worden getoetst op waarheid en te worden geparafeerd. 3. Indien de houder niet kan aantonen over voldoende praktijkervaring te beschikken in de laatste vijf jaar dan kan hij d.m.v. een praktijktoets aantonen nog steeds voldoende vakbekwaam te zijn. Een praktijktoets wordt afgenomen op basis van het vermelde in hoofdstuk 6 Praktijkexamen. 3.2.6 Opschorting en ongeldig verklaren De certificatie-instelling kan sanctioneren middels opschorting en ongeldig verklaring van het certificaat. Opschorting Een verstrekt certificaat wordt opgeschort door de certificatie-instelling om de volgende redenen: a. Het niet of onvolledig opvolgen van een door de certificatie-instelling opgelegde maatregel ter verbetering naar aanleiding van een door deze geconstateerde tekortkoming. b. Bij onjuist gebruik van het certificaat, zoals misleidende publicaties. W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 2 van 45 c. Het niet of onvolledig informeren door de certificaathouder aan de certificatie-instelling over zaken welke invloed hebben op het certificatieproces. d. Bij het in gebreke blijven door de certificaathouder m.b.t. de Algemene Voorwaarden CI. Bij hercertificatie controleert de certificatie-instelling het handhaven van de condities gedurende de certificatieperiode. Wanneer de certificatie-instelling besluit tot opschorting van een certificaat zal de certificatie-instelling dit schriftelijk mededelen aan de certificaathouder, onder vermelding van de maatregelen die genomen dienen te worden tot opheffing van de opschorting. Het Opschortingsdossier ligt ter inzage voor de en de RvA bij de CI. Ongeldig verklaring Een verstrekt certificaat wordt ongeldig verklaard door de certificatie-instelling om de volgende redenen: a. Bij misbruik van een certificaat, zoals vervalsing. b. Bij ernstige tekortkomingen welke door de certificaathouder niet binnen de door de certificatieinstelling gestelde termijn kunnen worden gecorrigeerd. c. Wanneer inequate maatregelen ter verbetering zijn genomen door de certificaathouder van door de certificatie-instelling gevonden tekortkomingen. Het Ongeldig verklaringsdossier ligt ter inzage voor de en de RvA bij de CI. 3.3 Goedkeuring exameninstellingen Exameninstellingen en de daaraan verbonden examencommissies dienen te worden goedgekeurd door de certificatie-instelling conform de in dit certificatieschema vermelde minimale eisen. De certificatie-instelling zal deze goedkeuringen ter registratie melden aan de. Tevens dient de exameninstelling een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met de geaccrediteerde certificatie-instelling. 3.3. Kwaliteitshandboek De Exameninstelling dient te beschikken over een kwaliteitshandboek dat onderdeel uitmaakt van het kwaliteitssysteem en dat aantoonbaar voldoet aan NEN-ISO 9. 3.3.2 Eisen te stellen aan de examencommissie Samenstelling en expertise De examencommissie is samengesteld uit minimaal 5 leden die gezamenlijk over de volgende expertises beschikken: Vakinhoudelijke expertise met betrekking tot de te examineren vakbekwaamheidsprofielen Toetstechnische expertise met betrekking tot de toepasselijke toetsmethodieken Certificatie-expertise (door een vertegenwoordiger van de certificatie-instelling). Leden van de examencommissie worden geacht voldoende expertise te beschikken indien zij minimaal twee jaar in het expertiseveld werkzaam zijn en dient middels een CV aan de certificatieinstelling te worden aangetoond. Beoordeling van de samenstelling en expertise van de examencommissie en -leden dient te worden uitgevoerd door de certificatie-instelling en procedureel te worden vastgelegd. 3.3.3 Eisen te stellen aan de examinator. Voor het theorie-examen De examinator heeft geen specifieke nodig van het vakgebied, aangezien het om meerkeuzevragen gaat. Voor het praktijkexamen De examinator dient een door de exameninstelling aangewezen, en door de certificatie-instelling geaccepteerde deskundige te zijn. Deze dient te beschikken over de bevoegdheid om in de examenlocatie opdrachten te geven, te beoordelen en verantwoording te dragen voor de veiligheid van de examenkandidaat. De examinator moet op basis van ervaring kunnen beoordelen of het resultaat van de handelingen van een examenkandidaat correct is. W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 3 van 45 Beoordeling door certificatie-instelling Een Aspirant-examinator dient beoordeeld te worden op onderstaande kwalificatiecriteria: - Minimaal twee jaar vakinhoudelijke ervaring te hebben met het te examineren vakbekwaamheidsprofiel; - Ervaring te hebben als examinator van praktijkexamens; - Sociaal vaardig zijn; - Objectief zijn; - Zelfstandig zijn; - Bereid zijn om volgens opdracht te werken. De exameninstelling dient deze beoordeling uit te voeren en procedureel vast te leggen. Dit wordt gecontroleerd door de certificerende instelling. Elke (aspirant)examinator neemt deel aan de "instructie examinator" voor het examen van het desbetreffende vakbekwaamheidsprofiel. Dit kan zijn voor of na goedkeuring door de certificerende instelling, maar minimaal voorafgaand aan het eerste door hem/haar af te nemen examen. Nat de aspirant-examinator met betrekking tot bovenstaande kwalificatiecriteria positief is beoordeeld dient deze minimaal twee examens onder leiding van een examinator bij te wonen. Vervolgens dient minimaal één examen onder leiding van de aspirant-examinator te worden afgenomen waarbij een examinator de kwalificaties volgens eerder genoemde criteria van de aspirant-examinator beoordeelt. Van deze beoordeling dient verslag te worden gemaakt. Bij positieve beoordeling is de aspirant gekwalificeerd als examinator. De exameninstelling dient beoordeling uit te voeren en procedureel vast te leggen. Dit wordt gecontroleerd door de certificerende instelling. Iedere examinator dient op één van zijn/haar vijf eerste momenten van inzetten door de exameninstelling beoordeeld te worden en vervolgens minimaal eenmaal per drie jaar, zodat bijsturing kan plaatsvinden. Onafhankelijkheid van de examinator De examinator werkt in opdracht van de exameninstelling en mag geen loondienstovereenkomst hebben met de opdrachtgever van de kandidaat. Elke examinator tekent een verklaring waarin geheimhouding en onafhankelijkheid wordt gegarandeerd. De examinator moet zich onafhankelijk verklaren van de kandidaat en de eventuele opleider/werkgever van de kandidaat. Register van goedgekeurde examinatoren De exameninstelling dient een register bij te houden van goedgekeurde examinatoren. Correctoren: Correctoren van de theoretische examens dienen beoordeeld te worden op onderstaande kwalificatiecriteria: - De Nederlandse taal machtig zijn; - Vakinhoudelijk goed op de hoogte te zijn; - Bereid zijn de beoordelingscriteria toe te passen. 3.4 Geschillen. Een kandidaat heeft het recht om bij de certificerende instelling in beroep te gaan. 2. Op de beslissingen van de door de minister aangewezen instelling (bijv. afgifte, opschorting, intrekking of weigering van certificaten) zijn de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht inzake bezwaar en beroep van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Voor de behandeling daarvan heeft de certificatie-instelling een procedure opgesteld (VT-C2). 3. In alle andere gevallen dient de afhandeling te geschieden volgens het Reglement van Beroep van de certificatie-instelling. W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 4 van 45 W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 5 van 45 4. OVERGANGSREGELING 4. Het huidige deskundigheidsbewijs machinist torenkraan De huidige deskundigheidsbewijzen worden afgegeven door de Stichting Beroepsopleidingen Wegen waterbouw (SBW), die eveneens de opleiding en examinering verzorgt. Het deskundigheidsbewijs machinist torenkraan kent, evenals het certificaat van vakbekwaamheid, een indeling naar de volgende drie categorieën: - Mobiele torenkraan; - Toptorenkraan; - Loopkattorenkraan. Het deskundigheidsbewijs machinist torenkraan heeft een geldigheidsduur van zeven jaar. Het bewijs blijft geldig zolang wordt voldaan aan de wettelijke ervaringseis. Deze ervaringseis houdt in dat de betrokken machinist in elke laatste periode van zeven jaar tenminste gedurende twee jaar regelmatig een torenkraan moet hebben bediend. Om dit te kunnen aantonen dient de werkgever van de machinist elke drie maanden de praktijkervaring in het deskundigheidsbewijs aan te tekenen. Als de ervaringservaring echter tekortschiet, kan het bewijs geldig blijven door tijdig een praktijktoets op een torenkraan van de betrokken categorie af te leggen. Bij een gunstig resultaat van de praktijktoets geeft de SBW een verklaring af, die in het deskundigheidsbewijs wordt vermeld. Hierna is het bewijs gerekend vanaf de afgiftedatum van de verklaring weer tenminste zeven jaar geldig. Voor afgifte van de nieuwe certificaten van vakbekwaamheid machinist torenkraan is bepalend de ingangsdatum van de wettelijke aanwijzing van een certificerende instelling door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 4.2 Overgangsperiode In de Arbeidsomstandighedenregeling (artikel II, tiende lid) is een overgangsregeling opgenomen, die het volgende inhoudt:. Er is een overgangsperiode van 5 jaar, die eindigt op november 24. 2. Gedurende overgangsperiode blijven bestaande deskundigheidsbewijzen geldig onder de condities vermeld in 4.. 3. Een deskundigheidsbewijs dat in de overgangsperiode zijn geldigheid verliest, kan worden omgezet in een certificaat van vakbekwaamheid indien de certificaathouder tijdens een praktijktoets aantoont nog steeds voldoende vakbekwaam te zijn. Een praktijktoets wordt afgenomen op basis van het vermelde in hoofdstuk 6. Praktijkexamen. 4. Voor de omzetting van het bewijs van deskundigheid in een certificaat van vakbekwaamheid blijven de oude criteria gelden vermeld onder 4.; d.w.z. een aantoonbare praktijkervaring van twee jaar gedurende de laatste zeven jaar dan wel aantoonbare praktijkervaring van twee zevende deel van de periode sinds de afgifte van het deskundigheidsbewijs. 4.3 Inpassingsregeling Door de zal een inpassingsregeling worden opgesteld. Deze regeling zal op de internetpagina www.tcvt.nl bekend worden gemaakt op basis van onderstaande figuur. Uitgangspunt daarbij zal zijn een gelijkmatige benutting van de examencapaciteit. Schets inpassingsregeling BVD naar TCVT Certificaat van Vakbekwaamheid aantallen cumulatief --999 --24 A bewijs van deskundigheid (BVD) x% van A "BVD" TCVT Certificaat van Vakbekwaamheid ca 99 ner te bepalen tijdstip W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 6 van 45 W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 7 van 45 5. THEORIE-EAMEN 5. Eindtermen Hieronder volgt de verdeling van de eindtermen van het theorie-examen Machinist Torenkraan over de 6 vragen waaruit het examen bestaat. De kolommen feitelijke en begripsmatige en reproductieve en productieve vaardigheden zijn niet aangegeven, omdat zij niet gebruikt zijn voor de verdeling van de vragen over de eindtermen. EINDTERMEN De beroepsbeoefenaar kan Aantal vragen (absoluut). de voorbereidingen treffen vooraf aan het werken met torenkranen. 5 2. hijswerkzaamheden uitvoeren met torenkranen. 6 3. hijsgereedschappen bevestigen aan torenkranen. 2 4. dagelijks onderhoud verrichten aan torenkranen. 8 5. storingen herkennen aan torenkranen en in relatie hiermee handelend optreden. 6. veiligheidsmaatregelen hanteren bij het werken met en aan torenkranen. 5 7. torenkranen na hijswerkzaamheden volgens de bedrijfsvoorschriften achterlaten. 8. milieuverantwoord werken met en aan torenkranen. 3 totaal 6 5.2 Toetstermen Indien bij een toetsterm "Ad " is aangegeven kan naar vrije keus één (extra) vraag over de betreffende toetsterm in de toets worden opgenomen. Het totaal aantal vragen per eindterm dient te worden gehandhaafd. T = theorie De beroepsbeoefenaar kan... de voorbereidingen treffen vooraf aan het werken met torenkranen. (T). in een gegeven afbeelding de volgende hulp- en uitrus-- tingsstukken van een torenkraan herkennen en benoemen: * hijsblok * (vakwerk)giekdelen * torendelen * penverbindingen * ballast..2 de functie beschrijven van de volgende hulp- en uitrustingsstukken van een torenkraan: * hijsblok * (vakwerk)giekdelen * torendelen * penverbindingen * ballast..3 beschrijven dat goed vooroverleg met de uitvoerder van een werk noodzakelijk is en minimaal het volgende omvat: * beschrijving van de verwachte werkzaamheden van de torenkraan(machinist) * opsomming knelpunten /obstakels * beschrijving van de aard van de te hijsen stoffen * uitleg over de ligging van bovengrondse kabels en leidingen. Feitelijke Begripsm. Kennis Reproduct. Product. vaardigh Aantal vragen (absoluut) + W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 8 van 45 De beroepsbeoefenaar kan. de voorbereidingen treffen vooraf aan het werken met torenkranen. (T).4 aangeven dat de volgende aspecten behoren bij de voorbereidingen op het werken met en aan een torenkraan: * lezen van een hijsplan * overleg voeren met de uitvoerder * terrein inspecteren * kiezen persoonlijke beschermingsmiddelen * controleren of de torenkraan de werkzaamheden kan uitvoeren door visuele inspectie van de onderwagen en constructiedelen * de werking controleren van het mechanisch, hydraulisch, pneumatisch aandrijfsysteem * en het elektrisch en het elektronisch systeem a.d.h.v. de machinehandleiding. * controleren van hijsmiddelen * controleren/lezen van lastvluchtdiagram..5 uitleggen dat hij vooraf aan het hijswerk de plaats en afmetingen van obstakels moet kennen omdat: * anders de veiligheid bij het hijsen in het geding kan komen * dit de keuze van de hijsmiddelen kan bepalen * dit een indicatie geeft voor de meest geschikte opstelplaats..6 aangeven dat hij voor het veilig verplaatsen en in het doel plaatsen van de last de volgende gegevens nodig heeft: * massa (t.b.v. lasttabel) * zwaartepunt (t.a.v. laststabiliteit) * vorm (m.b.t. keuze hijsmiddel) * afmetingen (t.b.v. keuze hijsmiddel, vlucht en plaatsingspunt)..7 beschrijven dat de massa van de last bepaald/gecontro-- leerd kan worden door: * berekening met de formule: inhoud x s.g. * schatten door ruimgenomen maten te vermenigvuldigen met het s.g. en naar boven af te ronden..8 kenbaar maken dat en hoe de volgende gegevens uit een lastvluchtdiagram kunnen worden gehaald: * minimale vlucht bij verschillende gieklengten * maximale vlucht bij verschillende gieklengten * het zwenkbereik * aantal benodigde inscheringen * de toegestane werklast in relatie tot vlucht en/of hoogte..9 van de volgende materialen de dichtheid (s.g.) tot op 5 % nauwkeurig aangeven: * zand * beton * hout * staal * stenen * water. aangeven dat een hijsplan de volgende gegevens moet bevatten: * plaats en afmeting hijslocaties / plaatsingspunten * plaats en afmeting van obstakels * indicatie van de vorm, afmeting, massa en het zwaartepunt van de last * indicatie van het te gebruiken hijsgereedschap. Feitelijke Begripsmat. Kennis Reproduct. vaardigheden Product. vaardigheden Aantal vragen (absoluut) 3 3 Ad Ad + + totaal 5 W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 9 van 45 De beroepsbeoefenaar kan 2. hijswerkzaamheden uitvoeren met torenkranen. (T) 2. van een gegeven afbeelding de volgende typen torenkranen herkennen en noemen: * toptorenkraan * kattorenkraan. 2.2 de toepassingsmogelijkheden beschrijven van de volgende torenkranen: * toptorenkraan * kattorenkraan. 2.3 in een schets aangeven dat en hoe een torenkraan opgebouwd is uit de volgende onderdelen: * onderwagen * draaikrans * giek * toren * contragiek met ballast. 2.4 de functie beschrijven van de volgende onderdelen van een torenkraan: * onderwagen * draaikrans c.q zwenkmechanisme * giek * toren * klimmechanisme * contragiek met ballast * staalkabels * verankering * stempeluithouders en stempels * elektromotoren * lierwerk * railrijwerk 2.5 de volgende kraanbewegingen opsommen die met een de torenkraan uitgevoerd kunnen worden: * hijsen * katten * toppen * zwenken * oprichten. 2.6 beschrijven wanneer en waarom onderstaande kraanbe-- wegingen worden uitgevoerd met een torenkraan: * hijsen * katten * toppen * zwenken * oprichten. 2.7 aangeven wat de volgende omgevingsfactoren voor een effect kunnen hebben op de stabiliteit van de torenkraan bij het rijden en of remmen: * wind * regen * bodemgesteldheid. 2.8 benoemen dat hijsgereedschappen gekozen worden op basis van de volgende parameters: * soort last * massa last * vorm van de last * afmeting van de last * plaatsingspunt van de last. 2.9 uitleggen dat de functie van de lastmomentbeveiliging van een torenkraan is om bij een te zware last (in relatie tot de vlucht) de hijsbeweging te stoppen om zo een onveilige situatie te voorkomen. Feitelijke Begripsm. Reproduct vaardigheden Product. Vaardigheden Aantal vragen (absoluut) 3 + + 2 W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 2 van 45 De beroepsbeoefenaar kan 2. hijswerkzaamheden uitvoeren met torenkranen. (T) 2. de volgende begrippen in relatie tot het werken met de torenkraan omschrijven: * stabiliteit * stabiliteitsmoment * kantelmoment * stabiliteitscoëfficiënt * hijsgereedschap * hijsmiddelen * bedrijfslast * hijslast * vlucht. 2. kan uitleggen wat de genormaliseerde hand- en armseinen betekenen en hoe hij/zij hier op moet reageren. 2.2 beschrijven wat de correcte procedure is voor het communiceren met portofoons en of andere moderne telecommunicatieapparatuur bij het werken met een torenkraan, te weten: * naam noemen van aan te spreken persoon * rustig en goed gearticuleerd spreken * herhalen van opdrachten * een herhaalde opdracht correct verklaren * gesprek beëindigen met sluiten. 2.3 de volgende veiligheidaspecten beschrijven voor het veilig werken met de torenkraan: * zorgen voor zo goed mogelijk zicht op de last en de werkzaamheden * de werking van de torenkraan controleren * de torenkraan regelmatig schoonmaken * zich goed op de werkplek oriënteren * gebruik maken van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen * geleide lijnen niet los over de grond laten slepen * de last niet onnodig hoog heffen (wind) / laten slingeren. 2.4 de volgende veiligheidsvoorschriften noemen die gelden voor derden als zij werken in de omgeving van de torenkraan: * zich niet onder de last begeven * zich niet tussen de last en het obstakel begeven * zich goed zichtbaar opstellen voor de machinist * zich goed op de werkplek oriënteren * zich niet zonder toestemming van de machinist op de kraan begeven * zich niet voor de bewegingsrichting van de last bevinden * gebruik maken van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen * het zich niet onnodig binnen het draaibereik van de kraan begeven * geleide lijnen niet om de hand slaan. 2.5 de specifieke kenmerken opnoemen van het werk als hij met de torenkraan: * een last buiten het gezichtsveld plaatst * een zware en grote last plaatst * een last zeer nauwkeurig plaatst * een last met twee kranen hijst. Feitelijke Begripsm. Reproduct Product. Aantal vragen (absoluut) + + 3 totaal 6 W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 2 van 45 De beroepsbeoefenaar kan 3. hijsgereedschappen bevestigen aan torenkranen (T) 3. beschrijven hoe de volgende hijsgereedschappen correct aan een kraanhaak van een torenkraan worden bevestigd * kettingwerk * staalkabelstrop * hijsband * twee-, drie- en viersprong * kraanvork * betonkubel * c-haak * hijsklem * vloerplatenklem * hijskom * hijslus * evenaar. 3.2 op basis van een gegeven afbeelding de volgende hijsgereedschappen herkennen en benoemen: * hijsbanden * kettingwerk * stroppen * hijshaak * evenaar. 3.3 beschrijven dat hij het hijsgereedschap moet selecteren op basis van de volgende parameters: * de staat van het hijsgereedschap * de werklast * vorm, massa en afmeting van de last * doel/plaatsingsgebied van de last. 3.4 stapsgewijs de correcte werkwijze beschrijven om een last aan te slaan aan een torenkraan, te weten: * juiste hijsgereedschap selecteren * hijspunten plaatsen * stroppen om de last aanslaan * stroppen rijgen * haken aanbrengen. Feitelijke Begripsm. Reproduct Product. Aantal vragen (absoluut) totaal 2 De beroepsbeoefenaar kan 4. dagelijkse onderhoud verrichten aan torenkranen (T) 4. de principewerking beschrijven van de volgende systemen van de torenkraan: * eindschakelaars * aandrijfsysteem * remmen * beveiligingen * elektrisch systeem * elektronisch systeem. 4.2 aangeven dat de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen gekozen moeten worden op basis van de volgende overwegingen: * zijn de werkzaamheden gehoorbelastend * zijn de werkzaamheden huidbelastend * zijn de werkzaamheden bedreigend voor ogen/zicht * is er kans op stoten van hoofd, lijf of ledematen * kunnen voeten bekneld raken of kunnen er voorwerpen op vallen. 4.3 werktuigbouwkundige tekeningen en symbolen lezen in de volgende kraandocumentatie: * machinehandboeken * machine-instructieboeken * machine-onderdelenboeken. 4.4 beschrijven dat dagelijks onderhoud aan de torenkraan functioneel is om de volgende redenen: * behouden bedrijfszekerheid * beperken van (onnodige) slijtage c.q. kosten * vergroten veiligheid van werken. Feitelijke Begripsm Reproduct Product. Aantal vragen (absoluut) 5 W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 22 van 45 De beroepsbeoefenaar kan 4. dagelijkse onderhoud verrichten aan torenkranen (T) 4.5 beschrijven dat de dagelijks onderhoudswerkzaamheden aan de verschillende onderdelen van een torenkraan bestaan uit: * controle/aanvullen vloeistofpeilen * doorsmeren smeerpunten * visuele controle constructie * visuele en of auditieve controle op het mechanische, hydraulische en pneumatische aandrijfsysteem en de elektrische en elektronische systemen. 4.6 opsommen dat hij bij de onderhoudswerkzaamheden aan de torenkraan de volgende gereedschappen en hulpmiddelen moet gebruiken: * ring- en of steeksleutels * tangen * olie- en vetspuit * poetslap * milieusparende hulpmiddelen (absorptiemat/-korrels/- vloeistoftrechter) * schroevendraaiers * machinehandleiding * smeerschema. Feitelijke Begripsm Reproduct Product. Aantal vragen (absoluut) totaal 8 De beroepsbeoefenaar kan 5. storingen herkennen aan torenkranen en in relatie hiermee handelend optreden. (T) 5. beschrijven dat hij een storingsdiagnose aan een torenkraan moet stellen door aan de hand van de machinehandleiding stapsgewijs de falende dan wel de volgende systemen auditief en/of visueel te beoordelen: * mechanisch aandrijfsysteem * hydraulisch aandrijfsysteem * pneumatisch aandrijfsysteem * elektrisch systeem * elektronisch systeem. 5.2 aangeven dat bij storingen aan de torenkraan op basis van het gestelde in de machinehandleiding een drietal vervolgacties kunnen voorkomen: * werkzaamheden stoppen * zelfstandig repareren van de storing * inschakelen technische dienst. 5.3 beschrijven dat hij door vergelijking van het gestelde in de machinehandleiding en de werkelijke staat van onderdelen ontoelaatbare slijtage signaleert aan onderdelen van de torenkraan. 5.4 aangeven dat storingen eenduidig en helder aan een monteur of technische dienst worden gemeld door aan te geven: * wat de uitval van/in het systeem is * wat visueel waarneembaar is aan de kraanconstructie (-onderdelen) * of en waar lekkages waarneembaar zijn * welke acties/ reparaties reeds zijn opgenomen. Feitelijke Begripsm. Reproduct. Product. Aantal vragen (absoluut) 6 + + totaal W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 23 van 45 De beroepsbeoefenaar kan 6. veiligheidsmaatregelen hanteren bij het werken met en aan torenkranen. (T) 6. aangeven dat hij de persoonlijke beschermingsmiddelen moet kiezen vooraf aan het werken aan en met de torenkraan op basis van de volgende overwegingen: * zijn de werkzaamheden gehoorbelastend * zijn de werkzaamheden huidbelastend * zijn de werkzaamheden bedriegend voor ogen/zicht * is er kans op stoten van hoofd, lijf of ledematen * kunnen voeten bekneld raken of kunnen er voorwerpen op vallen. 6.2 beschrijven dat de functies van de beveiligingen op de torenkraan zijn: * overbelasting voorkomen * sche (kosten) voorkomen * onveilige situaties voorkomen. 6.3 beschrijven dat de volgende specifieke veiligheidsmaatregelen moeten worden uitgevoerd om veilig met de torenkraan te kunnen werken: * zorgdragen voor schone- op- en afstappen en cabinebeglazing * controleren of de juiste waarschuwingstekens of borden op de kraan zijn aangebracht c.q. deze bevestigen * overig personeel op het werk verbieden binnen de draaicirkel te komen en (tijdelijk) te stoppen indien dit toch voor komt. 6.4 aangeven dat de volgende veiligheidsvoorschriften van toepassing zijn bij het dagelijks onderhoud aan een torenkraan: * indien mogelijk motorsystemen uitgeschakeld * milieumaatregelen nemen bij werken met milieubelastende stoffen * beveiligingen niet ongeoorloofd uitschakelen * geen onderhoud met last in de kraan. 6.5 de volgende wettelijke verplichtingen noemen met betrekking tot het bedienen en keuren van torenkranen: * hijsbewijs voor het bedienen * keuring bij aanschaf (nieuw dan wel significant gewijzigd) * aanvang- en periodieke keuringen. 6.6 beschrijven dat de doelstellingen van de wettelijke verplichtingen voor hijs- en hefgereedschap zijn: * voorkomen sche en letsel * voorkomen onveilige situaties. 6.7 de veiligheidsvoorschriften noemen die gelden voor het werken met de torenkraan, te weten: * zwenk de last niet over personen of bouwketen, verblijven of voertuigen waarin zich personen bevinden * laat nooit iemand meereizen met de last of aan de haak * blijf tijdens bediening correct voor de instrumenten zitten * verlaat de cabine niet terwijl de motor loopt of als er een last in de kraan hangt * geen onbevoegde mensen binnen de draaicirkel van een werkende kraan * niet meer dan één last tegelijk hijsen * bij een windgevoelige last een leidra gebruiken * niet hijsen met meer dan twee lieren tegelijkertijd * voer zwenkbewegingen bij het werken met een hulpgiek extra soepel uit/ vermijdt schokken * draai bij het rijdend verplaatsen van de last de giek evenwijdig aan de rijrichting * houdt bij het rijdend verplaatsen van de last de giek zo kort mogelijk * rijdt bij het rijdend verplaatsen van de last niet sneller dan 4 km/h * houdt de last bij het rijdend verplaatsen zo laag mogelijk bij de grond. Feitelijke Begripsm. Reproduct. Product. Aantal vragen (absoluut) 2 W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 24 van 45 De beroepsbeoefenaar kan 6. veiligheidsmaatregelen hanteren bij het werken met en aan torenkranen. (T) 6.8 de wettelijke verplichtingen noemen met betrekking tot het bedienen en keuren van torenkranen en het daarbij behorende hijs- en hefgereedschap en de doelstelling beschrijven van deze wettelijke verplichtingen, te weten: * het hijsgereedschap moet qua bediening en gebruik voldoen aan hetgeen is gesteld in de Arbo-wet om op deze wijze de veiligheid en de gezondheid van de gebruikers niet of zo weinig mogelijk te belasten * het hijsgereedschap dient te zijn gekeurd en voorzien van merktekens met de toegestane werklast zodat vast te stellen is wat de veilig te hijsen werklast is * bij het werken op of nabij de openbare weg dient het weggedeelte waarover gezwenkt moet worden afgesloten te zijn zodat niet met de last over voertuigen met daarin personen te hoeven zwenken * bij het gebruik van werkbakken moet ontheffing worden verleend door I-SZW en dient de hetgeen in voorschrift CP- 26 beschreven is gevolgd te worden om zo valletsel te voorkomen * alle kranen dienen eenmalig gekeurd te zijn door Keboma Ede; kranen met bouwjaar < 982 dienen minimaal een gelijkwaardige keuring te hebben zodat duidelijk is dat van de betreffende kraan proefondervindelijk is vastgesteld dat deze de proefbelasting aankan en derhalve geschikt is voor een veilige bedrijfsvoering. Maar ook dat in vervolg hierop de 3-2-2-keuringsregeling van kracht is ( e keuring bij ingebruikname; 2 e keuring na 3 jaren en vervolgens elke 2 jaar) * alle kranen met een bouwjaar vanaf 995 moeten een CEkeurmerk dragen ten teken dat deze is goedgekeurd conform de in de deelnemende Europese staten overeen gekomen veiligheidsniveau en derhalve veilig zijn om mee te werken * verplichte keuring direct na elke ingrijpende wijziging aan de kraanconstructie zodat wederom vastgesteld dat de kraan veilig kan werken en bediend kan worden. Feitelijke Begripsm. Reproduct. Product. Aantal vragen (absoluut) Ad totaal 5 De beroepsbeoefenaar kan 7. torenkranen na hijswerkzaamheden volgens de bedrijfsvoorschriften achterlaten. (T) 7. aangeven dat een torenkraan veilig onbeheerd achter kan blijven als voldaan is aan de volgende aspecten: * hijsgereedschap veilig opbergen * eventueel de kat naar minimumvlucht verplaatsen * hijshaak (-blok) optrekken * de kraangiek in vaanstand zetten * zwenkrem vrijzetten * de stroomtoevoer afsluiten * cabine afsluiten. Feitelijke Begripsm. Reproduct. Product. Aantal vragen (absoluut) W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 25 van 45 De beroepsbeoefenaar kan 8. milieuverantwoord werken met en aan torenkranen. (T) 8. de volgende milieu- en veiligheidsvoorschriften noemen die hij toepast bij opslag, overslag en gebruik van milieubelastende stoffen: * gebruik van absorptiematten en of een vultrechter bij het vullen van brandstoftanks en oliereservoirs * gescheiden opslag van milieubelastende materialen in de daarvoor ingerichte en goedgekeurde containers /ruimten * beperking van verspreiding in de bodem bij het morsen van milieubelastende stoffen * afvoer van verontreinigde grond/absorptiekorrels/lappen naar daarvoor ingerichte (gemeentelijke) instellingen * door lezing op containers/tanks/waarschuwingskaarten en of op reservoirs aangebrachte tekst of symbolen bepalen welke persoonlijke beschermingsmiddelen vereist zijn * kiezen/dragen van de per (vloei-)stof voorgeschreven em, ogen en of huidbeschermende persoonlijke beschermingsmiddelen * zorgdragen voor een vonk- en vuurvrije omgeving en gebruik van ontvlambare stoffen * zorgdragen dat er geen onbeschermde omstanders en of voorbijgangers zijn bij de overslag van milieubelastende stoffen die een schelijk effect op mensen kunnen hebben. 8.2 verklaren dat milieuverantwoord werken van belang is voor het behoud van het milieu. 8.3 de hoofdgroepen van gevaarlijke stoffen herkennen aan de hand van symbolen conform Wet Gevaarlijke Stoffen c.q. het: * BAGS (Besluit Aflevering gevaarlijke stoffen) * AGS (Afleveringsbesluit Gevaarlijke stoffen) * AGP (Afleveringsbesluit Gevaarlijke preparaten), dan wel de wettelijke opvolger (-s) hiervan. Feitelijke Begripsm. Reproduct Product. Aantal vragen (absoluut) 2 totaal 3 5.3 Cesuur Theorie-examen 5.3. Algemeen De theorietoets is opgebouwd uit meerkeuzevragen met vier afleiders en uit open vragen op basis van de theorie-eindtermen en daarvan afgeleide toetstermen. 5.3.2 Aantal vragen Het examen bestaat uit 6 vragen, waarvan 35 meerkeuzevragen en 25 open vragen. De verdeling van de open en meerkeuzevragen over de eindtermen kan per examen verschillen, omdat de eindtermen in beide vormen bevraagd kunnen worden. Daarbij gaat het niet om de vorm van de vraag, maar om de kwaliteit van de vraag en een evenwichtige verdeling van de vragen over de eindtermen wat de validiteit en betrouwbaarheid van een examen bepaald. De verdeling van de vragen is vastgelegd in 5.en dus gegarandeerd per examen. Niet alle toetstermen zullen bij het theorie-examen afgedekt worden. Het is vrijwel onmogelijk om alle toetstermen in een examen te bevragen. Er wordt voldaan aan de landelijke norm die hiervoor gehanteerd wordt: 75 % van de eindtermen moeten gedekt zijn. 5.3.3 Tijdsduur De theorietoets dient binnen 5 minuten te worden uitgewerkt. 5.3.4 Beoordeling Op basis van het antwoordmodel, waarin per vraag zowel voor de open- als de meerkeuze vragen het juiste antwoord is gegeven, worden de uitwerkingen beoordeeld. Volgens onderstaand schema wordt het cijfer bepaald van het deel met meerkeuzevragen. W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 26 van 45 Cijfer,,,,,,,,,,3,6 2, 2,3 2,7 3, 3,4 3,7 4, 4,4 4,7 5, 5,4 5,5 5,8 5,9 6,5 6,9 7,2 7,6 7,9 8,3 8,6 9, 9,3 9,7 aantal goed beantwoorde meerkeuze vragen Het aantal punten, wat per open vraag behaald kan worden, verschilt per open vraag. Er is dus sprake van weging per vraag. Het cijfer wordt dan ook als volgt bepaald: 2 3 4 5 6 7 8 9 2 3 4 5 6 7 8 9 2 2 22 23 24 25 26 27 28 29 3 3 32 33 34 35 cijfer (Y) = behaalde punten totaal Eindcijfer. Het eindcijfer afgerond op één decimaal van de theorietoets wordt als volgt bepaald: Afrondingen. eindcijfer =. + 2.Y 3 Bij de tweede decimaal kleiner of gelijk aan het getal 4: afronden naar beneden. Bij de tweede decimaal groter of gelijk aan het getal 5: afronden naar beneden. 5.3.5 Resultaat theorietoets De kandidaat is geslaagd voor de theorietoets indien het eindcijfer groter of gelijk is aan 5,5. W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2

Certificatieschema Machinist Torenkraan W4-2 bl 27 van 45 6. PRAKTIJKEAMEN 6. Eindtermen en activiteiten Het praktijkexamen bestaat uit de volgende activiteiten:. Doornemen opdracht 2. Aanvangscontrole 3. Onderhoud 4. Hijskabel inscheren 5. Controle hijsgereedschap 6. Positie kiezen kraan 7. Betonstorten 8. Aanpikken 9. Hijsopdracht pijp/torenstuk (9a + 9b). Machine achterlaten Hieronder volgt de verdeling van de eindtermen over de activiteiten van de praktijkexamens machinist mobiele kraan. Doordat eindtermen onderverdeeld zijn in toetstermen is een eindterm vaak over meerdere activiteiten verdeeld. Daardoor is een eindterm meestal niet door activiteit afgedekt. EINDTERMEN De beroepsbeoefenaar kan. de voorbereidingen treffen vooraf aan het werken Activiteiten (zie boven) 2 3 4 5 6 7 8 9 x x x met torenkranen. 2. hijswerkzaamheden uitvoeren met torenkranen. x x x x 3. hijsgereedschappen bevestigen aan torenkranen. x x 4. dagelijks onderhoud verrichten aan torenkranen. x x 5. storingen herkennen aan torenkranen en in relatie x x x hiermee handelend optreden. 6. veiligheidsmaatregelen hanteren bij het werken met en aan torenkranen. x x x x x x x x x 7. torenkranen na hijswerkzaamheden volgens de bedrijfsvoorschriften achterlaten. x x x 8. milieuverantwoord werken met en aan torenkranen. x x x W4-2 24-8-2-9-2-9-2 7-9-2 7-9-2